Levend Geloof 1978. 11 nr. 187

Gehoorzaamheid kent geen uitstel door Gert Jan Doornink

Van uitstel komt afstel

In het Koninkrijk Gods is het woordje “nu” al­tijd van zeer grote betekenis. Dat begint al bij de eerste stap die de mens behoort te doen om dit Koninkrijk binnen te gaan. Paulus zegt in 2 Kor. 06:02: “Zie, nu is het de dag des welbehagens, zie, nu is het de dag des heils”. Als Zacheüs in een boom is geklommen omdat hij Jezus wil zien, zegt Jezus tot hem: “Zachéüs, kom vlug naar beneden, want heden moet Ik in uw huis vertoeven”. Dan lezen wij in Luc. 19:06, dat hij vlug naar beneden kwam en Hem met blijdschap ontving.

Gods Woord zegt: “Heden, indien gij mijn stem hoort, verhardt uw harten niet. … ” (Heb. 03:07). Dat geldt voor het aanvaarden van Jezus, maar ook voor het volgen van Jezus! Dat weet ook de duivel, die probeert de mens die Jezus wil volgen te verleiden en hem te doen struikelen.

Of als hij iets wil doen in overeenstemming met Gods wil, in geloof en gehoorzaamheid – hem te bewegen het nikt te doen, of nog niet te doen. “Stel niet uit tot morgen, wat u van­daag kunt doen”, is een spreekwoord wat ook bij het dienen van de Heer van het grootste belang is. Als wij de dingen die wij behoren te doen, niet doen maar uitstellen, wordt het vaak: “Van uitstel komt afstel”. Of het blijft bij goede voornemens, waarbij een ander gezeg­de van toepassing is: “De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens”.

Het komt allemaal wel in orde…  

Een gevaarlijke redenering, die de laatste tijd hier en daar de kop opsteekt, is deze: “De Gemeente van Jezus Christus is nog lang niet op zijn plaats, er is weinig overwinning. Vele kinderen Gods leven vleselijk of zijn ge­bonden maar als straks de verdrukking en vervolging komt, komt het allemaal wel in orde”. In feite stelt men datgene wat men nu be­hoort te doen, uit tot later. Tengevolge hier­van blijft de overwinning uit, men openbaart niets van Gods heerlijkheid, men leeft niet geestelijk, kortom, men blijft staan buiten de wil van God.

Nu is het inderdaad verleidelijk en gemakke­lijk in deze moderne welvaartsmaatschappij, niet de prijs te betalen, die het werkelijk volgen van Jezus inhoudt. Men kan in alle vrijheid naar de samenkomsten gaan en toch te­gelijkertijd behept zijn met wereldgeesten. Maar men staat dan wel buiten de wil van God, ook al zingt men misschien in de samenkomsten mee: “In het doen van Gods wil ligt mijn kracht. . . . “. Uiteraard gaat het niet aan el­kaar op dit punt te beoordelen, maar een ieder onderzoeke zichzelf.

Paulus schreef eens aan Timótheüs: “Allen, die in Christus Jezus godvruchtig willen leven, zullen vervolgd worden”(2 Tim. 03:12). Velen den­ken bij verdrukkingen en vervolgingen direct aan grote vervolgingen en geloofsonderdrukkingen, zoals wij die momenteel zien in de commu­nistische en sommige andere landen; Maar Paulus maakte ook meermalen “kleinere” verdruk­kingen mee. En hij attendeerde Timótheüs er op dat iedere werkelijke gelovige dit zal ervaren.

Verdrukkingen en vervolgingen behoren bij het normale leven van een kind van God. Het maakt ons geestelijk sterker, het doet ons leven in afhankelijkheid van Hem. Het bevordert de lief­deband tussen de broeders en zusters. Want we zijn geroepen elkaar te bemoedigen en te on­dersteunen als er moeilijkheden zijn. Daarbij denken wij speciaal ook aan broeders en zus­ters van echtparen, waarvan een van beiden (nog) niet bekeerd is en men dus alleen staat.

Afleggen en aandoen

Paulus schreef eens aan de Gemeente te Rome: “Gij verstaat immers de tijd wel, dat het thans voor u de ure is om uit de slaap te ont­waken. Want het heil is ons nu meer nabij, dan toen wij tot geloof kwamen. De nacht is ver gevorderd, de dag is nabij. Laten wij dan de werken der duisternis afleggen en aandoen de wapenen des lichts”(Rom. 13:11-12).

Daarom zijn wij geroepen de weg van geloof en gehoorzaamheid ten volle te bewandelen. En als er een gebondenheid is, waarvan men zelf heel goed weet, dat men die af moet leggen, spreekt het alleen maar van ongehoorzaamheid als wij dat niet doen.

Geen openbaring via anderen nodig

Wij denken in dit verband ook aan gelovigen, die menen dat God alleen werkt door openbaring die de Heer geeft aan medegelovigen. Soms doet God dit inderdaad, maar meestal niet. Wij hoe­ven niet eerst naar een (groot) prediker of wie dan ook te gaan, om te zien of de Heer het misschien ook via die broederhaat openbaren, maar zullen zelf gehoorzaam moeten worden door het af te leggen, of – als wij dat niet kun­nen – voor ons te laten bidden.

In het Koninkrijk Gods is geen plaats voor aardse leringen, natuurlijke visies, vleselij­ke gebondenheden, ongeloof en ongehoorzaam­heid. Wij leven in een tijd dat we radicaal schoon schip moeten maken in ons geestelijk leven.

God vraagt niet iets onmogelijks

Als de Heer ons vraagt onze geestelijke plaats in te nemen, geestelijk te strijden en Zijn overwinning te beleven, dan vraagt Hij niet iets onmogelijks van ons. Jezus is ons voorge­gaan! Hij behaalde de totale overwinning aan het kruis van Golgotha. En wij zijn geroepen in Zijn voetstappen te treden!

