Levend geloof 1977.12 nr. 177

Licht in de duisternis door Gert Jan Doornink

Wie het Kerstgebeuren (de geboorte van Jezus Christus in Bethlehems stal) in een paar woor­den wil samenvatten, komt tot deze conclusie: Het licht kwam in de duisternis.

Het evangelie van Johannes beschrijft de ge­boorte van Jezus ook in deze bewoordingen: “In de beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in de beginne bij God. Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding ge­worden, dat geworden is. In het Woord was le­ven en het leven was het licht der mensen, en het licht schijnt in de duisternis en de duis­ternis heeft het niet gegrepen. Er trad een mens op, van God gezonden, wiens naam was Jo­hannes; deze kwam als getuige om van het licht te getuigen, opdat allen door hem geloven zouden. Hij was het licht niet, maar was om te getuigen van het licht. Het waarachtige licht, dat ieder mens verlicht, was komende in de wereld”. (Joh. 01:01-09).

Scheiding tussen licht en duisternis

De geboorte van Jezus Christus was een gewel­dig grote gebeurtenis in het plan van God met Zijn schepping. Het was niet de eerste grote gebeurtenis van Gods plan met deze wereld. Op­vallend is dat ook in het scheppingsverhaal van Genesis 1, deze “licht in de duisternis”- gebeurtenis zo’n centrale en belangrijke plaats inneemt. Lees Gen. 01:01-04 er maar op na: “In de beginne schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren. En God zei: Er zij licht; en er was licht. En God zag dat het licht goed was, en God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis”.

Opvallende zijn de woorden: “God zag, dat het licht goed was”. In het scheppingsverhaal ke­ren telkens de woorden: “God zag dat het goed was”, terug. De eerste keer dat deze woorden gebruikt worden staat er bij: “God zag dat  het licht – goed was.

Ik denk zo, dat toen God zag dat Zijn Zoon ge­boren werd in de stal van Bethlehem, Hij weer hetzelfde gezegd of gedacht zal hebben, al stellen wij het vaak anders voor. “Een kind in doeken gewikkeld…. liggende in een kribbe…. omdat voor hem geen plaats was in de herberg”. Een verschrikkelijke situatie, zeggen wc dan, en dat nog wel voor de Zoon van God….

We zien dan echter over het hoofd, dat Hit alles volledig lag opgesloten in de wil en het plan van God. Immers de Zoon van God werd Zoon des mensen. Hij ging de volle weg die God had bepaald, tot en met het kruis van Golgotha en de opstanding uit de doden. Daarom zag God dat ook de geboorte van Zijn Zoon goed was!

Nadat God gesproken had: “Er zij licht”, was Zijn tweede scheppingsdaad dat “God scheiding maakte tussen het licht en de duisternis”(Gen. 01:04). Ditzelfde zien wij terug in het leven van Zijn Zoon Jezus Christus, het Licht der wereld. Ook Hij maakte scheiding tussen licht en duisternis. Zijn boodschap had de radicale inhoud: “Wie niet vóór Mij is, is tegen Mij”.

Jezus zei van Zichzelf dat Hij het Licht der wereld was en dat degenen die Hem volgen, nim­mer in de duisternis zullen wandelen. Waar Gods licht verschijnt is geen plaats voor duisternis. God houdt niet van een schemertoe­stand. Het is bij Hem of het één of het an­der. “Niemand kan twee heren dienen, want hij zal of de een haten en de ander liefhebben, of zich aan de een hechten en de ander minachten; gij kunt niet God dienen en Mammon”(Matt. 06:2

Wandelen in het licht betekent: Jezus volkomen volgen

Daarom is het evangelie ook een boodschap met een radicale inhoud. Het gaat er om of wij Hem volkomen willen volgen, want anders worden wij opgeëist door de machten der duisternis en zijn wij onbruikbaar en onvruchtbaar in dienst van de Meester.

Wat zijn er een kinderen Gods die vleselijk leven en gebonden zijn; zij willen zich niet laten bevrijden van hun gebondenheden, of bepaald zonden niet loslaten omdat zij (ook al zullen zij dat veelal niet toegeven) de duisternis liever hebben dan het licht.

Nu zijn er die zeggen: Ja maar heeft dat niet te maken met de geestelijke groei? We kunnen van een baby in het geloof toch niet hetzelfde verwachten als van een volwassene in het ge­loof? Men ziet dan over het hoofd, dat de geestelijke groei in de eerste plaats te maken heeft met de geestelijke strijd en het opwas­sen tot zonen Gods, waartoe ieder kind van God geroepen is. We zullen leren moeten te strij­den, niet tegen vlees en bloed, maar “tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de bo­ze geesten in de hemelse gewesten”(Ef. 06:12). Als we de Heer oprecht volgen maakt de prak­tijk van het geloofsleven ons daarin bekwaam.

Maar als de basis niet goed is, als een kind van God gebonden is, kan hij onmogelijk opti­maal functioneren in het plan van God. Als wij bij een baby of kind in de natuurlijke wereld een ziekte of afwijking constateren, laten wij het toch ook niet aan zijn lot over met de ge­dachte: Dat komt later als hij opgroeit, wel in orde. Neen, dan stellen wij alles in het werk om zo’n baby of kind gezond te krijgen. Hoe belangrijk is het in ons geestelijk leven, dat wij gezonde kinderen Gods zijn, zodat wij onze geestelijke plaats hebben ingenomen en van daaruit strijden. Waar het licht is, is geen plaats voor de duisternis. God haat de duisternis, want zoals de duisternis een een­heid vormt met de satan, is God één met het licht. God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis.

De scheiding tussen licht en duisternis voltrekt zich in deze tijd.

Iedereen is het er over eens dat wij in de eindtijd leven. In deze eindtijd voltrekt zich de scheiding der geesten. En ook u en ik zijn daarbij betrokken. Openb. 22:11: “Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht; wie vuil is, hij worde nog vuiler; wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd”.

