Levend Geloof 1976.11-12 nr. 168

Kerstfeest 1976

“Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens’. (Luc. 02:14)

Vrede, maar hoe?

Eén van de grootste verwijten die “de wereld” ten op­zichte van de christelijke kerstfeestviering maakt is wel de “vrede op aarde” verkondiging, terwijl er geen werkelij­ke vrede op aarde is. Men vindt het belachelijk dat de Christen over “vrede op aarde” durft te spreken, terwijl de onvrede in de harten van de mensen groter is dan ooit tevo­ren.

Nu bestaat er over het woord “vrede” veel misverstand. Het naam christendom, dat niets wil weten van bekering en wedergeboorte, heeft geen enkel begrip van de werkelijke be­tekenis van het woord vrede. Er worden wel allerlei vredes- acties gehouden en een vredeskrant uitgegeven, maar als men zelf geen echte christen is – en dit is alleen mogelijk in­dien men bewust weet door bekering en wedergeboorte een kind van God te zijn geworden – heeft men de werkelijke vrede Gods niet in het hart en kan men deze ook niet uitdragen.

Zolang de duivel nog de overste dezer wereld is, zal er geen sprake zijn van een  bestendig wereldvrede. “Gij zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen. – Ziet toe, weest niet verontrust; want dat moot geschieden, maar het einde is het nog niet, – Want volk zal opstaan tegen volk, en koninkrijk tegen koninkrijk”(Matt. 24: 06-07) heeft.’ Jezus gezegd, sprekend over de eindtijd.

En in (Matt. 10:34-36) zegt Jezus: “Meent niet, dat ik gekomen ben om vrede te brengen op aarde; Ik ben niet ge­komen om vrede te brengen, maar het zwaard. Want Ik ben gekomen om tweedracht te brengen tussen een man en zijn vader en tussen een dochter en haar moeder en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder; en iemands huisgenoten zullen zijn vijanden zijn”.

Alleen zij persoonlijk geloven in het volbrachte werk van Jezus Christus aan het kruis van Golgotha ontvangen vrede met God. Zij kunnen met Paulus zeggen: “Wij dan, ge­rechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus” (Rom. 05:01).

Daarom is dit de Kerstboodschap die de waarachtige Christen het hele jaar door – ook in 1977’ – uit mag dra­gen: “Kom tot Jezus, de Vredevorst. Aanvaard Hem als Ver­losser en Heer van uw leven. Ontvang de werkelijke vrede in het hart en wees dan zelf een boodschapper van de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat’ (Filip. 04:07).

“Zalig de vredestichters, want zij zullen kinderen Gods genoemd worden” (Matt. 05:09).

Kerstgedicht van Judith Jacobs

Er was voor Hem geen plaats in d’ herberg’,

Hij werd geboren in een stal;

Hij vond een plaatsje bij de dieren,

Toch was Hij Koning van ’t heelal.

 

Het klinkt wat vreemd in onze oren

Als dit gebeuren wordt verhaald;

Toch is in wezen niets veranderd:

Geschiedenis wordt slechts herhaald.

 

Gestel dat Hij nu langs zou komen,

En belde tijdens ’t kerstfestijn…

Zou voor de Heiland dezer wereld.

Dan plaats in huis en harte zijn?

 

Of zou Hij verder moeten trekken,

Omdat U dat ‘-het beste” vindt…?

Bedenk dan: een gezegend Kerstfeest,

Beleeft U slechts… met ’t Christuskind.

 

De ware betekenis van het kerstfeest door H. J. Glasbergen

De God der liefde en des vredes zal met u zijn

”U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here” (Luc. 02:11). “Ere zij God in de hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens” (Luc. 02:14).

Sta op, arme, moedige, angstige mens van deze tijd, want Hij is gekomen om de gevangenen en gebondenen te bevrijden, de zieken te genezen, ook nu nog. Hij is Dezelfde. Wordt verlicht door het licht en de heerlijkheid des Heren gaat over u op.

“Hij is rondgegaan, weldoende en genezende allen, die door de duivel overweldigd waren, want God was met Hem” (Hand. 10:38). Deze woorden sprak Petrus. Nu in 1976 is dit nog dezelfde waarheid, want dit is de blijde boodschap. Het is niet van gisteren of voor morgen, maar nu – heden -, indien u gehoorzaam wordt aan Zijn Woord. Niet wat de mensen er van hebben gemaakt, een warboel en puinhoop, een arme, machteloze God, die de zieke mens van deze tijd niet ‘meer zou kunnen helpen, en zo zijn Naam tot schande maken.

