Levend Geloof 1976.09-10 nr. 167

De schuilplaats gedicht door Judith Jacobs

(Heer, waar dan heen..,.?)

(Ps. 091:014-015; Ps. 050:015)

Heer, waar dan heen met alle vragen.

Als ’t water tot mijn lippen stijgt?

Als donk’re wolken samenpakken

Het naad’rend noodweer mij bedreigt?

 

Naar welke plek zou ’k moeten vlieden?

Er is geen schuilplaats in de nood:

Geen hulp of redding kan men bieden

In ’t eenzaam strijdperk van de dood.

 

Toch hoef ik Heiland niet te vrezen

Want Gij beveelt Uw eng’len wacht:

Door Uwe liefd’ en zorg omgeven

Ben ’k veilig in de donkerst’ nacht.

 

Heer, waar dan heen? Met alle vragen

Voert ieder pad slechts naar U heen’

Gij laat – in d’ ure der beproeving –

Die Uw Naam kennen: nooit alleen”.

 

Wie beïnvloed de menselijke geest? Door Gert Jan Doornink

De grote strijd die zich afspeelt tussen God en satan gaat om de beïnvloeding van de menselijke geest. Daarbij is een groot verschil. Terwijl God probeert de menselijke geest te beïnvloeden in positieve zin, probeert satan het in negatieve zin. Omdat satan slechts één doel voor ogen heeft, namelijk de vernietiging van de mens, zodat er geen vrede mogelijk is tussen God en mens, zal hij alles op al­les zetten om dat doel te bereiken. Hij gebruikt hiervoor alle mogelijke middelen: lectuur, radio, televisie en last- but-not-least de woorden die onwedergeboren mensen recht­streeks spreken tot hun medemensen, waarmee ze dagelijks in contact komen.

Maar wat voor satan geldt in negatieve zin, geldt voor God in positieve zin. Gods doel voor de mensheid is: her­stel van de verbroken verbinding, vrede, blijdschap, geluk, openbaring van het nieuwe leven.

Nu zou men vermoeden dat de mensen ‘en massa’ vrede met God zoeken. Immers wie zoekt nu ongeluk in plaats van geluk? Wie wil niet graag eeuwig leven?

Helaas is dit niet het geval. Velen hebben de duisternis liever dan het licht. Velen laten zich liever verblinden door de vader der leugen en blijven onder zijn invloed.

Ook denken velen dat onder invloed van satan uitkomen onmogelijk is, dan alleen misschien bij de dood en hopen dan op hun sterfbed op eeuwig leven. Terwijl de Bijbel toch duidelijk zegt dat wij reeds nu eeuwig leven ontvangen als wij geloven in het volbrachte werk van Jezus ..Christus.

Positieve beïnvloeding

Voor hen die het nieuwe, eeuwige leven van Jezus Christus hebben ontvangen is het daarom zo uitermate belangrijk dat zij met grote kracht in Jezus’ Naam proclameren dat Jezus de Verlosser is naar geest, ziel en lichaam. Dat Hij nieuw le­ven schenkt, een leven waarin geen plaats is voor het werk van satan, maar waarin God Zijn herstellend en vernieuwend werk kan doen.

Iedere Christen, ieder wedergeboren mens, be­hoort een spreekbuis te zijn van de levende God om de menselijke geest te beïnvloeden in positieve zin’. God doet Zijn werk thans door de Gemeente, waartoe allen behoren die gereinigd zijn door het bloed van Jezus.

Maar dan moet ook bij de leden van die Gemeente het wer­kelijke verlangen zijn om de volheid en de overwinning van Jezus Christus, te openbaren. Want het geraffineerde van de duivel is en velen zien dit willens en wetens over het hoofd, dat hij ook de wedergeboren mens probeert in negatieve zin te beïnvloeden, zodat deze geheel of gedeeltelijk uitgeschakeld wordt. Als instrument in Gods hand. Vandaar de oproep van Paulus in (Kol. 03:01-03). Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods. Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op aarde zijn. Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God.

Bedenk de dingen die boven zijn.

