Aan onze lezers.
Zoals velen in deze dagen ondanks de verkeersmoeilijkheden trachten hun vrienden en familieleden op te zoeken, die men in de laatste oorlogsmaanden niet kon bereiken, zo gaan ook wij onze lezers weer opzoeken. Er zijn in de dagen die achter ons liggen veel dingen gebeurt, er is veel geleden, er is veel gebeden, er zijn beloften van toewijding aan God gedaan, die ingelost moeten worden. We hebben elkander veel te vertellen. Menigmaal hoorden we de opmerking: “Wat is het jammer, dat “Kracht van Omhoog” niet meer kan verschijnen.” En nu is de toestand in ons land nog verre van normaal, zodat velen dit nieuwe nummer wellicht nog niet zullen ontvangen, maar toch willen we met Gods hulp trachten ons scheepje weer van wal te doen steken na de gedwongen rust.
Natuurlijk hebben we in de tijd, die achter ons ligt nagedacht en plannen gemaakt en we willen onze lezers hier reeds iets van vertellen.
In de eerste plaats dit grote nieuws, dat we hopen spoedig in staat te zijn “Kracht van Omhoog” wekelijks te doen verschijnen. Voorlopig verschijnen we met 4 pagina’s, doch als God het toelaat spoedig met meerdere pagina’s. Naast de bekende rubrieken zoals Bijbelstudie en meditatie zullen we artikelen opnemen van medewerkers op verschillend terrein en uit onderscheiden kringen. Zo hopen we over enige weken te beginnen met een doorlopend verhaal van Mej. C. ten Boom over haar ervaringen in het concentratiekamp te Ravensbrück waar zij in zo’n bijzondere wijze Gods wonderlijke hulp en leiding mocht ondervinden.
Ook zal een overzicht van het wereldgebeuren worden opgenomen, in het bijzonder op christelijk terrein.
In verband met deze sterke uitbreiding is de abonnementsprijs gebracht voorlopig op f 4.- per jaar resp. f 2.- per half jaar of f 1.- per kwartaal). We hopen dat deze prijsverhoging geen belemmering zij voor onze trouwe lezers zich opnieuw te abonneren. Mocht iemand dit bedrag niet kunnen betalen, laat het ons dan weten.
We roepen al onze lezers op mee te werken ons blad bekendheid te geven en nieuwe abonnees aan te brengen.
We zoeken in verschillende plaatsen broeders en zusters die, zolang de post nog slecht functioneert, de verspreiding op zich willen nemen. Laat ook ieder trachten ons blad financieel te steunen. Wilt ook in Uw gebed ons werk gedenken. Het evangelie van Jezus Christus moet weer met kracht gepredikt worden, de oproep tot heiligmaking en Christusverwachting moet gehoord worden door allen, die Jezus Christus toebehoren. De prediking van bekering en heiligmaking door de Heilige Geest en de blijde en ernstige, verwachting van onze Heer en Zaligmaker is het doel dat ons blad zich heeft gesteld. Los van iedere kerk, kring of sekte willen we dit evangelie uitdragen. Niet de bijzondere gaven zullen in deze prediking de klemtoon ontvangen, maar de diepere toewijding en beoefening van de vruchten van het geloof: liefde tot God en de naaste, eenheid met de broederen, zachtmoedigheid en verdraagzaamheid in een ‘wereld van haat en wrok, blijdschap en vrede met God in de zenuwslopende spanning in onze dagen, het stil en blij uitzien naar de Meester, ziedaar het heilig doel, waartoe de redactieleden zich biddend, hebben voorbereid.
God zegene ons pogen en keure het waardig mede te werken aan de toebereiding van de bruid van Christus.
De redactie.
Overdenkingen op de pelgrimsreis.
De waarheid zal u vrij maken. (Joh. 08:32).
Vrijgemaakt van de zonde, zijt gij in dienst gekomen van de gerechtigheid.
(Rom. 06:18).
Vrijheid!
Dit woord heeft in onze levens een machtige betekenis gekregen. Het is wel gebleken dat de vrijheid het hoogste, zo niet het allerhoogste goed is, dat een mens op aarde bezit en waarvoor hij met inzet van zijn gehele persoon wil strijden.
Helaas, het blijkt telkens weer, dat de weg tot de vrijheid de aller moeilijkste weg blijkt te zijn, waarlangs gedurende al de eeuwen de mens het geluk heeft zoeken te bereiken. Sinds zijn val zoekt hij de vrijheid niet in de dienst van God, doch wil als God zijn en onbeperkt eigen meester.
