Levend geloof 1977.05 nr. 171

Inleiding door Judith

(bij het gedicht: “Pinkster-reveil 1977″op vol­gende bladzijde)

Het is heerlijk om als kinderen Gods Pinksteren te vie­ren. Het is ook de moeite waard om stil te staan bij het­geen 2000 jaar geleden afspeelde, toen de discipelen tezamen vergaderd waren in de opperzaal. Daar werd voor de eerste keer in de geschiedenis Gods Geest uitgestort op een zo unieke wijze, dat iedereen zich verbaasde en ero­ver sprak. Maar dat was 2000 jaar geleden…!

Inderdaad, wie zal dat ontkennen?! Maar er is nog een an­der ding. Zou God de Vader in die tussentijd veranderd zijn? Zou Hij, die gezegd heeft: “Ik zend u de Trooster”, Zijn woorden hebben teruggenomen? Of mogen wij in de 20e eeuw Zijn belofte claimen in Matt. 07:09-10? Daar staat geschreven: “Of welk mens onder u zal, als zijn zoon hem een brood vraagt, hem een steen geven? Of als hij een vis vraagt, zal hij hem toch geen slang geven?

Ik voor mij houd het op het laatste. We mogen ons allen uitstrekken daarnaar, vol hoop, vol verwachting en vol dankbaarheid. Waarom?! Omdat God tot in eeuwigheid dezelfde blijft.         

 

Pinksterreveil 1977 (gedicht) door Judith

(Brood en vis – Matt. 07:09-10)

Is uw hart ook vol verlangen

Naar een machtig Pinksterfeest?

Leeft uw ziel in heilsverwachting

Naar “wat vroeger” is geweest –

 

Toen ten tijde der discip’len

In een ontzagwekkend uur,

God het ganse huis vervulde

Met Zijn majesteit en vuur?

 

Zou inmiddels dan de Vader

Zo veranderd kunnen zijn –

Dat Hij “stenen” geeft en “slangen”

Voor wat “brood” en “vis” moest zijn?

 

Neen, ‘k geloof: God is dezelfde,

Tot in alle eeuwigheid;

Nog doorstroomt Hij ’t hunk’rend harte

Met Zijn kracht en heerlijkheid.

 

Pinksteren door Gert Jan Doornink

De dubbele betekenis van Pinksteren

Pinksteren is het meest bijzondere feest van al­le feesten die de Gemeente van Jezus Christus viert. Want Pinksteren onderscheidt zich van al­le andere christelijke feest- en gedenkdagen, doordat het een dubbele betekenis heeft.

Terwijl het bij de andere dagen om enkelvoudige gebeurtenissen gaat,(op Kerstfeest de geboorte van Jezus, op Goede Vrijdag Zijn kruisdood, op Pasen Zijn opstanding en op Hemelvaartsdag Zijn hemelvaart), heeft het Pinksterfeest een meer­voudige betekenis.

Pinksteren is het feest van de uitstorting van de Heilige Geest en daardoor het bekwaam worden om een getuige van Jezus Christus in deze wereld te zijn.

Jezus zelf heeft deze twee dingen onlosmakelijk met elkaar verbonden door Zijn “afscheidsboodschap” deze inhoud te geven: “Gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult Mijn getuigen zijn (Hand. 01:08). Het ontvangen van de Heilige Geest maakt ons ge­schikt om een getuige van Jezus Christus in deze wereld te zijn. De doop- en vervulling met de Heilige Geest is daarom een absolute noodzaak voor elk kind van God! Het is geen ervaring op zich, waar we verder niets mee te maken hebben, maar de sleutel tot het volledig bruikbaar zijn in dienst van de Meester! De Pinksterervaring leert ons de dingen geestelijk te verstaan en op geestelijk niveau te leven, naar de wil van God. Ieder oprecht kind van God, tot welke kerk, kring of gemeenschap hij ook mag behoren, be­hoort daarom een Pinkster christen te zijn!

 

De weg naar volwassenheid door Jan W. Companjen

“Hij, Jezus, is rondgegaan, weldoende en genezende allen die door de duivel overwel­digd waren. Want God was met Hem”(Hand.10:38b).

“Wordt mijn navolgers, gelijk, ook ik Christus navolg” (1 Kor. 11:01).

Onvolwassenheid

Het is opvallend hoe weinig christenen van zich af kunnen leven. Het is veelal alles nog geheel gebaseerd op eigen bescherming en veiligheid.

Dit is wel één van de duidelijkste punten dat het Chris­tendom nog lang niet volgroeid is. Doch als het vol­maakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben. Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, overlegde ik als een kind, handelde en wandelde ik als een kind. Maar als wij man geworden zijn, hebben wij afgelegd wat kinderlijk is. Dat is zo in het natuurlijke leven, maar ook in het gees­telijke leven.

Een mens die onvolwassen is heeft hulp nodig, dat is geen schande, dat is nu eenmaal zo. Dat heeft in veel geval­len niets met leeftijd of an­dere factoren te maken, maar een massa mensen blijven kin­derlijk en onvolwassen. Men doet aan sport en spel in groot verband om in de massa op te gaan of om door de mas­sa beschermd te worden. Men leeft in groepsverband om  daardoor sterk te zijn. Eéndracht maakt macht, zegt men dan. Volkomen waar, maar het is alles een gevolg van onvolwassenheid. Onvolwassenheid op persoonlijk gebied, maar ook op maatschappelijk gebied. De gehele samenleving lijdt onder dit manco. Het lief zijn voor elkaar heeft ook als oorsprong het onvolkomene, het kinderlijke.

