Een volk van priesters Exodus 19:5-6

 

Het woord Exodus betekent: uittocht, een mooiere betekenis is: ‘uitweg’. Dat is wat dichterbij je en dat spreekt ook meer aan.

B.v. : ik zie een uitweg. Maar daar gaat het nu niet over. Kijk eens naar vers 5 en 6: Nu dan, zegt God, als je aandachtig naar Mij luistert en Mijn verbond bewaart, dan zul je uit alle volken Mij ten eigendom zijn, want de hele aarde behoort Mij. En jullie zullen Mij een koninkrijk van priesters zijn, een heilig volk.

Dit moest Mozes tegen de Israëlieten zeggen. Wat valt je nu op in deze verzen? Wanneer ben je een koninkrijk van priesters? Als je luistert! Kunnen wij dat? En het verbond bewaren. Dàn pas ben je een koninkrijk van priesters. Trouwens een mooie uitdrukking: een koninkrijk dat bestaat uit priesters. We zingen dat zó gemakkelijk.

Ik wil het vanmorgen eens over dat priesterschap hebben. Petrus noemt het en haalt deze tekst aan, en in Openbaring wordt het vier keer met nadruk gezegd tegen de hele gemeente.

Dus: ‘indien’, dàn ben je een koninkrijk van priesters, en het geldt hier voor dat héle volk. Dat hebben de meeste kerken totaal verkeerd uitgelegd, want het gaat hier over een heel volk van priesters. Allemaal hebben ze die functie. Dus niet een hele  speciale groep, of de zogenoemde priesterkasten. Ook niet een speciale broederraad die een priesterlijke functie heeft. Of een priesterteam. Noem maar op. In de septuagint staat hier iets heel aparts, nl. ‘jullie zijn een volk Mij ten eigendom’. In de verschillende vertalingen wordt gesproken over: een heel apart volk, in de dubbele betekenis van het woord, nl: een eigenaardig volk. Dat klopt, want wij hebben onze eigen aard. En een apart gesteld volk. En waarom is dat volk apart gesteld? Nou, zegt God, dan kunnen jullie op de aarde tot zegen zijn. Dat is mijn plan.

Het Hebreeuwse woord voor priester is: Cohen. (Je zal burgemeester zijn en Cohen heten). Maar je moet eigenlijk zeggen: coheen, en dat is gemaakt van het werkwoord staan. En zo wordt het woord priester gewoon vertaald met:     ‘die voor God staat’. Dat geldt voor mannen en voor vrouwen. De vraag is dus: wat doe je daar? Het Griekse woord voor priester betekent ‘iemand die heilige handelingen verricht’.  Nou, als ik dat soms zie bij bepaalde kerken…..Wat een poespas! Die ceremoniën, die liturgieën, die voorgekauwde gebeden uit boeken voorgelezen. Speciale kleding, want je moet je toch als priester onderscheiden van het normale volk, niet waar?

Het is zó verworden, net zo erg als in de dagen van Jezus. Hij had ook met speciale priestergroepen te maken, waarin Zijn grootste tegenstanders zaten.

Je kon tot priester gewijd worden. Daar zijn ze in het Oude Testament mee begonnen. Priesterwijding. En het is grappig dat in het Hebreeuws een uitdrukking bestaat voor priesterwijding, wat betekent: ‘de hand vullen’. Priester-wijding moet je helemaal ontdoen van allerlei plechtige bezweringen. Het is gewoon ‘de hand vullen’. En mijn kinderhand is gauw gevuld. Daar ben ik zo blij mee. En hoe gebeurde dat? De kern zal ik noemen. Er werden 2 schapen geslacht, wat altijd wijst op het offer van Jezus, (er zitten 2 kanten aan, vandaar 2 schapen). En dàt staat dus centraal in je bediening, in je bezigheden, het offer van Jezus. Als je dat uit het evangelie haalt, dan haal je de kern uit je bestaan, de kern uit het evangelie. En die tijd gaan wij tegemoet, en Jezus heeft er voor gewaarschuwd. Hij zegt: ‘Als je ziet dat de verwoesting wordt opgericht in het hart van de tempel, dan is het mis. Daniël spreekt er ook over. Hij zegt: ‘Ja, het dagelijkse offer stopt. Als dat eeuwig geldige offer er uit is, dan hebben de mensen de kern uit het evangelie gehaald’.

