Mijn ziel dorst naar God
(Ps. 042:003a)
Er is een stil-zijn en wachten dat niet anders is dan geestelijke dorheid en onvruchtbaarheid. Een traag en lauw zijn van geest, een onverschilligheid vreemd aan de brand der liefde. Het is die uitzichtloze gelijkvormigheid aan de wereld die helaas duizenden christenen in onze dagen verlamt en tot deserteurs maakt uit het leger van Koning Jezus.
Doch er is ook een stil-zijn en wachten dat de hoogste graad is van activiteit. Het is het gespannen uitzien en verlangen naar de ontmoeting met de Geliefde. De dorst naar God.
Wij zijn soms jarenlang gelijk aan een snel- voort – schietende rivier, die de landen doorstroomt en wier waterversnellingen van verre te horen zijn. Fel brandt in ons de vlam van de ijver voor God, we zijn bouwers aan Zijn huis, we lopen hier, we lopen daar, we organiseren en vergaderen. En God zegent ons werk, er komen zondaars tot bekering, er is groei en belangstelling.
Doch dan plotseling brengt God ons in de stilte. Misschien op een ziekbed of in moeilijke omstandigheden, die ons verhinderen om te werken. Het is of Hij in Zijn goddelijke wijsheid en liefde tot ons zegt: Rust een weinig.
Meestal willen we hier niet aan. Het werk steunt op ons, het stormt op ons aan, we denken, dat we niet gemist kunnen worden. Onze gedachten zijn onrustig, we keren ons her en derwaarts om het werk te vinden, dat we denken, dat God ons op de schouders heeft gelegd. We zijn de stilte ontwend en vonden in voortdurende activiteit onze rust. Wij bidden God om te mogen werken.
Doch neen, God is wijzer dan wij. Het is of Hij ons terzijde zet. En misschien gaan we dan begrijpen, dat God aan ons bezig is. Onze eenzaamheid, ons ziekbed wordt een plaats van ontmoeting met Hem. De rivier vloeit kalmer en vrediger, ja, misschien gelijkt ze op een stilstaand meer, waar geen bewegen meer is te bespeuren.
Doch… helderder weerspiegelt zich in de oppervlakte de hemel in haar schoonheid en rust.
We beluisteren weer in ons het diepe verlangen – de ondertoon van ons geestelijk leven: het heimwee naar God, het verlangen naar Christus.
Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God.
De ziel gaat weer luisteren.
En zoet wordt haar, dat, wat ze te dikwijls ontbeerde: het stille spreken met haar Heiland, het luisteren naar wat Hij te zeggen heeft.
Er is weer een hunkeren naar de uren van gemeenschap en de woorden wellen naar lippen:
“Kom haastiglijk, mijn Liefste, wees Gij gelijk een ree, gelijk een welp der herten op de bergen der specerijen”
Dit is de ware reiniging van de ziel. Het is in dit verlangen, dat de Heilige Geest ons teder gaat wijzen op de smetten, die ons kleed ontsieren, op het stof, dat op onze voeten kleefde tijdens de snelle wandeling.
Dan bidden we: “Vang ons de vossen, de kleine vossen, die de wijngaard verderven. Want onze wijngaard heeft jonge druifjes.”
Heiliging als gevolg van het ware verlangen naar gemeenschap met Christus. Wie deze hoop op Hem heeft, reinigt zich zelven, gelijk Hij rein is.
Dan wordt de tijd, die we als onvruchtbaar beschouwden, een nieuwe lentetijd. Dan is de nood der wereld om ons niet vergeten, doch ze wordt inniger en intiemer verteld aan Hem, die alleen redden kan en die uitstoot als werkers, die Hij wil.
Misschien worden we straks opnieuw uitgezonden, aangedaan met Kracht van Omhoog.
Want dit is toch de ware vervulling met de Geest, dit aandoen van Christus. We hebben een ontmoeting met Hem gehad en Zijn kracht is als een diepe, weldadige stroom van nieuw leven.
Misschien hebben vrienden ons beklaagd om onze machteloosheid en eenzaamheid. Doch Zijn nabijheid maakte de woestijn tot een dal van rozen. De eenzame berg werd een Thabor.
Straks gaan we weer uit, de wereld wacht, een wereld waar de Vorst der duisternis zijn duizenden gebonden heeft.
Doch sterker werd in ons het heimwee naar de dag der aflossing, als de Stem van de Meester ons roept en we eeuwig bij Hem zullen zijn.
Eeuwig met Jezus zijn, o, onbeschrijfelijke heerlijkheid.
Daar is alle heimwee gestild. Daar is de schaal van het hart met vreugde gevuld.
Wie deze liefde vond, is verloren voor de vreugden der wereld. Want deze liefde is sterk als de dood, vele wateren zouden haar niet kunnen uitblussen, ja, de rivieren zouden ze niet verdrinken, al gaf iemand al het goed van zijn huis voor deze liefde, men zou hem ten enenmale verachten.
- van de Brink
Waarom moeten wij bidden?
- Omdat God het telkens weer in de bijbel beveelt.
- Omdat voor een Christen het gebed de door God aangewezen weg is om iets te verkrijgen.
- Omdat het gebed voor de Christen Gods weg is om hem volkomene levensvreugde te schenken.
- Omdat het gebed de weg is naar het einde van alle ellende, de verdwijning van alle onrust en zorg.
- Omdat een verhoord gebed het enige onweerlegbare argument is tegen scepticisme, wantrouwen, modernisme en ongeloof.
- Omdat het gebed de enige weg is om van de Heiligen Geest kracht te ontvangen voor Gods werk.
- Omdat: “al wie de naam des Heren aanroept zal worden behouden.”
1.Omdat God in de bijbel het bidden telkens weer beveelt.
God heeft ons bevolen te bidden. Op vele plaatsen in de bijbel wordt de gebiedende eis gesteld om te bidden:
1e. “Hij sprak een gelijkenis tot hen met het oog daarop, dat zij altijd moesten bidden en niet verslappen” (Luc. 18:01).
