Levend Geloof 1965.04 nr. 67

Brand

Wij willen dit nummer beginnen met u iets te vertel­len van wat wij in de nacht van 13 op 14 februari j.1. meemaakten. Ongetwijfeld hebben sommige lezers bij het ontvangen van het februarinummer van ”Levend Geloof” gedacht, wat ziet mijn blad er vreemd uit met aan de achterkant zo’n grijze streep. Deze streep werd veroor­zaakt door roetwater. “Levend Geloof” is n.l. “in de brand” geweest.

Die nacht werden wij getroffen door een felle brand. We hadden juist enkele dagen tevoren een nieuw kost­huis betrokken, waar ook alle bescheiden van “Levend Geloof”, zoals stencilmachine, schrijfmachine, snijma­chine en de reeds voor verzending gereedliggende fe­bruarinummers van “Levend Geloof” waren.

De brand, die in het huis van de buren ontstond, sloeg door de zeer’ felle wind, in korte tijd over, zo­dat wij (in totaal 14 personen) hals over kop door een verstikkende rook moesten vluchtten. Alles moest worden achter gelaten.

De “Kolummer Courant” schreef later dat allen als door een wonder deze ramp ongedeerd hebben overleefd. En zo was het ook! Een broeder die in het huis woonde, had enkele weken tevoren een visioen gehad, waarin hij een geweldige vuurgloed zag, maar temidden van het vuur twee beschermengelen. Hoe goed is onze God! Wij loven en prijzen Zijn Naam en hebben opnieuw ervaren dat de engel des Heren zich legert rondom degenen die Hem vrezen!

Hoewel het huis totaal afbrandde en niet weer opge­bouwd kan worden, is “Levend Geloof”, die niet verze­kerd was, er toch goed afgekomen. De kamer waarin de machines stonden werd weliswaar getroffen door vuur en water, maar de machines, die toch aan een revisiebeurt toe waren, zijn allen weer intact. Ook onze kleren, etc. werden voor het grootste gedeelte gered.

‘Wij zijn blij dat wij gewoon door kunnen gaan met de uitgave van ons blad, dat zo rijk gezegend wordt. Bidt voor onze arbeid, zoals wij het voor u doen!          

 

 

Pasen 1965 door Gert Jan Doornink

“Bent u ook in Paasstemming? Wij wel. Let u maar eens op de fabelachtige koopjes in onze supermarkt” (Uit een advertentie).

Hoe ver is de wereld – met inbegrip van de zogenaamde christelijke wereld, – af komen te staan van de werkelijke betekenis van de christelijke feestdagen als: Kerstfeest, Pa­sen en Pinksteren.

Terwijl de viering van deze feestdagen hoogtepunten in het leven van een Christen zouden moeten zijn, zijn deze dagen gedegra­deerd tot dagen waarin men genieten wil, onder het motto: Laat ons eten, drinken en vrolijk zijn, want morgen sterven wij…..

Gelukkig is het anders bij de ware gemeen­te van Jezus Christus; dat zijn allen die zich door een persoonlijk geloof in de Zoon van God, gereinigd weten door Zijn bloed. Zij hebben uit Gods Woord weer de ware betekenis van Kerstfeest, Goede Vrijdag, Pa­sen, Hemelvaartsdag en Pinksteren leren ken­nen.

Er is echter ook bij de echte gelovigen nog veel wereldgezindheid, dubbelhartigheid en het behagen van het eigen (vrome) vlees. Ook bij de vele duizenden die de talrijke, Paasconferenties weer zullen meemaken. ‘Wij schrijven dit niet om negatief te willen zijn. Integendeel. Wij zijn ontzettend verblijd en dankbaar voor de grote dingen die de Heer de afgelopen jaren ook in ons land gedaan heeft en waarvan de vele conferen­ties ook zichtbare tekenen zijn. Vrij bidden en geloven in een machtige zegen van de Heer op alle Paassamenkomsten.

Wie echter de zaak nuchter en realis­tisch bekijkt, zal moeten toegeven dat wij als gelovigen nog lang niet op de plaats staan waar wij moeten staan.’ In de zonen Gods komt vaak het “oude leven” nog meer tot openbaring dan de liefde en de overwinningskracht van Jezus! .