Heel de nieuwtestamentische boodschap, alle brieven van de apostelen, zij er op gericht dat wij als lichtdragers, ook werkelijk het volle licht zullen verspreiden. De Efeziërs- brief zegt dat “Christus Zijn Gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord, en zo zelf de Gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zó dat zij hei­lig is en onbesmet” (Ef. 05:25-27).

Wij zijn geen vreemdelingen en bijwoners meer, zegt de Efeziërsbrief op een andere plaats, maar “medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods, gebouwd op het fundament van de aposte­len en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is. In Hem wast elk bouwwerk, goed ineensluitend, op tot een tempel, heilig in de Here, in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest”(Ef. 02:19-22) .

Waar de duisternis verdreven is door het licht kan de Heilige Geest zich ten volle ontplooi­en. Daar openbaart zich de heerlijkheid Gods! Daar komt Gods plan met Zijn schepping tot volle openbaring.

Dat geldt dus in de eerste plaats voor de in­dividuele gelovige. Want als de individuele gelovige niet volledig in het licht staat, komt er van de gemeenschap der gelovigen niet veel terecht. Zou de huidige situatie in de Gemeente van Christus niet veroorzaakt zijn, doordat velen in de “schemering” blijven, en niet in het volle licht durven treden? Wat te denken dat sommige geestelijke leidslieden het zelfs gevaarlijk vinden om te spreken over onderwerpen als “gebondenheid”, “geestelijke groei”, etc. Alsof wij geen bekering en weder­geboorte hebben beleefd en nog natuurlijke mensen zijn. Schuwt men het licht, omdat men zelf liever in de duisternis wil blijven?

Wij zijn geroepen om in de voetstappen van Jezus te treden. Wij behoren ons bewust te zijn dat wij als burgers van het Koninkrijk der hemelen behoren te functioneren en dat wij geroepen zijn om in de voetstappen van Jezus te treden. Jezus, die geen ogenblik de duisternis uit de weg ging, maar die sprak: “Satan, ga achter Mij..” In de kracht van Woord en Geest wierp Hij de­monen uit, genas Hij de zieken en vergaf de zondaren hun zonden. Hij maakte de mensen wer­kelijk gelukkig, door hen in het volle licht van God te brengen en hen op te roepen in dat licht te blijven.

Nogmaals: De scheiding der geesten voltrekt zich  maar ook binnen de Gemeente van Je­zus Christus! Wie de volle weg met Jezus wil bewandelen – en elk kind van God wordt daartoe opgeroepen – wordt in een bepaalde hoek geduwd of krijgt een bepaald etiket opgeplakt. Dit alles wordt veroorzaakt doordat men zelf niet de volle weg wil bewandelen.

Kerstfeest: Het Licht schijnt in de duisternis maar velen hebben de duisternis liever dan het licht. Wat een tragiek. Wij bidden dat dit artikel uw ogen mag openen, dat wij God slechts kunnen behagen als wij wandelen in het licht met Jezus!

Eens kreeg de Gemeente te Laodicéa deze waar­schuwing: “Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet. Waart gij maar koud of heet! Zo dan, omdat gij lauw zijt en noch koud noch heet, (omdat gij in de schemering leeft), zal Ik u uit mijn mond spuwen”(Openb. 03:15-16). Laten wij deze waarschuwing ter harte nemen en niet wandelen bij het licht van een kaarsvlam­metje of van een zaklantaarn waarvan de batte­rij bijna leeg is, maar laten wij in de volle schijnwerpers van Gods tegenwoordigheid komen!

Jezus zei in de Bergrede: “Gij zijt het licht der wereld. Een stad, die op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Ook steekt men geen lamp aan en zet haar onder de korenmaat, maar op de standaard, en zij schijnt voor allen, die in het huis zijn. Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, ver­heerlijken” (Matt. 05:14-16).

Wie wel eens op vakantie in het buitenland is geweest, weet dat steden die op een berg lig­gen, in de verte reeds opvallen, door het vele licht dat zij verspreiden. Zo is het ook in geestelijk opzicht. Wij zijn op een berg ge­plaatst – onze geestelijke plaats is in de he­melse gewesten, Ef. 02:06 -. Van hieruit strijden wij en functioneren in het Koninkrijk van God.

Jezus zegt dat wij het licht der wereld zijn en dat wij ons licht moeten laten schijnen voor de mensen. Maar dan moet dit licht ook volop branden. In een kamer met 10 lichtpunten heerst een schemertoestand als er maar één (schemer)lampje brandt! Een stad die getroffen wordt door een elektriciteitsstoring, en plot­seling in het donker komt, doordat het contact met de centrale is verbroken, valt niet meer op!

Daarom verspreidt een kind van God dat voldoet aan het begeren van het vlees, dat gebonden is, dat vijandig staat tegenover de volle boodschap, niet het volle licht, van het evan­gelie.

Maar, als wij vrij zijn, als wij de volle boodschap uitdragen, als wij ons laten leiden door de Heilige Geest, zijn wij lichtdragers en lichtverspreiders in de ware betekenis van het Woord. Dat is Gods wil voor u en mij!

 

Notities door Gert Jan Doornink

25 jaar geleden…,

Vorige maand was het 25 jaar geleden dat wij door Gods genade Zijn kind werden. Het was op 17 novem­ber 1952 – wij waren toen 22 jaar – dat God Zijn hand op ons leven legde. Die datum zullen we nooit vergeten.

In Vorchten (een klein dorpje op de noord-oost-Veluwe met 150 inwoners) zijn wij opgegroeid en gingen traditiegetrouw naar de Hervormde kerk. Waren daar ook lid van en deden mee aan allerlei jongeren activiteiten van deze gemeente, zoals CJMV en “Jonge Kerk”. Als se­cretaris van de “Jonge Kerk” nodigden we meestal iedere maand een dominee uit om een inleiding te houden over een of ander onderwerp.

