Levend Geloof 1970.12 nr. 125

Van de redactie

Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou”. (1 Joh. 03:08).

Bovenstaande tekst legde de Heer in ons hart om door te geven aan alle lezers en lezeres­sen van “Levend Geloof” in dit laatste nummer van 1970. Een bewogen jaar ligt achter ons, een jaar waarin de “scheiding der geesten” (Openb. 22:11) zich in versneld tempo manifes­teerde. Ongetwijfeld zal dit proces in 1971 nog vlugger gaan. We leven in het laatst der dagen. Voor de gelovige komt het er op aan dat Hij voor de volle 100% Jezus dient.

Voor dat het jaar afgesloten wordt vieren wij Kerstfeest, een feest dat door miljoenen men­sen in de gehele wereld gevierd wordt. Maar hoe? Als Jezus alleen in Bethlehems stal ge­boren werd maar niet in eigen hart is elke feestviering karikatuur en surrogaat. Is Hij in uw hart geboren? Bent u wedergeboren? Aan­vaard Hem in het geloof als uw Verlosser en u wordt een ingezetene van Zijn hemels onvergan­kelijk Koninkrijk. U wordt een gelukkig mens met slechts één verlangen ook anderen in dit geluk te laten delen.

Zoals Jezus opgroeide tot volwassen man en ZiJn aardse bediening beëindigde in een triomf over het rijk van satan aan het kruis van Golgotha, zijn ook wij geroepen in Zijn voetstappen te tre­den. God wil Zijn volle doel ook in ons leven bereiken. Op deze en andere facetten van de volle evangelie boodschap willen wij ook in 1971 via “Levend Geloof” de aandacht vestigen. Tenslotte wensen redacteur en medewerkers u allen een rijk gezegend Kerstfeest en een voorspoedig 1971 toe.’

 

Kerstfeest door J Noë

“Het volk, dat in donkerheid wandelt, ziet een groot licht, over hen die wonen in een land van diepe duisternis, straalt een licht”(Jes. 09:01).

Lieve lezers, het is weer zover, de december-feestdagen zijn, weer aangebroken. We gaan weer Kerstfeest vieren, het feest van. het licht. Oorspronkelijk was het een heidens feest, 25 december was de dag van de winterzonnewende en van de zonverering, maar in de 4e eeuw werd in Rome deze dag gekerstend tot de dag van Christus, de Zon der Gerech­tigheid. Daarvoor werd de geboorte van Christus op 6 janu­ari gevierd.

Het feest van het licht. De straten en de pleinen in de steden zijn feestelijk versierd en verlicht. De winkels spreiden op aanlokkelijke wijze hun artikelen in prachtige etalages ten toon, overal zijn er. versierde en verlichte kerstbomen in en buiten de huizen. Een echte, gezellige decembersfeer.

Dit zijn echter allemaal uiterlijke dingen, het komt er op aan. Hoe vieren wij kerst? De wereld viert dit natuurlijk op volkomen wereldse wijze, geheel vreemd aan het begrip van het ware Kerstfeest, maar helaas ook vele “christelijke mensen zijn hiervan niet doordrongen en vieren het feest met de wereld mee. Misschien blijven ze even bij het feest stilstaan en zingen een Kerstlied of gaan desnoods even vlug naar, de kerk,- och, dat hoort er zo bij, ook met oudjaar, maar dan is het ook afgelopen en geeft men zich over aan volkomen werelds genot, waarin de duivel al­leen maar plezier kan hebben.

De ware kinderen Gods zien echter in het feest van het Licht, de grote genade en liefde van God en zien verder door, namelijk dat dit feest onverbrekelijk verbonden is met Goede Vrijdag, kruisiging, Pasen, opstanding, Hemel­vaart en Pinksteren, uitstorting van de Heilige Geest.

Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe” (Joh. 03:16). God heeft Zijn Zoon gezonden om de wereld te verlossen van de machten der duisternis. “Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou”(1 Joh. 03:08), en “Hij de Eerstgeborene zou zijn onder vele broeders (Rom. 08:29b).

