Levend Geloof 1974.09 nr. 150

“Mij ontbreekt niets!”

“De Here is mijn herder; ‘mij ontbreekt niets”

Deze hartenkreet van David in Psalm 23 mag ook de onze zijn. Ieder waarachtig kind van God weet dat Jezus is geko­men om leven en overvloed te brengen (Joh. 10:10). Hij mag dit dagelijks ervaren. God is een goede God! Onze Vader is een rijke Vader!

Het is foutief te denken dat wij in geestelijke armoede behoren te leven. We zijn reeds nu rijk in Hen! Al Gods be­loften zijn, in Jezus Christus, ja en amen!

Wel is het van groot belang er op te letten, dat het “mij ontbreekt niets”, wordt voorafgegaan door “de Heer is mijn Herder”. Is Hij werkelijk bewust onze Herder’ en Leidsman?

Alleen volkomen toewijding aan Hen, maakt ons deelgenoot van alles wat Hij beloofd heeft in Zijn Woord. “Des Heren ogen .gaan over de gehele aarde, om krachtig bij te staan hen, wier hart volkomen naar Hem uitgaat” (2 Kron. 16:08). Let op het woordje “vólkomen”,

De oudtestamentische voorwaarden en beloften voor Gods volk, zijn ook rechtsgeldig voor het nieuwtestamentische volk van God, de Gemeente; “Indien gij aandachtig luistert naar de stem van de Here, uw God, en doet wat recht is in zijn’ ogen, en uw oor neigt tot zijn geboden en al zijn inzet­tingen onderhoudt, zal Ik u geen enkele van de kwalen opleggen-, ‘die Ik de Egyptenaren opgelegd heb; Want Ik de Here ben uw Heelmeester” (Ex. 15:26).

“Gij zult de Here, uw God, dienen; dan zal Hij uw brood en uw water zegenen en Ik zal ziekte uit uw midden verwijderen” (Ex. 23:25)

“Sla acht op Mijn Woorden,’ neig uw oor tot mijn uitspra­ken; laat ze niet wijken, uit uw ogen, bewaar ze diep in uw hart. Want zij zijn Leven voor wie ze vinden, genezing voor hun ganse lichaam” (Spr. 04:20-22).

 

Het fundament door A. Brasz. (5)

Bijbelstudie over de zeven fundamentsstenen.

Een leer van dopen (Heb. 06:02) de derde fundamentssteen.

de Geestesdoop _

De grote doper

Als er ergens gesproken wordt over “de Doper”, dan gaan onze gedachten onwillekeurig uit naar de mens: “Johannes de Doper”. En dat doen wij niet alleen, maar dat zelfde over­komt bijna alle mensen. Wonderlijk is daarbij dat, deze grote figuur toch niet de grootste doper is waarover de Bijbel spreekt.

Wij denken meestal aan de zoon van Zacharias en Elisabeth, maar de Bijbel gewaagd in al de vier evangeliën van een veel grotere Doper. Laten wij eens kijken wat Matteüs verhaalt. (Matt. 05:11-12): “Ik doop u met water tot bekering maar Hij die na mij komt is sterker dan ik; Ik ben niet waardig Hem zijn schoenen na te dragen; Die zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur”.

Die grotere doper is Jezus, en van Hem wordt gezegd: “Hij zal u dopen met de Heilige Geest, en met vuur”. Er zijn twee dingen die Johannes de Doper beklemtoond:

1° Hij (Jezus) is de Zaligmaker, Hij neemt de zonden weg.

2° Hij doopt met de Heilige Geest.

Twee aparte zaken.

“En ik kende Hem niet, maar Hij die mij gezonden had om te dopen met water, die had tot mij gezegd: op wie gij de Geest ziet nederdalen en op Hem blijven, deze is het, die met de Heilige Geest doopt. En ik heb aanschouwd, dat de Geest ne­derdaalde als een duif uit de hemel, en Hij bleef op Hem. En ik heb gezien en getuigd, dat deze is de Zoon van God”.

Op wie je de Geest ziet neerdalen, die doopt met de Heilige Geest.

Wat is dopen?

Waarom wordt er hier toch gesproken over dopen met de Heilige Geest? Het Bijbelse begrip van dopen is totaal ondergedompeld worden, geheel overspoeld worden, een nietig schepsel ondergaand in een grote vloed.

Zo is het de bedoeling Gods ook met de Heilige Geest. Hij wil u zó overspoelen dat de Heilige Geest alles is en de mens, de mindere, geheel omvat wordt. Denk aan de Pinkster­dag in Jeruzalem. De Heilige Geest heeft de overhand. Ik moet minder worden en Hij moet meerder worden. Niet ik moet de weg aangeven, maar de Heilige Geest, en alleen als ik be­reid ben zo de Heilige Geest te Ontvangen, wil Jezus mij do­pen met de Heilige Geest. Hij doopt in de vloedstroom van de Heilige Geest die God geeft, als het ware in stromen van levend water. Eerst zullen de stromen van levend water u om­spoelen, en daarna belooft de Heer, zullen stromen van le­vend water uit u gaan.

