1937.02

Terug naar het kruis van Golgotha.

“Want Christus heeft ook eens voor de zonden geleden, Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God brengen zou”. (1 Petr. 03:18).

In dit enkele tekstwoord wordt ons de grote zending, het doel van Christus’ komst op aarde vermeld: opdat Hij ons tot God brengen zou”. Het mensdom in zijn geheel is van God af­gevallen en Christus heeft ons weer teruggebracht naar Gods hart. Maar dit heerlijke heilsfeit moet door het geloof een waarheid in ons leven worden.

Wanneer wij in de wereld blikken, dan moeten we zeggen: “we zijn gekomen bij het middernachtelijk uur”. Gods klok staat bijna op 12 uur, en vóór het morgenlicht komt, is het wel de grootste donkerheid. En wat is het donker op elk gebied. Duisternis overal, en toch ruist het heerlijke Evangelie “Christus heeft voor ons geleden, opdat Hij ons tot God brengen zou’.

Wij zien een wereld, die verder en verder van God afdwaalt, een kerk die gedompeld wordt – in grote afval. En wat zal men daar tegenover stellen? Er is maar één weg, en deze is: “terug naar het kruis van Jezus Christus”!

In dat teken van het kruis leefden en overwonnen de eerste Christenen en duizenden en tienduizenden sindsdien hebben in dat teken overwonnen. Men klaagt over weinig kracht en leven, over afval en wereldgezindheid van Gods kinderen. Het antwoord op dit alles is: “terug naar Golgotha!” Het kruis – en het kruis alleen – schenkt overwinning.

Wat is nodig in deze tijd? Meer kennis, meer openbaring, meer licht? Neen! Maar wel een diepere openbaring van het kruis van Chris­tus. Men heeft dat dierbare, kostbare kruis uit het oog verloren en daarom leven we niet meer in de tegenwoordigheid van God. Want heeft men dat uit zijn leven verloren, dan mist men ook de grote zending van Christus voor ons. Hij heeft geleden aan dat bloedige kruis, om ons,  afgedwaalden – ver van God afgedwaalde mensen – tot God te brengen.

Want verliezen wij het kruis, met al wat dat kruis voor ons betekent, uit het oog, dan ver­liezen wij ook de juiste betekenis van de zonde uit het oog. Het is alleen door Christus’ kruis, dat wij de realiteit van de zonde begrijpen. Want hoe meer de kracht van Jezus’ kruis in ons leven wordt geopenbaard, hoe meer daar een werkelijk zien komt van wat zonde inderdaad is. Bij het kruis alleen verstaat men de diepte van de zondeval. Daarom, een evangelie zonder de diepte van het kruis, maakt een zwak christendom.

Wat wordt er al vaak niet gezondigd onder Gods volk: zonden worden vaak niet meer als zonde erkend. Hoe komt dit alles? Men heeft het kruis uit het oog verloren en daarom erkent men ook niet de ontzettende verminking van de zonde. Maar laat ons niet vergeten, dat aan dat kruis Christus stierf voor de zonde in al haar gruwelijkheid. Het was de zonde, die Hem deed sterven voor ons, om ons de weg naar God te ontsluiten. Waar het kruis niet meer staat in het middelpunt van het leven van de mensen, daar neemt men het ook niet zo nauw meer ten opzichte van de zonde.

Men is afgedwaald van de plaats waar zonde wordt gezien in het licht van God, en de ziel die tot God roept: “ik heb gezondigd en daarom mijn Heer gekruisigd.” Hoe vreselijk, dat men kan zondigen en dan zelf nog niet bewogen wordt of erkent dat men gezondigd heeft. Terug naar het kruis van Christus; bij dat licht aanschouwen we iets, van wat zonde in Gods ogen betekent.

Zonde brengt scheiding. Zo was het in het paradijs en zo is het nog steeds. Christus moest zelf aan het kruis uitroepen: “Mijn God, Mijn God waarom hebt Gij Mij verlaten!” Dit was niet enkel de uiting van lichamelijk lijden, maar van datgene, wat door geestelijke scheiding van God wordt teweeg gebracht. De zondeloze Christus was nog nimmer van Zijn Vader gescheiden geweest; door al de eeuwigheid heen waren zij één geweest. Maar aan het kruis van Golgotha heeft Christus de last van de zonde van de gehele mensheid gedragen en ging binnen, in de diepe duisternis van de scheiding met God, opdat Hij ons tot God terug zou kunnen brengen. Wat openbaart toch wel het kruis van Christus?