Hier is een opgave niet voor enige mensen om te bidden, maar voor allen, voor de mensheid, overal en te allen tijde. Het is een dringende plicht, die Jezus hier voorschrijft.
2e. “Bidt zonder ophouden” (1 Thess. 05:17). Hier hebben we een bevel, dat niet misverstaan kan “worden. Zolang als de mensen in enig land en in enige taal de bijbel lezen, zullen ze dit duidelijke’ bevel om zonder ophouden te bidden, tegenkomen. We behoren dus niet alleen te bidden, maar we behoren te allen tijde te bidden!
Het gebed moet zijn het doorlopend wenden van ons hart tot God in zake alles wat we nodig hebben en alles wat we wensen, totdat onze geest onbewust, in doorlopend contact met God blijft. Evenals een moeder in haar slaap naar de kreten van haar kind luistert, zo kan het hart van een Christen op God afgestemd zijn, ook al is hij in beslag genomen door zijn dagelijkse plichten, ja, zelfs gedurende de tijd, dat hij slaapt!
3e. “Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uwe wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God” (Filip. 04:06)
Een Christen moet dus letterlijk om alles bidden.
4e. “Ik vermaan u dan allereerst smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen te doen voor alle mensen” (1 Tim. 02:01).
We ontvangen hier het bevel te bidden niet alleen te allen tijde, maar ook voor alle mensen.
5e. “En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen; ook voor mij” (Ef. 06:18-19).
Deze passage sluit de bekende beschrijving van de wapenrusting van de Christen af en het slot’ woord omtrent de wijze hoe men sterk moet staan in de Heer is dit bevel om bij alle gelegenheden, met alle volharding voor alle heiligen te bidden. Merk op, hoe hier de nadruk wordt gelegd op “alle”. En waar aan de Christenen te Efeze wordt bevolen ook voor Paulus te bidden, zo sluit dit in zich, dat ook wij behoren te bidden voor alle voorgangers in het bijzonder, zowel als voor “alle- heiligen”.
6e. “Waakt en bidt, opdat gij niet in ‘Verzoeking komt” (Matt. 26:41).
Dit bevel van onze Heiland aan de Apostelen wordt herhaald in (Mark. 14:38; Luc. 21:40; Luc. 22:46). Maar aangezien wij, zoals Jezus Zijn Apostelen beval, “alle dingen moeten beproeven”, moeten we ook waken en bidden, opdat wij niet in verzoeking komen. Behalve bovengenoemde algemene opdrachten voor de Christen om te bidden te allen tijde voor iedereen en voor alles, zijn er nog vele andere bevelen om voor bijzondere dingen te bidden.
Vele malen heeft Paulus in zijn brieven zijn lezers door heilige inspiratie bevolen om voor hem te bidden (Kol. 04:03; 1 Thess. 05:25; 2 Thess. 03:01; Heb. 13:18; Ef. 06:19).
Bidden te allen tijde, voor iedereen en om alles is dus een plicht, speciaal opgelegd aan ieder Christen.
Niet bidden is zonde, want ongehoorzaamheid aan het duidelijke en dikwijls herhaalde gebod van God! Te weinig bidden is zonde. Zonder twijfel zijn al onze zonden, fouten en gebreken, bidzonden, bidfouten en bidgebreken. Samuël zei tot het volk van Israël: “Het zij verre van mij, dat ik tegen de Heer zou zondigen, dat ik zou aflaten voor jullie te bidden” (1 Sam. 12:23).
Christenen behoren te bidden, omdat het in de bijbel zo uitdrukkelijk wordt voorgeschreven.
Dr. ]ohn. R. Rice
Eureka!
Een persbericht meldt, dat met goedkeuring van de rechterlijke macht zal geprobeerd worden door een hersenoperatie van de 38-jarigen Millard Wright uit Pittsburgh, een bruikbaar mens te maken. Een chirurg zal trachten Wright’s voorste hersenkwab af te scheiden van de rest van ’s mans brein.
Wright heeft namelijk verzocht deze operatie op hem toe te passen, om van zijn misdadige natuur af te komen.
De man, die al 24 jaar lang op het slechte pad is, tracht een normaal leven te leiden, maar zo nu en dan hoort hij een stem in zijn binnenste, die zegt: “steel, steel, steel”, en of hij wil of niet, hij moet aan dat bevel gehoor geven.
In afwachting van zijn vonnis heeft Wright verklaard, dat hij een “niet te bedwingen zin heeft in het plegen van inbraken en andere misdaden.’
Ds. van Koningsveld schrijft over dit experiment:
“Eindelijk gevonden! De oplossing van het probleem van zonde en misdaad. Hoe kon men daaraan toch niet eerder denken! Nu heeft men zich toch, zo oud als de wereldgeschiedenis is, al de tijd laten nemen door het verhaal van de absolute verwoesting van heel de menselijke natuur, lichamelijk en geestelijk, door de zonde! En nu blijkt het niets anders te zijn dan de functiestoornis van een bepaalde hersenkwab! Je kunt toch zien, dat de wereld langzaam maar zeker vooruit gaat.
Als nu het experiment maar slaagt.
Dan is de dwaasheid van heel het Christelijk geloof openlijk aan de kaak gesteld. Dan is met mathematische zekerheid uitgemaakt, dat geestelijke processen en ook degeneraties uitsluitend veroorzaakt worden door lichamelijke. En de onaantastbare waarheid van het materialisme is bewezen! Toch blijft er nog een kleine vraag over, n.l. deze: Hoeveel hersenkwabben zullen verwijderd moeten worden om de mens tot volkomene volmaaktheid te brengen? Zullen dan misschien alle hersenen geamputeerd moeten woorden?
In elk geval het spraakcentrum wel.
Want de tong is een klein lid dat groot kwaad doet! En het gezichtscentrum ook. Want wie een vrouw aanziet om haar te begeren, heeft al overspel met haar gedaan.
En het denkcentrum dan? Ik geloof, dat we zo kunnen voortgaan.
Leve het materialisme! Nu is het gevonden! Door eenvoudige wegneming van zijn hersenen, wordt de mens volkomen gelukkig en feilloos volmaakt”
Onveranderlijke liefde.
