Levend Geloof 1979.03 nr. 191
Stefanus, een inspirerend voorbeeld door Gert Jan Doornink
Een van de meest inspirerende voorbeelden voor ons geloofsleven, vinden wij ongetwijfeld in de figuur van Stéfanus. Wie zijn geschiedenis leest in Handelingen 6 en 7 ontdekt dat het één van de boeiendste, maar ook één van de leerzaamste en aangrijpendste geschiedenissen uit de Handelingen is.
Toen het aantal discipelen groeide, ontstond er een conflict over de dagelijkse verzorging van de weduwen, tussen de Grieks sprekenden tegen de Hebreeën.(Hand. 06:01). Dit wordt opgelost door zeven mannen – vol van Geest en wijsheid – aan te stellen, om deze weduwen te verzorgen. We zien hier hoe belangrijk het is dat als er problemen zijn, deze worden opgelost, want God heeft een hekel aan wanorde. Ook leren we er uit dat een zekere vorm van organisatie noodzakelijk is. Er zijn kinderen Gods die iedere vorm van organisatie verwerpen. Als reactie tegenover een dode en vormelijke organisatie bij het naam-christendom, zijn zij naar de andere kant doorgeslagen. Maar de Bijbel laat ons duidelijk zien dat organisatie nodig is, mits wij maar in het oog houden, dat de “hoofdorganisator” de Heilige Geest is. Paulus schrijft aan de Efeziërs: “En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus, totdat wij allen de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de maat van de wasdom der volheid van Christus” (Ef. 04:11-13). Ieder heeft een eigen taak in de Gemeente van Christus, waarbij degenen die een bepaald “ambt” hebben, niet belangrijker zijn dan de “gewone getuigen”.
Van de zeven “diakenen” die in Hand.6 worden genoemd, worden speciaal van Stéfanus een aantal kenmerkende en bijzondere eigenschappen genoemd, welke wij nader onder ogen willen zien, omdat het voor ons zulke geloofsstimulerende eigenschappen zijn. Wat wordt er van hem gezegd?
a – Vol van geloof.
Het eerste wat van Stéfanus gezegd wordt, is dat hij een man vol van geloof was. (Hand. 06:05). Kan dit ook van ons gezegd worden? De Heer wil dat wij de weg van geloof zullen bewandelen, want zonder geloof is het onmogelijk God welgevallig te zijn. (Heb. 11:06). Daarom zegt Paulus in 2 Kor. 13:05: “Stelt uzelf op de proef, of gij wel in het geloof zijt, onderzoekt uzelf. Of zijt gij niet zo zeker van uzelf, dat Jezus Christus in u is? Want anders zijt gij verwerpelijk”.
b – Vol van de Heilige Geest.
Stéfanus was ook vol van de Heilige Geest zegt Hand. 06:05. En ook dat is uitermate belangrijk voor elk kind van God. Een kind van God zonder de Heilige Geest is als een auto zonder benzine, een schip zonder roer. Jezus zelf zei van de Heilige Geest: “Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien”(Joh. 07:37).
c – Vol van wijsheid.
Toen tegenstanders van het evangelie gingen redetwisten met Stéfanus waren zij niet bij machte de wijsheid en de Geest, waardoor hij sprak, te weerstaan. (Hand. 06:10). Stéfanus ontleende zijn wijsheid aan het Woord van God en de Heilige Geest, twee bronnen die ook ons Goddelijke wijsheid verschaffen .
d – Geen theorie, maar hij deed iets.
Het geloofsleven van Stéfanus was geen dode theorie. Hij bewees dat hij geloofde en “deed grote tekenen en wonderen onder het volk”(Hand. 06:08). Dat zal ook het kenmerk van ons geloofsleven moeten zijn. Jak. 02:14 zegt: “Wat baat het, mijn broeders, of iemand al beweert geloof te hebben, als hij geen werken heeft?” “Want gelijk het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder werken dood”(Jak. 02:26).
e – Vol van genade. Stéfanus was vol van genade (Hand. 06:08). Dat wil zeggen, de genade die de Heer hem verleend had, bracht hij over op anderen. Hij bewees genade door overgave en vergevingsgezindheid. Hij had de gezindheid van Christus. Is dit ook in ons leven merkbaar?
f – Vol van kracht.
Behalve genade, was Stéfanus ook vol kracht. Goddelijke kracht uiteraard, voortvloeiend uit de volheid van de Heilige Geest. Gods kracht was in hem en doorstroomde hem. Ook ons?
g -Vol van liefde.
Juist door de openbaring van liefde bewees Stéfanus zijn volkomen toewijding aan zijn Heer en Meester. Toen hij gestenigd werd waren zijn laatste woorden: “Here, reken hun deze zonde niet toe!”(Hand. 07:60). De liefde van Stéfanus was geen zoetsappige, goedkope menselijke liefde van voorbijgaande aard, maar oprecht en voor de volle 100%, zoals alleen een kind van God met een toegewijd leven dat openbaar maakt. Stéfanus geloofsleven was in de liefde gedrenkt en daarom zo uitermate vruchtbaar.
De kern van de zaak
Behalve deze kenmerkende en voor ons zo leerzame eigenschappen van het geloofsleven van Stéfanus, is het voor ons ook zeer belangrijk en nuttig om te letten op wat de eigenlijke reden was, waarom de vijand kwaad werd. Als Stéfanus in Handelingen 7 verantwoording aflegt, is het niet het overzicht van de oudtestamentische geschiedenis, wat de woede en het verzet van de vijand opwekt, maar wanneer Stefanus doordringt tot de kern van de zaak!
