Levend Geloof 1974.01-02-03 nr. 149

Van de redactie

Eindelijk weer een nummer van “Levend Geloof”! Het heeft deze keer wel erg lang geduurd voor dat we in de gelegenheid waren weer een blad te laten verschijnen!

Hoezeer ons blad ‘gewaardeerd wordt is ons in de afgelopen tijd uit verschillende reacties weer eens. overduidelijk gebleken.

We zijn daar blij en dankbaar voor en geven alle eer en lof. aan Eten die ons tot deze arbeid riep, want Gods Woord zegt; “Onze bekwaamheid is Gods werk” (2 Kor. 03:05)

Het spreekt vanzelf dat wij onze uiterste best doen “Levend Geloof” weer regelmatig te laten verschij­nen. Wij rekenen op uw hulp in deze door u te vragen veel voor deze arbeid te bidden.

Het is eindtijd en we willen en kunnen niet anders dan het heerlij­ke blijde evangelie van volkomen verlossing in Jezus Christus blij­ven uitdragen in deze ondergaande wereld, ook via “Levend Geloof”. Ontvang de hartelijke groeten van uw, in onze Heiland verbonden, redacteur.

 

Wat betekent het evangelie nu voor u

Het evangelie is de blijde boodschap dat Jezus Christus in de we­reld is gekomen on zon­daren zalig te maken. Dat houdt veel meer in dan een eens “in de he­mel -komen”, maar bete­kent reeds nu een totaal nieuw leven, naar geest, ziel en lichaam.

Zoals in het natuurlijk leven is er ook in het geestelijk leven een groei. Het is Gods wil dat dit “nieuwe leven” tot volle wasdom komt.

In gesprekken met kinderen Gods .-over deze geestelijke groei en over de betekenis van het evangelie voor het leven van alle dag, blijkt echter telkens weer hoe weinig er nog beleefd wordt van het evangelie in de praktijk van het dage­lijks leven,

Bij’ velen heeft het “leven” plaats genaakt voor de “leer” terwijl wij uit Gods Woord weten, dat deze twee niet te scheiden zijn.

‘Velen hebben hun eigen visie over de toekomst en verdedi­gen die te vuur en te zwaard. Anderen weten heel veel van het verleden van Christendom en Kerk. “Hadden we naar een opwekking als toen en toen”, is bij hen het gesprek van de dag. “Oude schrijvers” zowel als “geestelijke Science fiction” figuren zijn in. Maar het eerste en allerbelangrijkste waar iedere Christen nee te maken heeft is de dagelijkse beleving van het geloof. Paulus zegt in (Gal. 02:20); “Christus leeft in mij. En voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God”.

Het evangelie is een kracht Gods tot behoud voor ieder die gelooft. (Rom. 01:16). Dat was het in het verleden, dat is het in de toekomst… maar dat geldt ook voor vandaag! Op dit ogenblik, op het nonent.dat u dit leest, is het evangelie een kracht Gods. U die dit leest, gelooft het evange­lie! Ervaar de ware betekenis dat het evangelie van Jezus verlost, bevrijdt en geneest!

 

Rachab (het scharlaken snoer) gedicht Judith Jacobs

Zij woond’ in een vijandig land

En leefde in der zondeband.

Maar door Gods leiding kreeg zij daar

Bezoek van het verspieders-paar.

 

Z’ ontving hen liefderijk en sprak:

’k Verberg u onder ’t stoppelendak;

Ik vraag geen gave in geld of goud

De prijs zal zijn: mijn lijfsbehoud”.

 

Jericho’s val

Toen geen steen meer op de ander lag –

Men het bloedig strijdperk overzag –

Bleek Rachabs huis – zij was een hoer –

Gespaard, dank zij ’t scharlaken, snoer.

 

Zo vindt men slechts in Jezus’ bloed,

Een toevlucht voor het bang gemoed;

Hij is: het Eeuwig Reddingskoord

Voor een ieder die Hen toebehoort……

(Joz. 02:18-21; Matt. 21:31; Joz. 06:25).

Uit het gedichtenbundeltje “Alpha en Omega”.