Doordat hij geen principieel onderscheid heeft gemaakt tussen vrijheid en ongebondenheid, vervalt hij steeds weer in de ergste slavernij. Bewust heeft men in de laatste eeuwen het denken vrijgemaakt van het christelijke dogma en is daardoor de norm van de waarheid kwijt en vervalt in de slavernij van de leugen. Men heeft de wil losgemaakt van de goddelijke wetten en is zodoende gekomen tot de ongebondenheid der verwildering, waarvan de oorlog met zijn brutale rechtsverkrachting een van de ontzettende consequenties is.
De ware vrijheid luistert naar de wetten.
Toen God de wereld schiep, werden daarmee de wetten vastgelegd, die onlosmakelijk verbonden zijn aan het ware geluk. Deze wetten zijn levenswetten. Zoals een bloem moet streven naar het licht, wil zij bloeien, zo zijn er ook voor de mens wetten, die hij slechts ten koste van zijn waar geluk aan de kant kan schuiven. Want deze wetten zijn voor hem levenswetten, voorwaarden tot het ware leven. Dit vloeit voort uit het feit dat God zijn schepper is.
God is waarheid. God is liefde.
Daarom, wie zich in zijn denken losmaakt van de waarheid, wint niet de vrijheid, doch vervalt in de slavernij der verdwazing. Wie beweert, dat drie en vier negen is, is niet vrij in zijn denken, doch brengt zichzelf onder de slavernij der verdwazing.
Zo ook wie zich losmaakt van de wet der liefde, wordt slaaf van zijn boze hartstochten en wordt meegesleept in de verwildering.
Wij hebben gezien hoe een gans volk, verblind door de leugen van het nationaalsocialisme niet God, doch de staat als hoogste macht erkende en daardoor onderging in de wreedste slavernij.
Dit volk, dat niet de wet van God, doch de leer van Nietzsche als richtsnoer had aanvaard en alles onder de voet liep wat zich verzette tegen zijn wil tot de macht schier onder ging in de rampen van de oorlog die het ontketende.
Zal de mensheid met dit voorbeeld voor ogen wijzer worden?
Wij vrezen van niet. Want vele zijn de wegen, waarlangs het mensdom zoekend zich hart van God afwendt.
De leugen van het communisme of de machtswellust van het kapitalisme zullen straks weer de mensheid verblinden.
Er is slechts één weg tot de ware vrijheid, d.w.z. tot het ware geluk. Deze weg werd reeds tweeduizend jaar geleden aangewezen door de Rabbi uit Nazareth, die sprak: “Als de Zoon u vrij maakt, dan zult u in waarheid vrij zijn.”
Vrij, omdat de leugenketen dan verbroken is. (Joh. 08:32).
Vrij, omdat de kluisters der zondedienst dan afvallen (Rom. 06:18).
Het dienen van Christus is de ware vrijheid. Want het is levensgemeenschap hebben met, Hem, die ons schiep.
Daarom is deze vrijheid een dienen in blijdschap en kracht.
Alle andere vermeende vrijheid is ongebondenheid, in wezen slavernij van leugen en zonde. Zij leidt tot sombere teleurstelling en ondergang.
Capituleer voor het te laat is. Geef u aan Christus over en u zult de ware vrijheid en levensvreugde vinden.
- v.d. B.
De dagen onzer jaren.
Een bitter ontwaken.
Nog nimmer in de wereldgeschiedenis heeft de ruiter op het rode paard zo’n ontzaglijke verwoesting aangericht op de aarde als in de rampzalige jaren, die achter ons liggen. Nog kunnen wij ons niet realiseren hoe groot de mensen slachting en cultuurverwoesting is geweest. En dit alles terwille van een voorgespiegelde illusie en bedrieglijke ideologie.
Het Duitse volk, gehypnotiseerd door schone leuzen en een allesomvattende propaganda heeft zich jarenlang overgegeven aan een droom van macht en overheersing. In bittere haat heeft het trachten te vernietigen de volkeren en enkelingen, die zij meenden dat hen in de weg stonden. Duizenden en duizenden hebben nameloos geleden in concentratiekampen en gevangenissen. Praktisch zijn alle Joden in Duitsland uitgeroeid. Zeven miljoen mensen zijn alleen reeds in het Poolse kamp Treblinka omgebracht.
Ten uiterste verblind zijn zij zich blijven vastklemmen aan de leugens, die hun dagelijks via pers en radio werden voorgehouden.