Ons oude leven is gestorven, het is met Christus begraven in het watergraf. Wij zijn met Christus opgewekt, het nieuwe leven is in ons. Welnu, Paulus zegt, als dat zo is, zoek en bedenk dan de dingen die boven zijn. Laten we satan geen voet geven, opdat God ten volle zijn werk in en door ons kan doen. We zijn betrokken bij een strijd op leven en dood. Maar het is een geestelijke strijd. Laten we dit niet over het hoofd zien. Paulus zegt, want we hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten (Ef. 06:12). De menselijke geest is alleen in positieve zin te beïnvloeden als wij geestelijk strijdend, denken en handelen! Laten we daar als kinderen Gods een actief aandeel in hebben!

 

 

 

Met Hem meer dan overwinnaar door H. J. GLASBERGEN

Zekerheid

De mens, die verzoend is met God, door onze Heer Jezus Christus, heeft de zekerheid dat hij een nieuwe schepping gaat worden als hij zich hier naar uitstrekt. De wil van de mens speelt hierin een grote rol.

Naar de mate waarin men de gezindheid van zijn Meester wil volgen en uitdragen zal hij ook ontvangen. Zo wordt de mens een nieuwe schepping uit Gods Geest. En drie getuigen ven “hem” in de hemel en drie getuigen van “hem” op aarde.

Nu horen wij in het volle evangelie veel overwinningskreten en liederen, maar velen weten vaak niet wat zij dan wel overwonnen hebben. Als wij werkelijk zijn wat wij zeg­gen, is de vraag aan de orde wat dan de schuld is van de grote verdeeldheid die nog steeds groter wordt.

En toch belijden wij terecht: Dit is het volle evangelie, er is geen ander. Niemand schaamt zich, niemand voelt zich schuldig. Tegen wie strijden wij? Wij geloven Gods Woord als de enige waarheid en hebben allen gelijk, dacht ik. Toch roept niemand in de woestijn van verwarring: Laten wij het beloofde land in bezit gaan nemen en het Huis Gods gaan bouwen, want dit is Zijn wil. (Hagg. 01:07).

Rekening

Het excuus weet ik; Wat is de winst als je dit naar bui­ten brengt? Niet: Wat is het verlies als wij het zo laten? Eens komt de rekening, dat staat vast. (Heb. 04:12-13). Het oordeel begint bij het Huis Gods en wee hen die het geweten hebben.

Alles wordt bedekt, niet met de mantel der liefde, maar met het Woord van God. Ieder voelt zich onschuldig en gaat rustig door, zijn eigen weg, zijn eigen werk! Allen zijn gedoopt in water en gedoopt in de Heilige Geest en dat geloven wij. Maar die Heilige Geest is al lang weg, anders wa­ren die scheuringen door de Heilige Geest veroorzaakt. En dat geloven wij toch niet of zou dit ook kunnen?

Vrucht

Want de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap en vre­de. Is deze Geest, die uit God is, dan niet dezelfde Geest die in Jezus Christus was en niet meer in staat meer te doen dan wij bidden en beseffen? Dienen wij Hem in heiligheid en gerechtigheid voor Zijn aangezicht, al onze dagen?(Luc. 01:75) Zijn wij een heilige natie, een volk Gode ten eigendom?

(1 Petr. 02:09).

De Heilige Geest is bedroefd weggegaan, toen Hij al die belangrijke mensen zag dié in de wijngaard arbeiden. Zij zeggen: Wij arbeiden al zo, lang en hebben dus veel meer rechten. Wij hebben veel meer te openbaren en doen dat ook.

Wijsheid

De veelkleurige wijsheid wordt in het lichaam openbaar. Niet in een bepaalde kerk, gemeente of groepering. God staat boven alle dingen. Maar gij, o mens, wij zijt gij, dat gij God zou tegenspreken? Of heeft de pottenbakker niet de vrije beschikking het ene voorwerp tot eervol en het an­dere tot alledaags gebruik te maken?(Rom. 09:19; Rom. 09:25).Wie zijn wij eigenlijk buiten Hem? God laat zich door niemand onder­wijzen, maar wie wil er nu leem zijn?

Velen spreken over het zoonschap en zijn nog niet eens uit de kinderschoenen. Als wij elkander nog verbijten en niet accepteren, zijn wij Hem niet waardig. Wij kunnen ons verliezen in beschouwingen over het duizendjarig rijk en de buurman mast ons gaat verloren, omdat deze niet uit ons ziet dat Jezus leeft in ons. Jezus had een boodschap voor nu, voor de mens in nood in deze tijd.