Op die bewuste 17 november 1952 was uitgenodigd Ds. W. A. Plug – inmiddels over­leden – destijds oprichter en leider van “De Hezenberg”, een conferentie- en retraitecentrum te Hattem. Ds. Plug was in zijn jonge leven gegrepen en tot bekering gekomen door de zogenaamde Möttlinger opwekkingsbeweging, die in de vorige eeuw in Duits­land was ontstaan door het werk van Ds. Blumhardt en voor velen tot grote zegen was. Jan van Gijs heeft er een boekje over geschre­ven.

Ds. Plug sprak die avond over het onderwerp “Ge­loof, gebed en genezing”, naar aanleiding van Jakobus 5. Dit onderwerp was mede actueel geworden door het tournee wat in die da­gen de Duitse fabrikant- evangelist Hermann Zaiss in ons land hield.

Ds. Plug bracht die avond naar voren dat Jezus niet alleen de ziel wil redden, maar ook het lichaam wil genezen. Dat was volkomen nieuw voor ons. Hoewel we in de loop der jaren vele preken hadden gehoord, was het die avond dat we wer­den gegrepen door de bood­schap.

Het werd de grote verande­ring in ons leven. De bood­schap die de Heer Ds. Plug in het hart had gegeven liet ons niet meer los. En enige tijd later gingen wij thuis op onze slaapka­mer op onze knieën om te bidden: “0, Heer, wees mij zondaar genadig….” Ik geloofde in het volbrachte werk van Jezus Christus en werd een kind van God.

Want Gods Woord zegt: “Al­len, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden”(Joh. 01:12).

Uiteraard kunnen wij veel vertellen over ons leven als kind van God in die 25 jaar. Misschien dat wij er bij gelegenheid nog eens uitvoeriger op terug komen. Wel willen wij nog het volgende doorgeven bij dit “jubileum”: Wij zijn nog even blij en gelukkig als toen wij tot geloof kwamen! Nog steeds zijn wij de Heer ontzettend dankbaar voor het grote wonder wat Hij in ons le­ven heeft gedaan. We mogen het nieuwe leven in Chris­tus kennen en dat geeft een rotsvaste zekerheid in deze eindtijd. Wij mogen – evenals vele andere waarachtige christenen – ervaren dat Jezus steeds heerlijker en rijker wordt als we Hem kennen en de geestelijke weg bewandelen.

 

Kerstfeest 1977 door Jan W. Companjen

Het Woord is vlees gewor­den en het heeft onder ons gewoond en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de Eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid” (Joh. 01:14).

De kracht van het woord

Het Woord is vlees geworden, dat is een geweldige uit­spraak. Dat Woord van God dat sprak in de beginne. Dat hemel en aarde schiep door de kracht die in dat Woord zat, werd in de volheid der tijden, in Christus Jezus, vlees en bloed.

Het mag ons niet ontgaan dat Jezus ook uit de kracht van dat Woord verwekt werd in de maagd Maria. Toen de en­gel des Heren bij Maria kwam en haar meedeelde dat zij door de Heilige Geest overschaduwd zou worden, sprak zij de opmerkelijke woorden: “Mij geschiede naar Uw Woord”. Maria aanvaardde de boodschap Gods en doordat “aannemen” kon zij Gods Zoon uit haar doen geboren wor­den.

Geliefde lezers en lezeres­sen, dat Woord heeft door de gehele geschiedenis heen van hét volk van God, klaar en duidelijk geklonken uit de mond der aartsvaders (onder andere bij de zegening van hun zonen) en van de profe­ten. (Het Woord onder andere door Elia en Elisa gesproken was vol van Goddelijke kracht).

Daarom staat er ook geschre­ven in Heb. 01:01, dat God eertijds vele malen en op vele wijzen, tot de vaderen gesproken heeft in de profe­ten, maar dat Hij nu in het laatst der dagen tot ons ge­sproken heeft in de Zoon (Jezus Christus), die Hij gesteld heeft tot Erfgenaam van alle dingen.

Deze Jezus, de afstraling van Zijn heerlijkheid en de afdruk van Zijn wezen, die alle dingen draagt door het woord Zijner kracht, heeft, na de reiniging der zonden tot stand te hebben ge­bracht, zich gezet aan de rechterhand van de Majes­teit in de hoge.

Vernieuwing van denken

Wij hebben vernieuwing van denken nodig, om te kunnen beseffen wat dit inhoudt. Jezus Christus is alles in handen gegeven. Hij, en Hij alleen, is door God de Va­der aangesteld tot de grote Leidsman en Voleinder van hét geloof. Vanaf het mo­ment dat Hij op aarde kwam, kwam er het grote keerpunt dat God weer met Zijn Geest in mensen kon wonen.

Daarom is wedergeboorte ook de kern van het Christelij­ke geloof. Wedergeboorte vindt namelijk ook plaats door het Woord Zijner kracht, dat wil zeggen door het Woord dat in de Naam van Jezus gesproken wordt.

Zie daarvoor eens het op­merkelijke verhaal van de bekering van Cornelius in Handelingen 10. Cornelius, een vereerder van God met zijn gehele huis, kon niet anders tot het volle geloof komen dan door het horen van het Woord van God dat door Petrus gesproken werd. Een engel uit de hemel kwam hem dat speciaal meedelen: Stuur mannen naar Joppe, naar Petrus, en die zal woorden spreken, waardoor gij en uw gehele huis be­houden zullen worden.

(Hand.11:13-15).

En toen Petrus nog maar be­gonnen was te spreken, viel de Heilige Geest op hen.

Dit was een geweldige be­kroning van het geloofsle­ven van Cornelius. En u , kunt gevoeglijk aannemen dat Cornelius, net als de kamerling uit het Moren­land, al zeer vele malen tot zich had laten spreken, onder andere door de pro­feet Jesaja. Daarom wordt het Woord Gods ook het bad der wedergeboorte genoemd. (Titus 03:05).

Kracht en autoriteit

Het opwassen tot zonen Gods houdt daarom ook in, gelief­den, dat wij weer met kracht en autoriteit het Woord van God zullen gaan spreken. Heel de schepping zucht daar naar. Niet tot het openbaar worden van profeten in oudtestamentische zin, maar om zonen Gods, die geboren worden langs de weg Gods, het ge­sproken en geschreven Woord, dat ook weer in ons vlees een werkelijke bele­ving zal worden.