Op 5 Oktober 1942 sprak generaal Rommel in Berlijn. Hij zei o.a.:
Thans staan wij 100 km. van Alexandrië en Caïro en hebben de poort van Egypte in handen en wel met het voornemen ook hier handelend op te treden. Wij zijn er niet naar toe gegaan om ons na kortere of langere tijd weer te laten verjagen. Zoals de Führer in zijn jongste rede reeds zeide: “Men kan er zeker van zijn: wat wij hebben, houden wij vast.”
Hoe spoedig vergeet een volk zo’n groot woord. Want hoewel de Duitse legers enkele maanden daarna 2800 km. waren teruggeslagen en Afrika moesten verlaten, bleven zij luisteren naar de begoochelende stem. Italië ging verloren, Stalingrad werd het catastrofale keerpunt in het Oosten, waarna zij op Oost- en Westfront 3000 km. moesten terugtrekken en toch bleven zij krampachtig geloven in een geheim wapen, dat hun de overwinning zou brengen.
Na al deze nederlagen, na onnoemelijke verliezen te hebben geleden, sprak prof. Dr. Baumgarten voor de Duitse radio: “Naarmate de verwoestingen krankzinniger worden, wordt het Duitse volk onoverwinnelijker”….
Tot het laatste toe geloofden velen, dat Hitler vanuit het omsingelde Berlijn de derde fase van de strijd zou inzetten, die tot de uiteindelijke overwinning zou leiden. Meedogenloos werd opgetreden tegen ieder, die de witte vlag hanteerde.
En toen kwam de onafwendbare ineenstorting. Hoe bitter moet het ontwaken van dit bedrogen volk zijn. Hitler, de door duizenden en duizenden als een God vereerde Führer is verdwenen, wellicht door een injectie gestorven onder het bulderen der Russische kanonnen tussen de puinhopen van zijn hoofdstad en temidden van de ruïnen van zijn rijk, dat volgens zijn zeggen 1000 jaar zou bestaan.
De steden en dorpen zijn puinhopen geworden. Nog weten we niet het totaal aantal doden en gewonden, doch als we lezen, dat tengevolge van één bombardement in de nacht van 25 op 26 Juli 1943 alleen in Hamburg 20.000 mensen werden gedood en 60.000 gewond, hoe ontstellend groot moet dan niet het verlies zijn alleen onder de burgers. In totaal werden in Hamburg 50.000 mensen gedood en 250.000 gewond. 80 procent van de Duitse steden is vernietigd en 25.000.000 mensen zijn dakloos geworden. 986.000.000 kg. bommen zijn door de Engelse luchtmacht afgeworpen en 891.500.000 kg. door de Amerikaanse. Wie kan zich van al dit lijden een voorstelling maken? Is ooit in de wereldgeschiedenis een volk zo geteisterd, gestraft om de gruweldaden, die het anderen heeft doen ondergaan? Hoe ontzaglijk is opnieuw bewaarheid: Wee het volk, dat de Joden vervolgt. Want hoewel Israël nog immer de straf draagt over zijn tot heden toe durende verharding blijft het goddelijk woord van kracht, eens tot hun vader Abraham gesproken: “Ik zal zegenen, die u zegenen en vervloeken, die u vloekt…”
Alweer is een der wereldrijken ondergegaan en zijn zij, die hun leven en goed offerden voor dit komende rijk bitter teleurgesteld. Wij weten: slechts één rijk zal eeuwig blijven bestaan en over al zijn vijanden triomferen: het rijk van Jezus Christus.
Zij, die in de komst van dit rijk geloven, zullen niet worden teleurgesteld. Voor hen is er geen ontnuchterende dag van nederlaag. Zij zullen ontwaakt God aanschouwen en als overwinnaars Hem eeuwig loven in Zijn tempel.
- v d. B.
Geef de Heilige Geest plaats.
Het leven van een kind van God zou anders zijn, wanneer het de verlossing van Christus beter verstond en de Heilige Geest die plaats in zou ruimen, die Hij hebben wil. Van nature zijn wij mensen, bij wie alles zich om het eigen- ik beweegt en zolang dat nog gebeurt, kunnen wij de kracht der verlossing niet ervaren en kan de Heilige Geest niet die plaats innemen, die Hij wil.
Het eigen-ik, het zelfleven troont op de zetel van het hart en men heeft nog niet verstaan, dat het door Christus’ zoendood afgedaan heeft.