Bandeloosheid

In Nederland worden Gods inzettingen met voeten vertrapt door een goddeloze regering. Duizenden kinderen worden door een geprogrammeerde bandeloosheid tot de slavernij gebracht onder de leugen van de vrijheid, door de vader der leugen. En wij zwijgen bescheiden in alle talen, kritiek genoeg in besloten kring.

Als wij teruggaan naar het begin, wat wij toch belijden, dan lees ik in (Hand. 01:02) dat er honderdtwintig mensen bijeen waren, mannen en vrouwen, met Maria en de broeders van Je­zus. Deze lieten de toenmalige wereld weten in alle talen dat Jezus de Christus was en opgestaan was uit de doden en in hen leefde, wat zich openbaarde in wonderen en tekenen. Zijn kracht werd in zwakke mensen volbracht. Zij lieten zien dat Hij alle macht had in de hemel en op de aarde.

Er was nog geen partijschap en scheuring, zij waren één van zin en hadden één doel. Zij waren niet van Paulus of van Apóllos. Christus is niet gedeeld. Er is één God en Va­der, één Naam tot behoudenis: Jezus Christus. Want Hij is goed en Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid!

Doel

En God was met hen en bevestigde Zijn Woord en belofte. Zijn Naam werd verheerlijkt. ”De Heilige Geest zal Mij verheerlijken”(Joh. 16:11). Verheerlijken wij Gods Naam? Dit is het doel van Ons leven. “Laat die gezindheid in u zijn die in Christus was”(Filip. 02:05-11).

Hij heeft zich vernederd voor ons. Zonder ons te verne­deren lopen wij vast in menselijke ijver, goed bedoeld dikwijls, maar waardeloos voor God. Na jarenlang op de weg te zijn, ga je zien wat vleselijke begeerte om God te dienen, kapot maakt en schade doet.

Er was eens een V.E.Z.A., een instrument van God, geleid door oprechte Godsmannen, de Geest van God was in hen en werkte door hen. Duizenden mensen kwamen tot nieuw leven, jonge mensen zijn nu op de zendingsvelden door het werk . . van de Veza, het was een uitdaging aan Nederland.

Afgang

Het was Gods tijd en Zijn werk. Er was gerechtigheid, liefde en blijdschap en vrede. Tot er mensen in het bestuur infiltreerden die niet uit God waren, wat zich uitte in ru­zies en verdeeldheid. Zij wisten het veel beter dan de geroepenen. De Heilige Geest ging bedroefd weg. De totale af­gang was begonnen, het sprookje was uit.

Is dit onze belijdenis, opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn? (Ef. 01:01; Ef. 01:14). Hoeveel werk wordt niet kapot ge­maakt en stil gelegd door mensen die zich geestelijk noemen maar star zijn in hun eigenwaan en geloof in zichzelf. In steden en dorpen zijn deze te vinden. Zij hebben ijver voor God, maar zonder verstand. Gemeenten zonder voorganger en oudsten die geroepen zijn door mensen leiden dan deze groe­pen zonder de kracht van de Heilige Geest, zoutloos en vruchteloos. Het bijbels patroon van onze meester – volmaakt, heilig – is niet hun zaak. De Heilige Geest kan daar geen apostelen, profeten, herders, leraars en evangelisten plaat­sen, want er is geen plaats voor Gods Geest om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, zij doen dit allemaal zelf wel.           

Lichaam

Jezus zegt van Zijn Woord dat het als zaad is. Als dit zaad de grond niet ingaat om te sterven, kan het geen vrucht vóórtbrengen, dan verdroogt de levenskiem. Hij spreekt over stromen van levend water, van de Heilige Geest, Zo heeft een gemeente het levende water nodig. Waar vlese­lijke werken zijn en domme hoogmoed, kan en wil God niets doen, daar kan Hij Zijn Naam niet verheerlijken.

Verblind in hun ijver zonder verstand, brengen zij geen vrucht op. Buiten het lichaam – het Bijbelse voorbeeld – is er geen leven, het wordt steriel. Sprekers die allen een eigen geluid vóórtbrengen maken de verwarring nog groter in zich noemende volle evangelie kringen. Hele gemeenten zijn verdwenen, kwijnen weg of staan op een laag pitje zonder getuigenis. Zou dit Gods weg zijn en Zijn wil?