Hoe komen Wij nu op de plaats te staan, waar Christus ons wil hebben, n.l. als beelddragers en leesbare brieven van Hem? Alleen door een levend geloof in onze opge­stane Heiland! Jezus stierf voor onze zon­den aan het kruis van Golgotha (Goede Vrij­dag). Maar Hij is ook opgestaan uit de doden (Pasen). Halleluja!

Als wij als kinderen Gods Hem dienen door Zijn Woord dagelijks biddend te lezen, door vervuld te zijn, met de Heilige Geest (vrucht en gaven), door te bidden, te vasten en door woord, en daad te getuigen wordt Zijn Beeld in ons openbaar! En dit is de wil van God! God wil Zijn volle doel met ons berei­ken. Het gaat er maar om, of wij bereid zijn Hem Zijn gang te laten gaan!

Goede Vrijdag en Pasen zal ook in ons le­ven openbaar moeten worden! Toen wij Jezus Christus aanvaardden als onze Verlosser en Zaligmaker, kwam er een einde aan ons oude leven. (2 Kor. 05:17): “Zo is dan wie in Chris­tus is een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen”. Dat betekent dat ons “ik” plaats moest ma­ken voor Christus. Het is geworden: Niet ik maar Christus leeft in mij. Geloven wij dit? En beleven wij het? Want daar gaat het’ om!

Wij zullen Goede Vrijdag niet alleen als een dag van herdenking van Christus’ kruisiging op Golgotha moeten vieren, ook in ons dagelijks leven in toepassing moeten brengen. En hetzelfde geldt voor Pasen. Zonder Goede Vrijdag is er geen Pasen. Zonder het gestorven zijn aan ons eigen ik, is er geen werkelijk overwinningsleven mogelijk.

Pasen 1965 heeft ons dichter dan ooit bij Jezus’ wederkomst gebracht. De dag waarop de gemeente – die zal zijn;” stralend, zonder vlek en rimpel – zal worden opgenomen, om voor eeuwig met Jezus te zijn? Is Goede Vrij­dag en Pasen in uw leven reeds zichtbaar?

 

Christus alles in allen door Klaas van Twillert.

Ds. KI. van Twillert schrijft in zijn contactbrief d.d april 1965

Geliefden in Christus en beste vrienden,

Allereerst mijn dank aan God voor alles wat ik uit zijn hand ontving, geestelijk en stoffelijk. Het is waarlijk wonderbaar.’ Sinds dat wij gedoopt zijn op Bijbelse wijze en de Geestesdoop hebben ontvangen, is ons leven rijker geworden in God, doch de strijd aan het geestelijk front zwaarder als ooit tevoren. Er moet intensief gestreden worden om de overwinning die we in Jezus hebben ontvangen, te behouden. Geen slappe knieën en trage handen, maar een jagen naar de prijs, wat het ook mag kosten, moet bij ons allen gevonden worden.

We leven in de eindtijd, de laatste ure der wereldhistorie. De zonen Gods komen openbaar. “Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht; wie vuil is, hij worde nog vuiler; wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd”. (Openb. 22:11). Enerzijds wordt door de ver­menigvuldiging der wetenschap de machten van satan  geopenbaard als immer tevoren. Anderzijds lof en dank aan God – worden de geestelijke scheten die wij in Christus bezitten, meer en meer openbaar. Bij de verme­nigvuldiging van de geestelijke wetenschap wordt de kracht Gods, de kracht van het bloed en de werkingen des Geestes zichtbaar als immer tevoren. En bij dit al­les staan we nog maar aan het begin van een machtig sluitstuk der kerkgeschiedenis.

In de komende tijd zal de gemeente Gods te verstaan krijgen wat de erfenis der heidenen inhoudt en wat voor troonrechten vrij hebben. Hot zal schier elke gedachte ver te boven gaan, ’t Is nu nog maar kinderspel bij dat­gene wat volgt. Het zijn nog maar een paar druppels die er nu vallen, de stromen moeten nog komen. Een grote oogst wacht ons. God is bezig om duizenden jonge men­sen er bij te betrekken. Jongeren die nu reeds alles er voor opofferen. Halleluja! Glorie voor Jezus! Het is nu nog alles betrekkelijk. Straks zal de gemeente Gods gaan schitteren van de deugden van Christus.