De vraag die natuurlijk oprijst is wel deze: Hoe komt men van dat “IK” vrij?
Op Golgotha is deze vraag volkomen opgelost. Christus’ dood is een volkomen dood voor u en mij. “Als die dit oordelen dat, indien één voor allen gestorven is, zij dan allen gestorven zijn. En Hij is voor allen gestorven, opdat degenen, die leven, niet meer zichzelf zouden leven, maar Dien, die voor hen gestorven en opgewekt is.” (2 Kor. 05:15). en hij is voor allen gestorven opdat de levenden niet meer voor zichzelf zullen leven maar voor hem die voor hen gestorven is en opgewekt. (Naardense vertaling)
Dit moet een geloofservaring worden in uw leven. En wanneer ge daar niets van ervaart, komt het omdat gij die niet in het geloof hebt aangenomen. Het geloof alleen kan zich deze volle bevrijding en verlossing toe-eigenen. Ongeloof en twijfel zeggen: hoe is dit mogelijk; slechts geloof kan het geheimenis van de dood op Golgotha, het afsterven aan het eigen-ik en de opstanding des mensen vinden en beleven. Ons tekstwoord zegt dat duidelijk.
De fout is, dat men geen blik heeft voor de eenvoudigheid der verlossing. Men wil het verkrijgen door eigen werken en proberen. Allen willen eerst zien, wat Jezus gedaan heeft, eer men geloven kan. Zalig zijn zij, dié niet zien en toch geloven. Hoe kan zo’n onmogelijke zaak als verlossing van het eigen-ik plaats vinden? Door het enkel in het geloof aan te grijpen. Het antwoord vinden wij in Gods woord. Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het woord Gods.” (Rom. 10:17).
De Heilige Geest komt dan eerst tot zijn recht, wanneer men op de dood van het eigen-ik geheel is ingegaan. Dan kan Gods Geest zich eerst ten volle ontplooien. Dit zien wij duidelijk ook bij de wachtende schare in de opperzaal. De 10 dagen van wachten voor de uitstorting van de Heilige Geest waren dagen, waarin zij verlost werden van het eigen leven. Hoe? Door werken of proberen? Neen, door het geloof in het volbrachte werk van Christus, zoals we dat zien in (Rom. 10:17) door het gehoor. Dus we moeten horen wat de Geest tot ons te zeggen heeft. Gij moet dus, wanneer gij wilt leren geloven, de prediking van het woord Gods aannemen. Eenvoudig horen en aannemen. Dan zal het ook een ervaring worden in uw leven en ge zult aan de Heilige Geest die plaats inruimen, die Hij dan werkelijk in kan nemen. Dan smaakt gij de volle verlossing door het geloof.
De Bijbel, Gods woord, geeft ons te kennen, dat wij deze volle verlossing in Christus deelachtig mogen worden, Paulus spreekt van deze vólle verlossing. Een verlossing, die wij hebben ontvangen door het geloof in de kruisdood van Christus. “In welken wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden, naar de rijkdom Zijner genade”. (Ef. 01:07).
De Schrift verdeelt het verlossingswerk van Christus in twee delen (Rom. 04:25):
Hij is om onze zonden overgeleverd;
Hij is tot onze rechtvaardigmaking opgewekt.
Dus, ten eerste: Jezus’ dood en onze zonde,
en ten tweede: Jezus’ opstanding en onze gerechtigheid. Dit wil dus zeggen, dat Christus’ dood ons heelt verlost van de zonde, opdat wij als verlosten, als verrezenen in Christus der gerechtigheid leven zouden. (1 Petr. 02:24).
En geliefden, wat ons toegerekend wordt is ons eigendom geworden, op grond niet van ons geloof en niet door onze werken. Is Christus’ dood mij toegerekend, dan is Zijn dood mijn dood en wordt Zijn leven mij toegerekend, dan is Zijn leven mijn leven.
In hetgeen Jezus gedaan heeft, vinden wij de oorzaak van onze eeuwige zaligheid en verlossing. Zijn dood is voor u, en daarmee de verlossing der zonde en van het eigen-ik. Evenzo is Zijn opstanding voor u, en daarmede ook Zijn leven, hetwelk Hij u door Zijn Geest meedeelt. Dat wij toch in ons leven de werking des Heilige Geestes, die plaats zullen ruimen nodig is en de kracht der volle verlossing zal niet enkel ons deel zijn, maar ook zullen we dit dagelijks ervaren.
P.K.