Allen die uit het Woord Gods geboren worden zijn uit Eén. De Geest, die in Jezus Christus, Zoon des mensen, woonde, wil ook in u datzelfde werk doen. Daarom, laat het zó Kerst­feest voor u zijn. Want:

Al was Christus duizend keer in Bethlehem geboren.. …maar niet in uw hart…. dan waart gij nog verloren.

Dat wil zeggen, Zijn komen op aarde heeft u niets ge­geven, waardoor u een ande­re, een nieuwe schepping werd. Tenzij u wedergeboren bent en u tot geloof bent gekomen.

Hij kwam op aarde voor u, om u te formeren tot een nieuwe schepping. Laten wij het komende jaar elkaar gaan opbouwen, gaan her­stellen, opdat Gods Woord in ons tot volheid komt, tot verheerlijking van Zijn Naam.

 

Van de redactie door Gert Jan Doornink

Dit nummer is het laatste nummer van de 16e jaargang van “Levend Geloof”. Met grote dank­baarheid zien wij terug op het afgelopen jaar. Het was namelijk het eerste jaar dat “Levend Geloof” in offsetdruk verscheen, nadat het 15 jaar lang gestencild werd. Een wens van vele jaren was hiermee in vervulling gegaan.

Zoals wij reeds eerder schreven streven wij naar verdere verbetering, maar we blijven te alle tijde prioriteit geven aan de “kwaliteit” van de artikelen. Dat wil zeggen: We willen, onder de leiding van Gods Geest, waakzaam en actief blijven om op gezonde wijze het volle evangelie door te geven!

Daarbij willen wij, samen met onze medewer­kers, de veelzijdige facetten van de heerlij­ke, blijde boodschap, die de Heer ons heeft toevertrouwd, belichten.

Wij willen rekening houden met de verschillen­de categorieën lezers en lezeressen die ons blad kent, te weten “onbekeerden”, “pas-bekeerden” en “geestelijk volwassenen”. Dit komt ook in de verscheidenheid van de artike­len tot uitdrukking. Waarbij wij er steeds naar streven in een voor iedereen begrijpelij­ke taal te schrijven.

Iedereen die ons, op welke wijze ook, steunt, willen wij hartelijk danken en vragen voor 1978 of u vooral ook biddend achter onze ar­beid wilt staan!

Tenslotte wensen wij u rijk gezegende Kerstda­gen en een door Gods Geest en Woord geleid 1978 toe.

Uw, medearbeider in dienst van de Meester,

 

De welvaart door Judith

Met de decembermaand breekt een tijd aan van festivi­teiten. Een ieder brengt deze op zijn/haar wijze door en daar is in wezen ook niets op tegen. Christus zelf zat ook wel aan als gast bij maaltijden.

Toch is er verschil in de manier waarop je voedsel tot je neemt. Een kind van God zou dat moeten (kunnen) on­derkennen omdat de Bijbel daarvan spreekt.

Een feestelijk tintje door gans of kalkoen op tafel te zetten zal niemand kwaad doen; door aan een smul- of zwelgpartij deel te nemen zal de christen wel aanstoot geven.

De Heer leert ons ook niet alleen aan onszelf te denken maar juist naar de armen om te zien. (Het woord “verdelen” in Joh. 06:11). Zijn er dan behoeftig en in Ne­derland? Misschien niet direct in eigen land, maar we weten allen hoe groot de nood allerwege is.

Gedenken wij ook hen die op dit moment “hongeren om een korst droog brood?” Niet alleen met het gebed, maar vooral    ook met een milde gave?’. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan zending in het algemeen, aan bonafide hulporganisaties en dergelijke. Gelegenheid te over.

“Waarom zou je moeten danken voor een bord met eten; je hebt het geld ervoor toch zelf verdiend?”, heb ik vaak in opperste verbazing gehoord. Ja zeker, niets is min­der waar, maar: Wie gaf de gezondheid of de energie daartoe?

Op deze wijze bezien komt alles in een heel ander licht te staan: In het (bezinnende) licht van Gods rijke ge­nade voor de ons geschonken welvaart, die we tot Zijn eer moeten benutten.

 

December meditatie (gedicht) door Judith (1 Kor. 10:31

Er is een groot tekort aan voedsel,

De wereld raakt allengs in nood;

Verbeten vechten vele volken:

Men hongert om een korst droog brood.

 

Vandaag was ik weer “rijk” aan tafel,

Er was veel meer dan vlees en brood;

Gebrek zal er zo gauw niet heersen:

De welvaart is daarvoor te groot.

 

Als ‘k denk aan de ontelb’re velen

Die sterven door gebrek aan brood,

Huiver ik, Heer, voor hun ellende;

Voor mij is er geen hongersnood.

 

Zou ‘k dan mijn hoofd in dank niet buigen –

Voor Uwe zorgen, vroeg en spa?

In ‘ daaglijks brood – mij weer gegeven –

“Proef” ik Uw liefde en gena.

 

Vergeef Heer, dat – door haast gedreven –

Men Uwe trouw en zorgen krenkt –

Door zelfs de Hand niet te gedenken,

Die gave en goed zo mild’lijk schenkt.

 

Leer ons het harte te ontvouwen,

Voor ’t maal, dat Gij ons heden bood;

En hen daarbij steeds te gedenken

Die hong’ren, naar een korst…droog brood.

 

Onze sterkte is in de Heer door J. Noë

Welzalig de mensen wier sterkte in u is, in wier hart de gebaande wegen zijn.

Als zij trekken door een dal van balsemstruiken, maken zij het tot een oord van bronnen; ook hult de vroege regen het in zegeningen.

Zij gaan voort van kracht tot kracht en verschijnen voor God in Sion” (Ps. 084:006-008).

Is Gods sterkte in ons?