Er werden dus 2 schapen geslacht. Dat bloed sprenkelden ze overal over,  maar ze hadden een schaaltje met bloed, en dan raakten ze daarmee van de mensen, die gewijd werden, de rechter oorlel aan, en de duim van de rechter hand, en de grote teen aan de rechter voet. Dat zijn mooie zinnebeeldige handelingen. Maar waarom alles rechts?

Als je het woord recht of rechts in het Engels vertaald betekent dat: ‘right’, dus ‘juist’. De rechte weg is de juiste weg. Maar waarom rechts? Nou, er staat een hele leuke uitdrukking, die ik wel eens een keer naar een politicus wil schrijven, in Prediker 10:2 staat: de geest van een wijze richt zich naar rechts, maar de geest van een dwaas naar links. Dat kun je beter niet in de tweede kamer zeggen.

Maar hier zit een diepe betekenis achter. De geest van een wijze richt zich naar rechts, dat betekent: ‘naar iets wat juist is. Het woord ‘wijs’ komt ook van het werk-woord: ‘wijzen’. Iemand de juiste richting wijzen. Waarom nou dat oor?  Dat is heel simpel, daarmee hoor je. Heb je oren om te horen? Geestelijke oren? En niet alleen naar God luisteren, als je het kunt. Maar ook wat de Geest in de gemeente zegt, wat je zo hoort. En kun je ook naar mensen luisteren? Sommigen kunnen dat echt niet. Die komen onmiddellijk met hún verhaal, de beruchte ‘me too button’. Kun je door de woorden van mensen heen luisteren?

De rechter duim slaat op je handelingen. Dus wat je doet. Die heilige handelingen. Het gaat ook over de ‘handelingen der apostelen’, en niet over hun gepreek en hun meditaties. Maar het gaat over wat ze gedaan hebben. Want preken kan iedereen wel.

En die grote teen? Dat is de bereidheid om het evangelie te vertellen. En wat heb je aan die voet? Ik vind het zo leuk dat Jezus zegt: ‘je hoeft geen portemonnee mee te nemen, maar wel sandalen. Waarom? Als je sandalen hebt, betekent dat, dat je een vrij mens bent. Want slaven liepen op blote voeten, daar kon je het aan zien. Laat maar zien dat je een vrij mens bent en geen slaaf meer.

Na de wijding werden die mensen gezalfd met olie. Er staat in Psalm 133: ‘op het hoofd’. Waarom nou op het hoofd? Het gaat over de gedachtenwereld, dat je doordrenkt raakt met de gedachtenwereld van God. En dat gebeurt niet in een week. Rijk worden in Gods gedachtenwereld is een langzaam proces. Je graait dat niet naar je toe maar je overweegt het, je overdenkt het en zo raak je langzamer-hand, ze zeggen: vervuld met Gods Geest, dat is ook zo’n uitdrukking, maar het betekent: vervuld raken van Gods gedachtenwereld. Anders kun je nooit de gedachtenwereld van de boze vermorzelen. Dus, het is een langzaam, maar prachtig proces. Wandelen doe je niet snel, want dan zie je niets meer van de omgeving. Dáárom word je met de Geest gedoopt. Je krijgt het levens-beginsel van God, heel klein, in je.

Ik heb gisteren een cartoon gemaakt van een hele grote stevige muur, en er staan allemaal woorden op: overwinning, blijdschap, sterkte, kracht…. Wat hebben we tegenwoordig nog meer voor kreten. Groot, groter, grootst, we kunnen alles! Woorden, woorden, woorden! Wat moet ik daarmee. En daarnaast heb ik een heel klein plantje getekend met nog maar 2 blaadjes, en daar heb ik onder ge-schreven: woordje! Dat is voor mij het verschil tussen Babel en Jeruzalem; tussen al dat geklets en het waarachtige leven, dat zich ontwikkelt in een kostbaar mens.

Aan priesters werd heel veel toevertrouwd nl. de tempelschatten. Hier zitten zoveel tempelschatten, dat is niet te geloven. Ja, zó kijkt God naar ons. Schatten van mensen, Mijn tempel. Dat kan Hij ook met je delen. De zorg die je aan elkaar besteedt, dan ben je goed bezig in de tempel. En een hoop mensen doen dat, dat weet ik. Heel veel in het verborgene, dat vind ik zo prachtig. Jezus noemt ze schatten. Hij noemt ze ook de geheimen van Mijn koninkrijk. Hij zegt: ‘Mijn Vader heeft het waard geacht om dit hele kleine groepje mensen de geheimen van Zich-zelf toe te vertrouwen, omdat zij Zijn geheim kunnen bewaren. Dat geheim bewaar je en dat laat je alleen zien aan mensen die je totaal vertrouwt.

