De Zaligsprekingen

 

Even iets vooraf. Op de televisie zag ik een keer een uitzending, iets met pubers, maar er was een jongen die in een christelijk gezin was opgenomen, en ik zag net een stukje dat hij zei: ‘nee, ik geloof niet in God’. Toen zeiden 2 meisjes: ‘geloof jij niet in God?’ ‘Nee’, zei hij.

‘Nou’, zeiden de meisjes lachend, ‘dan ga je naar de hel’. Ja ja….

Maar die kreten kom je ook in onze kringen tegen! Als je niet kiest ga je naar de hel ….. Waar haal jij dat vandaan?

Jezus zegt: ‘Ik ben gekomen om het verlorene te behouden’. Dat is eindelijk een andere instelling, en ik wilde vandaag eens vragen: hoe ruim is het blikveld van je barmhartigheid? Hoe ver reikt dat?

Ik doe dat aan de hand van een eeuwenlang grijs gedraaid gedeelte uit Mattheus 5:3-12.  Dat zijn de zogenaamde zaligsprekingen. En dat woord ‘zalig’ betekent ‘ingelukkig’. Het wordt zelfs van God gezegd dat Hij de enige zalige God is. God is ergens gelukkig mee.

In het Grieks is het ‘makarios’.

Matth. 5:3-11.

  1. Zalig de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen.
  2. Zalig die treuren, want zij zullen vertroost worden.
  3. Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven.
  4. Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.
  5. Zalig de barmhartigen, want hun zal barmhartigheid geschieden.
  6. Zalig de reinen van hart, want zij zullen God zien.
  7. Zalig de vredestichters, want zij zullen kinderen Gods genoemd worden.
  8. Zalig de vervolgden om der gerechtheid wil, want hunner is het Koninkrijk der hemelen.
  9. Zalig zijt gij, wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad van u spreekt om Mijnentwil.

 

Iedereen kent dit gedeelte haast uit z’n hoofd. Het is grijs gedraaid.

De kanteling van dit hele stuk zit in het woordje ‘gij’ (:11).

Want over wie wordt dit allemaal gezegd?

Niet over ons! Dus let nu goed op.

In het eerste vers staat: want hunner is het Koninkrijk der hemelen, en in vers 10 staat ook: want hunner is het Koninkrijk der hemelen. 

Ik dacht toen, dat zijn net twee boeken-steunen, waar de rest tussen zit.

Koninkrijk der hemelen links en rechts, alsof het twee handen van God zijn.

En daar tussen staan al de boeken.

Want in Openbaringen staat ergens een tekst dat de boeken werden geopend.

Daar kom ik nog wel op terug.

En ik ga er eens even bij langs, want, lieve mensen: van mij is al het Koninkrijk der hemelen, ja toch?

Ik hèb geen dorst meer. Echt niet! Ook geen honger meer.

Ik bèn al rein van hart, dank zij het evangelie.

Ik bèn al een vredestichter, dank zij het evangelie.

Ik bèn al een kind van God.

Nu moet je je even voorstellen dat Jezus daar staat, Hij is even op een berg gaan zitten, met allemaal mensen om Hem heen, en dan vertelt Hij deze dingen. En het is net alsof Hij vanaf die heuvel helemaal over de wereld kijkt.

Hij zegt ook vaak: Ik ben in de wereld gekomen. In het Grieks staat er kosmos, dus dat omvat nogal wat.

Jezus is dus gekomen voor die héle kosmos.

Ik ga nu even hier en daar langs dit gedeelte.

Vers 3: De armen van geest. Wat zijn dat?

Je kunt ook lezen: armen aan geest.

Vroeger zeiden ze van zo iemand: er zit niet veel bij. Ach, ken je ze?

Als je arm bent, heb je ergens gebrek aan.

Het is een term in de bijbel dat ontleend is aan de bedelarij. Ze zijn zó afhankelijk van anderen.

Als je b.v. een Roemeen ziet bedelen bij de supermarkt, irriteert je dat of geef je gewoon. Ik noem maar wat hoor.

