Levend geloof 1977.10 nr. 175

Geen ander evangelie dan het volle evangelie! Door Gert Jan Doornink

“Sinds de dagen van Johannes de Doper tot nu toe breekt het Koninkrijk der hemelen zich baan met geweld en geweldenaars grijpen er naar”. (Matt. 11:12)

“Want het Koninkrijk Gods bestaat niet in woor­den, maar in kracht”.

(1 Kor. 04:20)

De boodschap van het koninkrijk

De boodschap van het Koninkrijk Gods is de meest indringende boodschap van alle tijden. Het is een fascinerende boodschap. Het grijpt in diep in het leven van de mens die zich voor deze boodschap openstelt. Het verandert hem radicaal.     

Het is de boodschap van God zelf. Het openbaart het wezen van God. Het is de openbaring van Gods eniggeboren Zoon, Jezus Christus, in en door een mens.

Toen Johannes de Doper op aarde was, kondigde hij de bediening van Jezus aan met deze woor­den: “Bekeert u, want het Koninkrijk der heme­len is nabij gekomen. Hij toch is het, van wie door de profeet Jesaja gesproken werd, toen hij zeide: De stem van een, die roept in de woestijn: Bereidt de weg des Heren, maakt recht zijn paden” (Matt. 03:02-03).

Jezus zelf was de grote Vertegenwoordiger van het Koninkrijk Gods (oftewel Koninkrijk der he­melen) . Meer nog: Hij was het Koninkrijk Gods zelf!

De Farizeeën en Schriftgeleerden meenden dat Jezus gekomen was om een aards Koninkrijk te stichten met grenzen, een leger, enz. Zij schrokken toen zij bemerkten dat Jezus met een geheel andere opdracht naar deze wereld was ge­komen. Zij dachten: Als Jezus onze koning wordt kunnen wij onze posities handhaven. Maar Jezus stelde hun schijn-godsdienst aan de kaak. Zij spraken wel over God en Godsdienst, maar leef­den er niet naar.

Jezus zei: “Gij onderzoekt de Schriften, want gij meent daarin eeuwig leven te hebben, en de­ze zijn het, welke van Mij getuigen, en toch wilt gij niet tot Mij komen om leven te hebben” (Joh. 05:39-40).

Het evangelie met bewijs

Toen Jezus Zijn bediening begon, sprak Hij in de synagoge te Nazareth. Hij begon te lezen uit de boekrol van Jesaja: “De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen; en Hij heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid, om te verkondigen het aangename jaar des Heren” (Luc. 04:18-19).

Toen Hij daarna het boek sloot en “de ogen van allen in de synagoge op Hem gericht waren”, begon Hij met te zeggen: “Heden is dit Schriftwoord voor uw oren vervuld”(Luc. 04:21). Jezus bracht in praktijk wat Hij verkondigde! Hij bracht een evangelie met bewijs van tekenen en wonderen!

Daarom is het zo belangrijk dat dit evangelie (het evangelie van het Koninkrijk oftewel het volle evangelie) in de gehele wereld, in iedere plaats, aan elk mens, verkondigd wordt. Temid­den van de stroom van boodschappers die door de duivel geïnspireerd zijn, is het dit evangelie dat de mensen werkelijk verandert en gelukkig maakt.

Alleen dit evangelie heeft in deze eindtijd waarde. Jezus zelf zei: “En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepre­dikt worden tot een getuigenis voor alle volken en dan zal het einde gekomen zijn” (Matt. 24:14).

Geen ander evangelie

Het zou voor ieder vandaag levend kind van God een duidelijke en vanzelfsprekende zaak moeten zijn, dat het volle evangelie het enige evange­lie is wat Jezus bedoelde toen Hij Zijn grote opdracht bekend maakte: “Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping. . . . ” (Mark. 16:15). Het is onbegrijpe­lijk dat, terwijl de nood zo onvoorstelbaar groot is, sommige kinderen Gods nog een ander evangelie brengen dat het volle evangelie. Geen enkel ander evangelie kan de mens werke­lijk bevrijden uit satans macht.

Nu zal iemand misschien opmerken: “In de Bijbel komt de benaming “volle evangelie” niet voor”. Dan zeggen wij: Dat is juist omdat het in de Bijbel vanzelfsprekend was dat het evangelie “vol” was.

Een ander bezwaar wat men soms tegen de bood­schap van Pinksteren en Volle Evangelie aan­haalt, is dat de vlag de lading soms niet dekt. Natuurlijk weten wij wel dat ook in dit opzicht het spreekwoord waar is, wat zegt: “Het is niet alles goud wat er blinkt”. Niet alles wat zich als “vol evangelie” aandient is werkelijk vol. Het is de duivel soms gelukt extreme of fanatie­ke opvattingen onder het motto “Volle Evangelie” of “Pinksteren” te doen binnensluipen. Maar daarom mag nog niet met het badwater het kind worden weggegooid.

Wees waakzaam!