Wanneer?

Maar wanneer? Dat vroegen de discipelen zich ook af. Wanneer zal Hij mij dopen met Zijn Heilige Geest en met Zijn vuur?

Twaalf discipelen koos Hij, en ze volgden Hem. Ze ver­wachten dat Hij hun zou dopen, indachtig de woorden van Johannes de Doper. Deze had hun immers gezegd dat Jezus onein­dig veel belangrijker was dan hij, en dat Jezus wel na hem zou komen, maar dat Jezus zou dopen met de Heilige Geest.

En ze gaan achter Hem aan en wachten af. Ze zien het wa­ter van Kana veranderen in wijn. Ze zien, op bevel van Jezus de koorts wijken bij de schoonmoeder van Petrus. Melaatsen worden gereinigd, kreupelen lopen, doden worden opgewekt, blinden gaan zien, doven horen en duivelen worden uitgewor­pen. Ze horen Hem zeggen: “De Geest des Heren is op Mij, om verlossingen te doen”. Ze geloven Hem en hun geloof wordt versterkt van dag tot dag.

Eens op een dag roept de Heer de twaalven bij zich en zégt: Jullie hebben Mij dit alles zien doen, zie Ik geef jullie ook macht en gezag on hetzelfde te doen. Ga nu, werp duivelen uit, geneest de zieken, en reinigt de melaatsen.

En de discipelen gingen…

In blijdschap kwamen ze terug en zeiden: Zelfs de duive­len waren ons onderworpen in Uw Naam.

Om hen te bewaren voor hoogmoed, en ons voor de gedachte dat deze opdracht maar een éénmalige gebeurtenis was in de schepping die alleen maar voor de twaalf discipelen zou weggelegd zijn, riep de Heer zeventig anderen en gaf hen dezelfde opdracht. Als u bijvoorbeeld denkt dat u in ’t- bij­zonder een uitverkorene van de Heer bent, dan zult u spoe­dig zien dat vele anderen ook door de Heer gezegend en ge­bruikt worden. Elia was ook zo’n man die dat dacht, en hij kreeg ook zijn terechtwijzing.

Drie, jaren lang ging het zo door met de discipelen. Ze zullen tegen elkaar gezegd hebben: “Johannes heeft toch gezegd, geprofeteerd, ‘Hij die na mij komt zal u dopen met de Heilige Geest’. En nu is Johannes reeds onthoofd, Jezus is hier bij ons, maar wanneer komt nu die doop? Of…. .hebben wij die doop al ontvangen?. . . .Was het soms die opdracht en die macht die wij kregen om uit te gaan, duivelen uit te werpen on zieken te genezen? Was dat soms de doop met de Heilige Geest? Maar Jezus heeft toch niet gesproken dat Hij hen toen doopte, maar dat Hij hen macht en gezag gaf”.

Toen kwam de ure dat Jezus hen voorbereidde dat Hij gekruisigd, ja zelfs gedood zou worden. Ze konden het niet begrijpen. Ze konden Jezus niet meer missen in hun leven, en ze wilden het ook niet.

Maar de Heer zei: “Als Ik niet heenga kan Ik jullie de Trooster niet zenden”.

Ze begrepen het niet…

Het gebeurde zoals Hij het hen voorzegt had. Daar hing Hij als gekruisigde, en het leven vloeide uit Hem weg. En nog had Hij niemand gedoopt met de Heilige Geest. Toch had Johannes gezegd: “Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur”.

Jezus stierf, werd in een graf gelegd, en… de opstan­ding kwam. De discipelen zijn bijeen achter gesloten deuren, uit vrees voor de Joden. En dan is plotseling Jezus daar.’

Zo is het vaak in je leven, als je het niet meer weet… dan is Jezus er.

Zo ook bij de ‘discipelen, Hij stelt Zijn volgelingen ge­rust: Vrede zij ulieden. Gelijk Mijn Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u. En na dit gezegd te hebben, blies Hij op hen en zei: ontvang de Heilige Geest.

Toch sprak Hij geen woord over dopen. Zou Johannes dat nu bedoeld hebben?

Hij had het verlossingswerk voltooid.- Hij had alle macht in hemel en op aarde. Hij had de macht om de Heilige Geest mee te delen aan Zijn discipelen.

Nog vijftig dagen

Nog vijftig dagen moeten ze verder, en in al die dagen is er door hen geen enkel wonderwerk gebeurd. Toch had Jezus gezegd: “Zoals de’ Vader Mij gezonden heeft, zend Ik u”.

Hoe had Zijn Vader Hem in de wereld gezonden? Jezus werd eerst geboren uit de Geest en op dertigjarige leeftijd ge­doopt in de Geest daar ergens bij de Jordaan bij Johannes.

