Eendracht Tweedracht
Waarom komt er geen Opwekking?
Dit is een vraag, die ernstige kinderen Gods pijn doet.
Wie als kind van God over de wereldsituatie nadenkt, beseft, dat alleen een opwekking een groot deel van de wereldellende zou kunnen opheffen.
Een opwekking, dat is een zo machtige invloed van de Heilige Geest op de mensheid, dat daardoor de ontembare machten, die achter de schermen de teugels vasthouden, bij alle congressen, conferenties enz. en bij alle manipulaties der regeringen, het onderspit gingen delven. Wij hebben onze “goede gronden” om met open ogen telkens opnieuw het verderf tegemoet te lopen, maar er zijn “betere gronden” om dit niet te doen. Alleen, deze betere gronden liggen op een te hoog niveau. Binnen de hoge kerkwanden en in het Heilige Boek worden ze aangewezen, maar in het gewone leven kunnen wij mensen er niet bij. Het is te hoog. De druiven van liefde, vrede en gerechtigheid zijn zuur.
Als, ja “als!” Maar dit zal bewaard moeten blijven voor het Duizendjarig Vrederijk. Zo denkt men in de regel en zeult moeizaam verder de zware weg van ongerechtigheid en ellende.
Wat bij de mensen onmogelijk is, dat is mogelijk bij God.
Jawel. Dat is het bijbels idealisme. Maar de Bijbel en het leven staan zo ver van elkaar af, zegt men dan.
En die woorden doen ons de dood aan!
Als dat eens anders werd!
De Bijbel is het spreken van God tot Zijn schepselen. God, die alleen weet hoe Zijn schepping in harmonie kan leven en sirene rust kan hebben. Sociologen en Economen schenken de mensheid hun wetenschappelijke boeken over welvaart, maar zij zien de wortel voorbij en hebben het over de takken en de vruchten. God doet dat niet en daarom is de Bijbel het betere boek met betrekking tot onze welvaart.
Dit vermag de wereld niet te geloven. Maar de “Gemeente van Christus” moest het geloven.
Christus, uit Welke al het geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt, wonend door het geloof in onze harten, dat is gerechtigheid en vrede. Dat geschiedt in een opwekking. Denkt maar aan Wales. De kasteleins waren de eersten, die het te voelen kregen, dat er een opwekking gaande was en de politie volgde.
Maar als we de woorden uit Efeze 3 nalezen, die ik daareven aanhaalde, dan treft het ons, dat hij zijn knieën buigt tot de God en Vader van onze Here Jezus Christus, opdat Hij het geve, dat wij met kracht versterkt worden door Zijn Geest in de inwendige mens, opdat de heerschappij van Christus in de harten er zijn moge.
Er is nooit een andere weg naar opwekking geweest. Ook dat weten we. Waarom gaan wij die weg dan niet? Omdat we niet eendrachtig zijn, maar tweedrachtig. En daar hebben wij ook weer onze “goede gronden” voor. Werkelijk! We kunnen u die gronden aanwijzen en ze bewijzen. Alle anderen dan wij hebben niet de goede leer en niet de zuivere bedoelingen. Daar is helaas niets aan te doen. Ook geen bevel van God om ons te benaarstigen te behouden de enigheid des Geestes door de band des vredes omdat het een lichaam is en een Geest en een hoop onzer roeping. Ja, wij kunnen ons niet indenken, dat God een opwekking zou geven bij anderen. Wel bij ons. En daar bidden wij ook om. Maar tot nog toe is dat gebed niet verhoord. En als dat misschien werkelijk daaraan zou liggen, dat de Geest Gods niet een onderdeel van het ene lichaam wil zegenen, nu dan zullen we er ons bij neerleggen en met minder tevreden zijn. Want eendrachtig is te erg en te ingrijpend. Dat zouden de anderen ook niet willen, al wilden wij het. Het is zeer zeker jammer, dat de wereld nu zonder een opwekking verder moet, maar de verdeeldheid laten varen, en eendrachtig om een algemene opwekking bidden, dat verhinderen de historisch geworden toestanden.
Is dit zeer scherp en pijnlijk gezegd?
Het is veel scherper en pijnlijker dat het zo is en blijft. Dat wij de Heilige Geest willen dwingen om in een verdeelde en onverzoenlijke Gemeente van Christus het leven te onderhouden en te openbaren. Dat wij verdragen, dat het mohammedanisme, het communisme, het katholicisme de wereld veroveren en de Gemeente van Christus voortdurend terrein verliest.
Het zal heerlijk zijn, als straks enigen uit de gesplitste gemeente van Christus zich tezamen naast Paulus op de knieën werpen, om het gebed van Paulus te herhalen, dat God Zijn Gemeente zal geven met kracht versterkt te worden door Zijn Geest in de inwendige mens, opdat Christus door het geloof in onze harten zal wonen en de Gemeente een opwekking zal beleven ten bate van de wereld.