Stéfanus wijst er in Hand. 07:48 op dat de Allerhoogste niet woont in tempelen met handen gemaakt. Maar “de hemel is Mij ten troon, en de aarde een voetbank mijner voeten”(Hand. 07:49). In het gesprek wat Jezus had met de Samaritaanse vrouw had Jezus reeds gezegd, dat de plaats van aanbidding niet belangrijk was, maar wel de wijze waarop: “De ure komt en is nu, dat de waarachtige aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en in waarheid; want de Vader zoekt zulke aanbidders; God is geest en wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en in waarheid”(Joh. 04:23-24).
Bovendien wijst Stéfanus hun er op dat hun afwijzing van Jezus Christus, verzet tegen de Heilige Geest is: “Hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij verzet u altijd tegen de Heilige Geest; gelijk uw vaderen, zo ook gij” (Hand. 07:51).
Dit verzet tegen de Heilige Geest resulteerde in het doden van hen die de komst van Jezus hadden geprofeteerd. Stéfanus noemt hen “verraders en moordenaars”(Hand. 07:52-53). Krasse woorden, maar uitgesproken onder de zalving van de Heilige Geest.
Toen zij dit hoorden, sneed het hun door het hart en zij knersten de tanden tegen hem” (Hand. 07:54. De machten van satan werden openbaar, maar Stefanus was er niet bang voor. Vol van de Heilige Geest, zegt vers 55, sloeg hij de ogen ten hemel en zag de heerlijkheid Gods en Jezus, staande ter rechterhand Gods! Wat een bemoediging en openbaring van Gods liefde!
Stefanus werd uiteindelijk gestenigd, maar het bloed der martelaren is het zaad der kerk! Wat een boodschap gaat er van zijn geloofsleven uit voor ons eindtijdgelovigen. Handelingen 11 vertelt hoe er een zware verdrukking ontstond in verband met Stefanus.
Verdrukking en vervolging
Dit betekent voor ons dat, naarmate de kracht en de liefde van Jezus binnen de Gemeente van Jezus groeit, wij rekening hebben te houden met een toename van vervolging en verdrukking Wij zien het reeds in verschillende landen. Maar dat kan een waarachtig volgeling van Jezus niet beangstigen. Een kind van God dat bereid is de volle prijs te betalen, die het volgen van Jezus inhoudt, zal daarom het verlangen kennen, te treden in de voetsporen van Stefanus en andere vertegenwoordigers van Gods Koninkrijk. Toen Stefanus voor de Raad terechtstond, straalde zijn gelaat als van een engel. (Hand. 06:15). Hij leefde in gemeenschap met de levende God. Hij straalde Gods heerlijkheid uit. Kan dit ook reeds van ons gezegd worden?
Het Koninkrijk Gods kent geen compromis door H. J. Glasbergen
“De eeuwige God is u een woning en onder u zijn eeuwige armen” (Deut. 33:27).
Wat een heerlijke zekerheid voor Gods volk. Wij zijn niet afhankelijk wat mensen van ons zeggen, maar wat God van ons zegt. Het Koninkrijk Gods is alleen geopenbaard aan hen, die zich hebben onderworpen aan Zijn wetten en instellingen. Aan Zijn Woord en aan Zijn Geest.
God sprak en het was er, God gebood en het stond er. Het is eenvoudig om deze woorden te zeggen, zelfs te belijden, maar om uit deze woorden te leven is een Goddelijke, bovenaardse zaak. Als wij niet gedoopt zijn in water en vervuld en gedoopt zijn met de Heilige Geest, kunnen wij dit niet geloven en tot gehoorzaamheid komen.
Want de natuurlijke mens verzet zich altijd tegen de Heilige Geest, maar ook de christen die niet volkomen gehoorzaam is geworden. God kan ook geen behagen hebben in mensen die wel geloven, maar niet alles hebben prijsgegeven om Zijnentwil. Zij hebben zelf bepaald hoe zij willen geloven, wat in de meeste gevallen ook wel merkbaar is in hun leven.
Gods gedachten in ons
Laat je hervormen in je denken. Als Jezus zegt: Maakt allen, die Mijn evangelie aannemen, tot Mijn discipelen en leer hen onderhouden, al wat Ik u geleerd heb, bedoelt Hij dat Gods gedachten in de mens die wedergeboren is (om het Koninkrijk Gods in te gaan) openbaar worden.
Gods gedachten zijn veel hoger dan onze gedachten. Daarom moeten wij opklimmen naar de top van de berg Sion. Wij zijn niet van deze wereld, wel in de wereld, zegt Jezus van ons tot de hemelse Vader in Johannes 17.
Het is het geestelijke niveau, waarop wij ons bewegen, onze innerlijke staat, onze geest in gemeenschap met Zijn Geest. De nieuwe mens is in ons. (Ef. 02:15).
Wij zelf bepalen de woonruimte, waar God in mag wonen in ons leven. Dit is de geestelijke basis van ons geloof om gezond te leven, Hem te behagen, Zijn Naam te verheerlijken, zonder iets achter te houden.
Velen zullen beschaamd tot Jezus Christus moeten zeggen: Here Jezus, ik heb nog veel achter gehouden, ik ben nog teveel van mij- – 9 zelf. Mijn hele positie in deze wereld, in elk onderdeel, wil Hij overheersen. Maar alleen met mijn toestemming. Hij dringt zich niet op, maar vraagt heel nederig: Mag Ik binnen komen?