Ik ben bijzonder blij dat ik nu de volheid en de ruimheid van het evangelie mag verkondigen. Ik word niet meer afgeremd in het uitdragen van de liefde Gods voor heel de wereld. En toch…hoe ruim ik nu het evangelie mag uitdragen, en het in de naaste toekomst nog onbegrensder zal doen, in het oog van God blijf ik toch nog uiterst bekrompen. Altijd is God groter. Zijn onbegrensde liefde meten wij af met ons begrensd den­ken en beperkte liefde tegenover God en onze naaste. En hoe meer wij nu naar do gezindheid van Christus gaan groeien, des te meer zullen we gaan beleven wat we in Christus hebben on waar we aanspraak op mogen maken. We zijn nog teveel negatief en te weinig positief in ons denken, spreken en handelen.

Elk die nu welbewust de zijde van Christus kiest, Hem onvoorwaardelijk volgt, door dogma’s en leerstellingen heen breekt die strijden tegen de gezonde leer van Christus, zij zullen deelgenoot zijn van een machtig deel. Niets en niemand moeten we dan ontzien, in het uitdragen van de volle genade-boodschap. Het zal Pasen zijn en blijven in ons leven. Staande in de overwinning van Jezus zullen we overwinnen. Halleluja! Ik kies de weg van Jezus.’ U ook?

Onder de christenen zijn veel vraagtekens, maar weinigen die de littekens van Christus dragen. Bent u bereid daarvoor?

Hij zegene u.

 

Wat is waarheid? door Gert Jan Doornink

“Pilatus zeide tot Hem: Wat is waarheid?” (Joh. 18:38).

Lees vooraf: (Joh. 18:28-38).

Hebt u er wel eens over nagedacht dat het grootste proces van alle eeuwen, nu bijna 2000 jaar geleden plaats vond, toen Jezus voor de rechtbank moest verschijnen?

Wanneer wij over rechtszittingen spreken, spreekt dit de mensen ontzettend aan. De uitzendingen van de televisierechtbank trekken altijd miljoenen kijkers. Toen enkele jaren geleden het proces plaats vond tegen Eichmann, de man die terecht stond wegens moord op 6 miljoen Joden, sprak iedereen er over. Denk ook aan het grote proces te Neurenberg in 1946 tegen de grote Duitse oorlogsmisdadigers.

Er worden echter ook processen in de wereld ge­voerd, waarbij niet het recht, maar de macht zegeviert. Denk aan de processen in nazi-Duitsland en in de com­munistische landen.

Als iemand voor de rechtbank moet verschijnen is het vanzelfsprekend dat er een aanklacht moet zijn. Zo was het ook toen Jezus terecht moest staan. Pilatus vroeg: “Welke aanklacht brengt gij tegen deze mens in?” (Joh. 18:29). Er was geen enkele reden Jezus voor de rechter te slepen. Immers, wat Hij gedaan had tijdens Zijn drie jaren van omwandeling over de aarde was en­kel goedheid. (Hand. 10:38) zegt: “Hij is rondgegaan, wel­doende en genezende allen, die door de duivel overwel­digd waren”. Hij genas de zieken, bevrijdde de gebondenen en vergaf de zonden.

Door dit te doen brak Hij echter met de tradities, de wetten en inzettingen van het Joodse volk, en vooral kwam Hij in conflict met de farizeeën en Schriftgeleerden. Zij hadden er belang bij dat alles bleef zoals het was. Zij spraken wel over God en Godsdienst, maar deden er niet naar. Het waren huichelaars.

In (Joh. 15:24-25) zegt Jezus: “Indien Ik niet de werken onder hen gedaan had, die niemand anders gedaan heeft, zouden zij geen zonde hebben; maar nu hebben zij, hoewel zij ze gezien hebben, toch Hij en mijn Vader ge­haat. Maar het woord moet vervuld worden, dat in hun wet geschreven is: Zij hebben Mij zonder reden gehaat”. Jezus bracht de boodschap die Hij bracht in praktijk en daarom werd Hij gehaat.

Zij zouden Jezus nog wel hebben willen laten regeren, als Hij hun positie daardoor maar niet zou aantasten. Zij geloofden ook nog wel in de komst van een Messias, maar verwachten een soort aards Koninkrijk met grenzen, een leger, enz. Jezus zei echter, toen Hem door Pilatus ge­vraagd werd of Hij de Koning der Joden was: “Mijn Konink­rijk is niet van deze wereld; indien mijn Koninkrijk van deze wereld geweest was, zouden mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik niet aan de Joden zou worden overgeleverd; nu echter is mijn Koninkrijk niet van hier” (Joh. 18:36). Zelfs Jezus’ eigen discipelen begrepen dit niet altijd, want toen Jezus gevangen genomen werd, werd Malchus een oor afgeslagen door Petrus, waarop Jezus zei: “Steek het zwaard in de schede; de beker, die de Vader Mij gegeven heeft, zou Ik die niet drinken?” (Joh. 18:11).