Op de eerste Maandagavond van de maand kunnen wij dit doen in Utrecht. Wie een uitnodiging voor deze bidstond begeert, wende zich tot mij of ook tot de redactie van dit blad.
Hem nu, die machtig is meer dan overvloedig te doen boven al wat wij bidden of denken, naar de kracht, die in ons werkt, Hem zij de heerlijkheid in de Gemeente, door Christus Jezus, in alle geslachten, tot alle eeuwigheid.
W. F. Waardenburg
Bij de plaat
Die van de wolken Zijn wagen maakt. Die op de vleugelen van de wind wandelt. (Ps. 104:003).
Velen, die de schoonheid beminnen, trachten deze te vinden, los van Hem, die alle dingen zo heerlijk heeft geschapen.
Zij vereren de schoonheid als het hoogste en zoeken daarin bevrediging: de ontroering die de muziek, de schilderkunst of het schone woord geeft, is het hoogste doel van hun streven geworden.
Doch hoe dwaas, hoe arm is dit. Want hoger dan de schoonste ontroering om het geschapene is de ontmoeting met Hem, die al deze dingen heeft gemaakt.
Doordat zo velen op deze weg zijn verdwaald en tot een afgodische aanbidding van de schoonheid zijn gekomen, zijn er sommige gelovigen, die zich niet meer durven verlustigen in de schoonheid, die God aan de mensenkinderen in de kunst en in de natuur heeft gegeven. Zij zoeken God in Zijn Woord, doch durven Zijn hand niet te herkennen in de klank en kleur en lijn der natuurlijke dingen.
En toch zegt Paulus: “al wat rein is, al wat lieflijk is, al wat wel luidt, bedenk dat” en de Heiland, de psalmist en de profeten hebben de schoonheid der dingen gezien en er van genoten. Zij hebben de liefde, de majesteit en de voorzienigheid Gods, Zijn eeuwige kracht en goddelijkheid uit de schepselen verstaan en doorzien.
‘Sprak Jezus niet van de schoonheid van de lelie, die lieflijker was dan die van Salomo en heeft David niet gezongen van de heerlijkheid Gods, die in de natuur geopenbaard wordt? Spreekt hij niet in Psalm 104 over het licht, dat als een kleed God bedekt, over de fonteinen, die opspringen en waar de dieren hun dorst lessen, over de zon, die als een bruidegom uittrekt, over de sterren, die een geheel enige sprake Gods zijn?
En dezelfde schoonheid, die de fotograaf deed stil staan toen hij zag hoe de ondergaande zon haar stralen door de wolken schoot en die Seerp Anema eens deed schrijven: “Nu zingt de avondzon een psalm van licht”, heeft ook David ontroerd. In zijn stoute verbeelding droomde hij boven deze goudgekleurde wolken God Zelf, Die daar henen voer, gedragen door deze ijle, steeds wisselende’ vormen. God Zelf, de Heilige Israëls, Die van de wolken Zijn wagen maakt en op de vleugelen van de wind wandelt.
Doch de schoonheid van deze wolkenhemel doet onze gedachten nog verder afdrijven naar die dag, waarop de Heiland tot ons zal wederkeren op de wolken des hemels. Want onder deze stralende hemel ligt nu nog de duisternis van de aarde, die distels en doornen voortbrengt en zucht in sterk verlangen naar de dag der openbaring van de kinderen Gods.
De schoonheid der schepping kan de christen menigmaal ontroeren, doch tevens is hij zich bewust, dat het een geschonden schoonheid is, die nameloos leed bedekt. Hoe menigmaal is de zon jubelend ondergegaan over een slagveld, waar duizenden lagen te sterven.
Eenmaal zal de vloek, die alles heeft bedorven, worden opgeheven. Eenmaal zal een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zich stralend openbaren. Dan zullen er geen tranen, geen dood en geen rouw meer zijn. Dan zullen we ons, zonder dat we gestoord worden kunnen verlustigen in al wat God heeft geschapen en zullen we de stem van het geschapene ten volle verstaan.
J. E. v. d. B.
We moeten bidden omdat het gebed Gods weg is voor een christen om volkomen blijdschap te verkrijgen. Dr. John R. Rice.
Christenen behoren gelukkig te zijn. Christenen behoren niet een geslagen, ongelukkig leven te lijden gekweld door noden die ze niet te boven kunnen komen. Daarom heeft God bepaald dat Christenen altijd volkomen blijdschap kunnen genieten door de verhoring hunner gebeden. In (Joh. 16:24) zegt Jezus: “Tot nog toe hebt gij niet om iets gebeden in Mijn naam; bidt en gij zult ontvangen, opdat uw blijdschap vervult zij”.