Broeders en zusters. Ik wil tegen het einde van het jaar het eens over bovenge­noemd onderwerp hebben, is dit niet een hartverster­kend gedeelte uit Psalm 84? Is ons hart zo op de Here ingesteld, dat, als wij Zijn aangezicht zoeken, wij zeker weten, dat wij Zijn sterkte zullen ontvangen, of beter gezegd, dat Zijn sterkte in ons is?

Ik neem nu als voorbeeld, uit het Oude Testament, David. Zijn leven getuigde ervan. In 1 Samuël 30 staat bijvoorbeeld, dat toen David met zijn mannen naar Ziklag terugkeerde, de Amalekieten de stad hadden verbrand en vrouwen en kin­deren en allerlei buit had­den meegenomen.

Het volk was buiten zich­zelf, kwam in opstand tegen David en wilde hem steni­gen, maar, zo staat er: “David sterkte zich in de Here, zijn God en vroeg Hem om raad. En God gaf hem antwoord. Hij zeide: Ach­tervolg de vijand, verslaat hem en bevrijd de gevange­nen”. En aldus geschiedde.

In zijn psalmen blijkt ook het vertrouwen van David op God, bijvoorbeeld:

Ps. 018:029-030:

“Gij toch doet mijn lamp schijnen, de Here, mijn God, doet mijn duisternis opklaren. Met U immers loop ik op een legerbende in en met mijn God spring ik over een muur”. Ps. 103:020b-021:

“Gij krachtige helden die Zijn Woord volvoert, luisterend naar de klank van Zijn Woord. Looft de Here, al zijn heerscharen, gij zijn dienaren, die Zijn wil volbrengt”.

Blijf standvastig

Dit zijn woorden, die hem uit het hart gegrepen zijn. Let op wat David zegt, namelijk die Zijn woord volvoert en die Zijn wil volbrengt. Dit is zeer belang­rijk. Ook voor de kinderen Gods van het nieuwe ver­bond.

Wij ontvangen van God alle dingen in Christus Jezus, als wij ons leven geheel in geloof aan Hem overgeven, goed luisterend naar Zijn Woord en standvastig blijven.

Jezus zegt in Joh. 08:47: “Wie uit God is, hoort de Woorden Gods”.

En in Joh. 15:08: “Indien gij in Mij blijft en Mijn Woorden in u blij­ven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u gewor­den. Hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt en gij zult Mijn discipelen zijn”.

Nu komt het er dus (ik zeg het nogmaals) op aan, dat wij standvastig blijven in geloof, in welke omstandig­heden wij ook verkeren, het woord des levens vasthoudende en ons niet door onze tegenstanders (de duivel met zijn trawanten) laten, beïnvloeden en verontrusten. In Jes. 07:09 staat:

“Indien gij niet gelooft, voorwaar, gij wordt niet be­vestigd” . Jes. 30:15:

“In stilheid en vertrouwen zou uw sterkte zijn”. Heb. 03:14 zegt:

“Want wij hebben deel gekre­gen aan Christus, mits wij het begin van onze verze­kerdheid tot het einde on­verwrikt vasthouden”.

Dit is toch zeer duidelijke taal zou ik zo zeggen. Heb. 30:38 zegt tevens: “Mijn rechtvaardige zal uit ge­loof leven”.

Onze rijkdom in Christus

Broeders en zusters. We heb­ben in Christus deel gekre­gen aan de Goddelijke na­tuur (2 Petr. 01:04), ons leven is met Christus verborgen in God (Kol. 03:04) en de ganse volheid Gods hebben wij in Christus ontvangen (Kol. 02:10). is dit niet geweldig? Wat een rijkdom!

Als dit alles een realiteit in ons is, dan is in ons hart de gebaande weg en gaan wij voort van kracht tot kracht door de Heilige Geest -die in ons is en die ons het ware leven en de wa­re godsvrucht schenkt. (2 Petrus 1). Dan kunnen wij met de volle zekerheid des geloofs in alle omstandighe­den zeggen: “Mijn sterkte is in de Here”. Hij zal Zijn Woord volbrengen. Halleluja!

Ik eindig met een gedeelte uit de brief aan de Efeziërs, Ef. 02:18-22:

“Want door Hem hebben wij beiden in één Geest de toe­gang tot de Vader. Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar me­deburgers der heiligen en huisgenoten Gods, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, ter­wijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is. In Hem wast elk bouwwerk, goed ineen- sluitend, op tot een tempel, heilig in de Here, in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest”. Amen!

Ik wens u allen gezegende feestdagen toe, alsmede Gods rijke zegen voor 1978.

 

Levend Geloof journaal door Gert Jan Doornink

Psychische milieuverontreiniging

“Wij staan voor een milieu­crisis, die groter is dan alle andere, maar die in tegenstelling tot die ande­re crises (milieuverontrei­niging, grondstoffen, ener­gie) niet wordt onderkend. Dit verontrust mij al jaren en daarom doe ik een beroep op u”.

Dat stelde de emeritus­hoogleraar in de psychia­trie prof. dr. Nico Speyer, toen hij zich onlangs tot “De Telegraaf” wendde met het verzoek om ruimere be­kendheid te geven aan zijn ideeën over wat hij noemde de “psychische milieuver­ontreiniging” .

Terugval van onze westerse beschaving via een vicieu­ze cirkel van normverval, . zonder tijdige opvang door nieuwe normen en waarden, dat is het thema.

Tegenover verslaggever Frits Gonggrijp zei prof. Speyer o.a.:

“Wij hebben met het waswa­ter het kind weggegooid. Na de tweede wereldoorlog hebben we in versneld tempo successievelijk alle oude normen overboord gezet. Wij hebben tenslotte God dood verklaard, de arbeid ontluisterd, de competitie hebben wij als ongezond willen uitschakelen, via onderwijshervorming willen we het zittenblijven en examen doen afschaffen…”

Maar met die reactie op de inderdaad vaak te sterk genormeerde, vaak door hypocrisie en dubbele mo­raal vermolmde “oude” nor­men, hebben wij onszelf beroofd van een aantal es­sentiële vormende en bin­dende waarden. Wij zijn nu in een overduidelijk waar­neembare “psychische milieucrisis” terechtgekomen die ons tenminste even rechtstreeks bedreigt als de “gewone” milieucrisis”.