Talenten

God erkent geen vleselijke werken. Doe het werk waartoe je geroepen bent, of wacht tot God je roept. De Heilige Geest maakt geen fouten. Een ieder heeft talenten van God gekregen om in het Lichaam van Jezus Christus, de Gemeente, te dienen. Niemand is onbelangrijk op zijn plaats, maar wel door God aangewezen en niet zelf georganiseerd. De een acht de ander uitnemender dan zichzelf.

De wereld om ons heen hongert en dorst naar gerechtigheid, ook de wereld direct om ons heen. “Geeft gij hen te eten”, zegt Jezus. Dit is de opdracht: “Gij zult Mijn getuigen zijn”. Wie zal het anders moeten zeggen dan wij, want dit is het evangelie en het antwoord op de nood van de mens van deze tijd.

Dienstknecht

Durf en wil een steen zijn van een onzichtbare muur van het Huis Gods. Niet erkent door mensen, maar door God ge­kend: “Gij goede en getrouwe dienstknecht…..” Dit zijn de schatten die alle verstand te boven gaan.

Gelukkig zijn er nog veel gemeenten op Bijbelse grond gebouwd, waar de mens herstelt naar geest, ziel en lichaam. Dit zijn de overwinnaars door Jezus Christus, de zonen Gods, die zichzelf onderworpen hebben aan de wil van de Meester.

 

5e One way day

Grote demonstratie van 15.000 jongeren voor christelijk karakter van Nederland

Utrecht- “Wij hebben samen gebeden dat ons land weer een christelijke natie wordt ‘ . Dat stond in een telegram dat evangelist Ben Hoekendijk zaterdag 23 oktober namens 15.000 jongeren in de Utrechtse Jaarbeurs naar de leden van de Tweede Kamer stuurde. Voor de vijfde keer hield hij zijn jaarlijkse zogenaamde ‘one Way Day’ die meer bezoe­kers trok dan ooit tevoren. Zij kwamen uit de meest uiteen­lopende kerkelijke richtingen. De dag stond in het teken van gebed voor land en volk onder het motto “Terug naar de Bijbel”. Behalve naar de Tweede kamer werd ook een telegram gezonden naar het koninklijk paar, waarin o.m. werd gezegd: We geloven dat alleen een terugkeer tot God ons land voor verdere ontwrichting kan bewaren”.

Jezus maakt vrij’

In het telegram aan het parlement stond dat de One Way Day een demonstratie was voor het behoud van het christe­lijke karakter van Nederland. De Kamerleden werd verzocht voorstellen te steunen, ‘die blijk geven van geestelijke weerbaarheid en die gegrond zijn op de Bijbelse moraal.

In de volle Julianahal zaten ’s middags de duizenden jongeren twee aan twee, op stoelen of op de gronde te bid­den. Ook deden zij Bijbelstudie over het thema: “werkelijk vrij zijn’, aan de hand van vragen en verwijzingen naar Bijbelteksten in het programmaboekje.

Het evangelie is het antwoord

’s Morgens had Ben Hoekendijk de jongeren opgeroepen zich niet te laten meeslepen met hun omgeving. “Wees waak­zaam. Je omgeving dicteert je ten aanzien van kleding, haardracht, taalgebruik en andere misschien vrij onschuldi­ge zaken. Durf als het nodig is alleen te staan. Je omge­ving moet niet jouw, maar jij moet je omgeving beïnvloeden”, aldus Ben Hoekendijk, die het “ruggengraatloze gepraat in dit land” hekelde.

‘Een biddende minderheid kan het land veranderen. Het evangelie is het antwoord op de crisis van Nederland’ . “Hij stelde de Bijbelse figuren Ester en Daniel, die een belangrijke rol speelden voor de toekomst van het Joodse volk, ten voorbeeld voor de naar hem luiste­rende menigte” ten voorbeeld voor de naar hem luisterende menigte. “De toekomst van het Nederlandse volk rust mede op jouw schouders. Ons land hoeft niet verder weg te zinken in economische crisis, cha­os en immoraliteit”.

Een “evangelische beurs”, waar zo’n 80 christelijke orga­nisaties zich met stands presenteerden, een 600 man tellend koor met orkestbegeleiding (dat speciaal voor deze dag gecomponeerde liederen zong) en geloofsgetuigenissen van verscheidene jongeren waren opmerkelijke onderdelen van de ma­nifestatie. ’s Avonds zong en sprak de voormalige Engelse popzanger Len Magee, die na een stormachtig leven christen is geworden. Ook een voormalige hoofdrolspeler uit de Neder­landse cast van de musical “Hair” vertelde hoe hij enkele jaren geleden tot geloof was gekomen.