De kruisdood van Jezus lag opgesloten in het plan van God. Daarom was de “overwinning” van satan in wer­kelijkheid de overwinning van God’.

Hoe heeft onze heiland geleden! Hij werd in het ge­zicht geslagen. Hij werd gegeseld. Hij werd in het ge­zicht gespuwd, hem werd een doornenkroon opgezet en een purperen mantel aangetrokken en zo werd Hij bespot. Hij werd geconfronteerd met Barabbas de moordenaar, maar het volk schreeuwt: Kruist Hem en laat Barabbas vrij! Jezus ging de weg van vernedering tot het einde, tot­dat Hij het tenslotte uitriep: “Het is volbracht’ en toen was de macht van satan gebroken. Hoe wonderbaar vertelt ons Jesaja wat Jezus in Zijn grote liefde voor ons gedaan heeft: “Hij was veracht en van mensen verla­ten, een man van smarten en vertrouwd met ziekte, ja, als iemand, voor wie men het gelaat verbergt; hij was veracht en wij hebben hem niet geacht. Nochtans, onze ziekten heeft Hij op zich genomen, en onze smarten ge­dragen; wij echter hielden hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte. Maar om onze overtredingen werd Hij doorboord, om onze ongerechtigheid verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden. Wij allen dwaalden als schapen, wij wendden ons ieder naar zijn eigen weg, maar de Here heeft ons aller ongerechtigheid op Hem doen neerkomen. Hij werd mishandeld, maar

Hij liet zich verdrukken en deed Zijn mond niet open; als een lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed Hij zijn mond niet open! (Jes. 53:03-07).

Pilatus zwichtte voor de druk van het volk, hoewel hij geen schuld in Jezus vond. Maar ook hij kende Jezus niet, getuige zijn vraag: “Wat is waarheid?”, toen Je­zus zei: “Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik voor de waarheid zou getuigen een ieder, die uit de waarheid is, hoort naar Mijn stem”(Joh. 18:37).

Nu is de vraag van Pilatus: “Wat is waarheid?” niet zo verwonderlijk. Want de hele wereld spreekt over waar­heid, maar handelt er maar zelden naar, omdat de over­ste dezer wereld de duivel is.

De duivel is een leugenaar en de vader der leugen. (Joh. 08:44):”Gij hebt de duivel tot vader en wilt de be­geerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid”). Ieder mens, die geen kind van God is, is dus ook een kind van de “Vader der leu­gen . Paulus zegt in (Rom. 03:04) dat God waarachtig is en ieder mens leugenachtig.

In onze tijd zien wij hoe de satan vele miljoenen mensen verblind heeft, door hen “de waarheid” voor te houden wat in werkelijkheid leugen is. Denk aan de grootste antichristelijke macht in de wereld, het com­munisme. Zij heeft in haar banier “de waarheid” staan… Maar de duivel is geraffineerd. Hij opereert ook op godsdienstig terrein. Denk aan de velen die zich “vrienden der waarheid” of iets dergelijks noemen. Het is nog helemaal geen garantie dat daarbij ook het “evangelie der waarheid” (Ef. 01:13) gebracht wordt. Als niet gepredikt wordt dat Jezus Christus de volkomen Verlos­ser is naar geest, ziel en lichaam en de Doper met Geest en Vuur, wordt het evangelie der waarheid niet gebracht. Jezus kwam om van de waarheid te getuigen (Joh. 18:37), met andere woorden, Hij bewees dat het waar was wat Hij zei: “Ik ben de Waarheid”, door de tekenen en wonderen die Hij deed.