Jezus, uit de Geest geboren, kon niet de opdracht van God volbrengen en tot een goed einde brengen, als Hij niet eerst werd gedoopt net de Heilige Geest. En Hij wist het. Eerst na die doop begint het grote werk van Jezus.

Niemand kan de opdracht van God volbrengen zonder de doop met de Heilige Geest. Zelfs Jezus kon dat niet. Hij had nooit Zijn bediening kunnen beginnen of voortzetten als Hij niet eerst werd gedoopt net de Heilige Geest.

Zo ook Zijn volgelingen. Niemand kan de taak hem van Gods­wege opgedragen, volbrengen, of hij moet door de Heilige Geest gevolmachtigd en bevestigd worden.

Ontvang de Heilige Geest had Hij gezegd tot Zijn discipe­len, naar een paar weken later zei Hij tot diezelfde volge­lingen: “Gij moogt Jeruzalem niet verlaten, naar moet blijven wachten op de belofte van de Vader die gij van Mij gehoord hebt, want Johannes doopte met water, maar Gij zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet vele dagen na deze”.

Voor de eerste maal

Tien dagen later gebeurde het. “En eensklaps kwam er … uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren, en er ver­toonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich ver­deelden, en het zette zich op een ieder van hen en zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken”.

Voor de eerste maal dat Jezus de mensen doopt in de Heilige Geest.

Jezus is de doper. Dat had Johannes gezegd. Drie jaar lang hadden de discipelen gewacht op deze bediening. Hij ging eerst naar de Vader en toen Hij daar ter rechterhand gezeten was, werd de belofte van de Vader vervuld.

Het volmaakte voorbeeld

Hoe ontvangt de mens de Heilige Geest? Alleen door Je­zus Christus. Hij had de Heilige Geest aan Zijn discipelen gegeven, maar op die dag van Pinksteren, was er een over­weldigende macht van de Heilige Geest, die de mens totaal in bezit nam hij werd gedoopt in de Heilige Geest.

De lichamen van hen waren werkelijk vervuld net de Heilige Geest, hun zielen waren totaal gedoopt in de Geest zodat hun verstand niet meer heerste, maar de Geest en Hij zelfs de tong, die niemand kan temmen, in beslag nam en daarmee God verheerlijkte net nieuwe tongen.

Dit nu was hot volmaakte voorbeeld, van wat.er gaat ge­beuren als Jezus doopt in de Heilige Geest. En (Heb. 11:08) ‘ zegt ons laconiek: “Jezus Christus is dezelfde gisteren, heden en tot in eeuwigheid”. Dus Hij is nog Doper, en Hij blijft Doper in de Heilige Geest.

Jezus kon die doop niet nissen, anders zou Hij Zijn op­dracht niet kunnen uitvoeren. Met de discipelen was het al evenzo. Ook wij hebben, die doop nodig, anders kunnen wij onze opdracht niet volvoeren.’ Is het daarom niet dat zovelen wel goed willen, maar dat het resultaat zo pover is?

Hebreeën 6 leert ons dat de Geestesdoop bij het fundament be­hoort, en zonder dat het fundament is voltooid kan er niet verder gebouwd worden, laat staan het gehele bouwwerk vol­tooid worden.

Als je sommigen hoort getuigen lijkt het of ze zeggen willen, dat zij zolang hebben doorgeleden tot zij ten laatste de Heilige Geest ontvingen. Er wordt al teveel be­klemtoond! “Wat heb ik gedaan”.

Getuig van Jezus

Jezus heeft gezegd: Wanneer jullie gedoopt zijn in de Hei­lige Geest, zul je kracht ontvangen… Nadat je gedoopt bent… en wees dan Mijn getuige. Getuig niet van jezelf, doch van Jezus. Men kan zichzelf niet dopen. Wat je zelf kunt doen, is eerbiedig het water in stappen, je handen gevouwen als in een bede. Je bent dan al met de helft van je lichaam in het water, je voelt het, je voelt de stroom, maar… een ander moet je dopen. Zo ook met de Geestesdoop.

Jezus is de doper net de Heilige Geest. Tien jaar later gebeurde hetzelfde in het huis van Cornelius. Terwijl Petrus nog bezig was net de prediking, viel de Heilige Geest op hen. Hij vertelde later! Toen gebeurde net hen, wat er net ons gebeurd is op de Pinksterdag. Hoe wisten de Joden, dat de heidenen ook de Heilige Geest ontvingen? “Want zij hoorden hen spreken in tongen, in vreemde talen”. Jezus blijft de Do­per, en de gevolgen zijn ook dezelfde. Mijn vriend, waarom zou u deze zaak dan niet nastreven? Bent u bang voor de ge­volgen?

