Levend geloof 1978.07-08 nr. 184

Waarom lofprijzing zo belangrijk is door Gert Jan Doornink

Psalm 8

“O Here, onze Here, hoe heerlijk is uw naam op de ganse aarde, Gij, die uw majesteit toont aan de hemel.

Uit de mond van kinderen en zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest, uw tegenstanders ten spijt, om vijand en wraakgierige te doen verstommen.

Aanschouw ik uw hemel, het werk van uw vingers, de maan en de sterren, die Gij bereid hebt: Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet?

Toch hebt Gij hem bijna goddelijk gemaakt, en hem met heerlijkheid en luister gekroond. Gij doet hem heersen over de werken uwer handen alles hebt Gij onder zijn voeten gelegd: schapen en runderen altegader en ook de dieren des velds, de vogelen des hemels en de vissen der zee, hetgeen de paden der zeeën doorkruist.

O Here, onze Here, hoe heerlijk is uw naam op de ganse aarde”.

Wat is lofprijzing?

In dit artikel willen wij ingaan op de noodzaak en belangrijkheid van de lofprijzing en aanbid­ding voor elk kind van God. De eerste vraag die dan opkomt is ongetwijfeld: “Wat is lofprij­zing?”. Het antwoord hierop is kort en eenvou­dig: God grootmaken en verheerlijken. Meestal doen wij dat met woorden. Lofprijzen is dus niet spreken over geloof. Lofprijzen is ook niet bidden, al kan ons gebed wel overgaan in een lofprijzing.

Als we God verheerlijken, als we Hem loven en prijzen, heeft God daar een behagen in, want Hij woont in de lofprijzing van Zijn volk!

Wij willen nu enkele voorbeelden van lofprij­zing uit de Bijbel aanhalen, want door de gehe­le Bijbel loopt een draad van lofprijzing. De Bijbel zou ondenkbaar zijn zonder lofprijzing.

Voorbeelden van lofprijzing in de Bijbel

Voor de geboorte van Jezus, bij de geboor­te van Johannes de Doper, zien wij hoe in de lofzang van Zacharias, de Heer wordt grootge­maakt. Luc. 01:68: “Geloofd zij de Here, de God van Israël….” Denk ook aan de in dit zelfde hoofdstuk voorkomende lofzang van Maria: “Mijn ziel maakt groot de Here…“(Luc. 01:46).

b – Bij de geboorte van Jezus zien wij hoe de engelen in het veld van Efrata God loven met de woorden: “Ere zij God in de hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens”(Luc. 02:13-14). En als de herders terugkeren na hun be­zoek aan de pasgeboren Jezus lezen we van hen dat ze God loofden en prezen. (Luc. 02:20). De wijzen deden het weer op een andere manier.

Zij boden geschenken aan. (Matt. 02:10-11).
c – Tijdens Jezus’ omwandeling op aarde werd Hij vaak geloofd en geprezen om de tekenen en wonderen die Hij deed. Bijvoorbeeld bij de ge­nezing van de blinde Bartimeüs in Luc. 18:42-43. Als Jezus vraagt: Wat wilt u dat Ik u doen zal? antwoordt hij: Dat ik ziende worde! “En Jezus zei tot hem: Word ziende; uw geloof heeft u behouden. En terstond werd hij ziende en hij volgde Hem, God lovende. En al het volk zag het en gaf Gode lof”.

d – De Farizeeën hadden een hekel aan de lof­prijzing. .. . Dat blijkt wel uit Matt. 21:14-16, als Jezus in de tempel blinden en lammen ge­neest en de kinderen roepen: Hosanna, de zoon van David, nemen zij dat de kinderen kwalijk. Maar Jezus zegt: Hebt u nooit gelezen wat er in Ps. 008:003 staat: “Uit de mond van kleine kinderen en zuigelingen hebt Gij lof bereid”?

e – Ook bij de intocht van Jezus in Jeruzalem in Lucas 19, zien wij iets dergelijks. Als dan bij de Olijfberg de gehele menigte der disci­pelen vol blijdschap en met luide stem God begint te prijzen, zijn er Farizeeën die tot Je­zus zeggen: “Meester” bestraf uw discipelen…” Wat is het antwoord van Jezus? “Indien dezen zwegen zouden de stenen roepen.” (Luc. 19:40).

Vandaag is het nog net zo. In de meeste kerken is de spontane lofprijzing verdwenen…. Pro­beer maar eens halleluja te zeggen, midden on­der de preek. De mensen zullen u vreemd en ver­wonderd aankijken….

Laten we goed bedenken dat de duivel een ont­zettende hekel heeft aan de lofprijzing en al­les zal doen om het te beletten. Wat hem helaas in de meeste kerken gelukt is. Maar…. laten we ook de hand eens in eigen boezem steken. Ook bij vele kinderen Gods ontbreekt de lofprijzing of staat op een laag pitje. Dit alles brengt schade aan het eigen geloofsleven teweeg. Het is daarom noodzakelijk dat we goed onder ogen zien waarom God lofprijzing verlangt.

Waarom verlangt God lofprijzing?

In de eerste plaats omdat wij daarmee God eren. Wij geven als het ware te kennen: U hebt de eerste plaats in mijn leven, U komt daarom toe alle lof, eer, dank en aanbidding! Ps. 050:023 zegt: “Wie lof offert, eert Mij…”

Wij hebben zoveel redenen God te loven en te prijzen. In de Psalm die boven dit artikel af­gedrukt staat, lezen wij dat Hij ons bijna goddelijk heeft gemaakt. Wij zijn onvoorstelbaar rijk geworden in Hem. Paulus zegt: “In Hem woont al de volheid der godheid lichame­lijk: en gij hebt de volheid verkregen in Hem” (Kol. 02:09). Ons wacht bovendien een heerlijke toekomst. Want “wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensen­hart is opgekomen, heeft God bereid voor dege­nen die Hem liefhebben”(1 Kor. 02:09).

God verlangt in de tweede plaats lofprijzing van ons omdat wij daardoor de weg vrijmaken voor de zegen van God. Ps. 050:023 zegt: “Wie lof offert, eert Mij,….en baant de weg, dat Ik hem Gods heil doe zien”. Zoals een sneeuw­ploeg de weg vrijmaakt van sneeuw, zo behoort ook de geestelijke weg vrij te zijn van obsta­kels en hindernissen die de duivel tracht aan te brengen. We weten dat de duivel de overste dezer wereld is. Daarom spreekt Paulus ook in Ef. 06:12 dat wij niet te worstelen hebben te­gen vlees en bloed, maar….tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis en tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. In deze strijd kunnen wij overwinnen, want Jezus heeft de duivel over­wonnen. Maar wij moeten wel gebruik maken van de wapens die Hij ons ter beschikking heeft ge­steld. Eén van deze wapens is de lofprijzing.