Wij moeten komen tot de waarheid

Het is niet alleen voldoende Jezus aan te nemen als Zaligmaker, maar vrij moeten Hem ook leren kennen als Degene die gezegd heeft: “Ik ben de Waarheid”, die te­kenen en wonderen deed, die geen vrees kende, die niet alleen de gaven, maar ook de vrucht van de Geest open­baarde. Wanneer wij nog werkingen van het vlees openbaren, in plaats van de vrucht van de Geest, bedroeven wij onze Heiland en maken wij ons geloof tot een bespotting. Dan kunnen wij nog zo hard zingen of in de handen klappen op de samenkomsten, maar het gaat er om dat wij in ons dagelijks leven Zijn overwinning openbaren.

Jezus bad in het Hogepriesterlijk gebed: “Heilig hen in uw waarheid; uw woord is de waarheid. Gelijk Gij Mij gezonden hebt in de wereld, heb ook Ik hen gezonden in de wereld; en Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid” (Joh. 17:17-19).

Onze uitzending in de wereld houdt dus direct ver­band met ons zijn in De Waarheid. Daarom is het zo noodzakelijk om vervuld te zijn met de Heilige Geest, want de Heilige Geest is de Geest der waarheid (Joh. 14:16-17). Zonder de Heilige Geest dwalen we in het duister en laten ons leiden door ons verstand of ge­voel. Jezus zei van de Heilige Geest in (Joh. 16:13): “Wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid”. Halleluja’ Het is daarom absoluut noodzakelijk om als kind van God de Heilige Geest te bezitten.

In de komende tijd krijgen wij een tijd van toespit­sing. De macht van satan groeit, maar ook de macht van de gemeente van Jezus groeit. De tijd van vermen­ging in de gemeente van satan, en Christus is spoedig voorbij. Zij die niet vervuld zijn houden het dan niet uit.

Laten we zien hoe het in de eerste tijd. was. Als Paulus en Barnabas in Macedonië achtervolgd worden door een vrouw met een waarzeggende geest (Hand. 16:16-18) gelast Paulus deze duivelse geest in de naam van Jezus uit deze vrouw te gaan, gaat deze geest er ogen­blikkelijk uit. Als Ananias en Sapphira in (Hand. 05:01-11) proberen de broeders en zusters te bedriegen, vallen ze dood voor de voeten der apostelen ter aarde. Jezus doorzag de valsheid en sluwheid van de farizeeër. Hoe? Hij doorzag hen in de Geest (Mark. 02:08). Paulus schrijft in (1 Tim. 02:07):”Ik ben een leermeester der heidenen in geloof en in waarheid; ik spreek waarheid en geen leu­gen”. En hij kon dit zeggen omdat hij vol van de Heilige Geest was. In 1 Korinthe 13 schrijft hij over de liefde: “Zij is niet blijde met de ongerechtigheid, maar zij is blijde met de waarheid”. (1 Kor. 13:06)

Nu is de doop met de Heilige Geest geen garantiebe­wijs onder het motto: “Nu ben ik er”. Integendeel. Het is nog slechts een begin. Paulus zegt dat wij moeten streven naar de geestelijke gaven. Hoe voller wij zijn van de Geest van God. hoe meer er openbaar zullen wor­den (en hoe meer ook de vrucht zichtbaar zal worden!) Dan zal de wereld zien dat wij in de waarheid zijn en daarnaar ziet zij uit, “want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden der zonen Gods”(Rom. 08:19).

Wij moeten blijven in de waarheid

Als vrij gekomen zijn tot de waarheid moeten wij er ook in blijven. Hoe bereiken wij dit? Hoe kunnen wij volhar­den? Wij hebben zoeven al gezien dat het noodzakelijk is om vervuld te zijn met de Heilige Geest. Echter ook Gods Woord en ons bidden is belangrijk.

Wij moeten blijven in Zijn Woord. Jezus is het vlees­geworden woord vol van genade en waarheid, (Joh. 01:14). In (Joh. 08:31-32) zegt Jezus: “Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij en gij zult de waar­heid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken”. Laten we dagelijks biddend Gods Woord lezen. Het is een kracht in ons leven en de volle waarheid. Laten we ook alles toetsen aan het Woord, ook de openbaringen van Geest zoals profetieën, dromen, enz.

Wij blijven ook in de waarheid door te aanbidden met een oprecht hart. Wij kunnen bidden tot God uit sleur of traditie, ook als kind van God. Maar dat heeft voor God geen waarde, Denk aan wat Jezus zei tot de Samaritaanse vrouw: “De ure komt en is nu dat de aanbidders de Vader aanbidden zullen in geest en in waarheid; want de Vader zoekt zulke aanbidders; God geest en wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en in waarheid” (Joh. 04:23-24).

