Levend Geloof 1978. 06 nr. 183

Persoonlijk geloof door Gert Jan Doornink

Paulus zegt in Gal. 02:20: “Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, dat is niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overge­geven”. Paulus zegt dus: ik leef door het geloof in de Zoon van God.

In dit artikel willen wij de nadruk leggen op dat woordje ’ik’. Geloof is namelijk ten allen tijde persoonlijk. Wij kunnen ons nooit beroe­pen op het geloof van een ander. (Een ander kan ons wel helpen in het geloofsleven. De Bijbel zegt zelfs dat de sterke, de zwakke in het geloof moet ondersteunen).

Toen wij van een zondaar een kind van God wer­den, konden wij niet zeggen: Omdat die en die gelooft, daarom geloof ik ook. Neen, we moesten zelf de beslissing nemen. Corrie ten Boom zei het destijds reeds: God heeft alleen kin­deren, geen kleinkinderen. . . .

Ook voor het dagelijks leven van geloof dat wij als kinderen Gods moeten openbaren geldt dat het gaat om persoonlijk geloof. Wij zijn vaak meer bezig met het geloof van een ander dan van onszelf. En dan nog ’t liefst in negatieve vorm. Wat zien wij veel ongeloof bij de ander, maar hoe is met het ons eigen geloofs­leven gesteld? Paulus zegt in 2 Kor. 13:05: “Stelt uzelf op de proef, of gij wel in het geloof zijt, onderzoekt uzelf. Of zijt gij niet zo zeker van uzelf, dat Jezus Christus in u is? Want anders zijt gij verwerpelijk”.

Waarop richten wij ons geloof?

Als wij spreken over de negatieve dingen of het ongeloof van de ander, richten wij in fei­te ons geloof op het ongeloof van de ander. Gevolg is dat we ons eigen geloofsleven onder­mijnen, we zaaien twijfel in ons hart, en we ontvangen niet wat we hadden willen ontvangen. “In het geloof zijn”, “door het geloof leven”, betekent dus persoonlijk geloof openbaren. Het met Hem durven wagen. Wie op Hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen.

Dus niet zien op het ongeloof van de ander. Wel wordt ons geloof opgebouwd en versterkt als wij letten op het geloof van de ander. Lees de ge­schiedenissen van mannen en vrouwen die door het geloof hebben geleefd. Lees over de geloofshelden in het oude en nieuwe testament. Dat kan ons geloof stimuleren en bevorderen. Maar, we kunnen ons niet beroepen op hun ge­loof. We zullen zelf moeten geloven! En wees er van verzekerd dat, als we de geloofsweg bewan­delen, de Heer een welbehagen in ons heeft! (Heb. 11:06).

God zoekt vandaag mannen en vrouwen, jongens en meisjes, die door het geloof willen leven. Zij proclameren daarmee in een wereld van onge­loof, dat zij hun vertrouwen gesteld hebben in de levende God! Zij kennen geen vrees en hun leven wordt niet beheerst door zorg, nederlaag en depressies. Zij zijn de ware getuigen van Jezus Christus!

Gods gezag.  Jes. 30:15 door Judith

Het zand der zee is niet te tellen, evenmin de haren van ons hoofd. De vergelijking die de Heer treft aan­gaande de “haren die geteld zijn” doet ons stil worden van verbazing. Wie kan en vermag zoiets?’.

De Here gebruikte wel vaker voorbeelden teneinde Zijn macht en majesteit in een – voor ons beperkte verstand – begrijpelijke vorm te gieten.

In de stilte, die rondom Christus’ woorden ontstaat, wordt de aandacht gevestigd op de Persoon die deze uit­spraak doet. Als het goed is moet het hart vervuld ra­ken van ontzag ten aanzien van Gods gezag

Gezag is een middel in Gods hand om ons van iets te doordringen. In dit geval van Zijn almacht en opperste majesteit.

God regeert en heeft alle dingen in Zijn hand; daar komt niemand verder aan te pas. Hij vergist zich niet; fouten zijn uitgesloten.

Dan mag er ook vertrouwen zijn in Zijn beleid; daar heeft Hij dan recht op, nietwaar?

Wie vertrouwt, voelt zich sterk. Die groeit in het ge­loof; die leert overlaten. Wie overlaat (overdraagt) is de last kwijt.

En dat is nu precies de bedoeling!

 

Er zal geen haar … Matt. 10:30 gedicht door Judith

Er zal geen haar, geen enkel haar,

Geschonden worden van uw hoofd;

Dat heeft ons Jezus, keer op keer

Aan ieder kind van Hem beloofd

 

Hij, die dezelfde is en blijft

Weet ook wie aan Hem toebehoort;

Nog eerder valt de hemel neer,

Dan dat God breekt Zijn heilig Woord.

 

Hij kent Zijn eigendommen en

Bewaart ze als een kostbaar pand;

Hij stelt hen veilig en behoedt

Dat iemand rukt ze uit Zijn hand

 

Er zal geen haar, geen enkel haar,

Worden gekrenkt zonder Gods wil

Wie daarop het vertrouwen stelt,

Kan in Hem blijven rusten… stil

 

Gods Geest bewerkt nieuw leven door Jan W. Companjen

“Want ons heeft God het ge­openbaard door de Geest.

Want de Geest doorzoekt al­le dingen, zelfs de diepten Gods”(1 Kor. 02:10).

Visie op de toekomst

Alle feesten hebben wij reeds weer enige tijd ach­ter ons liggen. Ik mag wel aannemen dat de lezers van “Levend Geloof” ook deze feesten zelf innerlijk be­leefd hebben of er zich naar uitstrekken. Dit toch is de bedoeling van alles. God zond Zijn Woord tot ge­nezing en herstel, tot bevrijding en verlossing. Je­zus, Gods Zoon, als vlees­geworden Woord, volbracht alles voor u en mij.