Spurgeon praatte eens met een boer, die op zijn schuur een Windvaan, had met een pijI waarop geschreven stond: “God is “Liefdé”.
Hij zei tegen de boer: “Wat bedoel je daarmee? Denk je dat Gods liefde veranderlijk is, dat ze draait zoals die pijl meedraait met de wind.
De boer antwoordde: “O neen! Ik bedoel dat, van welke zijde de wind ook blaast, God altijd liefde is.”
Een woord aan – Jonge gelovigen – door Dr. Gertrud Wasserzug-Treader. (Slot)
Moet ik mijn beroep opgeven en in de Zending gaan?
Dat kun je niet zelf uitkiezen, en evenmin kun je zelf je doel bepalen. In elk beroep kan men de Heer dienen, de Heer heeft overal getuigen nodig. Iedere gelovige heeft de taak, mensen tot Jezus te brengen en elke gelovige kan het doen.
Er is werk genoeg: Traktaten verspreiden, zieken bezoeken, gebedskringen beginnen, de Bijbel lezen met anderen, enz. Het zendingsbevel geldt in deze zin elke gelovige.
Wanneer de Heer iemand geheel in Zijn dienst wel hebben, dan vindt Hij die, roept hem, opent deuren en baant wegen.
(Matt. 28:19-20; 2 Tim. 02:01-02; Hand. 13:01-04.
7.De Bijbel.
Wat zal ik lezen?
Het nieuwe leven heeft voedsel nodig om te kunnen groeien. Het Woord van God is het Brood des Levens. De nieuwe band met Jezus Christus moet onderhouden worden. Hij spreekt zelf in Zijn Woord tot ons. Ook wat de leer betreft moet de gelovige gezond blijven, en alleen het Woord is de waarborg voor een zuivere leer. De wandel van de gelovige moet duidelijke richtlijnen hebben, en de Bijbel is het richtsnoer. Daarom is de Noodzakelijke voorwaarde voor de geestelijke groei van een gelovige: dagelijkse Bijbelstudie. Lees eens morgens in de Bijbel voordat je aan je werk begint! Geef zoveel tijd aan de Bijbel als je maar mogelijk is. Lees de Bijbel en niet alleen maar verklaringen over de Bijbel. Begin met het Johannes-evangelie. Lees dan de Handelingen, de 1e brief aan de Thessalonicenzen, de 1e brief van Johannes, de Romeinen brief, enz. Het beste is om elk boek vijfmaal door te lezen, voordat je verder gaat. Begin dan van voren af aan en lees de Bijbel vanaf Genesis tot het eind door. Bid, vóór je leest, dat de Heer je de ogen ervoor opent. (Ps. 119:018). De Heilige Geest zal je leren in de Bijbel Jezus Christus te zien en te horen, wat Hij je zeggen wil.
(2 Petr. 01:21; Hand. 20:32; 2 Tim. 03:15-16; Joh. 05:39; 1 Kor. 02:10-16).
Wie de smaak voor Gods Woord behouden wil moet zijn verdere lectuur zeer voorzichtig uitkiezen. Lees niet alles, wat je in handen krijgt – je eet ook niet alles, wat je op straat vindt. Lees levensbeschrijvingen van mannen en vrouwen Gods (Hudson Taylor, George Mütler, Otto Stock- mayer, Moeder Eva enz.).
Lees boeken, die je met de Bijbel vertrouwd maken en bestudeer goede Zendingsboeken.
8.Het gebed.
Hoe kan ik een echt gebedsleven leiden?
De liefde tot onze Heiland zet ons aan tot gebed, en Zijn verlangen naar ons dringt ons tot Gemeenschap met Hem.
Hij heeft ons vrienden genoemd, en wil met ons spreken – wij hebben Hem lief en willen alles, wat ons beweegt, voor Hem brengen.
Het gebed van een kind van God is meer dan een noodkreet – het is gedachtewisseling met Jezus Christus en meearbeiden aan Zijn plannen en bedoelingen.
Bid regelmatig ’s morgens, ’s middags en ’s avonds – benut vrije uren voor gebed en leer om gedurende je werk of op straat korte ogenblikken aan God te denken. Bid ook op je knieën. Begin met je persoonlijke behoeften, bid voor je familieleden, voor je werk en je collega’s, voor je Gemeente, je predikant, de regering, voor andere landen. Leg een gebedenboekje aan waarin je je gebedsonderwerpen – bijvoorbeeld geordend naar de dagen van de week – schrijft. Maak de dagelijkse krantenberichten tot gebedsonderwerpen.
‘Door gebed kun je tijd uitsparen en het geeft aan je leven richting en kracht. Beperk je in de bezigheden, die je in vrije tijd uitoefent – (Sport, Radio, handenarbeid, verzamelen, liefhebberijen) – veel ervan zul je spoedig opgeven – om tijd voor gebed te vinden. Het kost iets om de vriendschap met Jezus Christus te onderhouden!
(Matt. 06:05-18; Jak. 05:16-18; Ef. 06:18-19; 1 Thess. 05:17; 1 Tim. 02:01-08; Matt. 09:38; Hand. 08:15; Judas 01:20).
Bidden kan men alleen maar leren door te bidden. Begin een gebedskring. Kom met één of twee gelovigen regelmatig – minstens iedere week één keer – bij elkaar om te bidden. Begin dadelijk met elkaar te spreken. Bid op de knieën. Bespreek van tevoren gemeenschappelijke gebedsonderwerpen, b.v. voor vrienden, die je voor Christus winnen wilt, voor verenigingen, voor de gemeente enz.
Nodig andere vrienden uit op je gebedskring. Wordt het aantal deelnemers meer dan tien, splits dan de gebedskring, totdat ook de andere weer tot tien is aangegroeid. Kom met de leiders van de gebedskringen, die zo ontstonden, regelmatig bij elkaar om te bidden (Matth. 18:19-20).
Neem actief deel aan de bidstonden van de gemeente.