 

Bij de voorpagina

“Slaat uw ogen op en beschouwt de velden, dat zij wit zijn om te oogsten.” (Joh. 04:35) De oogst is wel groot, naar arbeiders zijn er weinig. Bidt daarom de Heer van de oogst, dat Hij arbeiders uitzende in zijn oogst” (Matt. 09:37-38)

Deze tekst stond ook reeds in het vorig nummer ven “Levend Geloof” afgedrukt. Wij konden toen echter de tekening niet plaatsen, omdat deze bij de PTT was zoekgeraakt, toen wij deze hadden opgestuurd naar Studio Pit te Emmen on er een elektronisch stencil van te laten maken. Na 5 maanden stuurde de PTT bericht dat de tekening gevonden was. Hij was onder een automatische sorteerband blijven zitten en bij het schoonmaken voor de dag gekomen.

Mededelingen:

Evangelische boekwinkel te Zwolle – Broeder J. R. F. Mitchell heeft op vrijdagmiddag 29 maart zijn evangelische boekwinkel “De Kandelaar” te Zwolle geopend. U kunt er Bijbels, boeken, wandversieringen met teksten, ansichtkaarten, luxe post, zangboeken, etc. kopen. Adres: Assendorperstraat 174-1.

Nieuwe plaat “The Lighters” – Van “The Lighters”, het be­kende gospelteam uit Velp verschijnt een tweede grammofoonplaat net liederen als: Elia, Waarom bezorgd, Als het re­gent, De vijgenboom, Psalm 150, Eens op een heuvel…. etc. De plaat “Lighters 2 is later ook als cassette verkrijgbaar. Wordt uitgegeven door “Word Re­cords”, Postbus 8IO65 te Rotterdam. U kunt ook bestellen bij Ad. M. Everaars, Kerkstraat 15, Velp, tel.08502-6692.

Levend Geloof – het blad voor de eindtijd gemeente. “Vraagt gratis proefnummers of neem abonnement voor slechts Fl. 3, per jaar. Schrijf naar Postbus 30, Heerde.

 

Overwinnaars door Dirk A. Wols

Als het waar is dat de zeven brieven aan de zeven ge­meenten in Klein Azië, in het boek Openbaringen, elk zeven kerkelijke tijdperken beslaan, (ik ben niet competent dat te bevestigen of te bestrijden) dan is het wel treffend dat de belofte aan de overwinnaars in het laatste tijdperk der kerkhistorie alle voorgaande beloften overtreft in heer­lijkheid en glorie. De apostel moet immers neerschrijven door de Heilige Geest aan de gemeente te Laodicéa:

“Wie overwint, hem zal ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met Mijn Vader op Zijn troon”.

Vergelijk hiermede de weliswaar heerlijke beloften aan de andere gemeenten, dan zult u zien dat de overwinnaars ‘ van het laatste tijdperk een glorie en heerlijkheid toebe­deeld is, welke onuitsprekelijk is.

De overwinnaars in Efeze zullen eten van de boom des levens, die in het Paradijs is.

De overwinnaars in Smyrna zullen van de tweede dood geen schade lijden.

De overwinnaars in Pergamum krijgen van het verborgen manna en een witte steen en op die steen een nieuwe naam welke niemand weet dan die hem ontvangt.

De overwinnaars van Thyatira zullen macht krijgen over de heidenen en de Morgenster ontvangen.

De overwinnaars van Sardus worden bekleed met witte klederen en Hij zal hun naam belijden voor Zijn Vader en voor Zijn engelen.

De overwinnaars in Filadelfia zullen een zuil worden in de tempel Gods, de gemeente.         

Heerlijke beloften Gods. En zovele beloften Gods als er zijn, die zijn in Christus ja en in Hem amen. Maar hoe heerlijk ook, voor de laatste belofte aan de overwinnaars in Laodicéa heb ik eigenlijk geen woorden. Zij zullen zijn de overwinnaars in de troon. Met Christus zullen zij de troon be­zitten, zoals Christus zit in de troon Zijns Vaders. De troon duidt aan op macht, eer, glorie, majesteit, gezag.

Dc vraag komt op: Wat zijn eigenlijk overwinnaars? De tekst zelf geeft het antwoord. Wij behoeven met Gods Woord in de hand zelf nooit een antwoord te fantaseren, want Gods Woord geeft dat antwoord zélf. Gelukkig, want nu be­hoeven we niet heen en weer geslingerd te worden door al­lerlei leringen van mensen. De tekst zegt: gelijk ook Ik heb overwonnen! Dat zegt Jezus Christus, de Getrouwe Ge­tuige. Het komt er dus op aan dat we inzicht hebben in de wijze, waarop Jezus heeft overwonnen en wat er is gepas­seerd voordat Hij het uitsprak: Het is volbracht.