Maar ze hebben zich geestelijk niet kunnen ontwikkelen. En dat zijn er heel veel. Dat zijn er honderdduizenden, want wij leven in de dictatuur van de duivel. Ja, geestelijk straatarm. Denk eens aan alle vroeg gestorven kinderen; zij hebben zich nooit kunnen ontwikkelen.

Denk eens aan de geestelijk gehandicapten, waarvan sommigen dubbel gehandicapt zijn.

Denk eens aan al die psychiatrische patiënten, die niet eens meer weten wat licht is. Ze hebben van zichzelf geen geestkracht meer. Geen denkvermogen.

Denk eens aan de slachtoffers van dictaturen in de loop der eeuwen; die mogen helemáál niet zelf denken.

Als dat niet arm is….. Het zijn mensen die steun nodig hebben.

De hulpbehoevenden. Ze hebben hulp nodig want ze redden het niet.

Ja, je kan ze bevrijden van boze geesten, dat kan. Je kan ze een nieuw leven geven.

Het Koninkrijk der hemelen, wat binnen in jou is, is voor hèn. Dàt is jouw aanbod aan de armen van geest.

Denk eens aan eenzaamheid; echte een-zaamheid. Daar hebben ze een goed woord voor, dat is ‘geestdodend’. Dat is dus heel arm. Het is afschuwelijk. Mensen die helemaal in zichzelf gekeerd zitten.

Hoe krijg ik ze er uit?

En dat gezicht van Jezus ontroert me als Hij zegt: ‘voor hen is het Koninkrijk der hemelen ‘. Ze geloven niets. Het zijn mensen. Ze hoeven niet voor Jezus te kiezen, nee. Gééf ze wat, alleen al aandacht doet zóveel.

Jezus was ook altijd te vinden bij zulke mensen, want er staat duidelijk in het oude testament: ‘Hij is bij de verslagenen van geest’. Daar is op ingeslagen, wat ligt dat leven in scherven. En dáár gaat God naar toe!

De rijken der aarde, de cultuurluizen, die heeft Hij niets te vertellen. Maar die armen wel.

En waar woont God? Dat staat in Jesaja. Hij woont in de hemel èn bij de verbrijzelden van geest. Dus waar moest je Jezus zoeken, als beeld van de Vader? Bij de kapotgeslagenen, de gekneusten, de mensen die aan alle kanten door de buurt werden beoordeeld. De tollenaren, de NSB-ers, de hoeren. Daar ging Hij mee in gesprek.

Hij trok zich er niets van aan wat de buurt ervan zei. ‘Ik zoek de verbrijzelden van geest en de teleurgestelden op’.

Wat een verhalen zijn dat; al die menselijke verhalen. Allemaal boeken.

 

Vers 4: Zalig die treuren. Nou zeg, hoe-veel miljoenen mensen treuren wel niet.

Niet de jankers die hun zin niet krijgen; nee, de werkelijk treurenden.

Als je een modern woord wil hebben dan is het depressief. Dat betekent neer-gedrukt. Dan zit er een kracht die hen van boven naar beneden duwt. Letterlijk betekent dit woord hier ‘rouwen’, of ‘klagen’. En dat kan zó diep zitten.

Dat fluit je niet weg met een liedje van de Heer of zo….., als iemand diep in de rouw zit; daar moet je de tijd voor nemen; voor rouwverwerking.

Het gaat hier niet over de klagers en de mopperaars hoor.

Maar rouw heeft altijd te maken met verlies. Zou God wel eens, wat dat betreft, in de rouw zijn? Kent God verdriet?

Jezus huilde. Zou de Vader weleens gehuild hebben?

Een paar maanden geleden heb ik er over gedacht eens een preek te houden over het verdriet van God. Dat staat nl. ook een paar keer in het oude testament. Er staat: het berouwde Hem, en ook ergernis.

Maar de Hebreeuwse tekst zegt duidelijk: het verdroot Hem dat Hij de mens gemaakt had. Wat is er door Hem heen gegaan?

Dit is het verdriet van God, maar goed. Hier gaat het over de treurende mensen.