Twintig jaar na Pinksteren komt Paulus in Efeze en zien wij dat, als hij voor de mensen bidt, zij de gave van God ont­vangen en ook in tongen sproken.

Wij dringen die tongentaal niet op als zijnde het summum, maar wij willen u goed doen verstaan, dat het een gevolg is van een heerlijke en machtige zegen, die ieder kind van God, dat voor Hen werken wil, en de werken doen wil die Jezus deed, ontvangen moet om de kracht te hebben die Jezus had.

Als u Zijn dienstknecht of dienstmaagd wilt zijn, raden wij u aan: Laat Jezus u dopen in de Heilige Geest!

 

Brandende pijlen

De gelovige die werkelijk actief is in dienst van de Meester, ervaart dat hij als een soldaat in de voorste frontlinies staat. Dit betekent dat, hij heel vaak het doelwit is van de tegenaanvallen van vijand.

Maar een waarachtig gelovige behoort bij het leger van de Overwinnaar, Jezus Christus. Wat de vijand ook doet, hij zal alle aanvallen kunnen weerstaan…. .als hij tenminste waakzaam is en gehoorzaam aan Gods bevelen.

Bij de, “geestelijke wapenrusting”, die Paulus be­schrijft in Efeze 6, wordt gesproken over’ “het schild des geloofs” waarmee wij “al de brandende pijlen van dé boze kunnen doven”.

Geloof is de sleutel tot de overwinning bij iedere aanval van de vijand. Geloof, is vertrouwen. Vertrouwen in Gods beloften, in Gods Woord en in het vleesgeworden Woord, Jezus Christus. Zij’ vormen samen het schild waar de pijlen van de vijand niet kunnen doorkomen.

Ook al zijn déze pijlen nog zo scherp en brandend, zij worden gedoofd en tegengehouden door, het schild, des ge­loofs. Gods Woord zégt: Al de brandende pijlen….”., geen enkele uitgezonderd.

Eens heeft Jezus gezegd: “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde” (Matt. 28:18).

Daarom zal een met het schild des geloofs bewapend: kind van God, overwinnend voorwaarts kunnen gaan in de Naam van Jezus.

Want de brandende pijlen’ van satan kunnen’ hen niet, treffen!

“Wie op de Here vertrouwt, is onaantastbaar!” (Spr. 29:25).

 

De volle weg met Jezus door H.J. Glasbergen

“Maar alles wat mij winst was, heb ik om Christus’ wil schade geacht. Voorzeker, ik acht zelfs alles schade, om­dat de kennis van Christus Jezus, mijn Here dat alles te boven gaat” (Filip. 03:07-08). Nog nooit hebben wij het genoegen gehad een “preek” te horen over deze woorden van Paulus. Dat de theologie, daarover zwijgt is mij nu duidelijk gewor­den.

Maar wij dan, geheel anders, wij hebben Christus leren kennen. Over (1 Kor. 04:09-15) heb ik alleen-maar spottend ho­ren spreken, wat voor zichzelf spreekt.

Is het lek bij ons?

Nu blijkt dat de beloften van Jezus Christus – die allen “ja en amen” zijn – niet zo feilloos functioneren als wij zo graag zouden zien, zou dit toch moeten leiden tot zelfon­derzoek, niet tot onderzoek van de ander.

Paulus corrigeert zichzelf telkens weer, maar durft ook de ander terecht te wijzen .”Daarom zijn er onder u vele zwak en ziekelijk, en er ontslapen niet weinigen (voor hun tijd) omdat zij het lichaam van Christus niet onderscheiden” (1 Kor. 11:27-32).

De wonderen en tekenen zullen de gelovigen volgen, is één van de vele beloften van Jezus. Daar Hij niet liegen kan, moet er ergens een lek zijn, en dat moet bij ons zijn.

Ziekte is door de zonde in de wereld gekomen, leert de Bijbel. Wat niet inhoudt dat elke zieke, blinde, lamme, etc. een grote zondaar is.

Jezus bracht het Koninkrijk Gods op aarde, naar de wil van de Vader. In dat Koninkrijk is alles volmaakt en zij die de Koning erkennen als hun Heiland, Verlosser en Heel­meester, groeien naar het beeld van Hem ‘die ons Zijn broeders noemt.

Jezus leerde Zijn discipelen alles prijs te geven, zono­dig een voetveeg te zijn en de minste te zijn. “Leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart”. Jezus gaf op­dracht het evangelie van het Koninkrijk Gods te verkondi­gen en de zieken te genezen en boze geesten uit te drijven. (Luc. 09:01-06; Matt. 10:05-08; Hand. 05:12-16; Hand. 19:11-12).