Cohen, die voor God staat. Je kunt op twee manieren voor God staan, en de meesten kiezen voor de aanbidding. Eindeloze aanbidding. Ja, dat kun je wel doen, maar ik denk dat Mariet het niet leuk zou vinden als ik haar de hele dag zou aanbidden. Dat word je toch zat? Nee, doe eens gewoon. Maar voor aanbidden staat er in het Grieks ‘toe kussen’. Dat moet je natuurlijk ook niet de hele dag doen.

Maar tegenwoordig prijzen ze God weet ik waar naar toe, zo erg, denk ik wel eens, dat ze geen kontakt meer met Hem hebben. Ze raken helemaal in een roes.

Dat God op een gegeven moment zegt: oké, dat weet ik, maar draai je nu eens om priesters. Omdraaien? Ja! En je draait je om en wat zie je dan? De wereld in nood. Kijk dáár eens naar. Want dáártoe heb ik je geroepen om dáár eens naar te kijken. En je zult merken dat, als jij je toedraait naar die arme, zuchtende schepping, dat Ik achter je sta. Je staat nl. vóór God en Hij staat achter je, en dat vind ik nou zo mooi als priester: ‘die voor God staat’.

Dus priesters staan tussen God en wereld. Zo lief heeft nl. God de wereld, dat Hij – en nu geef ik er een draai aan –  Zijn eerst-geborenen geeft, opdat iedereen, die hen gelooft, eeuwig leven krijgt. Zodat Jezus niet de eerste en de enige is, maar dat wij, de eerstgeborenen, geroepen zijn om de schepping eeuwig leven te geven. Te voeden. Dát is nou jouw roeping. Dus hou op over een speciale roeping ergens in Nepal, nee, het is rondom je. Jezus is ook niet de hele wereld door gecrost. Hij zegt: Ik begin bij het moeilijkste punt, de kerk die tegen Me is.

Zo lief heeft God de wereld dat Hij jou geroepen heeft. En dan handel je, en je luistert, en je beweegt je voeten. Je loopt namens de Vader en de Zoon. In de Geest wandel je, dat is in Hun gezindheid. Je bent zó vol barmhartigheid. Daar ga je, weldoende.

Wij hebben die Geest ontvangen om de wereld te overtuigen van zonden, gerechtigheid en oordeel. Want er staat geschreven dat de Geest dat doet. Ja, maar als die Geest werkzaam is in jou, dan ben jij bezig om de wereld te overtuigen van zonde: ‘dat is zonde, en dit is de  gerechtigheid die wij prediken en de scheiding daartussen is het oordeel.

Dat doe jij! Dat zijn nou nog eens heilige handelingen zeg! Iemand vergeven, dat moet je eens doen. Maar ja, als je het tegen de verkeerde zegt, dan stoot je je neus. Stel dat je tegen iemand zegt, zoals Jezus dat ook nogal eens deed: ‘je zonden zijn je vergeven’. Dat zo iemand dan zegt: ‘Wat, hoezo zonde?’ Geef mijn portie maar aan fikkie. ‘Ik zondigen?’ Ik kan diegene dus niet overtuigen van zonden. Dat lukt me niet, dus dan houd ik mijn mond maar. Want tegenwoordig is haast niets meer zonde. Ze kletsen zich overal uit.

Vergeving van zonden. Biedt ze het maar aan. En als ze het opeten dan zeg je: ‘en de dood is ook overwonnen’. Jij vertelt ze dat. ‘Je gaat niet meer dood hoor!’

De denkwereld van de boze, die dit allemaal bedacht heeft, ga jij ontkrachten. Op goede gronden.

De priesters van toen wisten ook wat rein en onrein was. Dat zouden wij niet meer doen. Al die arme beesten die onrein ver-klaard werden. Er zijn mensen die daar nog aan vast zitten en geen varkensvlees eten.