Jesaja schrijft veel over de komst en het doel van de komst van de Messias, bijvoorbeeld in (Jes. 11:01-05) nu het volgende: “En er zal een rijsje voortkomen uit de tronk van Isaï en een scheut uit zijn wortelen zal vrucht dragen, en op hem zal de Geest des Heren rusten, de Geest van wijsheid en verstand, de Geest van raad en sterkte, de Geest van ken­nis en vreze des Heren; ja, zijn lust zal zijn in de vreze des Heren. Hij zal niet richten naar hetgeen zijn ogen zien noch recht spreken naar hetgeen zijn oren horen; want hij zal de geringen in gerechtigheid richten en over de oot­moedigen des lands in billijkheid recht spreken, maar hij zal de aarde slaan met de roede zijns monds en met de adem zijner lippen de goddeloze doden. Gerechtigheid zal de gordel zijner lendenen zijn en trouw de gordel zijner heu­pen”. En in aansluiting op de tekst aangehaald aan het begin van dit artikel zegt hij in (Jes. 11:05):

“Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vrede­vorst” .

Lieve lezers, laten al deze Schriftgedeelten ten volle in ons doordringen, om te beseffen waartoe Jezus Christus de Messias kwam, en de grote rijkdommen zien, die we in Hem ontvangen.

Het ware vieren van het Kerstfeest is geen uiterlijk sentimenteel gedoe, maar het volkomen beantwoorden van Gods grote liefde en deze liefde uitdragen aan anderen. Dan komt er die grote blijdschap en ontroering in je hart.

Het wekt echter Gods toorn op, als wij de geboorte van Jezus Christus als kinderen Gods vieren met een dronken kop of met een hart vol van bitterheid, boosheid, wrok, haat, jaloezie, liefdeloosheid, onreinheid, ongeloof, enz. In (Joh. 03:18-21) staat:

Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; wie niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft gek­loofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God. Dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is en de mensen de duisternis liever hebben gehad dan het licht want hun werken waren boos. Want een ieder, die kwaad be­drijft, haat het licht, en gaat niet tot het licht, opdat zijn werken niet aan de dag komen; maar wie de waarheid doet, gaat tot het licht, opdat van zijn werken blijke, dat zij in God verricht zijn”.

Dit zijn woorden van Jezus, die Hij richtte tot de le­raar Nicodémus. De duisternis zal altijd moeten wijken voor het licht, zowel in de zienlijke als in de onzienlijke wereld. Als wij Jezus, als het Licht der wereld volgen, maar dan ook in alles, zullen we nimmer in de duisternis wan­delen en zullen we het Licht des levens hebben. (Joh. 08:12) Dit is het ware leven.’

Paulus zegt in (Rom. 13:11-13; “Gij verstaat immers de tijd wel, dat het thans voor u de ure is om uit de slaap te ontwaken. Want het heil is ons nu meer nabij, dan toen wij tot geloof kwamen. De nacht is vergevorderd, de dag is nabij. Laten we dan de werken der duisternis afleggen en aandoen de wapenen des lichts. Laten wij, als bij lichte dag, eerbaar wandelen, niet in brasserijen en drinkgelagen, niet in wellust en losbandigheid, niet in twist en nijd.'”.

Dit staat onder de geboden van Paulus en laten we dit ter harte nemen. Laten we door woord en daad tonen, dat we werkelijk kinderen des Lichts zijn en ware getuigen van Christus.

Het jaar loopt ten einde en ieder voor zich weet wat voor beproevingen hij of zij te doorstaan heeft gehad, maar ook de zegeningen. Als wij de beproevingen in vol geloof doorstaan, kunnen de zegeningen nooit uitblijven, want dat heeft God ons beloofd.

Voor 1971 geef ik u allen de volgende teksten mee:

Niet, dat ik het reeds zou verkregen hebben of reeds volmaakt zou zijn, maar ik jaag er naar, of ik het ook grij­pen mocht, omdat ik ook door Christus Jezus gegrepen ben. Broeders, ik voor mij acht niet, dat ik het reeds gegrepen heb, maar één ding doe ik: vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus.