Dit is er gebeurt: Hij heeft Zijn leven niet liefgehad tot de dood, maar heeft Zich voor ons allen overgegeven. Dit is gebeurt: Hij kwam niet om gediend te worden, maar om te dienen en Zijn leven te geven tot een rantsoen voor ve­len. Dit is gebeurt: Hij heeft gezegd: Leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart en gij zult rust vinden voor uw zielen. (Matt. 11:28) Hij heeft zich vernederd, de gestalte van een dienstknecht aangenomen hebbende, Zich niet schamende ons broeders te noemen. Hij heeft dit alles bezegeld met de waterloop en de doop des Heiligen Geestes, welke Hij zonder mate ontving.

De tekst zegt: Gelijk, precies zoals Ik heb overwonnen. Niet door het bloed te eisen van zijn onderdanen, zoals aardse koningen dat doen, maar door Zijn eigen bloed te ge­ven .

Toch zeker wel voor beste mensen? Nee, precies niet. Hij stierf voor ons toen wij nog zondaars waren en vijanden der verbonden.

Dat zijn overwinnaars. Die het gelijk Hij verstaan. Dit is geen strijd tegen vlees en bloed zoals sommigen verkeerd uitleggen. Vlees en bloed geven we in de dood in de doop, (niet de besprenging). Inzet voor anderen zonder reserve. Dat zijn de overwinnaars. En Hij is uitermate verhoogd, Hij zit in de troon Gods des Vaders. En als wij overwinnen gelijk Hij dan zullen wij uitermate verhoogd worden door te zitten in Zijn troon. Maar dat is geen toekomstmuziek. Dat is geldig voor elke keer dat wij onze dood in de doop daad­werkelijk beleven en dóór leven in al onze werken en wij reeds op aarde gezet zijn tot Koningen en Priesters Gods.

U begrijpt wel, dat overwinnaars niet zijn die er over spreken of schrijven. Dat zou treurig zijn. Dan zouden al­leen de schrijvers onder ons en de predikers onder ons een geweldige voorsprong hebben op hen die deze “kunst” niet machtig zijn. Neen, bij de Here heeft ieder dezelfde kansen. Wie de meeste wil zijn, wie wil tronen met Christus in de troon des Vaders, hij zij aller dienstknecht en aller slaaf. Hij zij de minste van allen. O, hoe was Jezus de minste. Hij had. geen gedaante, noch heerlijkheid en als wij Hem aanzagen, zo was er geen gestalte dat wij Hem zouden be­geerd hebben. Geen koude drukte, geen godsdienstige ceremo­niën, maar dienen, dienen, dienen. Hij paste de voet­wassing toe.

Tenslotte, in Zijn dood sprak Hij uit: Het is volbracht!

Die zichzelf geeft, daar weet de hel geen raad mee. Hij kan hem folteren, uit elkaar scheuren, martelen, vierende­len, maar hij kan die niet overwinnen. Daarom hebben de martelaren bij Hem een wit voetje. Zij hebben alles veil voor Hem. Zij zeggen dat niet alleen, maar zij doen dat ook. Zij geven alles. Merk eens op hoe de martelaars bij Hem op goede voet staan. Zij zijn de parelen in Zijn troon.

Ik moet eindigen. Ik lees nog eens de tekst: “Wie over­wint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met Mijn Vader op Zijn troon”. Dat kunt u alleen door de kracht van de Heilige Geest. Zijn leven het uwe. Hij stierf. Hij stond op. Hij voer ten hemel. Hij zit in de troon. Precies zo U. Als U overwint gelijk Hij. Die ons maakt tot koningen en priesters Gods.

Aan Uw zij, dicht nabij – Aan Uw zij, dicht nabij – Alles, alles wil ik lijden – Mag ‘k slechts zitten aan Uw zij – (in de troon).

 

Eenheid en verscheidenheid door H. J. Glasbergen

Gerechtigheid

“En de verstandigen zullen stralen als de glans van het uitspansel en die velen tot gerechtigheid hebben ge­bracht als de sterren voor eeuwig en altoos” (Dan. 12:01-03).

Recht en gerechtigheid hebben altijd te maken met schuld in de natuurlijke wereld. In de geestelijke wereld is een wet voor Gods kinderen, van een wetgever die zowel de schuld als de vrijspraak vaststelt. Als een vrijgesprokene in het Koninkrijk Gods is, en daarin woont en werkt, dan zul­len de mensen zien uit zijn werken, en horen uit zijn woorden dat hij anders is. “Gij dan, geheel anders, gij hebt Christus leren kennen”.

