De prediking der Wijsheid

 

We gaan beginnen met Spreuken 8:22.

Dit heet nou eenmaal ‘bijbelstudie’, maar dat is het natuurlijk niet.

Eigenlijk bestuderen wij de Schriften, waar Jezus het altijd over had. De Schriften, die van Hem getuigen.

Dat zijn de Psalmen, de Spreuken, Genesis, de boeken van Mozes, en de profeten natuurlijk.

Want daarin staan Gods gedachten. Er zijn mensen geweest die die gedachten hebben opgevangen, vooral David, en die hebben ze toen genoteerd.

En toen Jezus ze las, zei Hij: ‘dàt slaat op Mij…., en dát slaat op Mij…, en dát is de weg die Ik gaan moet…

Dat heeft Hij allemaal aan de Schriften te danken.

Maar nou staan er ook dingen in die op óns slaan. Ik wil nu een tipje van de sluier oplichten waar we mee bezig zijn. Want dat ga je dan bestuderen.

Het Griekse woord voor leren, ‘mantano’, betekent eigenlijk: je geest op iets richten.

Je kan iets lezen, en het ontgaat je helemaal; je leest het automatisch of het interesseert je helemaal niks.

Maar als je je geest ècht op iets richt, dan begint die Schrift, die Woorden, te leven.

Spreuken 8 : 22. Spreuken? Ja, het zijn de spreuken van Salomo.

In 1 Koningen staat dat Salomo zo’n drie-duizend spreuken verzonnen had, dat zijn er nogal wat, daar heb je een hoop tegeltjes voor nodig…., en duizend en vijf liederen. Die worden óók aan hem toege-schreven. En we hebben er maar één en dat is het Hooglied. Maar hij heeft er duizend en vijf geschreven. Waar ze gebleven zijn dat weten we niet.

Als God dan in een droom bij hem komt en hem vraagt: wat zou je willen hebben? Vraag het maar, Ik geef het je.

Dan gaat Salomo nadenken en zegt dan:  ‘ik zou zo graag inzicht willen krijgen en onderscheid tussen goed en kwaad’.

Wat is nou goed en wat is nou kwaad.

Maar hij wilde gewoon inzicht in die dingen. Toen heeft God hem die geest van wijsheid gegeven.

Het Griekse woord voor wijsheid is: Sofia. Een fil-o-soof is: een vriend van de wijsheid.

Sofie is ook een meisjesnaam.

Maar sofia betekent eigenlijk: vaardigheid van kunstenaars. Vakkundigheid. En zelfs van meesterschap.

Jezus werd door Zijn discipelen ook wel meester genoemd. Geen schoolmeester, maar een Meester in z’n vak; in z’n vakkundigheid.

Eigenlijk is wijsheid, dat je inzicht krijgt in de ware aard van de dingen. De ware aard; dus niet het uiterlijk, zoals het zich presenteert. Maar de wáre aard van iets of van iemand.

Kennis van de verborgen dingen.

In Spr. 1: 20 staat: De Wijsheid roept luid op straat, op de pleinen verheft ze haar stem.

Dus de Wijsheid roept!

In vers 23 staat: …zie, ik wil mijn geest voor u uitstorten, en u mijn woorden bekendmaken.

Daar staat het al; en hier gaat het niet over: ik wil mijn geest vóór u uitstorten, maar in het nieuwe testament staat: in u!

Dichterbij kan de Geest van God niet bij je komen.

De Geest wordt in je uitgestort.

…ik wil mijn geest…., wie is die ‘ik’?

Die ‘ik’ is nog steeds die Wijsheid hoor.

Dus het begrip ‘wijsheid’ is woorden bekend maken…

Ik heb het wel eens verteld, maar de oudste betekenis van ‘woord’ betekent: ‘gelofte’. En gelofte komt van geloven.

Dus ‘woord’ heeft te maken met een gelofte, en kan dan alléén maar zijn dat God in Zijn eigen woord gelooft.

Dus de vraag is b.v : geloof je wat je zegt? Een hele praktische vraag.

Geloof je alles wat een ander zegt? Nou nee. …

Nou, geloven zij dan alles wat jij vertelt? Nee dus. Dat is geen woordspelletje maar dat is gewoon zo.

Maar God gelooft in Zijn eigen woorden.

Dus Johannes had ook kunnen schrijven:

i.p.v.: in den beginne was het Woord, in den beginnen was de Wijsheid.

Kijk maar eens naar Spr. 8:22.:

De Heer heeft mij tot aanzijn geroepen als het begin van Zijn wegen, vóór al zijn werken van ouds af.

Dus vóór Zijn werken heeft Hij mij tot aanzijn geroepen.

Wie is ‘mij’? Het gaat hier dus over de Wijsheid die Hij tevoorschijn, tot aanzijn heeft geroepen.

Dus God schept de Wijsheid, maar dat moet uit Hemzelf komen; en vóór Z’n werken. Dus vóórdat de aarde bestond, iets van heelal of wat dan ook, hoelang moet dát al niet geleden zijn…., je kan het niet eens in tijd meten, dat kan helemaal niet.

Als mensen de aarde op zoveel miljoen jaar schatten, dan denk ik: en wat heeft God dan vóór die tijd gedaan?

Dus Wijsheid is uit Hem ontstaan.

