Over de ware doop met de Heilige Geest en vuur.

Een christen, in wie het vuur van de Heilige Geest niet brandt, is gelijk een lamp zonder licht; hij wordt door de wereld belachen en be­spot en geeft slechts aanstoot.

Wie met de Heilige Geest vervuld wil wor­den, moet zichzelf als offer geven op Gods al­taar. Het vuur valt slechts op het altaar en er niet naast. Wie zich de Here overgeeft ten offer, gelijkt een brandende kaars.

Die kaars bevindt zich in een voortdurend “smeltproces”. Wanneer de kaars niet versmelt, hapert er iets aan het licht.

Wanneer u gedoopt wil worden met de Heilige Geest en met vuur, dan moet u uzelf overgeven om verteerd te worden.

Weet u welke mensen moed hebben? Dat zijn zij die het vuur niet meer vrezen. Geef u over om’ verteerd te worden en het vuur van de Heilige Geest zal over u komen.

Misschien wilt u wel de Heilige Geest ont­vangen, doch op een stille, gans stille wijze, want ook op deze wijze had Elia de kracht Gods ervaren, zo zegt u.

Dat is waar, de Here was slechts in het stille, zachte ruisen, toen Hij met Elia sprak. Doch wat ging daaraan vooraf? Was daar niet eerst een aardbeving, een stormwind, een donder en bliksem? Eerst daarna kwam de Here in het zachte ruisen der boomtoppen en openbaarde Zich aan Elia.

Meent u dat u de Heilige Geest kunt ontvangen zonder verbreking des harten?

Zou het niet mogelijk kunnen zijn dat de ge­weldige macht der tegenwoordigheid Gods u ter aarde werpt, zodat gij daar machteloos ligt als een boom, geveld door de stormwind?

Denkt u, dat de bliksem van Zijn heiligheid uw gestalte niet kan doen schudden en sidderen? “De zondaren te Sion zijn verschrikt en beving heeft hen aangegrepen; zij zeiden: Wie is er onder ons die bij een verterend vuur wonen kan?” (Jes. 33:14).

Gezegend de ziel, die het onweer van Gods rechtmatige toorn ootmoedig over zich heen laat woeden, want zie, nadat God het vat gereinigd en toebereid heeft, zal Hij tot haar komen in een zacht en lieflijk fluisteren, en gij zult on­dervinden hoe goed de Here is.

Eerst het vuur – daarna de milde lichtglans. Wees waakzaam en voorzichtig en: wacht u we! uw God de wet voor te schrijven, op welke wijze Hij Zich in u zal openbaren. Hij zal komen zoals het Hem behaagt.

Uit: “Pfingstgrüsse”.

 

Europese Conferentie te Stockholm.

Het is mij een bijzondere vreugde u allen iets te mogen mededelen over deze conferentie, die van 5 tot 12 Juni aldaar gehouden werd. Het is onmogelijk om alles wat we mochten zien en horen u te vertellen. Mijn hart is vol dank aan God. dat Hij het mij vergund heeft, deze dagen daar door te brengen, met zoveel duizenden van broeders en zusters, welke vervuld zijn met de Heiligen Geest. Ook Zr. Bakker mocht dit alles meemaken.

Het was reeds ’s avonds 11 uur, toen wij in Stockholm aankwamen en door een misverstand was er op het station niemand aanwezig om ons af te halen, maar spoedig hadden wij de kerk gevonden, waar men ons bijzonder hartelijk ver­welkomde. Wij gevoelden zo, dat het uit ’t hart kwam, toen Br. Petrus, de voorganger van deze ge­meente, ons een hartelijk welkom toeriep. Spoedig waren wij dan ook ondergebracht bij de respec­tievelijke broeders en zusters dezer gemeente.

Met welk een liefde en hartelijkheid namen zij ons op in hun woning en al konden wij hen niet verstaan, men voelde zo de warmte van hun ontvangst.

Als ik mij nederzet om u allen iets daarvan te vertellen, dan schijnt het mij, alsof mijn pen niet vlug genoeg kan gaan en dringt de ene indruk na de andere naar voren.

Zeer zeker heeft God bijzonder dit werk in Stockholm gezegend. Het had, als zoveel werk in Gods Koninkrijk, een klein begin. In 1911 werd Broeder Petrus geroepen om als voorgan­ger van de gemeente Philadelphia op te treden, welke toentertijd uit 70 leden bestend. Br. Petrus had reeds in 1902 de doop in de Heilige Geest ontvangen met het spreken in andere talen volgens (Hand. 02:04), doch had het toen zo niet begrepen. Maar toen God in 1907 machtig Zijn Geest uitgoot in Zweden, werd deze ervaring vernieuwd en hij werd aangedaan met een nieuw wonderbare kracht.