Zo zijn er ook veel Christenen die zich vrijgesproken we­ten en zich in het Koninkrijk Gods bewegen en werken als een zondagse parkwandeling. Zij vragen veel en krijgen wei­nig antwoord. Zij zijn veel op de bergtop en veel in het dal, omdat zij niet altijd één met Christus zijn op Zijn voorwaar­de. (Joh. 17:01-26); “Opdat zij allen één zijn…..1‘ De wil is bij een ieder, maar de voorwaarden zijn niet op te brengen. Een ieder heeft een denkpatroon, waarin zijn verstand een grote rol speelt, in deze zin “Als zij nu allen dachten zoals ik, waren wij één”.

Het zou wel een troosteloze, grauwe zaak worden, zonder liefde, blijdschap en vrede. Er zou weinig zon zijn, en licht en het einde zou weer zijn, zoals steeds in de geschiedenis: een dode leer. “In de geest begonnen, in het vlees geëindigd. Jezus kiest uit gewone mensen Zijn discipelen, dn wij zien dat er een zichtbaar verschil is in de zichtbare we­reld, maar ook in de geestelijke wereld, het Koninkrijk Gods; Er is verscheidenheid. Er is geen mismaaktheid, nog ziekte in hun midden. Zij leven in de schaduw van de Aller­hoogste.

Het Koninkrijk Gods is binnen in ulieden

Het Koninkrijk Gods bestaat in rechtvaardigheid, vrede en blijdschap. (Rom. 14:17). Dat Koninkrijk is op de berg Sion, het dal ligt er vlak bij. De rechtvaardigen zijn alleen in het dal om de ander te helpen uit liefde die bij de ge­rechtigheid hoort.

Deze leven in gemeenschap met de koning. Zij zijn verstan­dig en waken om in Zijn wil te blijven. In de levende stroom, in de rivier vol water, zoals de profeet dit ziet in de geest in Ezechiël 47. Deze rivier is vol leven, er is geen ziekte of gebrek, vissen leven daar van allerlei soort en overal waar de beek komt, zal alles leven en gezond worden. Er zijn vruchtbomen, allerlei soorten, het loof verwelkt niet en de vrucht raakt niet op. Deze vruchten zijn tot spijs en hun loof tot genezing. Opvallend dat er verschillende vissen zijn en verschillende vruchten, ook weer een deel van Gods veelkleurige wijsheid, waar sommige mensen kleurenblind van worden. Deze rivier is de levensboom, de berg Sion, het Koninkrijk Zijner liefde, het rijk des lichts, waar de troon van God is en het Lam Gods.

En zij die zich gerechtvaardigd weten, strijden de goede strijd met de wapenen der gerechtigheid en sluiten geen compromis met de ongerechtigheid. Hun klederen zijn wit, ge­wassen door het bloed van het Lam Gods. Zij zijn ingegaan door de enge deur, Jezus Christus.

Nu zegt de profeet dat er moerassen zijn en poelen, zijar­men van de rivier, met echt, oppervlakkig, mooi helder. Het spreekt grote woorden en maakt veel lawaai, maar het is dood, er is geen leven. Als wij met God wandelen en in Zijn Koninkrijk mogen arbeiden, luisteren wij alleen naar Zijn stem en alle andere geluiden horen wij, maar het doet ons niets. Met Hem mislukken wij niet en zijn niet moedeloos, wel eens moe, dat mag, zie Elia. (2 Kon. 19:04-08). Er is Goddelij­ke kracht in overvloed en de bron is onuitputtelijk. Er is leven en overvloed.

Gods antwoord op elke vraag

Eenheid met God, zoals Jezus ons Voorbeeld is, behoedt ons voor brokken. Bij Hem is alles volmaakt en vanuit Hem leven wij, uit Zijn denken, uit Zijn plan, uit Zijn overwin­ning. Hem vertrouwen wij. Hij is onze Raadgever, Zijn Geest is in ons, Zijn, liefde is in ons, Zijn heerlijkheid om­straalt ons. De levendmakende Geest herstelt ons lichaam als het aangerand wordt door de duivel. (Rom. 08:11).

Zijn Koninkrijk kome, Zijn wil geschiede in mijn leven, Zijn Naam wordt verheerlijkt in mijn leven, en wij vergeven onze schuldenaren en bidden voor onze vijanden. Wij maken Zijn Naam niet te schande en breken met de ongerechtigheid. Wij zoeken geen eigen troontje of eerste plaats en slaan niet met vuisten op tafel, maar zijn tot rust gekomen aan Zijn voeten. “En hieraan zult gij ze kennen, dat zij liefde onder elkander hebben”. Niet te verwarren met lief doen.