De duivel heeft een hekel aan de lofprijzing.

Hij gaat er als het ware voor op de vlucht. Dan wordt de weg vrijgemaakt en kan God ons Zijn heil doen zien. De muren van Jericho vielen toen het volk begon te juichen. (Jozua 6). De gevangenisdeuren werden geopend toen Pau­lus en Silas begonnen te zingen. (Handelingen 16).

Is er misschien iets in uw leven wat niet ver­dwijnen wil? Er kunnen verschillende oorzaken zijn, maar het kan best zijn dat gebrek aan lofprijzing bij u de reden is. Wees er van overtuigd dat de muren van ongeloof, twijfel, angst en vrees verdwijnen, als wij de Heer gaan groot maken en verheerlijken.

Er is nog een derde reden waarom God lofprij­zing van Zijn kinderen verlangt. Dat is dat wij door de lofprijzing daarmee geloof openba­ren. Heb. 11:01 zegt: “Het geloof nu is de ze­kerheid der dingen, die men hoopt, en het be­wijs der dingen, die men niet ziet”. “Zonder geloof is het onmogelijk Hem welgevallig te zijn”(Heb. 11:06).

Nu is het gemakkelijker om de Heer te loven en te prijzen als alles meezit, dan dat alles te­gen zit. Bij dit laatste blijkt echter of we werkelijk geloof bezitten, want ook dan zijn wij geroepen de Heer te loven en te prijzen! Laten wij nooit twijfelen aan het feit dat Hij een Waarmaker van Zijn Woord is. Hij staat ach­ter Zijn beloften. Hij is de Onveranderlijke. “Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid”(Heb. 13:08).

Wat ligt er een geestelijke les voor ons in het rotsvaste geloof van de profeet Habakuk, die bad: “Al zou de vijgenboom niet bloeien, en er geen opbrengst aan de wijnstokken zijn, de vrucht van de olijfboom teleurstellen; al zou­den de akkers geen spijs opleveren, de schapen uit de kooi verdreven zijn en er geen runderen in de stallingen zijn, nochtans zal ik juichen in de Here, jubelen in de God van mijn heil. De Here Here is mijn kracht: Hij maakt mijn voeten als die der hinden, Hij doet mij treden op mijn hoogten”(Hab. 03:17-19).

Vergeet het niet: “Wie lof offert eert Mij en baant de weg, dat Ik Hem Gods heil doe zien”!

Hoe prijzen wij God?

Wij hebben uit de verschillende voorbeelden uit de Bijbel al gezien dat er verschillende vormen van lofprijzing zijn. Toch is het goed dit nog even onder ogen te zien.

In de eerste plaats is daar, wat wij zouden willen noemen, de stille lofprijzing. De wijzen uit het Oosten brachten hulde aan Jezus door middel van geschenken. Toen Maria de voeten van Jezus zalfde (Johannes 12), was dit ook een uiting van aanbidding en lofprijzing. Als wij iets doen voor een ander, als wij een offer brengen in de collecte, zijn dit evengoed uitingen van lofprijzing dan de lofprijzing in luide vorm.

In de tweede plaats is er dus de luide lofprijzing. Bij de verovering van Jericho moest het volk luide juichen. Bij de intocht in Jeru­zalem prees het volk Jezus met luide stem. In Openbaring vinden we verschillende vormen van lofprijzing door engelen en mensen. “Het Lam, dat geslacht is, is waardig te ontvangen de macht en de rijkdom, en de wijsheid en de sterkte, en de eer en de heerlijkheid en de lof. En alle schepsel in de hemel en op de aar­de en onder de aarde en op de zee en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Hem, die op de troon gezeten is, en het Lam zij de lof en de eer en de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheden”(Openb. 05:12-14) .

Ten derde prijzen wij God door te zingen en te dansen. Om met dit laatste te beginnen: Wij bedoelen natuurlijk niet de verschillende vormen van wereldse dans waarmee de duivel verheer­lijkt wordt. Maar soms kan onze blijdschap in Hem zo groot zijn, dat wij zoals de oude psalm dat zegt, kunnen “huppelen van zielenvreugd”. Verschillende psalmen, lofzangen en liederen zijn heerlijke uitingen van aanbidding en ver­heerlijking. Een waarachtig kind van God zal daarom veel zingen en zo ook op deze wijze de Heer grootmaken!

De uitwerking van de lofprijzing

De uitwerking van de lofprijzing is dus:

a – Dat God wordt verheerlijkt.

b – Dat wij gezegend worden (en ten zegen zijn).

c – Dat God ziet dat wij de geloofsweg bewande­len .

Lofprijzing is dus een zeer belangrijk onder­deel bij ons dienen van de Heer, bij ons getui­ge zijn in deze wereld.

Laten wij de Heer veel grootmaken en verheer­lijken. Hij en Hij alleen is het waard om veel geloofd en geprezen te worden. Zeker in deze eindtijd is het uiterst noodzakelijk, als wij zien hoe uiterst geraffineerd satan soms te werk gaat. Wij zullen zowel al* gemeente, als als gelovige individueel, de Heer veel moeten grootmaken en verheerlijken! We kunnen ons ner­gens achter verschuilen om NIET te lofprijzen. Laten we doen wat Psalm 150 zegt!:

“Halleluja. Looft God in zijn heiligdom, looft Hem in zijn machtig uitspansel;

looft Hem om zijn machtige daden, looft Hem naar zijn geweldige grootheid.

Looft Hem met bazuingeschal,

looft Hem met harp en citer,

looft Hem met tamboerijn en reidans,

looft Hem met snarenspel en fluit, looft Hem met klinkende cimbalen, looft Hem met schallende cimbalen.

Alles wat adem heeft, love de Here. Halleluja!”