Een genezing op sabbat

Zou dit een antwoord kunnen zijn? Jezus komt te Bethesda waar een menigte zieken ligt te wachten op genezing wat uiteraard geen verheffend gezicht is. Als de engel Gods kwam van tijd tot tijd, was er genezing. Om welke reden weten wij niet. Jezus sprak een man aan die reeds 38 jaar ziek was en zei tot hem: “Wilt gij gezónd worden?”. (Jezus zag wat in de mens was). Zijn antwoord is: “Here, ik heb niemand die mij helpt als de engel komt en het water in beweging brengt” (Joh. 05:01-18).

Dan zegt Jezus tot hem: “Sta op, neem uw matras op en wandel”. En terstond werd de man gezond en werd tevens een wetsovertreder omdat hij “werkte” op sabbat. De vrome joden zagen hem liever ziek, dan dat hij met een matras op zijn rug liep. Hij wist niet eens wie hem had genezen. Je­zus vond deze man in de tempel en sprak: “Zie, gij zijt gezond geworden, zondig niet meer, opdat u niet iets ergers overkome….”

Na 38 jaar ziek te zijn geweest waren dit keiharde woorden. Het doet ons denken aan de geschiedenis van Kaïn en Abel. (Gen. 04:01-12). De zonde ligt als een belager aan de deur van je hart. Maar ik geloof, dat als een mens wer­kelijk gaat begrijpen wat Jezus ons als een erfenis gaf – het Koninkrijk Gods – dat wij overwinnaars over de zon­de worden.

Deze man werd gelijk een getuige van Jezus. Het is de zonde die scheiding maakt, zelfs voor de mens die wederge­boren is.

Schuld en lijden (Luc. 13:01-05)

Pilatus liet Galileeërs doden om hun bloed met zijn, of­fers te vermengen en de góden-te behagen. Jezus’ antwoord was: “Meent gij dat deze Galileeërs, omdat zij dit lot hebben ondergaan, grotere zondaars waren dan de andere? Of meent gij, dat die achttien, op wie de toren bij Silóam viel en die er door gedood werden, schuldiger waren dan alle andere mensen, die in Jeruzalem wonen? Neen, zeg Ik u, maar als gij u niet bekeert, zult gij allen evenzo omkomen”.

Als de mens zich niet bekeert en gehoorzaam wordt .aan het Woord .van God, leeft hij in het machtsveld van de boze, met alle gevolgen van dien, zegt Jezus. De duivel, de overste van deze wereld, is gekomen om te vernietigen. Je­zus Christus is de Koning over de gehele schepping en is gekomen om te helen, te herstellen en te bevrijden van deze overste der wereld.

Het zaad Gods kan niet zondigen, dat is de kracht van het Koninkrijk. “Wie Zijn Woord bewaart, in die is waarlijk de liefde Gods volmaakt”(1 Joh. 02:03-06). Zij leven in het cen­trum van Gods wil en zoeken- zichzelf niet. Zij vragen niet om erkenning (“koninklijke goedkeuring”). Zij zoeken geen bekendheid, maar erkenning door Jezus Christus. “Ik ben van boven”, zei Jezus tegen de Joden, “gij zijt van beneden”. Van wie zijn wij? Is ons hart niet verdeeld?

Zijn wij blij dat wij het Koninkrijk Gods waardig bevon­den zijn, dan vraagt dit ook van ons onberispelijk te zijn. Durven wij met David te belijden: “De Here deed mij naar mijn gerechtigheid”, en wat nog volgt (Ps. 018:021-052).

Wij weten dat veel mensen in Pinksteren en het zich noe­mende volle evangelie teleurgesteld zijn, wij hebben ook zelf zo onze ervaringen. Velen zijn teruggevallen in de zo­genaamde charismatische beweging en komen op een dood spoor te staan. Maar er is maar één evangelie en dit is uit Pink­steren. (Hand. 02:14-40). Al het andere is namaak.

Jezus Christus stelt nooit teleur en Zijn, plannen falen niet en Zijn Heilige Geest zal Hem verheerlijken. De Vader, het Woord en de Heilige Geest zijn de getuigen in de hemel en deze drie zijn één en er zijn drie getuigen op aarde, de Geest en het water en het bloed. Deze drie zijn ook één (1 Joh. 05:06-10). Een ieder die dit belijdt – en niets anders – is onze broeder in Jezus Christus.

Het oude zuurdeeg.

Het Koninkrijk Gods zal nooit koninklijk goedgekeurd worden, niet eerder dan dat Koning Jezus komt en alle ko­ninkrijken zullen vergaan, met alle ménselijke troontjes. Deze koning erkennen wij als Hij die alle macht heeft in he­mel en op aarde, Hij die zegt: Volg Mij, maak je los van het oude zuurdeeg, wat alleen maar tegenhoudt.

God wil zich verheerlijken in Zijn volk, kinderen moeten opgroeien tot zonen, tot alle goede werken in staat, in de kracht Gods. Zijn volk “behoort Zijn wil te openbaren, niet op onze voorwaarden, maar op Zijn voorwaarden.