Deze toen kleine gemeente stond open voor de openbaring des Geestes en spoedig werd het ledental uitgebreid; reeds in hetzelfde jaar was’t 244, het daaropvolgende jaar 438, en zo zegen­de God verder, zodat einde 1938 het ledental 5887 bedroeg. Niet alleen het ledental, maar ook de arbeid breidde zich naar alle kanten uit, zodat er heden 6 voorgangers zijn om deze gemeen­te helpen en voort te leiden in de heilige strijd en gereed te doen zijn voor de komst van Jezus. Het is een bijzondere vreugde, dat de oudste zoon van Br. Petrus thans ook voor­ganger van deze gemeente is. Vanuit Stockholm zijn een aantal gemeenten, zowel in Stockholm, als daarbuiten, voortgesproten.

Toen de gemeente zo groeide, werd spoedig de noodzakelijkheid gevoeld van een eigen ge­bouw, geschikt om deze mensen te kunnen bevatten en met ruimte voor de verschil­lende takken van arbeid. Er was geen gebouw groot genoeg. Hoe zouden deze mensen, die grotendeels tot de niet-rijken behoren, instaat zijn, genoeg geld bijeen te brengen, om zulk een gebouw te bouwen. Maar het geloof kan dingen doen, wat voor het menselijk verstand onmo­gelijk is. God was in dit alles. Zelfs de plaats, waar de kerk staat, is het bewijs, dat God ons wil leiden in alle dingen van het leven. Negen jaren geleden was dit een district, wat buiten de stad lag; maar zie, nu is het geworden één van de drukste punten van verkeer, waar verschillende bussen en trams passeren, wat een grote hulp is voor het werk hier en voor de duizenden, die er komen. Aan God alle eer toegebracht.

Het is een wonderbare en schone kerk. Mooi en heerlijk door haar eenvoudigheid en ook om haar toch praktische bouw, met twee grote galerijen, alsmede twee kleine zij galerijen. Zij biedt plaats aan wel 4000 mensen. En waar men ook zit, men kan de spreker zien en horen. De akoestiek is wonderbaar. Ik stond op de verst verwijderde plaats boven en toen Br. Petrus een speld op het podium liet vallen, kon men deze horen vallen.

Onder de kerk zijn twee zalen met een plaats­ruimte voor respectievelijk 250 en 500 mensen.

Het zou mij te ver voeren u te vertellen van de verschillende takken van arbeid, die hier verricht wordt. Er is een eigen drukkerij, boek­en muziekhandel, enz.

In de wintermaanden worden elke dag (behal­ve Zaterdag en Zondag 400 à 500 werkelozen van warm voedsel voorzien. In een huisboot die de “ark” genoemd wordt, kunnen werkelozen een onderdak vinden voor 10 dagen, en zij worden dan geheel gratis gevoed en gekleed. Gedu­rende de 7 jaren van het bestaan dezer “ark”, hebben 70.000 mannen daar een onderdak gevonden.

Dit is nog maar een klein gedeelte van de verschillende takken van arbeid in verband met deze gemeente. Deze gemeente in Stockholm al­leen onderhoudt 44 zendelingen in verschillende landen. De Pinksterbeweging in Zweden heeft op heden 234 zendelingen in verschillende lan­den; dat betekent, dat ongeveer 1/5 der zende­lingen door de gemeente in Stockholm onderhou­den wordt.

De vraagt rijst: “hoe toch is het mogelijk ge­weest, om dit te kunnen doen?” Het antwoord is wel hierin gelegen, dat men, zover als men maar kon, getrouw de lijnen gevolgd heeft die in het Nieuw Testament zijn neergelegd. Men is uitgegaan van de gedachte, dat elke plaatselijke gemeente recht heeft haar zendelingen uit te zen­den en voor hen te zorgen. En dat is zeer zeker in Zweden tot grote zegen geweest.

Het was wonderbaar de eerste samenkomst te mogen meemaken. Reeds een uur voor die tijd stonden de mensen buiten te wachten en toen de deuren dan open gingen, vulde de kerk zich spoedig. Een wonderbaar gezicht om deze duizenden te zien.

Ik had het voorrecht een avond één der spre­kers te mogen zijn en het maakte een geweldigen indruk, zoveel mensen te overzien. Op het platform is plaats voor het grote zangkoor of strijkorkest en wanneer zij soms samen zijn, het­geen bij sommige gelegenheden gebeurt, zijn er plm. 900 personen. Hoe schoon en heerlijk klon­ken hun liederen en muziek; dat zijn momenten die men niet kan beschrijven, maar die men moet beleven. Hartelijk en blijde wordt er ge­zongen. En hoe kan het ook anders, als Gods Geest in onze harten woont. Er was een heer­lijke vrijheid in de gemeente. Men heeft hier de gewoonte, als één bidt, dan bidden alle anderen mede; dat is voor ons eerst vreemd, maar men gevoelt zo ook de ernst van de gebeden.

Velen hebben zich wel afgevraagd: ”wat is toch ’t geheim van de zegen van de opwekking in Stockholm?” En dan geeft men in de regel dit antwoord: ”Gebed en zielen winnen.” Elke dag om 12 uur is er een bidstond in de kerk en er gaat bijna geen samenkomst voorbij, of zielen komen tot God.

Er is soms gevaar dat we ons te veel bij ons­zelf bepalen en de armen zondaar, die buiten God leeft, vergeten.