 

Van de redactie door Gert Jan Doornink

In ons vorig nummer hadden wij niet vermeld dat dit nummer een gecombineerd nummer zou zijn over de maanden juli en augustus. Van­daar dat sommigen dachten: Waar blijft het juli-nummer? In ieder geval verschijnt “Levend Geloof” nu weer normaal iedere maand. Wij zijn bij het verschijnen van dit juli/ augustus-nummer al weer druk bezig met de voorbereidingen van het september-nummer, dat o.a. een belangrijk artikel bevat van evange­list Nico Goverts uit Apeldoorn over het on­derwerp: “Wat is het doel van de gemeente?”. Ondertussen hebben zeer velen gereageerd op ons schrijven van eind-juni. Wij stuurden toen een briefje en acceptgirokaart aan velen die het blad reeds verschillende jaren regel­matig ontvingen, maar waarvan wij niets meer hoorden. Wij ontvingen zeer veel positieve re­acties! Een en ander heeft ons bijzonder be­moedigd .

Met dankbaarheid en toewijding willen wij, on­der leiding van de Heilige Geest, doorgaan via “Levend Geloof” het volle, heerlijke, blijde evangelie uit te dragen. Gods Geest heeft ons destijds de ogen geopend voor de volle waarheid. Wij willen dit niet onder stoelen of banken steken, maar het compromisloos brengen. Anders zouden wij ongehoorzaam zijn aan de grote opdracht die Jezus eens gaf aan Zijn discipelen. Toen Hij sprak: “Gaat heen en pre­dikt het evangelie!”, is het nooit Zijn bedoe­ling geweest, dat wij een ander evangelie zou­den brengen dan Hij deed! Trouwens dit blijkt ook wel uit de gebeurtenissen op Pinksteren en de eerste tijd na Pinksteren, toen de volle waarheid verkondigd werd en bevestigd werd door tekenen en wonderen.

“Levend Geloof” wil dit Bijbelse patroon hand­haven en wij weten dat velen ditzelfde verlan­gen hebben. Laten wij gezamenlijk voorwaarts trekken, door de weg van geloof en gehoorzaam­heid te bewandelen, opdat we met Paulus zullen ervaren dat deze weg steeds verder omhoog voert. Jezus is onze Leidsman! Hem zij alle eer!

 

Welke God dient u? door H. J. Glasbergen

 

“Gij zult u niet neerbuigen voor hun góden noch hen dienen en gij zult niet doen naar hun werken, maar gij zult ze volkomen ver­nielen en hun gewijde ste­nen zult gij geheel ver­brijzelen. Maar gij zult de Here, uw God, dienen; dan zal Hij uw brood en uw wa­ter zegenen en Ik zal ziekte uit uw midden verwijderen. Geen vrouw in uw land zal een misgeboorte hebben of onvruchtbaar zijn. Het getal uwer dagen zal Ik vol maken”(Ex. 23:24-26).

Waarvoor schiep God de mens?

Na nog al veel positieve reacties op ons artikel ‘Schuld en lijden’, willen wij nog enkele zaken ver­duidelijken. Het gaat er in de eerste plaats om dat God de mens schiep om Zijn Naam te verheerlijken.

Door een leer, die alleen slaven baarde, zijn wij af­gezakt naar een niveau, waar God om weent. Dat Zijn barmhartigheid en goedheid zo groot is, Zijn geduld zo onuitputtelijk, hebben wij aan het volmaakte offer van Jezus Christus te danken.

Zijn uitverkoren volk heeft Hem verworpen, maar wat doen wij? En dan bedoel ik in dit artikel de reforma­torische kerken, in het to­taal, waarin zij verscheurd zijn. “Indien Gij naar Mijn inzettingen leeft…”, zegt God tegen het verbondsvolk. “Indien Gij doet wat Ik zeg…”, zegt Jezus. “Want deze zijn Mijn broeders en zusters en moeders, die Mijn Woord horen….en doen!” (Luc. 08:19-21).

De priester Zacharias, de vader van Johannes de Do­per, wist het. Hij diende Hem in heiligheid en ge­rechtigheid, al zijn dagen. God zegt tegen de joden: Gij zult u niet neerbuigen voor hun góden, en niet doen naar hun werken. Maar alle heilige (koeien) ge­wijde stenen vernietigen. Maar gij zult de Here, uw God dienen. Dan zal Hij uw brood zegenen, en al de ziekte uit uw midden weg­doen. Geen vrouw zal nog een misgeboorte hebben of onvruchtbaar zijn. En al het wild gedierte (de le­gers demonen, onreinheid, ziekte, haat, moord, mach­ten) zullen wij overwinnen door Jezus Christus.

Wedergeboorte is nodig

Alleen wedergeboren mensen kunnen Gods geheimenissen doorgronden. En Gods wil en doel met zijn privé eigen­dom, de mens, bevatten.

De reformatorische kerken hebben zichzelf buitenspel gezet. God is Eén, erkennen zij, zoals wij, maar hebben het Lichaam van Christus verscheurd, wat lijdt en zucht en in barensweeën is. Zij hebben de sleutel der kennis weggenomen. En nu weten zij ook zelf de sleu­tel niet meer, want God geeft de ongehoorzamen een geest van verwarring. Door het grote verwarde bos, kunnen zij de (levens)boom niet meer onderscheiden. Met alle rampen van dien, voor de dierbare gelovigen.

God gaf Zichzelf in Zijn Zoon, Jezus Christus, die ons bevrijdde van de zonde- machten. En deze kerken gaan rustig door, hun dier­baren te leren, dat wij ar­me, verloren zondaren zijn en blijven. En zo wordt Gods Naam te schande ge­maakt .

God kan geen behagen hebben in zondaren, lieve mensen, wordt wakker! Zo als de tien maagden. Voor vijf was het al te laat. Ga niet bij mensen te rade, maar kniel bij het kruis van Jezus Christus, wat dichtbij is, in de binnenkamer. En vraag Hem of Hij u de weg wil wijzen naar de waar­heid, want Hij is namelijk de Waarheid.

Tenzij u wedergeboren wordt, kunt u het Konink­rijk Gods niet binnengaan. Leraren, die zelf niet wedergeboren zijn, zijn blinde wegwijzers, waarvan Jezus spreekt in Matt. 23:14-16. Men wordt namelijk niet wedergeboren uit ken­nis van Gods Woord, uit godgeleerdheid, maar uit water en Geest. Uit God geboren: is niet uit de mens. Vlees en Geest kunnen geen gemeenschap hebben. Het Ko­ninkrijk Gods is hier op aarde, bij en in ons.

Gods wijsheid is meer

Eenmaal moet de mens, vroeg of laat, al zijn wijsheid, waardigheid en belangrijk­heid afleggen. Dan staan wij of naakt, of bekleedt met witte klederen (die wij hier al ontvangen) voor Hem. Maar Hij doorgrondt nu, in dit leven, wat in ons is. (Heb. 04:12-13).