U bent niet van uzelf
“Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt? Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam”(1 Kor. 06:19-20).
Wij zijn tempels van Gods Geest. Dat moeten wij zijn tenminste. De Vader en Jezus Christus willen woning in ons maken. Zij hebben hun Woord aan ons gegeven. Of is er bij u nog een voorbehoud geweest? Hebt u niet overzien wat u eigenlijk beloofd hebt? Dan moet u gauw herstellen wat u tekort bent geschoten.
God is een jaloers God, die Zichzelf totaal gegeven heeft voor u en voor mij. Wilt u daaraan deel hebben? Vraag God dan om vergeving en breng alle tekortkomingen onder het bloed van Jezus Christus. (Heb. 09:21).
Genezing van geest, ziel en lichaam is een levenshouding. Een leefwijze die niet van deze wereld is. Verbaas u niet over deze stelling, want wij spreken van wat wij hebben ervaren. De Heilige Geest geneest.
De oproep van Joël
“Scheurt uw hart en niet uw klederen en bekeert u tot de Here, uw God”(Joël 02:13). Vele christenen blijven bewust hun eigen weg gaan, het compromis met de wereld is hun welkom. Alleen begrijpen zij niet dat er geen einde is aan het compromis. Door het sluiten van een compromis met de zaken van de wereld, lopen wij geestelijk langzaam leeg, net als een lekke band. Jezus sloot geen compromis, met niemand. Hij leerde dit ook Zijn discipelen, dat dit juist het wapen was van de duivel, van de negatieve geesten.
Velen zijn ziek en ontvangen geen genezing. Een ieder onderzoeke zichzelf. God wil geen ziekte, maar een tempel waarin Hij kan wonen en werken. Hij zoekt kwaliteit, geen kwantiteit. Het grote getal is voor de wereld. Nooit zal een volle evangelie prediker worden toegejuicht door honderdduizenden mensen. Nooit zal de wereld weten hoeveel leden het “Lichaam (de Gemeente) van 5ezus Christus telt. Dat is alleen in de hemel bekend.
Als Zijn levendmakende Geest in ons woont, zal ook het lichaam genezen. (Rom. 08:11). De ziekteverwekkers moeten geen kans krijgen woning in ons te maken. Wij zijn Gods tempel of niet, van Hem of niet van Hem. (Luc. 13:01).
Een geur van Christus
Vele christenen blijven bij het zondofferaltaar staan, hun leven lang. Zij komen zelfs niet aan het wasvat toe, nog minder aan het reukofferaltaar. Zij verspreiden ook geen geur ten leven. (2 Kor. 02:14-17) . “Jezus is Overwinnaar”, zeggen zij, wat waar is, maar Hij is geen Overwinnaar over hun leven. Het moet zichtbaar worden in ons, wij moeten de overwinnaars zijn. Want machtig is het leger dat Zijn Woord volbrengt.
Als de mens wedergeboren is, zoekt hij de dingen die boven zijn: het Koninkrijk Gods. Dan is het niet belangrijk of wij belangrijk zijn of geslaagd. Belangrijk is of onze naam bekend is en is ingeschreven in het Boek des Levens. En of de buurman, onze familie en de mensen die God op onze weg brengt, dit ook opmerken. “Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen” (Ef. 04:20).
Juist de angst alles los te laten, staat ons in de weg dat God ons kan gebruiken. Maar dan zijn ook onze woorden en ons getuigenis krachteloos en niet waar. Er worden al zoveel woorden gesproken die net echt zijn maar het net niet zijn. Als wij woorden zouden schrijven in “Levend Geloof” waar wij mensen mee zouden behagen, zitten wij er goed naast. Dan vragen de mensen honend aan ons: Waar is die God? De God van Abraham, de God, die geopenbaard is in Jezus Christus, zal in ons openbaar moeten worden, anders zijn wij verwerpelijk voor God.
Het vreemde woord: zonde
Zonde is een vreemd woord geworden. Weet u dat het reukofferaltaar in het heilige der heiligen staat? O, u weet het allemaal. Zou daar een compromis mogelijk zijn met de talloze zonden waar veel christenen zich aan schuldig maken? Wij gaan een tijd tegemoet dat de meest erge perversie, sadisme, verwording, dierlijke seksualiteit, hekserij en duivel aanbidding in onze huiskamers zal worden gebracht. Een vloedgolf uit de hel zal ons land overstromen. Moord en zelfmoord zullen verheerlijkt worden. Vele zich noemende christenen zullen overweldigd worden, zij die niet vervuld zijn met Gods Geest.
De verderfengel zal echter moeten wijken bij hen die werkelijk van Christus zijn, waar het bloed van Christus aan de deurposten is. Waar de eeuwige God kan wonen en gemeenschap heeft met Zijn volk, kan de besmettelijke ziekte – de zonde – niet binnenkomen. Want Hij die in ons, is sterker!
Mag daarom God nu uw leven hebben? Uw huis, uw bezit? Of heeft u nog iets te verliezen? U mag zelf de rentmeester zijn en verantwoordelijk blijven. Kom aan het reukofferaltaar, daar is Hij, de Almachtige. (Hebr. 09:01-10). Luister niet naar negatieve geluiden en weiger gemeenschap met mensen die een compromis sluiten. Het gaat om ons gezin en onze kinderen. Bewaar uw klederen, wit, rein en heilig, want dit is Gods wil.