En dan wordt ook hierop zeer de nadruk ge­legd, dat zij, die tot God gekomen zijn, de doop in de Geest hebben te zoeken en daarvoor is dan gelegenheid in de kleinere zalen om op God te wachten, totdat men aangedaan wordt met kracht uit de hoogte.

Gedurende de conferentie, zowel in de kerk als in de grote tent, werden vele zielen bekeerd.

Velen gaven liet verlangen te kennen, om nu God te willen dienen en ik weet wel, dat men natuur i;k niet kan zeggen, dat al die mensen werkelijk opnieuw geboren zijn, maar zeer zeker, God werkt in hun midden en wat Hij doet, daar willen we ons over verheugen. Alles is gedaan door mensen, die nog gebreken hebben, gelijk wij allen, maar toch ook met een verlangen om gebruikt te worden als kanalen van zegen voor anderen.

(Wordt vervolgd).

P.K.

 

Enige aanwijzingen om zielen tot Christus te brengen.

Laat hen zien de noodzakelijkheid van verlossing. “Want zij hebben allen gezondigd en derven de heerlijkheid Gods. (Rom. 03:23.) Toont hen de weg der verlossing, door genade en als een vrije gave Gods.

Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave”. (Ef. 02:02.)

Beweegt hen verlossing aan te nemen. “Maar zo velen Hem aangenomen hebben, die heeft hij macht gegeven, kinderen Gods te worden, namelijk, die in Zijnen naam geloven”. (Joh. 01:12.)

Toont hen aan, dat zij nu de verlossing hebben. “Die in de Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven”. (Joh. 03:36.)

Laat hen u beloven, Christus te belijden. “Een iegelijk dan, die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik belijden voor Mijn Vader die in de hemelen is”. (Matt 10:32.) Vraagt hen hun leven aan Christus te geven voor overwinning en zo overwinning te verkrijgen over zonden en kracht te ontvangen voor de dienst van Christus.

“Want de zonde zal over u niet heersen”. (Rom. 06:14a.) “Maar ik heb overvloediger ge­arbeid dan zij allen: doch niet ik, maar de ge­nade Gods die met mij is”. (1 Kor. 06:19-20.) Beweegt hen een volkomen overgave te maken in dienst van Christus.

“Weet gij niet … gij uzelf niet zijt? Want gij zijt duur gekocht: zo verheerlijkt dan God in uw lichaam en in uw geest, welke Gods zijn. 1 Kor. 06:19-20.

 

Uit de arbeid.

Het Zangkoor uit de gemeente Amsterdam bracht dit jaar een tegenbezoek aan de gemeen­te in Velbert. Het was een grote vreugde voor onze broeders en zusters, dat God de weg ge­opend had om te gaan en op Zaterdagmorgen 6 uur vertrok een blijde schare naar Duitsland.

Wij, die in Amsterdam achterbleven, hadden ook zeer gezegende dagen. Zondags was een flinke schare opgekomen en met verlangende harten mochten we ons andermaal opmaken om opnieuw vervuld te worden met de Heiligen Geest. Wat baat het ons als we enkel in het verleden de doop des Geestes ontvingen en niet een Pinksteren voor het heden bezitten.

De tweede Pinksterdag waren wij in de Haag in de gemeente van Br. Bruining en God ontmoette ons rijkelijk in de drie samenkomsten, die wij met elkander hadden; bijzonder gezegend was de bidstond, die wij tussen de samenkom­sten hielden, voor hen, die de doop des Geestes zochten. Sommigen ontvingen een wonderbare zalving des Geestes en anderen werden opnieuw vervuld met Gods Geest.

De avondsamenkomst was wonderbaar en de vreugde des Heren was ons deel. Zeer zeker mogen wij terugzien op een heerlijke dag: we togen allen huiswaarts met een danktoon in onze harten voor de rijken zegen, die wij mochten ontvangen op dezen dag. Duizenden mensen hadden die dag zich vermaakt in de dingen dezer wereld, die ons niets kunnen schenken, maar wij hadden iets van de hemel gesmaakt.

Woensdagavond was in Amsterdam een wel­komstsamenkomst voer het zangkoor en die avond getuigden alle leden van het zangkoor van de vele zegeningen, die ook hun deel waren ge­weest. Met welkeen vreugde en blijdschap getuig­den zij van hetgeen zij genoten hadden, zo is ook de band versterkt geworden tussen onze broeders en zusters in Velbert.

Terschelling.

Dinsdag 31 Mei was ik op dit eiland om de begrafenis te leiden van onze oude moeder Bakker, die door der, Here op 80-jarige leeftijd thuis is geroepen. Zij die haar gekend hebben, weten met welk een vreugde en opgewektheid en ook met welk een heiligen ernst zij haar Here en Heiland; gediend heeft. Zij was in waarheid “een moeder in Israël”. We mochten dan ook bij de geopende groeve met een grote schare van mensen getuigenis afleggen van haar Here en Heiland. En we geloven dat dit getuigenis niet vergeefs is geweest op dit moder­ne eiland.

God sterke ook onze oude broeder bijzon­der in deze dagen.