Laten wij dan allen, die volmaakt zijn, aldus gezind zijn. En indien gij op enig punt anders gezind zijt, God zal u ook dat openbaren; maar hetgeen wij bereikt hebben, in dat spoor dan ook verder”(Filip. 05:12-16).

Lieve lezers, ik wens u allen zeer fijne feestdagen toe alsmede Gods’ rijke zegen voor 1971.

Voorwaarts Christenstrijders,

Volg uw Heer en God,

Draagt het kruis van Jezus,

Vreest geen hoon of spot.

Laat de moed niet zinken

Jezus gaat u voor.’

Over bergen door woestijnen

Volgt uws Meesters spoor. (Glorieklokken 61 vers1).

 

De kracht van Simsom door Gert Jan Doornink

De Israëlieten deden opnieuw wat kwaad is in de ogen des Heren; toen gaf de Here hen over in de macht der Filistijnen, veertig jaar.

Nu was er een man uit Zora, uit het geslacht der Danieten, Manoah genaamd, wiens vrouw onvrucht­baar was en niet baarde. En de engel des Heren verscheen aan de vrouw en zeide tot haar: Zie, gij zijt onvruchtbaar en baart niet, maar gij zult zwanger worden en een zoon baren. Dus neemt u in acht en drink geen wijn of bedwelmende drank en eet niets onreins. Want zie, gij zult zwanger worden en een zoon baren; geen scheermes zal ooit op zijn hoofd komen, want van de moeder­schoot af zal de jongen een nazireeër Gods zijn; hij zal een begin maken met de verlossing van Is­raël uit de macht der Filistijnen.

De vrouw baarde een zoon en noemde hem Simson. De jongen groeide op, en de Here zegende hem. En de Geest des Heren begon hem aan te drijven in Ma- hane-Dan tussen Zora en Estaol. (Richt. 13:01; (Richt. 13:01-05; Richt. 13:24-25)

Hebt u zich wel eens afgevraagd hoe het komt dat zovele kinderen Gods voortleven in de zonde, geen leven van over­winning kennen, “gebonden”‘ blijven, geen geestelijke groei kennen, geen vrucht en gaven van de Geest openbaren met het gevolg dat zij onvruchtbaar blijven voor de Heer?

Het is niet de schuld van God als dit zo is. Vaak geven wij God de schuld van iets waarvan wij zelf de schuld zijn. Dit begon al bij het eerste mensenpaar. Toen Adam ter ver­antwoording werd geroepen omdat hij van de verboden boom gegeten had, begon hij Eva de schuld te geven. En Eva schoof de schuld weer op de slang. (Gen. 03:12-13).

Het is ook niet de wil van God. Als kind van God mogen wij niet blijven zondigen (Rom. 06:01), wij moeten heersen over de zonde (Gen. 04:04-07). Dan pas kan de Heer ons gebruiken om anderen te bevrijden uit satans macht. Want hiertoe zijn wij geroepen. Wij zijn in dienst van God gekomen om dezelfde werken te doen die ook Jezus deed.

Ook Simson, uit wiens geschiedenis wij bovenstaande teksten citeerden, was geroepen tot bevrijder. Want de taak van richter die God Hem had gegeven betekent hetzelfde als rechter oftewel bevrijder.

Simson had een bovennatuurlijke geboorte. Ook wij’ Wij zijn, als wij geboren zijn uit water en Geest (Joh. 03:05) op bo­vennatuurlijke wijze geboren. Wij zijn uit God geboren. Hal­leluja.’

Simson had een bovennatuurlijke kracht: Gods Geest. Hij werd gedreven en gegrepen door de Geest van God. Gok wij, als wij vervuld zijn met de Heilige Geest.

Als wij in Richteren over Simson lezen valt het ons op hoe sterk hij was. Hij was in voortdurende strijd, maar ook in voortdurende overwinning. Wij lezen niet over nederlagen die hij leed, maar over overwinningen.

Enkele flitsen: Hij verscheurde een leeuw (Richt. 14:06). Hij sloeg 30 mannen dood om aan klederen te komen (Richt. 14:19-20). Hij bond 300 vossen aan elkaar, gebonden aan brandende fak­kels zond hij ze in de korenvelden der Filistijnen. Hij sloeg mannen de ruggenwervel stuk (Richt. 14:15). Nadat hij  gevangen genomen was door 5000 mannen werd hij gebonden met twee nieuwe touwen die hij verbrak (Richt. 15:14).