Is het niet geweldig de volheid van Christus te beleven en de heerlijkheid van God uit te stralen? De Heer vraagt van u en mij dat wij lichtdragers in deze duistere wereld zullen zijn. En iemand die lichtdrager is, behoort niet zelf in de duisternis te wandelen.

Afleggen en aandoen is daarom het parool! Op­dat we strijden met “de wapenen der gerechtig­heid in de rechterhand en in de linkerhand” (2 Kor. 06:07 en zullen delen in Zijn overwinning. Dat is de weg van gehoorzaamheid bewandelen. Maar het is wel noodzakelijk dat we het nu gaan doen. Want gehoorzaamheid kent geen uit­stel !

 

Geloven we nog in wonderen? door J. Noë

Geloven we nog in wonderen?

Dit is een zeer belangrijke vraag in deze tijd. Hebben wij werkelijk zoveel ver­trouwen en geloof in God, dat Hij ook in deze tijd, voor ons mensen onbegrijpelijke wonderen kan doen? Zoals die bijvoorbeeld in het Oude Testament beschre­ven staan, onder andere de tocht van Israël door de Rode Zee en door de Jordaan, De gebeurtenissen ge­durende het veertigjarig verblijf van Israël in de woestijn. De verovering van Kanaän (denk bijvoorbeeld eens aan de val van Jericho en de slag bij Gibeon, waarbij Jozua zei: “Zon sta stil te Gibeon en gij maan in het dal van Ajalon”, hetgeen ook gebeurde). Elia op de Karmel, toen het vuur van de hemel nederdaalde. Daniël in de leeuwenkuil en zijn metgezellen in de vu­rige oven. Jona in de vis, enz. , enz.

Maar nu wil ik echter aan twee gebeurtenissen meer aandacht besteden, waar God op wonderlijke wijze Zijn macht tentoonspreidde, na­melijk bij de belegering van Samaria door Aram in de tijd van Eliza en bij de belegering van Jeruzalem door Assur in de tijd van Jesaja en koning Hizkia.

a – De belegering van Samaria

(2 Kon. 06:24-38 en 2 Koningen 7). In Samaria was door het be­leg de honger zo groot ge­worden, dat zelfs kinderen werden opgegeten. Toen de nood zo hoog gestegen was, sprak God door Eliza tot de koning de volgende woorden: “Morgen omtrent deze tijd zal een maat fijn meel een sikkel kosten en twee maten gerst een sikkel, bij de poort van Samaria”. God deed daarop het leger der Armeeën een geluid horen van wagens en paarden, het geluid van een grote leger­macht. Waarop het gehele leger der Armeeën in wan­orde op de vlucht sloeg, met achterlating van al wat ze bezaten. En vervolgens geschiedde precies wat God gezegd had.

b – De belegering van Jeruzalem

(Jesaja 37 en 2 Koningen 19). Jeruzalem was door een gro­te legermacht van Assur om­singeld en door de vijand werd de God van Israël ge­lasterd. Toen koning Hizkia een dergelijke brief van de koning van Assur ontving, ging hij op naar de tempel en legde de brief biddend voor de Heer neer. Via Je­saja liet God Hizkia weten, dat Hij hem zou redden uit de hand van de vijand. En aldus geschiedde. Een engel sloeg het leger van Assur en 185. 000 man werden gedood en de koning werd na­derhand door zijn zonen vermoord.

Wonderen in het Nieuwe testament

Maar niet alleen in het Ou­de Testament, ook in het Nieuwe Testament deed God wonderen geschieden. Toen na de uitstorting van de Heilige Geest de apostelen van Christus getuigden, werden zij gevangen gezet, maar een engel opende des nachts de deuren en leidde hen naar buiten met de woorden: “Gaat heen, gaat in de tempel staan en spreekt tot het volk al de­ze woorden des levens”.

Met Petrus was het een soortgelijk geval. Hij werd achter slot en grendel ge­zet en ook bij hem ver­scheen een engel, de kete­nen vielen van zijn handen, de deuren gingen vanzelf o- pen, ze passeerden de wach­ten, zonder dat deze iets bemerkten en gingen vervol­gens naar buiten, waarna de engel Petrus verliet.

Bij Paulus en Silas trad God anders op. Toen zij ge­vangen zaten in de gevangenis te Filippi en Gode lof zongen, kwam er plotseling een zware aardbeving. De deuren sprongen open en de boeien van de gevangenen raakten los. De bewaarder wilde zelfmoord plegen, maar Paulus voorkwam dat. Het gevolg van een en ander was dat de gevangenbewaar­der met zijn gezin tot be­kering kwam en zich liet dopen.

Ook Paulus’ reis naar Rome stond onder Gods bescher­ming. De schipbreuk getuigt daar op wonderbare wijze van.

Ja, Gods wegen zijn wonder­baar. U zult zich misschien afvragen, broeder Noë, waarom schrijf je dit alle­maal , we weten dit toch wel. Ik heb echter deze voorbeelden aangehaald om de grote macht van God te tonen, dat niets voor Hem onmogelijk is, en Hij een waarmaker is van Zijn woord.

Ook in zware tijden is God een God van wonderen!

Wij gaan zware tijden te­gemoet, broeders en zus­ters. Er zullen grote verdrukkingen komen. Er zullen zich situaties voordoen, waarbij wij het, bij wijze van spreken, niet meer zien zitten. Maar ook heden ten dage en in de toekomst wil en zal God wonderen doen ter verheerlijking van Zijn naam. Hij wil ons alles schenken in Zijn Zoon Jezus Christus en zal ons in al­le tijden in Hem doen zege­vieren.