Hij wil Zijn overwinning zichtbaar maken in de nieuwe mens, Zijn Geest behoort één te zijn met onze geest (Ef. 02:14-22). Dat heeft niets met vleselijke verlangens te ma­ken, maar alleen met het doel van God, Zijn veelkleurige wijsheid te openbaren in de mens.

De charismatische beweging in de kerken is genade van God en wij zijn verblijd dat er leven is en hopen en bidden dat velen tot de volle kennis der waarheid zullen komen. Het gevaar is nu al te zien, namelijk dat, alle theologen – die deel hebben aan deze beweging – zo- benadrukken, dat ieder in zijn eigen kerk moet- blijven. Nieuwe wijn doet men echter niet in oude zakken. Dit zijn de kerken waar de men­sen geleerd wordt tolerant te zijn tegenover vele ongerech­tigheden en grove zonden, al willen wij hier de R.K. van afzonderen. God laat zich door niemand de wet voorschrij­ven en de Heilige Geest zal heus geen kerkleer van wie ook bevestigen. Er wordt – zoals altijd veel besproken, maar de kinderdoop – een uitvinding van mensen – -komt niet aan de orde, dan kom je aan de kerkelijke macht. Wij hebben veel gesprekken met deze Geest vervulde mensen gehad en wij wisten dan beiden dat er een muur was tussen ons. Zou dit het werk zijn van de Heilige Geest, waarvan Jezus zegt: Ik wil dat zij allen één zijn, zoals wij één zijn, Vader. (Joh. 17:11-25).

Oecumene

Er is maar één Kerk, het Lichaam van Christus, welke niet gebonden is aan leerstukken en onfeilbare uitspraken. Als deze geestesbeweging zich werkelijk liet leiden door Gods Geest’ en zelf gehoorzaam werd, was er maar één leer, de leer van Jezus. Kerk, bekeer u tot de levende God, zoals Jezus deed (Matt. 04:17) zoals Johannes de Doper (Matt. 03:01-03) zoals Petrus (Hand. 02:14-40). Jezus Christus was geko­men voor de Zijnen, Hij sprak niet tegen ongelovigen. Johan­nes en Petrus ook niet met Pinksteren. –

Heren theologen predikt dit, vol van Gods Geest, in uw kerken, priesters van de r.k. kerk, zwijgt niet langer. Wee hen die geweten hebben en nochtans niet geloofd hebben. Ga eens voor God gezamenlijk op de knieën, en door de Heilige Geest geleid: “Wat moeten wij doen, Jezus Chris­tus?” Zullen er geen duizenden oprechte mensen in de kerken in hun hart getroffen worden en vragend “Wat moeten wij doen, mannenbroeders?” Dan kunt u vol oprechtheid antwoor­den: “Bekeert u, en een iedér late zich dopen en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen”.

Dan begint het Pinksterfeest opnieuw en u mag uw kinde­ren meebrengen. Die mogen dan zien hoe. ‘zij later zich ook kunnen én mogen laten dopen. Nu zijn zé reeds geheiligd in de ouders.

“Laat u behouden uit dit verkeerde, geslacht”. “En de be­houdenis is in niemand anders dan in Jezus Christus”. U heeft niets te verliezen, naar alles te winnen.” Zeg met Esther: “Kom ik om, dan kom ik om. Waarom moet er een schéiding zijn tussen ons en veel lieve-broeders én zusters  zelfs in onze families, door een leer van theologen, die God de wet willen voorschrijven hoe het allemaal zal gaan in de toekomst, als die er nog is tenminste. Moet de zonde van ‘Nederland zo hoog wórden dat God er niet meer overheen kan zien?

Het Koninkrijk Gods wordt openbaar en in dit Koninkrijk komt men alleen door wedergeboorte, niet net wijsheid of theologie. Laten wij feest vieren met een vers deeg. (1 Kor. 05:06-08).

Deze beweging zal verstarren als er geen doorbreek komt. Wij kennen mensen die al 15 jaar op weg zijn en geen stap verder komen dan kérkelijke gesprekken. Dit zijn de pootje baders die met hun tenen in het water komen. Als er een pinkstergolf komt, gaan ze gauw terug naar hun oude’ plaats. Dit zijn de mensen die de levensrivier ingaan tot hun enkels, die een verdeelde weg gaan.

Ezechiël 47 laat ons de stroom van levend water zien van uit het altaar, je mag er inzwemmen en het is er gezond. Maar laat je niet verleiden on in een moeras of zijarmpje te gaan zwemmen, waar geen leven is. De vraag zal nooit gesteld worden: “Van welke kerk ben je geweest?”, naar: “Was je van Mij”. Die van Hem zijn kennen geen nevelen en muren, maar die roepen: “Kom over en help ons om de mensen in nood te brengen aan de voeten van Jezus”.

“En de Geest en de bruid zeggen: kon.’ En wie dorst heeft kome, om wie wil, neme het water des levens on niet”.