Wij zullen waakzaam moeten zijn dat er geen wa­ter in de wijn wordt gedaan, terwille van een aanpassen van de boodschap. Paulus bijvoorbeeld was in dit opzicht goed op zijn hoede. In zijn brief aan de Galaten windt hij er geen doekjes om, door te schrijven:

“Het verbaast mij, dat gij u zo schielijk van degene, die u door de genade van Christus ge­roepen heeft, laat afbrengen tot een ander evangelie en dat is geen evangelie. Er zijn echter sommigen, die u in verwarring brengen en het evangelie van Christus willen verdraaien. Maar ook al zouden wij, of een engel uit de he­mel, u een evangelie verkondigen, afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij ver­vloekt! Gelijk wij vroeger reeds gezegd hebben, zeg ik thans nog eens: Indien iemand u een evangelie predikt, afwijkend van hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt! (Gal. 01:06-09). Ook Paulus had kunnen toegeven aan de verlei­ding om niet meer het volle evangelie te brengen, maar een “aangepast evangelie”. Hij sprak echter duidelijke taal: “Tracht ik thans mensen te winnen, of God? Of zoek ik mensen te behagen? Indien ik nog mensen trachtte te behagen, zou ik geen dienstknecht van Christus zijn. Want ik maak u bekend, broeders, dat het evangelie, hetwelk door mij verkondigd is, niet is naar de mens. Want ik heb het ook niet van een mens ontvangen of geleerd, maar door openbaring van Jezus Christus” (Gal. 01:10-12).

Dan vertelt hij van de geweldige verandering in zijn leven, toen het nieuwe leven van Jezus Christus in hem kwam. Paulus was een verkondi­ger van het echte evangelie. Hij wist dat het een realiteit was dat het Koninkrijk Gods niet bestaat in woorden, maar in kracht! Hij wist dat hij Christus zou verloochenen als hij een ander evangelie zou brengen. Aan de Romeinen schreef hij: “Want ik zal het niet wagen van iets anders te spreken dan van hetgeen Christus door mij bewerkt heeft om heidenen tot gehoor­zaamheid te brengen door woord en daad, door kracht van tekenen en wonderen, door de kracht des Geestes” (Rom. 15:18-19).

Dit is duidelijke taal, die ieder vandaag leven­de Christen tot de zijne moet maken. Want we hebben nu nog geweldige kansen om dit evangelie uit te dragen. In hoeveel landen is dit niet meer mogelijk, zonder vervolgd te worden?

Laten onze harten bewogen zijn met de miljoenen door satan gebonden mensen, die slechts op één manier werkelijk gelukkig kunnen worden: Jezus te aanvaarden en Hem te volgen. Maar dan geen Jezus naar eigen inzicht, maar zoals die zo duidelijk geopenbaard in het Woord van God, als de Volkomen Verlosser, als de levende Zoon van God, die alle macht heeft in hemel en op aarde!

“Hij is rondgegaan, weldoende en genezende al­len, die door de duivel overweldigd waren; want God was met Hem”(Hand. 10:38). God zal ook met u zijn, als u dit evangelie uitdraagt, want er is geen ander evangelie, dan het volle evangelie!

 

Van de redactie door Gert Jan Doornink

In het vorig nummer van “Levend Geloof” kondigden wij on­ze “herfstactie” aan. Wij deden een (dringend beroep op onze lezers en lezeressen ons te helpen het aantal abonnees belangrijk uit te breiden. In dit nummer willen wij onze oproep herhalen. U kunt ons helpen door:

-Als u nog geen abonnee bent, of u ontvangt het blad gratis, u op te geven als abonnee a f 12,50 per jaar.

– Eén of meer geschenkabonnementen op te geven. Is er mooier cadeau denkbaar dan een “geestelijk” cadeau?

– Adressen op te geven, waar wij dan drie maanden lang “Levend Geloof” op proef naar toe kunnen zenden.

Adresseer uw brieven en opgaven naar “Levend Geloof”,  te Wapenveld. En als u geen postzegel in huis hebt, zendt dan uw brief ongefrankeerd naar: “Le­vend Geloof”, Wapenveld.

“Levend Geloof” mag thans door Gods genade meer dan 16 jaar de boodschap van het volle evangelie doorgeven. Ve­len waarderen het dat wij in al die jaren niet wezenlijk van koers zijn veranderd. Wij willen, zolang de Heer het vergunt, doorgaan met compromisloos dit heerlijke, blij­de evangelie door te geven.

Temidden van een wereld die hoe langer hoe meer geeste­lijk en moreel achteruit gaat en temidden van een sterke opkomst van oosterse en occulte leringen, is het volle evangelie (het evangelie van het Koninkrijk) de enige boodschap die waardevol is en positieve uitwerking heeft. Laten wij daarom werken zolang het dag is, voordat de nacht komt waarin niemand werken kan.

Uw, in onze Heiland verbonden.

 

Levend geloof journaal door Gert Jan Doornink

20 jaar Filadelfiagemeente Zwaagwesteinde

Zondag 25 september werd in een speciale herdenkingssamenkomst in de Filadelfiakapel te Zwaagwesteinde, het feit herdacht dat 20 jaar ge­leden voor het eerst op zon­dag een volle evangelie sa­menkomst werd gehouden in ca­fé “De Viersprong” te Twijzelerheide.