1945.06.07
Aan onze lezers.
Zoals velen in deze dagen ondanks de verkeersmoeilijkheden trachten hun vrienden en familieleden op te zoeken, die men in de laatste oorlogsmaanden niet kon bereiken, zo gaan ook wij onze lezers weer opzoeken. Er zijn in de dagen die achter ons liggen veel dingen gebeurt, er is veel geleden, er is veel gebeden, er zijn beloften van toewijding aan God gedaan, die ingelost moeten worden. We hebben elkander veel te vertellen. Menigmaal hoorden we de opmerking: “Wat is het jammer, dat “Kracht van Omhoog” niet meer kan verschijnen.” En nu is de toestand in ons land nog verre van normaal, zodat velen dit nieuwe nummer wellicht nog niet zullen ontvangen, maar toch willen we met Gods hulp trachten ons scheepje weer van wal te doen steken na de gedwongen rust.
Natuurlijk hebben we in de tijd, die achter ons ligt nagedacht en plannen gemaakt en we willen onze lezers hier reeds iets van vertellen.
In de eerste plaats dit grote nieuws, dat we hopen spoedig in staat te zijn “Kracht van Omhoog” wekelijks te doen verschijnen. Voorlopig verschijnen we met 4 pagina’s, doch als God het toelaat spoedig met meerdere pagina’s. Naast de bekende rubrieken zoals Bijbelstudie en meditatie zullen we artikelen opnemen van medewerkers op verschillend terrein en uit onderscheiden kringen. Zo hopen we over enige weken te beginnen met een doorlopend verhaal van Mej. C. ten Boom over haar ervaringen in het concentratiekamp te Ravensbrück waar zij in zo’n bijzondere wijze Gods wonderlijke hulp en leiding mocht ondervinden.
Ook zal een overzicht van het wereldgebeuren worden opgenomen, in het bijzonder op christelijk terrein.
In verband met deze sterke uitbreiding is de abonnementsprijs gebracht voorlopig op f 4.- per jaar resp. f 2.- per half jaar of f 1.- per kwartaal). We hopen dat deze prijsverhoging geen belemmering zij voor onze trouwe lezers zich opnieuw te abonneren. Mocht iemand dit bedrag niet kunnen betalen, laat het ons dan weten.
We roepen al onze lezers op mee te werken ons blad bekendheid te geven en nieuwe abonnees aan te brengen.
We zoeken in verschillende plaatsen broeders en zusters die, zolang de post nog slecht functioneert, de verspreiding op zich willen nemen. Laat ook ieder trachten ons blad financieel te steunen. Wilt ook in Uw gebed ons werk gedenken. Het evangelie van Jezus Christus moet weer met kracht gepredikt worden, de oproep tot heiligmaking en Christusverwachting moet gehoord worden door allen, die Jezus Christus toebehoren. De prediking van bekering en heiligmaking door de Heilige Geest en de blijde en ernstige, verwachting van onze Heer en Zaligmaker is het doel dat ons blad zich heeft gesteld. Los van iedere kerk, kring of sekte willen we dit evangelie uitdragen. Niet de bijzondere gaven zullen in deze prediking de klemtoon ontvangen, maar de diepere toewijding en beoefening van de vruchten van het geloof: liefde tot God en de naaste, eenheid met de broederen, zachtmoedigheid en verdraagzaamheid in een ‘wereld van haat en wrok, blijdschap en vrede met God in de zenuwslopende spanning in onze dagen, het stil en blij uitzien naar de Meester, ziedaar het heilig doel, waartoe de redactieleden zich biddend, hebben voorbereid.
God zegene ons pogen en keure het waardig mede te werken aan de toebereiding van de bruid van Christus.
De redactie.
Overdenkingen op de pelgrimsreis.
De waarheid zal u vrij maken. (Joh. 08:32).
Vrijgemaakt van de zonde, zijt gij in dienst gekomen van de gerechtigheid.
(Rom. 06:18).
Vrijheid!
Dit woord heeft in onze levens een machtige betekenis gekregen. Het is wel gebleken dat de vrijheid het hoogste, zo niet het allerhoogste goed is, dat een mens op aarde bezit en waarvoor hij met inzet van zijn gehele persoon wil strijden.
Helaas, het blijkt telkens weer, dat de weg tot de vrijheid de aller moeilijkste weg blijkt te zijn, waarlangs gedurende al de eeuwen de mens het geluk heeft zoeken te bereiken. Sinds zijn val zoekt hij de vrijheid niet in de dienst van God, doch wil als God zijn en onbeperkt eigen meester.