Maar zij wisten wat rein en onrein was. Jij mag dus rein maken. ‘Jullie zijn rein’, zegt Jezus, ‘omdat Ik het zeg’. Zo! Die bevoegdheid heb jij gekregen dat je iemand rein mag verklaren. Mijn vrouw en ik hebben dat verscheidene keren gedaan, naar elkaar, maar ook naar mensen die vuil waren en zich smerig vonden. Verklaar ze maar rein namens je Vader. Dan moet jij eens kijken hoe iemand, die pas gewassen is, er uit ziet. Dat is zó mooi.

Maar ‘rein’ heeft nóg een betekenis. En daar moeten wij wel eens voor oppassen, nl. onvermengd, puur, dàt is het . Er is een ander woord voor onvermengd: ‘onvervalst’. Met wat voor leringen kun jij de leer, die wij hebben, nog vervalsen? Er zijn heel wat rare insluipsels. Ik ben nog steeds bezig om rare ideeën kwijt te raken. Maar dan moet ik eerst een beter idee hebben. Dan wordt het langzamer-hand steeds puurder. Ja, maffe ideeën heb ik gehad, van kind zijn af, maar ook in wat dan volle evangelie heet. Wat een rare ideeën waren er in geramd! Krijg je nou een beter idee, dan trap je die andere weg. Ja, wat er aan rare insluipsels in evangelische kringen zit…..dat wil je niet weten.

Wat deden de priesters nog meer? Zij onderwezen de Thora. Thora is niet zozeer ‘Wet’, het betekent: ‘onderwijzing, leren’. En wat leert ons de Thora? Die leert je, in wezen, te leven! Iemand leren leven! Dàt is wat? Dat is een uitlegging van de uitspraken van de profeten. Dáár hebben de profeten steeds ook op gewezen, en Mozes ook. In verband met de Geestesdoop zegt Jezus: ‘Toen opende Jezus hun verstand, zodat zij de schriften begrepen!’ De profeten zelf begrepen het niet wat ze zeiden. Dank zij de Geest, want dat is een leraar, een onderwijzer, begrijpen wij het wel, Hij leert  ons te leven!

O, nou snap ik wat er staat, wat mooi! Want in Psalm 119:130 staat: ‘Het openen van Uw woorden verspreid licht’. Een hoop mensen denken: ‘Als ik de bijbel opensla dan komt er a.h.w. licht vanuit het openen van Uw woorden’. Maar het openen van Uw woorden wil zeggen dat je achter de betekenis van woorden komt, en dan zeg je: ‘Ja, nu snap ik het’. En licht is altijd een beeld van liefde hoor!. Je komt achter de verborgen betekenis van woorden. In den beginne was het woord, en je komt langzamerhand achter de verborgen betekenis van dat schitterende woord. Want welk woord was dat? ‘Licht’. Dàt is het woord. ‘Licht’. En dat is het prachtigste beeld van liefde wat je bedenken kan.

Wij zijn lichtdragers oftewel liefhebbers. Jezus zegt: ‘Leer eens lief te hebben’. Het grote, alles vervullende gebod, – gebod betekent ‘aanbeveling’ – is: ‘Hebt elkaar lief’.  En blijer kun je de Heer niet maken. Je kunt preken wat je wil en kletsen wat je wil en zingen wat je wil, de voering uit je strot, maar Jezus zegt: ‘Maak Mijn blijdschap nou eens helemaal volmaakt door van elkaar te gaan houden’. En dat is nou alles.

Wat ik net noemde, wat je iemand aanbiedt, dat is de vergeving. Vergeven betekent letterlijk ‘weggooien’. Je vergeeft en het is weg. Je hoeft het niet te vergeten want het is wel gebeurt, maar het werkt niet meer. Net als met littekens, op het moment dat je een wond krijgt, doet het erg veel pijn. Op den duur wordt het een litteken, maar het doet geen pijn meer. Dus als ik ooit eens dood ga, dan weet ik best wat mij allemaal overkomen is in mijn aardse bestaan, mijn geheugen valt niet uit, maar het doet geen pijn meer.

Had Jezus littekens? Ja toch? Waarom heeft Hij ze niet weggetoverd in z’n handen en in z’n zij? Dat is toch ook een traumatische ervaring geweest? Snap je nou waarom Thomas dat wilde zien? Dat Jezus geen toverdokter was, maar een mens die geleden heeft, en daaruit, weliswaar met littekens, tevoorschijn is gekomen, en Zijn identiteit bewaart en vastgehouden heeft.