En het woord ‘wijsheid’ komt eigenlijk van het werkwoord ‘wijzen’. En wijzen is ‘wetend maken door de aanduiding met de vinger’.

Een jongen zit over een som gebogen waar hij helemaal niks van snapt. En dan komt er iemand langs en die kijkt en zegt: ‘je snapt hem niet hè?’ Nee, zegt de jongen.

Kijk dan dáár eens naar, en hij wijst met z’n vinger…, en de jongen kijkt nog eens en ineens snapt hij het.

Iemand wijst gewoon op iets met z’n vinger. En de vinger is altijd een beeld van de heilige Geest.

Als ik door de vinger Gods boze geesten uitdrijf, dan wijst de heilige Geest dat aan.

Het is gewoon iemand ergens op wijzen. Dat kan heel eenvoudig. Je wijst iemand ergens op, en die komt dan tot een inzicht; tot een verrassende ontdekking.

Hij wijst ook een weg aan.

Wij zeggen wel dat we het Lam volgen waar het ook heen gaat…, maar waar gaat dat Lam dan heen? Welke weg?

Of darren we maar wat rond, dat kan natuurlijk ook.

Of dat je op een parkeerplaats blijft hangen…, zo van: we hebben het wel gehad zo’n beetje…..

Waar gaat die weg dan naar toe? En wil je daar wel op gewezen worden?

Het is wel een smalle weg; waar gaat die weg heen?

Om even terug te gaan: wij zijn al op zó veel dingen gewezen door die vinger Gods.

We zijn er op gewezen dat God ènkel goed is. Nou, dat vind ik nogal wat verwij-zing. Enkel goed!

En de tweede vingerwijzing is: jij bent onschuldig. Hoe raar je je ook voelt, maar je bent wèl onschuldig.

Hoe krakkemikkig je ook in elkaar zit…., je bent wèl onschuldig.

Dus met dat eeuwige zondaarschap, stok-paardje van de duvel, hebben we niks meer te maken.

En we zijn er ook op gewezen dat de dood is overwonnen. Dat is wat hoor!

De geestelijke dood is finaal overwonnen! Die is echt afgeschaft, helemaal!

In het natuurlijke gaat nog iedereen dood, of vrijwel iedereen, maar de geestelijke dood heeft Jezus overwonnen.

En de heilige Geest wijst je ook op de toekomst.

Als je zingt: wat de toekomst brenge moge, mij geleidt des Heren hand…,

laat je je dus leiden door die hand naar

die toekomst?

En die toekomst, die in Openbaringen allemaal beschreven wordt, waarvan je kunt zeggen: dat ziet er verschrikkelijk dreigend uit…, nou, dat is het ook; maar er is een weg om daar doorheen te komen. Een smalle weg. En daarom is het boek Openbaringen een troostboek voor gelovige mensen.

Als je je dus verkijkt op alles wat de duvel daar doet, dan zakt de moed je in de schoenen.

Maar als je het weggetje ontdekt wat aangewezen wordt, en hoe wij daar doorheen komen, dan vat je weer moed.

Je krijgt ook door de Geest zicht op het bestaan van de duivel en zijn werken. Dat sneeuwt zó vaak onder in allerlei predikingen…..

Maar het bestaan van de duivel die de hele wereld regeert, moet je niet weg-poetsen…, en ook niet net doen of die niet bestaat…., of weigeren over hem te praten….. Dan vinden ze dat ze hem teveel eer geven of zoiets….

Dus het bestaan van de duivel, die erg veel voor het zeggen heeft.

En wat z’n werk betreft, nou, je bent alleen maar omringt door werken der duisternis.

Maar hier staat dus in vers 22: Hij heeft mij tot aanzijn geroepen.

Dan moet je eens kijken in vers 27: Toen Hij de hemel bereidde, was ik daar.

Dáár gaat het om!

Het gaat om de kostbare, onzichtbare wereld. Toen Hij de hemel bereidde…, tóen was ik er.

We zijn bezig met ónzichtbare dingen. En dat is prachtig!

Kijk eens naar Spreuken 22:17: Neig uw oor.., nou, het is al heel wat, dat je goed luistert. Neig uw oor, richt je geest erop, en hoor de woorden der wijzen, en richt uw hart op mijn kennis.  En dan komt het: het is lieflijk, dat je ze in je binnenste bewaart.

Dus die kennis van God, die kennis van de onzichtbare dingen, bewaar dat in je binnenste.

Maar er staat bij dat het zo lieflijk is.

De Geest van God is één en al liefde hoor.

Vers 20: Heb ik geen kernspreuken voor jullie opgeschreven met raadgevingen en kennis.

Je kan in het Hebreeuws ook lezen: Heb ik geen heerlijke dingen voor jullie opgeschreven. Prachtige dingen!

Vers 21: Om u bekend te maken de juistheid van betrouwbare woorden…., en dan een merkwaardig zinnetje: opdat gij uw zender betrouwbare woorden kunt antwoorden.

Daar moet je wel even over nadenken.

Opdat jij jouw zender, ‘gelijk Mij de Vader zond, zend Ik ook jullie’, dus Jezus is de Zender, betrouwbare woorden kunt antwoorden….

Hé, wat heeft Hij dan gevraagd? En ben ik betrouwbaar in mijn antwoord?

Dat is dus een flinke doordenker.

Hoe betrouwbaar zijn mijn antwoorden aan de vraag van mijn Zender.