De waarheid alleen kan ons vrijmaken en behouden uit het verderf. Want dit verderf komt, niemand kan het nog tegenhouden. Spoedig zal dit bewaarheid worden. Het decadente Europa gaat onder in het vuil. En: “Wie vuil is, hij worde nog vuiler; wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht”.
Maar: “Wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd” (Openb. 22:11).
Het antwoord op de toenemende agressie
Prof. N. Speyer, emeritus hoogleraar in de sociale psychiatrie van de Leidse universiteit, bestudeert al jaren het -Fenomeen zelfmoord. Reeds eerder schreven wij over zijn visies in ons blad. Thans werden wij getroffen door een interview in “De Telegraaf” van 6 februari j.l., waarin hij o.a. tot de volgende uitspraken kwam:
“Zelfmoorden zijn de laatste tien jaar enorm gestegen. Het gebruik van alcohol en heroïne ook. Agressiviteit in treinen, op voetbalvelden en op straat neemt toe. Ook het grote aantal actiegroepen is een vorm van agressief gedrag”.
Nieuwe regels
Volgens prof. Speyer is dit het gevolg van het afnemende aantal mogelijkheden om onze agressie te uiten, anders dan in het gedrag.
“Vroeger werd onze agressie in het leefpatroon ingepakt. Je leerde dat na het werk pas het meisje kwam, dat je hard moest studeren om later je brood te kunnen verdienen, kortom dat je je plicht moest doen. Als je de regels volgde ging alles goed.
Sinds de tweede wereldoorlog zijn de leefregels drastisch veranderd, zijn taboes overboord gegooid. Dit zou niet erg zijn wanneer er nieuwe regels voor in de plaats waren gekomen. Men vergeet dat veel mensen zekerheden nodig hebben. Nu moeten ze steeds weer zelf kiezen, terwijl ze liever iemand, hebben die hen zegt hoe en wat ze moeten doen”.
Het gevolg is volgens prof. Speyer, dat er voor méér mensen in geval van probleemsituaties nog slechts twee mogelijkheden overblijven:
“Vluchten of vechten. Vluchten doen ze in zelfmoord, heroïne of alcohol. Vechten mondt uit in straatterreur en actiegroepen. Wanneer de ontstane vacuüms niet door nieuwe regels worden opgevuld, zal de openlijke agressiviteit de komende jaren toenemen”.
Het antwoord
Speciaal op deze laatste opmerking: “Wanneer de ontstane vacuüms niet door nieuwe worden opgevuld…” willen wij inhaken, omdat hier de kern van het hele probleem ligt. En tevens de oplossing’. Want iemand die
Jezus Christus kent en volgt, weet dat Hij het antwoord is op alle problemen. Het nieuwe leven wat Hij geeft, aan ieder die in het geloof tot Hem komt, brengt een totale verandering in het denken en handelen van de mens teweeg.
Jezus volgen geeft het leven zin en inhoud. De satanische krachten die de mensen vernietigen, worden dan verdreven door de overwinnende kracht en volheid van Jezus:
Een waarachtige volgeling ‘ van Jezus Christus mag in : deze eindtijd ervaren dat hij met Jezus meer dan overwinnaar is, in iedere situatie of omstandigheid waarin het leven hem plaatst. Het is grandioos Jezus te kennen en te volgen. Want Hij is het enige en werkelijke Antwoord!
De architect door Judith
Carte blanche
Het is al met het kopen van een woning. Wie een huis laat bouwen, heeft zo zijn eigen ideeën omtrent de indeling en de vormgeving ervan. Toch zal men er verstandig aan doen een deskundige te laten komen, ten einde het ontwerp aan alle kanten door hem te laten belichten. Aan de hand van opgedane ervaring zal deze architect u gaat adviseren, betreffende de zwakke plekken, etc. De beslissingen zijn aan nu. Adviezen kun je aannemen of afslaan. Als de bouwer bovendien geen carte blanche krijgt van u voor wat betreft de uitvoering van het geheel, zal alles uiteindelijk wel tot stand komen, maar de mankementen zullen zichtbaar worden. Bij wie lag de fout? Als wij ons leven aan de Heer hebben overgegeven, Laten we dan toe dat hij ons bouwt? Vertrouwen, wijs zijn deskundigheid en Laten we ons door de Heilige Geest adviseren? Zo niet, Dan zal het materiaal ook niet kunnen dienen tot een schone vormgeving. Kom maar waarvoor het uiteindelijk was bedoeld. En, toch wil God dat wij bereid zullen zijn, hem zijn gang te laten gaan, opdat wij als levende stenen gebruikt kunnen worden tot zijn eer. Door hem geen carte blanche te willen of kunnen geven, laat u blijken hem wel gedeeltelijk te willen inschakelen. Zolang het uw eigen plannen en inzichten niet In de war stuurt, maar als het op de praktijk aankomt, wenst u alles in eigen hand te houden. Maar wiens schuld is het dan als alles verkeerd uitpakt??
De architect gedicht door Judith
“Want elk huis wordt door iemand gebouwd, maar de bouwmeester van alles is God”(Heb. 03:04).
“En laat u ook zelf als levende stenen gebruiken….” (1 Petr. 02:05).
’t Is maar hoe of je het bekijkt:
Of je God toestaat dat Zijn doel –
In dood en leven wordt bereikt,
Of dat je werkt volgens gevoel.
Als Hij de architekt mag zijn
Van elke steen en spant,
Dan moet je ied’re hoek en lijn
Ook overlaten aan Zijn hand.