Vergeving, reiniging, en na de reiniging komt de verzoening. Verzoening met God. Dáár ga je vanuit. Hè, we zijn weer bij elkaar. Er is niets meer tussen ons. Dat betekent ‘verzoening’. Dat komt van het woord ‘zoen’.

Wie kent de uitdrukking ‘de zoen van Delft?’ Dat was vrede. Dat was een verbond dat werd getekend. Zoen betekent dus vrede. Je zoent elkaar niet als je niet van elkaar houdt. Als je dat tòch doet, dan verraad je elkaar.

Daarom zegt Jezus tegen Judas: ‘Verraad jij me met een kus?’ Snap je nu de verbazing van Jezus? Want Judas had ook even kunnen wijzen. Dus geef elkaar nooit een Judaskus.

Die verzoening met God, zodat er niets meer tussen zit, dan is God zo blij dat je weer bij Hem bent.

Maar nu komt nog een stap: ‘De verzoening met jezelf’. Daar kun je een hele preek over houden, maar ben ik met mijzelf verzoend? Vind ik het goed dat ik ben die ik ben, of had ik graag een ander willen zijn? Of beroemd willen zijn, of bekend. Heb ik nog eer van mensen nodig? Kijk mij eens, zo origineel zeg!….

Maar alle originele gedachten die ik heb, heb ik van een ander! Ik heb het allemaal geleerd van mijn Vader in de hemel. Echt waar. Als er iemand tegen mij zegt: ‘Goh, wat een mooie gedachte’, dan heb ik dat gekregen, heel simpel. Alles wat je geleerd hebt, heb je van een ander. Eén en één is twee, dat weet je nooit uit jezelf. Ik zeg dit maar, want sommigen doen net alsof ze iets heel origineels hebben.

Maar wees maar nooit een ander, want je komt jezelf tegen en dan moffel je jezelf weg, dat doe je toch niet? Verzoen je met jezelf. Het heeft lang geduurd voordat ik durfde te zeggen: ‘Ik ben Duurt Sikkens en het bevalt me best’. Jongeren hebben daar minder moeite mee, maar wij komen uit een andere denkperiode.

Priesters worden in de Openbaring ook oudsten genoemd. Van dat woord hebben ze ook al weer ambten gemaakt. Dat is toch zonde, want de hele gemeente bestaat uit oudsten! Wat is dàt dan voor een vogel, eh, voor een meneer of mevrouw?

Altijd wordt de gemeente van Jezus Christus bedoeld. Zij zijn niet namens de gemeente maar zij zijn de gemeente. De hele club bestaat uit priesters en oudsten. Want wanneer word je oudste? Het woord ‘oud’ komt van een werkwoord – je zou het niet willen geloven, maar het klopt precies – en dat betekent: ‘voeden’. Dus een ouder is een voeder. Een opvoeder. Dan ben je dat, tenminste, als je zelf opgevoed bent hoor. Want dat is natuurlijk wel een voorwaarde.

Een ‘ouder’ is dus een opvoeder, man en vrouw. Dus oudste is geen ambt, het is een bezigheid. Je bent eerst zelf opgevoed, en daarna kun je voeding geven. Eerst in de gemeente, daar leer je dat allemaal, en daarna naar buiten, om zo Zijn schepping te voeden, te verzorgen. En wat geef je ze dan? Je geeft ze dan levend water en hemels brood. Je zet de gemeente en alles wat daar buiten is, op water en brood. Dat zijn de levens-voorwaarden om te leven.

Maar sommigen doen toch raar. Die willen geen water, maar dat moet cola zijn en prik en breasers e.d. Er moet altijd wat toegevoegd worden aan die boodschap om het geweldig te maken. Om er iets speciaals, een kledingstuk b.v. aan toe te voegen zodat het lekker is.

Ik wil je wel vertellen dat als je een keer flink dorst heb gehad, dan wil je geen prik en geen breasers, maar dan wil je water. Helder water is zo lekker!  En brood is genoeg. Moet er nu allerlei soorten beleg op? Moet de dienst leuk gemaakt worden? Een opgeleukte kerkdienst? Houd er toch mee op.  Vroeger had je beatmissen in de roomse kerk. Men kwam dus voor die beatband. Niet voor die priester, die hield z’n preekje dan ook héél kort. Daar was geen bal aan.