Maar wat kun je verliezen? Ik vind één van de ergste vormen van een verlies: het verlies van een geliefde. Of  het nou een kind is, of man of vrouw. Daarom is de dood zo’n gruwelijke vijand. En daarom is de dood ook overwonnen.

Kijk, huis en haard verliezen is ook erg natuurlijk, om geen veilige plek te hebben.

En waar ik ook veel mensen in tegen kom, ook in m’n werk, dat ze zichzelf kwijt raakten. Het verlies van identiteit. Jezelf kwijt zijn; dat is erg hoor! Dan word je een ander of zo, of je gaat de rol van een ander spelen; je denkt: als ik dàt nou maar doe, dan tel ik weer mee.

Jouw identiteit is zó kostbaar; je eigenste zèlf. Dit is heel wezenlijk. Je hebt dan ook geen zelfrespect meer. Je vind jezelf helemaal niks.

Dat  ‘nikserige’ kom je onder jongeren heel veel tegen. Tegenwoordig bestaat er een heel nieuw woord: ‘identiteitsdiefstal’.

Maar geestelijk gesproken doet de duvel dat met je. Die wil niet dat jij bent die jij echt bent. En dat is nou juist Gods omschrijving van zichzelf: ‘Ik ben die Ik ben’. En Hij wil ook graag mensen scheppen die zijn wie ze zijn.

Je kunt ook treuren om je verklooide leven. Al ben je 70 of 80 jaar, dan kun je daar nog steeds om treuren.

En denk eens aan al die slachtoffers van tirannen; de handel in mensen; de natuur-rampen. Je hoeft alleen maar Somalië te noemen, de hoorn van Afrika. Onder het zand liggen al de doden.

Dan de mensen die uitgebuit zijn. Ook in ons land hoor. Denk eens aan de Holocaust. Denk eens in de geschiedenis aan wat ze noemen kerkgeschiedenis.

Wàt een geschiedenis! De inquisitie, de vervolgingen. De ketters die verbrand zijn. Wijntje Klaasdochter, één van de eerste, is verbrand omdat ze zei dat de hosti bij de bakker vandaan kwam, en de crucifix kwam bij de timmerman vandaan. Dat was me toch een heiligschennis…..

En dan de angst voor de hel. Hoeveel treurenden heeft dàt opgeleverd?

De hele geschiedenis staat bol van treurende en verdrietige mensen. Vandaag ook, zóveel.

Maar, staat er, ze kunnen vertroost worden. En daar staat dat woord, wat wij gebruiken voor de heilige Geest. En de Trooster is werkzaam in ons! Dus wij zijn geroepen om hen bij te staan.

Het gaat dus eensdeels wel over ons, waardoor zij gelukkig zullen worden, maar dank zij ons!

Wat denken jullie van deze kreet: ‘het recht van de sterkste’. Is dat een recht?

Psalm 56:9 er even tussendoor. Hier gaat het over de treurenden. Daar zegt iemand, zonder huis of haard:

Mijn omzwerving hebt Gij opgeschreven.

Hoe vind je dat van God? Dat Hij opschrijft dat jij hebt gezworven.

Die boeken tussen die boekensteunen zijn biografieën, levensverhalen. Vind je dat niet lief van God dat Hij als het ware noteert wat jou is overkomen?

En dan nog: doe mijn tranen in Uw kruik. Met andere woorden: wil je ze bewaren? En dat doet Hij!

Hoeveel kruikjes zullen er, bij wijze van spreken, bij God in huis staan?          Alleen al die van de Holocaust. Miljoenen van die dingen.

En hoeveel miljoenen zitten vandaag aan de dag in zo’n Holocaust?

Ik hoef alleen maar Afrika te zeggen.

Doe ze maar in Uw kruik, zijn ze niet in Uw boek?

In die troost komt toch eindelijk eens een keer de vereffening, want die tranen worden bewaard totdat die kruikjes geleegd worden; en dan komt de vereffening. Dan geschiedt er eindelijk gerechtigheid!