Kortgeleden las ik over een wonderbare redding van een Amerikaanse pinksterbroeder. Hij was passagier in het PANAM-vliegtuig dat met het K. L. M. -vliegtuig te Teneriffe in botsing kwam, wat tot een ontzet­tende ramp leidde. Hij vertelde het volgende:

“Vurige vlammen schoten door het toestel. Ik zat in een vurige bom. Stukken wit heet metaal vlogen door de cabine, maar in deze verschrikkelijke si­tuatie ervaarde ik de kracht van de Heilige Geest. Ik voelde vertrou­wen, geloof en rust door mij heen stromen. Het was of er een deken van vrede over mij heen werd gewor­pen en ik raakte niet in paniek. Elk moment riep ik: Ik sta op Uw Woord! Op een gegeven moment kwam er een enorm stuk wit heet metaal op mij af, het zou mij doorboren. Maar ik ontving kracht uit de hoge. Mijn armen schoten omhoog en het brokstuk werd afge­ketst. Door een en ander ontdekte ik in het plafond van de cabine een opening. Dat was een ontsnappings­mogelijkheid, maar het was drie meter hoog. Hoe alles precies in zijn werk is ge­gaan, ik weet het niet, maar mijn zware lichaam werd als het ware opgetild en ik was in staat de rand van de opening te grijpen  en vervolgens veilig op de grond te komen”. Hij zegt tenslotte: ” Als ik er op terugkijk, weet ik, dat Hij, doordat ik vertrouwde op het Woord van Jezus, be­vestigd heeft, dat ik erf­genaam en mede-erfgenaam van Zijn liefde was. Ik leerde, dat Zijn Woord goed is voor elke crisis en alle dingen mogelijk zijn voor wie gelooft”. Geweldig niet? Laat dit ons ten voorbeeld zijn.

Het gebed van een rechtvaardige vermag veel

Broeders en zusters, een gebed in volle overgave en gemeenschap met de Heer, gepaard gaande met geloof en vertrouwen is o zo be­langrijk in moeilijke situ­aties. Hij laat geen bidder staan. Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan ver­leend wordt. Weet u wat in Spr. 29:25 staat? “Vrees voor mensen spant een strik. Maar wie op de Here vertrouwt, is onaantastbaar” .

Ik eindig nu met Psalm 121:

Wie God bewaart, is wel be­waart. Een bedevaart lied. “Ik hef mijn ogen op naar de bergen: vanwaar zal mijn hulp komen? Mijn hulp is van de Here, die hemel en aarde gemaakt heeft.

Hij zal niet toelaten, dat uw voet wankelt, uw Bewaarder zal niet slui­meren.

Zie, de Bewaarder van Isra­ël sluimert noch slaapt. De Here is uw Bewaarder, de Here is uw schaduw aan uw rechterhand.

De zon zal u des daags niet steken, noch de maan des nachts. De Here zal u bewaren voor alle kwaad, Hij zal uw ziel bewaren. De Here zal uw uitgang en uw ingang bewaren van nu aan tot in eeuwig­heid”

God zegene u!

 

Het Volle Evangelie

De boodschap van het Ko­ninkrijk Gods is de enige boodschap die in deze eindtijd waardevol is. Het is de enige boodschap waarvoor de duivel werkelijk bang is. Een ieder die een ande­re boodschap brengt, wijkt daarom af van de in Gods Woord zo duidelijk aangege­ven opdracht. Jezus zelf heeft gezegd: “En dit evan­gelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld ge­predikt worden tot een ge­tuigenis voor alle volken, en dan zal het einde geko­men zijn”(Matt. 24:14).

 

Levend Geloof journaal door Gert Jan Doornink

Drie grote campagnes met Hans Koornstra in 1979

Onder het thema “Totale ge­nezing voor de gehele mens” organiseert “Teen Challenge Nederland, volgend jaar drie grote achtdaagse cam­pagnes in ons land. Spre­ker is de bekende evange­list Hans Koornstra.

De campagnes worden gehou­den in:

Den Haag, in het Congres­gebouw van 11 tot 18 augus­tus .

Groningen, in de Evenemen­tenhal van 15 tot 22 sep­tember .

Arnhem in Musis Sacrum van 20 rot 27 oktober.

Commentaar – Wij zijn bij­zonder blij dat volgend jaar deze drie grote cam­pagnes worden gehouden. Niet dat de verkondiging van de boodschap van volle verlossing in Jezus Christus alleen afhankelijk is van het houden van campag­nes. Maar wel omdat juist in deze campagnes mensen bereikt worden die anders moeilijk te bereiken zijn en door de werking van Gods Geest aangeraakt wor­den. Laten we de Heer dankbaar zijn dat wij nog in volle vrijheid het vol­le evangelie uit kunnen dragen. Bidt daarom veel voor deze campagnes. Als Pinkster-Nederland eensge­zind achter deze campag­nes staat, zal de Heer grote dingen gaan doen! (In komende nummers komen wij op een en ander nog nader terug).

Zr. Beerman over het uitdrijven van demonen.

In de discussie die zr. Beerman de Roos onlangs hield in Meppel over het onderwerp: “De genezing van de inwendige mens”(zie Levend Geloof van september), kwam ook het uitdrijven van demonen aan de orde.

Het is van het grootste belang hierbij nauwlettend acht te geven op de stem van de Heilige Geest. Er zijn gevallen waarin zoge­naamd demonen worden uitgedreven, waar deze niet zijn. Spreekster haalde in dit verband een bijzondere ervaring aan wat zij zelf heeft meegemaakt.

Ook als mensen oud zijn en soms dement worden of aderverkalking krijgen, en zeer lastig kunnen zijn voor degenen die hen ver­zorgen, is dit geen kwes­tie van demonen, maar van het oude leven dat niet meer kan worden afgeremd. Bij sommige oude mensen valt dan de zelfbeheersing weg en komt de ware aard – die bij iemand die niet wedergeboren is altijd aanwezig is, zie Matt. 15:19 – naar buiten.

Overigens gelooft Zr. Beerman voor de volle 100% in de Bijbelse opdracht tot het uitdrijven van de­monen. Zij vertelde in dit verband over de totale bevrijding, van een zwaar door demonen bezeten meis­je, die zij meemaakte.

 

“Wat goud is in de ogen van mensen, is geloof in de ogen van God”.

  1. J. Frinsel

 

De gevaren van Transcendente Meditatie en Yoga door H. J. Glasbergen

Verleidende geesten

Wij willen een waarschu­wend woord laten horen te- Yoga en Transcendente Medi­tatie. Tegen deze gods­diensten, want dat zijn het, al willen de leraren dit in de meeste gevallen ontkennen.