Als wij door de vervulling met de Heilige Geest, het lezen van Gods Woord en met een oprecht hart te bidden blijven in de waarheid, bewaart ons dat voor afval en afdwaling, waarvoor de Bijbel ons op verschillende plaatsen zo uitdrukkelijk waarschuwt: “Maar de Geest zegt nadrukkelijk, dat in latere tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, doordat- zij dwaalgeesten en leringen van boze geesten volgen….”(1 Tim. 04:01). De Bijbel waarschuwt ons dat wij gezond moeten zijn in het geloof en niet moeten luisteren naar mensen die zich van de waarheid afkeren. (Titus 01:13-14).

Wij moeten, getuigen van de waarheid

“God, onze Heiland wil, dat (1) alle mensen behouden worden en (2) tot erkentenis der waarheid komen’! Iemand die Jezus heeft aangenomen als zijn Zaligma­ker moet Hem ook leren kennen als Degene die de volle waarheid in zich heeft. Juist in deze eindtijd gaat het hierom. (Openb. 22:11) zegt: “Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht; wie vuil is, hij worde nog vui­ler; wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd”.

Daarom geen compromis met wie of wat ook, maar getuigen van de volle waarheid. Dat is de opdracht voor elk kind van God! Dit brengt bespotting en ver­volging mee. Maar wat geeft dat? Het is maar voor de korte tijd die wij hier in het vlees moeten doorbrengen. Spoedig zullen we Jezus zien in al Zijn heerlijk­heid! Is ons dat niet alles waard?

 

Wat God deed in ons leven

Mrs. A. de Graaf, Smithfield, N.S. West Australië, schrijft ons d.d. 16-3-’65:

Zes jaar geleden was ik erg ziek. Ik had kanker en woog nog maar 78 pond. Ik wilde niet meer leven en niets meer van God weten, hoewel ik grootgebracht ben in het Leger des Heils en daar ook getrouwd ben.

Toen sprak ik met iemand van de jeugdgroep van “Stromen van Kracht” en die zei tegen me: Ga eens mee naar de kerk, daar spreekt broeder Karel  Hoekendijk.

Zo ging ik op een vrijdagsavond naar de samenkomst in Amsterdam. Er werd daar gezongen en in de handen ge­klapt, de Heer geprezen en in tongen gesproken. Ik bezocht nog een paar samenkomsten, maar de duivel hield mij tegen om naar voren te gaan.

Toen kwam zuster Tily de Grood naar me toe en zei: ! Die satan van jou kan er uit en de ziekte, kanker, moet verdwijnen als je gelooft in Jezus. Nu ik wilde wel, maar de satan hield mij vast. Daarna weet ik niets meer, want Jezus nam me bij de hand, en leidde mij voor broeder Ernste. De gemeente bad. Satan liet los. Mijn lichaam beefde en ik braakte alles uit, ook de duivel.

Prijst Jezus, de ziekte was verdwenen. De dokters waren verbaasd en konden bij hun onderzoek niets meer vinden.

Een jaar later zijn wij geëmigreerd naar Australië, nadat de Heer- ook bij mijn man, zoon en dochter grote wonderen had gedaan, allen werden gered. Mijn zoon Jan werd genezen van zonnesteek. De dokters van Amsterdam gaven geen hoop meer,’ maar Jezus, de Grote Dokter, ge­nas hem op de Bijbelcursus. Mijn dochter had astma, Je­zus genas haar.’ Mijn man werd genezen van openduim. Wij werden 3 x gekeurd en waren allen goed voor Australië! Dat deed de Heer voor ons. Nu mag ik getuigen en zingen waar ik maar kan. Jezus is overwinnaar!

 

Brieven van lezers

Wij zijn de Heer dankbaar voor de grote zegen die ons blad verspreid, ook in het buitenland, getuige onderstaande brieven.

Dank tot u allen voor uw blad, waardoor wij steeds rijk gezegend worden. Als we het uitgelezen hebben ge­ven we het door aan andere Hollandse families en die geeft het weer door aan anderen. Uw blad gaat rond ook in Australië. Dank voor degene wie dit mogelijk maakt dat we uw blad ontvangen. We zijn niet rijk in goederen of geld, maar rijk in Jezus!