Petrus zei: Nou, als U dood gaat, dan ga ik mee hoor….. En Jezus zegt dan: voordat de haan gekraaid heeft, heb je me al verloochend joh. Hij wist dat. Dat wist Hij door de Geest. Want de Geest kent de verborgen dingen.

Dit boek, de bijbel, noemen wij de canonieke boeken; maar in de nieuwe vertalingen hebben ze ook een paar apocriefe er bij gedaan; en in de Naardense bijbel staan ook een paar apocriefe boeken. Die zijn ècht de moeite waard om te lezen.

Er is één boek bij waarvan ik denk: waarom hebben ze dat niet hièrbij gedaan? Dat is het boek der Wijsheid.

Dat heb ik doorgespit, het is prachtig!

Een spreuk uit het boek der Wijsheid: 

De Wijsheid is een geest die mensen liefheeft.

Dat moet de heilige Geest zijn!

Wijsheid 7:25: Ze is de adem van Gods kracht, een zuivere straling.

Voor het woordje ‘adem’ staat ‘rouach’. Dus die geest is de adem van Gods kracht.

En adem is geen stormwind. Het is de adem die de woorden draagt.

En van de wijsheid wordt hier gesproken over ‘ze’.

En als ik dan naar Spr. 9:1 kijk, want ik wil proberen die wijsheid onder woorden te brengen, dat staat daar:

‘De wijsheid heeft haar huis gebouwd, ze heeft haar zeven pilaren uitgehouwen’.

Wat staat daar nou?

De wijsheid heeft haar huis gebouwd….,

haar…, ze is dus vrouwelijk. De wijsheid is dus vrouwelijk.

En wist je dat de adem, rouach, van Gods Geest ook vrouwelijk is?

Héé…, dus het vrouwelijke is ontstaan uit God. Dat is merkwaardig? Er wordt over een vrouw gesproken. Zij heeft haar vee geslacht, haar wijn gemengd….

Het is allemaal ‘vrouw’.

En het is iemand die ook onderricht, die les geeft.

Wat kan dat nou wezen? De Wijsheid die les geeft…., die wijzer maakt.

Wat is het dan belangrijk dat je goed luistert naar wat de Geest  tegen ons zegt.

Je kan preken wat je wil, maar wat zegt de Geest nou tegen de gemeente Kampen? .

Wat zegt hij en wat wil hij?

Er staat hier, heel merkwaardig, dat er zeven pilaren zijn uitgehakt.

Ik ben maar een beetje aan het fantaseren geslagen. Zeven is een getal dat zo verschrikkelijk vaak in de bijbel voorkomt.

Het is het getal van de Goddelijke volmaaktheid. Altijd zeven! Niet zes.

Denk b.v. eens aan de zevende dag; dan komt God tot rust. Of het sabbatsjaar, het zevende jaar.

Om de zes jaar hadden ze een jaar vakantie. Er is geen volk met zoveel vrije tijd als Israël geweest vroeger.

Ongelooflijk veel. Ja, God eist niet zoveel.

En de tempelbouw van Salomo, waarbij hij zo’n beetje alles van goud maakte…., het is meer dan verschrikkelijk.

Maar hij heeft er zeven jaar over gedaan.

En de zevende maand was het Grote Verzoendag. Altijd de zevende.

Maar om wat dichter bij huis te blijven, die kandelaar was zevenarmig. Dat duidt op de zeven geesten die voor Zijn troon zijn.

Dat is ook een uitdrukking uit Openbaringen. Het is één kandelaar, dus er wordt één geest mee bedoeld; maar die geest verdeelt zich; die geest kan zich verdelen als tongen van vuur over iedereen.

Maar zeven is dan het volmaakte getal.

Johannes moet ook schrijven in de Openbaringen aan de zeven gemeentes.

Zeven, dat zijn dan die zeven geesten, die engelen.

Die Geest bouwt haar huis! Spr.9:1. Wat is dan dat huis? Dat kan niet missen, dat moet het huis van God zijn. Die is door Wijsheid gebouwd; door de Geest wordt ie gebouwd.

Je  wordt gevormd, geformeerd, her-schapen in de Geest! Want wat uit de Geest geboren is, is geest.

Je bent allemaal uit de Geest geboren, dan zijn wij dus geestelijk.

Er schiet me nog een getal te binnen, het getal ‘veertig’. Dat komt ook vaak in de bijbel voor.

Veertig jaar met Mozes door de woestijn ronddarren. Veertig dagen was Jezus in de woestijn. Veertig dagen was Mozes op de Sinaï om de wet te ontvangen. Veertig dagen was Noach in de ark.

Waarom nou veertig? Nou, veertig weken is de zwangerschapsperiode. Dus vóór die tijd ga je ergens doorheen, en na die tijd heb je het resultaat.

Dat gold voor Mozes in de woestijn, van een natuurlijk mens een geestelijk mens worden. Voor Jezus gold dat ook, Hij moest alle verzoekingen doorstaan, en dat waren er nogal wat…., maar Hij kwam er als herboren uit.

Er zit dus een periode tussen afzien en geduld oefenen. Maar dan komt er ook wat moois tevoorschijn.

Maar goed, dit was even een zijsprong in de richting van veertig.

Maar het gaat hier over die zeven pilaren. Na wat fantaseren hierover kwam ik terecht bij de fundering van het huis; ik moest het koppelen aan een huis.