Ook wij hebben dezelfde macht die Simson had in ons. Al­leen is onze strijd niet gericht tegen vlees en bloed, lees (Ef. 06:12). Bent u in deze strijd overwinnaar? Jezus heeft gezegd: Zie, Ik heb u macht gegeven om op slangen en schorpioenen te treden en tegen de gehele legermacht van de vijand.

Een ander aspect uit het leven van Simson is dat hij God aanriep. Als wij de Heer volgen, als wij vervuld zijn met de Heilige Geest, betekent dat niet dat wij nooit in moei­lijkheden zullen komen. In (Richt. 15:18-19) lezen wij hoe Simson van dorst zou omkomen, maar God aanriep en de Heer voorzag op wonderbare wijze.

Ook was Simson waakzaam. Hij stond in Gaza te midden nacht op, toen men van plan was hem gevangen te nemen (Richt. 16:01-03). Als wij door Gods Geest geleid worden, maakt Die ons alle dingen bekend.

Wij kunnen ons voorstellen dat de Filistijnen een ont­zettende hekel aan Simson hadden. Dan zien wij dat Simson niet volhardend was tegenover de volharding van de vijand (satan). Dit was een ernstig feit.’ Jezus weerstond in de woestijn de duivel, maar Simson gaf ten slotte toe. In Richteren 16 lezen wij hoe deze grote tragedie zich voltrok. Hij trouwde met Delila, die als instrument in handen van de vijand uiteindelijk Simson ten val bracht. Eerst weet hij tot drie maal toe haar te bedriegen, maar de vierde maal geeft hij zijn geheim prijs: “Indien ik geschoren werd, zou mijn kracht van mij wijken, en ik zou machteloos wezen en gelijk aan ieder ander mens”(Richt. 16:17), Simson valt in slaap… .. Zijn haar wordt afgeschoren…..En kracht wijkt van hem…… Hij bedroeft de Heilige Geest en wordt in de gevangenis geworpen.

Vele kinderen Gods zijn als Simson in de gevangenis. Zij zijn geestelijk blind. Zij zijn gebonden met ketenen, (Simson was met ketenen gebonden en moest in de gevangenis de mo­len draaien, terwijl zijn ogen waren uitgestoken), ketenen van zonde, van wereldgezindheid, van begeerte, van geld, zij zijn vreesachtig om te getuigen, enz. Vele kinderen Gods horen de volle boodschap, maar gaan er niet op in. Zij blijven ongehoorzaam.

Toch moeten deze mensen zelf een beslissing nemen wil­len zij in de wil van God zijn of terugkomen. God wil wel.

Als u (Richt. 16:22-51) leest zegt (Richt. 16:22) dat zijn haar weer begon aan te groeien. God wil de kracht teruggeven.(Richt. 16:28) zegt dat Simson de Here begon aan te roepen. En in (Richt. 16:26) zien wij hoe Simson tot de jongen die hem voort leidt naar het offerfeest der Filistijnen zegt: laat mij los. Zo zullen velen die Gods kracht en overwinning, weer, willen beleven tot de duivel moeten zeggen: Laat mij los en hij zal loslaten want de duivel is een overwonnen vijand.

Wilt u de zonde loslaten, wilt u de werken der duister­nis afleggen, of – als u dat zelf niet kunt – wilt u dan u la­ten bevrijden? Misschien bent u in dezelfde situatie als Simson was, o, doe dan als Simson: Roep God aan en God zal u de kracht, terug, geven. Kracht om de vijand te weer­staan, kracht om te overwinnen, kracht om anderen te bevrijden uit satans macht. God wil ons behalve kracht ook wijsheid, kennis, blijdschap, liefde, ja alles geven opdat Hij Zijn leven in ons ten volle kan leven.

 

Van oud naar nieuw, gedichten van Judith Jakobs

Kerstfeest

Het Kerstfeest staat weer voor de deur-

Een stad tooit zich in licht en kleur;

En kinderen zingen hoog en ijl

de blijde boodschap: vred’ en heil.’