Duizend jongeren in de nazorgruimte en een groot financieel wonder

Meer dan duizend jongeren bezochten in de loop van de dag de zogenaamde “nazorgruimte” om te kennen te geven dat zij tot geloof wilden komen of om over andere geestelijke noden te praten en te bidden. Een groot aantal pastorale werkers stond daarvoor voortdurend ter beschikking. ‘Dit is een geestelijke revolutie in ons land” riep Ben Hoekendijk ’s middags uit. Vandaag wordt er historie gemaakt. Ons volk mag het weten: Er is een jeugd die opstaat, opdat het land zal worden gereinigd”.

Behalve de kosten van de dag. f.90.000 – brachten de jongeren nog f.12.000- voor een computer t.b.v. Wycliffe Bijbelvertalers en f.15.000,- voor een kerkje op het eiland St. Martinique bijeen. “Een groot financieel wonder’ aldus Ben Hoekendijk.

Johan Th. Bos.

 

Mijn woning. Gedicht door Judith Jacobs

De eeuwige God is u een woning en onder u zijn eeuwige armen”(Deut. 33:27). Ja zelfs de haren van uw hoofd zijn alle geteld”. (Luc. 12:07)

Ik weet: de haren van mijn hoofd

Zijn door Godzelf geteld;

Geen macht is er die keren kan

Wat Jezus heeft gesteld.

 

Als Hij mijn veil’ge woning is

Waar ‘k in verkeren mag.

Zal dat mijn rust en vreugde zijn

Ook op de kwade dag.

 

Zijn eeuw’ge Vaderarmen zijn

Gedurig onder mij

En wat er ook gebeuren zal

Hij is mij steeds nabij

 

Ja, die verzeek’ring is mijn kracht

Geeft vrede voor ’t gemoed;

Te weten: dat ik ben gedekt

Door Jezus’dierbaar bloed.

 

 

De verdediging van Stefanus door Jan W. Companjen

‘ Zoals wij afgesproken hebben zullen wij het dit keer hebben over de verdediging die Stéfanus uitsprak tegen zijn veroordelers. Stéfanus stond bekend als een man vol van Geest en wijsheid. Hij was een echt handelend christen. In (Hand. 06:08) lezen wij o.a. dat Stéfanus, vol van genade en kracht, wonderen en grote tekenen deed onder het volk. Desalniettemin moest hij opgeruimd worden omdat hij de bestaan­de zeden niet onderschreef, maar de leer van Jezus Christus verkondigde, met alles wat daaraan verbonden was.

Wat was dan wel het uitzonderlijke dat daar tussen joodse ”gelovigen” zulke grote meningsverschillen ontstonden? Wel dat vond nergens anders zijn oorzaak in dan dat de jo­den hun oude geloof wilden behouden (met tempel en wet) en dat Stéfanus de leer van het Koninkrijk der hemelen verkon­digde. Stéfanus had voor 100% begrepen dat met de komst van Jezus een nieuw begin werd gemaakt. Al het vorengaande was schaduw geweest en was in Christus vervuld. Vandaar dat wij nu kunnen zingen: ”Want nu de Heer is opgestaan, nu vangt het nieuwe leven aan. Een leven door Zijn dood bereid, een leven tot in eeuwigheid”.

Leven in twee werelden

Na de komst van Jezus op aarde en Zijn volbrachte werk, kon de mens weer in twee werelden leven. Hier op deze aarde met beide benen op de grond, maar ook nog – en dat is het werkelijke christelijke leven – in de hemelse gewesten.

Door bevrijding en verlossing van zonde en schuld kon de mens weer, door de doop met de Heilige Geest, gemeenschap hebben met God als zijn hemelse Vader. Hij kon weer gemeen­schap hebben met zijn Schepper en vanuit die gemeenschap vrucht dragen.

Jezus liet ons als het vleesgeworden Woord, Gods wet zien. Hij leefde die als het ware aan Zijn volgelingen voor. En zoals de Vader Hem gezonden heeft, zo zendt Hij ons thans. Hij is het Hoofd van Zijn Lichaam, de Gemeente. Dat Lichaam wil Hij gaan besturen, zoals Hijzelf door de Vader bestuurd werd.