Vrede op aarde bij de mensen die God behagen

Gezegend zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus in alle eeuwigheid, voor Zijn Zoon, als offer voor de mensheid, verloren in schuld. Als de engel Gabriël van God gezonden, bij Maria komt zegt hij: “De Here is met u. Gij hebt genade gevonden bij God. Uit u zal geboren worden de Zoon des Allerhoogste, Jezus de Heiland. Want geen woord dat van God komt zal krachteloos wezen”.

Maria wist haar positie beter dan vele gelovigen die haar nu. aanbidden. Hij zal heersen over het huis Israël. Wederge­boren uit Christus Jezus. Dat was Gods plan om de mens te redden, verloren onder de wet, Lucas 1.

Vrede door Jezus Christus

Wij bewonderen de moed en ijver van mensen die zich in­zetten en oprecht geloven dat er een nieuwe derde wereld zal komen, waar gerechtigheid en vrede zal heersen, maar de weg des vredes kennen zij niet: Jezus de Christus. Wie kan vredebrenger zijn zonder de liefde van Christus? Wie kan zijn naaste liefhebben zonder vrede met God te hebben?

Vele boodschappers zullen met kerstfeest weer hun “vrede zij ulieden” laten horen. Goed bedoeld, maar oud en versle­ten, afgezaagd voor dodelijk vermoeide mensen, die alleen een jaar ouder en vermoeider zijn geworden. De tekst is an­ders dan het vorig jaar, het resultaat hetzelfde, in 1976. Het geeft geen antwoord en lost niets op, omdat zij de waarheid verwerpen. Nooit zijn er zoveel aardbevingen geweest als dit jaar, oorlogen en de dreiging aan een derde wereld­oorlog, omdat zij de tekenen van het einde niet onderschei­den, zegt Jezus. Dat was bij Noach en Jeruzalem. (Luc. 19:41; Luc. 19:44; Luc. 21:05; Luc. 21:38). Herkent u deze tijd? Wij zijn geen paniek­zaaiers, maar geloven Gods Woord. “De hemel en de aarde zul­len voorbijgaan, maar Mijn Woorden blijven eeuwig”. Dat is – de zekerheid voor Gods kinderen, die zich niet behoeven te verbergen voor Hem.

Hebt de waarheid en de vrede – Jezus Christus – lief

Jezus kwam om de verbroken relatie tussen God en dé mens te herstellen. Verbroken door de duivel die Eva verleidde – tot ongehoorzaamheid. Hieraan zijn dé werken van de duivel te herkennen: hij maakt kapot en verscheurt. Zelfs tussen Gods kinderen, maar ook tussen vrienden en zelfs volkeren. Dit is zijn aard, zegt Jezus, die is gekomen naar een wereld die overweldigd is door de overste der wereld. Jezus kwam cm de mens te bevrijden van deze moordenaar en leugenaar. Wee hen die zeggen in de waarheid te zijn, en de leugen te doen. Het lichaam van Christus verscheuren is de grootste zonde in Gods ogen.

God gaf Zijn Zoon om wat geroofd was uit Zijn hand terug te brengen in het Koninkrijk van Zijn liefde, de mens, het grootste wonder wat op aarde leeft. “Want wat geen oog heeft gezien en wat geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, heeft God bereid voor degenen die Hem liefhebben en wiens hart volkomen naar Hem uitgaat”. Hij verliet Zijn heerlijkheid en vernederde zich tot de dood des kruises, om uitermate verhoogd te worden, om te oordelen de levenden en de doden. Het paradijs, eens gesloten voor de mens, werd weer hersteld door Jezus Christus.

Vrede voor allen die in Jezus zijn

“Wij dan gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God, door onze Here Jezus Christus, door wie wij ook de toe­gang hebben tot het Koninkrijk Gods”. Als de mens verzoend is met God, wordt ook de liefde in onze harten uitgestort door de Heilige Geest, zo zeker als Christus voor onze zon­den gestorven is. (Rom. 05:0106).