Dus dat ellendige onrecht van de sterkste.. Ik vind dat de sterkste een plicht heeft om het voor de zwakke op te nemen.

Als je dus zegt: ik ben sterk in de Heer, dat mag je best zeggen hoor, maar het blijkt pas als je steun geeft aan de zwakste.

Het kan ook in kleine schaal hoor.

Het recht van de sterkste in gezinnen; het huistirannetje. Denk eens aan werk-situaties, ellendige situaties.

Denk eens aan sektarische gemeenten waar één het voor het zeggen heeft…. Dat is ook afschuwelijk; wat is dat voor een club. Dat is dus in het klein. Wie is hier de baas…?

Al dat geweld waar die mensen onder lijden is net als in die dagen vóór de zondvloed. Door en door pervers en alleen maar bezig met geweld, en met het uiterlijk van de wereld; hoe het er uitziet. En hoe kom ik over…, je eigen uiterlijk….

Eindeloos met zichzelf bezig. Ach, het heeft zo weinig zin om eindeloos met jezelf bezig te zijn. Laat Gód met jou bezig zijn, dan moet jij eens kijken wat voor moois er aan het licht komt.

Als jij bezig bent met Gods gedachten-wereld, kom jij echt aan het licht, al heb je nog zo veel trauma’s, maar ze zullen genezen.

Dus jij wordt erbij geroepen om ze op te beuren. En aangezien jij heel veel mantels hebt, bekleed je ze met de mantel van de liefde van God. Sla die maar om ze heen. Dan moet jij eens kijken wat er met die mensen gebeurt. Dàt is nou mantelzorg.

Al die troostwoorden over de toekomst zijn dus uitgesproken over mènsen! Over mensenkinderen!

Vers 5: de zachtmoedigen. Jij bent dat al.

Ja, dank zij het Koninkrijk Gods ben jij zachtmoedig geworden.

Dat betekent: zacht van gemoed.

Je staat er om bekend hoe vriendelijk je in de omgang bent.

Jezus zegt: leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben.

Maar er zijn op aarde óók een heleboel zachtmoedige mensen. Je kent ze vast wel uit je buurt. Vriendelijke mensen. Echt zachtmoedig.

Ze zijn nl. onopvallend. Kijk, wij zijn erfgenamen van een hemels Koninkrijk, en voor de zachtmoedigen wordt gezegd: jullie mogen de aarde beërven. Betere koningen en presidenten kan ik me niet voorstellen dan zachtmoedigen.

Je zult eens een keer b.v. bij een sollicitatie, in je C.V. opschrijven: ik heb die en die opleiding gehad, en tot slot: ik ben zachtmoedig en nederig van hart.

Past dat? Zeker als je ambities hebt hè?

Oh, denkt men dan, die laat over zich heen lopen…. Jahaa…, daar wòrdt nl. overheen gelopen; die tellen gewoon niet mee. Wat hoog is bij mensen, zegt Jezus, is een gruwel voor God.

Dus wat láág is bij de mensen, dáár gaat God naar toe. ’t Gaat hier gewoon over mensen.

‘En ze gaan niet eens naar de kerk….’

Nee. Wat was het geloof van de barm-hartige Samaritaan? Ja, goeie vraag.

Die zachtmoedigen zijn geen heersers; het zijn beheerders. En ze worden t.z.t. aan-gesteld door ons. ‘Wat ben jij een zacht-moedig mens, nou, neem dàt maar eens onder je hoede’. Zij zullen dus de aarde beërven. In betere handen kunnen ze niet zijn.

Vers 6: Hoeveel mensen hongeren en dorsten naar gerechtigheid?

Hoeveel in deze tijd? (Uit de zaal: 90%).

Ja, dat denk ik wel, want het geweld neemt zó toe, dus de mensen zeggen: waar is de gerechtigheid? Ik krijg geen gerechtigheid. Ze beduvelen me aan alle kanten.

Denk eens aan de strijders voor mensen-rechten. Nou, die moeten maar dood. Schiet ze maar dood. Ja, dat is het lot van mensen die strijden om gerechtigheid. Ze worden mishandeld. Het is verschrikkelijk.