De Pinkstergemeente “Filadelfia” was hiermee geboren, na­dat in de jaren daarvoor een twintigtal mensen het volle heil in Jezus hadden gevonden en de noodzaak inzagen om gedoopt te worden met de Heili­ge Geest als voorwaarde om een getuige van Jezus te zijn. Onder hen was broeder J. W. van Petegem Gzn. , toen nog Vrij Evangelisch predi­kant te Bergum. Hij zou al spoedig de leiding ontvangen van een opwekkingsbeweging waardoor in de loop der jaren velen tot nieuw leven in Christus werden gebracht.

De Filadelfiagemeente te Zwaagwesteinde groeide uit tot de grootste Pinksterge­meente in het noorden van het land. De gemeente is bijzon­der actief, wat onder andere tot uitdrukking komt in de vele tentcampagnes welke ie­dere zomer in verschillende dorpen worden georganiseerd. Reeds vele jaren wordt iedere morgen om 9 uur een bidstond gehouden in de kapel. Deze kapel werd in 1960 in gebruik genomen en werd onlangs ver­bouwd. Er bestaat een nauwe samenwerking met de Filadelfiagemeente te Dokkum, ter­wijl in verschillende plaat­sen in de omgeving van Zwaagwesteinde regelmatig bidstonden en Bijbelstudies worden gehouden.

Dat de broeders en zusters van de gemeente hun dank­baarheid voor br. Van Petegem niet onder stoelen of banken staken, bleek uit de opbrengst van een spontane inzamelingsactie, bedoeld voor een reis naar Israël, welke aan br. en zr. Van Petegem werd aangeboden.

Op zondagmiddag 20 november om 5 uur, wordt via de radio een rechtstreekse uitzending verzorgd, van een samenkomst van de Filadelfiagemeente uit Zwaagwesteinde.

Agape Bijbel Shop geopend

Op zaterdag 3 september werd in het centrum van Zwolle de “Agape Bijbel Shop” van br. en zr. Hans en Esther Tims geopend.

Deze Bijbelshop is één van de vele zogenaamde evangeli­sche plaat- en boekwinkels welke de laatste jaren wer­den geopend. Waren er enkele jaren geleden nog maar een paar, thans zijn er reeds meer dan 100, verspreid over het gehele land. Naast de boekentafels in de verschil­lende gemeenten, op samen­komsten en op markten, vor­men zij een belangrijke bron van verspreiding van de po­sitieve christelijke bood­schap, in een tijd waarin de wereld overspeeld wordt met propaganda uit het rijk der duisternis.

De “Agape Bijbel Shop” van Hans en Esther Tims werd on­der grote belangstelling en op feestelijke wijze geo­pend. De eerste 100 bezoe­kers ontvingen elk een bos bloemen, terwijl de gospel­groepen “Zijn Getuigen” uit Zoetermeer en “The Children of the Truth” uit Leerdam meewerkten. Evenals de be­kende zangeres Esther Tims. Alle van haar verschenen grammofoonplaten zijn uiter­aard ook in deze Bijbelwinkel verkrijgbaar.

Zojuist is de nieuwe plaat “Als de ranken aan de wijn­stok” verschenen, welke Es­ther Tims zingt samen met Gert en Hermien,

Massale getuigenismars

De meer dan 10. 000 deelne­mers aan de massale getuige­nismars “Voor Jezus”, vorm­den een indrukwekkend hoog­tepunt van de zesde “One Way Day”, welke op zaterdag 22 oktober in Utrecht werd ge­houden.

Het werd een grote overwin­ning op het rijk der duis­ternis. Velen ontvingen de zekerheid dat Jezus het Ant­woord is op iedere nood. In de nazorgruimte werd met on­geveer 700, voor het over­grote deel jonge, mensen ge­beden .

Deze massabijeenkomst, die ƒ 120. 000,- voorbereidings- en organisatiekosten ver­eiste, bracht aan offerga­ven ƒ 140.000,- op, zodat dit geloofswaagstuk van e­vangelist Ben Hoekendijk, ook in financieel opzicht gezegend werd. De ƒ 20.000,- die “over” was, wordt be­steed aan verschillende zendingsprojecten.

Als datum voor de zevende “One Way Day” werd vastge­steld: zaterdag 18 november 1978.

De “Agape Bijbel Shop”, ge­vestigd aan de Tijlspassage 1 te Zwolle, is open op dinsdag, woensdag en vrijdag van 10 tot 18 uur op maan­dag van 13 tot 18 uur; op donderdag van 10 tot 21 uur en op zaterdag van 10 tot 17 uur.  

In memoriam Zr. J. de Jong

Terwijl zij op vakantie was bij haar kinderen in Canada, nam de Heer plotseling in Zijn heerlijkheid tot zich: Zr. J. de Jong-Veenendaal te Heerde. Zij werd 72 jaar.

Onze eerste herinnering aan zr. de Jong dateert van on­geveer 7 jaar geleden, toen zij nog met haar man in Den Haag woonde. Op een avond belde zij op. Ze vertelde hoe zij altijd wonderbaar gezegend werd door “Levend Geloof”. En hoe zij, nu haar man gepensioneerd was, graag in Heerde een huis zou willen kopen. (Ons adres was toen nog: Heerde). Zij kon dan de medewerkers van het blad persoonlijk leren ken­nen en toetreden tot de “Le­vend Geloof” gemeente.