De mensen die Jezus volgen zeggen tot Hem: “Goede Mees­ter”. Dan zegt Hij: “Niemand is goed dan God alleen, niemand is rechtvaardig”, (Rom. 03:10-11). Er is in Gods ogen niemand goed, niet één, want zij gaan de weg van Gods vrede niet, maar willen hun vrede, de heersers der wereld, de kleintjes en de groten. Jezus is echter gekomen om het plan van God te ver­wezenlijken, er is een wedergeboren volk uit water en uit Geest, dat Zijn Naam zal verheerlijken. Een gemeente die niet verscheurd nog verdeeld is, met bloed gekocht.

Als er ook tussen broeders en zusters in de gemeente iets kapot gemaakt wordt is het altijd het werk van de duivel, de leugenaar van de beginne. De gemeente is universeel en niet deelbaar in kerken en organisaties. Dat hebben de mensen er van gemaakt in hun domme hoogmoed, een zichtbaar geloof.

Mijn  vrede geef Ik u, niet gelijk de wereld die geeft

Bij Kaïn begonnen is de mensheid nog even ver van de vrede als toen. De mensen vermoorden elkaar nog, nu met een gruwelijke deskundigheid. De wereldbevolking geeft zoveel geld uit aan bewapening, dat met dit geld voedselprobleem van de mensheid opgelost kan worden. Duizenden mensen die werkelijk de vrede van Christus uitdragen zitten in kampen gevangen, en toch zijn in deze landen de kerken open, zou er iets fout zijn? Of is deze vrede niet wat de heersers be­doelen in die landen? Het overschot van het uitverkoren volk van God wordt omringd door miljoenen vijanden, tot de tanden gewapend, met een haat in hun hart die niet menselijk is, maar in de hel uitgedacht, met gezamenlijk één doel dit volk vernietigen. Broedervolken uit één vader geboren: Abram. Maar God zal het bewaren en herstellen naar Zijn plan en beloften.

Als de mens overweldigd wordt door de duivel, zo ook he­le volken, worden zij instrumenten van de demonen, met één doel: vernietigen, om God bespottelijk te maken in Zijn schepping. Maar als de mens zich laat verzoenen met God, door het bloed van Jezus Christus, wordt hij een instrument van de Vredevorst en van de gerechtigheid en gaat functio­neren in het Koninkrijk Gods, in liefde en vrede.

De God der liefde en des vredes zal met u zijn

Dan wordt de mens niet meer opgejaagd door angst en zijn begeerte naar bezit, eer en macht, maar wordt bevrijd van alle slavernij en afgoden in zijn leven. God gaf een offer uit zichzelf, uit liefde voor de mens, niemand uitgezon­derd. Zijn plan heeft Hij in mensenhanden gegeven en Hij wil dat allen tot de kennis der waarheid komen. Hij wil dat niemand verloren gaat, maar allen behouden worden. Maar op Zijn voorwaarden, gehoorzaam aan Zijn Woord en niet wat de mensen leren. Gelukkig is het oordeel niet in mensenhan­den gegeven. Als de mens op de stoel van de rechter kan zitten, gingen veel mensen verloren. Mensen die totaal verleugent zijn en nu nog tot eeuwig behoud kunnen komen. Hij alleen is het oordeel en de ontwerper van het plan, wij zijn de arbeiders. Volmaakt en heilig is Zijn werk om het mensdom te verlossen en te bevrijden. God heeft geen mede verlosseres nodig, het is Jezus Christus alleen. Hij is boven zinnelijk. Hij is Geest. Hij kan geen gemeenschap hebben met natuurlij­ke christenen, die belijden dat zij zondaren blijven tot de dood. Laat u verzoenen met God door het Lam Gods voor de we­reld geslacht. (2 Kor. 05:20).

Hij kwam van boven om te sterven voor ons

Dat is de boodschap van kerstfeest. Al zo lief had God de wereld. Kom, laten wij aanbidden die Koning, Jezus Christus, het Licht der wereld. Het Koninkrijk Gods is bij ons. Hij wil bij ons zijn, opdat wij nooit meer alleen zouden zijn.

U kunt Hem weer in een stal geboren laten worden, of in uw hart, u mag kiezen. God kan alleen gemeenschap hebben met mensen die Hem aanbidden in Geest en Waarheid, vrij van zonden. Hem liefhebbende en Zijn liefde uitdragende in een we­reld die verscheurd en kapot gemaakt wordt door mensen die Hem niet kennen. Nutteloos voor God, slaven van de duivel, maken deze het bloedoffer van Jezus Christus tot schande, soms nog met een schijnheilige vroomheid.