 

De klokken luiden het oude lied,

Dat Godes Zoon Zijn troon verliet

en nederdaalde op deez aard:

Het mensdom was Hem alles waard.

 

Bede:

O Heer, daal neder in mijn hart.

Vaak is ’t er donker en verward;

Steek met Uw hand de kaarsen aan,

Opdat ‘k in vreugd de weg mag gaan…

 

Al dreigt er oorlog en gevaar,

Geef dat ik blijf: Uw licht gewaar;

Opdat ik Heer, in vreugd’ en pijn

tot uw getuigenis mag zijn.

 

Oud jaar...

(Het kaartspel; Matt. 16:26)

Gij waart de Gever in het spel;

Ik kon niet voort, Gij wist het wel;

met een glimlach voor het lot

Offreerde Gij Uw laatste bod.

 

Niets had op mij nog enig vat;

Schoon Gij mij met de ogen mat;

Zelfs toen ik wist dat ‘k kansloos stond

Kwam er geen woord uit Uwen mond.

 

Toen maakt’ Uw hand een klein gebaar,

Ik werd daarbij Uw blik gewaar-

en toen… begrepen wij elkaar.’

 

’t Is dat ‘k niet goed heb opgelet,

Maar ‘k weet nu dat Uw laatste zet-

mij voor ’t verliezen.. .heeft gered.’

 

Loflied in het nieuwe jaar (Ps. 057:011)

Uw oog ziet alle dingen,

Uw hand reikt overal,

Gij hebt zo vaak mijn voet, Heer

Behoed voor diepe val.

 

Uw oor legt Ge te luist’ren,

Naar ’t stamelend gebed;

Gij hoort het zachtste fluist’ren,

Gij hebt mij steeds gered.

 

Gij zijt de hoop der volken,

Uw liefd’ is overal;

trouw reikt tot de wolken

zijt met mij in ’t dal.

 

Van U zijn alle dingen

Schepper van ’t heelal

U wil ’k mijn loflied zingen

U eer ik bovenal.

 

Geheimenissen door Dirk A. Wols

De rijkdom der heerlijkheid dezer ver­borgenheid onder de heidenen, welke is: Christus onder u, de hoop der heerlijk­heid” (Kol. 01:27).

Voordat wij bovenstaande Schriftgedeelte nader uitwer­ken, willen we nog wijzen op een geheimenis der ongerechtigheid. In (2 Thess. 02:07) wijst de apostel er op, dat het geheimenis der wetteloosheid reeds in werking is. Reeds in de dagen van Paulus waren velen antichristen geworden, velen wierpen alle wetten overboord en verzetten zich te­gen Jezus Christus. Paulus zelf was hier een levend voor­beeld van, in zijn briesende woede tegen al wat Jezus Christus was. Daarnaast waren er echter nog zeer velen, die het voorzien hadden op de ondergang van de sekte, die allerwege tegengesproken werd. De vervolgingen spraken een niet mis te verstane taal. Het merendeel echter verstond dit niet. Voor hen was het ten enenmale verborgen dat dit de werking des satans was in zijn ophitsing tegen de christe­nen. Des te meer was en is dit verborgen, omdat er trou­wens ook wel andere groepen werden vervolgd. Het anders-

soortige en andersnamige moet het nu eenmaal altijd ontgel­den in de wereld die alleen maar het uniforme huldigt en geen verscheidenheid toelaat. De geweldige betekenis van het geheimenis der wetteloosheid ging daarom voor velen schuil achter de loop der wereldgeschiedenis. Vers 8 zegt echter, dat de wetteloze zich zal openbaren. En openbaren is voor het voetlicht treden. Het is de mens der wette­loosheid, die als de antichrist zich zal keren tegen al­le wetten en inzettingen des Heren, ja, tegen Hemzelf totdat hij geopenbaard is, blijft de wetteloosheid een ver­borgenheid voor de grote massa en speelt de duivel zijn spel onder een dekmantel om zijn ware bedoelingen te ver­bergen. We haasten ons echter, om over de verborgenheid te schrijven waarover de bovengenoemde tekst spreekt. Tegeno­ver de kracht der duisternis staat de kracht des Lichts. Eveneens een verborgenheid of een geheimenis. Dit geheime­nis is: Christus onder u. Daar het hier niet gaat over de rondwandeling van Jezus op aarde onder de joden, maar om de rijkdom der heerlijkheid dezer verborgenheid onder de heidenen is het niet in tegenspraak met de grondtekst om te vertalen: Christus in u. Door Zijn Geest woont Jezus in ons. Dat is een geweldige verborgenheid. De wereld ziet Hem niet en kent Hem niet. “Te dien dage zult gij weten, dat Ik in Mijn Vader ben en gij in Mij en Ik in u” (Joh. 14:20).

