Het volmaakt offer aan het kruis, – de ver­rijzenis en ’s Heren Hemelvaart – worden ons zo schitterend uitgelegd in de Hebreeënbrief. Door Christus’ hemelvaart heeft de Gemeente des Heren: de volmaakte Hogepriester, Middelaar en Voorspraak. Voorts: de Heilige Geest, de Trooster op aarde in de Gemeente, die ook, voor ons bidt met onuitsprekelijke zuchtingen.

(Rom. 08:26-29). De Kerk kent dus twee volmaakte Voorbidders; Eén in de hemel en Eén  op de aarde. Christus Jezus echter, die Zichzelven in Zijn mensheid Gode onbestraffelijk op­geofferd heeft, is nu naar Zijn verheerlijkte mensheid de enige en eeuwige Hogepriester, d.i. de door God verkoren en aangestelde Ambts­drager en Bedienaar der geestelijke en betere goederen van het Nieuwe Verbond; een Priester die eeuwig leeft en voor ons bij God intreedt, altijd pleitend op Zijn bloed en onze zaken bij God behorend volkomen volbrengt. Christus’ priesterschap is verbonden aan Gods belofte en eedzwering: aan Zijn kruis-verdienste en des Vaders goedkeuring daaraan; en aan de zalving van de Heilige Geest, iedere priester moest ge­zalfd zijn. (Hand. 02:33; Heb. 01:09).

“Christus, die ook voor ons bidt.”

Christus, als het Woord, Logos (Joh. 01:01) was eeuwig God en bij God; doch nu verschijnt Hij bij God voor ons als de verheerlijkte Zoon des Mensen, van Wie God zei: het zal Mij niet berouwen, gezien Uw volmaakt, verzoenend sterven; U, Jezus van Nazareth, en U alléén bent Priester in der eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek; de Borg van een zoveel beter Verbond en slechts de énige Middelaar, (zie Heb. 07:21-22; 1 Tim. 02:03-06). En aldus zet God het reddend en heiligend werk voort door Zijn Zoon. Gewis, God, onze God is een vol­komen Zaligmaker.

De Hebreënbrief is een verklaring van het boek Leviticus. De hoofdgedachte in dat boek is: de verzoening door het bloed, wegname van zon­de. De offers zagen op Christus’ offer en de hogepriester typeerde de ware Hogepriester. Jezus Christus. De tabernakel stond letterlijk op het zilveren zoengeld van de getelden van Israël. (Ex. 38:25-27). Alle geloofswerkzaamheid berust op Christus’ offer. Op de grote verzoendag moest een ieder zich verootmoedigen, wilde men niet uitgeroeid worden. Dat was een énige dag. De dag van Jezus’ dood, de grote dag van de verzoening en voldoening, van gebed en zege­ning, is en blijft de meest enige dag in de we­reldgeschiedenis; en een ieder, die zich niet bij Zijn kruis verootmoedigt, zal verdoemd worden.

Plechtig trad onder Israël de hogepriester het heilige der heiligen binnen, om achter de voor­hang God te ontmoeten, met het bloed tot ver­zoening en de wierook der voorbede. Daar stond geen stoel voor de priester; van zitten en rusten was geen sprake. Slechts kort toefde hij voor God en kwam dan met Gods zegen tot de wachtende schare. Doch nu: Christus is gezeten aan Gods rechterhand voor eeuwig en mag rusten en Zich verlustigen in de heerlijkheid van de arbeid Zijner ziel. Hij heeft Zijn ziel tot een schuld-offer gesteld en hongert nu naar zielen en zal daarin door God verzadigd worden: ziende weldra een nieuw zaad (geslacht), als een verkregen geschenk des Vaders. En voor dat uitverkoren geslacht al­leen bidt onze dierbare Hogepriester (Jes. 53:10-11; Joh. 17:09; Joh. 17:15; Joh. 17:17) dat de satan ons niet zal verslinden en ons geloof mag geheiligd wor­den en bestendigd zijn (Luc. 22:31-32) God zij geloofd dat wij zulk een Hogepriester hebben! (Heb. 08:01).