De overste van deze wereld, de duivel, heeft ook op dit punt altijd grote triomfen gevierd. Wij hoeven niet zo ver terug te gaan in de geschiedenis. Hoe was het an­ders mogelijk dat een heel volk achter Hitler aanliep tot in de dood (miljoenen doden)?

Toch zijn er maar zeer wei­nig volwassenen die de krankzinnigheid van deze en de daarbij horende oorlogen inzien.

Navolgers

Het gehele mensdom komt ook daarom geen stap verder, indien wij geen navolgers van Jezus Christus worden. De oorlogen worden nog verheerlijkt en goedgepraat met allerlei vrome sausjes. Jezus zegt echter, in verband met deze dingen, dat het alle­maal aan de buitenkant wel aardig en verantwoord uit­ziet, maar dat het om heel andere menselijke waarden gaat. Matt. 23:27: “Wee u,

Schriftgeleerden(!) en farizeeën, ‘gij huichelaars, want gij gelijkt op gewitte graven, die van buiten wel schoon schijnen, maar van binnen vol zijn van doods­beenderen en allerlei on­reinheid”. En dan Matt. 23:25-26: “Wee u, enz., want gij reinigt de buitenzijde van de beker en van de schotel, maar van binnen zijn zij vol roof en onmatigheid. Gij blinde farizeeën, reinig eerst de inhoud van de be­ker, dan zal zij ook van buiten rein worden”.

Kortom, het komt hierop neer dat de mens eerst wedergeboren moet worden tot een nieuwe schepping. Daar zal een persoonlijk geloof en antwoord voor nodig zijn. Het massale kerkgebeuren, het onpersoonlijk nalopen van een niet Bijbelse gods­dienst heeft, door geeste­lijke onvolwassenheid, in de hand gewerkt dat men niet eens weet of men een kind van God of een nieuwe schep­ping is. Men mist daardoor de doop en de reiniging door de Heilige Geest.

Die Geest maakt alle dingen nieuw en herstelt alles wat door de duivel ontwricht is. Dan gaat er een nieuwe hemel en aarde open. Een wereld waarin men kan opwassen tot alle volheid Gods. Dat wil zeggen: tot een volkomen volwassen mens komen, zoals Jezus Christus ook een volko­men volwassen mens was. “Va­der, Ik wil dat zij één zijn (mensen uit één stuk), zoals wij één zijn” Dat gebed van Jezus zal verhoord worden en het zal tot gevolg hebben, dat wij niet meer onmondig zullen zijn.

Vereiste

Daarom zullen alle muren, die de mensen gevangen houden, geslecht moeten worden. Met onze daarop volgende opbouw zullen wij er op gericht moe­ten zijn, dat het volwassen worden een eerste vereiste is. De gelovigen hebben lang genoeg in de gevangenis (in de kerker) gezeten. De ge­schiedenis van Jozef is hier een geweldig duidelijk beeld van. Jozef (een type van Je­zus) werd door zijn broeders aan de heidenwereld verkocht. Hij was een kennelijk door

God geroepen profeet, maar zijn broeders moesten hem niet en hij ging de put in om te sterven. Jacob (Israël)de vader van Jozef, kreeg de met bloed doordrenkte kleding van Jozef thuis. Hij moest door dit “bewijs” geloven dat zijn zoon, zijn geliefde, door een wild beest (de duivel) ver­scheurd was. Het ging echter anders. Jozef kwam uit zijn graf en ging naar de heiden­wereld, naar Egypte. Daar in dat land, bij dat volk, kreeg hij toen een functie. Hij deed het geweldig goed en de vrouw van Potifar werd ver­liefd op hem. Jozef had zijn nieuwe roeping aanvaard en de Here zegende het huis van de Egyptenaar om Jozefs wil. De verleider sliep echter niet en het is niet toevallig dat ook hier een vrouw, door middel van ontucht, Jozef trachtte te vangen in haar net. Hoewel Jozef rein bleef, verdween hij toch achter slot grendel. De dienstknecht Gods werd opgesloten en hij mocht zijn medegevangenen (be)dienen jaren lang.

Als je het profetische van deze geschiedenis gaat zien, is ook het verdere van deze geschiedenis uitermate be­langwekkend. Nadat Jozef na­melijk jaren lang in de ge­vangenis verbleef, kreeg hij daar plotseling interessante medegevangenen, namelijk de bakker en de schenker van het hof van farao. Beiden voelden zich onschuldig en verwachten dan ook dat ze weer spoedig als bakker en schenker dienst zouden gaan doen. Het liep echter geheel anders. De schenker wordt in ere hersteld en de bakker moet hangen.

Herstel

Wij willen het even over de­ze twee types hebben. Het is vast en zeker geen Schrift- verkrachting als wij in de figuur van de schenker het herstel zien van de doop in de Heilige Geest. Al is het eerste contact tussen Jozef (type van de Gemeente als Lichaam van Christus) en de schenker (type van Schenker van levend water), nog in gevangenschap, er zal een tijd komen dat ze elkaar in vrijheid weer zullen ontmoe­ten. Met de bakker gaat het alles niet zo best. Hij is het uitgesproken type van de Koekebakker. Zijn taak is beëindigd. Hij heeft lang genoeg allerlei toestanden gecreëerd. Hij is het type die door de eeuwen heen al­lerlei kerkelijke formaties en organisaties gemaakt (ge­bakken) heeft. Het is dan ook heel normaal, dat hij door de wereldse machten en krachten in de steek gela­ten, ja zelfs gehangen wordt. Zijn vlees wordt door de roofvogels opgepeuzeld. Dat wil zeggen, dat er van zijn “wezen” niets meer overblijft. Hij wordt volko­men door de machten van sa­tan verslonden. Als Jozef als onderkoning wordt bin­nengehaald in het Egyptische rijk is hij de man die er voor zorgt dat de wereld niet aan honger ten gronde?

gaat. Er komt eerst nog een geweldige opwekking, er is leven en overvloed.