Indien u dan ook niet tot de zekerheid des geloofs kunt komen is het niet daarin gelegen dat Jezus niet voor u geleden en op­gestaan is. Maar dat u Zijn offer, niet kunt of wilt aanvaarden, omdat u daarin geblokkeerd bent.

Het is de duivel, die zeer velen van de volheid des geloofs afhoudt, omdat streek- en leugengeesten heb in de ban houden. Men zingt wel bijvoorbeeld: “Maar ’t vrome volk, in U verheugd, zal huppelen van zielenvreugd”, maar men be­leeft het niet. Dezulken zullen zich moeten laten verlossen, want dit is niet naar Gods wil. Hij wil dat wij allen in de zekerheid zijn en dat wij Hem daar­voor grootmaken en danken.

Dan gaan wij juichen en ju­belen vanuit het hart en langs die weg van lofprij­zing en dank, zal Hij ons Zijn weg doen zien.

Dan zullen wij gaan ver­staan wat ons tekstwoord zegt. Dan krijgen wij visie voor de toekomst. Dan zul­len wij de weg Gods geopen­baard krijgen.

Het is toch wel een gewel­dig iets om te zien hoe ons denken de laatste jaren is hervormd. Wij hebben zicht gekregen op de geweldige dingen die ons leven kunnen rijk maken tot lof en eer van de Naam van Jezus.

Honderden jaren hebben wij in gevangenschap geleefd. Geestelijk zaten wij in Ba- bel. Maar – halleluja – de voorhoeden van het volk Gods zijn uitgetrokken en het hemelse Jeruzalem bin­nengegaan. Dat is de stad God, waarin wij nu reeds mogen wonen. Wij zijn gena­derd tot de stad van de le­vende God en tot tiendui­zenden engelen, en tot een feestelijke en plechtige vergadering van eerstgebo­renen, die ingeschreven zijn in de hemelen, enz. (Zie Heb. 12:22vv).

Nieuwe serie artikelen

Ik wil zo graag aan een nieuwe serie artikelen be­ginnen, het brandt in mij om het u te vertellen, maar er is een groot gevaar aan verbonden, namelijk dat u mij verkeerd gaat verstaan. Ik zou u dan ook willen vragen: Onderzoek eens de artikelen die komen gaan en bewaar het in uw hart, op­dat, als het gaat geschie­den, u daarop aansluiting kunt vinden.

Men zal namelijk de indruk kunnen krijgen dat ik tegen gemeentevorming ben. Niets is minder waar. Ik ben er namelijk ten volle van over­tuigd dat door middel van de gemeente – het lichaam van Christus – de eindoverwin­ning bereikt zal worden. Ik geloof ook dat gezamenlijke opbouw ons naar de volwas­senheid zal voeren. Dat wij door het functioneren van de Geestelijke gaven zullen gaan opwassen tot alle vol­heid Gods. Ik geloof daar met hart en ziel in, omdat wij elkaar nodig hebben, zo­als wij de voet, de hand en de mond, enz. nodig hebben om te kunnen functioneren.

Gods Geest werkt onder ons op een machtige wijze. Hij heeft haast, want Zijn tijd is daar en Hij wil ons toe­rusten. Apostelen, profeten, herders en leraars zijn no­dig om tot deze toerusting te komen. Ze zijn zelfs on­misbaar en indien wij dit afwijzen vervallen wij weer tot het kerkelijk niveau van voorganger, oudsten en le­ken. Een puur natuurlijke zaak, zoals wij die ook in het normale gemeentelijke leven kennen als burgemees­ter , wethouders, gemeente­raadsleden en overige ge­meenteleden.

Dit heeft toch niets te ma­ken met het Koninkrijk Gods, waar geen aanzien des persoons is en wij allen gees­telijken behoren te zijn. Er bestaan daar geen leken maar allen zijn wij Zijn Lichaam en behoren wij Hem toe. Hij die het Hoofd is en als zo­danig alles regeert. Ons Pinksteren is ons heden ten dage gegeven om tot een God­delijk doel te komen, name­lijk een persoonlijk geeste­lijk leven, als levend gemaakte stenen, tot opbouw van Zijn Huis.

Een nieuw tijdperk

Wij zullen ons moeten gaan openstellen voor datgene wat de Heer ons hierin te leren heeft. Wij zijn al in veel dingen hervormd in ons den­ken. Veel heilige huisjes zijn al omver gegaan, maar het grootste huis, waarin de “gelovige” mens zich veilig gewaand heeft, moet nog vallen. Wij zijn gebor­gen in Hem en nergens an­ders in. Het traditionele tijdperk, waarin de mens zich een leider zocht, die voor hem uittrok of voor hem uittrekt, is voorbij.

Dit tijdperk begon bij het joodse volk ten tijde van Samuël, toen de Israëlieten voor het eerst een koning begeerden. Men moet die ge­schiedenis er eens op na­slaan. 1 Sam. 08:07 zegt daar­over bijvoorbeeld: “Toen zij zeiden: Geef ons een koning om ons te richten, mishaagde dat aan Samuël, en hij bad tot de Here. De Here nu zei tot Samuël: Luister naar het volk, in alles wat zij tot u zeggen, want niet u hebben zij ver­worpen, dat Ik geen koning over hen zou zijn”.

Daarna volgt er een hele opsomming wat het tot ge­volg zal hebben, als zij voor zo’n koning zullen kiezen. Het is de moeite waard om dat eens door te lezen.

Tot op de dag van vandaag is dat er ingebakken geble­ven. Maar Gods Woord zegt: “Hij zal zelf uw Leidsman wezen en leren hoe u wande­len moet”. Gods Geest is ons gegeven, opdat wij al­len in het licht zouden zijn. De tijd is daar dat het net wordt uitgeworpen over de andere zijde van het schip. Geheel tegen de traditie in.