Ze hebben recht op een ongestoord leven, want dàt is pas leven.

Kijk, ik wandel al in gerechtigheid; eindelijk, sinds ik de gedachtenwereld van de Vader ken. Hè hè, ja, fijn hoor.

Nou, zegt Jezus, als iemand een broek van je steelt, dan geef je hem er een overhemd bij. Jou pakken ze niet meer…. Heb je nooit gelezen dat Jezus zulke dingen zegt? Dan ben je dus niet meer te pakken, want de gerechtigheid is innerlijk.

Dat had Jezus ook; ze hebben Hem alles afgejat, tot en met z’n kleren.

Heb je je wel eens afgevraagd waarom Jezus geen trauma’s heeft opgelopen na dat afschuwelijke lijden? Het is best wel eens de moeite waard om je eens af te vragen hoe dàt kàn.

Maar deze mensen zullen verzadigd worden want wij zullen ze de gerechtheid Gods mogen geven. En waarin ze tegen-gewerkt  zijn, dat komt een keer goed.

Denk eens aan die profeten. Wat hebben die een hoop onrecht verdragen.

Nu zeg ik het anders: wat hebben die een hoop onrecht verdragen! Hoe kàn dat? Dan moeten ze een geheim binnen in zichzelf hebben gehad wat hen moeiten deed dragen.

We zingen het: ‘wat doet ons moeiten dragen’. Ik weet niet of je beseft wat je zingt.

Jezus is onschuldig vermoord. Ja toch?

Denk eens aan Johannes op Patmos. Hij schijnt geroosterd te zijn. Jacobus op z’n kop gekruisigd, Paulus omgebracht.

Met al die profeten uit het oude testament zijn gruwelijke dingen uitgehaald, en toch zat er iets in hen wat hen overeind hield.

Om welke reden is Jezus gestorven?

Volgens de wet! Wist je dat? We hebben een wet, werd er gezegd, en volgens die wet moet Hij sterven. Dan heb je dus een rotwet, een waardeloze wet. Want dat was de uitleg, zoals mensen de wet uit kunnen leggen. Tja.

En aan de mensen van de aarde, in de loop der talloze eeuwen, mogen wij het hemelse recht verschaffen, ook als ze overleden zijn. Want waar zijn al die mensen die gestorven zijn verdwenen? Ook nog in het dodenrijk.

Hebben ze dáár hun recht gekregen? Worden ze dáár getroost? Echt niet hoor! Ze zullen een keer verzadigd worden.

Ik zeg wel eens in gedachten: ‘wacht maar jongens, we komen er aan’.

De hele schepping kreunt en kraakt, en weet je waarom het zo kraakt? Dat zijn weeën omdat er mensen tevoorschijn komen die het Koninkrijk der hemelen in zich hebben. Die kunnen troosten. Die hen gerechtigheid kunnen geven.

Denk eens aan al die barmhartigen. Er zijn een hoop barmhartige mensen hoor. Ze nemen het op voor het misdeelde.

Er zijn echt barmhartige, lieve mensen.

Mariet en ik kennen mensen in ons dorp die nergens in geloven, maar ze zijn zó barmhartig en zo vriendelijk. Ze ontfermen zich over de medemens. En dan zal hùn barmhartigheid geschieden.

Hebben zij dat dan ook nodig? Ja nou, reken maar! Uiteindelijk wel.

Ik zal straks wel zeggen wat precies.

Er zijn zoveel barmhartige mensen die zóveel goed doen.

Ik zag eens een documentaire over een freule, dat ging over titels, baronnen… en weet ik veel wat….En die freule was zo heerlijk nuchter. Ze zei: ‘die titels zeggen me allemaal helemaal niks, dat is gewoon geërfd. En het zegt ook niks.

De enige titel die ik wel leuk zou vinden, zei ze, als er achter mijn naam in de overlijdensadvertentie komt te staan: G.M., goed mens. Vind je dat niet prachtig?

Ik dacht, meid, je hebt het begrepen, want je bent een medemens.

Hun zal barmhartigheid geschieden.