Daarop volgt de “geweldige tijd” dat een ieder die wil eten zich zal moeten vervoe­gen bij Jozef. Hij is dan de uitdeler van het brood des levens. Dan worden zelfs zijn broeders tot hem terug­gebracht .

Boodschap

Zij zullen komen van oost en west en jong en oud. De geweldige terugkeer van zijn broeders houdt ook weer een rijke boodschap in. Het komt uiteindelijk hierop neer dat zij met hun hele hebben en houden bij Jozef terechtko­men. Dat is een geweldige ontknoping. Het profetische woord (de dromen van Jozef aan zijn broeders verkon­digd) is geheel uitgekomen. Zo zal Gods Woord van A tot Z vervuld worden. Er zal geen woord van ter aarde vallen. Laten wij op deze dingen acht slaan en gaan ontdekken in wat voor heer­lijke tijd wij leven.

Wij, als Lichaam van Jezus, mogen deelgenoot zijn van deze dingen. De tijd van ge­vangenschap is voorbij. Doe mee aan de grote oogst die aanstaande is en vul uw schuren opdat u straks mee kunt uitdelen. Dan zullen zij u aan de slip van uw mantel trekken en vragen wat voor Heiland en kracht u bezit. Dan zullen de rol­len omgekeerd zijn en zal men smullen van het manna dat uit de hemel is neerge­daald. Dan zal met Hem leren kennen zoals Hij werkelijk is. Dat is het waarvoor Hij alles volbracht heeft en waarvan wij getuigen mogen zijn. Geprezen zij Zijn Naam.

En dat niet alleen. Wij mogen ook navolgers zijn van Hem die Zijn Woord in ons zal waarmaken tot verheerlijking van Zijn Naam en tot herstel van alle dingen. Wij hebben Pasen gevierd, het opstandingsfeest. Jezus stond op uit de dood.

Maar ook wij zijn met Hem opgestaan uit de dood (geestelijke dood) tot een nieuw le­ven. Een leven door Zijn dood ‘ bereid, een leven tot in eeu­wigheid.

Dat nieuwe leven met Hem, met onze Heiland en Heer, moet steeds meer openbaar worden. Nu is het de aangename tijd en nu wil Hij Zijn volk bijeenbrengen en tot volwassen­heid laten komen. De geestelijke gaven zullen ook door ‘ middel van de ambten weer opnieuw gaan functioneren. Apostelen, profeten, herders en leraars zullen weer alom herkend en erkend worden. Dan ja dan kan de Gemeente als Lichaam van Christus gaan groeien. Er zullen keiharde dingen gezegd moeten worden. De weg des Heren is ons dui­delijk en klaar geopenbaard. Alle hoogten door mensen op­gebouwd zullen moeten worden afgebroken en wij zullen niet bang moeten zijn om ze, te slechten. Een goed koning ruimde alle afgodendiensten op. Het Oude Testament staat er vol van. Laten wij ook die les leren en alleen gaan bouwen op het fundament dat door Jezus gelegd is. Dan zal ook ons opstaan ten le­ven ter verheerlijking zijn van Zijn Naam. Amen.

 

Engelen door J. Noë

“De Engel des Heren legert zich rondom wie Hem vrezen en redt hen”(Ps. 034:008).

Twee soorten engelen

Broeders en zusters. In aansluiting op mijn artikel in het vorig nummer van “Levend Geloof”, “God zal voorzien”, wil ik thans iets schrijven over engelen.

Het is wel opmerkelijk dat hierover zo weinig wordt ge­sproken of geschreven, ter­wijl zij toch zo’n belang­rijke functie in de hemelse gewesten vervullen.

Wat voor engelen zijn er? De dood en het dodenrijk thans buiten beschouwing gelaten, zijn er twee soorten.

– De engelen Gods, de he­melse heerscharen des lichts.

– De engelen van satan, de heerscharen der duisternis, (demonen).

Satan (Lucifer) was voor zijn val een vorst onder de enge­len, de morgenster, zoon des dageraads. (Jesaja 14). Hij heeft na de zondeval van Adam en Eva de heerschappij over de wereld gekregen en wordt dan ook overste der we­reld genoemd. (Joh. 12:31 en Joh. 16:11). Eveneens wordt hij aangeduid als overste der machten in de lucht. (Efeze 2). In de eindtijd, als het von­nis over hem en zijn engelen wordt voltrokken, worden zij in de poel des vuurs gewor­pen .

Jezus Christus is de grote overwinnaar over al deze mach­ten der duisternis. Hij heeft ze verslagen, ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd. (Kol. 02:15).

Gods engelen

God zendt Zijn engelen als uitvoerders van Zijn bevelen, als Zijn boodschappers en als hulp en steun voor Zijn kin­deren, dus als dienende gees­ten. (Jezus ondervond dit ook bij de verzoeking in de woes­tijn en in Gethsémané)- Soms treden zij op in mensen­gedaanten. In mijn artikel in het vorige nummer heb ik en­kele gebeurtenissen in het Oude en Nieuwe Testament aan­gehaald, waarbij de engelen een belangrijke rol hebben gespeeld. Hier kom ik nu niet meer op terug.