Het gemeenteleven zal een volkomen nieuwe periode in— gaan en de vernieuwing die dat brengt zal alle overle­veringen doen verdwijnen, ook het probleem Israël zal daarin ten onder gaan. Het zal namelijk een grote scheiding worden tussen de Gemeente, als het Lichaam van Christus en alles wat door traditie aan elkaar verbonden is. Aan de ene kant één lichaam dat door de Geest van Chris­tus tot één lichaam is ge­doopt. En aan de andere kant een lichaam dat door aller­lei banden, die niet uit God zijn, bij elkaar gehou­den wordt. Het wordt name­lijk wit-zwart, licht of donker. Men behoort Hem, Je­zus, toe of niet. Men heeft Hem aangenomen of niet. Men behoort op grond daarvan Hem toe of niet.

Een machtige tijd

De komende tijd zal een machtige tijd zijn, waarin wij zullen samenkomen als gelovigen met één grote zelfde visie die de wereld overwinnen zal. Het zal mondige christenen opleveren, die als zonen Gods zullen gaan functioneren.

De tijd is aanstaande en het zal mede tot gevolg hebben dat wij profeten en leraars zullen aanvaarden als gaven van Gods troon, omdat wij samen met alle heiligen moe­ten en zullen gaan opwassen tot alle volheid Gods.

Het negatief staan ten op­zichte van een medebroeder omdat er hier of daar (nog) wat aan mankeert, zal voor­bij zijn, omdat men het po­sitieve gaat zien. Men zal het goede en blijde gaan ontdekken, omdat het om veel grotere dingen gaat.

Het Koninkrijk Gods waarin gerechtigheid woont is ko­mende. Wij leven in een tijd waarin wij daaraan mogen meewerken. Hij, onze Heer en Leidsman, zal ons alles ge­ven wat wij daarvoor nodig hebben, door middel van de Heilige Geest, die ons op machtige wijze de toekomst zal openbaren.

Jezus leeft, is meer dan een leus of kreet. Het is de werkelijkheid van ons ge­loof. Hij zal als Hoofd Zijn Lichaam leiden naar het doel waartoe God de we­reld geschapen heeft.

Wij weten het toch? Wij we­ten toch wat het doel van de schepping is? Wij willen dit artikel nog éénmaal af­sluiten met een samenvat­ting van dat doel. Maar daarna slaan wij in volgen­de artikelen de hand aan de ploeg en gaan stap voor stap verder op de weg zoals de Heer die u en mij zal openbaren. Bouwt u ook mee aan die Geestelijke Tempel?

Gods doel met de schepping

God sprak: “Laat ons mensen maken, gelijk Wij. En Hij deed dit. En de mens had omgang met God in de stilte van de avond. En God zag dat het alles goed was, ja zeer goed”.

God is Geest en Hij wilde niet alleen zijn, Hij zocht zich een woning. De zonde­val bracht een vertraging, maar Gods plan stond en staat vast. Hij zal het doel met Zijn schepping be­reiken. Hij staat daar zelf borg voor en Hij heeft daarvoor de mens uitverko­ren. Daarom is de mens meer dan een engel, dat zijn dienende geesten voor de mens die tot goddelijke be­stemming gekomen zijn.

In het oude testament zien wij de schaduw komen van hetgeen komen zal. Men bouwde Hem een tempel, als zijnde Zijn Woning, maar het was een beeld van het­geen komen zou.

God had de mens geschapen als Zijn woning, als Zijn lichaam, als Zijn uitvoeringsorgaan. Adam had die roeping, maar hij koos voor het natuurlijke leven, waarin hij zelf zijn weg zocht, kennende goed en kwaad.

Toch is het plan van God niet veranderd. Hij heeft de mens verkoren om geestelijk te worden, dat wil zeggen een bovennatuurlijk leven te hebben.

In dit licht is Gods Woord te verstaan en is het een zeer duidelijke zaak dat Jezus Christus als eerste mens tot dit nieuwe leven doordrong. Hij is de Eerstgeboren van een nieuw ge­slacht, een nieuwe Adam waarin God kon verder gaan met Zijn grote plan. Dat plan dat er vanaf het begin was. Daarom kon Jezus als vleesgeworden Woord ook zeggen dat Hij er vanaf het begin was.

Het geweldige is dat ook wij, die in Hem geloven, dat nieuwe Rijk Gods binnen gaan. “Ik ben de Deur”, zei Jezus. God heeft de mens nimmer afgeschreven. Hij komt tot Zijn doel en dat doel is dat wij Geestelijke mensen worden, waarmee Hij kan wandelen en waarin Hij zich kan openbaren.

Dat openbaren zal plaats­vinden want zij (de mensen) zullen het zien op die dag als Hij zich verheerlijkt in Zijn heiligen, om met verbazing aanschouwd te worden in allen die tot ge­loof gekomen zijn. Dit zal plaats vinden als bekroning van al Zijn scheppingswerk. De mens zal zich tot dat doel ontplooien en alle minderwaardigheden overwin­nen.

Kom, sta op en kom tot de volle waarheid dat Hij ons roept tot Zijn gelijkvormig­heid. Hij zal het doen tot verheerlijking van God, de Vader van alle dingen, die zag en uitriep dat Zijn ge­hele schepping goed was.

In ons volgende artikel gaan wij feestvieren. Samen gaan wij dan naar de bruiloft te Kana.

 

Bede voor de P. E. K. Gen. 06:14 (gedicht door Judith

“Daar komen de Pinkster-gelovigen aan!”

Die zijde-aan-zijde willen gaan staan;

Ze komen, verenigd in Gods heil’ge naam,

In de Houtrust(se) Hallen deez’ zomer tezaam.

 

Ze noemen hun massabijeenkomst: de PEK,

Dit bleek – achteraf – beslist niet zo gek,

Want Noach – u vindt het in Genesis 6 –

Gebruikte dit smeersel. Voor ons toch een les.