U kunt uw leven aan Jezus geven, of voor u zelf houden, om het later voor eeuwig te verliezen. De mens mag zelf be­slissen, je moet nooit bij God. Kies dan heden, morgen kan het te laat zijn. Dan worden op aarde uw zonden vergeven. Er is geen later, luister niet naar mensen, maar naar God zelf. Hij is de Waarheid.

Gerechtigheid, liefde, blijdschap en vrede

Laat u geestelijk voorlichten uit Gods Woord, maar niet oplichten door een leer. Dit kan uw geboortejaar zijn, nu op kerstfeest 1976. Als u Hem niet kent als uw persoonlijke Verlosser, mag u nog een tijdje leven, maar het einde is de dood. Het einde nadert, de tekenen wijzen er op, maar de mens vraagt alleen maar brood en spelen. Zij verdoven zich in een roes van onreinheid en ongerechtigheid. Tonnen vuil worden uitgestort en verslonden door onze kinderen en vol­wassen mensen, door radio, tv en pers, de zonde is geen zonde meer, alles mag.

In steden en dorpen zie je de jeugd van 15 tot 20 jaar, oude mannetjes en oude vrouwtjes, uitgeblust door onrein­heid, drugs en andere wetteloosheid. Voor hen heeft het le­ven geen geheimen meer, maar zij hebben ook geen verwachting meer van het leven. Voor hen hoeft het niet meer, zij zijn over verzadigd. Alleen het evangelie van Jezus Christus kan de mens en de wereld nog behouden en veranderen. Hij is de Weg, de Waarheid en het Leven.

Het is een persoonlijke zaak, ieder is voor zichzelf ver­antwoordelijk, Ezechiël 18. Wij hebben boven alles alleen God te gehoorzamen, zegt Petrus. (Hand. 05:26-30). Geen Maria met een kindje van steen of iets anders, nog een stalletje met namaak herdertjes, maar laat de Heiland der wereld in uw huis, in uw leven komen, met Zijn grote liefde. Hij, de Christus van de Bijbel. En niet wat mensen er van gemaakt hebben, met een onheilig en vals sentiment.

Mens, met uw verkalkte leven, uw kapotte huwelijk, uw pro­blemen, uw zieke lichaam, laat uw helen en herstellen door de grote Heelmeester. Hij is nog Dezelfde, Hij maakt u nieuw. Praat niet meer over uw verleden, dat doet alleen de schijn­vrome aanklager. Uw zonden worden vergeven en vergeten.

Eenzaam en verlaten mens, schreeuw maar om God. Roep tot Hem: Ik heb u zo nodig, kom bij mij. Arme, bedrogen mens, die zo bang is voor de toekomst. Hij zegt: Ik heb u lief. En Ik sta aan de deur en Ik klop. Maar u moet de deur open doen. Zeg maar tegen God en Zijn Zoon Jezus Christus: Kom binnen in mijn leven, ik wil niets meer weten dan u alleen en uw ontfermende liefde. Eens moet u toch komen en uw knieën buigen voor Hem. Laat daarom dit Kerstfeest uw Feest zijn!

“Want de verstandigen zullen stralen als de glans van het uitspansel, en die velen tot gerechtigheid hebben gebracht als sterren, voor eeuwig en altoos” (Dan. 12:02-04).

Wij wensen u de vrede toe van Jezus Christus!

 

Jezus leeft en wij met Hem door Jan W. Companjen

En indien de Geest van Hem, die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in u woont, dan zal Hij, die Christus Jezus uit de doden heeft opgewekt, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door Zijn Geest die in u woont”(Rom. 08:11].

Opmerkelijk

Romeinen 8 is een zeer bekend hoofdstuk uit de Romeinenbrief en het is toch wel zeer opmerkelijk dat de christenen in Rome zo’n geweldige brief maar zo achter elkander konden lezen. Wij nemen daar in de regel stukjes uit en hebben dan al een hele kluif, zie maar eens naar een tekst als hierbo­ven. Toch was het voor die Romeinen ook vast en zeker wel een hele opgave, al hadden zij wel voor, dat zij het ver­band m zo n brief beter begrepen als dat nu het geval is. De Romeinen brief is een brief met een opgaande lijn. Paulus begint in de eerste hoofdstukken eerst de mens te beschrijven, zoals o.a. de schuld der heidenen en hun straf het oordeel Gods over de Joden; dat de Joden de wet geen baat brengt; dat de besnijdenis dit ook niet doet; dat voorrecht hebben dat hun de woorden Gods zijn toevertrouwd omdat, al is de mens ontrouw, God getrouw is en Zijn Woord toch waar maakt. Alle mensen zijn zondaars en worden alléén door het geloof gerechtvaardigd. Ook vader Abraham werd door het geloof gerechtvaardigd en wordt daarom de vader der gelovigen ge­noemd. Want, zo staat in (Rom. 04:13) niet door de wet had Abraham of zijn nageslacht de belofte, dat hij erfgenaam der wereld zou zijn, maar door gerechtigheid des geloofs.