Veel mensen zitten in de mist en dwalen rond in de duisternis. Als het niet zo droevig is, zou het eigenlijk om te lachen zijn. Want wie zijn wij zonder God? En wie zijn wij zonder gehoorzaamheid? Gejaagd door de wind, in­nerlijk verdeeld, zonder enige zekerheid, zonder enig getuigenis van onze Heiland, Jezus Christus.

Veel mensen hebben als gó­den de leer van hun kerk en hun voorgangers. Jezus zegt: Die Mij liefheeft, in hen zal IK Mij openba­ren en Mijn Geest geven, die hen tot de volle waarheid zal leiden. (Joh. 16:12-15).

Telkens als de wet wordt gelezen in de kerk, valt er weer een bedekking op de trouwe kerkgangers. En de mensen gaan, zoals altijd, weer onveranderd naar huis.

De bedekking verdwijnt al­leen in Jezus Christus. Want telkens als iemand zich bekeert, wordt de be­dekking weggenomen.

“En wij allen, die met een aangezicht, waarop geen be­dekking meer is, de heer­lijkheid des Heren weer­spiegelen, veranderen naar hetzelfde beeld van heer­lijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die Geest is”(2 Kor. 03:12-18).

Hoogmoedig of ootmoedig?

“Jullie zijn hoogmoedig en fanatiek”, zeggen de men­sen. Integendeel, wij zijn ootmoedig, omdat wij ons bewust zijn, wie wij zijn geweest, toen wij Hem nog niet kenden, volkomen waar­deloos voor Hem. Tegen de duivel zijn wij hoogmoedig, omdat wij ons bewust zijn, dat wij met Hem meer dan overwinnaar zijn over alle machten der hel.   

Als wij zien wat op de Veluwe en elders gebeurd, rondom de poliogevallen, en waaraan Gods Naam wordt verbonden, kunnen wij wenen, om de onschuldige kin­deren, die hier de dupe van worden.

Wij lezen in een bekend dagblad in Brabant over een radeloze angstige moeder van drie jongens, die in de avond naar een ander dorp gaat, om klontjes met het vaccin te halen om haar kinderen te beschermen te­gen polio. Wat zij later aan haar man en dominee opbiecht als een grote zon­de. Als één van haar kin­deren nu polio zou krijgen, is dit een gerechte straf van de Heer, zegt zij. Elke vader of moeder die in de avond het dorp ver­laat is een verdachte. Een man met twee gevallen van polio in zijn familie, één recent en één drie jaar geleden, zegt: Wie de Heer liefheeft, kastijdt Hij. Een moeder van kinderen zegt rustig: De Bijbel zegt dat er niets bij toe­val gebeurd. God wil dat zo. Waarom voorzorg nemen, als je op Hem vertrouwt? Anderen zeggen: Het is ons kind en onze zaak. Wij zien dit alleen in het licht van de Bijbel. Weer anderen zeggen: Om hoeveel gevallen gaat het hele­maal? Een handjevol, 100 op dit moment. De Heer be­proeft niemand boven zijn kracht. Het is een loute­ring, daar moet je sterk in zijn…. Over de kinde­ren die als verlamden door het leven moeten gaan, wordt niet gesproken. Is het vreemd dat de jeugd wegloopt uit de kerken?

Ook de televisie krijgt voor miljoenen kijkers de kans Gods Naam te bespot­ten en te honen. Twee arme stumperds worden voor de tv gehaald, om te laten zien, wat de gevolgen zijn als je “vertrouwt op de Bijbel”. Een verlamd meis­je is (door de leer) zo verkromd, dat zij deze verlamming aanvaardt als uit Gods hand. Een jonge­man verwijt deze verlam­ming aan zijn ouders. Hun leven is aan een rolstoel verbonden. Is dat leven en overvloed?

De blijde boodschap

Wij willen voor deze men­sen bidden: Vader vergeef het hun, zij weten niet wat zij doen en hun kinde­ren aandoen. De blijde boodschap is blijkbaar niet voor hen. Welke God zij dienen weten wij niet, maar niet de God van de Bijbel, die alleen maar goed is, vol van barmhar­tigheid en liefde, vol van genade en geduld. Hij heeft geen behagen in ziekte en verdere plagen die over de wereld gaan. Het evangelie is aan ootmoedigen de vrij­lating verkondigen, aan ge­vangenen opening der gevan­genis, zodat de mens kan leven vrijgekocht door het bloed van Jezus Christus!

Met een ander evangelie ma­ken wij niemand jaloers, integendeel. Psalm 118 zegt “Looft de Here, want Hij is goed, en Zijn goedertieren­heid is tot in eeuwigheid”. God wil een leger van al­leen maar juichers, niet van huilers. De duivel wijkt alleen als het volk van God gaat juichen.

“De zwakke versterkt gij niet, de zieke geneest gij niet, de gewonde verbindt gij niet, maar gij heerst over hen met hardheid” Lees Ez. 34:01-23.

Wij vragen ons af, wat die geestelijke leiders denken, als zij die stumperds zien met polio? De schapen die een prooi zijn geworden van de wilde dieren. Zij zijn verstrooid in wolken van duisternis. Eens zal Hij deze herders ter verant­woording roepen, dan zullen zij zien wie zij gediend hebben.

Onze strijd is een geestelijke strijd

Wij wijzen geen wetenschap af, nog medicijnen. Wij la­ten de mensen volkomen vrij. Maar leren wel dat Jezus nog Dezelfde is, als waar Hand. 10:38 van spreekt. Hij is nog de Heelmeester. Als een kind van God alleen op Hem ver­trouwt, zeggen wij: Prijst God, want Hij is goed. En de wonderen en de tekenen zullen de gelovigen volgen Waar Gods Geest is, daar wordt alleen Zijn Naam verheerlijkt. Wij hebben ook geen enkele behoefte aan theologische uitspraken van wie dan ook. Met wijs­heid kun je God niet be­hagen, alleen in gehoorzaamheid. De geestelijke verontreiniging in Nederland wordt steeds erger, de onreine geesten en de ziektemachten hebben vrij spel.

Wij strijden ook niet te­gen mensen, maar tegen de overheden en machten, te­gen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. (Ef. 06:12).

Het is volbracht! Niemand hoeft nog in het zwart gekleed te gaan, vanwege ’s vijands onderdrukking. Bekeert u, zegt Jezus. Dan gaan de zwarte pakken en streepjesbroeken uit, de lange gewaden weg en komen de “witte klederen” er voor in de plaats.