 

Met pek worden gaten en scheuren gedicht,

Kunnen er wond’ren en teek ‘nen verricht;

Op “windkracht” en “stroming” wat minder gelet. . .

De vraag is: hoe worden er zielen gered?!

 

Laat ons dan komen en knielen tezaam,

Opdat in die éne, onmisbare naam

De stem van Gods Geest in het hart wordt verstaan:

Nog velen de “ark des behouds” binnen gaan.

 

Levend Geloof journaal nr. 183 door Gert Jan Doornink

Twintig jaar tent-evangelisatie

Zwaagwesteinde – Herdacht in het najaar de Filadelfiagemeente te Zwaagwesteinde (voorganger br. J. W. van Petegem) haar twintigjarig be­staan, dit jaar is het te­vens voor het twintigste zomerseizoen dat deze ge­meente tentevangelisatie- werk doet.

In de loop der jaren zijn vele tientallen dorpen, vooral in N. O. Friesland, met dit tentevangelisatie- werk bereikt. Vele duizen­den werden bereikt met de boodschap van het volle heil in Jezus Christus en honderden ontvingen, ver­nieuwing, bevrijding en ge­nezing.

Br. Van Petegem, die al die jaren de stuwende kracht achter dit werk is, schrijft in het contactblad van de Filadelfiagemeente te Zwaagwesteinde over dit “jubileum” o. a.: “Wij mogen wel dankbaar zijn, dat de Heer onze ge­meente zo lang reeds roept tot deze opdracht. Het is niet een aardig idee van ons, om de zomertijd actief door te brengen I Hetgeen de Heer sprak: “Gaat neen in de gehele wereld. . . “, dat is het wat ons drijft.

Je kunt op de methoden heel wat studeren. Hoe het moet is altijd al een actuele vraag geweest! Maar over de opdracht van Jezus: “het evangelie uitdragen”, valt niet te discussiëren. Dat moet eenvoudig.

Hoe het moet, is zo ver­schillend te beoordelen en er zijn zo geweldig veel wegen. Altijd is het echter: Gaat heen! Nooit kan een thuisblijvers-christendom voldoen aan de opdracht!

De Tentevangelisatie blijkt ons te zijn opgedragen. De dorpen kunnen er op een in­dringende wijze mee worden bereikt. De tent is een ge­tuigend object! Altijd was er ook blijvende zegen voor iemand! Nooit is het tever­geefs geweest! Veel strijd vanuit de duisternis is ons niet vreemd! Hoe meer de satan tegenwerkte, des te meer heeft de Heer kracht verleend!

Dit jaar beleven wij het twintigste tentseizoen!

Wat een genade van de Heer! Wat een liefde! Het gaat om de wereldmens! De ongelovige! De verlorene! Denk er goed om, dat een ongelovige een verloren mens is! Hem wacht een oordeel! En wij mogen goed nieuws brengen! Het nieuws van eeuwig behoud, dat nu reeds begint”.

Commentaar

Wie enigszins op de hoogte is van het ve­le werk dat er vast zit aan het organiseren van tent- campagnes, kan niet anders dan grote bewondering heb­ben voor de volharding en liefde die, iedere zomer weer, broeders en zusters van de Filadelfiagemeente te Zwaagwesteinde, onder leiding van br. Van Petegem, opbrengen, om deze cam­pagnes te organiseren.

De tent is dit jaar geheel vernieuwd, wat f 5000,- kosten met zich meebracht, maar men heeft het er graag voor over. Want steeds weer blijkt dat deze campagnes. , direct zowel als indirect, grote zegen verspreiden. Ook voor de medewerkende broeders en zusters is het een stimulans om actief be­zig te zijn in dienst van de Meester.

Nieuws in het kort

Groeiende belangstelling voor de Bijbel

In de gehele wereld bestaat momenteel een groeiende be­langstelling voor de Bij­bel. Op de jaarvergadering van het Nederlands Bijbel Genootschap, welke op 3 ju­ni in Utrecht werd gehou­den, werd dit o. a. gesigna­leerd. In Japan is het aan­tal Bijbellezers zelfs tienmaal zo groot dan het aantal christenen. In In­dia, het op één na grootste land van de wereld, met 550 miljoen inwoners en 309 ta­len, werden alleen reeds vorig jaar, 54 miljoen Bij­beluitgaven verspreid. Het Indiase Bijbelgenootschap is trouwens het grootste van de wereld. Het ver­spreidt per jaar meer dan vijfmaal zoveel Bijbeluit­gaven als alle Bijbelge­nootschappen van Europa bij elkaar.

Neon verlicht kruis op Gouwekerk

Gouda – Het hoogste punt van Gouda wordt gevormd door de meer dan 80 meter hoge toren van de Gouwekerk. Sinds enige tijd is de kerk het eigendom van de stichting “Johan Maasbach Wereldzending”. Dezer dagen wordt op de punt van de to­ren een groot neon verlicht kruis aangebracht, zodat reeds op grote afstand dit kruis als een lichtend ge­tuigenis van het christe­lijk geloof zichtbaar zal zijn. Ondertussen is de restauratie van de kerk in volle gang. Met hulp van Monumentenzorg en de gaven van vele gelovigen, hoopt men dit evangeliecentrum aan het einde van het jaar in gebruik te kunnen nemen.

Nieuw Pinksterblad

Nadat vorig jaar fusiebesprekingen tussen het “In­formatiebulletin van de Pinkstergemeenten” en het blad “Gouden Schoven” niet tot overeenstemming hebben geleid, is vorige maand het eerste nummer van een nieuw pinksterblad uitgeko­men. Onder de titel “Woord en Geest” verschijnt dit maandblad als uitgave van de uitgeverij “Gramma bv” te Rotterdam in samenwer­king met de “Broederschap van Pinkstergemeenten in Nederland en België. (De Broederschap van Pinkster­gemeenten omvat ongeveer één/derde deel van het aan­tal pinkstergelovigen in Nederland).