Onze problemen en moeilijkheden zijn bij Hem en voor Hem. Zijn oplossing is onfeilbaar en mislukt nooit, Zijn Woord is volmaakt in zijn uitwerking. Hij zegt? Vreest niet en al Zijn beloften zijn ja en amen.

Mozes was een Godsman, hij moest het met minder doen, hij moest tegen een weerspannig volk zeggen dat hij gezonden was en geroepen tot leider door “Ik ben”. Mozes ging in geloof en overwon. Jezus zegt? “Ik kan niets doen, zonder de wil van Mijn Vader”. Maar bij het graf van Lazarus sprak Hij deze woorden? “Ik weet dat U mij altijd verhoort”.

Bidden naar Zijn wil en leven naar Zijn wil on macht geven over je eigen wil, die niet in staat is, iets goeds te doen in Zijn Koninkrijk. Er moet eerst een nieuwe mens komen, uit God geboren, wedergeboren, dan pas kan de menselijke geest zich onderwerpen aan Gods Geest en in gemeenschap leven met Hem en zijn broeders en zusters. Dit zijn, zij die het grote plan Gods gaan zien van boven naar beneden die vanuit Hem gaan denken, die niet spreken van eigen werk.

Verborgen talenten

God is rechtvaardig en zal een ieder oordelen naar zijn werken on woorden en het oordeel begint bij het huis Gods. Het moet ons benauwen in Nederland dat wij elkander nog steeds in de weg staan door onze kruideniersgeest, waaruit ook “Pinksteren” zich niet heeft kunnen losmaken. Vele talenten komen niet tot ontplooiing in het Koninkrijk Gods, doordat deze overschreeuwd worden door hoogvliegers. De ge­lijkenis ven Jezus spreekt duidelijke taal. De dienstknecht met het ene talent wist dat de Heer rechtvaardig was, maar hard voor de ontrouwen, hij ging zijn talent begraven. Dit is niet de bedoeling van God, die wil dat wij goede vruchten voortbrengen. Het oordeel is hier op aarde en God laat Zijn rechtvaardigheid zien die twee en vijf talenten hebben ge­kregen en winst hebben gemaakt. God wil Zijn eigendom met rente terug.

Hij wil dat ons leven een belijdenis is, niet in formu­lieren en leerstukken, naar met betoon van geest en kracht. . Hij sprake “Laat ons mensen maken naar ons beeld”. De tweede Adam, Jezus Christus, en Zijn volmaakte offer, heeft de kroon der schepping, de mens, weer in Zijn plannen betrokken en een geest van openbaring gegeven. Er is vrede met God en de mensen. Deze mens heeft maar één binding, door de Heili­ge Geest met God de Vader en niets kan hem scheiden van de liefde van Christus. Hij is de God van hen die rusten in Zijn Woord, die geen kramp hebben, die geborgen zijn in Zijn almacht en weten wat Zijn wil is.

Heeft u geen talenten? God heeft overvloed. Als de mens zich onderwerpt aan Zijn wil, dan krijgt hij talenten, één of meer, en in Hem zullen deze winst brengen, heil aan de men­sen, genezing naar geest, ziel en lichaam, omdat in het li­chaam van Jezus Christus geen tekort is. Dan durven wij met David zeggen: “De Here heeft mij vergolden naar mijn gerech­tigheid” (Ps. 018:051-052).

Gods kracht en heerlijkheid

De hele schepping is vol van Zijn heerlijkheid en vol­maaktheid. En deze majesteit en glorie moet zichtbaar worden in Zijn volk – de Gemeente – duur gekocht en betaald. Die zal 1 zijn zonder vlek of rimpel, stralend, nu al heilig, een volk van priesters en koningen, om te heersen over de machten der ) hel, geen huilers, maar juichers, op een rots gebouwd, niet met trillende benen en vol wijsheid, maar de voeten ge­schoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vre­de s, vol van Zijn kracht. Verbonden met Zijn Schepper met ban­den der liefde tot in eeuwigheid, want niets zal ons schei­den van de liefde Gods.

Zoals in Jezus Christus en Zijn discipelen, zal ook de almacht van God zich openbaren in Zijn Gemeente, in deze eind­tijd. De bewijzen zijn er al. Veel Godsmannen en vrouwen kunnen getuigen van wonderen en tekenen die de gelovigen volgen als zij het Lam Gods volgen waar het ook gaat. Dit is Zijn wil; en wie zou die weerstaan?