Ach, Jezus had dat helemaal niet nodig. Dan geloof je nl. niet in de kracht van water en in de kracht van brood.

Oudste heeft niets met leeftijd te maken. Je kunt hele oude mensen hebben die hele domme opmerkingen maken, dat kan. Ik ben 69, maar ik ben nog steeds een jochie hoor. Echt waar. Zo beschouw ik mijzelf.  Dus het is niet: ‘hoe ouder hoe wijzer’. Echt niet hoor. Het is: ‘Hoe wijzer hoe meer je ouder bent’. Wordt eerst maar eens wijs, en groeiend in die wijsheid word je een ouder, die kan voeden.

Je staat dus, als man of vrouw, tussen God en de wereld in als priester. Je verricht je handelingen namens Jezus.

Als je alleen maar gemeentegericht bent, ontzettend introvert, alles voor de gemeente, dan ben je het doel uit het oog verloren. En dat is afschuwelijk. Dan word je een sekte: ‘ònze club’. Een beetje ziek is dat, dan krijg je inteelt. Je hebt dan nl. geen oor en geen oog meer voor de wereld.  Jezus zegt: ‘Ik heb je gezonden in de wereld, gelijk Mij de Vader zendt, zend ik ook jullie’. Ga de wereld maar in, voeding genoeg, vertel het ze maar.

Ik merkte ook in de liederenbundel dat er heel weinig liederen gericht zijn op het ‘naar buiten gaan’. De meeste zijn gericht op aanbidding, naar binnen, maar niet naar buiten toe.

Zoek ze maar op die het evangelie waard zijn, dan kun je tenminste wat geven. Dat zijn nl. de verloren schapen van Israël. Het zijn de verloren christenen, ik bedoel hiermee te zeggen dat God die mensen is kwijt geraakt. Of ze zijn Hem afgejat, of ze zijn verleid. Zoek ze maar weer op, zegt Jezus. Daar krijg je een neus voor hoor. Soms zie je het ineens. Je moet geen voorbede voor de wereld doen. Waar slaat dat op? Helpt dat trouwens? Jezus zegt heel simpel: ‘Voor de wereld bid Ik niet’. Maar waar bidt Hij dàn voor? Hij zegt: ‘Ik bid voor jullie dat je uitkijkt voor de verzoekingen, om naar links te gaan, als je snapt wat ik bedoel, en dat jij je geloof behoudt’. Niet dat dappere geloof zo van: ‘ik ben een held’. Nee, dat je blijft geloven in de kracht van het woord, en dat ben Ik. ‘Dat bid Ik voor jullie’, zegt Jezus, ‘dat jullie overeind blijven’. Voor de wereld bid ik niet, dat heeft helemaal geen zin.

Ja, zegt men, maar we hebben Maria, die doet toch voorbede. Ach dat arme mens. Dat heeft ze nog nooit gedaan. ‘Ja, we hebben speciaal heiligen, die doen ook voorbede’. Ook niet. Je hoeft ook niet tegen Jezus te zeggen: ‘Wilt U voor mij bij de Vader vragen of dat of dat gebeurt’. Jezus zegt hierover: ‘Dat hoef je niet meer te doen, de Vader Zèlf heeft je lief, vraag het Hem zelf, als je wat vragen wil’.

Doet de heilige Geest voorbede voor mij? Wat moet ik me daarbij voorstellen? Ook zo’n vreemde uitleg. De heilige Geest woont in jou! Je staat met de rug naar God toe en dan moet jij eens kijken wat er gebeurt. Je hoeft daar ook niet al je overtuigingskracht achter te zetten.       Het woord overtuigt. Ga eens geloven in de kracht van het woord wat jij uitspreekt.

Hebreeën 1:3b zegt: ‘die alle dingen draagt door het woord Zijner kracht’. Dat woord! Ga eens geloven in wat je zelf zegt, tenminste, namens Hem!

Daar heeft Jezus voor gebeden, dat we vasthouden wat we gekregen hebben, waar onze hand mee gevuld is.

Weet je welke apostel het woord ‘wereld’ het meeste noemt? Ik heb het eens geteld, het is Johannes in zijn evangelie. Ik telde zestig keer. Vandaar dat hij zichzelf ook oudste noemt in één van z’n briefjes. Hij dacht: ‘die wereld moet gevoed worden’.

Ik ben gekomen in de wereld om ….