Dat staat allemaal in Hebr. 6. Daar gaat het over het z.g. fundament, de fundering. Maar dan moet je niet aan beton denken, want dat is verschrikkelijk; het gaat daar over beginnetjes. De beginselen van de Christus in ons! Dus allemaal beginnetjes van de Christus in óns! En er worden er zes genoemd. Dan is dus de Christus zelf de zevende. Dat kan niet missen.

Want je hebt allemaal wel eens gelezen in Hebr. 6: ….laten we ons richten op het volkomene, bekering van dode werken, van geloof in God, een leer van dopen en van oplegging der handen, opstanding der doden en van een eeuwig oordeel.

Dat zijn die zes beginnetjes.

Er staat letterlijk i.p.v. ‘het eerste onderwijs aangaande Christus’: het woord van het begin van de Christus.

Dus die zes dingen zijn de beginnetjes, het begin van de Christus in ons!

Dát is wat?

Dus de Christus is veel meer dan alleen maar Jezus. Want jij bent ook een christen. En de Geest begint Zich ook in jou te nestelen; de plekken te zoeken waar je Hem de ruimte geeft. En dan neemt Hij de ruimte.

Geef je Hem geen ruimte dan trekt Hij zich bescheiden terug.

Daarom denk ik dus dat die zes onder-delen de zévende vormen; Christus in ons. Kijk nog een keer naar Spreuken 9. Dat wijst allemaal op de Christus. Dat is zó oneindig veel meer.

We lazen in Spr 9:1, de Wijsheid heeft haar huis gebouwd; en dan staat er in

vers 5: Kom, eet van mijn brood en drink van de wijn die ik gemengd heb.

Daar wordt brood en wijn genoemd.

Prachtige beelden van het lichaam en het bloed; niet alleen van Jezus, maar van Christus!

Het bloed van Jezus is wat anders dan het bloed van Christus.

Het bloed van Jezus sloegen ze er uit met gesels en bij het kruis staken ze Hem ook nog, toen kwam er water uit.

Dat bloed heeft dus gevloeid en dat lichaam is verbroken. Maar wat is dan het bloed van Christus? Dát is het leven wat door óns heen stroomt. Dat is het lichaam van Christus. En van dat lichaam is Jezus het Hoofd.

Dus dat bloed, dat brood en wijn, krijgt hier een hele diepe lading in dit Spreuken-boekje.

Want ze noemt niet zomaar van alles op, maar: eet van mijn brood en drink van de wijn; en laat het onverstand varen, dan kun je gaan leven. Spr. 9:6.

Brood en wijn. En hoe wordt Jezus genoemd in 1 Cor. 1:24, Paulus zegt hier:

Wij prediken Christus, de kracht Gods en de wijsheid Gods.

Dus de Christus is de wijsheid Gods. Als je terug gaat naar Spreuken, dan is dus de wijsheid eigenlijk de Christus.

Door de Geest ben jij een christen geworden, een Christusje. Want Christus betekent gezalfde. Wij zijn gezalfd met Zijn Geest; die hebben we in onze geest ontvangen, voor eeuwig, als het goed is.

Dat is die Geest van wijsheid die al in de hemel ontstaan is.

Dat is wat hoor, dat die Geest, die ook van eeuwigheid is en van alle eeuwigheden, maar dat Hij zich (het klinkt een beetje ongelukkig, maar bij wijze van spreken), los gemaakt heeft van God, hoewel Hij natuurlijk verbonden blijft met God en één Geest is met Hem. En dat Hij in de mens gaat wonen en Zich verdelen gaat in de mensen die Hem geloven.

Jezus Christus, de Wijsheid Gods. Dus de wijsheid van God kreeg door de Geest gestalte in Jezus. Want uit Zichzelf wist Hij ook niks. Hoe zou Hij dat moeten weten? Er moet toch iemand zijn die het Hem vertelt?

Neem b.v. dat gesprek met die Samari-taanse vrouw. Daar heeft Hij het eerst over levend water; en die vrouw gaat er op in. Ze hebben een heel gesprek met z’n tweeën.

En ineens zegt Jezus: haal je man eens op. En die vrouw zegt: ik heb geen man.

Precies, zegt Jezus, je hebt er vijf gehad en waar je nu mee omgaat, is je man niet.

Die vrouw schrikt zich te pletter, want dat kon niemand weten.

En Jezus weet die dingen óók niet uit zichzelf, maar Hij had wel een goed oor voor de heilige Geest.

Want we hebben aan het begin gezegd dat die Geest de kennis heeft van de verborgen dingen. Dat is mooi!

Wat in die vrouw verborgen was, werd geopenbaard door de Geest.                  En als Jezus dat vertelt, is die vrouw helemaal perplex, maar ze rent wel terug naar haar dorp en vertelt daar wat Jezus allemaal gezegd heeft…, enfin, en dan komen er mensen tot bekering!

Door één zo’n opmerking!

Dus wat is het belangrijk dat je in een gesprek wat je voert, in de eerste plaats liefhebt!

Ik heb een psychiater horen zeggen: als ik niet van mensen houd moet ik met mijn vak stoppen.

Als je niet van mensen houdt, hoe zou je ze ooit kunnen helpen.