We hebben de steun van enge­len zo hard nodig in onze strijd tegen de machten der duisternis. Ze zijn zeer sterk, hardnekkig en belagen ons zonder ophouden, ze sla­pen niet. We kunnen dat ook zien in Daniël 10. Daar kwam de aartsengel Michaël, de en­gel die Daniël de boodschap betreffende Israël bracht in verband met diens vasten en gebed daarvoor, te hulp tegen de satanische machten (Per­zen) .

De Engel des Heren legert zich rondom wie Hem vrezen. (Ps. 034:008). Hier begon ik dit artikel mee en in Ps. 091:011 staat: “Want Hij zal aangaan­de u Zijn engelen gebieden dat zij u behoeden op al uw wegen”.

Zijn dit geen bemoedigende woorden? God/Jezus laat de mens niet in de steek, die op Hem vertrouwt en in Hem ge­looft.

Ervaringen met engelen

Ik heb eens de volgende verhalen gelezen. Nu weet ik niet of het zo precies gebeurd is, zoals ik het beschrijf, ik kan het mij n.l. niet zo goed meer herinneren, maar het doet aan het wonder op zich zelf niets af.

1 – Een zendeling en zijn vrouw waren in hun huis door inboorlingen, die hen wilden doden, omsingeld. Ze hadden constant tot de Heer gebeden, de hele nacht door. Op een gegeven moment hoorden ze niets meer en toen ze gingen kijken waren de inboorlingen allen verdwenen. Naderhand bleek dat de inboorlingen niet tot hun daad konden overgaan, omdat om het huis witte gedaanten stonden, die hen bevreesd deden terugdeinzen. Dat een en ander gevolgen heeft gehad kunt u begrijpen. God doet geen half werk.

2 – Een andere zendeling (?) reed met zijn auto in het donker op een eenzame weg door een bos, toen hij plot­seling een witte gedaante voor zich zag staan. Hij stapte uit om te kijken wat er aan de hand was. De ge daante was verdwenen, maar wat hij zag deed hem ten zeerste ontroeren. De brug over de rivier of het ravijn waar hij over moest, was na­melijk ingestort. God had hem voor een ernstig ongeluk behoed.

Ik twijfel er niet aan of er zullen nog veel meer van die wonderen met kinderen Gods gebeurd zijn. Wie God bewaart is wel bewaard. (Psalm 121).

Heb. 12:14 zegt: “Zijn zij (de engelen) niet allen dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienste van hen die het heil beërven”.

Dus u ziet, broeders en zus­ters, wij strijden niet al­leen tegen de engelen der duisternis. Met de engelen Gods komen wij met, in en door Jezus Christus en door de kracht van de Heilige Geest als overwinnaars uit de strijd. Halleluja!!!

 

Kerk en doop 2 door Gert Jan Doornink

Ons eerste artikel over “Kerk en Doop” heeft verschillende reacties opgeroepen, waarop wij thans nader willen ingaan.

Welke formulering gebruiken wij?

Eerst iets wat de formulering bij het dopen betreft. Hier en daar blijken wat bezwaren te zijn tegen het gebruik van de woorden van Jezus zelf in Matt. 28:19 waar staat: “Doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes”. Men redeneert dan dat in de Handelingen de gelovigen toch uitsluitend gedoopt werden in de naam van Jezus. Enkelen gaan zelfs zover om te stellen dat zij die gedoopt zijn “in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest” weer op­nieuw gedoopt moeten worden, maar dan uitslui­tend in de naam van Jezus.

Branham-aanhangers en enkele anderen die afwij­ken van de gezonde leer menen deze tweede doop door onderdompeling te moeten toepassen. Dit is een vorm van fanatisme die ieder oprecht kind van God behoort af te wijzen.

Ieder geestelijk denkend christen beseft wel dat het niet in eerste instantie gaat om de juiste formulering, maar om de inhoud, het doel. Waar­om laat iemand zich dopen? Om het oude leven af te leggen in het watergraf en met Christus een nieuw leven te beginnen. Rom. 06:04: “Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen”.

Ikzelf en vele andere volle evangelie predikers dopen reeds vele jaren “in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes, in de naam van Jezus”, en wij geloven dat daarmee elk misverstand en twijfel over de juiste formulering is weggenomen.

De charismatische beweging en de doop

Broeder Ed. Arons van de Stichting “Bouwen aan de Nieuwe Aarde”, die een gelijknamig blad uit­geeft, stuurde ons een rondschrijven van de R.K. Charismatische vernieuwing, onder de titel: “Richtlijnen in verband met de wederdoop”. Daar­uit blijkt dat de charismatische beweging, hen die hieromtrent een advies vragen, de raad ge­ven zich niet te laten dopen door onderdompeling.

Het is zonneklaar dat de katholieke charismati­sche beweging hiermee een verkeerd advies geeft en dat men één van de voornaamste argumenten om zich te laten dopen, die der gehoorzaamheid, volkomen negeert. Dit kan niet anders dan mis­leidend en verwarrend werken. Terwijl men de doop met de Heilige Geest, als onderdeel van het geloofsfundament wel aanvaardt, laat men een an­der deel van het fundament links liggen.

Gelukkig zijn er vele Katholieken (en Protestan­ten) die zich niet laten tegenhouden door welk menselijk advies ook, en zich in onze dagen la­ten dopen, omdat ze door Woord en Geest over­tuigd zijn dat zij, ook in dit opzicht, de weg van gehoorzaamheid behoren te gaan.