Hij heeft omtrent het resultaat –
éér Hij begon – zich vergewist;
Als je de uitkomsten maar laat –
Aan Hem, die zich nooit heeft vergist.
Hoe je de zaken ook bekijkt,
Wie zich in het geloof verstout,
Ervaart dat je ermee bereikt
Dat God het heft in handen houdt.
Genezing door J. Noë
In aansluiting op vorige artikelen van mij, wil ik thans eens verder ingaan op bovengenoemd onderwerp. Velen hebben het er moeilijk mee en zijn teleurgesteld, omdat er zo weinig genezingen plaatsvinden, niettegenstaande gebed en handoplegging. Waar ligt het nu aan?
We zullen trachten tot een oplossing te komen aan de hand van Gods Woord. En dat zegt onder andere duidelijk dat het Zijn wil is, dat onze geest, ziel en lichaam dienen te functioneren overeenkomstig Zijn Goddelijke wetten in ons, dus onberispelijk.
Wat zegt Gods woord?
Nu gaan we eens kijken wat het Woord zegt over kwalen, ziekten en genezing en dan zult ook u opmerken dat aan genezing altijd voorwaarden verbonden zijn. We zullen eens een paar voorbeelden uit het oude testament aanhalen.
In Ex. 15:26 staat: “Indien gij aandachtig luistert naar de stem van de Here, uw God, en doet wat recht is in Zijn ogen, en uw oor neigt tot Zijn geboden en al Zijn inzettingen onderhoudt, zal Ik u geen enkele van de kwalen opleggen, die ik de Egyptenaren opgelegd heb, want Ik de Here ben uw heelmeester”.
In Deuteronomium 7 (leest u dat vooral) staat dat God Israël wonderbaar zal zegenen en alle ziekten van hen zal afwenden, als het volk doet, wat Hij zegt en geboden heeft.
Alles draait in feite om gehoorzaamheid, aan Zijn woord en wat Hij ons geboden heeft. Houdt men zich daar niet aan, dan zal men de gevolgen daarvan wel ondervinden.
Dat ervaarde ook Israël, toen ze weer eens opstandig werden en Gods toorn op hun hals haalden. God zond toen vurige slangen onder het volk, waardoor velen stierven. Toen de Israëlieten evenwel berouw kregen, bereidde God een wonderbare weg tot genezing. Hij zei namelijk tot Mozes: Maak een vurige slang en plaats die op een staaf en ieder die daar naar ziet (de voorwaarde) wanneer hij gebeten is, zal in leven blijven en aldus geschiedde. (Num. 21:04-09). De ogen van de Israëlieten moesten dus vast gericht zijn op de vurige slang. (Ik kom hier later nog op terug).
De overwinning van Jezus
Nu gaan wij naar Jesaja 53. Hier voorzegt God, dat Hij Zijn Zoon zou zenden, om ons te verlossen van satan en zijn duistere machten, van zonden en ziekten, dat de straf, die ons de (Goddelijke) vrede aanbrengt, op hem zou komen en dat door Zijn striemen ons genezing zou geworden (geest, ziel en lichaam).
Nu gaan wij over naar het nieuwe testament. Jezus gehoorzaamde aan de opdracht van de Vader en op Golgotha heeft Hij het voor ons volbracht. Hij heeft satan met zijn heerscharen verslagen, ontwapend en openlijk tentoon gesteld en zo over hen gezegevierd. (Kol. 02:15).
Jezus heeft de dood overwonnen en Hem is nu gegeven alle macht in hemel en op aarde. Als wij dus, door de liefde des Vaders, ons leven aan Jezus (over) geven, dus Hem volgen als het Licht der Wereld, Hem gehoorzamen en Zijn geboden bewaren, (dat zijn dus de voorwaarden), dan wordt Hij een realiteit voor ons en kunnen wij beamen wat Paulus zegt in Rom. 06:06: dat onze oude mens (met zonden en ziekten) is mede gekruisigd.
2 Kor. 05:17 zegt: “Zos is dan wie in Christus is een nieuwe schepping, het oude is voorbij gegaan, zie, het nieuwe is gekomen”.
Jezus droeg ook de ziekten
Nu is het opmerkelijk, dat men over het algemeen, (ook hierbij zijn de nodige uitzonderingen), wel op grond van het Woord wil geloven, dat Jezus onze zonden op Zich heeft genomen en het eigen liet maken.
Wat de ziekten echter betreft, ofschoon dus in hetzelfde Bijbelgedeelte staat, dat Jezus ook onze ziekten op Zich genomen heeft, komt er onzekerheid, twijfel, dus ongeloof in het hart en kan men dit dus niet in zichzelf waarmaken. (Hier ziet men dus uit, dat het geloof een kwestie van het opnemen in het hart is).
Er openbaart zich hier een gevaarlijk wapen van satan. Hij wil de mens wijs maken, door aanvallen in zijn gedachteleven en in zijn lichaam, dat Jezus de ziektemachten niet heeft overwonnen.
Ook hierbij geldt hetzelfde, als bij de slang in de woestijn, de voorwaarde dat onze blik vast gericht moet blijven op Jezus Christus, de grote overwinnaar, onze genezer en Leidsman en voleinder des geloofs.
Al worden we zwaar aangevallen, dan moeten we in geloof en vertrouwen het woord des levens hanteren. Het is Gods woord tegenover de duivel met zijn trawanten, die trachten door op onze zintuigen (gevoel, gehoor, gezicht) te werken, ons geloof in de genezing te ontnemen.