Deze heilsleringen uit het Boeddhisme en Hindoeïsme overspoelen Nederland. Yo­ga en Transcendente Medita­tie zijn in en zijn zelfs in kerkelijke kringen doorgedrongen.

In Matteüs 24 geeft Jezus, sprekend over de eindtijd, de waarschuwing: “Ziet toe dat niemand u verleide. . . ” En dat velen verleid zul­len worden door hen die komen als engelen des lichts. . . . Het begint met onschuldige heilsgymnastiek, gezond voor het li­chaam, wat nog waar is ook. Maar hierin schuilt juist het grote gevaar van deze afgodendienst, het maakt de mens vrij en ge­zond. Maar het einde daar­van is de dood, zegt de Bijbel.

Valse Christussen zullen opstaan en wonderen en te­kenen doen. Valse profeten zullen velen uit de wereld verleiden en zeggen: “Kom bij ons, hier is het”. Soms gebruiken ze de Naam van Jezus, om hun leer te motiveren.

De veelzijdigheid van deze’ godsdiensten is moeilijk samen te vatten, door de vele afgoden, die alle een functie hebben in de T. M. en andere leringen.

De heilgymnastiek wordt al gauw omgebogen naar het mediteren, een zeer een­voudige techniek, van een kwartier tot een half uur. Tweemaal per dag is al voldoende om alle dingen anders te gaan zien.

Maar men moet wel in de geest contact zoeken met een mantra, een heilige spreuk, van de een of ande­re stenen god, welke ook van ijzer of hout kan zijn. Het steeds herhalen van de mantra brengt de mens in contact met de demonenwe­reld, de avatar of god.

Daarbij is er een huisgo­dendienst met altaar, waar het contact met de overledenen – vader, grootvader, overgrootvader, enz. – dage­lijks onderhouden wordt.

De góden eer bewijzen is een noodzaak. De belang­rijkste zijn: Vishnu of Shiva, de godin Shakti en de incarnaties van Vishnu, de echtgenote, zoons en dochters van deze góden. De god ter plaatse is de gramadevatas, dus de huis­god. Brahma en Surya zijn een beetje verouderd en niet meer de eerste in deze afgoderij.

Inwijding

Een ieder die in contact komt met leraren van T. M. zal bemerken dat dit soort geloof volkomen afgodisch is. Na een korte tijd moet men ingewijd worden, wil men een hogere trap berei­ken.

De facetten berusten op de Indiase afgoderij. Daarbij moet geofferd worden aan de goeroe, de leraar van Maharishi.

Door dit spiritisme te beoefenen komt men onherroepelijk in de macht van de boze geesten. Deze dingen zijn God een gruwel en hij die dit doet zal daardoor de (eeuwige) dood sterven. Saul stierf door zelfmoord. 1 Sam. 01:28; 1 Sam. 03:25; 1 Sam. 31:01-05; Deut. 18:09-22. Dit is Gods gebod.

Duizenden mensen lopen deze góden na. Veelal mensen in nood, met een lege ziel. De nood van de mens wordt hier gebruikt om hem tot slaaf te degraderen.

De gemakkelijkste slachtof­fers zijn vaak R. K. gelovi­gen, omdat deze religie in de lijn van hun geloof ligt. Het mediteren en het eindeloos herhalen van dode formuliergebeden, zijn hun bekend.

Deze, door mensen uitge­dachte tirades, worden zo­wel de gelovigen geleerd, als ook de priesters en verdere machthebbers. Dat deze afgodendienst al voor de zondvloed bestond, en God daarom de wereld rei­nigde, wordt niet aan de ge­lovigen geleerd. . . .

Boze geesten

Waar het aas is, zijn de gieren. Dat geldt ook voor Brabant, wat wel uitverko­ren schijnt te zijn door deze “heilbrengers”, (de T. M. leraren). Grote adver­tenties verschijnen in de dagbladen. Daar wonen dan ook nog de meeste R. K. gelovigen. Velen, losgesla­gen van hun kerk, zoeken toch een geestelijk le­ven, wat ze bij T. M. vin­den.

Dan ervaren zij dat er wer­kelijk een geestelijk leven bestaat, het is waar. . . . Maar het zijn geesten die niet uit God zijn en die de mens willen vernietigen.

Als Paulus te Athene komt (Hand. 17:15-34), ziet hij dat de stad vol afgoden is. Er is zelfs een afgod voor een onbekende God. De wijs­geren van die tijd waren niet bepaald domme jongens en toch waren zij verleid om de stomme afgoden te vereren en te aanbidden.

Denk ook aan Salomo. Deze van God geroepen gezalfde, die zijn roem en wijsheid aan God te danken had, ver­viel aan het einde van zijn leven ook tot afgoden­dienst. Hij zocht contact met Astarte, Milkom, Kamos en Moloch, om enkele te noemen.

Het is een offeren aan boze geesten en God wil niet dat wij in gemeenschap komen met boze geesten. (1 Kor. 10:19-22). De mens is zijn eigen god, zegt het Hindoe­ïsme, de kracht is in de mens, zegt de antropoloog. Als wij ons losmaken van elk aards begeren, dus van alle materialisme, van elk eigen bezit, en gaan leven in gemeenschap met deze (boze) geesten, komt men tot bevrijding en herstel van het lichaam. Het is net echt, maar net niet. Ook de boeddhistische priesters of monniken, hebben afstand gedaan van elk bezit en le­ven uit de bedelnap.

Laat u niet misleiden

Men kan de bevrijdende er­varing alleen beleven, als men gaat mediteren. In re­latie met de goeroe, dat is de bemiddelaar van deze geestelijke weg. Maar als de kracht in de mens is en hij zijn eigen god is, waarom dan al die góden, van hout, steen en ijzer? Zelfs goud met edelstenen, om het erg gewichtig, maar ook verwarrend te maken.

Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want de afval moet komen. Het ge­heimenis der wetteloosheid is reeds begonnen; en zijn komst is met allerlei krachten en bedrieglijke wonderen en met verlokkende ongerechtigheid, voor hen die verloren gaan. Omdat zij de waarheid verworpen hebben, die hun had kunnen behouden. Daarom zendt God hen een dwaling, die be­werkt dat zij de leugen ge­loven .

Wij hebben voor de waarheid gekozen, Jezus Christus, daarom sluiten wij geen compromis. Wij geloven in heiliging en waarheid, door de kracht van de Heilige Geest. Wij houden onze blik gericht op Jezus. (2 Thess. 02:01-17) .

Daarom hebben wij volle vrijmoedigheid om in te gaan in het heilige der heiligen. Alleen door het bloed van Jezus Christus. Krachtens Zijn wil, zijn wij eens en voor altijd ge­heiligd, door het offer van Jezus Christus.

Hij alleen is de nieuwe, levende weg. Om Hem te le­ren kennen heeft Hij Zijn voorwaarde gesteld: Bekeert u tot de levende God. En laat de doden (afgoden) hun doden begraven.

Onze God leeft, en wij met Hem, tot in alle eeuwig­heid. Niet de dode geesten van T. M. , niet Yoga, maar de Geest van God maakt de mens vrij, gezond, blij en gelukkig. Laat u daarom niet naar de stomme afgoden drijven. Hij zegt ook nu: Volg gij Mij.

(Dit onderwerp wordt ver­volgd in het januarinummer).

 

De grote opdracht door Jan W. Companjen

“Jezus zeide: Een zeker mens daalde af van Jeruza­lem naar Jericho en viel in de handen van rovers, die hem niet alleen uitschudden maar ook slagen gaven en weggingen, terwijl zij hem halfdood lieten liggen. Bij geval daalde een priester af langs die weg; en deze zag hem, doch ging aan de overzijde voorbij. Evenzo ging ook een Leviet langs die plaats, en hij zag hem, en ging aan de overzijde voorbij. Doch een Samari­taan, die op reis was, kwam in zijn nabijheid, en toen hij hem zag, werd hij met ontferming bewogen. En hij ging naar hem toe, verbond zijn wonden, goot er olie en wijn op; en hij zette hem op zijn eigen rijdier, bracht hem naar een herberg en verzorgde hem. En de volgende dag stelde hij de waard twee schellingen ter hand en zeide: Verzorg hem en mocht gij meer kosten hebben, dan zal ik ze u vergoeden, op mijn terug­reis. Wie van deze drie dunkt u, dat de naaste ge­weest is van de man, die in handen der rovers was ge­vallen? Hei zeide: Die hem barmhartigheid bewezen heeft. En Jezus zeide tot hem: Ga heen, doe gij even­zo” (Luc. 10:30-37).

De tijd van herstel

Na twee gelijkenissen uit het evangelie van Johannes te hebben behandeld, willen wij dit keer de schijnwer­per eens zetten op een ge­lijkenis uit het evangelie van Lucas. U zult daarbij dan ook merken dat ook dit evangelie profetisch gela­den is. Heel de Bijbel houdt zich bezig met de scheppingsgeschiedenis van de mens van het begin tot het einde, waarin het zal zijn: God alles en in al­len. Het is dan ook dat laatste, dat geweldige doel van de volheid Gods in ons, waar wij ons voor mogen in­spannen om het te horen en te zien.

Het geweldige van Pinksteren nu, in onze tijd, is onze roeping. Het is Gods tijd, het is Zijn tijd. Daarom zijn onze harten brandende in ons, opdat het zal gebeuren dat alles her­steld wordt dat door de duivel overweldigd is.

Het woord dat wij mogen spreken is kracht, is ener­gie, met een dergelijk ver­mogen dat niet is uit te spreken. Dit spreken op ge­zag van de Naam des Heren, onze Zender, is veel en veel sterker dan het vermo­gen van de sterkste radio­zender. De menselijke stem, geëlektrificeerd voor radio- doeleinden, ontwikkelt hon­derden pk’s aan kracht.

Als nu een gesproken woord mechanisch miljoenen maal is te versterken, hoeveel te meer zal dan de kracht van ons woord zijn als deze door de Geest van God wordt bekrachtigd. Dan wordt dat woord scheppend en brengt, gelijk het geloof, tot aan­zien wat het oog nog niet bespeurd.

Toen Jezus tot Lazarus riep: Kom uit, moet er iets gebeurd zijn dat leven gevende kracht bezat. Voor Jezus was het echter iets geheel normaals. Voor Hem sliep Lazarus en Hij wekte hem op uit de slaap.

Wij moeten mondig worden

Dat verwrongen denken dat wij alleen maar een bood­schap hebben voor hen die bij ons horen, of die naar ons komen luisteren, moet doorbroken worden. Indien wij geroepen en gezonden zijn, spreken wij de woor­den Gods en dan moeten wij uit gaan, dan moeten wij op reis gaan en overal gaan zeggen wat ons in de bin­nenkamer geopenbaard is.

Wij hebben een Heer, die het uit het Zijne neemt en het ons verkondigt, opdat wij het zullen uitspreken en er naar zullen handelen als Zijn lichaam. In Matt. 10:27 staat: “Wat Ik (Je­zus) u zeg in het donker, zegt het in het licht; wat gij u in het oor hoort fluisteren, predikt het van de daken. En wees niet be­vreesd. ” Dat is nog al wat, broeders en zusters. Jezus zegt: Ga en Mijn kracht zal in uw woord zijn. Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig, is een bekend gezeg­de. Nu dat is inderdaad zo en ik hoop dan ook dat reeds zeer velen de achter­grond van deze inleiding verstaan. Het is namelijk een van de grondoorzaken waaraan wij als Gemeente van Jezus Christus mank gaan. Wij zijn bang! Wij hebben ons laten terugdrin­gen in onze eigen hoekjes. In die hoekjes houden wij gesprekken met elkaar, met degenen die het met ons eens zijn. En dat in een tijd waarin wij mondig moe­ten worden, waarin wij zelf tot oordelen bevoegd zijn.