Het is wel de haat van de mensen tegen Gods wil en autoriteit. Het is zo met de zondaar maar ook zo met de gelovige. En deze haat kan alleen overwonnen worden, als we door dat kruis verzoening hebben gevonden en onszelf verenigen met dat kruis; dan wordt het ons een poort van de heerlijkheid, een kracht Gods in ons leven, waarvoor we eens met haat gestaan hebben omhelzen we nu. We voelen, dat er geen andere weg is om ons tot God te brengen, want gemeenschap met dat kruis maakt ons tot een overwinnende christen. Luister wat Gods woord zegt; en zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam, en door het woord van hun getuigenis en zij hebben hun leven niet liefgehad tot de dood toe.” (Openb. 12:11).

God heeft ons het middel geschonken tot een overwinnend leven en wel in het kruis van Christus. Want het woord van het kruis is wel voor degenen die verloren gaan, dwaasheid; maar voor ons, die behouden worden, is het een kracht Gods.” (1 Kor. 01:18).

De prediking van dit wonderbare kruis, met alles wat het in zich heeft, is een kracht; dat kan een ieder getuigen, die de waarheid van deze woorden ervaren heeft. Er is genoeg omtrent en over het kruis gepredikt, maar Paulus heeft het geheim verstaan als hij zegt: “ik ben niet gekomen met uitnemendheid van woorden, of van wijsheid, u verkondigende het getuigenis van God: want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u, dan Jezus Christus, en die gekruisigd. (1 Kor. 02:01-02).

En daarom geliefden, moeten wij weer terug naar Golgotha en bij dat kruis maken wij weer onze nieuwe toewijding en we zullen ervaren, dat de kracht van dat kruis ons zal overstromen, nieuw leven, nieuw licht, nieuwe kracht zal tot ons komen. Onze geestelijke horizon zal ver­nieuwd worden en in het licht van dat kruis zien wij licht, een altijd dieper, intenser licht, tot dat het licht van Golgotha ons bekwaam maakt, om deelgenoot te worden van de erfenis der heiligen in het licht.

Het kruis heeft nog niet zijn kracht verloren in deze tijd van verwarring en afval. Het is en blijft nog altijd de weg. die ons tot God leidt. Wel afgedwaald, ver van God – de zonde – maar: Christus heeft ons weer tot God terug­gebracht.

(P. K.)

 

Vervuld zijn met de Heilige Geest.

Over dit punt is al veel geschreven en gespro­ken onder de kinderen Gods en zeer terecht. Als de bijbel, Gods woord, er vol van is, en de Heiland voor Zijn heengaan Zijn discipelen be­paalde bij dit onderwerp, dan is het voor ons, kinderen van God, iets om op in te gaan en te ervaren, dat ook Zijn beloften voor deze tegenwoordige tijd nog in vervulling gaan voor hen, die daarin geloven. Toch heerst er in dit op­zicht nog veel misverstand en velen, die zich er naar uitstrekken weten niet, wat of het “vervuld zijn met de Heilige Geest” is, en hoe het leven in de kracht van de Heilige Geest zich openbaart.

Velen denken, dat als men vervuld is met de Heilige Geest, men dan een vat is, vol van hemelse krachten, die dan gebruikt kunnen wor­den, ieder uur van de dag. Niets is minder waar dan dat. Iemand, die vervuld is met de Heilige Geest, kan niets doen, alvorens hij de innerlijke toestemming van boven ontvangt. Hij beschikt niet over een grote voorraad hemelse kracht in zichzelf, maar is diep afhankelijk van wat God wil. In het leven van onze Heer en Heiland treedt dit bijzonder op de voor­grond. Toen Hij geroepen werd, om bij Lazarus te komen, die ziek was, kwam Hij pas twee da­gen later, toen kreeg Hij de vrijmoedigheid om naar Bethanië te gaan. Jezus Christus, die ver­vuld was met de Heilige Geest, kon uit Zichzelf niets doen, en moest als een kind wachten, totdat Zijn Vader in de hemel Hem toestond te gaan. Ook in het genezen van zieken treed dit op de voorgrond. Velen denken, dat Jezus Christus op iedere zieke de handen legde en hen gezond maakte. Niets is minder waar dan dat. Wel staat er geschreven, dat allen genezen werden die tot Hem kwamen, maar er is één geval dat licht werpt op deze zaak en wel (Joh. 05:19). De Here Jezus komt in Bethesda, waar zieken liggen te wachten op een beweging van het water, om dan daarin af te dalen en om dan genezen te worden. Dan is daar iemand, die al 38 jaar daar ziek gelegen heeft. Deze man wordt alleen door Christus genezen en toch waren er vijf zalen vol met zieken, die ook op genezing wachtten. Ook deze zieken zullen toch geroepen en gevraagd hebben, toen zij zagen, dat deze zieke genezen werd. Hoe kunnen wij dat verklaren? Ik geloof, dat onze Here, alleen vrijmoedigheid had om tot deze ene zieke te gaan, en tot niemand anders.