Het Woord zegt: “Geef de duivel geen voet” (Ef. 04:27). “Biedt weerstand aan de duivelen hij zal van u vlieden” (Jak. 04:07). “Weerstaat hem vast in het geloof” (1 Petr. 05:09). Denk er om: Satan met zijn duistere machten zijn verslagen vijanden!
Hoe moeten wij handelen als iemand ziek is?
Wat zegt nu Gods Woord, wat er moet gebeuren als een broeder of zuster ziek is? In Markus 16 zegt Jezus: “Leg zieken de handen op en zij zullen genezen worden”. Let er wel op dat Jezus het hier heeft over de gelovigen.
In Jak. 05:14-16 staat het volgende:
“Is er iemand bij u ziek? Laat hij dan de oudsten der gemeente tot zich roepen, opdat zij over hem een gebed uitspreken en hem met olie zalven in de naam des Heren. En het gelovige gebed zal de lijder gezond maken, en de Here zal hem oprichten. En als hij zonden heeft gedaan, zal hem vergiffenis geschonken worden. Belijdt daarom elkander uw zonden en bidt voor elkander, opdat gij genezing ontvangt”.
Deze woorden van Jezus en Jacobus laten aan duidelijkheid niets te wensen
over. Zeg nooit het kan wel eens Gods wil zijn dat ik ziek ben. Als dat zo was, roep dan ook geen dokter en laat je dan ook niet de handen opleggen voor genezing, want dan zou je iets doen wat tegen de wil van God is. Dit is een absoluut foutieve gedachtegang. God kan nooit tegen Zijn woord ingaan.
De Heer kan wel dingen toelaten om ons geestelijk te tuchtigen (Hebreeën 12). Dit is tot ons nut, alsmede om ons geloof te beproeven, teneinde ons op een geestelijk niveau te brengen, waar Hij ons hebben wil. Die beproevingen (verzoekingen van de duivel) zijn als het ware geestelijke examens en kunnen wel eens zwaar zijn, al naar gelang van onze geestelijke gesteldheid.
De Heer verwacht dan van ons, dat wij vertrouwen en geloof in Zijn woord hebben en wij zullen staan als een rots in de branding. Hij omgeeft ons met Zijn liefde. Het Woord zegt onder andere:
a – Dat Zijn ogen over de ganse aarde gaan, om krachtig bij te staan, hen, wier hart volkomen naar Hem uitgaat. (2 Kron. 16:09).
b – Dat Hij ons niet zal begeven en niet zal verlaten. (Deut. 31:06; Joz. 01:53; Heb. 13:05).
c – Dat Hij niet zal gedogen, dat wij boven vermogen verzocht worden, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, zodat wij ertegen bestand zijn. (1 Kor. 10:13).
Dit zijn heilige beloften en alleen door Zijn kracht, de kracht van de Heilige
Geest – zijn wij in staat te volharden in de beproevingen. En volharding is een belangrijk iets. Heb. 10:36 zegt: “Want wij hebben volharding nodig om, de wil van God doende, te verkrijgen hetgeen beloofd is”. Het zou namelijk wel eens kunnen zijn dat na gebed om genezing en/of na handoplegging, de genezing niet onmiddellijk intreedt. Laat dan ook in zo’n geval de volgende woorden van Jezus, in Mark. 11:22-24, in uw hart gegrift staan:
“Hebt geloof in God. Voorwaar Ik zeg u, wie tot deze berg zou zeggen, hef u op en werp u in de zee, en in zijn hart niet zou twijfelen, maar geloven, dat hetgeen hij zegt geschiedt, het zal hem geschieden.
Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal u geschieden”. (Lees ook de verzen 25 en 26) .
Wat kan de genezing tegenhouden?
En nu tot slot. Welke dingen kunnen er nu nog zijn waardoor broeders of zusters niet genezen worden? Er moet dan iets zijn, wat de genezing tegenhoudt. Dat kunnen de volgende oorzaken zijn:
Ongeloof, negatieve instelling (bijvoorbeeld: ik ben nu eenmaal zwak en ziekelijk, ik wordt niet beter, steeds het openlijk belijden en klagen over de pijn en de ziekte, waardoor je de duivel voet geeft), twijfel, zonde (zie ook mijn stukje onder Jac.5), ongehoorzaamheid, onreinheid, wereldgezindheid, trots, wrok, haat, jaloersheid, toorn, oordeel (kritiek) , niet vergevingsgezind, liefdeloosheid, tweedracht, kwaadsprekerij (geroddel) , onwaarheid, oneerlijkheid, gierigheid, gebondenheid, occulte bindingen, enz.
Dit zijn dus allerlei werkingen van het vlees en zelfonderzoek is dus zeer zeker gewenst. Men dient dan zo spoedig mogelijk schoon schip te maken en zich zo nodig laten bedienen.
Ook de gemeente zelf dient zich aan zelfonderzoek te onderwerpen of een van bovengenoemde werkingen van het vlees aanwezig zijn. Hierdoor krijgen namelijk de ziektemachten vrij spel. Lees maar eens Paulus’ brief aan de Korinthiërs. Zo’n gemeente kan moeilijk geestelijk op de bres gaan staan voor een zieke of stervende.