Doordat hij geen principieel onderscheid heeft gemaakt tussen vrijheid en ongebondenheid, vervalt hij steeds weer in de ergste slavernij. Bewust heeft men in de laatste eeuwen het denken vrijgemaakt van het christelijke dogma en is daardoor de norm van de waarheid kwijt en vervalt in de slavernij van de leugen. Men heeft de wil losgemaakt van de goddelijke wetten en is zodoende gekomen tot de ongebondenheid der verwildering, waarvan de oorlog met zijn brutale rechtsverkrachting een van de ontzettende consequenties is.
De ware vrijheid luistert naar de wetten.
Toen God de wereld schiep, werden daarmee de wetten vastgelegd, die onlosmakelijk verbonden zijn aan het ware geluk. Deze wetten zijn levenswetten. Zoals een bloem moet streven naar het licht, wil zij bloeien, zo zijn er ook voor de mens wetten, die hij slechts ten koste van zijn waar geluk aan de kant kan schuiven. Want deze wetten zijn voor hem levenswetten, voorwaarden tot het ware leven. Dit vloeit voort uit het feit dat God zijn schepper is.
God is waarheid. God is liefde.
Daarom, wie zich in zijn denken losmaakt van de waarheid, wint niet de vrijheid, doch vervalt in de slavernij der verdwazing. Wie beweert, dat drie en vier negen is, is niet vrij in zijn denken, doch brengt zichzelf onder de slavernij der verdwazing.
Zo ook wie zich losmaakt van de wet der liefde, wordt slaaf van zijn boze hartstochten en wordt meegesleept in de verwildering.
Wij hebben gezien hoe een gans volk, verblind door de leugen van het nationaalsocialisme niet God, doch de staat als hoogste macht erkende en daardoor onderging in de wreedste slavernij.
Dit volk, dat niet de wet van God, doch de leer van Nietzsche als richtsnoer had aanvaard en alles onder de voet liep wat zich verzette tegen zijn wil tot de macht schier onder ging in de rampen van de oorlog die het ontketende.
Zal de mensheid met dit voorbeeld voor ogen wijzer worden?
Wij vrezen van niet. Want vele zijn de wegen, waarlangs het mensdom zoekend zich hart van God afwendt.
De leugen van het communisme of de machtswellust van het kapitalisme zullen straks weer de mensheid verblinden.
Er is slechts één weg tot de ware vrijheid, d.w.z. tot het ware geluk. Deze weg werd reeds tweeduizend jaar geleden aangewezen door de Rabbi uit Nazareth, die sprak: “Als de Zoon u vrij maakt, dan zult u in waarheid vrij zijn.”
Vrij, omdat de leugenketen dan verbroken is. (Joh. 08:32).
Vrij, omdat de kluisters der zondedienst dan afvallen (Rom. 06:18).
Het dienen van Christus is de ware vrijheid. Want het is levensgemeenschap hebben met, Hem, die ons schiep.
Daarom is deze vrijheid een dienen in blijdschap en kracht.
Alle andere vermeende vrijheid is ongebondenheid, in wezen slavernij van leugen en zonde. Zij leidt tot sombere teleurstelling en ondergang.
Capituleer voor het te laat is. Geef u aan Christus over en u zult de ware vrijheid en levensvreugde vinden.
- v.d. B.
De dagen onzer jaren.
Een bitter ontwaken.
Nog nimmer in de wereldgeschiedenis heeft de ruiter op het rode paard zo’n ontzaglijke verwoesting aangericht op de aarde als in de rampzalige jaren, die achter ons liggen. Nog kunnen wij ons niet realiseren hoe groot de mensen slachting en cultuurverwoesting is geweest. En dit alles terwille van een voorgespiegelde illusie en bedrieglijke ideologie.
Het Duitse volk, gehypnotiseerd door schone leuzen en een allesomvattende propaganda heeft zich jarenlang overgegeven aan een droom van macht en overheersing. In bittere haat heeft het trachten te vernietigen de volkeren en enkelingen, die zij meenden dat hen in de weg stonden. Duizenden en duizenden hebben nameloos geleden in concentratiekampen en gevangenissen. Praktisch zijn alle Joden in Duitsland uitgeroeid. Zeven miljoen mensen zijn alleen reeds in het Poolse kamp Treblinka omgebracht.
Ten uiterste verblind zijn zij zich blijven vastklemmen aan de leugens, die hun dagelijks via pers en radio werden voorgehouden.