Elk moment in ons leven staat Zijn almacht tot onze be­schikking om Zijn Naam te verheerlijken, Zijn Geest in ons.

David wist hier van toen hij nog een jongen was. Hij zegt tegen Goliath’. “Ik treed u tegemoet in de Naam van de le­vende God en deze dag zal de: Heer u in mijn macht geven. Want de strijd is des Heren”.

Dit is het grote geheim van het evangelie, in ons spre­ken en werken moet er maar één gedachte zijns “Wordt de Naam van mijn Meester verheerlijkt of zoek ik (soms onbe­wust) mijzelf?”.

Elia wist van die macht. Hij trok zich niets aan van het protocol, toen Naäman met zijn ziek lichaam en duur ge­volg aan de deur stond. Hij laat Gehazi zeggen dat hij zich zevenmaal moet onderdompelen in de Jordaan, dan zou het melaatse lichaam weer gezond zijn. Hij sprak met gezag, zo was ook de leer van Jezus, wat de Joden moesten erken­nen. (Joh. 03:01-03). Hij dreef boze geesten uit en genas de zieken. Dit was zijn dagelijks werk,.

Een evangelie zonder wonderen is een dode leer, een menselijke zaak, dor en saai, grauw en troosteloos. Met ziekte moet je leren leven, sprak de radiopredikant voor de zieken, dan kun je er weer een week tegen. Wij hebben een boodschap voor zieken en gezonden, bewogenheid voor het verlorene, als priesters van de allerhoogste God. Niet in hoogmoed en ijdel denken, naar in hoogheid en wijsheid, door God geleerd.

Het is Zijn Geest met onze geest die overwinning geeft in dit leven, de zwakken dragende en verdragende.

De ganse volheid Gods is ons geschonken in Een en moet openbaar worden in deze verloren wereld, die zichzelf zal vernietigen.

Het is ons erfdeel, wij zijn erfgenamen van de levende God en Zijn Naan zij geprezen tot in alle eeuwigheid. En dit is onze overwinning: ons geloof dat de wereld overwint.

 

Psalm 28 gedicht door Judith Jacobs

Bescherming

“Op Hem vertrouwde mijn hart en ik werd geholpen” (Ps. 028:007).

Mijn hulp zoek ‘k slechts bij Jezus,

De Rots van mijn behoud;

Voor mij heeft Hij gestreden,

Op ’t ruw Calvarie-hout. 

 

Mijn kracht vind ’k slechts in Jezus,

Mijn Pantser en mijn Schild;

Zijn vaandel heeft verwonnen,

Zijn Woord de strijd gestild.

 

Mijn heil is ’t bloed van Jezus,

Door Hem ben ik gekocht;

Hij heeft in dood en leven

De satan overmocht.

Ik blijf maar dicht bij Jezus,

Hoe groot is Zijn gena;

Het zijn God’s eeuw’ge armen –

Die dragen, vroeg en spa.

           

Koning Jezus door Jan W. Companjen

Ieder huis wordt door iemand gebouwd — en de bouwheer van alles is God, Mozes was inderdaad getrouw in heel Gods ‘ huis, maar als dienaar, om te getuigen van de woorden die God zou spreken. Christus echter is getrouw als zoon, aangesteld over het huis van God. En dat huis zijn wijzelf, als wij tenminste vasthouden aan de blijde zekerheid van onze hoop’.

Was het eerste verbond zonder fout geweest, dan had men niet omgezien naar een tweede (een nieuw verbond). Maar God laakt hun fouten (zij die van het oude verbond zijn) met de woorden: “Er komen dagen, zegt de Heer, dat Ik met het huis van Israël en het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten. Het zal anders zijn dan het verbond dat Ik met hun vaderen sloot, toen Ik hen bij de hand vatte om ze uit Egyp­te te leiden, want zij hebben zich niet gehouden aan Mijn verbond en Ik heb Mij niet meer om hen bekommerd, zegt de Heer. En zó zal Mijn verbond zijn dat Ik met het huis van Israël zal sluiten, zegt de Heer: Mijn wetten prent Ik in hun geest en Ik grif ze in hun hart: Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn. Dan zal niemand meer een ander on­derrichten noch zeggen tot zijn broeder: Ken uw Heer, allen zullen zij mij kennen, van de kleinste tot de grootste, Door te spreken van een nieuw verbond heeft Hij het eerste verouderd verklaard, en alles wat oud en bejaard wordt staat op het punt te verdwijnen”

(Heb. 03:04-06; Heb. 08:07-13) – Willibrord vert.)