Fam. B. de Graaf, Smithfield N.S.W. Australië

(Lees ook getuigenis op vorige bladzijde).

Geachte Broeders in Christus, Groeten in de won­derbare Naam van Jezus! Mijn dank voor de toezending van uw maandblad “Levend Geloof”. Ieder lid van onze kleine gemeente en ook ik worden gesticht door de Bijbelstudies in uw blad. Wij ontvangen er een rijke zegen door. Eens in de week doen we er een gezamen­lijke Bijbelstudie en als het boekje uitgewerkt is, mag iedereen het mee nemen om het thuis nogmaals over te lezen en het daarna aan anderen door te geven. Dank u voor het levend. Water ook namens de Gemeente. Uw zus­ter in Christus,       A. Tjon Tjauw Liem Nw. Nickerie, Suriname

Onze medewerker Rev. H. Visser in Australië schrijft. Wij hebben aan de Gemeente medegedeeld en ook aan de Kerk als geheel hier dit jaar te willen vertrekken. We gevoelen dat dit een stap is, die we moeten doen. Het is een stap zeer ongewoon voor een predikant. De tegen­kanting tegen het Volle Evangelie is nog steeds zeer groot, al zijn er een paar heerlijke overwinningen. Wij zoeken nu een mogelijkheid om de reis naar Nederland te kunnen doen. We hebben al veel van onze inboedel ver­kocht, maar dat zet geen zoden aan, althans geen grote zoden. We zijn uit dat vorige huis weggegaan, het bleek in de bewoning heel slechte eigenschappen te bezitten, en hebben nu een heel geschikte woning gevonden, ook veel dichter bij het centrum der stad. Alleen bewonen we het een beetje kampeerachtig, en hebben wat stoelen en bedden geleend. We verwachten dat het toch niet ve­le maanden meer duren zal. Wat we in Nederland moeten doen, weten we niet. Wij bidden veel, dat God ons de weg wijst en werk daar wil geven. Wij weten zelfs niet waar we heen zullen moeten trekken, daar we noch werk­kring noch huis hebben in Nederland.

Drie dagen geleden kregen we een heerlijke bemoedi­gende brief van Br. Eikenaar uit Deventer. Hij schreef, dat het zoals zo vaak; uit het oog, uit het hart” was, maar dat God hem twee maanden geleden een gebedslast had gegeven voor ons en hem getoond had, dat we in gro­te strijd waren. Nu, dat is ook zo. Wij hebben hier een grote worsteling. Hij, br. Eikenaar is toen gaan bidden en ’werken voor ons. Een collecte is daar gehouden voor ons en die bracht ƒ 250,- op. Wat werden we klein toen we dat hoorden. Ik heb br. Eikenaar teruggeschreven,

dat het waar is wat we in de kerk zingen: “Ja, Hij is de God die d’ oren – wondren doet op wondren horen. Want wie ’had dit nu ooit gedacht. Ik ben er alleen maar enige keren wezen preken en nu presteren deze broeders en zusters het om dit voor ons te doen. Naast God zijn we dankbaar jegens hen. En ik denk, dat het allermooiste nog was, dat ik juist op mijn kamer gebeden had om ver­geving, dat ik wat in de put zat bij het vooruitkijken een onzekere toekomst. 10 minuten later haalde mijn vrouw deze brief uit de bus! Had ik precies nodig. God handelt wonderbaar!

Kracht van omhoog stuurt ons Jan van Gijs toe. Wat een heerlijk en aangrijpend getuigenis van Br. Van der Stouwe. Ik heb het op onze bidstond voorge­lezen. Wat gebeuren er toch dingen overal!

Hoewel dat in mijn eigen gemeente kritiek oplever , heb ik toch een-paar keer gepreekt hier in-een Volle E- vangelie Gemeente (een Australische). En we zijn er gezegend. De voorganger is eveneens Presbyterian geweest. Zondag vroeg hij me weer, nu voor een morgendienst. Maar dan kan ik niet, s’ avonds gaan mijn vrouw en ik er vaak heen als kerkgangers. Enige gemeenteleden hebben we weten te bewegen er ook eens te gaan luisteren. En het was hen goed bevallen. Doch het zijn er maar een paar, die dat opbrengen. Liever hebben ze kritiek op Pinksteren, zonder te weten vaak waarover ze het eigenlijk hebben. Wij gaan door. Kunnen geen stap terug doen…