Er zitten zoveel barmhartige mensen in heel veel kerken, kringen, partijen, organen, weet ik veel hoe het allemaal in de wereld heet.

Weet je hoe Jezus die noemt? Mijn schapen. Ze zitten overal. Niet zomaar wat schapen, nee, Mijn schapen, maar ze zijn verstrooid.

En als ze dan overleden zijn, en ze kenden dit evangelie niet? Dan zal hen barmhartigheid geschieden, want wij zullen uiteindelijk zeggen: “Welkom, barmhartigen, want voor jullie is het Koninkrijk der hemelen”.

Vers 8: Kijk eens naar de reinen van hart.

Ik zie God al, en jij óók, maar hier wordt over de reinen van hart op de aarde gesproken. Dat zijn mensen die zuiver willen leven; die willen gewoon zuiver leven. Die hebben een gewetensvol leven.

Er zijn zelfs christenen die aan hen een voorbeeld kunnen nemen. Ja toch?

Reinen van hart! Dat is toch prachtig!

Dat zijn zuivere mensen. Ze zijn eerlijk.

Dat was voor mij, voordat ik de Heer kende, een grondwet in het onderwijs: ik wil naar de leerlingen toe hartstikke eerlijk zijn. Als ik een fout maak, mogen ze me er op wijzen, zodat ik het kan recht trekken. Geen smoesjes, eerlijk zijn, de grondwet!

Jaren later kreeg ik een collega die precies hetzelfde dacht, en hij geloofde helemaal niks. Hij was een atheïst van het zuiverste water. Ik dacht, nou, dit ene hebben we tenminste gemeen.

Maar ik moest aan hem denken toen ik dit weer las. Ik dacht, nou jongen, wacht maar, er staat je nog iets heel moois te wachten; je zult een keer je hemelse Vader zien.

Wat hebben wij veel in de aanbieding hè?

Er zijn heel mooie mensen, zo helder en puur in hun denken en in hun opvoeding. Het zijn èchte mensen. Net als Adam en Eva, die waren ook zo puur.

Wat een mooie uitroep van Jezus. Ik kan me voorstellen dat Hij tranen in Zijn ogen had staan toen Hij dat zei tegen Zijn discipelen; zulke mooie mensen, maar zij zullen een keer God zien!

Vers 9: Wat denk je van de vrede-stichters?

Dan kun je eindeloze verhalen houden over politieke toestanden, maar die sla ik maar gewoon over.

Ik hoorde eens van een psychiater dat hij  zei: als ik niet van mensen houd, is m’n therapie waardeloos. Dat is een goeie hè?

Hij zei: ik hou van mensen! Wat een kerel hè om zo iets te zeggen.

Maar dat vrede stichten breng ik even helemaal terug naar jezelf; heb je vrede met jezelf. Heb je dat ècht? Ben je blij met jezelf zoals God ook blij is met mij?

Dat kan heel wat opdonders gehad hebben in je leven….

Blij zijn met jezelf, op kleine schaal bedoel ik dat. Maar dat zijn mensen die jou bevestigen in jouw identiteit, zodat je vrede krijgt met jezèlf.

Kijk, zij zullen kinderen Gods genoemd worden; maar ik ben het al!

Wie noemt hèn dan kinderen Gods? Ik mag dat doen; ze zijn echt uit het goeie hout gesneden hoor, die lui die jou bevestigen. Die gewoon blij met je zijn.

Ze geloven waarschijnlijk nergens in.

Ze hebben de moed ook opgegeven met al die heibel om de bijbel.

Maar ze bevestigen jou in jouw bestaan.

Vrede is ook verzoenen. Ben je verzoend met jezelf? Dat is het begin van vrede.

Verzoenen is ook samenbrengen; al die stukken in jezelf. Dat is een apart verhaal.

Wim Kan zei een keer: ik besta uit allemaal stukjes twijfel, maar ik word bij elkaar gehouden door m’n vrouw.

Wel ontwapenend hè?