Een nieuw tijdperk

Het is met het lezen van een boek vaak zo dat de één het prachtig en de ander er totaal niets aan vindt. Sommigen vinden een oorlogsboek prachtig, anderen vinden er ’to­taal niets aan, ja worden er onpasselijk van als ze zoveel menselijk leed van dood en verderf onder ogen krijgen.

Zo is het ook met het Woord, van God, de Bijbel. Het wordt in allerlei variaties gelezen. Als oorlogsboek en als geschiedenisboek, begrepen en onbegrepen. Toch zal het alle lezers opgevallen zijn dat bij de komst van Jezus Christus, de Bijbel en de mensen die er bij betrokken waren, een andere dimensie, een ander tijdperk zijn binnengegaan.

De periode van de wet, aan Mozes gegeven op de berg Sinaï, wordt afgesloten. De wet wordt in Christus vervuld. Het bouwwerk van Mozes, van wet en offer en van een Godshuis gemaakt zoals Mozes dat op de berg Sinaï getoond was, had zijn functie vervuld. Het was namelijk een afbeelding en schaduw van het hemelse dat met Christus komen zou. (Heb. 08:05). Zo had het eerste (oude) verbond een tabernakel met daarin o.a. de ark des verbonds en de stenen tafels waarop de wet Gods gegrift was.

Bij het verrichten van hun dienst kwamen de priesters (de dienstknechten des Heren) alleen maar in het voorste ge­deelte van de tent. In het tweede gedeelte (het heilige der heilige) kwam alleen de hogepriester en dan nog slechts éénmaal per jaar en dan niet zonder bloed. Hiermede gaf de Heilige Geest te kennen, dat de weg naar het heiligdom nog niet open lag.

Bij het offer op Golgotha scheurde dit voorhangsel van boven naar beneden (Matt. 27:51). De geheimenissen van het oude verbond werden openbaar gemaakt. Hoeveel te meer dan het bloed van stieren en bokken, zal het bloed van Christus ons bewustzijn reinigen van dode werken, om de levende God te gaan dienen, op de wijze, zoals Christus ons dat geleerd heeft. Hij is het vleesgeworden Woord van het Nieuwe Ver­bond Hij is niet binnen gegaan in een heiligdom met handen genaakt, een afbeelding van het ware. Neen, Hij is de hemel – de onzichtbare wereld – binnen gegaan, ons ten goede, om voor het aangezicht van God te verschijnen (Heb. 09:24). En zoals Jezus, toen hij hier op aarde was en in de zichtbare wereld zijn werk deed, met de Vader verbonden was, zo mogen wij thans met Hen verbonden zijn.

Hij de Middelaar van God en van de mensen, geeft ons de verlossing door zijn bloed en Hij is de Hoeksteen van het nieuwe bouwwerk Gods, een tempel heilig in de Here, in wie ook gij (indien gij dit wilt) mede gebouwd wordt als levende stenen tot een woonstede Gods in de Geest. (Ef. 02:21-22).

God die rijk is aan erbarming, heeft om Zijn grote liefde aan ons te openbaren,, ons levend gemaakt met Christus, hoe­wel wij dood waren, (dat wil zeggen; geestelijk dood) door de door ons. gepleegde overtredingen. Door genade Zijn wij behouden en heeft Hij ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten om ons het geheimenis van Zijn wil te laten kennen (weten).

De mannelijke rijpheid

Indien wij zien dat Christus ten hemel is gevaren om al­les tot volheid te brengen dan zullen wij ook zien dat wij mogen opwassen tot de mannelijke rijpheid, de gehele omvang van de volheid van Christus. (Ef. 04:13). Dan gaan wij het boek van God, de Bijbel, begrijpen en dan zien wij wat Hij met heu nieuwe verbond bedoeld heeft, namelijk persoonlijke leiding door de Heilige Geest.