Het Zionisme
“Gelijk al de volkeren” (1 Sam. 08:05) (Vervolg)
Gelijk al de volkeren! Dit Bijbelse woord vindt zijn terugslag in de ganse organisatie van de Zionistische wereldbond. Reeds twee en twintig maal vergaderde het Zionistische congres, dat de vertegenwoordigers van alle Joden op de wereld omvat. De laatste bijeenkomst is gehouden in Basel in de maand December van het vorige jaar. Daar kwamen de verschillende afgevaardigden bij elkander om de houding van het Jodendom te bepalen t.o.v. de politieke gebeurtenissen. Dit parlement heeft haar Kamerfracties, die de verschillende partijen vertegenwoordigen. De voornaamste hiervan zijn: De Algemene Zionisten met 115 zetels. Deze partij zouden we in de verte willen vergelijken met die der liberalen in ons land. Zij telt haar aanhangers voornamelijk onder de vijf miljoen Joden in Amerika. Onder haar vindt men b.v. de zakenlieden in de grote steden. Het is een burgerlijk blok, zonder vast omlijnd programma, dat b.v. in een stad als Tel Aviv haar kracht vindt in de middenstand. Doordat in Amerika het grootst aantal Joden woont, zijn de Alg. Zionisten op het congres de sterkste partij. Ze heeft geen gemeenschappelijk program, maar is voorstandster van een Zionisme, dat door wereldbeschouwingen niet afgebracht wordt van zijn doel.
De Poale Zion, met 100 zetels. Het is een socialistische partij, die vooral in Palestina de boventoon voert. Zionisme en Socialisme zijn daar tot één begrip geworden. De Joodse arbeidersbeweging – in overgrote meerderheid georganiseerd in de Histadroeth – bouwt haar eigen systeem op en heeft natuurlijk dit voordeel, dat zij niet eerst bepaalde stelsels op economisch, cultureel en maatschappelijk gebied behoeft af te breken, zoals in de meeste beschaafde landen.
Ook in Nederland behaalde de Poale Zion het grootst aantal stemmen onder de Zionistische Joden. Hoewel zij als Marxistisch internationaal georiënteerd moest zijn, is zij door de nood der tijden gedreven tot de idee van een Joodse staat. Deze “vaderlandsloze” socialisten zijn, zoals na de oorlog trouwens onder alle volkeren, meer en meer “nationaal” gekleurd.
Dan zijn er nog twee andere socialistische partijen, die samen 48 zetels hebben. De meest principiële Marxistische onder haar is voorstandster van een samengaan met de Arabische arbeiders en dus een tegenstandster van een Joodse staat. Zij wil deling van de macht (binationale staat) en niet deling van het land. De andere is voortgekomen uit een vereniging van Kibboetsiem. Zij zouden in Nederland onder de communisten gerekend worden. In Palestina hebben de Kibboets gemeenschappelijk bezit in de kolonies en brengen daar hun Marxistische ideeën tot verwerkelijking.
De Mizrachi met 56 zetels. Deze partij wenst de opbouw van het land te doen geschieden in de geest van Thora (wet van Mozes) en traditie. Zij is dus de partij van de georganiseerde orthodoxie. In tegenstelling echter met de orthodox christelijke partijen in Nederland overheerst in haar de arbeiderspartij. In ons land is zij de tweede na de Poale Zion. Wij hebben echter reeds gezien, dat principiële orthodoxie onverenigbaar is met het huidige Zionisme. Door de tijdsomstandigheden genoodzaakt zijn echter ook deze groepen in Zionistische vaarwateren verzeild.
De Revisionisten met 40 zetels. Dit is wel een heel actieve Zionistische groep. Zij streeft naar de oprichting van een Joodse staat aan weerszijden van de Jordaan. In 1946 was zij voor het eerst na 1932 weer in het congres vertegenwoordigd. Daar zij de radicalen omvat, die niet terugschrikken vsn geweldplegingen om hun doel te bereiken. Heeft zij al die tussenliggende jaren de Zionistische beweging geboycot. Op het ogenblik is zij na de Mapai (Poale Zion) in Palestina de grootste partij. In haar gelederen zoeken wij de meeste leden der terroristische organisaties. Deze Verzetsgroepen zijn de militaristische en fascistische “Stemgroep’ en de militaristische “Irgun Zwei Leoemie”.
Het woord Irgun is Hebreeuws voor organisatie. De Hebreeuwse taal, die met zeer veel verscheidenheid in uitspraak thans de heersende is in Palestina, werd van een dode taal tot een levende. De grondlegger van deze nieuwe taal, die alle moderne woorden in zich op kan nemen, is Achad Haam (een uit het volk), die in 1927 te Tel Aviv overleed.
De Stemgroep ontziet niets en niemand. Zij pleegt overvallen en schiet uit hinderlagen op de Engelsen. De Irgun stelt daarentegen prijs op een zekere militaire standaard. Zij waarschuwt dikwijls vooruit bij een aanslag om mensenlevens te sparen. Ongeveer de helft van haar leden stamt af van Oosterse Joden, terwijl ook velen uit orthodoxe kringen zo hun Messiaanse gedachten trachten te verwezenlijken. Zulke Zeloten heeft de Joodse geschiedenis meer gehad. Onder de Romeinse stadhouders Felix en Florus lezen we reeds van zulke extremen, de Sicariën. Het waren de dolkvrienden, die niet slechts door heimelijke moord op de Romeinen voortdurend wraak nemen, maar die ook door hetzelfde middel de nog lakse Joden tot een strijd met Rome wilden aanzetten. In (Hand. 23:12) komen wij ze tegen wanneer ze onder vervloekingen zweren de apostel Paulus van het leven te beroven.
De ontzaglijke grote onkosten van deze’ terroristische organisaties worden bestreden door roofovervallen op banken, de afpersingen van eigen landgenoten en de grote steun van het buitenland.