In dit rondschrijven worden de bezwaren genoemd om zich niet te laten overdopen. (Bedoeld wordt uiteraard de doop door onderdompeling. Dopen is onderdompelen. De zogenaamde kinderdoop, waarbij het kind met enkele druppels water wordt be­sprenkeld, heeft ten onrechte de benaming “doop” gekregen. Bovendien gaat deze handeling geheel buiten de wil van het kind om).

Als eerste bezwaar wordt genoemd: fundamentalisme, oftewel het letterlijk aanvaarden van het Woord Gods. Br. Arons schrijft:

“De redenen die uit de Schrift worden aangehaald komen voort uit een letterlijk en wettisch aan­vaarden van de Heilige Schrift. Vaak wordt Gods woord een serie geboden, die koste wat het kost moeten worden opgevolgd. Sint Paulus schrijft hierover aan de Galaten, die zich opnieuw onder net juk van de wet laten brengen en zo de vrij­heid van de Geest en de afhankelijkheid aan Gods genade loochenen. De farizeeërs in Jezus’ dagen deden hetzelfde met het Oude Testament. Jezus wijst dit af, zoals we zien in zijn benadering van de Sabbatwetten”.

Men negeert hier volkomen dat Jezus zelf werd gedoopt en Paulus ook! Juist tengevolge van het reit dat Paulus zijn oude leven met Christus aflegde en het nieuwe leven met Christus begon, kon hij de Galaten waarschuwen zich niet meer onder de wet te laten brengen! De wet waarop de Farizeeën zich ook beriepen en die hen dan ook tel afwijzend tegenover Jezus deden staan! Men haalt hier de dingen dus volkomen door elkaar.

Als tweede bezwaar wordt genoemd: gemeenschapsgebeuren. Hierover zegt het rondschrijven:

“In de doop (volwassen doop) laat je de mensen we­ten: Ik wil voortaan Jezus volgen. Dit getuige­nis heeft alleen zin voor mensen, die de dope­ling kennen, hem blijven begeleiden en helpen. In de praktijk moeten de katholieken naar een groep mensen toe, die ze niet kennen. Dit Bijbels aspect vervalt dus”.

’ In ons eerste artikel schreven wij: “De doop is i geen gevoelskwestie, maar een stap in het ge­loof, waarop een enorme zegen rust. Alleen de duivel heeft er belang bij als u ongehoorzaam blijft, maar u wilt toch niet onder zijn heerschappij blijven? Wees daarom gehoorzaam en aanvaard de consequenties, ook als u bespot en uit­gelachen wordt en misschien buiten uw kerkge­meenschap komt te staan. Voor een kind van God is echter een etiket niet meer belangrijk, want hij behoort dan in de eerste plaats tot de Ge­meente van Jezus Christus en de leden van die Gemeente kunnen God slechts welgevallig zijn in de weg van geloof en gehoorzaamheid!” Juist de doop door onderdompeling brengt mensen in de echte gemeenschap met anderen die ook dezelfde bewandelen! En doordat deze kinderen Gods veelal al verder gegroeid zijn in het geloof, kunnen zij ook de “nieuwelingen” verder helpen op de weg achter Jezus aan.

Als derde punt van kritiek op de doop door on­derdompeling wordt genoemd het getuigenis.

“Dat je Jezus wilt volgen is ook een getuigenis; zoals bij Johannes de Doper gebeurt het daarom in het openbaar. Het is een getuigenis van de levende God, die aan de dopeling zijn liefde heeft getoond. Van die liefde blijft voor katholieke dopelingen niet veel over. Het enige dat zij bij hun bekenden wakker maken is onbegrip, afstand, ook bij mensen, die met de Heer leven. Met andere woorden: het brengt mensen niet dichter bij Jezus”.

Als hier geschreven wordt over “onbegrip, af­stand, ook bij mensen die met de Heer leven”, vragen wij ons af wat dan onder het begrip “met de Heer leven” wordt verstaan. Als we ons oude leven hebben af­gelegd gaan we toch Hem dienen en volgen? Het onbegrip en de afstand wordt dan ook niet veroorzaakt door hen die zich laten dopen, maar door hen die ongehoorzaam blijven en zich niet laten dopen.

Onder punt vier noemt het schrijven: Jezus doop en indificatie. Hierover wordt gezegd:

Jezus ondergaat de doop van Johannes (voor vergiffenis van zonden), ook al was Hij zich niet bewust van zonde. Hij deed het om zich te vereenzelvigen met de mensheid. Katholieken, die zich laten overdopen doen precies het tegenovergestelde: in plaats van zich te vereenzelvigen ‘met de mensen aan wie de Heer hen gegeven heeft, keven zij zich van hen af. En al dit onder het motto van Jezus volgen”.

Hier wordt de zaak wel helemaal op zijn kop ge­zet. Iemand die zich laat dopen gaat zich niet “vereenzelvigen met de mensen aan wie de Heer hen gegeven heeft”. Integendeel. Hij probeert deze mensen te overtuigen dat ook zij – als ze de Heer tenminste ook werkelijk kennen – zich moeten laten dopen. Jezus’ vereenzelviging met de mensen bestond hierin dat Hij de zonden op zich nam door aan het kruis van Golgotha de o- verwinning op satan te behalen. Hij was tot het einde toe gehoorzaam en had dit reeds bij de doop bewezen. Toen Johannes tot Hem zei: “Ik heb nodig door U gedoopt te worden en komt Gij tot mij?”, was Zijn antwoord: “Laat mij thans gewor­den, want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen”! (Matt. 03:13-14).