Het was wel even een teleur­stelling voor haar, toen wij vertelden dat “Levend Ge­loof” geen eigen gemeente had en dat de medewerkers niet allemaal in Heerde woonden.

Toch verhuisde de familie De Jong enige tijd later naar Heerde. Zij vond toen haar geestelijk thuis in de Filadelfiagemeente te Wapenveld (voorganger br. J. W. Brem).

Op de begrafenis, die geleid werd door een Geref. predi­kant uit Heerde, vertelde deze hoe hij getroffen werd door haar geloofsgetuigenis. Zr. De Jong nam nooit een blad voor de mond, maar was vol van het Woord van God. Enkele jaren geleden schreef zij enkele stukjes in “Le­vend Geloof” over de beteke­nis van het Woord van God.

Toen zij nog in Den Haag woonde en een kindersamenkomst leidde in een gebouw­tje, waarvan de ramen met planken waren dichtgespij­kerd, moest zij soms eerst de schuttingwoorden van de planken verwijderen. Zij schreef dan de woorden “Jezus leeft” er voor in de plaats.

Dit voorval, één van de vele, typeert het geloofsleven van Zr. De Jong. Zij schaamde zich niet voor het evangelie van Jezus Christus.

 

Wat is wedergeboorte? 2 Door H J Glasbergen

Een ongeestelijk mens, aan­vaardt niet hetgeen van Gods Geest is. Hij kan het ook niet, het is voor hem een dwaasheid. Vlees en bloed kunnen het Koninkrijk Gods niet beërven. (1 Kor. 15:50). Nicodemus was een leraar van Israël en kon het Koninkrijk Gods niet zien, noch binnen­gaan, omdat hij niet weder­geboren was.

Zelfs voor grote mannen Gods uit de oude bedeling was het verborgen, engelen en profe­ten hadden het begeerd te zien. Alleen de Heilige Geest zal ons tot de volle waarheid leiden, dit is Gods weg.

Bij een ieder die het woord van het Koninkrijk Gods hoort, en het niet verstaat door Gods Geest, komt de bo­ze en rooft wat in zijn hart gezaaid is. De tweede is hij die hoort wat de prijs is, maar schiet geen wortel. De derde is hij die gebonden is aan oude dingen, tradities en overleveringen, zo ver­stikt het zaad tussen het on­kruid en is nutteloos voor God.

Maar de wedergeboren mens – uit God geboren – heeft wor­tel, hij is een terebint der gerechtigheid. (Matt. 13:10-24). Hij draagt ook vrucht, zegt Jezus, daar hij verbon­den is aan de levensrivier. Zij achten zichzelf niet.

Zij zullen de kracht en heer­lijkheid Gods openbaren. De pootjesbaders zullen nooit aan het doel van God komen. (Ezechiël 47). Zij hebben ook geen geloof voor deze Godde­lijke opdracht.

Wij moeten wedergeboren zijn uit water en Geest. Met wa­ter bedoelt Jezus niet het natuurlijke water, wat God gaf aan een natuurlijk volk in de woestijn. (Joh. 07:37- 40). Zendelingen die in een geestelijke woestijn staan, weten wat het levende water der wedergeboorte is.

Die Mij liefheeft, blijft in Mij

In de natuurlijke wereld is gemeenschap nodig voor vrucht en geboorte. Zo is ook een reine, heilige ge­meenschap door de Heilige Geest nodig met God, de Va­der en Zijn Zoon, Jezus Christus, in liefde, om we­derom geboren te worden. (Johannes 14).

Jezus noemde vier soorten gelovigen, allen goedwillende, en allen op weg, waarheen? Inmiddels vermenigvuldigd tot 400. Allen goedwillende gelovigen? Als Jezus de prijs noemt», hebben zij allen een geldig excuus. (Luc. 9:59). Het Koninkrijk Gods zegt hun niets, zij geloven in verlossing en vergeving, maar willen niets weten van een Discipelschap. Deze reden is hard, zeggen zij.

God verlangt geen bovenmen­selijke inspanning van ons, maar een duidelijke weg, door de leer van Jezus, om wedergeboren te worden. Deze weg is zelfs met het ver­stand te begrijpen.

Elke leer van de 400 kerken is uit het verstand geboren. Deden zij maar wat in hun belijdenissen staat. Mijn moeder en broeders en zus­ters, zijn zij die het woord horen en gaan doen. (Luc. 08:09). Dit is het grote lek. Zij weten het, maar komen niet tot een volkomen ge­hoorzaamheid, zij schrijven God de wet voor. De weg van de minste weerstand is de prettigste, voor de vlese­lijk levende Christen. Als je Gods weg gaat, zul je ve­len verliezen, maar een dis­cipel staat niet boven zijn Meester. (Matt. 10:39). Deze weg heeft niets met godsdienst te maken.