Lieve lezer(es), neem eens uw Bijbel en zie voor deze belangrijke zaak Hebreen en wel voor Zijn afkomst (Heb. 04:14), Zijn karakter (Heb. 07:26), Zijn ambt (Heb. 07:25; Heb. 09:11-14), Zijn aanstelling (Heb. 05:10), Zijn voorbereiding daartoe op aarde (Heb. 02:17-18; Heb. 04:15; Heb. 05:07-08). Hij heeft op aarde gebeden als niemand anders! Gebeden en ge­smeekt met sterke roeping en tranen geofferd tot God, gehoorzaamheid leren in het lijden. Deze zachtmoedige Heiland heeft medelijden met onze zwakheden. Hij is in alles verzocht geweest, doch zonder zonde. Gewis, Christus is barmhartig en getrouw Dienaar in de gemeente! Getrouw in al Zijn werk, jegens God en ons; en barmhartig voor al onze noden en gebreken; ja zelfs een Voorspraak als wij gezondigd hebben, de Vader wijzende op Zijn altijd geldig offer, éénmaal ge­bracht, ons daardoor eeuwig geheiligd. Zie Zijn offerande (Heb. 09:26; Heb. 10:11-14), Zijn ingaan voor God (Heb. -6:20; Heb. 10:19-23), Zijn borgstelling (Heb. 07:22).

Christus is opgevaren! Ja. Maar Zijn hart, Zijn liefde is met ons en Hij ziet, weet en kan alle dingen! Amen! Hij kan ons volkomen zalig maken! (Heb. 07:25) omdat Hij altijd leeft en niet meer sterven kan en alle macht ontvangen heeft, behoudt Hij ons volkomen; redt ons, die door Hem tot God gaan, door Zijn Hogepriesterlijke voorbede. En God verhoort Hem altijd en geeft Hem een eeuwige geldige verlossing voor ons, van satan, dood, zonde en alle gevolgen en daar­enboven Zijn beeld en het aanschouwen van Zijn heerlijkheid, als Priester-Koning.

  1. R.

 

Een getuigenis van ds. F. B. Meijer.

In “The Elim Evangel” stond een getuigenis van de alombekende heiligingsprediker, Ds. F.B. Meijer, over een bezoek, dat hij enige jaren aan de Baltische provincies in Rusland bracht. Hij kwam in aanraking met de Baptistenge­meenten aldaar en schreef in een Engels blad “The Christian” het volgende over de wonderbare werking van de Heilige Geest aldaar.

“Het is merkwaardig, dat God in een tijd, waarin de Lutherse Kerk tot uitwendige gods­dienstvormen is vervallen, alhier een edelman, Baron Uxhull genaamd, geroepen heeft om nieuw leven te brengen. Hij predikt het Evangelie op eenvoudige wijze en tijdens zijn samenkomsten, openbaart zich de Heilige Geest in wonderbare gaven en tekenen.

De gave der tongen (1 Kor. 14:02; 1 Kor. 14:29) komt hier veel voor, voornamelijk in de dorpen, maar ook in de steden. De dominé van de Baptisten Kerk zeide mij, dat deze Geestesgave vaak in zijn meetings voorkwam. Zij is niet alleen aan vrouwen gegeven, maar treedt ook veelvuldig bij de broeders naar voren.

Wanneer deze “tongen” vertolkt worden, blijken zij profetieën te zijn, want zij verkondigen vaak de wederkomst van Christus: “Jezus komt spoedig.” – “Breng uw tijd niet in ledigheid; door”. – enz.

Wanneer deze gave des Geestes op sommigen in de gemeente valt, maakt zij op de ongelovigen, die de samenkomsten bezoeken, diepe indruk.

Een heer, die bij een dergelijke meeting tegen­woordig was, werd diep ontroerd door het feit, dat deze eenvoudige lieden zo vervuld waren met Gods Geest, dat zij in zinsverrukking God loofden en prezen in onbekende talen, op een fijne en verheven wijze.”