Het eerste nummer op A4 formaat ziet er goed ver­zorgd uit en is in kleuren gedrukt op glanzend papier. Tot de medewerkers van het blad behoren o. a. de broe­ders Van Amerom, Lentink en Frinsel. Terwijl br. J. W. Embregts (45) hoofdredac­teur is. Br. Embregts is leraar aan de Centrale Pinksterbijbelschool te Den Haag en tevens voorganger van de Pinkstergemeenten te Hoogvliet en Spijkenisse.

“Love Afrika”-congres

Het onder auspiciën van evangelist Anne van der Bijl te Malawi gehouden “Love Africa” congres, heeft dit grote werelddeel op ver­schillende wijzen in de schijnwerpers van de Ge­meente van Jezus Christus geplaatst. Het congres was een appèl om geestelijk klaar te zijn als vervol­ging komt, zoals reeds in sommige landen van Afrika het geval is. Al zijn er ook nog landen die volop openstaan voor het evange­lie en rijp zijn voor een opwekking.

Anne van der Bijl zet in zijn juist verschenen boek “Battle for Africa” uiteen hoe volgens hem de kerk in Afrika sterk kan worden. En hoe christenen over de hele wereld kunnen helpen. Jezus Christus is het enige ant­woord op de groeiende pro­blemen van christenvervol­ging en politieke onrust.

Billy Graham bouwt nieuw centrum

Op het terrein van de universiteit te Wheaton,(U. S. A. ) waar Billy Graham des­tijds afstudeerde, is be­gonnen met de bouw van een groot geestelijk centrum. Dit centrum, van ’s werelds meest bekende evangelist die binnenkort 60 jaar wordt, zal o. a. een evangelieschool, een trainings­centrum en bibliotheek omvatten.

Verantwoording

De rubriek “Levend Geloof- journaal” bevat veelzijdi­ge en positieve berichtge­ving uit de volle evange­lie en pinksterwereld. Met daarnaast berichten (soms voorzien van een redactio­neel commentaar), welke wij voor onze lezers en leze­ressen ter informatie van belang achten.

Wij passen geen discrimi­natie toe, tegenover welke persoon, groep of stroming van de pinksterbeweging ook. Maar wij plaatsen geen berichten, waarvan reeds bij voorbaat vast staat dat zij niet-bonafide zijn.

Verder behoeft plaatsing in deze rubriek niet al­tijd te betekenen dat de redactie dezelfde mening er op na houdt. De berich­ten worden door onze eigen nieuwsdienst bijeen vergaard en samengesteld en worden exclusief geplaatst in “Levend Geloof”. Over­name uit deze rubriek is daarom alleen met bronver­melding toegestaan.

Red. “Levend Ge loof”.

 

Heiligheid en Gerechtigheid door H. J. Glasbergen

Wie in God gelooft en in Zijn Zoon Jezus Christus ontvangt vergeving van zon­den en eeuwig leven. Dat is één zaak.

God vraagt echter meer. De wedergeboren mens heeft zijn leven aan Hem (terug) gegeven. Ons geloof behoort God te verheerlijken door de kracht van de Heilige Geest. Dan leven wij in ge­meenschap met Hem en in liefde met elkaar.

Gelovigen die alleen weten dat zij eeuwig leven hebben ontvangen en hun zonden vergeven zijn en niet gees­telijk verder groeien, staan open voor leringen van mensen, een ieder met zijn vi­sie en theologie.

De geestelijke Christenen echter weten dat het de Heilige Geest is, die hen tot de volle waarheid zal leiden. Deze Geest open­baart ons steeds nieuwe dingen, stilstaan kan een­voudig niet. Levend geloof is altijd in beweging, om­dat dit aan de levensrivier verbonden is. Deze rivier is ook vol genezing en bevrijding, voor de mens die God zoekt.

We kunnen niet vrijblijvend “aan geloof doen”, maar moeten een keus maken. Twee wegen gaan kan niet, twee heren dienen ook niet. Je bent zout of je bent zoute­loos.

Jezus te Nazareth

Als Jezus in Zijn oude woonplaats Nazareth komt, (Luc. 04:14) is er een roep voor Hem uitgegaan. Waar Hij kwam leerde Hij in hun synagogen en werd door allen geprezen.

Ook in Nazareth ging Hij naar de synagoge. Hij stond op om voor te lezen. Hij las de belofte van God voor door Jesaja gezegd: “Hij heeft Mij gezonden om aan armen het evangelie te bren­gen, en aan gevangenen loslating te verkondigen, aan blinden het gezicht en ver­brokenen heen te zenden in vrijheid”.

Dit was Gods welbehagen en doel met de mens, ook nu nog. Jezus sloot het boek en sprak: “Heden is dit Schriftwoord in vervulling gegaan”. En allen betuigden hun instemming met Hem en verwonderden zich over de woorden van genade die van Zijn lippen kwamen. Alles ging goed en Hij had de vol­le instemming en aandacht van allen.

Toen werd Jezus persoonlijk. Hij ging hun zelf aanspre­ken. Maar dat hadden zij niet bedoeld, het moest wel vrijblijvend zijn. Jezus zei: “Ik zeg u naar waarheid dat er veel weduwen in Isra­ël waren in de dagen van Elia. Toen er hongersnood kwam, werd Elia niet naar een weduwe van Israël gezon­den, maar naar een heidense vrouw, de weduwe in Sarepta bij Sidon. Er waren veel me­laatsen in die tijd in Isra­ël en geen van hen werd ge­nezen. Wel een heiden, Naaman, de Syriër, die naar de profeet Elisa was gestuurd”.

Toen stonden alle vrome kerkgangers op in hun Gods­huis en werden met toorn vervuld. Hun harten werden, zelfs vervuld met moordplan­nen, die zij ook ten uitvoer wilden brengen. Zo maar in enkele ogenblikken, was de zaak totaal veranderd.