Het vijfde punt betreft doopsel en Heilige Geest, waarover wordt gezegd:

Wanneer wij met Christus sterven en begraven worden in de doop, verrijzen wij ook met hem in een nieuw leven: het leven in de Geest.

a.Wanneer wij getuigen van ons sterven met Christus, kunnen we dan toch nog onze eigen zin laten doorgaan om dat mooie symbool van de volwassen doop te ondergaan?

b.Wanneer wij door de doop gaan leven uit de Geest, worden we dan niet geleid door de Geest van liefde en eenheid? Brengen wij door zo’n doop wel liefde en eenheid?

  1. De Heilige Geest die ons in het doopsel geschonken wordt kan nooit een geest van kritiek veroorzaken. Toch brengt wederdoop meestal een geest van kritiek ten aanzien van eigen kerk.

d.De Heilige Geest zendt ons uit, om te leven voor de ander (niet voor ons zelf), om te leven voor diegenen die de Heer je gegeven heeft. Ook wanneer die mensen niet zo enthousiast zijn als sommige niet katholieken. Heeft jezus niet de gemeenschap met de Vader verlaten om Zich met ons mensen te vereenzelvigen, ook al werd Hij door ons niet aanvaard”.

Ook hier wordt wat wit is zwart genoemd en wat zwart is wit.

(a) Het is niet onze eigen zin die wij doen als we ons laten dopen door onderdompeling, maar de gehoorzaamheid aan Zijn wil.

Petrus zei het op de Pinksterdag, sprekend onder de leiding van de Heilige Geest, toch zo duidelijk: “Bekeert u en een ieder van u late zich dopen….”(Hand. 02:38).

(b) Jezus zei over de Heilige Geest: “Wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid”(Joh. 16:13).

Wij vragen ons af wat de charismatische beweging verstaat onder de “Geest van liefde en eenheid . 1 Korinthe 13 noemt als één van de kenmerken van de Goddelijke liefde dat zij “blij is met de waar­heid”. Terwijl als de Bijbel over eenheid spreekt, wordt bedoeld de eenheid van de ware kinderen Gods en geen eenheid tussen gelovigen en ongelovigen van verschillende kerken. Dit is de valse eenheid.

(c.)In het doopsel c.q. kinderbesprenging wordt ons de Heilige Geest niet geschonken. Waarop baseert men dat? Als gesteld wordt dat de wederdoop meestal een geest van kritiek ten aanzien van eigen kerk veroorzaakt, zeggen wij: Geen wonder dat men afwijzend komt te staan tegenover verkeerde opvattingen. In eigen kerk punten. Als men dit de benaming geeft: geest van kritiek ten aanzien van eigen kerk willen wij stellen dat de Bijbel niet spreekt over verschillende denominaties en groepen, maar over de gemeente van Jezus Christus kom maar waartoe Alan behoren? Wie door geloof in het volbrachte werk van Jezus Christus, een kind van God zijn geworden.

(d) Hier wordt gesproken over het niet aanvaarden van ons door Jezus Christus. Maar als we hem kennen als onze Verlosser, hebben we hem wel aanvaard. Doch allen die hem aangenomen hebben, hun, heeft hij macht gegeven, kinderen Gods te worden. Johannes, een vers twaalf. Dit rondschrijven van de charismatische beweging eindigt met de conclusie dat Pinkstermensen en charismatische mensen van elkaar kunnen leren, maar nooit ten koste van de eigenheid van de ander. Met andere woorden, iedere katholieke of protestantse christen wordt hier indirect opgeroepen tot ongehoorzaamheid. Iemand die de weg verder met de Heer wil gaan, die gehoorzaam wil zijn, die wil groeien, wordt door dergelijke uitspraken alleen maar belemmerd. Wat komt er dan van de charismatische vernieuwing terecht die men zegt voor te staan.

Beweging, doel of middel?

Nu willen wij, om elk misverstand hieromtrent te voorkomen, graag erkennen dat velen door middel van de charismatische beweging tot levensvernieuwing zijn gekomen. Wij verheugen ons hierover, ook voor de velen die door middel van de charismatische beweging de doop met de Heilige Geest hebben ontvangen.

Wij moeten echter goed bedenken dat elke beweging – of het nu de Jezus, Pinkster-, Charisma­tische of welke beweging ook is – nooit een doel op zichzelf is, maar slechts een middel in Gods hand, voor het grote doel en plan wat Hij heeft met Zijn schepping en gemeente.

Een beweging kan net zo goed verstarren of in verkeerd vaarwater terechtkomen, doordat satan infiltreert, als een gemeente of individueel gelovige. Belangrijk is daarom onszelf steeds weer af te vragen: Kan God het volle doel met mijn leven bereiken? Daar gaat het om. Laat ons verlangen zijn op te wassen in de rechte kennis en wijsheid van God.

Gelukkig gaan zowel in de Katholieke als Pro­testantse kerken verschillenden de ogen open voor de volle waarheid, ook ten aanzien van de doop.

Zo hebben enige tijd geleden drie theologische studenten uit Kampen zich laten dopen door on­derdompeling, terwijl in het noorden van ons land twee dominees onlangs dezelfde weg van gehoorzaamheid zijn gegaan. Eén van hen heeft bo­vendien reeds tientallen leden van zijn gemeente op Bijbelse wijze gedoopt. Al blijven dan de of­ficiële synodes afwijzend, iemand die zich werkelijk door Gods woord en geest laat leiden laat zich door niets en niemand meer afremmen, ook al is hij dominee of priester!

Bent u voor Jezus?