Op 5 Oktober 1942 sprak generaal Rommel in Berlijn. Hij zei o.a.:
Thans staan wij 100 km. van Alexandrië en Caïro en hebben de poort van Egypte in handen en wel met het voornemen ook hier handelend op te treden. Wij zijn er niet naar toe gegaan om ons na kortere of langere tijd weer te laten verjagen. Zoals de Führer in zijn jongste rede reeds zeide: “Men kan er zeker van zijn: wat wij hebben, houden wij vast.”
Hoe spoedig vergeet een volk zo’n groot woord. Want hoewel de Duitse legers enkele maanden daarna 2800 km. waren teruggeslagen en Afrika moesten verlaten, bleven zij luisteren naar de begoochelende stem. Italië ging verloren, Stalingrad werd het catastrofale keerpunt in het Oosten, waarna zij op Oost- en Westfront 3000 km. moesten terugtrekken en toch bleven zij krampachtig geloven in een geheim wapen, dat hun de overwinning zou brengen.
Na al deze nederlagen, na onnoemelijke verliezen te hebben geleden, sprak prof. Dr. Baumgarten voor de Duitse radio: “Naarmate de verwoestingen krankzinniger worden, wordt het Duitse volk onoverwinnelijker”….
Tot het laatste toe geloofden velen, dat Hitler vanuit het omsingelde Berlijn de derde fase van de strijd zou inzetten, die tot de uiteindelijke overwinning zou leiden. Meedogenloos werd opgetreden tegen ieder, die de witte vlag hanteerde.
En toen kwam de onafwendbare ineenstorting. Hoe bitter moet het ontwaken van dit bedrogen volk zijn. Hitler, de door duizenden en duizenden als een God vereerde Führer is verdwenen, wellicht door een injectie gestorven onder het bulderen der Russische kanonnen tussen de puinhopen van zijn hoofdstad en temidden van de ruïnen van zijn rijk, dat volgens zijn zeggen 1000 jaar zou bestaan.
De steden en dorpen zijn puinhopen geworden. Nog weten we niet het totaal aantal doden en gewonden, doch als we lezen, dat tengevolge van één bombardement in de nacht van 25 op 26 Juli 1943 alleen in Hamburg 20.000 mensen werden gedood en 60.000 gewond, hoe ontstellend groot moet dan niet het verlies zijn alleen onder de burgers. In totaal werden in Hamburg 50.000 mensen gedood en 250.000 gewond. 80 procent van de Duitse steden is vernietigd en 25.000.000 mensen zijn dakloos geworden. 986.000.000 kg. bommen zijn door de Engelse luchtmacht afgeworpen en 891.500.000 kg. door de Amerikaanse. Wie kan zich van al dit lijden een voorstelling maken? Is ooit in de wereldgeschiedenis een volk zo geteisterd, gestraft om de gruweldaden, die het anderen heeft doen ondergaan? Hoe ontzaglijk is opnieuw bewaarheid: Wee het volk, dat de Joden vervolgt. Want hoewel Israël nog immer de straf draagt over zijn tot heden toe durende verharding blijft het goddelijk woord van kracht, eens tot hun vader Abraham gesproken: “Ik zal zegenen, die u zegenen en vervloeken, die u vloekt…”
Alweer is een der wereldrijken ondergegaan en zijn zij, die hun leven en goed offerden voor dit komende rijk bitter teleurgesteld. Wij weten: slechts één rijk zal eeuwig blijven bestaan en over al zijn vijanden triomferen: het rijk van Jezus Christus.
Zij, die in de komst van dit rijk geloven, zullen niet worden teleurgesteld. Voor hen is er geen ontnuchterende dag van nederlaag. Zij zullen ontwaakt God aanschouwen en als overwinnaars Hem eeuwig loven in Zijn tempel.
- v d. B.
Geef de Heilige Geest plaats.
Het leven van een kind van God zou anders zijn, wanneer het de verlossing van Christus beter verstond en de Heilige Geest die plaats in zou ruimen, die Hij hebben wil. Van nature zijn wij mensen, bij wie alles zich om het eigen- ik beweegt en zolang dat nog gebeurt, kunnen wij de kracht der verlossing niet ervaren en kan de Heilige Geest niet die plaats innemen, die Hij wil.
Het eigen-ik, het zelfleven troont op de zetel van het hart en men heeft nog niet verstaan, dat het door Christus’ zoendood afgedaan heeft.