(“Gouden Schoven”).

 

De wederkomst van Christus.

Niet alleen de eerste komst van Christus in het vleesch, maar ook Zijn wederkomst is zeer duidelijk beschreven in Gods Woord Hieronder een kleine bijbelverklaring omtrent dit belangrijke onderwerp.

1.De drie verschijningen in het Woord Gods.

1.Zijn verschijning op aarde. (Heb. 09:26).

2.Zijn verschijning in de hemel. (Heb. 09:24),

3.Zijn verschijning in de lucht. (Heb. 09:28).

 

2.Zal Christus wederkeren?

Wat zegt de Schrift?

Christus. (Joh. 14:03): “Zo kom Ik weder, en zal u tot Mij nemen.”

Engelen. (Hand. 01:11): ….deze Jezus … zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar de hemel hebt zien heengaan.”

Petrus (2 Petr. 01:16): “U bekend gemaakt hebbende kracht en de toekomst van onze Here Jezus Christus.

Paulus. (Filip. 03:20-21): “Verwachten namelijk de Here Jezus Christus. Avondmaal. (1 Kor. 11:26): “Verkondigt de dood des Heren, totdat Hij komt.”

 

3.Waarom geloven sommigen er niet in? Zij zeggen:

1.Het moet geestelijk verstaan worden. Christus kwam op Pinksteren.

2.Dat, als men sterft komt Christus.

3.Wanneer iemand bekeerd wordt, komt Christus in het hart.

4.De verbreiding van het Evangelie en de aanname ervan, is de komst van Christus.

5.Bij de verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70 n. Chr. kwam Christus.

 

4.Waarom prediken wij de wederkomst van Christus?

1.Omdat het Woord Gods is. (1 Thess. 04:16).

2.Omdat de gehele raad Gods gebracht moet worden.

3.Deze prediking maakt Christus een levende werkelijkheid.

4.’t Doet ons weten in welke bedeling wij zijn.

5.Het geeft ons een vaste hoop en toekomst.

6.Het is een reinigende kracht in ons leven. (1 Joh. 03:04).

 

5.Wanneer zal Christus wederkomen?

1.De dag en de ure weet niemand. (Mark. 13:32; Hand. 01:07).

2.Vóór het duizend-jarig rijk. (Openb. 20:05.

 

6.Hoe zal Christus wederkeren?

1.Gelijkerwijs Hij is heengegaan. (Hand. 01:11).

2.Onzichtbaar bij de opname, bij de verschij­ning zichtbaar. (Openb. 01:07).

3.Onverwachts. (Matt. 24:42-44.

 

7.Hoe moet onze houding zijn in verband met Christus’ wederkomst?

1.Achtgeven op het profetisch woord. (1 Petr. 01:19).

2.Zijn verschijning liefhebben. (2 Tim. 04:08).

3.Geduldig zijn totdat Hij komt (Jak. 05:07-08.

4.En bidden om Zijn komst. (Openb. 22:20)

  1. K

 

Uw hart bewaren.

“Behoed uw hart boven al wat te bewa­ren is, want daaruit zijn de uitgangen des levens”. (Spr. 04:23).

Er is zoveel in een mensenleven, dat te bewaren is. Zoveel schoons, zoveel heerlijks, zoveel kostelijks, waarover we te waken hebben.

Bewaar uw oog, dat het niet zijn blikken richt op verkeerde dingen, waardoor het slechte macht over u zou krijgen. Het is het venster van de ziel en we hebben te waken, dat het uit­zicht op de hemel niet belemmerd wordt.

Bewaar uw oor, dat het niet hoort naar de stem van de verleider. De Rabbijnen zeggen, dat onze vingers spits toelopen, opdat we ze in onze oren zouden kunnen steken, wanneer er iets gesproken wordt, dat niet van God is.

Bewaar uw mond, dat hij niet wordt tot een werktuig des bozen. Dat uw keel geen geopend graf zij en er onder uw tong geen slangenvenijn is.