Ik ben gezonden in de wereld om…..

Ik ben als een licht in de wereld gezet om…. Dat is mooi! Jezus zegt ergens: ‘om te behouden, om ze te helpen’.

Ik vind dat wel een leuke kreet voor het Leger des Heils. Ze zeggen daar: ‘Ik ben gered om te redden’. Anders zit je alleen maar aan zelfbevrediging te doen.

Maar gered om te redden is ook óns werk, al moet ik zeggen dat het overtuigen van zonde ons niet altijd in dank zal worden afgenomen. Echt niet. Jezus zegt: ‘ze zullen je haten, want ze hebben Mij ook gehaat’. Ergens anders zegt Hij: ‘Kijk uit voor de mensen’, en ‘Ik zend jullie als schapen onder wolven’. Nou nou! Noem je dàt een herder? Ze vreten me op! Nou, ze hèbben Jezus ook opgevreten hoor! Ze hèbben ook verscheidene apostelen opgevreten! Of niet? Denk eens aan de vervolgingen. Jezus zegt: ‘Je bent zo kwetsbaar als wat’.

Als ik naar vogeltjes kijk in de tuin, dan zie ik dat ze wat oppikken en daarna alsmaar om zich heen kijken. Geen gevaar meer? Weer wat pikken. Zij zijn altijd op hun hoede. Heel verstandig, van die vogeltjes kun je veel leren.

Maar dat is ons werk. Vertel ons evangelie maar. Sleep ze niet naar de gemeente in Kampen hoor, dat gesleep en getrek aan mensen. Niet doen hoor, breng ze het evangelie en dan mogen zij zelf beslissen of zij zich ergens bij aansluiten. Op de gekste plekken breng je dat evangelie. Jezus verloste een krankzinnige man, die vroeg of hij met Jezus mee mocht. Nee, zei Jezus, blijf maar, want het feit dat jij hier loopt is een levend getuigenis voor al die mensen die jou alleen maar als volkomen ‘knots’ hebben gekend, en nu ben je normaal. Als dàt geen getuigenis is? Jezus geloofde dat het wel goed komt met die man. Loslaten is een grotere kunst dan vasthouden. Dat weet je hè? Sleep ze hier dus niet heen, maar geef ze wat. Niet teveel de blik naar binnen richten maar naar buiten! Want als je zó bezig bent om de wereld van gedachten te doen veranderen, dan doe je dat vanuit God, vanuit de hemel.

Ons evangelie gaat van boven naar beneden en haalt de mensen van beneden naar boven. Het is een heerlijk evangelie, met je gezalfde gedachten-wereld, met je gezalfde oren, je ogen. Je leert weer kijken. Je handen en je voeten te gebruiken. Dàn ben je goed bezig, dan ben je een priester. Ik denk dat dan de barmhartigheid van God gestalte krijgt in jou.

Dat God zegt: ‘Tjonge, hoe kan ik de mensen laten merken dat Ik goed ben’.

Dan zoekt hij kinderen, dat betekent ‘degenen die uit Hem gekomen zijn’; Die uit Zijn gedachtenwereld tevoorschijn zijn gekomen.

Maar we zijn toch ‘koningen?!!’ Man, hou je mond, ik wou dat je het in je daden en in je gedachten was. Want het woord ‘koning’ is afgeleid van het woord ‘kind’. Onthoud dat maar goed. Wéér wat geleerd.

‘God, wie bent U?’ O, zegt God, kijk maar naar Mijn kinderen. Vraag het ze maar.

Ken je die reclame van: “Ik zoek de Rabobank?”.  ‘Ja, hier’. “Weet jij waar de Rabobank is?” ‘Ja, hier’.

Waar is God? Durf je het te zeggen: ja, hier. Dan ben je dus goed bezig. Dan heeft de barmhartigheid Gods in jou gestalte gekregen.

Het woord ‘barmhartigheid’, – het is goed om dat te overwegen, te keren en te wenden in je gedachten –  is vlees geworden. Het woord komt in jouw mens- zijn aan het licht. Ben jij een barmhartig mens? Ook naar jezelf?

Daarom zegt Jezus ook: ‘Volg Mij in Mijn handelingen, in Mijn werken. Je hebt nu lang genoeg gedanst en gezongen. Ga eens wat doen, dan ben je een priester!

 

Duurt Sikkens / 29-07-2007