Vloedgolf

“Wij maken ons terecht steeds meer ongerust over de toenemende agressie, op alle fronten, het toenemen van alcoholisme en drugs­gebruik, toenemen van zelfmoord. Talloze ver­schillende instanties hou­den zich bezig met het bestrijden van de symptomen. De politie moet zich zowel tegen toenemende agressie­ve verdwazing van voetbal­fans als tegen drughandel en om zich heen grijpend terrorisme sterk maken, terwijl wij allemaal in het verkeer vlot van rol verwisselen, van door rood licht rijdende agressors tot slachtoffers, vele duizenden per jaar. Bu­reaus -voor alcoholisme en drugsbestrijding, crisis­centra voor psychische, voor huwelijks- en gezins­moeilijkheden, voor jonge­ren: ze staan allemaal zonder uitzondering voor een aanzwellende vloed­golf” .

Prof Speyer stelt dat ze­ker 25 procent van de men­sen “disfunctioneert” en dat dit aantal steeds meer groeit. Niet dat al die mensen geestelijk gestoord zijn, maar zij komen ge­woon niet meer toe aan een normaal functioneren in de samenleving.

“We zitten allemaal in een ontwikkeling naar een steeds lager frustratie- gevoel. Zo ontstaat een vicieuze cirkel”. Alles wat negatief is, wordt als men het maar lang genoeg meemaakt, als normaal be­schouwd. Prof. Speyer noemt nog het “infantiele gebruik van schuttingtaal, het eenvoudigweg crimineel handelen, omdat men alles wil hebben”, enz.

Draaikolk

Het is “een draaikolk, die de labielere figuren mee­zuigt naar steeds grotere en massalere excessen. Want men is geneigd tot meedoen, men wil behoren tot de in-groep. Men doet mee”, aan agressie op de voetbalvelden, aan mis­bruik van de sociale wet­ten, pressie om eigen wensen te bevredigen, en tenslotte ook aan politiek gekleurd maar vaak op al­lerlei onlustgevoelens ge­ënt terrorisme, kapingen.

De tragiek, dat veel men­sen in deze ontwikkeling als eerlijk gedreven idea­listen offers brengen is groot, omdat zij zelf de nadelen niet inzien, die óók aan door hen voorgesta­ne hervormingen kleven. Hun ongeduld belet hun vaak in te zien, dat een snelle om­wenteling zelden gunstig is, dat alleen via een geleide­lijk maar welbewust veran­deringsproces de nadelen kunnen worden vermeden en de voordelen verworven. Wij zullen nu eerst gezamenlijk moeten komen tot een erken­ning van het fundamentele feit van deze psychische milieuvergiftiging. Hulp aan individuele slachtof­fers, door de vele instan ties waarvan ik er al een paar noemde, is nodig en menselijk gewenst. Bestrijding van de toenemende mis­daad en agressie zal men ook wel moeten voortzetten. Maar ik voorspel dat het allemaal vergeefs is als we niet gezamenlijk die vergiftiging gaan bestrijden”.

Aldus prof. Speyer, die zegt dat er “andere normen moeten komen als men nor­men afschaft”. “Er zal erg veel moeten gebeuren, maar voor alles zal er de erkenning moeten zijn: Wij drijven met onze westerse maatschappij naar een psychische milieu catastrofe als wij aan deze milieuverontreiniging niets doen”.

Commentaar van de redactie

Nat prof. Speyer hier on­derkent kan alleen opgelost worden als de mens komt tot persoonlijke aanvaarding van Jezus Christus, de Zoon van God. Iedere andere op­lossing is een schijn-op- lossing. Het naam-Christen­dom, met haar horizontalis­tische denkbeelden, faalt daarom ook volledig, omdat zij van bekering en weder­geboorte niets wil weten. “Jezus is het Antwoord” wordt als een goedkope slagzin terzijde geschoven, zoals onlangs nog een be­kende kerkelijke hoogleraar deed.

Toch is Hij het Werkelijke Antwoord en het Enige Ant­woord. Wie tot geloof komt in Jezus Christus, ervaart dat alle dingen in zijn leven nieuw worden. En dat niet alleen. Hij mag erva­ren, dat bij het gehoor­zaam volgen van Jezus, het nieuwe leven van Jezus Christus in hem tot volle wasdom komt. “Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping”(2 Kor. 05:17).

Iedere waarachtige gelovi­ge beleeft het dat de gol­ven van negatieve invloe­den, die hem in deze tijd dreigen te overspoelen, geert vat kunnen krijgen op hem of haar. Want Jezus de Rots, houdt hem staande en doet hem leven in vrij­heid, blijdschap) en over­winning ‘.

Nieuws in het kort

Grote zegen door radio radio-samenkomst

De op 20 november door het IKON uitgezonden samenkomst van de “Filadelfia- gemeente” te Zwaagwesteinde, voorganger br. J. W. van Petegem, heeft grote zegen verspreid. Alleen reeds per telefoon kwamen meer dan 30 reacties binnen. waarvan het merendeel noodgevallen. Van de sa­menkomst zijn veel casset­tebandjes verspreid.

Het in deze samenkomst op­tredende gemeentekoor “De Gloriezangers” dat reeds regelmatig elders optreedt o.a. in gevangenissen, zie­kenhuizen en samenkomsten, ontving een uitnodiging van de stichting ” ’s Herenloo- Lozenoord” te Ermelo, waarop 16 februari voor 400 mensen wordt ge­zongen .

Agape liefdemaaltijd 1978

Op zaterdag 11 februari wordt in het Jaarbeurs-congrescentrum te Utrecht voor de derde maal een liefde­maal gehouden, die zoals de uitnodiging aangeeft be­stemd is “voor alle voor­gaande broeders, oudsten en bestuursleden, alsmede hun echtgenoten, van de gehele Nederlandse Pinkster- en Volle Evangelie beweging”. Deze dag wordt georgani­seerd door de werkgroep “Agape” van het organise­rend comité Nederland van de “Pinkster Europa Conferentie” – 1978, welke van 29 juli tot 6 augustus in de Houtrusthallen in Den Haag wordt gehouden. In­lichtingen, zowel over de liefdemaaltijd als over de conferentie, bij het se­cretariaat: Haarlem.