In (Joh. 04:04) leest men dat de Here Jezus door Samaria moest gaan. Dit woord “moest”, zegt ons dat Zijn leven onder de leiding van de Heilige Geest stond, en dat Hij door Samaria geleid werd. In (Luc. 04:02) leest men, dat de Here Jezus, vol van de Heilige Geest, werd geleidt in de woestijn, om verzocht te worden. Na vasten en als Hij honger had, zei satan tot Hem, dat Hij macht had, om uit stenen brood te maken. Dit was waar. Op diezelfde plaats moet het wonder geschied zijn, dat de Here de menigte spijzigde met vijf broden en twee vissen. Toch maakt de Here geen gebruik van deze macht, en ontloopt het kruis niet. Hier ziet men dus weer, dat iemand, die vervuld is met de Heilige Geest, niet kan doen, wat hij wil, maar alleen wat God wil. Op een keer kwam iemand bij mij en vroeg me, of ik voor de genezing van zijn vrouw wilde bidden. Toen ik dit niet deed, omdat ik daarvoor geen vrijmoedigheid had, werd hij boos en vroeg of hij daarvoor in de Pinkstergemeente was gekomen. Ook in ons gebedsleven komt dit uit. Iemand, die niet vervuld is met de Heilige Geest, vraagt alles aan God wat hij wil. Iemand, die vervuld is met de Heilige Geest, vraagt alleen wat God wil.

Vol van de Heilige Geest wil zeggen, dat men leeft in diepe afhankelijkheid van God. Men is rijk in God, omdat men arm is geworden van geest. Men heeft niets meer, men kan niets meer, men wil niets meer, men weet niets meer. En wie wil dit? Niet velen. Men is altijd aan de ver­liezende zijde, maar men wint alles in Christus.

Dwaas in de ogen van de wereld en in de ogen van de kinderen Gods, die daar geen oog voor heb­ben, maar men is wijs in de ogen van God.

Toen Christus aan het kruis hing, was Hij vol van de Heilige Geest en naar ons verstand zou men zeggen, dat onze Heer alles verloren had, en toch behaalde Hij juist toen de grootste over­winning. Het vervuld zijn met de Heilige Geest brengt onszelf in grote zwakheid. Daarin had de Apostel Paulus een welbehagen, want als hij zwak was, dan was hij machtig. Hij is als een niets hebbende en toch alles bezittende, arm en toch velen rijk makende. Iemand, die vervuld is met de Heilige Geest, is als een dorstige, die altijd drinkt van het levende water en een hon­gerige, die altijd verzadigd wordt. Als iemand, die alles verloren heeft en alles heeft gevonden in Christus Jezus. De verloren zoon, die met alle goede werken bij de zwijnen terecht is gekomen en door zijn vader wordt gekust en thuis wordt gebracht en door genade in het kindschap Gods wordt verheven, is als een gebrokene van harte, die genezen is door God. Iemand, die vervuld is met de Heilige Geest weet dit niet, maar anderen zullen bemerken, dat het zo is. Men ziet wel de vuurvlam op het hoofd van een ander, maar bij zichzelf be­merkt men daar niets van. Het gaat steeds slech­ter en toch gaat het steeds beter. Wat men vroe­ger het voornaamste vond, is thans bijzaak ge­worden. Wat men vroeger mooi vond, legt men nu terzijde en acht het als schade en drek. Wat men vroeger schuwde, n.l. het kruis, daar heeft men nu een zin voor. Alles valt weg ook de ze­gen die men door genade is deelachtig gewor­den. Alleen Jezus blijft.