In de eerste plaats dus van hen houden, want het is een Geest van liefde. En in de tweede plaats kunnen er dingen naar boven komen, die die ander zich soms niet eens bewust is, maar ineens komt dát naar boven; en dat blijkt dan altijd een sleutel te zijn voor een ommekeer, of een genezing of wat dan ook.

Ik heb het zelf een paar gehad. Dat ik zomaar met iemand uit een andere gemeente een gesprek kreeg, en in een flits zag ik ineens wat er met hem aan de hand was. Dat heb ik hem toen gevraagd, want ja, de duvel zit er ook wel eens tussen natuurlijk.

Het was ongelooflijk, het was de spijker op z’n kop. Dat was helemaal precies zo. Er sprongen bij die persoon ook de tranen in de ogen. Dat is hartstikke mooi!

Eén opmerking, en dat je dan in een flits ziet wat er met iemand aan de hand is.

Of je kunt een beeld krijgen, zodat je denkt: ach, is dát er met hem aan de hand…, mag ik je even onder vier ogen spreken, is dat en dat het geval met je? Ja!  Wat zullen we er aan doen? Het heeft altijd als een soort splinter in je ziel gezeten; of een granaatscherf, weet ik veel wat voor oorlog je hebt mee-gemaakt…. En ineens speelt dat ding op, en het schuurt en het knarst, het ontneemt je je levensvreugde.

Dus het is eigenlijk wel mooi dat je die Geest van Wijsheid krijgt, ook om wijs te worden; om wijs met mensen om te gaan.

In het boek der Wijsheid staat ook het gebed van Salomo. En hij bidt dan:

In haar, in de wijsheid, wordt Gods goedheid afgebeeld.

Dus als je wijs bent, ben je ook goed voor mensen.

 Als je goed bent voor mensen, ben je wijs bezig.

De goedheid van God wordt afgebeeld. Hoe je ook met mensen omgaat.

Een tweede opmerking van hem was:

…de voortdurende omgang met haar leidt tot inzicht, en verwantschap met haar voert tot onsterfelijkheid.

Dus verwantschap met wijsheid voert tot onsterfelijkheid.

Dan moet ik eerst zien dat ik die Geest ontvang, want dan ben ik onsterfelijk.

En hoe ontvang ik die Geest? Nou, er staat ergens dat Hij wordt uitgestort op al wat leeft. Dat is niet op alle mensen; maar op al wat lééft.

Die onze Heer niet kent, die leeft niet, die is geestelijk dood.

Maar wie de Heer heeft aangenomen en uit God geboren is, die lééft! En dié levenden kunnen de Geest ontvangen.

Daar moet je even góed over nadenken.

Je moet kinderen ook nooit de handen opleggen voor de Geestesdoop of wat dan ook….., het gaat nergens over…!

Of aan kinderen opdringen: laat je nou maar dopen, want dan ben je behouden…, wat een onzin!

Je moet maar eens kijken wat er later gebeurt met die gasten…. Daar heb je niks aan. Wat moet de Geest in een los- geslagen puber.

Er wordt zelfs kinderen de handen opgelegd voor de Geestesdoop.

Gewoon kleine kinderen, die moeten dan hun hartje aan de Heer geven…., dan krijgen ze allemaal wat…, iets lekkers…, en dan wordt er nog gebeden voor de heilige Geest…. Ze zijn nog niet eens aan een gewone relatie toe, laat staat aan een relatie met God.

Er zijn zelfs kinderen die kinderen de handen opleggen…

Ik heb een Amerikaans programma gezien, wat een rare toestanden allemaal, van een heel klein ventje en die werd dan vereerd als een soort profeet of zo; en wat hij zei, ja, dat was het allemaal…..

Het is een rotzooi op dat gebied. Ellendig!

Er is heel veel kaf onder dat koren hoor.

Er gaat een hoop mis door dat gejut van mensen die nog steeds die oude voor-stellingen hebben.

Het derde, wat Salomo nog noemde, dat was: deze geest weet waar de geschiedenis op uitloopt.

Ja, waar loopt de geschiedenis op uit?

Ik denk: einde geschiedenis.

Want geschiedenis heeft alles te maken met tijd, en met het zichtbare, en met gebeurtenissen op aarde.

Het gáát niet om de kerkgeschiedenis op aarde, daar zijn al dikke boeken over geschreven.

Met het gaat om de ontwikkelings-geschiedenis in de hemel!

Wat is er eigenlijk met de gemeente gebeurd nadat Jezus ten hemel voer?

Och, ze hebben het nog een poosje volgehouden, maar het zakte van lieverlee weg, en het werd…., ja…, behoudens een paar hele kleine plekjes…. Maar daar spreekt de geschiedenis haast niet over; maar het is een dooie boel geworden.

En het hangt van rituelen aan elkaar.

Er is weinig overgebleven van het Leven, wat er origineel inzat.

En dat is é é u w e n lang volgehouden.

Dan denk ik: hoe houden jullie het vol om dat elke dag maar weer op te brengen: al die wijdingen en dat gedoe…

En dan ook  nog een hele piramidale constructie met iemand aan het hoofd die zegt dat hij de plaatsvervanger van Jezus is….., en die wordt vader genoemd…..

Net of ze de bijbel ook niet lezen!

Het is dus een geweldige rommel!

Het is de duvel gelukt om de gemeente het zwijgen op te leggen.