Guus Bringsken 23 januari weer naar Brazilie

Zendeling Guus Bringsken vertrekt op 23 januari 1978 weer naar Mato Grosso in Brazilië. In Januari wor­den nog verschillende af- scheidssamenkomsten gehou­den, te weten in Haarlem, Emmer, Den Haag en Hengelo. Inlichtingen bij de fam. Kuiper, tel. 05400-14501. Twee nieuwe projecten staan in Brazilië op het program­ma, om naast het “gewone” zendingswerk in de nabije toekomst gerealiseerd te worden. Het betreft het verzorgen van radio uitzen­dingen en de aanschaf van een ander en groter vlieg­tuig. Het oude vliegtuig werd verkocht, anders zou het tijdens de verlofperio­de van zendeling Bringsken nutteloos aan de grond hebben gestaan.

De kerk is zendingsveld!

In de kerken is niet alleen veel lauwheid, maar ook veel ongehoorzaamheid. Het eerste zal door vrijwel ie­dereen worden toegegeven. Ook door die kerkleden die het nog goed menen met hun kerk. Het tweede, de “ongehoorzaamheid” , zal echter  niet worden toegegeven, o.a. door eigen ongehoorzaamheid. Wat vaak veroorzaakt wordt door geen inzicht hebben. Daarom is niet alleen de we­reld, maar, is ook de kerk een groot zendingsterrein voor iedere waarachtige christen! Wij zullen probe­ren moeten in de kerken te infiltreren, door bijvoorbeeld persoonlijke gesprek­ken aan te knopen met de voorgangers en de gewone le­den en door volle evangelie lectuur te verspreiden. Je­zus heeft gezegd: “Gij zult Mijn getuigen zijn.          in de gehele wereld”.            en daar horen ook de kerken bij!

Kerstmis

De journaliste Irene Dikkers werd onlangs getroffen door bovenstaande kop boven een artikel in het “Eindhovens Dagblad”. Ze dacht: “Ja, natuurlijk. Dat is een mooie tijd voor bekering: Kerstmis”. De mensen zijn dan ontvankelijk voor de geestelijke dingen….

Bij lezing van het artikel bleek het echter niet te gaan om bekéren, maar om bekeren. Het ging om voetbalbeker-wedstrijden. Haar conclusie: “Er wordt tegen Kerstmis gebekerd, niet bekeerd. We leven in een vreemde tijd….”

Inderdaad, zouden wij er aan toe willen voegen. De wereld is in onze tijd be­ter op de hoogte met békeren, dan met bekéren.

Schreef Paulus niet reeds over de tijd dat de mensen meer liefde zullen hebben voor genot dan voor God?

‘Maar al is bekéren dan een ouderwets woord, toch zal de echte Christen, zolang hij op deze wereld is, ook in deze tijd proclameren: Bekeert u en kom in het licht van Jezus’.

“Tijd van georganiseerde kerk is voorbij”

“De tijd van de georgani­seerde kerk is voorbij. We moeten terug naar de basis. Als het geloof je leven niet verandert, is er niets veranderd. Dan heb je een waterhoofd met een hoop theologie. Op zichzelf ben ik blij met de kerk. Ze komen alleen” zo slecht in beweging. Organisatie en traditie belemmeren de geest. De meeste bewegingen kwamen van buiten de kerk. He­laas is men van de bewe­ging weer een kerk gaan maken. Kijk maar naar de reformatie. Het gevaar is dat de jeugdbeweging weer een instituut wordt. Daar strijden we tegen”. (Evangelist Ben Hoekendijk in een interview met de “Zwolse courant”).

Houvast in woelig water

“Elseviers weekblad” voert momenteel een kampanje on­der het motto: “Houvast in woelig water”. Een kind van God weet echter dat het enige Houvast in deze wereld Jezus is, de Zoon van de levende God. Van Hem heeft Paulus gezegd, – en wij geloven het met hem – dat al de volheid der godheid lichamelijk in Hem woont en….dat wij de volheid verkregen heb­ben in Hem’. (Kol. 02:09).

 

Liefde en Vrede door H. J. Glasbergen

Hij is onze vrede

Vrede zij allen die in Christus zijn en zij die Zijn vrede uit willen dra­gen in een wereld ver­scheurd door haat en ge­weld.

De God des vredes heilige u geheel en al. Wat God ons geschonken heeft in Chris­tus Jezus, kan een ongees­telijk mens nooit begrijpen of beseffen. “Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord, en wat in geen mensenhart is opgeko­men, al wat God heeft be­reid voor degenen, die Hem liefhebben”

(1 Kor. 02:09).

Onze zonden zijn vergeven, maar wat nog meer is: wij zijn vrijgemaakt van de zonden, om Hem te dienen in heiligheid en gerechtigheid al onze dagen.

Dit is Kerstfeest. Niet één keer per jaar, maar elke dag mag je Hem danken en dienen voor wat Hij ons ge­schonken heeft. Eens waren wij niet Zijn volk, maar nu zijn wij heersers over de machten der hel. En wij mo­gen uitdelen aan een wereld dichtbij en ver weg van het brood des hemels, het manna dat nooit opraakt. De bron van levend water, waarin genezing en bevrijding is. Een bron die vol leven is en kracht, die het antwoord is voor elk probleem, als je gehoorzaam wilt worden aan het levende Woord van God. Naar de mate wij uit­geven, zullen wij steeds meer ontvangen. De stroom van levend water blijft helder, als wij verbonden blijven met de troon van God. Dan wordt het Konink­rijk God geopenbaard in de mens op aarde.