Zegekreet

Zo bouwde Paulus zijn brief op naar een climax in (Rom. 07:24) en volgende verzen met de woorden: ”Ik, ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?”. En dan de zegekreet: , “Gode zij dank door Jezus Christus onze Heer. (Rom. 07:24) En dan (Rom. 08:01): “Zo is er dan nu geen ver­oordeling meer voor hen die in Christus Jezus zijn. Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrij gemaakt van de wet der zonde en des doods”.

Zie hier een kleine samenvatting om hoofdstuk 8 en speci­aal vers 11 beter te kunnen begrijpen. Paulus wist precies wat er in de Joden in zijn tijd leefde. Het is wel zeer op­merkelijk dat ook hier het gezegde opgaat: “Eerst de Jood en dan de Griek of te wel de heidenvolken”, want ook nu is er op het kerkelijke erf een zelfde denkpatroon aanwezig. Zoals de Joden destijds bouwden op hun wet en besnijdenis, zo bou­wen nu de Christelijke kerken nog op de wet (van Mozes) en op de kinderdoop, die als verlenging van de besnijdenis wordt gezien.

Doorbraak

Het zijn juist deze dingen, zegt Paulus, die onze geestelijke doorbraak naar een leven door de Geest tegenhouden. De ware besnijdenis is de besnijdenis van het hart, naar de Geest en niet naar de letter. Het nieuwe verbondsvolk wordt niet geformeerd door de kinderdoop, dat is een valse ver­bondsgedachte. Het nieuwe verbond is in Zijn bloed en de aanvaarding van dat bloedoffer van Jezus wordt van ieder mens verwacht.

Indien wij zo op Zijn Woord ingaan en Zijn Wet aanvaarden, een wet die veel verder gaat dan de wet van Mozes, dan zullen wij ook komen tot de vervulling van Hebreeën 8, waar sprake is van een beter verbond, waarvan de rechtskracht op betere beloften berust. De oude wet, van Mozes, wordt verouderd verklaard en een nieuwe wet wordt aangekondigd. Na de schuldvergeving door het bloed van Jezus, mogen wij Zijn Geest ontvangen en schiep Hij de mogelijkheid om ons een nieuwe wet te geven, niet geschreven op steen (een keihard gegeven) maar een wét in hart en verstand waardoor het inderdaad mogelijk is dat wij nieuwe geestelijke mensen worden. Dan komt het ook zo duidelijk naar voren dat wij  meer zijn dan een natuurlijk dierlijk wezen. Natuurlijke wezens grijpen namelijk niet naar iets geestelijks, maar de mens heeft die eigenschap c.q. mogelijkheid wel.

Beelddrager

Tot God naderen is een geestelijke zaak en het op geestelijke wijze verwerken van Zijn woord geeft kracht en groei. De gehele schepping werd bij de schepping met gejuich ontvangen, het was alles een groot feest. Toen de mens méér werd dan een natuurlijk wezen ontstond er de vijandschap. De mens kwam immers om te heersen over datgene wat door God geschapen was, het zichtbare maar ook het onzichtbare.

Vanaf de schepping is er daarom steeds die felle strijd geweest tussen de mens als beelddrager Gods en de duivel. De duivel wil onder alle omstandigheden beletten dat de mens opstijgt naar zijn geestelijk doelpunt. In het oude verbond kwam dit reeds tot uiting in het doden van de profeten, woordvoerders Gods. De duivel zal dan ook steeds proberen de mens aan de aarde te binden. Denk ook eens aan de verzoeking van Jezus in de woestijn. Hij, de duivel, gebruikt daar alles voor, geld en goed, maar ook afleidingsmanoeuvres, door aards te denken over het Israël Gods en het hemelse Jeruzalem. De duivel zal, door deze aardse bindingen, dus steeds trachten de mens, na de doop des geestes, het opstijgen te beletten.