Heeft u dit ook al eens mee­gemaakt, want deze dingen gebeuren ook nu nog. Dit noemt de Bijbel vrome gees­ten, mensen die komen met een schijn van vroomheid.

Kwaliteit of kwantiteit

Zo lang je mee praat met de mensen en compromissen sluit en alles bedekt, is ieder vriendelijk en gewil­lig. Maar zo niet dan wor­den zij zelfs actief onaan­genaam. Nu is het prettiger om in de voorhof te wande­len en door ieder gezien en geëerd te worden. Te zwij­gen en mensen te behagen. Maar Jezus zegt: “Wee hen die het geweten hebben”.

Als er nooit geen kritiek was op de inhoud van “Le­vend Geloof”, dan heeft dit blad geen doel en functie. Dan was ons geloof een dood geloof, waar de wereld vol van is. Geloof heeft geen kracht in zichzelf. Jezus kwam niet tot ergernis, Hij was een ergernis. Het evangelie van Jezus Christus is niet naar de mens. Hij heeft Zijn kruis midden in onze samenleving geplaatst, voor de één een steen des aanstoots, voor de ander een rots der ergernis. (1 Petr. 02:08). Dit is voor hen die het weten, maar toch ongehoorzaam blijven. En dat zijn er niet weinigen.

Maar voor de uitverkorenen is deze rots tot eeuwig heil geworden. Dit is geen hoogmoed, maar een Bijbelse waarheid. Dit is de kwaliteit, waarvan de Heilige Geest getuigt. Dat zijn de gelovigen die bidden: “Abba Vader”; (Rom. 08:01-17). Wij zijn van Christus, omdat wij onszelf hebben weggege­ven aan Hem.

Volle kerken

Waar Jezus kwam, liep de synagoge vol, ook te Jeru­zalem. Duizenden mensen liepen Hem na, erkennende dat Hij van God gekomen was. Hij was vol van Godde­lijke kracht en wijsheid en bracht een leer met gezag. Maar als Hij de voorwaarden” stelt om Hem te volgen, gaan allen weg. Alleen de twaalf discipelen bleven bij Hem.

Als de mensen in de kerken hun leven geven aan Jezus Christus is er geen kerk en geloofsvernieuwing nodig. Hij maakt alle dingen nieuw. Later moet je, je leven toch afstaan, maar dan is het waardeloos ge­worden. God maakt geen or­ganisaties of leerstukken nieuw. Hij wil mensen ver­nieuwen, door wedergeboor­te, om te leven tot Zijn eer.

Wij willen de mensen alleen er op wijzen dat zij een keus moeten maken en moeten kiezen voor de Levende weg: Jezus Christus. Wij be­strijden geen kerken, nog mensen die in de kerken zijn. Wat wij schrijven of getuigen is geen nieuwe leer of kerk, maar de waar­heid.

Het is de leer van onze Heiland, die kwam van de Vader. Hij zegt: “Wat Ik spreek, spreek Ik, zoals God de Vader Mij gezegd heeft”(Joh. 12:20-50). “Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem die Mij gezonden heeft”(Joh. 07:14-20). Hoe­veel kleine mensjes hebben een leer zelf uitgedacht en eigen kerkjes gesticht. Ne­derland is er vol van. Wij worden er moe van, maar hoe zal God daarover denken en oordelen? Ook toen geloof­den vele belangrijke mensen, oversten en anderen in Hem, maar terwille van de Farizeeën kwamen zij er niet voor uit. Om niet uit de synagoge gebannen te worden. Zij waren gesteld op de eer van mensen, meer dan op eer van God.

Er is niets veranderd. God zoekt alleen gehoorzame men­sen, zonder titel of diplo­ma. Geen nieuwe theologie of exegese, maar mensen die durven zeggen: “Hier ben ik Here God, U mag met mij doen wat U wilt”. Die maakt Hij nieuw.

Jezus heeft gezegd: “Volg Mij en laat de doden hun do­den begraven”. God zal ons niet vragen of wij de kerk liefhebben, maar of we Hem liefhebben boven alles. Hij vraagt ook niet naar onze kerkelijke belijdenis maar of we Zijn Naam beleden heb­ben voor de mensen. En of we Zijn evangelie hebben uitgedragen.

Bent u werkelijk een ambas­sadeur van Jezus Christus? Dit is alleen mogelijk als Gods Geest in ons woont. Zijn Geest laat ons groeien tot volwassenheid. Dit zegt Gods Woord en dat woord is bij ons. En dat woord zal ons oordelen. “Wie Mij ver­werpt en Mijn Woorden niet aanneemt, heeft Eén die hem oordeelt”. En ieder kan de waarheid lezen en begrijpen op Zijn voorwaarden. Het is aan kinderen geopenbaard. Wordt een kind van Hem.

Gerechtigheid

Duizenden christenen – en ook theologen – weten dat de kinderdoop een uitvinding van mensen is. Ons voorbeeld Jezus Christus liet zich do­pen in de Jordaan met dit getuigenis: “Laat Mij thans geworden, want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen” (Matt. 03:13-17). Toen kwam de Heilige Geest op Hem en God de Vader ge­tuigde van Zijn Zoon.

Indien onze gerechtigheid niet overvloediger is dan die der Schriftgeleerden, zullen wij het Koninkrijk Gods niet binnengaan. (Matt. 05:17-20). God heeft alleen behagen in een volkomen ge­rechtigheid.

Jezus doopte later met Zijn discipelen te Judéa. Johan- nes de Doper doopte te Ae- non, omdat daar veel water was. (Joh. 03:22). Paulus spreekt van een begrafenis van de oude mens. (Romeinen 6). Wie wil dan God tegenspre­ken of Hem weerstaan? In Johannes 3 zegt Jezus dat wij wedergeboren moeten worden uit water en Geest, anders kunnen wij het Ko­ninkrijk Gods niet binnen­gaan.