Daarom zoekt God ‘monden’, onze monden, om woorden te spreken, zegt Petrus, als van God!

Is dat bij mij het geval? Spreek ik woorden als van God? Of is het zomaar wat…, wat algemene teksten…, of zouteloze taal…, wat flauwe dingen…, iets algemeens…

Jezus zegt ergens: Ik mis het zout! Jullie zijn het zout der aarde, maar het is zo flauw wat jullie zeggen, het is smakeloos.

Iemand vertelt een flauwe mop, en degene die hem vertelt, lacht zelf het hardst, de rest lacht niet meer.

Het is allemaal zo flauw. Een flauwe preek, een flauw getuigenis.

Paulus zegt ergens: laten uw woorden met zout besprenkeld zijn…., zodat een ander zegt: hé, dat is lekker, dat smaakt naar méér, daar wil ik wel meer van hebben.

Het wordt door vuur gezouten, zegt Jezus ergens.

Door vuur gezouten, nou, dat vuur is niet het vuur van de heilige Geest, maar dat is het vuur van de boze geesten.

Die zetten je gedachten en je woorden onder druk, zodat jij precies weet wat je moet zeggen.

Door vuur gezouten worden. Dat wordt getest. Het vuur maakt uit of datgene wat je zegt, standhoudt of niet.

Ik schoot nu even een zijstraatje in over dat vuur en het zout. Maar het werkt wèl zo. Tja, wat moet je met flauwe praatjes?

 

Maar deze geest weet waar de geschiedenis op uitloopt.

Als het duizendjarig rijk aanbreekt…, nou ja, er staat ‘duizend’, maar wie weet hoe lang dat is, maar als dat afgelopen is en de duvel daarna eindelijk is gebonden, dan tellen de jaren niet meer; je leeft tóch eeuwig.

Geschiedenis speelt geen rol meer.

Je weet je nog wel te herinneren dat je vroeger op aarde leefde, en dat je je druk maakte over de stomste dingen….

Maar het gaat er om wat voor eeuwig-heidswaarde  mijn woorden hebben!

Hebben die eeuwigheidswaarde?

Want uiteindelijk is die vrouw (vrouwe wijsheid) de mensheid, die zo vol zijn van de Geest, dat zij zelf óók Wijsheid Gods zijn! En dat is zij óók!

Die vrouw is dus de Geestvervulde mensheid. Hoe groot die mensheid is, weet ik niet, maar als God nog een keer zegt: Ik word alles in allen, dan zijn dat er nogal wat.

Maar die Geestvervulde mensheid wordt de vrouw van God! Dan krijgen we de bruiloft van het Lam, en dan trouwt God met de mensheid.

Dát is wat! Dat we zó vol worden van de  wijsheid, van dat inzicht, en de krachten die werkzaam zijn in de onzichtbare wereld.

De liefde van God, die zó groot is…, is niet te meten.

Daar is die vrouw zó vol van dat ze uiteindelijk de vrouw van God wordt.

En dat is een geheim wat je heel diep in jezelf kunt bewaren hoor.

Want zo wórdt het een keer.

En daar heeft Jezus ook aan gedacht als het Hij het over Zijn blijdschap heeft.

Hij heeft het over Zijn blijdschap. En wat is nou die blijdschap van de Heer geweest?

Wat hééft die Man het moeilijk gehad. En wat is Hij vaak verrot gescholden en onder druk gezet en achtervolgd en met de dood bedreigd.

En toch zei Hij: niemand pakt Mij Mijn blijdschap af!

Dat is die blijdschap dat Hij een Geliefde van de Vader was. Dat wist Hij.

En als jij dat óók weet, dan is dat een blijdschap die niemand jou kan afpakken.

Al zit je diep in de put; al ga je er zelfs aan…, die blijdschap is niet van jou af te pakken!

Dat is ook niet van Jense afgepakt, laat ik het zo maar zeggen, en van Dientje en van Harm.., noem ze maar op die ons ontvallen zijn. Die blijdschap hadden ze diep in zich. En die kunnen ze nu uiten; onbelemmerd. Prachtig is dat!

We hebben het wel eens over de vervulling met de heilige Geest, maar laat dat ‘ver’ nou eens los zodat je het hebt over de vulling met de Geest.

Dat je gedachtenwereld, je zieleleven, als je hartstikke eerlijk bent, dat dan de Geest Zijn weg kan vinden in je.

Eigenlijk vul je jezelf met de schatten van God; want dat staat ook in Spr. 8:21:

…om hen die mij liefhebben…, want daar gaat het altijd om, …bezit te doen beërven.

Bezit beërven betekent dat je het erft; dus je krijgt het van een ander, en wat is dat? …hun schatkamers zal Ik vullen.

Dat is toch mooi?

Dus eigenlijk ben je een schatkamer!  En laat hem maar vullen met gedachten van God! Dat is het belangrijkste wat er is. De gedachtenwereld van God.

Hoe Hij over mensen denkt. Hoe Hij over jou denkt. Gewoon hoe Hij denkt!

En dat gaat zó dwars tegen de wereld in.

Echt waar! Je wordt een schatkamer.

Het slot van Salomo’s gebed was:  Wie kan Uw bedoelingen kennen als U niet Zelf wijsheid geeft en Uw Geest naar beneden zendt. (Wijsheid 9)

Duidelijker kan toch niet? Waarom ze dit boek niet hebben opgenomen in de canon, is mij een groot raadsel!