Jaag naar liefde en vrede

Op Kerstfeest herdenken wij weer dat Gods liefde en vrede openbaar werd in een mens. Geen supermens, maar een mens zoals u en ik, zegt de Bijbel. Jezus Christus, die van Zijn troon kwam naar de aarde, die verloren was in zonde en schuld. In Zijn uiter­lijk als een mens bevonden, heeft Hij zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja tot de dood des kruises.

“Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de Naam boven alle naam ge­schonken, opdat in de Naam van Jezus zich alle knie zou buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, en alle tong zou belijden: Jezus Christus is Here, tot eer van God, de Vader” (Filip. 02:09-10).

Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was. Dit komt heus niet vanzelf op ons af of in ons, dit kost je alles, zoals Christus ons ten voorbeeld is. Alleen als men wedergeboren is, zal deze gezindheid in ons openbaar worden. De oude mens moet begraven zijn en met Christus gestorven.

Toen Jezus op aarde kwam, was de wereld vol geweld en machtswellust. Het Romeinse keizerrijk kon alleen be­staan door haat, bloed en tranen. Het was als in de tijd van Noach, de boosheid van de mensen was groot. Het was zoals het nu ook is. De haat tegen God, in Zijn Zoon geopenbaard, is zelfs in de top van ons re­geringsapparaat merkbaar. Het compromis is welkom, bij velen die zeggen Chris­tenen te zijn, maar het niet bewijzen.

De grote liefde van Christus

“Om die reden buig ik mijn knieën voor de Vader, naar wie alle geslacht in de hemelen en op aarde genoemd wordt, opdat Hij u geve, naar de rijkdom Zijner heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door Zijn Geest in de inwendige mens, opdat Christus door het ge­loof in uw harten woning make.

Geworteld en gegrond in de liefde, zult gij dan, samen met alle heiligen, in staat zijn te vatten, hoe groot de breedte en lengte en hoogte en diepte is, en te kennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, op­dat gij vervuld wordt tot alle volheid Gods.

Hem nu, die blijkens de kracht, welke in ons werkt, bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij bidden of beseffen, Hem zij de heerlijkheid in de gemeente en in Christus Jezus tot in alle geslachten, van eeuwig­heid tot eeuwigheid! Amen. (Ef. 03:14-21).

Als wij dus eerst het Ko­ninkrijk Gods zoeken, zal Hij ons alle dingen schen­ken. Wij kunnen geen meelo­pers meer zijn in deze tijd. Wie niet vóór Mij is, is té­gen Mij, heeft Jezus gezegd. Het Koninkrijk Gods is voor het volk van God, dat Hij kocht.

Dit was het doel van de komst van Jezus Christus. God kan geen behagen hebben, in een volk wat in zonde leeft, al lopen zij naar de kerk, waar ieder zijn eigen huis dient. Waar de kerken zwijgen bij de gruwelijkste zonden, ook in films, radio en tv. Zoals Paulus zegt in Rom. 01:18-32. Waar één van de meest bekende tv-sterren, de eer heeft het feest van de homofielen en lesbische vrouwen te leiden in Amster­dam in de maand oktober 1977. Het feest in de nacht, begon om 12 uur. Wie sprak er van de werken der duis­ternis? Het edele doel was een stem uit Amerika, die nog durfde te protesteren, het zwijgen op te leggen. Wat in Nederland niet zo moeilijk is en beter be­taald. . . .

De zonde van het volk rijst ten hemel

Kerk, er is geen excuus, voor niemand, zegt God in Zijn Woord. Die Mij zal be­lijden voor de mensen, die zal Ik belijden voor Mijn Vader in de hemel, heeft Jezus gezegd. Als Jezus nu tussen ons zou zijn, zou Hij dan geen reden hebben, om ook nu, tegen deze gene­ratie, met Schriftgeleerden en farizeeën, dezelfde woorden te spreken als toen? (Matth.23:1-29). Er was geen discussie, geen tegenspraak, het was dood­stil. Zou het nu ook zo zijn? Zij gingen wel heen om een plannetje te maken, om Hem te doden. Maar Jezus keek dwars door hen heen en noemde hen bij de juiste naam: huichelaars.

Deze Jezus, die zij gekrui­sigd hebben, zou weer ge­kruisigd worden door blinde wegwijzers, die het volk tot slavernij van de zonde- machten maken. Het zijn dienaren van de machten der hel, geroofd door de leuge­naar en de moordenaar.

Maar, het is volbracht! God zij de lof, de eer en de aanbidding. Hij die rein is worde daarom nog reiner, en hij die vuil is, nog vui­ler, ook nu. Kerstfeest is voor velen het feest van het valse sentiment en ont­aard in een “vreetfeest”.

Voor de waarachtige gelovi­gen is het echter het feest dat God in Zijn erbarmende liefde naar ons omzag. Hij gaf Zichzelf voor u en mij. Dan kun je huilen van blijd­schap, zonder sentiment. Dan kun je het van de daken roe­pen: Jezus Christus is Over­winnaar en wij met Hem. Zijn Woord is in ons. Zijn eeuwig leven is in ons. Zijn Goddelijk leven is in ons.

Het lied der overwinnaars

Groot en wonderbaar zijn Uw werken, Here God. Rechtvaar­dig en waarachtig zijn Uw wegen, Gij, Koning der vol­keren! Wie zou niet vrezen, Here, en niet Uw Naam ver­heerlijken? Immers Gij al­leen zijt heilig….(Openb. 15:01-04).

Eens zullen alle volkeren komen en neervallen in aan­bidding en moeten belijden: Dit is Gods Zoon!

Zij, die hun gewaden gewas­sen hebben en wit gemaakt in het bloed van het Lam, zul­len staan voor de troon van God en een nieuw lied zin­gen. Het is nu nog verbor­gen, maar eens zullen wij zien, van aangezicht tot aangezicht!

Wij wensen alle lezers en lezeressen van “Levend Ge­loof” een Kerstfeest toe, waarin Hij centraal staat. Mogen onze harten gezuiverd zijn van elk besef van kwaad en de gezindheid van Christus openbaar maken, zodat wij Hem dienen met de totale inzet van ons le­ven!