Maar als je uit brokken bestaat, die op zichzelf natuurlijk bij elkaar horen; ergens in de bijbel staat: dat je verdeeld van hart kunt zijn, in stukken dus. Maar als dat allemaal weer samengebracht wordt, dan wordt het een geheel; en dáár heb je nou de sjalom, het héél zijn.

En hoeveel mensen worden er niet vervolgd om de gerechtigheid vandaag aan de dag. Strijd je voor mensenrechten, dat heb ik al gezegd, maar dan worden ze vervolgd.

Ga je vriend en vijand opereren als arts zonder grenzen, krijg je een kogel, of je wordt ontvoerd. De goeierds worden ontvoerd en doodgeschoten.

Als je nou nòg niet gelooft dat de duvel bestaat…..Voor hen is het Koninkrijk der hemelen. Ze strijden echt voor een goeie zaak en velen hebben hun leven er voor moeten geven. Dat zijn ook kandidaten voor het Koninkrijk der hemelen.

Dus hoe groot is de barmhartigheid van God wel niet…. Die is toch eindeloos? Die kan de ruimte niet eens bevatten. Vooral dezen trekken zich het lot van de onder-drukten aan. Goh, wat een mooie mensen! Ze proberen er wat aan te doen.

Al deze troostende woorden, allemaal, t/m de punt achter vers 10, zijn gezegd over mensen van de aarde.

En als uiteindelijk al die boeken geopend worden, dat mogen wij doen, zijn dat allemaal levensverhalen van mensen.

En nu komt dit merkwaardige vers.

Jezus heeft rondgekeken tijdens deze schitterende belofte van Gods barm-hartigheid, want ik vind het één loflied over de barmhartigheid van God. En ineens kijkt Hij naar Zijn eigen mensen. En dan zegt Hij: Zalig zijn jullie, als ze jullie vervolgen en smaden, en liegende allerlei kwaad van jullie spreken om Mijnentwil.

Die anderen verklaar Ik allemaal zalig, zegt Hij; maar jullie zijn om een andere reden in- en ingelukkig. Want kijk: smaden, vervolgen, liegen etc., dat is al die mensen daar overkomen. Maar als ze het over jou doen, zegt Jezus, zalig ben je.

Wees blij als ze over je liegen.

Kijk, als ik kwaad doe, en dat gaat een eigen leven leiden, ja, eigen schuld, dikke bult.

Laat niemand van u moeten lijden als een dief, zegt Petrus, want dat is geen lijden om Christus wil. Je hebt dan gewoon zelf stom gedaan.

Maar als je ergens van beschuldigd wordt wat niet waar is. Ken je dat?

En dan zegt Jezus: ‘wees gelukkig’. En ik vraag me af of je er zelf dan zo gelukkig mee bènt als ze over je liegen. Iets wat helemaal niet waar is. Vals beschuldigd worden.

Waar word jij nou gelukkig van? En mijn vraag is: hoe reageer jij? Hèb je nog een lontje? Dan heb je ook nog een kruitvat.

Maar als jij nou vals beschuldigd wordt, vlieg je dan overeind? Ga je onmiddellijk in de verdediging?

Wat had Jezus dan allemaal niet moeten zeggen toen dat Hem overkwam. En de apostelen, ook altijd vals beschuldigd. Valse getuigenissen.

De cruciale vraag is nu: word je kwaad of blijf je rustig?

Dat was ook het lot van Jezus. Wat is er veel over Jezus gelachen. Wat hebben ze de spot met Hem bedreven: ‘ken je die vent uit Nazareth, die denkt dat hij Jezus is….’. Zoiets dergelijks.

En wat is er over God allemaal niet  gelachen. Je kan geen cabaret zien of het gaat over God en Jezus. Bespottelijk dus.

Vals beschuldigd. Dan is de vraag aan mijzelf: Sikkens, hoe reageer jij daarop?

Dàt is de vraag.

Dit is iets wat je kan leren, om je onschuld vast te houden.

Als jij nou goeie bedoelingen hebt, als het nou om het evangelie is of niet, maar gewoon je goeie bedoelingen; je geweten is in orde, en ze zeggen iets van je wat helemaal niet waar is, dan blijft je eigen integriteit goed, en dié houd jou overeind.