Wij leven in een tijd dat het er op aankomt ra­dicale beslissingen te nemen. De tijd van het compromis, de tussenweg, is voorbij. Jezus heeft gezegd: Wie niet vóór Mij is, is tegen Mij      “Voor Jezus zijn wil zeggen: Hem in alles gehoorzaam zijn. Soms krijgen we het dan zwaar te ver­duren en moeten we een moeilijke, eenzame weg gaan. Een broeder uit Den Haag schreef ons over zijn ervaringen daaromtrent. Maar wat dan de consequenties ook mogen zijn, een waarachtig christen zal deze blijmoedig aanvaarden. Hij weet dat de woorden van Paulus waar zijn, als deze zegt dat het lijden van-de tegenwoordige tijd niet opweegt tegenover de heerlijkheid die straks over ons geopenbaard zal worden. En wat

zal meer voldoening schenken: ongehoorzaam zijn en daardoor buiten Gods wil staan of gehoorzaam zijn en Gods wil doen?

Wij herhalen om die reden de oproep uit ons eerste artikel: Als u een kind van God bent, laat u dan op Bijbelse wijze dopen door onder­dompeling. Ook al is de leiding van uw kerk het er niet mee eens. Wees gehoorzaam aan Gods bevel want als we bekeerd en wedergeboren zijn, be­horen wij tot de echte en waarachtige Gemeente van Jezus Christus. Dan hebben wij niet in de eerste plaats meer te maken met menselijke in­zettingen en leringen, maar behoren wij te doen wat God van ons vraagt.

 

Opnieuw dominee na herdoop geschorst

Van een onzer verslaggevers

SIDDEBUREN — Opnieuw is een gereformeerd predikant ge­schorst omdat hij zich heeft laten overdopen. Deze keer gaat het om ds. B. H. Groot Enzerink te Siddeburen.

Ds. Groot Enzerink (29) is pas een jaar predikant. Eind vorig jaar kwam hij in aanraking met een pinkstergroep in Zwaagwesteinde en op 17 januari liet hij zich daar over­dopen. Dit leidde ertoe, dat hij eerst voorlopig geschorst werd voor zes weken, welke schorsing later werd gevolgd door een schorsing van drie maanden. In deze periode zal beke­ken worden, of ds. Groot Enzerink alleen maar losgemaakt zal worden van zijn gemeente Siddeburen en elders beroepbaar zal worden ge­steld, of dat hij moet worden afgezet. Dat laatste is waarschijnlijk, want ds. Groot Enzerink is niet van plan toe te geven.

De laatste jaren zijn in diverse ker­ken al heel wat predikanten buiten hun ambt geraakt omdat zij zich onder invloed van de pinksterbewe­ging lieten overdopen, in de gerefor­meerde kerken recent ds. C. van der Zanden te Middelburg en hulppredi­ker J. Bolt te Eernewoude.

Vorig jaar besloot de gereformeerde synode de praktijk te handhaven, dat kerkleden die de kinderdoop niet aanvaarden, niet ambtsdrager kun­nen zijn. Naar aanleiding daarvan richtten drie theologische studenten te Kampen een brief aan de synode, waarin zij stelden, dan geen dominee in de gereformeerde kerken te kun­nen worden, omdat ook zij op Bijbelse gronden de kinderdoop niet meer konden accepteren.

Het is de bedoeling, dat de komende generale synode van de gereformeer­de kerken deze materie in breder verband zal gaan bespreken. De vori­ge synode aanvaardde namelijk een initiatiefvoorstel van ds. H. van Benthem uit Middelburg, om zich diepgaand te gaan bezighouden met de gehele problematiek rond de zo­genaamde charismatische beweging.

 

Dit bericht troffen wij aan in “Trouw” van 21 april en bevestigt de feiten die wij in ons artikel noemden. – redactie

 

Van kind tot zoon door H. J. Glasbergen

De geest van het zoonschap

Pasen, Hemelvaartsdag en Pinksteren op één dag, in Levend Geloof”. Dat kan als je een levend geloof hebt, dan is de levendmakende geest in je, en groei je van kind tot zoon, bekwaam tot alle goede werken. Het kruis en graf zijn leeg.

en Zijn opstandingskracht is in ons. Die ons gegeven is om Zijn Naam te verheerlij­ken. (Joh. 16:12-15).

Het is dezelfde Geest die Jezus uit de dood deed op­staan, die zelfs onze ster­felijke lichamen gezond maakt, want waar de Geest woont is leven, (Ez. 47:01-12) al zijn daar wel enkele voorwaarden aan verbonden. Gij zijt van Christus, indien de Geest van Hem in u woont. (Rom. 08:01-30).

Want de wet van Gods Geest des levens, heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt. Dit is een kracht Gods die Jezus geeft aan ieder die gehoorzaam wordt aan Zijn Woord en Hem wil volgen. Niet in woorden, maar in waarheid, reinheid en hei­ligheid. Deze Geest is ons gegeven tot dienstbetoon.

De vrucht van de Geest

De vrucht van de Geest is liefde, blijdschap en vrede. Tot opbouw van het lichaam van Christus, de Bruidsgemeente die zonder vlek of rimpel zal zijn bij Zijn komst. Om allen tot de een­heid des geloofs te brengen en de volle kennis van de Zoon van God te bereiken, de mannelijke rijpheid van Christus. En de liefde van Christus te kennen, die al­le verstand te boven gaat, door de Heilige Geest. Op­dat gij vervuld wordt tot alle volheid Gods, een woonstede in de Geest voor Hem.