Tenslotte de voorgangers, oudsten, trouwens allen die in de dienst des Heren staan, dienen zichzelf te onderzoeken of ze niet deel hebben aan een of meer van bovenstaande werkingen van het vlees. Ze behoren zuiver tegenover de Heer te staan, geleid door de Heilige Geest, waardoor Deze zich tijdens de bediening van zieken of andere door duistere machten gekwelden, zich ten volle in Zijn kracht kan openbaren.
“Loof de Here, mijn ziel, en al wat in mij is, zijn heilige naam; loof de Here, mijn ziel, en vergeet niet een van zijn weldaden;
Die al uw ongerechtigheid vergeeft, die al uw krankheden geneest, die uw leven verlost van de groeve, die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheid, die uw ziel verzadigt met het goede, zodat uw jeugd zich vernieuwt als die van een arend”(Ps. 103:001-005).
Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels! (Efeze 6).
Strijd de goede strijd des geloofs! (1 Tim. 06:12).
God zegene u allen!
De Bijbel, ’s werelds meest gelezen boek
Volgens een zo gulst door de UNESCO gepubliceerd onderzoek is de Bijbel het meest gelezen boek in deze wereld. Vorig jaar werd de Bijbel in 286 talen vertaald. Op de tweede plaats volgen de werken van Lenin.
God hééft gegeven door Jan W. Companjen
“De ziel van Jonathan werd verknocht aan die van David; en Jonathan had hem lief als zichzelf” (1 Sam. 18:01b).
Op de drempel
We hebben dit keer een tekst genomen uit 1 Samuël 18, omdat we in dat gedeelte ook op de drempel staan van een Koninkrijk dat komende is. We willen dit belichten omdat daarin een ernstige waarschuwing verborgen is. Omdat te zien willen wij de mens Jonathan eens aan u voorstellen.
Hij is zonder meer een geweldige dappere krijger, die durft op te trekken op gezag en met de hulp van God. Als daar de legers, van zijn vader Saul en de Filistijnen, tegenover elkaar liggen, trekt hij er met zijn wapendrager in zijn eentje op uit.
Hij maakte een afspraak met God en viel een heel garnizoen van de Filistijnen aan. Hij beklom daartoe een berg op handen en voeten, maar veroorzaakte zo’n slachting dat het hele Filistijnse leger op de vlucht sloeg. Alles was in verwarring, mede doordat God een hevige aardbeving gaf, die de schrik onder de Filistijnen nog groter maakte.
De overwinning zou volmaakt zijn geweest, als Saul niet zo’n vreemd bevel had uitgevaardigd, dat men niet mocht eten zolang de strijd duurde. Door de verzwakking van de Israëlieten wisten vele Filistijnen te ontkomen. Jonathan was echter fris en keek helder uit zijn ogen. Hij had het bevel van zijn vader niet gehoord en had tijdens de strijd honing gegeten. Het kostte hem bijna het leven, maar doordat het gehele volk voor hem instond, werd het door zijn vader uitgesproken doodvonnis, niet uitgevoerd.
Jonathan had inzicht
Dit is één van de verhalen rond Jonathan en zijn vader Saul. Uit alles blijkt dat Jonathan een moedig man is. Hij is een echte koningszoon met visie én hij is geestelijk. Hij heeft inzicht in de dingen die komen gaan. Hij zag al heel gauw dat het Gods wil was dat David de komende koning zou zijn.
Hij was geen man die tegen het koningschap op zag, neen, hij was blijkens
2 Sam. 01:23 sneller dan een arend en sterker dan een leeuw. Hij had inzicht en zag dat zijn vader het type was van één door het volk gewilde koning. Hij zag het foute in al de systemen van zijn vader en zag de goede dingen bij zijn grote vriend David.
Jonathan vond in David een man die ook op God vertrouwde en ook niet weg liep voor grote en kleine Filistijnse legers. Hun grote vriendschap begint dan ook al direct na het verslaan van de reus Goliath. Het is iets groots als Jonathan ziet dat een nieuwe gezalfde die grote reus verslaat. Hij ontdoet zich van zijn prinselijk kleed, van zijn wapenrok, ja zelfs van zijn zwaard, boog en gordel. Hij erkent vanaf dat moment David als zijn meerdere.
Dan volgt er eerst nog een fijne tijd voor die twee. Hun vriendschap en gezamenlijke beleving is geen bevlieging, ze zijn één van Geest. Jonathan (zijn naam betekent: “God heeft gegeven”) doet zijn naam eer aan en hij ontvangt zijn vriend David dan ook als een geschenk van God.
De grote verandering
Dan komt er een grote verandering. David valt in ongenade bij Saul. Hij heeft helemaal niets verkeerds gedaan, maar de geesten botsen, komen met elkaar in strijd. Het draait uit op een radicale scheiding. David vlucht en komt in de woestijn terecht. Een klein groepje trekt met hem mee.
Zij trekken met David mee van heg naar steg, wetende en vertrouwende dat het door God bedoelde plan volvoerd zal worden. Uiteindelijk worden het er 400. Het zijn zo te zien niet de besten. Het waren mensen met schulden, zij waren verbitterd of hadden andere moeilijkheden.
Kortom, allemaal mensen die in een nieuw begin geloofden en daarom alles hadden losgelaten en achtergelaten. Een allegaartje, maar elkaar opbouwend voor een nieuwe toekomst.