Een nieuwe schepping in Christus

Dit is geen leer van mensen, maar komt van God de Vader, voor de grondlegging der we­reld. Kunnen wij ons per­mitteren te zingen: “Sinds Jezus nu woont in mijn hart” of: “Zijn Naam is gegrift in mijn hart” en dan vervolgen: “Kom diep in mijn hart, Heer Jezus”? Als wij goed nadach­ten en goed werden voorge­licht wat wij belijden, in ons zingen, zouden wij wel wat voorzichtiger zijn. Vaak zijn het papieren belijde­nissen, evenals de 400 van de genoemde kerken. Alleen als je de woorden doet en ze waarmaakt, is het waarheid.

De wedergeboorte is niet vast te leggen in belijdenis­sen en formulieren. Adam was het beeld van God, hij moest Gods wil openbaren op aarde. Jezus Christus – de tweede Adam – was als mens het beeld van Zijn hemelse Va­der. Beiden zijn het beeld van de wedergeboren mens uit water en uit Geest.

Jezus sprak geen woord wat niet van de Vader kwam. Hij zei: Mijn leer is niet van Mij, maar van Mijn Vader die in de hemel is. En wie in die leer blijft, heeft zowel de Vader als de Zoon. (2 Joh. 01:08-11). Adam was geroe­pen om te heersen over Gods schepping. En Jezus was ook geroepen om te heersen over Gods schepping. En om zich te vermenigvuldigen. Wat A­dam verloren had door-zijn ongehoorzaamheid, herstelde Jezus door Zijn gehoorzaam­heid. Jezus kwam om velen tot zonen te verwekken (Galaten 3). Zijn wil is dat wij zullen groeien tot de manne­lijke rijpheid en de volle kennis van de Zoon Gods en de volheid van Christus. (Ef. 04:12-16).

Wij zijn geroepen om te heersen over de machten der duisternis en vrij te zijn van alle vreemde smetten. Een volk van koningen en priesters. Apart van al wat onrein is. Hij is Koning in Zijn Koninkrijk en Hij woont temidden van Zijn wedergebo­ren volk. (1 Sam. 08:01-22). Gods tent is bij de mensen, die Hem boven alles liefheb­ben.

Omdat zij leringen van mensen leren

“Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is ver­re van Mij” (Matt. 15:08). Hon­derden jaren lang zien wij dit beeld in de wereld, het ergst misschien in Nederland. Vanaf het begin heeft de dui­vel het Woord van God ver­draaid en verkromd. Zelf was hij door hoogmoed gevallen. Zo heeft hij ook de eerste mens verleid. Gij zult als God zijn, zegt de duivel tot Eva en hij beroept zich op Gods Woord.

De Schriftgeleerden en farizeeën bestreden Jezus, van­uit het Woord: de wet en de profeten. Zij hadden zich op de stoel van Mozes gezet en verdraaiden het Woord van God. En Jezus bestreed hen uit hetzelfde Woord. De basis van elke kerk is vanuit Gods Woord, dus volkomen gemoti­veerd. De Schriftgeleerden theologen) doorvorsen de Bij­bel . Aan de hand van hun vi­sie en denkpatroon stellen zij belijdenissen op, formu­lieren en geloofsuitspraken. Deze worden dan op schrift gesteld. Elke generatie heeft zo zijn eigen kerkher­vormers. Van Luther af, de grote hervormer, zijn de kerken gescheiden, verscheurd en verdeeld, tot in de be­lachelijke kleine groepjes, die God een gruwel moeten zijn. En nog barsten deze groepjes en kerkjes de grond uit. De oprichters zijn voor zichzelf begonnen, en stellen zich altijd iets meer exclu­sief op. Een etiket er op ge­plakt ,en er is weer een nieu­we gemeenschap of kerk gebo­ren.

Het lichaam van Christus is niet gedeeld

In stad of land kun je deze vinden, geboren uit de geest van verdeel en heers. God laat zich echter niet inpas­sen in een leer of visie, dus zijn er vele afgoden. Een ie­der die zich schuldig maakt aan deze dingen, stelt zich buiten het Lichaam van Chris­tus. Zij komen ook nooit tot wedergeboorte en volwassen­heid. Hij leerde de voorwaar­den, zo als aan Adam en Eva. Maar na duizenden jaren heb­ben wij nog niets geleerd. In plaats van de duivel het zwijgen op te leggen, probe­ren wij elkander het zwijgen op te leggen, daar zijn dan alle leringen voor nodig. De Schriftgeleerden leven nog, en zijn nog onder ons, en voelen zich nog steeds be­langrijk.

Hij is de Heer der Kerk, Je­zus Christus. Maar welke kerk dan wel? De Heilige Geest verdeelt niet, want een Koninkrijk kan niet tegen zichzelf verdeeld zijn, zegt Jezus tegen de farizeeën. (Matt. 12:22-37). Het Ko­ninkrijk Gods kan niet strij­den en overwinnen als de aan­klager ons dagelijks bij Gods troon kan aanklagen. Laten wij in Pinksteren eens wak­ker worden, want Hij komt spoedig!

Het oordeel begint bij het huis Gods

Het vuur en het hout is er wel, in Pinksteren, maar het offer ontbreekt. (Genesis 22). Vele Christenen staan elke dag aan het altaar, om een offer te brengen voor hun dagelijkse zonden. Dat offer bestaat dan uit vergeving vragen. Aan hun roeping als priester zullen zij nooit toekomen, zo ook niet hun dienst aan het reukofferaltaar.