Van een slaaf worden wij dan een vrije! Hij wil het goede voor Zijn kinderen, Hij geeft geen stenen voor brood. (Matt. 07:07-12; Luc. 11:09-13). Alle zonden en ziekten zijn aan het kruis genageld. Het is een hoon aan God, als wij denken dat wij nog iets aan Zijn offer kunnen toevoegen. Nog meer een schande, als wij God de schuld geven, van wat op de Veluwe en

elders gebeurt.

In Jezus Christus is ons ganse volheid Gods ge­schonken. Wat geen oog heeft gezien, en geen oor heeft gehoord, en in geen mensenhart is opgekomen, heeft God bereid, voor degenen die Hem liefhebben.

Geef daarom uw leven aan Jezus, totaal, uw eigen waardeloze ik, met of zonder titel. Dank God voor Zijn geduld en barmhartigheid. En voor het reinigende bloed van Jezus , Christus. Onderwerp u aan Hem, dat is de voorwaarde. Nader tot God, Hij wacht ook op u! (Jak. 04:06-10).

 

Levend Geloof journaal door Gert Jan Doornink

Veel zegen op Europese Pinksterconferentie

 

Wilkerson campagne (29 t/m 32 juli) en Pinkster Europa Conferentie (P.E.K)

(1 t/m 6 aug.) in de Houtrusthallen te Den Haag. Een verslag van on­ze medewerker Jan Noë. Br. Noë had, evenals Zr. Jacobs (Judith), een werk­zaam aandeel in de organi­satie van deze conferentie.

De campagne met evangelist David Wilkerson en de Pinkster Europa Conferentie (P.E.K) zijn weer ach­ter de rug. Er is heel wat werk verzet om voor en tijdens het feestelijk ge­beuren alles voor elkaar te krijgen, maar we hadden de hele conferentie aan de Heer opgedragen en de Heer heeft ons gebed verhoord. Het is een succes geworden, ook wat de financiën be­treft, hierin heeft de Heer’ wonderbaar voorzien.

Opkomst beneden verwachting

De opkomst is beneden de verwachtingen gebleven. Verschillende Pinkstergemeenten hier te lande heb­ben, om wat voor reden ook, niet meegedaan, maar de Heer heeft Zijn wonderbare zegen op de samenkomsten gelegd. Geprezen is Zijn wonderbare Naam’

Er was een grote bewogen­heid onder de aanwezigen en er was een fijne gemeen­schap onder elkaar. Natuur­lijk waren er ook teleur­stellingen, maar die waren er om overwonnen te worden.

Er waren vele buitenlandse groepen uit diverse landen in Europa, ook van achter het ijzeren gordijn.

Buiten het P.E.K. koor dat heel goed was, waren er verschillende zeer goede buitenlandse koren aanwe­zig, ook muziekgroepen ont­braken niet. Het geluid was echter nog al eens te hard, ook wat spreken betreft, dat was jammer.

Wilkerson is trekpleister

Wilkerson is een trekpleis­ter, hij is reeds enige ma­len in Holland geweest en heeft altijd een krachtig woord, ook dit keer.

Op zijn uitnodiging kwamen ook weer velen, die noden hadden, naar voren. Hij werd perfect vertolkt door br. Hans Koornstra.

Bij de P.E.K. samenkomsten kwamen voornamelijk buiten­landse sprekers aan het woord, die ook meestal vanuit het Engels door br. Koornstra vertolkt werden. Er werd een positieve bood­schap gebracht, waarbij dikwijls tevens de nadruk werd gelegd op de liefde.

Fins evangelist vol van de Geest

Ik wil nu niet al de bij­eenkomsten van de diverse voorgangers vermelden, maar van één wil ik dit wel doen, namelijk van de Finse evangelist Nilio Yle-Vaini- o. Deze broeder is vol van de Heilige Geest en zeer dynamisch. Zijn woorden raakten de mensen aan en op zijn uitnodiging kwamen dan ook velen naar voren voor hun moeilijkheden, voor bevrijding, genezing en doop met de Heilige Geest en de Heer bevestigde Zijn Woord. Ook verzocht hij alle voor­gangers, evangelisten, enz. naar voren te komen voor gemeenschap des Geestes. Dat was wonderbaar.

Bijna bij alle diensten kwamen steeds mensen naar voren voor hun noden, voor bevrijding, genezing en doop met de Heilige Geest en wij zagen wonderbare dingen gebeuren. Bij alle bijeenkomsten werden allen die naar voren gekomen wa­ren, opgevangen door de nazorg en ook in deze ruimten bevestigde de Heer Zijn Woord.

Er waren verschillende workshops, waar diverse on­derwerpen behandeld werden. Er was ook een middagsamenkomst voor voorgangersvrouwen en werksters.

Verder was er een middagsamenkomst voor voorgangers en geestelijke werkers met als onderwerp: “Relatie Pinksterbeweging – Charis­matische beweging”. Hierbij waren ook predikanten aan­wezig en ik zelf was ook van de partij. Het was in­teressant en uit de woorden van de verschillende bui­tenlandse Pinkstervoorgangers, die meestal aan het woord waren, bleek duide­lijk wat hun standpunt was, namelijk trouw aan Gods Woord.

Avondmaal was geweldige belevenis

Een geweldige belevenis was het gemeenschappelijke a- vondmaal. Een inleidend woord sprak br. Van Amerom, de prediking werd gebracht door br. Blankespoor en de bediening werd geleid door br. P. Rothuizen. Het avondmaal werd bediend door alle voorgangers en enkele oudsten. We ervaarden allen de werking van de Heilige Geest en er was een grote bewogenheid.

Tenslotte zij nog vermeld, dat de Houtrusthallen fees­telijk versierd waren met diverse vlaggen en prach­tige bloemen. Verder waren er veel stands, ook uit het buitenland. Elke dag werden er ook in de openlucht evangelisatiesamenkomsten gehouden.

‘Nieuws’ in het kort

“The Lighters’ stoppen

Eén van de bekendste uit de Pinksterbeweging af­komstige gospelgroepen “The Lighters”, heeft na 12j jaar voor velen tot grote zegen te zijn ge­weest, besloten zich op te heffen. De reden is dat de meeste leden gezinnen heb­ben met opgroeiende kinde­ren, waardoor het onmoge­lijk is zo vaak van huis te zijn.