De genade van onze Here Jezus zij met allen.

 

De Bijbel (2)

Wat daar allemaal in staat… Bijvoorbeeld: Hoe God ons gemaakt heeft. Niet uit het niets, naar Hij maakte ons uit de aarde.’ Alles wat in ons lichaam voorkomt, is ook in de aarde te vinden. Hij bouwde ons en Hij gedenkt nu nog dat wij stof zijn. Maar Hij blies Zijn leven in ons. (Gen. 02:07).

Hij heeft ons bijna Goddelijk gemaakt. “Ik verblijd mij over Uw Woord, als iemand die rijke buit vindt” (Ps. 119:062). In de Bijbel lezen we, dat God wel gebaande wegen voor ons heeft aangelegd, die wij kunnen verkiezen om te gaan. De Bijbel is Gods (taal)tuin,. waarin wij met Hem mo­gen wandelen in de avondkoelte. Hij heeft alle voorzienin­gen getroffen die wij nodig hebben, on Hen te kunnen die­nen. Om het doel te bereiken.

De Bijbel zegt, hoe we moeten zaaien en hoe te oogsten. Dat schapen geschoren moeten worden en hoe duur een paard is……Maar ook hoe duur wij zijn, onze ziel is meer waard dan alle schatten der aarde.

Bewaar Zijn woorden diep in uw hart, want zij zijn le­ven voor wie zo vinden en genezing voor het gehele li­chaam. En wie Zijn Woord bewaart, in die is de liefde Gods volmaakt.

 

De goede Herder (Psalm 23) door Judith

“Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij”

Ik zal niet vrezen, want’ Gij gaat –

Voor immer aan mijn zij;

Ik zal niet beven, want Gij zijt

Te allen tijd met mij.

 

Moet ‘k door een dal van duisternis –

Of moeit’ en tranen heen –

Dan mag ik weten “Trouwe God,

Gij laat mij nooit alleen”.

 

Want zij het leven of de dood,

Gij ‘gaat nog steeds vóóraan;

Wat kan mij deren zo ik slechts

Achter U aan mag gaan?!

 

Ik zal U loven, want Uw stok –

En staf vertroosten mij;

Ik zal U eren, want mijn Schild

En sterkte, Heer’, zijt Gij.

 

One way day nadert

In de Julianahal van de Jaarbeurs te Utrecht wordt op zaterdag 12 oktober de derde “one way “day” gehouden. Toen twee jaar geleden evangelist Ben Hoekendijk zijn plan voor een “one way day” lanceerde bij enkele andere leidinggevende broeders kreeg hij niet direct enthousiaste bijval. Toch wist Ben Hoekendijk zich in dé wil van de Heer en de eerste one way day werd reeds’ bezocht door 4000 jongeren. Vorig jaar waren het er 8000. En dit jaar verwacht men minstens 10000 bezoekers.

Een voorbereidend comité, onder leiding van Henk Ver­heul en Peter Vlug, verzet bergen werk om deze massale ont­moetingsdag van Jezus jeugd te doen slagen. De totale kosten worden beraamd op f 50.000,- Toch is dé toégang gratis, zelfs het fraai uitgevoerde programmaboekje wordt gratis verspreid. Men verwacht door vrijwillige offers de kosten te kunnen dekken. Er is bovendien een speciaal “one way day fonds”opgericht, waarvoor het gironummer van “Opwekking” ten dienste staat.

Op 10 oktober wordt een landelijke gebeds en vastendag gehouden, want de “one way day” zal ongetwijfeld als een magneet fungeren voor onbekeerde jongens en meisjes.

 

Programma “One way day”:

10.00 – Opening zaal. Zangdienst o.l.v. Wies Hoekendijk. Optreden “The Burning Candles”. Spreker Ben Hoekendijk.

Middagprogramma:

14.00 – Zangdienst o.l.v. Wies Hoekendijk. Optreden van “The Lighters” “De geheimzinnige stoel”. Spreker Nico van Biljou.

Eerste optreden van “Choralema” uit Zweden. Spr. Joh. Prinsel.

Avondprogramma:

19.00 – Musical “Living Waters” van “Choralerna” Slotboodschap Ben Hoekendijk.

 

Overwinning door Gert Jan Doornink

Overwinning is een fascinerend woerd. Wie wil niet graag overwinnaar zijn, wie wil niet de overwinning behalen? Als kind voelen we ons de koning te rijk als we een spel hebben gewonnen of als de rapportcijfers uitwijzen dat wij de beste van de klas zijn.

Overwinnaar zijn speelt ook in het verdere leven een overheersende rol. In de sport wordt de overwinnaar beju­beld en verafgood. Op ieder terrein is het streven van de mens gericht op de overwinning. Heel vaak gaat dat ten koste van de medemens, ‘door “te werken net de elle bogen” of soms door “over lijken te gaan”.