Zoals het hoofd met spieren en banden en net zenuwen, met het lichaam verbonden is, zo wil Hij met ons verbonden zijn. Zo wil Hij ons de wet van het nieuwe verbond in het hart en in het verstand leggen. Zoals Hij de Vader kende, zullen wij Hem kennen en daarop aansluitend de Vader in Hem. Zo zal Vader, Zoon en Heilige Geest in (de Gemeente) het Lichaam van Christus, één geheel zijn. Mensen uit één stuk, die in Christus weten wat de wil van de Vader is. Wat is het toch een geweldig iets dat de Bijbel werkelijkheid in het leven van ons mensen kan worden. In Christus heeft God ons laten zien, dat Hij het vleesgeworden Woord is, hoe Hij de mens gedacht heeft en door geloof in Hem, de Adam van het nieuwe verbond, mogen wij Hem gelijkvormig worden. Dat is de ge­loofsweg die wij gaan mogen en die wij biddend mogen ontvan­gen met de bede; Heer, mij geschiede naar Uw Woord.

De duivel, de overste van deze zienlijke wereld, tracht ons natuurlijk van deze weg af te houden. Toen Jezus bij Zijn verzoeking in de woestijn ook deze weg wilde gaan, bood de duivel Jezus de gehele wereld aan. Hij zou koning over de hele wereld worden. Ook de Joden waren open poorten voor deze duivelse list. Menigmaal wilden ze Jezus, zelfs met geweld, koning maken. Maar Jezus ging hier niet op in. Hij had een andere, een Hemelse opdracht, die tot doel had dat er een nieuw Godsvolk zou geboren worden, die de wetten Gods in hun harten en in hun verstand hebben gegraveerd. Daarvoor is wedergeboorte en geestesdoop nodig. De belofte van de Vader aan Jezus was een nieuw volk, dat zou gaan op­trekken in de kracht van de Heilige Geest. Dat volk zou uitgaan en overwinnen en dat zal gaan uitlopen op een grote maar zegevierende oorlog in de hemelse gewesten. (Openb. 12:07) “En er kwam oorlog in de hemel: Michaël en zijn engelen hadden oorlog te voeren tegen de draak. (Engelen zijn gedien­stige geesten ten dienste van hen die het heil zullen beërven. (Heb. 01:14) Ook de draak en zijn engelen voorden oorlog, naar hij, de duivel met zijn trawanten, konden geen stand houden en hun plaats in de hemel werd niet meer gevonden. Enige verzen verder lezen wij dan dat het Koninkrijk Gods open­baar wordt. De duivel wordt neergeworpen door het volk Gods dat de nieuwe opdracht heeft verstaan, dat onze strijd niet tegen vlees en bloed is, doch tegen de overheden en machten in de hemelse gewesten.

Zij zullen overwinnen door het bloéd van het Lam en door het woord van hun getuigenis, (woorden gesproken op gezag van de naam van Jezus). Zij hebben hun eigen “IK” leven van bou­wen en werken in de zienlijke wereld, niet liefgehad tot aan het einde van hun leven, maar zijn ingegaan in de werkelijke tempel van God, het hemelse Jeruzalem. Dat hemelse Jeruzalem zal na Zijn volbrachte taak, op de aarde nederdalen.

Broeders en zusters, laten wij er acht op slaan en niet, net als de Israëlieten, in de woestijn blijven steken. Met hun ark, met hun verbond en wetgeving. Ze bouwden een kalf en verheugden zich over de werken hunner handen toen Mozes nog maar enkele dagen uit hun gezicht verdwenen was. Zij moesten góden hebben die vóór hun uittrokken. (Ex. 52:01-06). Later, in het beloofde land, toen alles nog wat rommelig was en de ves­tiging in het beloofde land nog wat meer “volkomen” moest worden, riepen zij met dezelfde woorden om een koning. Ook toen Samuël zei dat het aanstellen van een koning tot gevolg zou hebben, dat zij in dienst van die koning zouden komen te staan en dat zij voor hem de koning, de oogst zouden binnen halen, dat zij tienden zouden moeten betalen, enz., enz., rie­pen zij nog: Neen, neen, er moet een koning komen, dan zullen wij net zijn als alle andere volken. Onze koning zal ons rich­ten, vóór ons uitrukken en onze oorlogen voeren. (1 Samuël 8).

Ziet dan toe, dat gij Hem, die spreekt, niet afwijst. Want als genen niet ontkomen zijn toen zij Hem als koning afwezen hoeveel te minder wij, als wij ons afwenden van Hem die uit de hemelen spreekt (Heb. 12:25).

Wat voor huis zult gij mij bouwen, zegt’ de Heer, of wat is de plaats mijner rust? Laten wij afleggen alle last en zonde die ons zo licht in de weg staan en met volharding de wedloop lopen, die voor ons ligt. Laat ons oog daarbij alleen gericht zijn op Jezus de Leidsman, en voleinder des geloofs.