Geloof.

Op diezelfde grond wordt in de kerkelijke wereld ook de kinderdoop zo hardnekkig gehandhaafd. De kinderdoop is namelijk ook een aards gericht gebeuren, dat met geloof niets totaal niets te maken heeft. Het kind wat het ondergaat, is nog tot niets in staat. De Bijbel spreekt duidelijke taal, bijvoorbeeld in (Hand. 08:37) waar gezegd wordt door Filippus tot de kamerling: Indien gij van ganser harte gelooft, is het geoorloofd. En hij, de kamerling, zei: ik geloof dat Jezus Christus de zoon van God is en daarna daalden beiden af in het water en werd de Kamerling gedoopt. Het is een

getuigenis van een goed geweten en ‘dat heeft met geloof te maken. Zeer veel Christenen leven bij de zichtbare dingen en dat levert geen strijd op. Zodra men in het geloof gaat handelen, men de strijd des geloofs gaat strijden, komt de duivel in het geweer.

Herstel

Jezus kwam met een nieuw evangelie en Hij wil dat wij Zijn plaats gaan innemen om tot volledig herstel te komen. Het gaat om een geestelijk volk dat de strijd des geloofs tegen de onzichtbare dingen wil aanbinden. Natuurlijke men­sen hebben het inderdaad veel gemakkelijker. Met Hem heer­sen heeft consequenties, maar het gaat om schatten in de hemel. Het gaat om de bouw van een geestelijk huis Gods.

Wij, mensen die aan Jezus toebehoren, en Hem als Heer hebben erkend, hebben macht, Goddelijke macht. Zodra wij boven het natuurlijke uitstijgen treedt dat in werking. Strijdt de goede strijd des geloofs.

Zie eens om u heen bij de strijd in de hemelse gewesten. Je zult gauw ontdekken, vooral als je er over met je mede­mens praat, dat de natuurlijke geesten elkaar gaan helpen in hun strijd. Op die dag werden Herodes en Pilatus vrien­den van elkaar – (Luc. 23:12). Zelfs als je niet over het geestelijke praat komen deze dingen toch openbaar en zoeken aards gerichten elkaar op.

Wij zullen de strijd echter niet winnen met de punt van onze schoen of met de punt van onze scherpzinnigheid, maar door geloof. Jezus luisterde meermalen niet naar Zijn vol­gelingen, omdat zij uit ongeloof spraken. Bij Hem, is al­les mogelijk en wij moeten elkander opbouwen in dit geloof.

Volharding

Volharding geeft overwinning. Ga daarom nimmer tegen de schepping zoals God die bedoeld heeft in. God schiep de mens om te leven, om blij en gelukkig te zijn. Om te trouwen en om een ontspannen geestelijk leven te hebben op deze geestelijke weg. Wij zijn een nieuw volk van God en met dat volk komt Hij tot Zijn doel. Want Hij die Jezus Christus uit de doden heeft opgewekt (dat deed de Vader:) zal ook onze sterfelijke lichamen levend maken door Zijn Geest die in ons woont. Iedere neergang, maar ook iedere aardse afleiding is werk van de duivel. Bewaar het goede evenwicht en leert te onderscheiden waar het op aankomt bent. Denk aan uw belijdenis, want de mens is datgene wat hij beleid. Wij zien Jezus met heerlijkheid gekroond en we willen goede koningen en priesters zijn. Wij willen opwassen. We hebben wel verlangen, maar geen haast, want Hij zal de wereld en ons rijp maken voor de grote oogst. Amen.

Ja, heel ons wezen hecht geloof

aan al wat God bedacht.

Wij krijgen deel aan het volle heil

dat Jezus heeft gebracht.

Wij bouwen aan ons geestelijk huis

vol liefde en geloof met

hoop op de belofte Gods.

Want Christus is het hoofd.

 

Zo groeien wij in liefde, Gods

verzegeld met de geest.

Geschapen om het werk te doen

dat hij gegeven heeft.

En uit ons hart ontspringt een lied

een loflied voor de Heer.

Die zijn gemeente bouwt en leidt

tot heerlijkheid en eer.