Dat is feestvieren. Een feest, dat niet ophoudt met het verstrijken der feestdagen in december. We kunnen daarmee ook het nieuwe jaar in. Christus in u. Met de belofte, dat dit zo zal blijven tot in der eeuwigheid. “Wat zal ik met Gods gunsten overlaan”. Dit is een verborgenheid. Het is dwaas, in de ogen der wereld om altijd goede moed te hebben en om altijd verblijd, te zijn. Maar wie deze verborgenheid kent in zijn hart, die weet dat de apostel niet raast als hij zegt: Wij hebben dan altijd goede moed, en verblijd u ten allen tijde. Dat kan, want Christus is in en onder ons. De rust die er overblijft voor het volk van God.

Hij is de Immanuel, de God met ons. Alle dreigingen der hel ten spijt, die hij ons influistert of via andere mensen ons bereiken, blijven wij in de rust en de vrede.

Misschien moet u zeggen: Ik ken die rust nog niet. Het is nog onrustig bij mij en Christus is zo ver weg dikwijls. Ik overzie alles niet zo en de omstandigheden kunnen mij nog danig parten spelen. Ik leef uit de vergeving, maar neen, ik durf nog niet te zeggen: Christus in mij.

En toch, geliefden, het is waar. Anders zou Gods Woord liegen. Maar Hij moet wassen en ik minder worden. Elke dag zien wij de maan aan de hemel groeien totdat het volle maan is. Zo moet ook Jezus groeien in u totdat Hij er de volle plaats inneemt die Hem toekomt. Hoewel het een ver­borgenheid is, schijnt Christus dan door ons heen in een duistere wereld en maakt Hij Zijn beloften aan ons waar, dat wij het Licht der wereld zijn en het zout der aarde. Want Christus in u betekent: schijnende in duistere plaatsen. Het klinkt erg arrogant, maar alles wat Christus van Zich­zelf gezegd heeft is dan van toepassing op onszelf. Chris­tus in ons maar slechts als Hij de 1e plaats inneemt, zal Hij machtig in en door ons werken. Want Hij is een jaloers God en duldt geen andere góden voor Zijn aangezicht, wat die góden dan ook mogen zijn. Geef u volkomen over aan Hem die in u is en onder ons is. De prijs is hoog, maar nooit zo hoog als de prijs die Hij betaalde om in onze harten wo­ning te maken.

 

Wat doet de kerk voor de jeugd door B. W. van Zijl senior.

Heeft u er wel eens over nagedacht wat de kerk heden ten dage doet voor de jeugd? Maakt ze nog wel ’gebruik van de mogelijkhe­den om de jeugd op het Woord van God te wijzen’ en dat God werkelijk leeft en geen dode God is?

Er zijn mogelijkheden genoeg om tot een hechte band met de jeugd te komen. Mag ik u enige voorbeelden geven, dan kunt u zich afvragen: Voldoen wij zelf als ouderen, wel aan Gods gebo­den, werken wij op bijbels patroon of zijn wij zelf bezig?

Om te beginnen moeten de leidinggevende personen zich stellen onder de leiding van de Heilige Geest. De Heilige Geest zal u al­les indachtig maken. Bidden om wijsheid, het gebed van een rechtvaardige doet veel.