In de ogen van God heeft dit alles echter geen enkele waarde. Gods Woord zegt: “Wat baat het een mens, als’ hij de gehele wereld wint, naar zichzelf verliest of zelf schade lijdt?”(Luc. 09:25). “De wereld gaat voorbij en haar begeren, naar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid” (1 Joh. 02:17). Wat dit laatste betreft: Hier raken we de kern van de zaak: De wil van God doen.

De natuurlijke mens kan echter Gods wil niet doen. Immers iemand die niet bekeerd en wedergeboren is, leeft nog in de zonde, is in de nacht van satan. Hij kan misschien in de wereld wel allerlei “overwinningen” behalen, naar dat is alles van voorbijgaande aard. Het is surrogaat.

Zodra iemand door bewust gelóóf in Jezus Christus een kind van God is geworden, treedt hij een nieuwe -geestelijke – wereld binnen. Een wereld van onbegrensde mogelijk­heden, als tenminste de factor “geloof” gehanteerd wordt.

“Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping: Het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen”(2 Kor. 05:17). Dit nieuwe leven in Christus vindt zijn basis in het volbrachte werk van Jezus Christus aan het kruis van Golgotha. Daar behaalde Jezus de grootste overwinning uit de wereld geschiedenis. Daar overwon Jezus de nacht van satan. Toen Hij het uitriep: “Het is volbracht'” had de duivel schijnbaar de overwinning behaald. Maar in werkelijkheid betekende het zijn nederlaag en was het de overwinning van God. Jezus bleef namelijk niet in het graf, naar stond op uit de dood. Hij overwon dood en hel.’

Wie in Hem gelooft, mag delen in Zijn overwinning. Iede­re keer weer opnieuw.’ Dit is het heerlijke van het Chris­ten zijn. Ook over de kleine dingen mogen wij overwinnaar zijn, zonde en ziekte, twijfel, vrees en zorg hebben geen recht meer het leven van een kind van God te beheersen. Jezus heeft gezegd: “Zie, Ik heb u macht gegeven om op slangen en schorpioenen te treden en tegen de gehele le­germacht van de vijand; en niets zal u enig kwaad doen” (Luc. 10:19)

Vele kinderen Gods leven in de nederlaag. Bij iedere aanval ven de vijand gaan zij tegen de vlakte. ‘Dit is niet naar Gods wil. Zo is het beeld van Jezus in de gelovige niet zichtbaar en zijn wij niet ten volle bruikbaar in dienst van de Meester. Immers de wereld let er op of wij datgene wat wij proclameren zelf beleven. Daarom behoort ons leven in beslag genomen te worden door die ene gedach­te: Hoe wordt de overwinning van Jezus in mijn leven gerea­liseerd?

Paulus – om een Bijbels voorbeeld te noemen – kende de overwinning in zijn dagelijks leven. Hij schrijft aan de ge­lovigen te Rome over de vele dingen die hij beleefde en zegt dan: “Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars” door Hem,’ die ons heeft liefgehad” (Rom. 08:37).

Het geheim van Paulus’ overwinning schuilde in zijn onvoorwaardelijke overgave aan zijn Heer en Meester. Paulus gelóófde.

Alleen door het geloof kunnen ook wij overwinnaars zijn, zoals Johannes zo duidelijk tot uiting brengt in Zijn brief: ‘En dit is de overwinning, die de wereld overwonnen heeft: ons geloof”(1 Joh. 05:04).

 

De boodschap van het Volle evangelie kunt u beluisteren over Radio Luxemburg, 208 en 49 m. Iedere zondagmorgen van 7.30 tot 7.45- uur spreekt: Evangelist Joh. Maasbach van Den Haag.

 

Mededelingen redaktie

Door een samenloop van bijzondere om­standigheden kon “Levend Geloof” tot onze grote spijt in de afgelopen maanden niet verschijnen. Met dit nimmer maken wij echter een nieuwe start net de uitgave van ons blad, dat nu weer regelmatig iedere maand uitkomt. Met nieuwe energie en toewijding hopen wij via “Levend Geloof” velen te bereiken met het heerlijke, volle evangelie van Jezus Christus. Wilt u voor deze arbeid bidden en ook proberen door het winnen van nieuwe abonnees het lezersbe­stand uit te breiden.          …

“Pastorale” – Is de titel van het nieuwe gedichtenbundel­tje van onze medewerkster Zr. Jacobs (Judith). Het is het vierde bundeltje’ gedichten van haar dat door ons werd uit­gegeven. De eerste uitgave “Lichtpuntjes” is geheel uit­verkocht. “Alpha en Omega”, deel 1 en 2, is echter nog verkrijgbaar. U kunt bestellen via nevenstaande coupon.

Al zou het de paus zijn’ – Onder deze titel wordt een televisie programma uitgezonden via de KRO over het werk van de bekende evangelist Johan Maasbach op 17 sept, 21.45 u.