Onderzoekt uzelf

Dit laatste is nodig en is een door God gegeven feit waarvoor wij niet dankbaar genoeg kunnen zijn. Dat ge­geven is er de oorzaak van dat wij weer ontdekt hebben dat de Heer het om u en mij persoonlijk gaat. Hij wil ons gebruiken als levende stenen tot opbouw van Zijn Geestelijk Huis.

Dat persoonlijke leven met onze Heer en Meester, kan slechts tot goede ontwikke­ling komen, als wij werke­lijk volkomen uittrekken uit het land der dienst­baarheid, van andere góden die ons steeds onderdrukt hebben en van Jezus, als Leidsman des geloofs, heb­ben afgehouden.

U kunt uzelf daarin onder­zoeken. 2 Kor. 13:05 zegt daarvan: “Stelt uzelf op de proef, of gij wel in het geloof zijt, onderzoekt u- zelf. Of zijt gij niet zo zeker van uzelf, dat Jezus Christus in u is?” Dit laatste wil zeggen: Of Christus als Leidsman met Zijn Geest in u leeft. In­dien dit wel zo is, ga dan ook op uw (geestelijke) voeten staan en ga met Hem op weg.

Gaan wij nu nog even terug naar onze opmerking dat wij uit onze hoek moeten komen, omdat daar onze grootste fout ligt. Onze kerk- en gemeentevorm, zo­als wij die nu nog kennen, werkt dat in de hand. Wij voelen ons daarbij verantwoordelijk voor de mensen van de groep waartoe we be­horen. Onze verantwoording is echter veel en veel gro­ter. Wij hebben een op­dracht voor de wereld en daarom moeten wij proberen overal datgene kwijt te ra­ken wat de Heer ons heeft geopenbaard.

Wat is het geheim?

Een voorbeeld daarvan is o. a. de P. E. K. conferentie. Op die conferentie kwamen duizenden uit vele landen bijeen. Allemaal broeders en zusters, die zelfs van­achter het ijzeren gordijn naar ons land kwamen om een geestelijke verkwikking te ontvangen. Allemaal men­sen die er wat voor over­hadden om dat te kunnen ontvangen. Persoonlijk heb ik diverse bijeenkomsten meegemaakt. De gemeenschap der heiligen was zondermeer goed te noemen, maar als Nederlands Pinkstervolk (priester en leviet) zijn wij aan de overzijde “voorbij” gegaan. Waar wa­ren zij die een geweldige boodschap hadden kunnen uitdragen? Waar waren de mannen Gods die zich geroe­pen weten en dat in eigen kring niet onder stoelen of banken steken? Zij zijn waarschijnlijk niet uitge­nodigd omdat men het niet helemaal (!) met hen eens is, maar zij hebben zich­zelf ook niet gemeld. Dit laatste zal waarschijnlijk wel niet gebeurd zijn om­dat men zich er niet toe geroepen voelde, maar ik durf persoonlijk wel op te merken dat men daarvoor 20 jaar geleden, maar ook nu nog, volkomen (geestelijk) doof is. Een podium dat in jaren niet terugkomt is verloren gegaan. Er was de laatste avond van de confe­rentie zelfs een zeer gro­te open deur voor geweest, omdat er toen geen spreker was. De Zwitserse voorzit­ter heeft toen zelf maar gesproken. Hij kwam op die avond, die een topavond had kunnen zijn, niet ver­der dan het opsommen van allerlei omstandigheden, waaruit moest blijken dat wij in Nederland keiharde pinksterchristenen zijn, die verschrikkelijk goed kunnen organiseren, maar het verder nog moeilijk met elkaar kunnen vinden.

Het gehele geheim ligt ech­ter in het feit dat men niet naar de diepte durft af te steken en op gezag van de Heer het net niet aan de andere zijde durft uit te zetten. Men blijft bij het oude vertrouwde van onderonsjes.

Wat is onze roeping?

Gaan wij nu eens terug naar ons tekstgedeelte boven dit artikel. Allereerst merken wij dan op dat het bij dit Schriftwoord gaat om onze naaste. Nu dat antwoord is klaar en duidelijk. Dat is iedereen, dus ook de Sama­ritaan die buiten onze landsgrens woont.

Wij hoeven ook niet zo erg geestelijk te denken als wij in deze man een type van de Gemeente van Jezus Christus zien. Ook de ge­meente ligt half dood ter­neer, in handen gevallen van rovers, die hem hebben uitgeschud en geslagen. Let er eens op: Hij was op weg van Jeruzalem naar Jericho toen hem dat overkwam.

Dan komt daar ineens de tijd dat men dat halfdode lichaam ziet liggen. Het wordt ook allereerst opge­merkt door een priester. Deze man is echter, let

daarop, ook op weg van Je­ruzalem naar Jericho. Hij is een type van de traditionele kerken, die de zieke wel ziet maar er aan voor­bij gaat met een grote boog.

Dan komt de leviet, of hij op weg is naar Jeruzalem of naar Jericho blijft in het midden, maar ook hij (de levieten behoorden of vorm­den in Israël een afzonder­lijke priestergroep en be­zaten geen eigen stamge­bied), ging aan de overzij­de voorbij.

Dan komt de op reis zijnde Samaritaan in zijn nabij­heid. Hij ziet het ernstig toegetakelde lichaam liggen en wordt vol ontferming be­wogen. Hij gaat de opdracht van zijn hart uitvoeren en zet het slachtoffer op zijn eigen rijdier.

Dat is even wat. Daar kun­nen wij eens over nadenken. Zetten wij wel eens iemand op ons rijdier, of is dit alleen maar bestemd voor familieleden? Het verbinden van het slachtoffer en het goed onderbrengen in een herberg zijn tekenen van goed doordacht werk die ze­ker vrucht zal hebben afge­worpen .