De vraag die natuurlijk oprijst is wel deze: Hoe komt men van dat “IK” vrij?
Op Golgotha is deze vraag volkomen opgelost. Christus’ dood is een volkomen dood voor u en mij. “Als die dit oordelen dat, indien één voor allen gestorven is, zij dan allen gestorven zijn. En Hij is voor allen gestorven, opdat degenen, die leven, niet meer zichzelf zouden leven, maar Dien, die voor hen gestorven en opgewekt is.” (2 Kor. 05:15). en hij is voor allen gestorven opdat de levenden niet meer voor zichzelf zullen leven maar voor hem die voor hen gestorven is en opgewekt. (Naardense vertaling)
Dit moet een geloofservaring worden in uw leven. En wanneer ge daar niets van ervaart, komt het omdat gij die niet in het geloof hebt aangenomen. Het geloof alleen kan zich deze volle bevrijding en verlossing toe-eigenen. Ongeloof en twijfel zeggen: hoe is dit mogelijk; slechts geloof kan het geheimenis van de dood op Golgotha, het afsterven aan het eigen-ik en de opstanding des mensen vinden en beleven. Ons tekstwoord zegt dat duidelijk.
De fout is, dat men geen blik heeft voor de eenvoudigheid der verlossing. Men wil het verkrijgen door eigen werken en proberen. Allen willen eerst zien, wat Jezus gedaan heeft, eer men geloven kan. Zalig zijn zij, dié niet zien en toch geloven. Hoe kan zo’n onmogelijke zaak als verlossing van het eigen-ik plaats vinden? Door het enkel in het geloof aan te grijpen. Het antwoord vinden wij in Gods woord. Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het woord Gods.” (Rom. 10:17).
De Heilige Geest komt dan eerst tot zijn recht, wanneer men op de dood van het eigen-ik geheel is ingegaan. Dan kan Gods Geest zich eerst ten volle ontplooien. Dit zien wij duidelijk ook bij de wachtende schare in de opperzaal. De 10 dagen van wachten voor de uitstorting van de Heilige Geest waren dagen, waarin zij verlost werden van het eigen leven. Hoe? Door werken of proberen? Neen, door het geloof in het volbrachte werk van Christus, zoals we dat zien in (Rom. 10:17) door het gehoor. Dus we moeten horen wat de Geest tot ons te zeggen heeft. Gij moet dus, wanneer gij wilt leren geloven, de prediking van het woord Gods aannemen. Eenvoudig horen en aannemen. Dan zal het ook een ervaring worden in uw leven en ge zult aan de Heilige Geest die plaats inruimen, die Hij dan werkelijk in kan nemen. Dan smaakt gij de volle verlossing door het geloof.
De Bijbel, Gods woord, geeft ons te kennen, dat wij deze volle verlossing in Christus deelachtig mogen worden, Paulus spreekt van deze vólle verlossing. Een verlossing, die wij hebben ontvangen door het geloof in de kruisdood van Christus. “In welken wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden, naar de rijkdom Zijner genade”. (Ef. 01:07).
De Schrift verdeelt het verlossingswerk van Christus in twee delen (Rom. 04:25):
Hij is om onze zonden overgeleverd;
Hij is tot onze rechtvaardigmaking opgewekt.
Dus, ten eerste: Jezus’ dood en onze zonde,
en ten tweede: Jezus’ opstanding en onze gerechtigheid. Dit wil dus zeggen, dat Christus’ dood ons heelt verlost van de zonde, opdat wij als verlosten, als verrezenen in Christus der gerechtigheid leven zouden. (1 Petr. 02:24).
En geliefden, wat ons toegerekend wordt is ons eigendom geworden, op grond niet van ons geloof en niet door onze werken. Is Christus’ dood mij toegerekend, dan is Zijn dood mijn dood en wordt Zijn leven mij toegerekend, dan is Zijn leven mijn leven.
In hetgeen Jezus gedaan heeft, vinden wij de oorzaak van onze eeuwige zaligheid en verlossing. Zijn dood is voor u, en daarmee de verlossing der zonde en van het eigen-ik. Evenzo is Zijn opstanding voor u, en daarmede ook Zijn leven, hetwelk Hij u door Zijn Geest meedeelt. Dat wij toch in ons leven de werking des Heilige Geestes, die plaats zullen ruimen nodig is en de kracht der volle verlossing zal niet enkel ons deel zijn, maar ook zullen we dit dagelijks ervaren.
P.K.