Zij zijn de bestuursleden voor de tijd die komen gaat. Ze zijn eendrachtig en trouw. Velen zullen het niet met hun eens zijn. Zij zullen zeggen: Daar zit je nu, afgezonderd van de wereld, eenzaam en een veracht hoopje ontevredenen. Was een beetje meer meegaand geweest. Had wat meer begrip gehad voor die mensen die nog aan het systeem Saul verbonden zitten. Dat was toch veel beter geweest. Dan had je daar kunnen prediken en evangeliseren en zielen winnen. Nu zit je daar uitgerangeerd in de woestijn….
De nieuwe tijd
Zij zien niet in dat bij de groep van 400 man de nieuwe tijd al begonnen is. Zij zien niet in, dat er tijdens de strijd gegeten en opgebouwd moet worden op de wijze zoals de Geest Gods dat vraagt. Ook Jonathan, de beste van alle achterblijvers, komt niet tot die overtocht. Hij blijft aan het hof van het koninkrijk dat op zijn ondergang wacht. David zou Jonathan geweldig hebben kunnen gebruiken, zij waren het daar zelfs samen over eens, dat Jonathan direct de tweede man achter David zou zijn. Maar Jonathan kon de overstap niet opbrengen. Hij bleef aan het oude hof.
Ook daar doet hij wel een goed werk, onder andere door zijn vader de waarheid te zeggen. Hij zegt ronduit tegen zijn vader dat David de komende koning zal zijn. Het loopt er zelfs op uit dat Saul, in een woede-uitbarsting een speer naar zijn zoon gooit. Maar ondanks alles, ondanks dat hij weet dat een boze geest het huis van zijn vader beheerst, blijft hij aan die tafel zitten.
Sterke natuurlijke banden verhinderen hem de weg te gaan die de Geest des Heren van hem vraagt. In het geheim zoekt hij zo nu en dan zijn vriend op in de woestijn. (Lees daarvoor eens 1 Sam. 23:14-18). Zij versterken elkaar, sluiten weer een verbond, maar Jonathan gaat terug naar zijn huis. Het is in wezen een tragische zaak. Jonathan is zeer goed op de hoogte met de dingen die komen gaan. Hij weet dat er maar één toekomst is die in overeenstemming is met de wil des Heren en dat is de komst van het Koninkrijk Gods onder leiding van Koning David, dat is Jezus Christus. Hij weet dat alle andere vormen van koningschap, zoals de mens zich die heeft gevormd, zullen ondergaan. De strijd zal steeds heviger worden en het is nu de tijd van kiezen, maar Jonathan keert terug naar het oude. Toen koning Saul viel was Jonathan nog bij hem en hij viel mede in de strijd tegen de Filistijnen. Jonathan – God heeft gegeven – was gevallen en dat enkel en alleen omdat hij niet deed wat hem geopenbaard was. Hij miste zijn geweldige toekomst door vast te houden aan het oude.
Vernieuwing van denken
Lezers en lezeressen, ik wil u er ernstig op wijzen dat wij allen die in het Koningschap van Jezus Christus geloven, in de schoenen van Jonathan staan. Het oude, de oude systemen, gaan onder. Een nieuwe tijd breekt aan. Jezus Christus roept u om achter Hem aan te gaan. De woestijn in, om door Hem onderricht te worden. Daarvoor hebben wij de doop in de Heilige Geest nodig. De ontwikkeling voor dat nieuwe Koninkrijk is een groei van binnenuit. Daarvoor hebben wij inzicht, openbaring en vernieuwing van denken nodig. Daarvoor is opbouw nodig. Zoals het leger van David werd opgebouwd in de woestijn, zo moeten ook wij samen opgebouwd worden.
Er is een soort opbouw waarbij de mens steeds op zijn fouten wordt gewezen, dat geeft alleen maar mensen met schuldgevoelens die klein blijven en nooit opwassen tot leiders, zoals die door David in de woestijn gevormd zijn.
Goede opvoeding is, de mens aankleden en krachtig maken en dat is de wil van God. Vrome geesten willen dat de mens dom blijft.
Kijk maar eens om u heen hoe die machten hebben huis gehouden.
Koningen en priesters
De Schepper van hemel en aarde wil, dat wij mensen worden zoals Hij het bedoeld heeft, namelijk gelijk aan het beeld van Christus. De geestelijke mens wordt niet gebouwd op domheid en gebondenheid, maar op wijsheid en vrijheid.
Dat geeft inzicht en de mogelijkheid tot goed en recht opgroeien. Wij zijn in Christus als wij in Zijn Geest gedoopt zijn. Wij zijn door Zijn Geest tot één lichaam gedoopt en wij mógen ons, aan de waarheid houdende, opwassen tot zonen Gods.
Tot koningen en priesters, die in het komende Koninkrijk van God zullen functioneren tot eer en glorie van Zijn Naam.
De mens, die zo in Christus opwast, zal Zijn beelddrager worden. Hij vraagt daarvoor aan u en mij om Hem te volgen en niet langer aan de tafel te blijven zitten van koningen en koninkjes die ons niet verder kunnen brengen .
Nogmaals: innerlijke groei is de weg die ons zal leiden naar de volle waarheid. Ik wil daartoe allen oproepen die achter Koning Jezus aangaan en die zich in de woestijn bevinden. Ga rond Koning Jezus staan, leer van elkaar en bouw elkaar op in het geloof. Houd op met afbraak, maar herstel de muren van de stad Gods en begin daar waar u staat. Ik wil bij die woestijntroep horen omdat ik weet dat daar het volk, de bestuurders van de toekomst, gevormd worden.
Ik ben niet bang voor de toekomst, maar wil veel leren en inzicht krijgen, want daartoe is de Geest Gods u en mij geschonken.