Ontmoetingsdag “nieuwe hoop”

Op zaterdag 30 september van 10 tot 16.30 uur wordt er in het Johannescentrum” Moezeldreef 400 te Utrecht een ontmoetingsdag gehou­den, georganiseerd door de stichting “Nieuwe Hoop”. Elf jaar geleden begonnen br. en zr. Sip en Lenie Pijl met evangelisatiewerk in tehuizen voor geestelijk en lichamelijk gehandicap­ten, bejaardentehuizen, etc.

Het was pionierswerk dat veel strijd met zich mee­bracht, maar ook voor velen tot grote zegen was.

Ondertussen staat dit werk aan een nieuw begin, door­dat in Den Bosch een pand van drie verdiepingen kon worden gekocht, wat het centrum van de arbeid van br. en zr. Pijl wordt. Het adres van dit werk, waar u tevens het gratis con­tactblad en inlichtingen over het werk kunt ontvan­gen is: Stichting “Nieuwe

Hoop”, ’s Hertogenbos.

Avondschool in Meppel

In het gebouw van de Pink­stergemeente “Sion” te Meppel gaat op 25 september een avondbijbelschool van start, welke tot stand is gekomen in samenwerking met de Centrale Pinkster Bijbelschool.

Iedere maandagavond en een keer per maand op za­terdag, wordt les gegeven door o.a. de broeders K. Goedhart, N. Goverts, J. Mulder en H. Bosch. Voor een folder met meer bij­zonderheden en voor verdere inlichtingen kunt u con­tact opnemen met br. H. Bosch, of met de coördinator br. H. Vos.

Genezing van de inwendige mens

Over dit belangrijke onder­werp spreekt mevr. C. L. Beerman-de Roos uit Garderen in het gebouw “Sion” te Meppel, op zaterdag 2 september.

Speciaal voor voorgangers, oudsten en andere geeste­lijke werkers. Inl. br. H. Bosch.

Br. Van Petegem naar Amsterdam

Eén van de bekendste voor­gangers uit de Pinksterbe­weging, br. J. W. van Petegem Gzn. te Zwaagwesteinde, gaat over enkele maanden naar Amsterdam, waar br. Van Petegem voorganger wordt van de Pinksterge­meente Zuidwijk.

Br. Van Petegem is vanaf het ontstaan van de Filadelfiagemeente te Zwaagwesteinde voorganger van deze gemeente geweest. De gemeente is in de loop der jaren uitgegroeid tot één van de grootste pinkster­gemeenten uit het noorden van het land en heeft vele takken van arbeid, (o.a. tentcampagnes), ook in de wijde omgeving van Zwaag­westeinde. Reeds eerder schonken wij in ons blad uitvoerig aandacht aan het twintigjarig bestaan van deze gemeente en het tent- evangelisatiewerk.

De Pinkstergemeente Zuid­wijk, waarvan br. Petegem voorganger wordt, is één van de bekendste pinkster­gemeenten van de hoofdstad. De gemeente, die bijna twee jaar geen vaste voorganger meer had, heeft een eigen kapel aan de Stadionweg.

 

Twintig jaar na Osborn door Gert Jan Doornink

Bij het verschijnen van dit nummer van “Levend Geloof” is het precies twintig jaar geleden dat br. Osborn in Den Haag en Groningen zijn grote campagnes hield, waarbij het thema “Je­zus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in alle eeuwigheid”(Heb. 13:08) centraal stond.

De campagnes werden een soort geestelijke re­volutie voor Nederland. Nog nooit in de ge­schiedenis waren zoveel mensen bijeengeweest op een evangelisatiesamenkomst en dan nog wel in de openlucht. Sommige avonden werd het aan­tal mensen op het Malieveld geschat op 100.000! Ook na 1958 is er nooit een samenkomst meer geweest in Nederland met een dergelijk groot aantal mensen.

Ook de nawerking was onvoorstelbaar! Er ont­stond een “pinksteropwekking”, waardoor vooral in de jaren 1959 en 1960 velen tot geloof in Jezus Christus kwamen. Zeer velen ontdekten de volle waarheid van Gods Woord. Predikanten en voorgangers van de kerken waren genoodzaakt zich te heroriënteren op de Bijbel. Helaas bleven velen van hen vasthouden aan eigen the­ologische inzichten, zonder het alleen met Gods Woord en Geest te durven wagen. Een gevolg was dat vele kinderen Gods buiten de kerken terechtkwamen, vooral toen zij de weg van gehoorzaamheid ook verder gingen bewande­len, beginnende met de doop door onderdompe­ling. Vele pinkster-, volle evangelie- en vrije groepen ontstonden. Een ontwikkeling die doorgaat tot op de dag van vandaag.

Niet iedereen, die in 1958 of later tot in­zicht van de volle waarheid kwam, is volhar­dend verder getrokken. Helaas zijn velen te­ruggevallen. De prijs voor het volgen van Je­zus was voor hen te hoog. Gelukkig zijn er ook velen die wel verder gaan met de Heer. Zij gaan de weg van geloof en het beeld van Jezus wordt in hen meer en meer zichtbaar, omdat ze de geestelijke weg bewandelen.

“Levend Geloof” mag hieraan, door Gods genade, ook meewerken. Begonnen in 1961, dragen wij de volle boodschap in al zijn facetten uit. Het eenvoudige, maar oorspronkelijke en enig echte evangelie, wat Osborn bracht, wat Jezus en de apostelen verkondigden, en wat ook vandaag ve­len, in gehoorzaamheid aan de grote opdracht van Jezus Christus, uitdragen.

Het is ongetwijfeld leiding van de Heer ge­weest, dat we juist één dezer dagen een ont­moeting hadden met br. H. J. Zweers, destijds penningmeester van het Osborn-comité, en dus zeer nauw met de organisaties van de campagnes betrokken. Br. Zweers is reeds 85 jaar, maar nog zeer vitaal. Hij schreef na de Osborncampagne verschillende boeken, o.a. “Osborn en de Bijbel”. Uit ons gesprek bleek al spoedig dat wij “één in de Geest” waren. We zijn erg blij dat we in één van onze volgende nummers een artikel van zijn hand kunnen publiceren, zodat ook onze lezers en lezeressen kennis kunnen maken met de diepe geestelijke inzich­ten die de Heer aan br. Zweers schonk.