De top van het Zionistisch congres vormt de Jewish Agency of het Joods Agentschap. Deze wordt gekozen door de stemhebbende afgevaardigden op het wereldcongres. Deze Executieve (uitvoerend bewind) van het Joods Agentschap werd indertijd door de Volkerenbond erkend als de wettige vertegenwoordiging van het Joodse volk. Het door Bevin aan Joden en Arabieren voorgestelde plan tot een nieuwe Palestijnse regeling bevatte o.a. als tweede punt Afschaffing van de Jewish Agency en het mandaat van de Volkerenbond, waarbij de Jewish Agency is ingesteld. Niet ten onrechte beschouwen de Joden dit voorstel als een belediging, daar Engeland niet het recht bezit de Jewish Agency af te schaffen.
De president van de Zionistische organisatie was jarenlang Prof. Dr. Chaim Weiszman. In 1946 werd echter deze president, die drie en zeventig jaar is, niet herkozen. De oorzaak was wel de gematigde houding van hem tegenover Engeland. Op het ogenblik heeft men, als gevolg van onderlinge verschillen en twisten geen president. Het ziet er zelfs naar uit, dat men dr. Weisman weer opnieuw zal benoemen, daar hij de enige is, die onder alle Joden de vereiste bekwaamheid bezit en de nodige populariteit geniet. Zijn naam werd de vorige maand ook verbonden aan de uitvinding van een nieuw plastic, waarvan men zegt, dat het beter is dan nylon en dat verkregen wordt uit de vezel van een Palestijnse heester.
Hoewel er in het congres en ook in de Executieve grote tegenstellingen bestaan over de wijze, waarop het verzet tegen Engeland gevoerd moet worden, staat het toch vast, dat negentig procent van de beweging zich uitgesproken heeft voor de z.g. illegale immigratie in Palestina en voor elk verzet, dat daarmee samenhangt. De verzetsorganisaties Irgun Zwei Leoemie en de Stemgroep worden door het congres als onwettig beschouwd. Haar politioneel apparaat is de Haganah (de verdediging). Deze Haganah beschermt de Joden bij nieuwe kolonisaties tegen de vijandige Arabieren. In haar zijn veel Joodse militairen uit de Joden- Brigade, die tijdens de oorlog aan de geallieerden grote diensten heeft bewezen. Op dit ogenblik staat zij in dienst van de illegale immigratie. In Parijs woont het hoofd van dit niet-erkende Joodse leger en daarom is deze stad het centrum van de illegale alijah. In de laatste week van Maart werden niet minder dan tien schepen met immigranten door de Engelsen te Haifa opgebracht, vanwaar men deze vluchtelingen verder naar Cyprus deporteert.
De Executieve, de ministerraad, heeft als voorzitter Ben Hurion, partijleider van de Poale Zion. Deze Executieve is verdeeld in vier blokken: een politiek, een economisch, een organisatorisch en een immigratieblok. Hiervan zitten tien leden in Jerusalem, zes in Washington en vier in Londen.
Of het Zionisme, niettegenstaande haar geweldige organisatie, enige invloed zal uitoefenen op de Palestina-conferentie van de U.N.O. betwijfelen we. In Palestina liggen voor de mogendheden grotere belangen dan alleen het verjaagde en verstrooide volk Israël.
- E. v. d. B.
Oecumenische Flitsen
De generale synode deelde met het oog op de volkstelling mee, dat tot de Ned. Herv. kerk niet alleen gerekend worden degenen, die door doop en of belijdenis tot haar behoren, doch ook allen, die uit Ned. Herv. ouders geboren zijn, ook al is men niet gedoopt of heeft men geen belijdenis in de Ned. Herv. kerk gedaan. Verkeert men in deze omstandigheden en heeft men zelf geen principiële bezwaren, tot de Ned. Herv. kerk gerekend te worden, dan kon men derhalve in dat geval aangeven tot deze kerk te behoren.
Van de eerste gemeente lezen we dat zij, die zich bekeerden en zich lieten dopen tot de gemeente werden gerekend, doch dat de anderen vreesden zich bij hen te voegen.
Opwekkingen in Italië.
Er zijn momenteel grote opwekkingen in Italië en Sicilië. Volgens Dr. Frank Giglotti zijn er meer dan 700 Protestantse kerken na het einde van de oorlog bijgekomen.
Het lot van de Prot. Chr. School onder Franco’s dictatuur.
De protestantse scholen zijn alle gesloten, hoewel het analfabetisme in Spanje groter is dan overal elders, in Europa. De protestantse scholen behoorden tot de beste onderwijsinstellingen in het land, maar dit kan hen niet redden. Het grote protestantse gymnasium El Porvenir, dat op het hoogste punt van Madrid gelegen was, bleef tijdens de burgeroorlog zijn duizend leerlingen onderwijs geven, hoewel het front er slechts 800 meter vandaan liep. Maar het werd gesloten nadat Franco was binnengerukt. De kalenders in de schoollokalen staan nog op 19 April 1939 – vlak na de val van Madrid. Dat was de laatste dag dat er onderwijs werd gegeven.
(Reijnolds News)
“Weet u,” zei Rabinowitz. “welke vragen en meningsverschillen de Joden wel hebben over (Zach. 12:10): “en zij zullen Mij aanschouwen. Dien zij doorstoken hebben”? Zij weigeren natuurlijk er in toe te stemmen, dat het Jehovah zelf is, Dien zij doorstoken hebben.
Vandaar de disputen over het woordje “Dien”. “Maar heeft u er ook wel eens op gelet, dat het woord “Dien” eenvoudig bestaat uit de eerste en laatste letter van het alphabeth – Aleph Tav? Verwondert het u dan nog, dat ik met vrees en verbazing vervuld werd toen ik in (Openb. 01:07-08) deze woorden van Zacharia aangehaald vond door Johannes: “Ziet, Hij komt met de wolken, en alle oog zal Hem zien, ook degenen, die Hem doorstoken hebben”? Ik hoorde de verheerlijkte Meester tot mij zeggen: “Ik ben de Alpha en de Omega,” – de eerste en de laatste letters van het Griekse alfabet. Jezus scheen tot mij te zeggen: “Twijfel je er nog aan, Wie het is. Dien jullie doorstoken hebben? Ik ben de Aleph Tav, de Alpha en de Omega, Jehovah de Almachtige.