In de charismatische bewe­ging is nog niet de volle vrijheid om het volle evan­gelie uit te dragen. Het Koninkrijk Gods, wat bij en in ons is, kan daar nog niet functioneren. Wij ver­blijden ons over de charis­matische beweging als zij de volle waarheid van de Heilige Geest gaat leren en zelf doen. Daar zijn geen titels of belangrijke men­sen meer, maar een heilige natie, een uitverkoren en wedergeboren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilige gemeente, om God te verheerlijken, een gemeente zonder vlek of rimpel. Die erkennen maar één leer, die kwam van de Vader, door Je­zus Christus.

God zegt: “Ik zal u Mij tot bruid werven voor eeuwig;

Ik zal u Mij tot bruid wer­ven door gerechtigheid en recht, door goedertieren­heid en ontferming; Ik zal u Mij tot bruid werven door trouw; en gij zult de Here kennen” (Hos. 02:18-19).

Dan zullen wij zaaien in gerechtigheid en oogsten in liefde en zal Hij ons een nieuw land geven. (Hos. 10:12) .

In Christus Jezus is ons dit alles geschonken. Het heilige der heiligen is voor allen geopend, die ge­hoorzaam worden aan Zijn woord. Dan zal de Geest der waarheid de gevangenen be­vrijden en de zonde- en ziektemachten weer wijken van de Gemeente van Jezus Christus.

“Heiligt u dan en wees hei­lig, want Ik ben de Here uw God”.

 

De belangrijkheid van het gebed door J. Noë

“Want tot U richt ik mijn gebed. Here, des morgens hoort Gij mijn stem, des morgens leg ik het U voor, en zie uit” (Ps. 005:003-004).

Gebed draagt ons leven

Broeders en zusters. Deze uit het hart gegrepen woor­den zijn van David. Hij was een man naar Gods hart en een man van gebed. Het ge­bed is zo intens belangrijk, het draagt als het ware ons leven.

Zijnde kinderen Gods, is het in feite, in volkomen overgave Zijn aangezicht zoeken in Christus Jezus en, geleid door de Heilige Geest, een vertrouwelijk ge­sprek met Hem voeren.

Jezus zocht steeds het aan­gezicht van de Vader en was steeds in innig contact met Hem en het is Zijn wil dat wij Hem navolgen.

Er zijn veel teksten in Gods Woord, die handelen over het bidden, en ik zal dus genoodzaakt zijn vele teksten aan te halen.

Ik zal ze als volgt indelen:

– Jezus beloften betref­fende het gebed.

– Het gebed moet gepaard gaan met geloof.

– Volharding in het ge­bed.

– Kracht en versterking in en door het gebed.

– Stil zijn voor God en lofprijzing.

Jezus beloften betreffende het gebed

Matt. 07:07: “Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden”.

Joh. 16:23-24: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, als gij de Vader om iets bidt, zal Hij het u geven in mijn naam. Tot nog toe hebt gij niet om iets gebeden in Mijn Naam; bidt en gij zult ontvangen, opdat uw blijdschap vervuld zij”.

Joh. 15:07-08: (De ware wijn­stok). “Indien gij in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u geworden. Hierin is mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt”.

Zijn dit geen wonderbare woorden van Jezus? En deze beloften worden een reali­teit in ons leven als wij deze in vol vertrouwen en in geloof toe eigenen en dienovereenkomstig hande­len.

Het gebed moet dus gepaard gaan met geloof

Jezus zegt in Mark. 11:24: “Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal u geschieden”.

Jacobus zegt in Jak. 01:06: “Maar hij moet bidden in geloof, in geen enkel opzicht twijfelende, want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt. Want zulk een mens moet niet menen, dat hij iets van de Here zal ontvangen, innerlijk verdeeld als hij is, ongestadig op al zijn wegen” .

Jak. 05:14-15: “Is er iemand bij u ziek? Laat hij dan de oudsten der gemeente tot zich roepen, opdat zij over hem een gebed uitspreken en hem met olie zalven in de Naam des Heren. En het gelovige gebed zal de lijder gezond maken, en de Here zal hem oprichten”.

Deze woorden van Jezus en Jacobus spreken voor zich­zelf. Als wij bidden met ongeloof en twijfel in ons hart, (wat in feite een be­lediging voor de Heer is), zullen wij dus ook geen re­sultaten zien. De Heer kan echter wél in Zijn grote liefde, gezien de omstandig­heden waarin wij verkeren in verband met het geeste­lijk niveau waarop wij staan, Zijn liefdevolle hand ter ondersteuning naar ons uitstrekken. Hij weet wat in ons hart is. Denk maar eens aan Petrus, toen hij op het water liep.

Volharding in het gebed

Dit is zeer belangrijk. Als we niet een direct resultaat zien op ons gebed, moeten we niet verslappen, maar volharden in het gebed, met de zekerheid des geloofs in ons hart, dat God Zijn woord en beloften waar zal maken in Christus Jezus. Jezus, wetende wat in de mens is, waarschuwt daarvoor.

Jezus zegt tegen Zijn disci­pelen in Gethsemané: Waakt en bidt, dat gij niet in verzoeking komt, de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.

In de gelijkenis van de zaaier geeft Hij daar ook een duidelijk voorbeeld van. Laten we de drie laatste voorbeelden eens nemen.

Luc. 08:11-15: “Het zaad is het Woord Gods. Die op de rotsbodem, zijn zij, die het woord, zodra zij het horen, met blijdschap ontvangen; en deze hebben geen wortel, zij geloven voor een tijd en in een tijd van beproeving wor­den zij afvallig. Wat in de dorens viel, dat zijn zij, die het gehoord hebben; en gaandeweg worden zij door zorgen en rijkdom en lusten des levens verstikt en zij brengen het niet tot vrucht. Dat in goede aarde valt, dat zijn zij, die, met en goed en vroom hart het woord gehoord hebbende, dat vasthouden en vrucht dragen in volharding” .