Om tot een gezonde jeugd te komen – daar bedoel ik mee, jeugd die zich bereid verklaart om op Bijbelse gronden onderling contact te zoe­ken – moet de jeugd, elkaar opvoeden. Zij laten zich niet meer door ouderen voorlichten, zij willen zelf het roer in handen nemen, dat kan alleen als er een paar jongeren zijn die deze leiding op Bijbelse gronden willen bespreken met elkaar.

Zij moeten elkaar wijzen op de belangrijkheid om het li­chaam, dat God hun tijdelijk heeft gegeven, rein te bewa­ren. Als zij gaan beseffen dat hun lichaam een tempel is van de Heilige Geest, zullen zij dit lichaam niet verontreini­gen door het gebruik van drugs, etc.

Zij moeten bijgebracht worden dat God hun allen lief heeft, niemand uitgezonderd. Die zelfde liefde moeten zij onder elkaar ook laten blijken. ’

Zoveel mogelijk moeten zij er bij bepaald worden dat God het allerbeste met hun voor heeft, dat Hij geen verdoeme­nis wil maar niets liever ziet dat de jeugd gelukkig is.

De jeugd moet gelegenheid geboden worden onderling Gods Woord te lezen en dit samen te bespreken. Door dit samenzijn komen ook de problemen aan het licht en kunnen samen besproken worden.

Hierbij niet vergeten: het gebed, God wil aanbeden wor­den.

Ik ben er van overtuigd, dat als men de jeugd bovenge­noemde gelegenheid biedt, de vruchten zullen komen. Maar bovenal moet ik u wijzen op het gebod, openlijk voor Gods Woord uit te komen. Schaam u niet, maar laat de wereld zien, dat Jezus in u woning heeft gemaakt, dat u mee wilt werken om tot een gezonde jeugd te komen.

U zult dan zelfs een grote blijdschap in uw hart ontvan­gen, u zult zich bewust worden dat dit tijdelijk leven niet opweegt tegen het eeuwige.

Doe wat u kunt. Jeugd neem contact op met jeugd. Jullie begrijpen elkaar beter dan de ouderen.

Oudere ideeën passen niet meer bij jullie, laat daarom zien wat jullie kunnen en willen.

Vergeet niet dat wij, ouderen, ook meer van jullie ver­wachten. Steek de hoofden bij elkaar en probeer op de gees­telijke weg de toekomst voor uw medejeugd dragelijk te ma­ken.

Laat de liefde voor elkaar groot zijn, wijst elkaar op de gevaren die in deze maatschappij de overhand nemen.

Zoek bescherming bij God, die zal u altijd op de goede weg brengen. Geloof in Jezus, de Zoon van God.

Hij brengt vreugde, gezonde vreugde.

Hij ontvangt jullie met open armen.

Jeugd, denkt hier eens over na. Neem een besluit, wacht niet te lang. Maar doe wat.’

 

Houdt wat gij hebt door A. Schenk

Het afgelopen jaar is er veel gesproken en geschreven over luchtverontreiniging. En inderdaad, is dit een groot gevaar voor de volksgezondheid, voor de komende jaren. Het leven op deze wereld wordt door vele dingen bedreigd. In het afgelopen jaar hebben wij opnieuw kunnen zien, dat er een geestelijke verontreiniging bezig is zich te gaan ont­wikkelen, over ons volk en deze wereld.

De mens der wetteloosheid gaat zich openbaren zoals wij dat kunnen lezen in Gods Woord. Een tijd geleden hebben wij in de kranten kunnen lezen dat een op de negen scholieren drugs gebruikt. Al verschillende malen hebben jonge mensen hierdoor de dood gevonden. Wat de onreinheid betreft, in bijna elke plaats van ons land zijn eén of meer sekswinkels. Ze komen als paddenstoelen uit de grond. Schaamteloos wordt daar alles in het openbaar ten toon gesteld, wat God als iets moois en reins aan de mensen gegeven heeft in het huwelijk. Boekjes en blaadjes worden over deze onderwerpen maar al te veel uitgegeven. Homoseksualiteit wordt door velen bedreven, ook lectuur met propaganda hierover, wordt aan de jonge mensen aangeboden. Dit is wel een van de grootste zonden die God in Zijn Woord veroordeeld, leest maar eens (Rom. 01:24v.v.).