De Nederlandse Pinksterbe­weging is zo’n barmhartige Samaritaan. Dat is haar roeping. Wij zijn ook op weg, op weg naar Jeruzalem als het goed is. Als wij werkelijk uitgetrokken zijn komen wij overal het verminkte lichaam van Chris­tus tegen. Er zullen er misschien bij zijn die niet verbonden willen worden, die niet meegenomen willen worden. Maar laten wij het hun aanzeggen in groot en klein verband, in persoon­lijke gesprekken en op de kansel, vanaf élk podium, dat Jezus komt en er is, als grote Hersteller van alles wat door de satan ge­roofd is.

Het evangelie van Zijn Ko­ninkrijk, waarvoor wij als zonen Gods in opvoeding en op de leerschool zijn, zal verkondigd worden van pool tot pool. De uitwerking van dit evangelie zal aan­schouwd worden in allen die tot dit geloof gekomen zijn. Het is Zijn werk. Het is Zijn tijd en Hij zal het doen op een wijze die zelfs boven ons bidden en denken uitgaat. Die dag is komende en wij willen daarvoor openstaan. U ook?

 

Boeken van Billy Graham

Verschillende van de door evangelist Billy Graham ge­schreven boeken zijn ook in het Nederlands vertaald.

Het zijn:

+ “Leven zonder vrees”, uitg. J. N. Voorhoeve, Den Haag.

+ “Vrede met God”,

+ “Zonde”,

+ “Gesprekken met teen­agers “,

+ “Het geheim van het ge­luk”,

+ “Engelen, Gods geheime agenten”, uitgaven van La Rivière en Voorhoeve, Zwolle.

+ “De uitdaging”,

+ “De wereld in vlammen”, uitgaven van Zomer en Keuning, Wageningen.

In het Engels zijn enkele levensbeschrijvingen ver­schenen. Terwijl een vier­tal nieuwe boeken in voor­bereiding of pas versche­nen zijn, o. a. over de wedergeboorte en over de Heilige Geest.

 

Billy Graham zestig jaar door Gert Jan Doornink

Een inspirerend voorbeeld

Billy Graham -’s werelds meest bekende evangelist – werd op 7 november 60 jaar. Het is niet de eerste keer dat wij in ons blad aan­dacht besteden aan deze zielenwinner bij de gratie Gods. Waarom ook nu weer aandacht voor hem? Niet om­dat wij aan persoonsver­heerlijking doen. De Bijbel zegt: “Noch wie plant, noch wie begiet, betekent iets, maar God, die de wasdom geeft”(1 Kor. 03:07). Hem al­leen zij alle eer!

Maar wel omdat ieder kind van God de Heer dankbaar behoort te zijn dat zovelen door middel van zijn predi­king nieuw leven in Jezus Christus ontvingen. Boven­dien is hij een inspirerend voorbeeld voor elk kind van God om actief te zijn in dienst van de Meester!

De liefde van God in Jezus Christus beweegt Billy Gra­ham om de mensen op te roe­pen zich te bekeren. Daar­bij sprekend op gezag van Gods Woord. Herhaaldelijk gebruikt hij de woorden: “The Bible says. . . ” (“De Bijbel zegt. . . “). Billy Graham maakt daarbij een dankbaar gebruik van alle moderne media die de massa kunnen bereiken, zoals ra­dio, televisie, film en het gedrukte woord.

Bekering en roeping

Aan het einde van de eerste wereldoorlog werd Billy Graham (officiële naam: William Franklin Graham) als boerenzoon geboren in North Carolina in het Zuid­oosten van de Verenigde Staten. Op 16 jarige leef­tijd kwam hij tot bekering in een evangelisatiesamenkomst in zijn woonplaats. Enkele jaren later wist Billy Graham zich geroepen om ook zelf het evangelie te prediken. Hij volgde bijbelonderricht aan enkele opleidingsscholen en be­haalde uiteindelijk een doctorstitel, waarvan hij echter geen gebruik maakt. Hij trouwde met een mede­studente, een dochter van een zendeling-arts, die tot haar 18e jaar in het verre oosten opgroeide. Uit het huwelijk werden vier kinderen geboren.

Geleidelijk aan groeide zijn bediening en bekendheid. Hij was eerst hulp-prediker in een kleine kerk, daarna bijbelleraar. In 1945 werd hij tweede voorzitter van “Youth for Christ”.

Wereldbekendheid kreeg Bil­ly Graham echter in 1954 toen hij naar West-Europa kwam en eerst gedurende twaalf achtereenvolgende weken in Londen sprak en daarna in andere West-Europese steden, zo ook op 22 juni 1954 in Amsterdam.

Ik herinner mij deze samen­komsten nog heel goed.

s’ Middags sprak Billy Gra­ham in de ronde Lutherse kerk over de noodzaak van evangelisatie en s’ avonds waren 45. 000 mensen gekomen naar het Olympisch stadion. Samen met enkele anderen van de “Jonge Kerk” uit Vorchten, het dorpje waar ik opgroeide, maakten wij deze samenkomsten mee. Ik was ruim een jaar daarvoor zelf tot bekering gekomen en deze samenkomsten bete­kenden daarom heel veel voor mij. Ook toen Billy Graham een jaar later nog weer in Nederland kwam. Hij sprak toen in het Feyenoord stadion in Rotterdam.

Billy Graham is ongetwij­feld mede een werktuig in Gods hand geweest voor de grote opwekking in de vijf­tiger jaren, waarvoor de Heer in Nederland ook ande­ren gebruikte, zoals Hermann Zaiss, Karel Hoeken­dijk en T. L. Osborn.

Als rechtgeaard instrument in Gods hand is Billy Gra­ham bespotting en misken­ning niet bespaard geble­ven. Hoewel zijn campagnes in eerste instantie altijd worden gehouden in samen­werking met de kerken, komt het in de praktijk hierop neer dat het vooral de zogenaamde bijbelgetrouwe kerken en groepen zijn die met hem samenwerken. Onwe­dergeboren theologen wijzen zijn prediking veelal als “simplistisch” van do hand.