In Luc. 21:19 zegt Jezus: “Door uw volharding zult gij uw leven verkrijgen”.

Deze woorden van Jezus laten aan duidelijkheid niets te wensen over. Hij wijst ons de weg tot een waarlijk vruchtbaar leven, een leven in en met Hem.

Ook Paulus heeft in zijn le­ven ondervonden wat volhar­ding inhoudt. Hij zegt het volgende:

Rom. 12:12: “Weest blijde in de hoop, geduldig in de verdrukking, volhardend in het gebed”.

Kol. 04:02: “Volhardt in het gebed, weest daarbij waak­zaam”.

Heb. 10:36: “Want gij hebt volharding nodig, om de wil van God doende, te verkrijgen hetgeen beloofd is”.

Het komt er dus op aan, dat wij de kracht kunnen op­brengen om te kunnen vol­harden in het gebed en dat kan alleen door de Heilige Geest, wat we nu gaan behandelen.

Kracht en versterking in en door het gebed

Jezus zegt tegen de disci­pelen: Gij zult kracht ont­vangen, wanneer de Heilige Geest over u komt. (Hand. 01:08). Deze goddelijke kracht doorstroomt dan ons hele wezen, waardoor ook ons ge­loof en gebed worden ver­sterkt.

In Rom. 08:24-28 schrijft Paulus: “Maar hoop, die ge­zien wordt, is geen hoop, want hoe zal men hopen op hetgeen men ziet. Indien wij echter hopen op hetgeen wij niet zien, verwachten wij het met volharding. En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. En Hij, die de harten doorzoekt, weet de bedoeling des Geestes, dat Hij namelijk naar de wil van God voor heiligen pleit”.

Nu broeders en zusters, zijn dit geen bemoedigende woorden? Het is Zijn goddelijke kracht die Zich in onze zwakheid openbaart. (2 Kor. 9b). Halleluja!

Stil zijn voor God en lofprijzing

Na beëindiging van ons ge­bed, dienen wij een tijd stil te zijn voor de Heer.

In Ps. 037:007 staat: “Wees stil voor de Heer en ver­beid Hem”

In Ps. 062:002 en Ps. 062:006b: “Waar­lijk, mijn ziel keert zich stil tot God, (a) van Hem is mijn heil, (b) van Hem is mijn verwachting”.

Het is die heerlijke stil­te en grote eerbied voor God de Vader, de Almachtige en Zijn Zoon, Jezus Christus en de Heilige Geest, in afwachting of de Heer ons iets te zeggen heeft in verband met ons gebed. Dit is zeer belang­rijk. Het gebeurt namelijk nog al eens, dat men na het gebed het ‘amen’ uitspreekt en de Heer geen gelegenheid geeft om iets te zeggen. Dit is zeer oneerbiedig.

In Psalm 65:2 staat: “U komt stilheid toe, een lof­zang, o God in Sion”.

Dus buiten stilheid komt de Heer ook lofprijzing en dankzegging toe voor de ve­le zegeningen die wij ont­vangen voor Zijn grote Genade en Liefde. Dit is Hem zeer welbehaaglijk.

In Ps. 050:023 staat: “Wie lof offert, eert Mij en baant de weg, dat Ik hem Gods heil doe zien”.

Gods Woord staat vol van lofprijzing en dankzegging, vooral in de Psalmen, en we dienen dit dan te doen met volheid des harten met het verstand of in de Geest (tongen).

Paulus zegt in 1 Korinthe 14: “Ik zal lofzingen met mijn geest, maar ook lofzingen met mijn verstand”.

Het spreekt vanzelf dat stilheid en lofprijzing niet verbonden behoeven te zijn aan een gebed. Tot zover, broeders en zusters. God ze- gene u allen! In stilheid en vertrouwen zal uw sterkte zijn.

 

Wat Jezus voor u wil doen

Eén van de bekendste en meest geciteerde uitspraken van Jezus, de Zoon van de levende God, is ongetwijfeld die uit Matt. 11:28, waar Hij zegt: “Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven”.

Miljoenen mensen hebben in de loop der eeuwen ervaren, hoe waar deze woorden van Jezus zijn, zoals trouwens alle woorden en uitspraken van Hem, want “de woorden van Jezus zijn geest en leven”(Joh. 6:63).

Ook in deze tijd, nu er nog nooit zoveel mensen zijn vastgelopen en vermoeid, rusteloos en belast zijn.

Velen zien het niet meer zitten. Het leven heeft voor hen geen waarde meer. Dan wordt er naar allerlei middelen gegrepen, om toch maar enig uitzicht te krijgen.

Maar wat men ook probeert – of het nu pepmiddelen, kruidendrankjes, of oosterse religie is – het is alles surrogaat. En de werkelijke rust en vrede blijft uit. Totdat met ontdekt dat er Eén is, die werkelijke rust geven wil. Die Ene is Jezus Christus. Wie Hem aanvaardt en met Hem een nieuw leven begint, ontdekt al spoedig hoe Hij alle dingen nieuw maakt. Hoe vermoeidheid en rusteloosheid verdwijnt. Hoe het leven weer zin en inhoud krijgt.

Hebt u het al geprobeerd met Jezus? Denk niet dat de grote belofte: “Ik zal u rust geven”, niet voor u bestemd is’. Want Jezus sprak: “Komt allen tot Mij”. Al­len, dat wil zeggen: iedereen. Ook u wil Hij deelgenoot maken van de ware vrede en rust, die reeds zovelen in Hem hebben gevonden. Sla dit geweldige “rust-aanbod” niet af, maar kom tot Jezus en ontdek en beleef de waarheid van Zijn Woorden: “Ik zal u rust geven!”