Daar staat het gewoon: U geeft wijsheid en Uw Geest zendt U naar beneden.

Dan komt Hij dus van ‘alzo hoge’. Maar Hij komt wel in jouw hart. Dat betekent dus dat jij bóven komt.

Ja, want Christus is in ons op aarde, maar wij zijn in Hem in de hemel. Zó zit dat!

Dus er verandert eigenlijk niks als je sterft.

In Spreuken 3, we zijn nou toch in Spreuken bezig, en ik vind dat toch iets moois hebben; het zit zó vol wijsheid.

In vers 13 staat: Welzalig de mens…, je wordt ingelukkig, als je wijsheid vindt, de mens die verstandigheid krijgt.

In vers 18 staat het nog mooier: Een boom des levens is zij voor wie haar aangrijpen.

Letterlijk staat er: de wijsheid is een boom des levens voor wie haar omarmen, wie haar vasthouden…., wie haar hand daarop weet te leggen,…dié zijn gelukkig te prijzen.

Dus je bent nú ingelukkig omdat de Geest van God in je wóónt!

Kijk maar naar Spr. 8:27: Toen Hij de hemel bereidde, was ik daar. Dan gaat hij daar nog een poosje over verder: …kring op het oppervlak van de oceaan, de wolken daarboven bevestigde…. Andere vertalingen zeggen: ‘toen Hij Zijn troon klaarmaakte op de winden…’.

Dat gaat zo door tot vers 30: … toen was ik een troetelkind bij Hem.

In het Hebreeuws staat voor troetelkind: Amon, wat betekent: werkmeester, bouwer en zelfs kunstenaar.

Daar kom ik dus die drie vaardigheden tegen die ik in het begin al noemde, dat die Geest, die Sofia, vakkundigheid, vaardigheid en meesterschap is. En die krijgen gestalte, dat wórdt wat?

Ik was een troetelkind ‘aan Zijn zijde’ staat er in het Hebreeuws.

Ik was een werkmeester, een kunstenaar.

Ik was één en al Zijn verrukking dag aan dag, te allen tijde mij verheugend voor zijn aangezicht,(31) mij verheugend in de wereld van zijn aardrijk, en mijn vreugde was met de mensenkinderen.

Dáár is de wijsheid voor bedacht. Voor mensenkinderen.

Niet voor dieren, maar voor mensen!

In mensen een welbehagen. En dáár wordt de Geest aan gegeven. Voor degene die dat geloven.

Dat is zo iets moois! Dat is een hemelse wijsheid.

Dus voor de wijzen.

Weet ik veel wat voor opleiding je gehad hebt, maar voor de wijzen onder ons, en de verstandigen.., ja, die horen het niet.

Het wordt aan kinderlijken geopenbaard!

Stel dat ik op een conferentie ben met allemaal kopstukken, grote denkers, bankiers, politici…, dus allemaal kop-stukken van de wereld; een gigantische conferentie…., en Sikkens krijgt één minuut spreektijd.

En ik zeg: mensen, ik wil jullie graag het dwaze van God vertellen, dat de dood is overwonnen en dat al jullie zonden zijn vergeven.

Nou, ik denk dat ik word weggekeken.

Of er komt iemand naar me toe en vraagt: ‘voelt u zich niet goed?’ Nou, ik voel me hartstikke goed!

Ja, zegt hij, maar dit is niet het doel van deze conferentie….’o nee? Maar ik wou dit toch even gezegd hebben, goede middag of avond’.

Paulus noemt dat: het dwaze van God.

Het dwaze…, wie gelóóft dat nou?

Ja, alleen de kinderen, zegt hij, die pakken dat aan.

Dat is wel iets heel moois. En voor wijzen en verstandigen is het verborgen!

Ze snàppen het ook niet. Al heb je nog zó veel hersens.

Het dwaze van God, dat is het offer van Jezus geweest.

Als je het nooit over de duivel hebt, wie gelooft dan dat hij bestaat?

Jezus is geofferd aan de duivel hoor!!

Vergis je niet! Het was een losprijs, die betaald moest worden, want die eiste de duivel, zodat de rest van de mensheid in ruil daarvoor losgekocht kon worden.

Echt! Hij heeft Zijn leven als losprijs gegeven.

Nog even iets over wijzen en verstandigen.

Ons verstand komt van het werkwoord verstaan. En verstaan betekent begrijpen. Wanneer heb je begrip van de dingen Gods?

Ik weet niet hoe het jullie vergaat, maar bij mij tolt altijd alles door m’n hoofd, er schiet  van alles doorheen; het is soms verschrik-kelijk, een wildernis; ik heb me er maar in berust

Maar ik heb wel gemerkt dat er een heel smal paadje dwars doorheen gaat.

Het kronkelde wat, een beetje naar links, een beetje naar rechts. Maar het geeft niet of hij links of rechts gaat, als het maar de juiste weg is.

Want het evangelie is geen rechte weg, er is niets zo saai als een rechte weg…., maar het is de right way, de juiste weg.

Je zoekt en je zoekt, en je komt steeds dichterbij. Het paadje wordt smaller en het is inderdaad een gedoe in je hoofd hoor.

Maar daar staat tegenover dat er prachtige dingen worden geopenbaard.