Bewaar uw voet voor het pad der zonde, dat voert tot in de binnenkamer van de dood.

Bewaar uw hand, dat zij zich niet uitstrekt naar verboden vruchten, die ellende en verderf in zich bergen.

Maar bovenal, behoed uw hart, dit centrum, dit knooppunt, deze bron van uw bestaan. Daaruit zijn de uitgangen des levens”, zegt ons tekstwoord. En hoe zullen we dan dit arg­listige, dit kleine en toch zo groote, dit diepe hart bewaren? In eigen kracht, misschien door zelfbeheersing? Onmogelijk, want uw hart speelt met u, zoals een tijger met zijn prooi speelt. Het laat zich niet bedwingen door mensenkracht en spot met alle goede voornemens. Neen, dat is de weg niet. Niet zelfbeheersing maar zelfovergave zal het zijn. Overgave aan Christus, die Meester van uw hart is. Hij alleen kan het bewaren. Hij alleen is machtig het te behoeden. Daarom, geef uzelven over aan Hem, die groter dan uw hart is. Stel uw leven in Zijn hand. Laat Jezus uw hart bewaren. En wat Hij bewaart, is wel bewaard.

(Th. Th. Dit is het”).

 

Uit de arbeid.

“En gij zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen: ziet toe wordt niet verschrikt; want deze dingen moeten geschieden, maar nog is het einde niet.

Te midden van het bruisen der volkeren en het oorlogsgewoel, kan het kind van God vrede hebben, hoe waar en tekenend zijn de woorden van de Heiland voor deze tijd, waarin we leven. Dagelijks worden we opgeschrikt door oor­log en geruchten van oorlogen; maar we behoe­ven niet verschrikt te zijn, zoals de mens, die zonder God leeft. Gods plannen en gedachten worden ten uitvoer gebracht. Aan de ene kant: en des mensen hart zal bezwijken van vrees en verwachting der dingen, die het aard­rijk zullen overkomen”, maar voor de bruidsgemeente is het: “Als nu deze dingen beginnen te geschieden, zo ziet omhoog en heft uw hoofden opwaarts, omdat uw verlossing nabij is.”

Den Haag.

Woensdag 10 April j.l., hadden wij daar an­dermaal een gezegende samenkomst en mochten wij de tegenwoordigheid des Heren ervaren. Het deed ons goed, elkander te zien en ons te versterken in het geloof in onze Here Jezus Christus. We mogen ook daar ervaren, dat er een verlangen is naar het diepe leven Gods. God zegene deze getrouwe kleine schare, die dapper voorwaarts gaat. Blij was ik te horen, dat gedurende de dagen dat Zr. Bakker in hun midden was, zij zulk een heerlijke samenkomsten gehad hebben. Ook de arbeid onder de jeugd mag zich verheugen in de zegen des Heren.

Rotterdam.

Voor de vrienden onzer zending hadden de broeders Langstraat en Bozua een zendingssa­menkomst belegd. Zr. Bakker sprak over de arbeid in China. Het is heerlijk te bemerken, dat er ook nieuw leven en belangstelling komt voor deze zending. We zijn allen, die medege­werkt en het ons mogelijk gemaakt hebben de­ze samenkomst te houden, zeer dankbaar. Uit alles sprak het verlangen, om meer dan ooit, de dienst onzer zending te helpen. Het is slechts een klein begin, maar we geloven voor groote dingen.

 

Vriendelijke uitnodiging

voor de bijzondere samenkomsten, die ge­durende de Pinksterdagen gehouden zullen worden. De gemeente van Delfzijl hoopt ons D.V. Zondag 12 Mei (1e  Pinkster­dag) te bezoeken. Gebouw Noorderstraat 35-37 Amsterdam-C. Zondag 12 Mei (1e  Pinksterdag) 10 en 2.30 uur. Tussen samenkomsten gemeenschappelijke koffietafel. Maandag 13 Mei (2e Pinksterdag) om 10.00 uur, 15.30 uur en 19.00 uur

Kracht van Omhoog.

Allen hartelijk welkom.