 

Bruiloftsgasten door Jan W. Companjen

 

“En op de derde dag was er een bruiloft te Kana in Galiléa en de moeder van Jezus was daar; en ook Je­zus en Zijn discipelen wa­ren ter bruiloft genodigd. En toen er gebrek aan wijn kwam, zeide de moeder van Jezus tot Hem: Zij hebben geen wijn. En Jezus zeide tot haar: Vrouw, wat heb Ik met u van node? Mijn ure is nog niet gekomen. Zijn moe­der zeide tot hen, die bedienden: Wat Hij u ook zegt, doet dat!” (Joh. 02:01-05).

In de bruiloftszaal

Zoals beloofd gaan wij sa­men feestvieren. De dag des Heren is daar en, als het goed is, bevinden alle le­zers en lezeressen van “Le­vend Geloof” zich met onze Heer en Heiland in de bruiloftszaal. Het is nu, heden ten dage, nog net als toen. De moeder van Jezus was daar, zij is het type van de gemeente, de dege­lijke huisvrouw, die weet dat de wijn op is. Zij is het, die een mannelijk we­zen zal baren, de zonen Gods die gaan doen wat Hij zegt.

Nu zullen wij het zeker wel met elkaar eens zijn dat al jarenlang de wijn, het fon­kelende Geestelijke leven, schaars is geworden. Het­geen gebeurde bij de brui­loft in Kana is een heenwijzing naar het laatste gemeentetijdperk.

Een bruiloft in Israël duurde altijd zeven dagen en op de vijfde en zesde dag heeft men zeker al ge­roepen: De wijn raakt op, de wijn raakt op. Toch antwoordde Hij – min of meer bits naar ons gevoel -:”Wat heb ik met jullie te ma­ken? Mijn ure is nog niet gekomen”.

Zijn tijd is de laatste dag, de zevende dag, de Dag des Heren. Die grote feest­dag is nu aanstaande en Hij gaat Zijn heerlijkheid in de Zijnen openbaren.

Dit begin van Zijn tekenen deed Hij in intieme kring.

Er waren om zo te zeggen geen vreemden bij. Ook nu zal dat zo zijn. Zij die daarbij zijn, zullen mensen zijn, die doen wat Hij zegt. Zij zijn bekeerd van dode werken, dat wil zeggen van formalistisch dood werk en van overleveringen die de Gemeente van Christus zover heeft gebracht dat de dood in de pot zit.

Maar er is ook nu weer een overblijfsel waar Hij mee verder gaat. Dat overblijf­sel, die bruiloftsgasten, zullen opnieuw een keerpunt in de wereldgeschiedenis brengen.

Deze omkeer is alleen moge­lijk door te komen tot een volkomen volwaardig Geeste­lijk leven, waarin Hij het te zeggen heeft. Wie is uw man? wie inspireert u? Wie bevrucht uw geest, uw wezen? Is dat Jezus? Of zijn dat allerlei góden en stemmen die om u heen zijn.

Daders van het woord

De bruiloft in Kana is een samenzijn van daders van het Woord. Jezus zegt in Matteüs 12: “Al wie doet de wil Mijns Vaders die in de hemelen is, is Mijn broeder, Mijn zuster en Mijn moeder”.

Deze mensen zijn bijeen en ze voelen wat er gaat ge­beuren. Vanuit de gemeente klinkt de stem: Doet wat Hij u zegt!

De boodschappers die zicht hebben op deze geweldige eindtijd brengen een steeds duidelijker boodschap van herstel. Luister naar die boodschap en luister naar elkaar, als Christenen die door één Geest tot één Li­chaam gedoopt zijn. Dan zullen wij volwassenen in het geloof worden.

De tijd van leunen op een ander is voorbij, wij die­nen op te wassen naar een taak die de Heer ons per­soonlijk geeft. Zalig zijn de voeten van hen die zo’n boodschap brengen. Dat is leven, dat is Goddelijk le­ven, waarin de mens werke­lijk tot zijn bestemming komt.

Een nieuw tijdperk

Nu zijn wij dan ook gena­derd tot de grote dag van het feest. En dan gaat het gebeuren, zoals Jezus zegt. Dat is natuurlijk anders dan wij verwacht hadden. Wij zouden in zo’n geval, als alle wijnzakken leeg zijn, zeggen: Vul die zak­ken, vul die oude en die nieuwe zakken, allemaal vol met water.

Veel mensen denken nog zo. Zij menen dat alle oude kerksystemen (dat zijn oude zakken), volgegoten zullen worden met bruisende eind- tijdwijn. Maar ook nieuwere systemen hebben die zelfde gedachte. Zij zijn de nieu­we zakken, waarvan ze menen dat die wel de eindtijdwijn verdragen kan.

De tijd dat de gemeente in vormen zat opgesloten gaat voorbij. Er komt een nieuw tijdperk met een geheel open gemeentevorm, waarin de leidende broeders elkaar zullen dienen. Het dienen zit niet alleen in de in­terne gemeentevorm, maar ook en nog veel meer in het grote verband.

De zes reinigingsvaten, die hadden gediend tot reini­ging van de geroepenen tot het feest, werden het mid­del dat Jezus daarvoor ver­koos. Men zal vreemd opge­keken hebben. Daar stonden die vaten, min of meer ge­vuld met water dat niet schoon meer was. Het waren reinigingsvaten en zij had­den een doel, namelijk de mens reinigen, en nu zei Jezus: Vult die vaten tot aan de rand. En zij deden het.

De rest van de geschiedenis kent u allen. De gehele in­houd van de vaten, (waarom 6 stuks?), was een grote hoeveelheid bruisende, heerlijke wijn geworden. Het beste was tot het laat­ste bewaard.

Leven en overvloed

Hier zien wij nogmaals een geweldig beeld van het grootste laatste pinkstergebeuren. De vaten zaten vol met levend water en een ieder die dorst had kon drinken.

Dat grote feestgebeuren voert ons op naar het Loofhuttenfeest, waarin de Heerlijkheid Gods ten volle openbaar wordt.

Geliefden, ga er op in en ga openstaan voor datgene wat de Heer u te zeggen heeft. Vooral jongeren zul­len hierin een geweldige toekomst tegemoet gaan. Ga op zoek naar predikers die opbouwen naar dit doel, predikers en voorgangers, profeten en herders, die samen als bedienden op het feest luisteren naar de stem van de Meester. Zij (de voorgangers) gaan het gemakkelijk krijgen. Ze hoeven niet meer te zeulen met oude of nieuwe zakken, waarvan de inhoud in wer­king komt als de zak ge­hanteerd wordt. Neen, men zal open vaten hebben, tot aan de rand gevuld, waaruit men zo maar scheppen kan. Dat is Leven en Overvloed.