Vol van de Heilige Geest, is vol van het geloof, ook al ziet en voelt men niets. Men leeft uit het geloof van Jezus Christus, en uit alle woorden, die uit Zijn mond uitgaan. Vol van de Heilige Gees­t wil zeggen een kind te zijn, die zijn zwakke hand heeft gelegd in die van zijn hemelse Va­der en gedragen wordt door de goede Herder van de schapen. Vol van de Heilige Geest is vol van geloof en liefde; en we komen in botsing met de wereld en anderen en met ons zelf. Vol van vre­de, in welke weg ook. Vol van verwachting op de komende Christus.  

J.v.H.

 

“Kracht van Omhoog”.

“De Geest van de Heer is op Mij, schrijft de profeet Jesaja onder de inspiratie van de Heilige Geest, ons verwij­zende naar Christus en Zijn arbeid.

De Geest van de Heer is op Mij… ” zo vangt Christus aan, als Hij in de synagoge van Nazareth de Schriften opent. “Vandaag”, zo zei Hij, zijn deze woorden in uw oren vervuld”, Zevenhonderd jaren tevoren was het aangezegd geworden nu was het een werkelijkheid, een ervaring geworden in het leven van Christus. Waar en wanneer gebeurde dit? In de Jordaan, waar Johannes doopte. Lucas verhaalt: “en het geschiedde toen al het volk gedoopt werd, en Jezus ook gedoopt was, en bad, dat de hemel geopend werd en de Heilige Geest op Hem nederdaalde in lichamelijke gedaante .”

Had de Here Jezus deze zegen nu eigenlijk wel nodig. Hij had kracht nodig om de Hem opgedragen taak te kunnen vervullen.

De discipel is niet boven zijn meester. Als Christus deze kracht nodig had, dan hadden ook zijn discipelen deze kracht nodig. De Meester wist dit, daarom zei Hij, toen de tijd kwam dat Hij weggenomen zou worden: Blijf in Jeruzalem totdat jullie aangedaan zullen worden met de kracht van de Heilige Geest.

Ze waren verstandig, ze baden en verwachtten de kracht van de Heilige Geest, om getuigen van Christus te kunnen zijn. Lief kind van God, u hebt ook deze kracht nodig in uw leven om een ware getuige van Christus te kunnen worden. U hebt lust om God te dienen maar u mist de kracht daartoe. Dit komt omdat u nog niet aangedaan geworden bent met de kracht van de Heilige Geest.

Kracht tegen kracht. Tegen de kracht van de Satan, van de duisternis, van de zonde, de kracht van de Heilige Geest.  Als de Meerdere in uw hart komt wonen dan zal er ook overwinning zijn in uw leven.

Hoe ontvang ik deze kracht?” vraagt u. Door u helemaal aan God toe te wijden. Stel uw lichamen tot een levende heilige, Gode welgevallige offerande. Wijdt u zelf aan God toe. Door gebed. Een duidelijk beeld dienaangaande vindt u in het offer van Elia, de profeet, op de berg Karmel.

Toen hij het offer gebracht had, bad hij tot God, De Heer verhoorde zijn gebed, nam het nam het offer aan en zond het vuur. Dit zal ook uw ervaring worden. Als u uw leven aan God toewijdt, Hem bidt om de kracht van de Heilige Geest, dan zal Hij u aannemen, u vervullen met Zijn kracht, en u een kanaal van zegen maken voor anderen. N. V.

 

Uit de arbeid.

Amersfoort

De laatste weken wordt geregeld samenkomst gehouden in “Concordia”. Pastor Hacking was enige koeren met ons. Hoewel er niet heel veel zon­daren werden bereikt, kwamen toch enkele lieve kinderen Gods samen, die een dieper leven met God begeerden. Br. Vetter bezoekt ons nu ge­regeld en God is aan het werk. Miskenning en bespotting blijven niet uit. Het is jammer, dat zoveel kinderen van God zich laten beïnvloeden door wat anderen zeggen, in plaats van zelf te onderscheiden, wat de Bijbel hiervan zegt. Er is een werkelijke vervulling naar het woord Gods.

Het was me een vreugde ook deze kleine groep kinderen Gods te ontmoeten. Mijn gebed is dat de Heer hen zal doen groeien en hen tot een zegen zal maken in die plaats.