De ganse volheid is ons in Christus geschonken. Deze volheid kan alleen openbaar worden in wedergeboren men­sen, die bereid zijn het of­fer te brengen waar God be­hagen in heeft: Volkomen gehoorzaamheid.

Deze weg is niet naar het vlees. Alleen door de kracht van de Heilige Geest kan de mens zich onderwerpen aan Gods Woord.

Zij zijn door God geplant. Elke plant, die niet vanuit Gods Koninkrijk functioneert, zal uitgeroeid worden. (Matt. 15:12). Bij de oogst zal de zuivering van de goede en de valse tarwe pas plaats vin­den. Velen, die de waarheid weten en de prijs te hoog vinden, liggen nog onder een bedekking. God heeft echter geen behagen in meelopers.

Onderwerpt u aan God

Onderwerpt u aan God en biedt weerstand aan de duivel. Dan wordt je een overwinnaar over de duivel. God weerstaat de hoogmoedige. (Jak. 04:05-10). Wat hoog is voor de mensen is laag voor God. Jezus Christus heeft ons verzoend met de Va­der. Waar halen wij dar de (hoog)moed vandaan om God de wet voor te schrijven in for­mulieren en leerstukken. Het is Zijn Koninkrijk en Hij is alleen de Koning. Ook van ons hart?

Want Hij is onze Vrede, die de twee één heeft gemaakt, Gods Geest en de menselijke geest. (Ef. 02:11-22). In Hem wast elk bouwwerk, goed ineensluitend, op tot een tempel, heilig in de Here; in wie ook wij mede gebouwd wor­den tot een woonstede Gods in de Geest.

Wilt u het Lam volgen, waar het ook gaat? Zo alleen zijn wij de wedergeboren medewer­kers in het Rijk van Gods liefde. Al de verwarring en verscheurdheid zijn nooit uit God. De leer van de dui­vel is: verdeel en heers.

Alleen zij die door Gods Geest geleid worden zijn zo­nen Gods. Als wij de Geest van het zoonschap hebben, als deze Geest in ons woont en I ons gehele leven beheerst, kunnen wij zeggen wedergeboren te zijn!

(wordt vervolgd)

 

Reis naar Zwitserland door J. Noë

Dit keer, broeders en zus­ters, een kort verhaal over mijn reis naar Zwitserland in september jongstleden. Het wordt echter geen reis­beschrijving, ofschoon ik weer zeer genoten heb van de machtige schepping van God en kris kras door het groot­ste gedeelte van Zwitserland ben gereisd.

Meestal ga ik ieder jaar naar Zwitserland, waar thans ook mijn dochter met haar man en kinderen woont en dan vraag ik de Heer om een deur te openen om van Hem te kun­nen getuigen. Dit is dan ook wel gebeurd, een keer in Bern en in Frütigen.

Ook deze keer had ik de Heer gebeden of het Zijn wil was dat ik zou gaan. Te oordelen naar de aanvallen van onze tegenstander, de duivel, leek het mij niet twijfel­achtig. Ik had dit vroeger meer meegemaakt, onder ande­re op mijn reizen naar Enge­land en Amerika. En als het Gods wil is, zoals nu, dat ik ga, dan zal de duivel met zijn trawanten moeten wij­ken. “Wie God bewaart is wel bewaard!”

Ontmoetingen

Ik maakte dus met mijn doch­ter een afspraak dat ik op maandag 29 augustus zou ko­men. En zelfs op de dag van vertrek ging satan tot een heftige aanval over. Maar, halleluja, Jezus is Overwin­naar! Hij gaf mij de kracht om door te zetten en heeft gedurende de gehele reis op wonderbare wijze van Zijn aanwezigheid blijk gegeven.

De reis begon al goed. In mijn coupé zat een Holland­se dame, die ook naar Zurich reisde. Ik heb met haar fij­ne gesprekken gehad, waarbij Jezus centraal stond. Wij hebben elkaars adres opgege­ven.

Bij mijn dochter ontmoette ik een mij reeds bekende Amerikaanse buurvrouw, waar ik van dacht, dat zij nogal werelds was. Maar Gods wegen zijn wonderbaar. Doordat mijn kleindochter ziek van school naar huis kwam en mijn dochter druk met haar bezig was, bleef ik met haar alleen en had ik een gesprek met haar, waarbij bleek dat zij een gelovige vrouw was.

Toen ik haar een en ander van mij zelf vertelde en zei dat ik een free lance predi­ker van de Pinksterbeweging was, zei ze: Oh, dat is fijn, dan moet u op onze huissamenkomst in Rüschlikon spreken, daar komen ook men­sen van de Pinksterbeweging. Ik stemde daar natuurlijk mee in en we hebben twee samenkomsten gehad, één in het begin en één aan hat einde van mijn reis.

Samenkomsten

De eerste keer heb ik een getuigenis gegeven en enige gedeelten uit de Bijbel aan­gehaald, de tweede keer heb ik een gedeelte uit de Bij­bel behandeld. Het waren fijne samenkomsten en Gods zegen rustte er op. Men vroeg mij om zo spoedig mo­gelijk weer terug te komen, om dan ook voor een grotere groep te spreken.