Stromen van levend water
‘Jezus heeft deze merkwaardige woorden gesproken: “Die in Mij gelooft, stromen van levend water zullen uit hem vloeien. En dit zeide Hij van de Geest”. De woorden “uit hem” werden gewoonlijk vertaald met “uit zijn binnenste” of “uit zijn buik”. We hebben die woorden laten vallen en ook de betekenis ervan vergeten: tot onze schade. Want de “buik” werd beschouwd als de zetel van het leven, de diepste plek van onze natuur. Tegenwoordig zouden we zeggen: “Vanuit de diepten van ons onderbewustzijn zullen stromen voortkomen van levend water.” De Geest in het diepst van ons onderbewustzijn, reinigend, beheersend, versterkend. Dat brengt in het gehele leven een eenheid, en door die vloed van nieuw leven worden alle dammen, alle scheidsmuren, alles wat de stroom van ons leven tegenhield weggespoeld. Stromen van levend water vloeien. Dat is geen leerstelling, het is een feit. De discipelen wisten dat en het heeft hen van schuchtere gelovigen gemaakt tot onweerstaanbare apostelen.
Stralend van vreugde zei een ontwikkelde vrouw eens tegen me: “Nu ben ik klaar gekomen met de betekenis van de Heilige Geest. Mijn leven lang heb ik geprobeerd er achter te komen, wat dat toch betekenen kon. Maar nu weet ik het.” En de “stromen” bewezen, dat het waar was, wat
ze zei.
Er zijn negen “stromen” die voortkomen uit een leven, dat onder leiding staat van de Heilige Geest: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, beheersing (Gal. 05:22. nieuwe vertaling). Tegen deze dingen bestaat geen wet, voegt de Wesleyaanse vertaling er aan toe. Wanneer deze dingen de grondslag zijn van uw leven, kunt u verder doen wat u wilt. Want u wordt niet door een wet gedwongen, ze te doen, maar u wordt ertoe gedrongen door een innerlijk Leven. U kunt natuurlijk handelen, omdat ge bovennatuurlijk handelt. Maar Iet wel: het eerste is liefde, het laatste “zelfbeheersing”: ge begint met liefde en eindigt met beheersing. U beheerst uw lagere ik omdat u het hogere Ik liefhebt. Let er ook goed op, dat elk van deze negen vruchten des Geestes een zedelijke eigenschap is: er is geen enkel uiterlijk teken onder en al die negen dingen kunnen we vandaag aan de dag nog krijgen en we hebben ze ook dagelijks nodig.
O Geest van de levende God, doorbreek de dammen van ons leven en maak ons vrij. Als U de diepten beheerst, wat zullen wij ons bezorgd maken over het oppervlak? Amen.”
Stanley Jones
Christendom en Humanisme?
Wanneer men spreekt over de vraag of Christendom en humanisme kunnen samenwerken, dan wordt gewoonlijk beweerd, dat er vele humanistische Christenen en Christelijke humanisten zijn.
Dit uitgangspunt, hoe mooi het ook klinkt en welke mogelijkheid en bereidheid tot samenwerking hier ook schijnbaar naar voren komt omdat beiden het goede willen, is volkomen tegen Gods Woord. Dit zegt n.l. nadrukkelijk, dat er geen humanistische Christenen en Christelijke humanisten bestaan. Er zijn alleen Christenen en humanisten en deze staan zo ver van elkaar als het licht van de duisternis, als de gerechtigheid van de ongerechtigheid; zo ver als Christus van Belial of een gelovige van een ongelovige, als de tempel Gods van de afgoden (2 Kor. 06:14-18). de Christen wordt geboden zich van een humanist af te scheiden omdat het fundament van hun handel en wandel hemelsbreed verschilt. De christen zet Christus op de troon en verwacht alles van Hem, “want niemand kan een ander fundament leggen, dan dat eenmaal gelegd is, hetwelk is Jezus Christus” (1 Kor. 03:11).
De humanist echter zet de mens op de troon en verwacht alles van hem aanbidt dus de mens of zichzelf en is dus in wezen zijn eigen God. Dit was de zonde van Adam. Adam was afhankelijk van God en wilde onafhankelijk zijn; hij moest God gehoorzamen en wilde zichzelf gehoorzamen; hij moest God, de Schepper steeds de eer geven en eiste deze eer voor zichzelf op; hij moest vertrouwen op de kracht Gods en wilde alleen vertrouwen in eigen kracht en wilde alleen vertrouwen in eigen kracht.
Hierdoor komt alle ellende in de wereld en zo groot is in wezen het verschil tussen een (christen en een humanist. Een christen bouwt zijn huis op een rots, een humanist op zandgrond (Luc. 06:48-49). De christen tracht het goede te doen, omdat “de liefde van Christus hem dringt” (2 Kor. 05:14), de humanist omdat de eigenliefde hem dringt, of sentimentaliteit en dat is een waardeloos liefde-surrogaat voor God, al is de humanist zich dat niet bewust.
Een christen baseert zijn daden op: God zal en God wil, een humanist op: ik zal en ik wil. Al spreekt hij wel eens over Gods hulp, zijn hart en wil staan daar volkomen buiten, omdat hij anders geen humanist, maar een christen zou zijn.
Een christen is wedergeboren uit Gods Woord en Geest en daardoor een nieuw schepsel; een humanist niet en kan daarom geen gemeenschap met God hebben (Joh. 03:05). De eerste heeft geloofd hetgeen staat in Joh. 3:16, maar de humanist niet en deze gaat daarom voor eeuwig verloren.
Gods Woord leert, dat “indien iemand Gods wil doen wil, hij van deze leer zal weten dat zij uit God komt” (Joh. 07:17), m.a.w., dat God Zich dan aan hem zal openbaren: “Wie mijne geboden kent en ze doet, die is het die Mij liefheeft; en die Mij liefheeft zal geliefd worden door Mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mi zelve aan hem openbaren” (Joh. 14:21).