Niemand mag voor zichzelf leven

Niet meer voor je zelf leven, is de voorwaarde om volwassene te worden. Van kind naar zoon is een weg van vallen en opstaan, maar die volharden ‘zullen het doel bereiken. Jezus leert ons een recht spoor te trekken. God is de Schepper van het plan, geopenbaard in Zijn Zoon Jezus Christus. Hij wil dat wij wassen naar het beeld van Zijn Zoon, die velen tot gerechtigheid bracht, om vanuit Zijn kracht velen tot gerechtigheid te brengen. Dat is met Pasen volbracht, op Hemelvaart be­vestigd en uit Pinksteren zijn wij bevestigd. De gehele ‘volheid Gods is ons in Hem ‘geschonken, niemand behoeft nog iets toe te voegen. Niet dat wij uit onszelf bekwaam zijn, maar onze bekwaamheid is Gods werk. Als wij roemen, roemen wij in Christus, zegt Paulus.

Dit evangelie ontmoet altijd ‘een enorme tegenstand, want het maakt scheiding tussen licht en duisternis. “Want Ik zeg u, indien uw gerech­tigheid niet overvloedig is, meer dan deze, zult gij het Koninkrijk Gods niet binnengaan. (Joh. 05:17-48). Jezus zei: Eer van mensen behoef Ik niet. De werken die Ik doe, getuigen van Mij. Want aan de vrucht zult gij hen kennen.

De wet der liefde

Luc. 06:27-45. Als wij de ver­scheurdheid zien in Neder­land in kerkelijke kringen, maar ook in Pinksterkringen, kan niemand beweren dat dit de werken zijn van de Heilige Geest, of dit de leer van Jezus is. Dan zijn wij verwerpelijk en maken Hem tot een leugenaar. Ne­derland is het land van de lange tenen en misplaatste hoogmoed. Wij kunnen elkaar niet eens verdragen.

Er is geen enkel excuus, voor niemand. Jezus heeft de duivel overwonnen door lief­de voor ons. Daar heeft de duivel geen antwoord op. Je­zus zegt ons, dat wij zelfs onze vijanden moeten lief­hebben en zegenen. Verblijdt u, als zij u lasteren en liegende kwaad van u spre­ken. Wat hebben wij voor als wij liefhebben, die ons lief hebben, of als wij goeddoen die ons goeddoen. Dat doen ook de zondaars, dus geen excuus. Wat is er al kapot gemaakt, door kleine, zich belangrijk voelende mensjes. Bidt voor wie u smadelijk behandelen, zegent die

u vervloeken, dat is Gods wil. Bidt voor de voorgangers en oudsten, in plaats van genadeloze kritiek uit te oefenen.

Bedroef de Heilige Geest niet

 

Belangrijk willen zijn en verscheuren, zijn geen wer­ken van de Heilige Geest, maar van de boze geesten. “Ziet dus nauwlettend toe hoe gij wandelt, niet als onwijzen, doch als wijzen, en weest elkander onderdanig in de vreze van Christus”. Zelfs al zou je ge­lijk hebben, durf de minste te zijn, dat is de weg die Jezus ons voorging. Hij is de minste geworden tot in de dood, voor u en voor mij.

De Lijdensweg die Paulus ging is niet welkom, bij ‘ niemand. (2 Kor. 11:21-29).

Hoogmoed is God een gruwel

Koning Uzzia dacht dat hij zo belangrijk was. Hij werd zo hoogmoedig, dat hij de tempel binnenging, in het heilige der heilige, om het reukofferaltaar te ontste­ken. (2 Kron. 26:01-23).

Hoogmoed blijkt geen aange­name geur te hebben voor God, gezien de gevolgen. Het is geen schande te bekennen dat je fouten hebt gemaakt, maar wel een schande als je deze wilt bedekken. Het blij­ven toch onbetaalde rekenin­gen voor je zelf, wij hebben ook fouten gemaakt en daar veel van geleerd, maar zijn nog niet volleerd. De Heili­ge Geest openbaart alle din­gen, zelfs de diepten Gods. Zelfs met de rechtvaardige daden en werken van iemand, die in ongerechtigheden valt, wordt geen rekening gehouden. (Ez. 03:16-21).

Het lichaam van Christus is verscheurd en verdeeld en ie­der gaat door zich zo be­langrijk te vinden. Zij wil­len het onkruid nu al bijeen halen om te verbranden, maar Jezus zegt, laat het maar op­groeien tot de oogst, dan wordt eerst het onkruid ver­zameld. (Matt. 13:24-30) . Het gehele mensdom is in nood en ligt onder het juk van de boze, de aarde is ver­dorven en vol van geweld, als in de tijden van Noach. (Gen. 06:05-13). God zoekt mensen als Noach, en rekent op ons, om nog velen in de ark te bren­gen. Nog steeds is er blijd­schap in de hemel om de beke­ring van een zondaar en nog meer als velen tot bekering komen. Het is onze taak, het plan van God, het Koninkrijk Gods te openbaren met kracht. Jonge mensen die nog niet rijp zijn, om de verantwoor­ding van de gemeente te dra­gen, moeten het van de oude­ren leren, indien deze ten­minste vol zijn van Gods Geest.

De liefde zoekt zichzelf niet

Wij zijn de geroepenen, de uitverkorenen, om Hem te dienen in heiligheid en ge­rechtigheid voor Zijn aange­zicht, al onze dagen. Wij zijn met Christus bekleed. Gedraag je waardig het evan­gelie van Jezus Christus en vraag God of je mag dienen aan het altaar, wat meer is aan het reukofferaltaar. Het voorhangsel is gescheurd, het heilige der heilige geo­pend. “Stromen van levend wa­ter zal Ik geven, aan ieder die dorst heeft en wil drin­ken” (Joh. 07:37-39). Dat is wat we in deze tijd nodig hebben om staande te blijven.