 

Zijn wij gehoorzaam aan de Heer door J. Noë

Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffers, luisteren beter dan het vette der rammen. Voorwaar, weerspannigheid is zonde der toverij en ongezeggelijkheid is afgoderij en dienen van Terafim. Omdat gij het woord is Heren verworpen hebt, heeft Hij u verworpen, zodat gij geen koning meer zult zijn. (1 Sam. 15:22-23). Broeders en zusters, het is alweer een tijd geleden, dat ik iets voor levend geloof heb geschreven. Dat had echter zijn reden en hier kom ik later wel eens op terug. Ik wil het thans hebben over boven aangehaald onderwerp. Jaren geleden heb ik reeds iets hierover geschreven, maar het leek mij toch urgent om weer eens hierover in mijn penhouder te klimmen, gezien de dingen, die om ons heen gebeuren, ook in de gemeenten.

De ongehoorzaamheid van Saul

Het is zo uitermate belangrijk, dat wij de Heer in alles gehoorzamen. Helaas mankeert daar wel een en ander aan, met alle gevolgen van dien. We gaan bovenstaande tekst eens behandelen, hetgeen gaat over de ongehoorzaamheid van koning Saul. Het bevel van God was, dat hij geheel Amalek met alles wat dat volk toebehoorde met de ban zou slaan en vernietigen. Saul was echter weer ongehoorzaam en volgde het bevel niet op. Tegenover Samuël trachtte hij zich met een smoesje te verdedigen door te zeggen o.a. dat hij het vee had gespaard om God offers te brengen.

Toen sprak Samuël bovenstaande ontzettende woorden. God stelt weerspannigheid en ongezeggelijkheid gelijk aan zon­den die Hem een gruwel zijn namelijk toverij, afgoderij en dienen van Terafim, huisgod. Lees Deuteronomium maar. Het vonnis was verschrikkelijk:

“Omdat gij het woord des Heren verworpen hebt, heeft Hij u verworpen, zodat gij geen koning meer zult zijn”.

Om er koude rillingen van te krijgen. We zien dan ook in het verdere leven van Saul, dat hij steeds meer in de macht van satan kwam.

Ook Israël heeft ondervonden wat het betekent Gods Woord te verwerpen en weerspannig, ongezeglijk en ongehoorzaam te zijn. Ze hebben zich daar mede een hoop ellende op hun hals gehaald. Wie God verlaat heeft smart op smart te vre­zen .

God is onverbrekelijk met Zijn Woord verbonden of het nu een gesproken of een geschreven Woord is.

(Jes. 55:11) zegt: “Alzo zal Mijn woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn, het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt en dat volbrengen waartoe Ik het zond”. (Luc. 01:37): Want geen woord dat van God komt, zal krachteloos wezen. In Johannes 1 staat dat God en het woord een zijn en dat Jezus Christus het vleesgeworden woord is. Jezus was zo met God, de Vader, verbonden, dat hij enige malen duidelijk naar voren liet komen, dat de woorden die hij sprak, Hem door de Vader werden ingegeven. Zie (Joh. 03:34;  Joh. 14:10; Joh. 17:08; Joh. 17:14). Jezus zegt in (Joh. 05:24). Voorwaar, voorwaar, ik zeg u, wie mijn woord hoort en Hem gelooft, die mij gezonden heeft. Heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, want Hij is overgegaan uit de dood in het leven. (Joh. 08:31-32) als gij in mijn woord blijft zijt gij waarlijk discipelen van mij en gij zult de waarheid verstaan en de waarheid zal u vrijmaken. Ik neem aan, broeders en zusters, dat de woorden van Jezus u allen bekend zijn, maar zijn ze gegrift in uw hart? Aanvaard u ze in geloof? Zijn ze een realiteit voor u en handelt u dienovereenkomstig? Dat is namelijk het volgen van Jezus.

Wat verlangt God van ons?

Als wij de evangeliën van Mattheus, vooral de Bergrede, Markus, Lucas en Johannes, waarin onder andere duren Jezus voorstel zichzelf openbaart? Zijn aandachtig doorlezen en overdenken, zullen we begrijpen wat God en Jezus van ons verlangen. Jezus zegt in (Joh. 08:12). Ik ben het licht der wereld, wie mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, Maar hij zal het licht des levens hebben. Dit is dus een heilige belofte, de voorwaarden ook hier weer hem volgen, dus gehoorzamen. Doen we dat niet, dan is het laatste deel van Johannes 3 vers 36 van toepassing. De hele tekst luidt als volgt:

”De Vader heeft de Zoon lief en heeft Hem alles in handen gegeven. Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, doch wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem”.