In 1 Cor. 2:6 staat: Wij spreken van wijsheid bij hen die daarvoor rijp zijn, een wijsheid niet van deze eeuw (dus van dit tijdperk) ook niet van de beheersers van deze eeuw, wier macht teniet gaat, maar wat wij spreken, als een geheimenis, is de verborgen wijsheid Gods, (dus het is een verborgen zaak), die God van eeuwigheid voorbeschikt heeft tot onze heerlijkheid.

Daar heb je dus Spreuken 8:

Eer de bergen geboren waren, was ik er.

Dat is die wijsheid Gods voor ónze heerlijkheid. Dat is natuurlijk prachtig!

Hoe weet Paulus dat nou? Nou, zegt hij in 1 Cor. 2:10: Dat heeft God geopenbaard door de Geest. Want de Geest doorzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods.

En de diepten Gods zijn de allerdiepste gedachten van Hem.

Een hele diepe gedachte is dat Hij had willen huwen met het wezen dat Hij geschapen heeft, de Adam. Daar stak de duivel een stokje voor. Dus hij stal de partner van God.

Adam moest opnieuw geboren worden, maar vlak daarvoor werd hij gegrepen. En God zag Zijn geliefde gáán.

Toen heeft Hij alles in het werk gesteld om de mens weer terug te krijgen; al het mogelijke heeft Hij gedaan.

Sommigen zijn een heel eind gekomen; maar op den duur ging het toch weer berg-afwaarts.

De profeet Maleachi was de laatste van het oude testament. Toen heeft het nog vierhonderd jaar geduurd voordat Jezus kwam.

Het is dus een dooie boel geweest. Maar die diepe gedachte heeft God nooit los- gelaten: Ik ga op zoek naar wat Ik verloren ben. Ik zoek het op, Ik wil ze weer terug hebben.

Zó lief heeft God die wereld. Dus die liefde is voor de mensenkinderen en Zijn vreugde is ook in mensenkinderen.

Die doorzoekt de diepten Gods!

Hoe doorzoekt die Geest de diepten Gods? Nou, dat doe jij toch? Jij doorzoekt toch die diepten Gods aan de hand van de Geest! Zó werkt dat!

Anders zou de Geest op z’n dooie akkertje (een beetje gek gezegd) de diepten Gods doorzoeken, en ja, waar moet hij er dan mee naar toe?

Jij zoekt! Blijf maar zoeken naar de antwoorden op de vragen die je hebt.

Er blijven ook vragen liggen, maar dat maakt niet uit.

Maar blijf zoeken naar de zin van je leven en je bestaan.

In Psalm 51:8 staat: In het geheim maakt U mij wijsheid bekend.

Hoe word je nou bekend gemaakt? In het geheim! In de binnenkamer! Als je alleen bent.

‘Maak me bekend hoe U denkt, wat U gelooft; wilt U dat eens vertellen? En Vader, waar bidt U wel eens voor?’

Want God bidt ook.

Stel maar zulke vragen. Je krijgt dan dus les, Hij maakt het bekend, maar je moet er voor open staan.

Je krijgt onderricht vol van Geestesadem. En die adem vormt woorden. Dat doet mijn adem ook. Zonder adem komt er geen woord. Dus woord en geest horen bij elkaar.

Laten je woorden dus ook als van God zijn. Dat zou wel mooi zijn.

In Jezus kreeg dus die wijsheid van God gestalte, en die Geest is ook in óns!

Dan krijgt de wijsheid van God ook gestalte in ons! Dat is wat!

Paulus zegt: Christus, in Wie alle schatten der wijsheid en kennis verborgen zijn.

Dus als je er achter wil komen, moet je de verborgen omgang met de Christus leren kennen.

Gods verborgen omgang vinden zielen waar Zijn respect in woont. Het heils-geheim wordt aan Zijn vrienden, naar Zijn trouw verbond, getoond.

Zó eenvoudig is het; in het geheim maakt Hij de dingen bekend.

En hoe maak jij ze bekend? Giet ze maar in een vorm van een gelijkenis.

Gebruik maar beelden, wie dóórvraagt, die volgt je wel.

Wie niet doorvraagt, maar z’n schouders ophaalt en zegt: nou ja, een aardig verhaaltje…, dan houdt het op.

Het is de Geest uit God die zo kunstig een zichtbare schepping heeft gemaakt;

je zal maar een boom verzinnen die nog nooit gezien is, en een mensenkind.

Je zal het maar verzinnen: gras en bloemen. Dat moet toch in iemand opkomen? 

Het is allemaal bij Hem begonnen.

Zulke kunstwerken maakt Hij wéér.

Die máákt Hij van je.

De laatste tekst is Spr. 8:35:

Wie mij vindt, heeft het leven gevonden.

Dat klopt, de boom des Levens is de Christus in het Paradijs Gods. Maar de boom des Levens zaait zich uit; het worden allemaal boompjes des Levens.

Op het laatst is het een bos.

Openbaringen spreekt over geboomte des Levens, dus een bos.

Allemaal leven in zich. Dat is geweldig!

Een andere vertaling luidt: Mijn uitgangen zijn uitgangen van leven.

Jouw uitgangen. Dus wat komt er uit?

Jouw uitgangen zijn uitgangen van léven, dat zijn woorden van leven. En een ander kan hem afwijzen of niet.

 

Centrale Bijbelstudie/ Duurt Sikkens  14-12-2011