Tijdens mijn verblijf in In­terlaken heb ik in twee ge­meenten een getuigenis mogen geven, namelijk in In­terlaken zelf, alsmede in Thun, daar niet ver vandaan. Daarna ben ik naar Montreux gegaan om een Hollandse da­me te ontmoeten, die ik het vorige jaar ontmoet had en die een bijbelkiosk had. Ze bleek ook een Pinksterzuster te zijn, maar was nog lid van een Evangelische gemeente, waar ook verschil­lenden gedoopt waren met de Heilige Geest, waaronder de voorganger. Ze probeerde mij in te schakelen voor een spreekbeurt, maar helaas ging dat moeilijk omdat er reeds een zendeling uit Afrika was uitgenodigd. Een volgende keer zou het zeker kunnen.

De schoonzuster van onze Hollandse zuster was een Zwitserse, behoorde ook tot de Pinkstergemeente en woon­de vlak bij Montreux in Les Avants in de bergen. Daar zij kamers verhuurde kon ik voor enige dagen bij haar intrekken. Bij haar thuis hebben we toen een fijne huissamenkomst gehad en daar ik geen Frans spreek, heeft de Hollandse zuster mij ver­taald.

Gesprekken

Vele vruchtbare gesprekken zijn gevoerd en wij ervaar- den Gods zegen. Ook hier werd ik verzocht om weer te­rug te komen, wat mij na­tuurlijk zeer verheugde.

Vanuit Montreux zijn we ook naar Lausanne geweest. Daar hebben wij in de grote be­roemde kathedraal een cha­rismatische bijeenkomst mee­gemaakt en zijn tevens naar een tentcampagne geweest die opgezet was door verschil­lende groepen, waaronder ook Pinkstergroepen. En daar ontmoette ik een mij bekende Pinksterbroeder, waar ik in 1974 gelogeerd had. Het was een blij weerzien en wij zullen contact met elkaar opnemen, zodra ik weer naar Zwitserland kom.

Na vier weken in Zwitserland te zijn geweest, ben ik toen met een hart vol van dank­baarheid aan de Heer naar Holland teruggekeerd. Ja, Hij is wonderbaar!

 

Reacties van lezers

Broeder N de B. te Scheveningen blijkt een fervent aanhanger te zijn van de in 1963 overleden Amerikaanse prediker William Branham. Reeds eerder ontvingen wij een uitvoerige brief van de­ze broeder, welke wij nog persoonlijk zullen beant­woorden .

Br. de B. maakt in zijn brief het volgende overzicht:

1 – Jezus Christus = Chris­tenen;

2 – M. Luther = Pro­testanten;

3 – John Wesley = Methodisten;

4 – Branham – Op deze laatste profeet volgt geen denominatie meer”           

Br. de B. haalt dan Amos 03:08 aan en schrijft dat God steeds een man gebruikt. Want “God spreekt namelijk altijd zo door Zijn knechten de profeten”.

Br. de B. gaat echter geheel voorbij aan Heb. 01:01, waar staat: “Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, heeft Hij in het laatst der dagen tot ons gesproken in de Zoon, die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle din­gen, door wie Hij ook de we­reld geschapen heeft”.

In de Gemeente van Jezus Christus zijn allen geroepen om een getuige van Jezus Christus te zijn! Sommigen van hen ontvangen een be­paalde bediening, zoals o. a. Paulus dat beschrijft in Ef. 04:11-12: “En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraren. . . . om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het Lichaam van Christus, enz. “

Zij hebben dus een speciale taak, maar zijn dus niet “meer” dan de anderen. Dat blijkt ook wel uit het leven van Paulus, die de bediening van apostel had. Hij maakt geen “misbruik” van deze taak, maar blijft “broeder onder de broeders”.

Aan de Gemeente te Rome schrijft hij bijvoorbeeld: “Ik verlang u te zien om u enige geestelijke gave mede te delen tot uw versterking, dat is te zeggen: onder u , mede bemoedigd te worden door elkanders geloof, van u zowel als van mij” (Rom. 01:11-12) .

Paulus wilde ten alle tijde ook van de ander iets leren. Dat is het kenmerk van de ware Christen, of hij nu een apostel is of een “gewone” broeder of zuster.

De NCRV en de magnetiseurs

Een geheel ander geluid kwam van broeder J. N. uit Leeu­warden. Hij schrijft: “Ik heb gejuigd toen ik uw arti­kel las”. Bedoeld wordt het artikel “Pinksteren vandaag” van br. Companjen, waarin deze uitvoerig inging op het programma wat de NCRV uit­zond over de magnetiseurs.

Br. J. N. schreef aan de NCRV een brief met deze inhoud: “Geachte heren. Ik ben diep teleurgesteld over de uit­zending over magnetiseurs. Ik meen vanuit de Bijbel ge­zien, dat God deze dingen veroordeelt. Als wij ver­schillende teksten opslaan uit de Bijbel, worden we hier duidelijk op gewezen. O.a. staat er ook: Wordt niet wereldgelijkvormig. Al­les is tegenwoordig geoor­loofd: Homofilie, abortis, occultisme, enz. Men, kent geen verschil meer tussen goed en kwaad. En wat de NCRV betreft: Laat dat christelijke er maar uit. Maak er maar NRV van. Dat ligt beter en past beter. Tevens bedank ik als lid. Kies heden, wie gij dienen zult. Zal Ik, als Ik weder­kom nog het geloof vinden?”