U ziet, broeders en zusters, Jezus windt er geen doekjes om. Laten we toch waakzaam zijn, dat wij niet de weg van koning Saul gaan, die zijn eigen ik boven het Woord van God stelde en het dus verwierp. Laten we toch steeds ons zelf aan een onderzoek onderwerpen of wij wel in alles God/Jezus gehoorzaam zijn geweest of zijn. We raken zo gauw in het vlees als we niet volkomen onder de leiding van de Geest staan.

Jezus zegt: Wie in de Zoon gelooft (dit houdt alles in) heeft eeuwig leven, dus het leven in en met Hem. Dat betreft niet alleen Zijn Woorden (daar vallen dus ook de geboden onder), maar ook waartoe Hij op aarde gekomen is namelijk om de wil van God, de Vader, te volbrengen, de werken des dui­vels te verbreken en ons te verlossen van diens macht van zonden en ziekten (Jesaja 53).

Het is op Golgotha volbracht, omdat wij het, die erin geloven, waarlijk vrij zouden zijn, en ons als kinderen des lichts, Gods zonen en dochters, zouden gedragen. Als wij deze boodschap niet ten volle aanvaarden, door influistering van satan, wil dat dus zeggen dat wij niet geloven in Gods woord en geen vertrouwen in hem en Jezus hebben, wat in feite een grote belediging is. Leven wij in het vlees of door de geest? Het komt helaas zoveel voor dat broeders en zusters niet alles willen loslaten of doen om Jezus te volgen. Soms zijn het kleine vosjes die de wijngaard bederven, maar het kunnen ook grote zijn. De duivel weet er wel raad mee. (Rom. 12:02) zegt: en wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt onderkennen wat de wil van God, is het goede, welgevallige en volkomene. Die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen. (Rom. 08:08), wandel door de geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees, want die staat tegenover elkaar. (Gal. 05:16).

God is radicaal en kan geen gemeenschap hebben met ongerechtigheid en tolereert geen compromis in (Luc. 06:46-49) staat: Wat noemt gij mij Here, Here. En doet niet wat ik zeg? Een ieder, die tot mee komt en mijn woord dan hoort en ze doet, Ik zal u tonen wie hij gelijk is. Hij is gelijk aan iemand die bij het bouwen van een huis diep gegraven en het huis op de rots gelegd heeft. Toen een watervloed kwam en de stroom tegen dat huis aansloeg, kon hij het niet aan het wankelen brengen, omdat het goed gebouwd was. Doch wie hoort en het niet doet, is gelijk aan iemand, die een huis op de grond bouwt zonder fundament. Toen de stroom daar tegenaan sloeg, stortte het er stond in. En het huis werd een grote bouwval. Broeders en zijn zusters komen deze woorden van Jezus laat hem aan duidelijkheid niets te wensen over. Satan, tracht ons ten val te brengen op allerlei manieren. Hij kan komen als een brullende Leeuw, listig zijn als een slang, maar ook als een engel des lichts. Wees op uw goede! Weersta hem, vast in geloof, en hij zal van u vlieden. Dat zegt het woord en satan moet wijken voor het woord. Denk maar aan Jezus bij de verzoekingen in de woestijn. Tenslotte nog een woord van Paulus. In (2 Kor. 10:03) zegt Paulus tegenover zijn tegenstanders in Korinthe het volgende, deze woorden zijn echter ook van toepassing op onze persoonlijke geestelijke strijd tegen de duistere macht en in de hemelse gewesten: Want al leven wij in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees, want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken, zodat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten, elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus, en gereed staan, zodra u uw gehoorzaamheid volkomen is, alle ongehoorzaamheid te straffen. Laten we deze woorden ter harte nemen.

 

Tenslotte door Gert Jan Doornink

Aan alles komt een einde. Ook aan dit nummer van “Levend Geloof” wat tevens het laatste is wat dit jaar verschijnt.

Volgend jaar hopen wij met nieuwe moed te starten. Het betekent tevens een in elk opzicht nieuw begin van de “Levend Geloof” arbeid. Meer hierover in ons eerstvolgende nummer!

Dit nummer willen wij besluiten met u een bijzonder gezegende kerst feestviering toe te wensen en de hoop uit spreken dat ook in 1977 Jezus Christus, de volkomen Verlossers in uw leven centraal mag staan. Hem alleen zij alle eer!

Met hartelijke groeten van uw in onze Heiland verbonden, Gert Jan.