De betekenis van het avondmaal

Deze dingen waren bij Stéfanus geworden als vlees en bloed. Zijn hele wezen was als het ware daarmee doortrokken. Het Avondmaal is hiervan ook een beeld. Het brood (het li­chaam) en de wijn (het bloed van Jezus) worden doordat wij het opeten, dat wil zeggen tot ons nemen, geheel in ons lichaam opgenomen. Nu zoals dat brood en die wijn in onze bloedbaan worden opgenomen, zo wil ook Jezus ons gehele li­chaam, ons gehele wezen, ons gehele zijn naar geest, ziel en lichaam, doortrekken.

Het is dan ook helemaal niet vreemd dat Handelingen 6 af­sluit met de mededeling dat het gezicht van Stéfanus er uit zag als van een engel. Zo, in deze toestand, begon hij zijn verdediging en toen hij uitgesproken was zag hij de hemelen geopend en Christus staande ter rechterhand Gods. Zijn leven eindigde met de woorden: Here Jezus, ontvang mijn geest en Here, reken hun deze zonde niet toe.

Hij gebruikte dezelfde woorden als Jezus op Golgotha. Ook toen was het nog zo dat vele joden echt niet wisten wat zij deden. Vierduizend jaar oud was hun geloof, was dat niet steeds goed gebleken door de eeuwen heen? Ja het was een goede Godsdienst voor de natuurlijke wereld en voor het na­tuurlijke volk van God geweest.

De godsdienst met profetische boodschap

Maar het was bovendien veel en veel meer. Het was tevens een heenwijzing naar de hemelse koning David en een heenwijzing naar het hemelse Jeruzalem. Al deze dingen waren aan Israël tot voorbeeld geschied. Alles had in hun Godsdienst een profetische boodschap. Eerst de gang van zaken bij de aartsvaders en bij Jozef, vervolgens de uittocht uit Egypte en de intocht in Kanaän. Daarop aansluitend de gehele in­stelling van de Godsdienst in de tempel met al zijn symbo­len, de concentratie op Jeruzalem en als kroon van alles het offerlam. Ook elke overheersing door de vijanden die hun omringden en afbraak en opbouw van de tempel is ons tot voorbeeld geschied en juist deze dingen trachtte Stéfanus de joden duidelijk te maken.

De schaduwtijd is voorbij

Al deze dingen moesten geschieden. Maar nu is de tijd van de schaduw voorbij. Toen, 2000 jaar geleden, bij Stéfanus en nu bij u en mij. Verstaan wij het wel? Leven wij nu inder­daad naar de Geest en niet meer naar het vlees? Heeft Chris­tus de wet en de profeten voor u vervuld? Of staat u er nog onder? Jezus kwam om hen die onder de wet waren, vrij te ko­pen, opdat wij het recht van zonen Gods zouden krijgen. (Gal. 04:05).

De massa wordt nog steeds in het spoor gehouden door de wet en niet door de Geest van Christus. Men stelt zich daar­toe nog in veel kerken elke zondag bewust op onder de wet. De wet is voor de vleselijke christen. Indien wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest het spoor hou­den. Stéfanus probeert in zijn verdediging de Joden te over­tuigen dat zij van vleselijke gelovigen geestelijke gelovi­gen moeten worden. Gods Geest moet vaardig over hen worden. Niet over één man (de profeet) zoals in het oude verbond, neen over allen.

Daartoe zal het nodig zijn dat de mens zich niet langer verzet tegen de Heilige Geest. Die geest gaat in tegen elke organisatie en tegen elk theologisch denken dat niet gericht is op de doop in de Heilige Geest. Die Geest, die ons na Christus’ komst op aarde geschonken is om weer werkelijk mens te kunnen zijn. Die Geest voert ons naar de volle waarheid. Die Geest heiligt en reinigt en zuivert ons tot goud, zodat wij gereinigd en heilig kunnen leven. Hij is het die alles in allen volmaakt.

Waarover sprak Stefanus?

En nu de preek van Stefanus. Allereerst wordt daar de geschiedenis van Abraham, de vader der gelovigen, verteld. Abraham verliet, op gezag van Gods Woord, zijn land en zijn familie en ging op stap naar het land dat God hem wijzen zou. Meteen begon hier al de duivel een woordje mee te spreken. Toen deze namelijk zag dat Abram niet te houden was maar op pad zou gaan, gaf hij hem de nodige ballast mee. Dat was geen brood, kaas en eieren, maar, je zult er maar opkomen, zijn vader en zijn neef Lot.