Let er eens op hoe in uw gemeente of samenkomst de persoonlijke verantwoorde­lijkheid tot zijn recht kan komen. Dit is namelijk één van de eerste en grootste pijlers, waarop wij tot geestelijke volwassenheid kunnen komen. Het schuilen achter familie of gemeente is voorbij. Het groepsden­ken ea -leven, staat een persoonlijk Geestelijk le­ven, waarin Christus ons persoonlijk een weg en plaats kan wijzen, in de weg. Dat gebonden leven, waarin de verbondsgedachte ook een zeer grote rol heeft gespeeld, heeft ons in Babel gebracht.

Maakt recht de weg des Heren!

Babel ligt in dezelfde landstreek als waaruit Abraham, de vader der gelo­vigen, geroepen werd. Hij moest ook uittrekken uit zijn maagschap en al zijn bindingen.

Alleen zij keren terug naar Jeruzalem, de stad Gods, die zich niet laten binden, maar gaan opstaan en terug keren naar de vader. Denk ook eens aan de geschiedenis van de verloren zoon die terugkeerde van de zwijnen­stal naar de dis van de vader.

Kortom, de boodschap die klinkt uit de mond van de vriend van de bruidegom: “Maakt recht de weg des He­ren”, zal het bindmiddel van de eindgemeente zijn. Hij, Jezus, heeft ons de wil Gods doen kennen en het betaamt ons alle gerech­tigheid te vervullen.

Zoals Jezus opstond op de grote dag van het feest, zo zullen ook de zonen Gods opstaan en het werk van sa­tan vernietigen. Als eers­telingen zal Christus gestalte in hun krijgen. Zij zullen gaan zoals Hij ging.

Strijdende tegen de over­heden en machten in de he­melse gewesten, totdat zij alle machten onder zijn voeten hebben gelegd.

Kom tot vernieuwing en de Geest van Christus zal ook vaardig over u worden en u zult met Hem meer dan o­verwinnaar zijn.

De bruiloft te Kana staat model voor het begin van het optreden en tot vol­heid komen van de Zonen Gods. Zij gaan handelen en wandelen vanuit een geo­pende hemel, van waaruit zij als persoonlijk gezon­denen zullen uittrekken om Zijn Woord te volvoeren.

Jezus nodigt ook u tot dit feest. Zijn tijd is aan­staande. Wij zullen op die weg met Hem meer dan overwinnaars zijn. Amen.

 

 

Tweeërlei’ zaak Psalm 23 door Judith

Wie kent niet die prachtige Psalm waarin David uitju­belt dat hij niets te vrezen heeft omdat hij een Her­der heeft die hem leidt?

Ja, juist in “dat donkere dal” door ’s Heren “stok en staf”.

Ach, hoe geweldig dat mooie lied in oprechtheid te zingen en te beamen zolang het licht is op het pad en geen oneffenheid ons deert.

Maar dan, als de duisternis invalt en we zelf niets zien als we op de tast verder moeten en de obstakels groter worden en zich als het ware ophopen. Dan ligt  de zaak anders: je geloof wordt op een praktische wijze getoetst. Natuurlijk heb je een geloof maar het maakt wel verschil uit op welke trede van de geloofsladder” je je bevindt.

Toch ziet Jezus elk geloof aan! Hij heeft beloofd “het kleine en het zwakke” (de lammeren) te schragen en te dragen. Welk een liefde en mededogen.

Er is echter een keerzijde aan de medaille: Als de Heer ons wil helpen, is er van onze kant zóveel geloof en vertrouwen in Hem dat we waarlijk -uit heel kunnen stellen dat we Hem blindelings durven waar Hij ook heenleidt?

Alles moet van twee kanten komen.

 

Jes. 40:11 (gedicht) door Judith Jakobs

(…en in Zijn arm de lammeren vergaderen”).

Als God de Heer mijn herder is,

Dan hoef ik niets te vrezen;

Hij zal juist in het holst’ der nacht,

Het meest nabij mij wezen.

 

Als God de Heer mijn herder is,

Zal Hij het schaap geleiden;

Zijn stok en staf voeren mijn ziel,

Gewis aan groene weiden.

 

Als God de Heer mijn herder is,

Zal Hij “het zwakke” schragen;

Hij zal de lamm’ren aan Zijn hart,

En in Zijn armen dragen.

 

Als God de Heer mijn herder is,

Welk kwaad kan mij dan deren?!

Tenzij er iets aan mijn geloof –

In Christus zou mankeren.

 

Wat Jezus voor u wil doen nr. 184

Eeuwig leven

Een van de grootste zekerheden van het christelijk geloof is de zekerheid van het eeuwige leven. Geen enkele Godsdienst kan aanbieden wat het Christendom wel kan­ ten leven waaraan nooit meer een einde komt, een leven dat altijd voortduurt: “het eeuwige leven”.

God Zelf, de Schepper van hemel en aarde, is de Oor­sprong en Bron van alle leven. Hij is de levende God. Niemand kan daarom dit leven teniet doen, ook de duivel niet. Toen satan met zijn vernietigende werk in deze wereld kwam wat resulteerde in de dood, gaf God Zelf het Antwoord, door het zenden van Zijn Zoon, Jezus Christus. Jezus overwon satan aan het kruis van Golgotha. Hij triomfeerde over de dood en maakte het mogelijk dat ieder, die in Hem gelooft, ook triomfator is over de dood. Weliswaar zegt Gods Woord dat “het de mensen beschikt is eenmaal te sterven”(Heb. 09:27) maar dit sterven, deze dood, brengt geen werkelijke scheiding, (alleen een verandering), teweeg tussen de ware gelovige en de levende God in wie hij gelooft.

Lees 1 Korinthe 15 er maar op na.

Maar bent u reeds een ware gelovige? Gelooft u in de overwinning. van Jezus Christus over de dood? Gelooft dat u eeuwig leven ontvangt, zodra u Jezus aanvaardt als uw Verlosser en Vernieuwer?

Joh. 03:36 zegt het zeer duidelijk: Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven; doch wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem . De voorwaarde is dus: geloof! Dan ont­vangen we niet later, maar hebben we reeds nu de ze­kerheid van het eeuwige leven’.

Wat een genade! Wat een aanbod.’ Wat een blijdschap, ze­kerheid en rijkdom zult ook u ervaren, als u gelooft in Jezus Christus en zo het eeuwige leven ontvangt!