Stel u eens een kind voor dat zo door zijn vader geliefd wordt, dat het iedere dag mag komen om hem alles te vragen wat het nodig heeft. Indien dat kind in zijn onwetendheid om iets vraagt dat het last en verdriet zou veroorzaken, zal de vader het zulks voorzichtig uitleggen en verklaren en zeggen wat voor het kind het beste zal zijn, en het leren om iets te vragen, dat oneindig beter is dan dat waarom het gevraagd had. Zodoende krijgt het kind iedere wens, vervuld en leeft in een gezegende staat van geluk en vreugde omdat zijn vader er behagen in schept de wensen van zijn hart te vervullen. Of stel u eens een jonge vrouw voor, getrouwd met een rijk man die haar zo innig liefheeft dat hij haar alles geeft wat zij wenst. Haar leven is vol geluk, omdat haar man haar zo bemint en haar alles geeft wat haar hart begeert.
En dit laatste is het wat God voor Zijn kinderen wil doen; Hij kan echter oneindig veel meer doen.
De vader kan de neiging van het hart van zijn kind niet wijzigen en zo ziet een rijke vader dikwijls zijn zoon lui en beginselloos worden en blijkt de rijkdom van de vader een vloek te zijn geworden voor de zoon. Maar God kan daarentegen zijn kinderen onderwijzen en hen door de Heilige Geest leiden, om juist om die dingen te bidden die volkomene vreugde geven en geen vloek. ,”De zegen des Heren die maakt rijk; en Hij voegt er geen smart bij” (Spr. 10:22).
Hoe vaak heeft niet een jong echtgenoot duizenden guldens uitgegeven om te trachten zijn vrouw gelukkig te maken en toch was hij niet bij machte haar gezondheid te geven, of hij kon haar het door haar zo zeer gewenste kind niet geven, of wel de tevredenheid van geest te midden van deze onbestendige chaotische wereld. Zo kan geen vader of echtgenoot volmaakte vreugde schenken. Maar, dankzij God, is het juist dat, wat onze hemelse Vader zegt, dat Hij voor ons wil doen. Hij wenst ons alles te geven waarom we vragen en ons zelfs te helpen om het juiste te vragen. We hebben slechts te vragen en te ontvangen en zo zal onze Vreugde volkomen zijn.
Bidden is dus het geheim van doorlopende vreugde, het geheim van werkelijk volkomen blijdschap. Een rijk en vol leven hangt voor een christen af van hoeveel en hoe hij bidt.
Indien u op het gebied van bidden zo ver gekomen zijt, dat u dingen van God kunt ontvangen, dat al de wensen van uw hart door Hem vervuld worden en u alles ontvangt wat u nodig hebt, dan kunt u dag aan dag een overwinnend en gelukkig leven leiden. De weg om gelukkig en vol blijdschap te zijn is te bidden. Bidden is het geheim van volkomen blijdschap en daarom juist is het nodig dat christenen bidden.
Gods vreemde antwoorden.
Hij was een christen en bad. Hij vroeg kracht om grote dingen te doen, doch hem werd zwakheid gegeven opdat hij betere dingen zou doen.
Hij vroeg rijkdom opdat hij gelukkig zou zijn, hem werd armoede gegeven opdat hij wijs zou zijn.
Hij vroeg macht dat hij de lof der mensen zou ontvangen, hem werd machteloosheid gegeven opdat hij de behoefte aan God zou gevoelen.
Hij had niets ontvangen van dat waarom hij gevraagd had en waarop hij gehoopt had. Zijn gebeden schenen onbeantwoord, doch hij was zeer gezegend. The Standard.
Verkeerde orders.
Enkele jaren geleden snelde een passagierstrein New York binnen toen juist een andere trein tevoorschijn kwam.
Het was een verschrikkelijke botsing. Vijftig levens gingen verloren. Een machinist lag geklemd onder zijn machine verschrikkelijk gewond. Tranen stroomden langs zijn wangen. In zijn doodsstrijd hield hij een geel papier verkneukeld in zijn hand en zei: “Lees dit. Dit zal jullie laten zien dat iemand mij verkeerde orders gaf.”
Onwedergeboren mannen en vrouwen zullen eens staan voor de grote Witte Troon en wijzen naar hun moderne predikanten zeggende: “Iemand gaf mij verkeerde orders.”
“Alzo zegt de Here tegen de profeten, die mijn volk verleiden… het zal nacht voor ulieden worden.” (Micha 03:05-06).
Ch. E. Fuller.
Misschien vandaag
Misschien vandaag zullen de heem’len scheuren,
zullen Uw boden als een stormwind gaan,
dan zullen moeden en die eenzaam treuren
juichend ’t glanzend oog ten hemel slaan.
Misschien vandaag zullen versleten zerken
verschuiven, vromen rijzen uit hun dood;
dan liggen onze kleine aardse werken
vergeten, omdat Gij ons tot U boodt.
Misschien vandaag zal de bazuin weerklinken,
dan komen wij U heilig tegemoet,
dan zien wij blij Uw lieflijke ogen blinken
en horen wij Uw stem, zo eindloos goed.
Misschien vandaag, de schepping wacht Uw komen,
Uw komst slechts biedt genezing voor haar plaag;
Wij hebben reeds Uw nadering vernomen,
wij gaan met U naar ’t licht… misschien vandaag.
H. v. d. Brink