Ondertussen heeft deze broe­der een uitvoerige brief te­rug gehad van de NCRV. Het is een gezamenlijk antwoord wegens de “overstelpende hoeveelheid brieven” die men over deze uitzending heeft gehad.

Ondertussen blijkt dat men op enkele ondergeschikte punten iets terugkrabbelt, maar dat men verder rustig blijft vasthouden aan het standpunt dat het werk van de magnetiseurs wordt goedgekeurd.

Men maakt onderscheid tussen “echte magnetiseurs” en de niet bonafide magnetiseurs”.

Deze laatste stelt men nota- bene op één lijn met hen die de Bijbelse weg van gebeds­genezing willen gaan!!!

Over de bloedvloeiende vrouw zegt men dat deze een “ma­gisch geloof” bezat, en dat de Heer haar desondanks ge­nas. . . .

Tenslotte schrijft de NCRV dat wij als “verantwoorde­lijke christenen (?) onze plicht hebben als het ware ontmythologiserend en taboe- brekend in deze op te tre­den in onze uitzendingen”.

Uit alles blijkt wel in wel­ke tijd wij leven. Een tijd waarin de scheiding der geesten in volle gang is. Voor de ware Christen is het daarom van het grootste belang dat hij aan de “goe­de kant” staat. Dat wij de geestelijke weg in gehoorzaamheid bewandelen. Zodat we zullen groeien in het ge­loof. Of, zoals broeder Companjen in zijn artikel schreef: Laten wij een vast spoor trekken, zodat wij niet heen en weer geslingerd worden door allerlei wind van leer!

Een radicale koers

Broeder J.A. de B. te Barneveld schrijft: “Uw blad bouwt mijn geestelijk leven erg op, vooral omdat het één (radicale) koers vaart”. Dat hebt u juist gezien, broeder, want de weg die Je­zus ons aanwijst is er één van volkomen volgen. Jezus heeft gezegd: Wie niet voor Mij is, is tegen Mij….Een tussenweg is er niet!

 

“Het Koninkrijk Gods bestaat, niet in woorden maar in kracht!”

(1 Kor. 04:20).

 

Br. J. Krol uit, Leek (Gr. ) reageerde in dichtvorm:

Gods woord is wonderbaar! (gedicht) J. Krol

Wat is Gods Woord toch wonderbaar.

En altijd goed voor iedereen,

Die naar Gods Woord wil horen.

Dat Woord van God is zeker waar

En gaat door heel de wereld heen.

De mens leeft hierbij nooit alleen.

Het Woord van God is altijd waar.

 

Ja, Gods Woord is wonderbaar!

Eens sprak God, “Er zij licht”.

Dat was een wonder van Gods Hand,

Een Meesterwerk van de Hand des Heren.

Geen ander is er ooit geweest.

De Hand Gods heeft dit al verricht.

En kwam in de Schepping dit tot stand.

Hier kan de mens niets aan corrigeren!

Het is alleen het werk van God geweest.

 

Ja, Gods werk is Wonderbaar!

Blijmoedig mag de mens hierop vertrouwen

Het Woord van God is waar en goed.

Als de mens zich ook laat leiden door dat Woord

Kan hij vertrouwend verder gaan.

Hij mag zijn leven hierop bouwen,

’t Woord van God is zeker goed.

Hij mag zijn weg gaan, ongestoord,

Hij zal zijn weg in voorspoed gaan.

 

Ja, Gods weg is Wonderbaar!

God roept door Zijn Woord de mens zo dringend toe, –

Luister goed -, er komt een eeuwigheid.

Deze wereld gaat zeer snel voorbij. . . .

Er komt een eeuwig Hemeloord.

Daarom o mens, wandelt u niet moe,

En raakt de koers niet kwijt,

Ook de tijd voor u komt naderbij,

Gij o mens, wandelt naar Mijn Hemeloord.

Ja, Gods Hemeloord is Wonderbaar!

 

Gods Hoogweg (gedicht) door Judith

Hebr. 12:02

Met Hem alleen (Mark. 09:05-08)

’t Liefst zou ik dicht bij Jezus zijn,

Om bij Hem te verkeren;

Op bergtop en in zonneschijn

Zou niets mij kunnen deren.

 

‘k Zou op die plek, zo hoog en fijn,

Een tent voor Hem gaan bouwen;

Het zou voor mij zo makkelijk zijn

Als ‘k Hem steeds kon aanschouwen.

 

Zijn hand voert mij – dat is gewis –

Wel eens in donk’re dalen;

Maar daar, in diept’ en duisternis,

Blijft Zijn liefde mij omstralen.

 

Gods hoogweg brengt mij vaak daarheen,

Waar ‘k alles moet ontberen;

Want slechts als ’k ben: Met Hem alleen,

Kan Hij mij het meeste leren.