Nu is dat meegaan van zijn vader nog niet zo’n grote strop geworden. Die was er alleen maar oorzaak van dat hij halfweg in Haran is blijven steken. Zie (Hand. 07:04) waar staat dat hij zich in Haran vestigde en dat Abram pas in het land der belofte kwam toen zijn vader overleden was. Is dat nu zo erg dat hij zijn vader meenam? Is dat zelfs niet een bewijs dat hij een goede zoon was? Ja dat is alle­maal waar in zoverre als het niet tegen Gods opdracht in gaat. Men moet God liefhebben boven vader en moeder. Men moet de Heer meer gehoorzamen dan je aardse vader. Want ik geloof dat niet in eerste instantie Abram maar vader -Terah en neef Lot er de oorzaak van waren dat zij met z’n allen in Haran bleven steken. Als men daar in Haran aan Abram zou hebben gevraagd: Is dit nu het land waar God je brengen zou? Dan zou hij zeker de schouders opgehaald hebben en gezegd hebben: Ik weet het niet, ik weet het niet of ik er al ben, of: Ik weet niet of ik alles wel zo zeker weet.

Het was alles door belemmeringen die hij zelf meegenomen had, een groot vraagteken gebleven.

Tradties kunnen belemmerend werken

Zie dit nu ook eens geestelijk. Alle oude overleveringen kunnen ook u van veel geestelijke vooruitgang afhouden. Vele tradities kunnen het volle leven met Christus ernstig belem­meren en/of tegenhouden.

Maar na het afsterven van zijn vader trekt hij verder en komt in het beloofde land. Toen waren meteen de vraagtekens weg. God sprak tot hem en hij bouwde de Here een altaar. Abram was binnen. O ja? Niets hoor, God gaf hem, de vader der gelovigen, geen erfdeel daarin, zelfs niet één voet’ (Hand. 07:05).

Nu van die meegenomen Lot heeft hij ook niet veel plezier gehad, maar dat is een verhaal op zich zelf. Lot leefde steeds bewust en later onbewust onder de bescherming van Abraham. Abraham nam het voor hem op en bevrijdde hem toen hij gevankelijk was weggevoerd. Sodom betekende bijna de ondergang van neef Lot. Er was echter iemand die voor hem vocht en bad. Wel zouden de nakomelingen van Abraham in dat land gaan wonen. Zij zouden het in bezit gaan nemen, maar dat zou niet eerder gebeuren dan nadat zij 400 jaren geknecht zouden zijn.

Dan volgt de opsomming van de geschiedenis in Egypte (Hand. 07:09-34) en de rol die Mozes daarin speelde. Het is een grote opsomming van grote daden Gods en als tegenhanger daarvan een steeds weer tegenstribbelend volk van God dat steeds moeilijker werd te regeren. Zij kwamen uiteindelijk naar Gods belofte in het beloofde land, maar waren inmiddels wel gedegradeerd tot een volk dat door wetten geregeerd moest worden. Zij waren een natuurlijk, vleselijk, volk van God geworden dat door wetten met straf en boete in het gareel moest worden. Mozes, een type van de Heilige Geest, Hij was woordvoerder Gods, werd niet geaccepteerd. De eerste keer toen hij zich als zodanig opwierp was helemaal een afgang. Hij moest onderduiken en verdween in de woestijn (40 jaar) totdat hij opnieuw, maar nu door God zelf, gezonden werd.

Dit hele hoofdstuk zit vol met voorbeelden dat Israël zich niet wil laten leiden. Ondanks tekenen en wonderen ging hun hart terug naar Egypte, waar zij getreiterd werden en ondergeschikt waren aan allerlei machten en krachten.

De gehele uittocht uit Egypte is een spiegel van het he­dendaagse Christendom. Zo als Mozes geroepen werd om het natuurlijke volk uit te leiden, zo is Christus geroepen om het geestelijke volk Gods uit te leiden.

In (Hand. 02:36) staat daarvan zo duidelijk dat God Hem tot Here en Christus gemaakt heeft. Hij is de Leidsman voor Gods volk en een andere weg is er niet meer.

Lees nu Handelingen 7 nog eens en schrijf mij eens wat u daarin nog meer gevonden hebt.