Daar ligt de kern. Omdat de mens van nature Gods wil niet doen wil, maar zijn eigen wil, omdat hij door geboorte een vijand van God is (Jak. 04:04), moet hij opnieuw geboren worden om een kind van God te zijn.
Hij is dan uit recht van geboorte (van de wedergeboorte) lid van de ene, algemene Christelijke Kerk, van het Lichaam, waarvan de Here Jezus Christus het gezegend Hoofd is.
Het is zo jammer en een bron van verdriet voor de Heiland, dat de leden van Zijn lichaam zo verdeeld en zo weinig één zijn. “Opdat zij allen één zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zijn, opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt. En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn gelijk Wij Eén zijn. Ik in hen en Gij in Mij, opdat zij volmaakt zijn in Eén en opdat de wereld bekenne dat Gij Mij gezonden hebt en hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt” (Joh. 17:21-23).
Het is onze schuld, dat door onze verdeeldheid de wereld zo weinig ziet en gelooft aan de wonderbare Liefde van God de Vader en aan het volbrachte Liefdewerk van Jezus Christus, Gods ééngeboren Zoon.
Toen de Gemeente gesticht werd waren zij eendrachtig bijeen en bij het volk in grote achting (Hand. 05:12-13) en wat zegt de wereld nu?
Als gevolg van onze verdeeldheid, ongehoorzaamheid en gebrek aan verantwoordelijkheids- gevoel worden zowel God de Vader als de Zoon en de Heilige Geest door de wereld dikwijls gesmaad. Geve de Heiland ons een groter geloof en meer liefde voor elkander door de dagelijkse omgang met Hem en door het doen van Zijn wil. Here Jezus, maakt U onze wil overeenkomstig met de Uwe.
- v.d. W.
Korte Gebeden en afdoende antwoorden
Here, wees mij een Helper (Ps. 030:011).
Antw.:Vrees niet, Ik sterk u, ook help ik U (Jes. 41:10).
Wees mij genadig, Here, want mij is bange (Ps. 031:010).
Antw.: Roep Mij aan in de dag der benauwdheid; Ik zal er U uithelpen en gij zult Mij eren (Ps. 050:015).
Was mij wel van mijne ongerechtigheid (Ps. 051:004).
Antw.: Ik wil, word gereinigd! (Matt. 08:03).
Here, zet ene wacht voor Mijne mond (Ps. 141:003).
Antw.: Ik zal met Uwe mond zijn en zal U leren, wat gij spreken zult (Ex. 04:12).
- God, wees mij zondaar genadig (Luc. 18:13).
Antw.: Christus Jezus is in de wereld gekomen om de zondaren zalig te maken (1 Tim. 01:15).
Wat moet ik doen, opdat ik zalig worde? (Hand. 16:30).
Antw.: Geloof in de Here Jezus Christus, en gij zult zalig worden (Hand. 16:31).
Och, of ik wist, dat ik Hem vinden zou (Job 23:03).
Antw.: Gij zult mij zoeken en vinden, wanneer gij naar Mij zult vragen met Uw ganse hart (Jer. 29:13).
Schep mij een rein hart, o. God! (Ps. 051:012).
Anwt.: Ik zal U een nieuw hart geven (Ez. 36:26).
Ik ben moede van mijn zuchten (Ps. 006:007).
Antw.: Werp Uwe zorg op de Here. (Ps. 055:023).
Begeef mij niet, en verlaat mij niet, o God mijns heils! (Ps. 027:009).
Antw.: Ik zal U niet begeven, en Ik zal U niet verlaten (Heb. 13:05).
Wie is tot deze dingen bekwaam? (2 Kor. 02:16).
Antw.: Mijne genade is U genoeg. (2 Kor. 12:09).
Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God (Ps. 042:003).
Antw.: Uw ogen zullen de Koning zien in Zijn schoonheid (Jer. 33:17).
Mijn ziel wacht op de Here (Ps. 130:006).
Antw.: Die de Here verwachten, zullen de kracht vernieuwen (Jer. 40:31).
Verschrikkingen des doods zijn op mij gevallen (Ps. 055:005).
Antw.: Die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven (Joh. 11:25).
Ja kom, Here Jezus (Openb. 22:20).
Antw.:Ja, Ik kom haastiglijk. Rotterdam
- Dubbeldam
Het leven en werk van Johann Christoph Blumhardt. (15)
Zijn opvattingen over het wezen der ziekte ontleende hij aan de Bijbel. Twee dingen staan voor hem vast:
Alles komt van God.
Alle ziekte vindt zijn oorsprong in de zonde of in de zondige natuur van de mens.
Dit lijkt een tegenstelling. Hij ziet de ziekte dus als een daad van God, gesteld tegenover onze daad. Onze – dat is: die der hele wereld. Want ziekte hoort tevens tot het wezen van de vervreemding, die er is tussen God en mensen. Ziekte komende uit Gods hand. Mogelijk als straf. God straft wie Hij liefheeft, wie geholpen wordt met straf. “Laat Uw lijden tot uw geweten doordringen” zegt Blumhardt. Hij spoort de zieke aan tot boete doen en inkeer. Misschien ook heeft God iets te zeggen, en krijgt Hij daar de kans niet toe in de jacht van uw leven, waar voor alles plaats en tijd is, maar niet voor gehoorzaam luisteren naar Hem.
Maar ook de duivel speelt een rol. Als zo vaak met de dingen van Gods wereld, moeten we ook hier accepteren, dat de waarheid twee, schijnbaar tegengestelde en elkaar uitsluitende kanten heeft. Aan Gottliebins ziekbed zegt hij: “We hebben nu lang genoeg gezien wat de duivel doet.”