Roofovervallen en moorden zijn niet meer van de lucht in ons land, dat kunt u dagelijks lezen in de kranten. Al deze dingen hebben te maken met de geestelijke verontrei­niging die over de wereld gaat. Dit is een duidelijk be­wijs dat vrij leven in de eindtijd. Hoe erg al deze dingen ook zijn mogen, het allerergste is dat vele christenen de­ze dingen niet verstaan en dat velen geen antwoord hebben op de nood van deze tijd waarin wij leven. De grootste nood is er vaak onder de kerkmensen en hun geestelijke lei­ders. Juist die geestelijke leiders moesten in deze ver­warde tijd het volk oproepen tot bekering en berouw en zo­doende de juiste weg aangeven in deze geestelijke duis­ternis.

Men noemt zich nog wel protestant, maar protesteren tegen zonde en onreinheid doet men niet meer. Onlangs hoorde ik voor de radio een predikant zeggen, het moeilijk te hebben om de Bijbel te geloven. Andere theologen ont­kennen het scheppingsverhaal en andere gedeelten uit de Bijbel. Je staat verbaast en verstelt hoe de Bijbel wordt uitgelegd, hoe zonde geen zonde meer genoemd wordt en een bepaalde, hierboven genoemde zonde, ziekte genoemd wordt. Dit is de reden dat velen het christendom de rug toeke­ren. In vele predikingen is de kracht van de Heilige Geest niet meer te bespeuren.

Broeders en zusters, zie dit gedeelte als een opscherping der liefde en als een vermaning om vast te houden wat u in Jezus hebt gevonden.

Wat de duivel ook voor zogenaamde godsdienst uit mag vinden, buig niet voor het beeld dat opgericht wordt on­der een godsdienstig vernis. Er is geen ander evangelie, dan dat wat Jezus Christus en Zijn apostelen door de Hei­lige Geest ons overgegeven hebben. Er is alleen vergeving en bevrijding van zonde door het bloed van Jezus, alleen via wedergeboorte door de Heilige Geest kan men het Ko­ninkrijk Gods binnengaan. Daar is geen andere weg. Jezus zegt: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven”. Om tot de mannelijke rijpheid in Christus te komen is het noodzake­lijk om gedoopt in en vervuld met de Heilige Geest te worden. Alleen de volle boodschap van Gods Woord in deze eindtijd kan ons staande houden.

En alleen in de kracht van de Heilige Geest kunnen wij de strijd aanbinden tegen de duivelse machten, want uit­eindelijk ligt daar onze strijd. De Bijbel zegt: Weersta de duivel en hij zal van u vlieden. Zo kunnen wij overwin­naars zijn en weldra zal de satan onder onze voeten ver­treden worden. Gods kinderen die deze weg willen gaan in deze eindtijd en radicaal de Heer willen volgen zullen wonderbaar groeien. Duidelijk gaat in vervulling wat er staat in (Openb. 22:11) “Wie onrecht doet, hij doe nog meer on­recht; wie vuil is, hij worde nog vuiler; wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd”. Jezus zegt, dat wij het zout der aarde zullen zijn, maar als het zout zijn smaak ver­liest, dan deugt het nergens meer voor dan om weggeworpen te worden. Zout gaat het bederf tegen, zo zullen wij als kinderen Gods het bederf tegen moeten gaan in deze we­reld.

Om te overwinnen is het nodig dat wij de geestelijke wapenrusting aan gaan doen. Een kind van God moet zich bewust zijn, dat hij staat aan de frontlinie van de geeste­lijke strijd. De duivel weet dat hij nog een korte tijd – ja een zeer korte tijd – heeft, daarom zet hij al zijn leger­scharen en al zijn krachten in.

Maar, prijs de Heer, zij die bij ons zijn, zijn meer, dan die bij hun zijn. Wij hebben de overwinning door Jezus Christus. Wij zijn geschapen als overwinnaars. Broeder, zus­ter, houdt dit vasts Jezus is de Eerste en de Laatste. Hij geeft mij dagelijks meer kracht. Van Hem is het dat ik mijn heil verwacht.