Het is Billy Graham wel eens kwalijk genomen dat hij contacten onderhield met mensen zoals Eisenhower en Nixon. Ook hierin is hij echter volkomen bijbels. Het evangelie is niet al­leen voor de “gewone men­sen” maar ook voor de hooggeplaatsten. Jezus stierf voor de zonden van alle mensen!

Natuurlijk heeft ook hij fouten gemaakt, maar dat neemt niet weg, dat veel van wat hem vaak wordt ver­weten, vaak geheel ten on­rechte is. Zo schreef nog onlangs het “Centraal Week­blad van de Gereformeerde kerken” over het feit dat bij de uitnodiging om naar voren te komen in zijn sa­menkomsten, een aantal me­dewerkers van zijn organi­satie fungeren als gangma­kers. Gesuggereerd werd dat de bekeringen daarom niet echt zijn, maar geforceerd worden.

De werkelijkheid is echter dat de Billy Graham-campagnes uitmunten door een per­fecte organisatie, waarbij vooral ook grote aandacht wordt besteed aan de na­zorg! Bovendien spreekt Billy Graham niet van “be­keerlingen” maar van “be­slissingen”. Hij weet maar al te goed – denk maar aan de gelijkenis van de zaai­er – dat niet iedereen die naar voren komt, vaak echt tot overgave komt. Maar altijd weer zijn er onder hen velen die wel echt tot geloof komen! Zij zijn de vruchten van de arbeid van deze evangelist in dienst van Zijn Heiland!

Toegewijde medewerkers

Het spreekt vanzelf dat Billy Graham een team van toegewijde medewerkers heeft. Eén van hen willen wij speciaal noemen. Het is de zanger George Beverly Shea. Gedurende vele jaren was hij de solozanger in zijn campagnes. Evenals Sankey destijds de zanger was in de samenkomsten van Moody.

George Beverly Shea was het ook die in 1954 het bekende lied “Daar zijn geen gren­zen aan Jezus’ macht, voor elk die wond’ren van Hem verwacht” (881 Joh. de Heer en 519 Glorieklokken) in­troduceerde in Nederland. Dit lied is in de loop der jaren voor velen tot grote zegen geworden.

Het is bekend dat Billy Graham zich in zijn campag­nes beperkt tot het uitnodigen om een “beslissing voor Jezus” te nemen, en niet zoals andere opwekkinspredikers bijvoorbeeld ook met zieken bidt. Ook pinkstergelovigen kunnen echter ten volle achter zijn boodschap staan. Want wedergeboorte is nog altijd het grootste wonder wat een mens mee kan maken!

Trouw aan Zijn roeping

Billy Graham is 60 jaar ge­weest. Wij weten niet hoe­lang de Heer hem nog gebruikt in Zijn dienst. Maar wel kunnen wij bij deze mijlpaal in zijn leven concluderen dat hij zijn roe­ping in de loop der jaren trouw is gebleven! Dat kan helaas niet van ieder ander bekend figuur in het Ko­ninkrijk Gods gezegd wor­den. We behoeven daar geen voorbeelden van te geven. Al gebeurt het soms ook dat God alleen een bepaalde periode in het leven van iemand bijzonder gebruikt.

Billy Graham heeft echter al vanaf zijn jonge jaren de massa’s getrokken met het evangelie en dat gaat door tot op de dag van van­daag. Regelmatig verschijnt hij nog in het nieuws, als hij weer ergens een grote campagne heeft. En overal, of het nu in India, Polen, Noorwegen, of welk land ook is, komen nog steeds vele mensen op zijn oproep naar voren om de beslissing voor Jezus te nemen.

 

“De vrede met God en de vrede van God te hebben is niet genoeg. Deze verticale band moet een horizontale uitwerking hebben, anders is ons geloof zonder inhoud. Jezus heeft gezegd dat wig de Heer met heel ons hart moeten liefhebben en onze naaste als onszelf. Deze dubbele liefde, tot God en tot de mensen, is als de positieve en de ne­gatieve pool van een batterij: wanneer beide niet verbonden worden, krijgen wij geen stroom. Een persoonlijk geloof doét geen nut als wij het niet beleven tegenover de mensen”. ;

Billy Graham.

 

Wat wil Jezus voor u doen als u ziek bent?

Genezen!

Heel simpel, maar waar. ‘ Toen Jezus nog op aarde was, vergaf Hij niet alleen de zondaren hun zonden, maar Hij genas ook hun ziekten. Allen die in het geloof

tot Hem kwamen, werden genezen. De evangeliën vertellen ons verschillende genezingswonderen. Reeds de profeet Jesaja profeteerde over Jezus: “Nochtans, onze ziekten heeft Hij op zich genomen. . . . “. Als Matteüs van Jezus vertelt dat velen, die ernstig ongesteld waren, door Hem genezen werden, zegt Matt. 08:17: “Opdat vervuld zou worden hetgeen gesproken werd door de profeet Jesaja.

Deze Jezus is niet veranderd’. Hij is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid. (Heb. 13:08). Wat Hij vroeger deed, wil Hij ook nu doen. Verwacht uw genezing van Hem en u zult niet teleurgesteld worden. Wat Hij deed door anderen, wil Hij ook doen voor u. “Door Zijn striemen is ons genezing geworden”, is geen uit het verband gerukte Bijbeltekst, maar een waarheid, die velen ook in onze dagen ervaart hebben en mogen ervaren. Want Jezus droeg aan het kruis van Golgotha niet alleen de zonden, maar ook de ziekten. Hij bracht een volkomen verlossing teweeg, naar geest, ziel en lichaam. Het is waar wat Ps. 103:003 zegt: “Die al uw ongerechtigheden vergeeft, die al uw krankheden geneest”.            

Ook u kunt aanspraak maken op deze verlossing, op deze genezing. “Aanspraak maken” gaat echter gepaard met “geloof hebben”, “vertrouwen schenken”. Dat is de enigste, maar belangrijke voorwaarde! En dan niet alleen voor een moment, of alleen voor uw lichamelijke genezing, maar in elk opzicht en altijd. Want “zonder geloof is het onmogelijk Hem welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken””. (Heb. 11:06)