Een zieke is een gebondene. Gods straf, uitgevoerd door de duivel, dienend tot heil van de mens. Heerlijke uiting van Gods almacht: de boze macht in dienst te stellen tot ondergang van die boze macht en tot verlossing van de mens. Uit te maken in hoeverre God of de duivel werkt in een bepaalde situatie is speculatief en onvruchtbaar denkwerk. De gelovige gaat een andere weg: hij bestrijdt het lijden niet zonder meer, noch aanvaardt het zonder meer. Blumhardt zei eens, na een overwinning in ziektestrijd: “Daar heb ik me weer eens uit geloofd”; geloof is dus zijn wapen in deze nood. Geloven is plicht, niet-geloven is luiheid. “Liever loopt men 10 uur ver dan dat men zijn knieën buigt.” Door het geloof alleen kan het niet van God zijnde element in het ziek zijn opgeheven worden. Maar heeft de boze nog in enig ding recht op ons? In welke zaak geven we hem vrijheid van handelen in plaats van Jezus? We mogen en kunnen geen beroep doen op Gods beloften, als we een deel van ons hart voor hem sluiten.
Onder vromen is geduldig zijn in ziekte een graag aangenomen levenshouding. Blumhardt heeft grote eerbied voor geduld in lijden, maar niet voor het geduld dat niet om bevrijding durft te bidden. Want hoe staat het met dat geduld?
Men heeft het lijden aanvaard – maar intussen doet men wat men kan om van het lijden af te komen. Dat “geduld” loopt van de ene dokter naar de anderen, werpt zich op elk nieuw genezingsmiddel en is bereid elke weg in te slaan, ook de meest zondige. Dit vrome geduld wil echter niets van God aanvaarden, niet in geloof tot Hem roepen – want dan zou men ongeduldig zijn! “Men mag God niet dwingen door gebed” wordt dan gezegd. Maar Blumhardt antwoordt: “wordt God niet veel meer gedwongen doordat we niet bidden? Want misschien zou Hij geneigd zijn om te helpen, als we Hem daar met ernst om vroegen” – geleid door de Heilige Geest, want anders ontaardt bidden in afdwingen, alsof we daardoor iets zouden kunnen verkrijgen. Het gebed op zichzelf is niets. God is alles.
Hier moeten we Blumhardt niet misverstaan. Het is nooit zijn doel een ziekte weg te bidden om van die ziekte af te zijn, maar hij wil alles wat de komst van het Koninkrijk Gods in de weg staat door God wegnemen. Hier zien we het grote verschil tussen hem en alle anderen, wie het er om te doen is om, b.v. door gebed, genezing tot stand te brengen terwille van de genezing. Blumhardt verwierp ver het zoeken van de genezing buiten de vraag van schuld en zonde om; want dat maakt van God een super-dokter, die tenslotte wordt geraadpleegd als elke tot dusver ingeroepen hulp heeft gefaald. “We moeten de Heiland vóór alles als de Vergever der zonden aannemen; al het andere dat we van Hem begeren is van ondergeschikte betekenis; ja, al het andere dat Hij ons geeft heeft in het geheel geen waarde, wanneer de vergeving der zonde er niet in begrepen is. Daarom waarschuwt hij met nadruk tegen elke, ook de vroomste vorm van z.g. gebedsgenezing, die zich alleen maar richt op herstel van het zieke lichaam.
Ook wijst hij er op dat volstrekt niet altijd de genezing volgt als men daar in geloof om vraagt. De mens heeft n.l. niet het geringste recht op de schatten, die door de eeuwen van ontrouw, ongehoorzaamheid, ongeloof en traagheid voor hem zijn verloren gegaan. Het is niet voldoende dat men gelooft, om dat alles terug te ontvangen. Eerst zal een bekering der Christenheid moeten plaats hebben. Daarom is dit ook zonder ophouden het thema zijner prediking en de vurige hoop, waaruit hij leeft. “Het lijkt wel of de hemel gesloten is! Men bidt wel, maar hoe weinig bereikt men er mee. Hoe vaak komen de mensen en zeggen, bijna in vertwijfeling, dat ze zoveel bidden en toch wil het niet anders worden.
Eén ding ontbreekt! Volgens de orde van het Nieuwe Testament wil God Zijn gaven door middel van broederlijke handreiking aanbieden of dit door werktuigen doen. Zoals ook het evangelie niet door dromen of visioenen of bijzondere openbaringen hun, die er nog niets van weten, verkondigd moet worden, maar door knechten Gods, die plaatsvervangende boodschappers van Christus zijn, zo behoorden naar het oorspronkelijke plan van Christus deze zelfde boden ook dragers van de hemelse gaven en krachten voor de gemeente te zijn, waarom dan ook de apostelen met de gaven, beide om te prediken en om te genezen, toegerust werden.
Maar hiervan weet onze christenheid van heden niets meer. Vandaar de wanhoop bij zoveel lijden; vandaar de zijpaden, die zovelen inslaan, vandaar ook de nood waarin de geneeskunde zich bevindt, die met haar kunst vervangen moet, wat de dragers van het evangelie voor de gemeente moesten hebben, maar al lang verbeurd hebben, zonder dat ze pogingen doen het weer voor zich te verkrijgen. En de geneeskunde verdient hier haar lof, dat ze, ondanks haar klinkklare ongeloof over het geheel – ik spreek hier niet van de artsen op zich zelf – voor haar deel oneindig trouwer gewerkt heeft dan de dragers van het evangelie, die vooral bij geesteszieken naast de trouwe bemoeiingen en zorgen van de doctoren, zelden een uitzondering maken, in zoverre ze, ook al is het met de mooiste teksten vol troost, niets weten dan het “gaat heen in vrede” van (Jak. 02:16). Terwijl toch oorspronkelijk aan de dienaren van het evangelie een werkelijke kracht Gods was toegedacht. O, arme christenheid, die Christus met Zijn kracht, die Hij ons door Zijn bloed verwierf, van zich heeft gewezen.” Ter zijde: Blumhardt richt zijn verwijt tot de christenheid, niet tot de theologen. Meer dan enig ander misschien heeft hij zich vastgegrepen aan Jezus’ woord, dat wie bidt ontvangt en dat hem, die klopt, wordt open gedaan.
(Wordt vervolgd)
“Wat zal ik doen voor Christus?” vroeg een jonge man aan de zendeling Selwijn.
“Ga waar Hij niet is en neem Hem met je mee”, was het antwoord van de zendeling.