Want we zingen wel: God kent me, maar je zingt het soms veel te makkelijk.

Het gaat om jouw integriteit; dáár word je om beoordeeld, ook in de wereld.

Hoe ben je als buurman, als werknemer of werkgever….., hóe ben je! Dus niet als maar bezig zijn met: ‘hoe kom ik over’.

Nee, hoe bèn je! Anders sta je nog je best te doen om in een goed blaadje te komen. Dat is zonde van de energie.

Er staat in Handelingen een woord dat maar één keer in de bijbel voorkomt.

Apocatastasis. (Heb ik uit m’n hoofd geleerd). Weet je wat dat betekent? Het is vertaald met ‘de wederoprichting van alle dingen’. Hoeveel is dat?

Dat is zó verschrikkelijk veel! Alle dingen worden een keer opgericht! En die dingen beginnen bij de mens. Dat zijn de mooiste dingen.

Alle mensen worden een keer opgericht. Alles wat verloren is, wordt opgezocht. Alles waar je over getreurd hebt, waar je verdriet over hebt of waarover je in rouw bent, wat je ontstolen is; het wordt allemaal weer opgezocht en gevonden.

(Marry zei spontaan: halleluja!). Precies! Daar ben ik blij mee hoor. Ik ben niet zo kreterig, maar nou ben ik er blij mee.

Vind je dàt niet prachtig? Dus alle dingen! Dat verruimt je blik. Dat is zo mooi.

In het woordenboek heb ik Apocatastasis ook opgezocht, en daar staat: ‘terugkeer naar de oorspronkelijke toestand’. Dan kan ik alleen maar stil worden. Wat mooi! Terugkeer naar de oorspronkelijke toestand. Dáár heb je de Schepper en de Herschepper.

Trouwens, voor degenen die nog in een scheppingsverhaal van zes dagen geloven, heb ik één leuke vraag. Wat heeft God in die miljarden, miljarden lichtjaren vóór die tijd gedaan……?

Nu even naar Joh. 5:28: Verwonder u hierover niet, want de ure komt, (dus het moment, zegt Jezus), dat allen die in de graven zijn (de graven zijn de cellen in het dodenrijk, niet die begrafenistoestanden in de wereld. Als er ergens staat: de graven gingen open, dan zijn dat de graven in het dodenrijk) naar Zijn stem zullen horen.. Jezus’ stem, maar die komt uit onze mond! Ja, dat mogen wij aan het eind van het duizendjarig rijk, en we hebben de sleutels van dood en dodenrijk, dan staan alle mensen op, en dat zijn er nogal wat. Miljarden!

Hoe het precies gaat, dat zien we dàn wel, maar ze staan allemaal op. De reinste, maar ook de grootste boef. Alles staat op, want we hebben met de sleutels de gevangenisdeuren open gegooid en roepen: Jongens, kom maar, jullie lijden is afgelopen. Het is voorbij. Al jullie wonden, waar niets aan gedaan is; wij kunnen jullie troosten, want we hebben de Trooster in ons. Hier is barmhartigheid. Kom binnen in het Koninkrijk van mijn Vader.

Hele categorieën, honderdduizenden mensen stromen er uit en komen het Koninkrijk der hemelen binnen.

Wàt een dag zeg, als iedereen opstaat. En als ze daar dan staan, gaan de boeken open. Hoe vind je dat? Kijk, wij staan al in het boek des Levens en vallen echt niet meer onder het oordeel.

Paulus zegt in 1 Cor. 6:2: Weet gij niet dat jullie de wereld zullen oordelen!

Heb je dat wel eens gelezen? Nou, dat is het laatste oordeel.

Van dat laatste oordeel zijn toch lugubere verhalen en schilderijen gemaakt, met vagevuur en hel. Het is verschrikkelijk. Geen greintje barmhartigheid.

Daar staan ze dus, en er staat heel simpel, ze zullen er uit gaan; wat zal dàt een opluchting zijn. Eindelijk er uit, na zoveel eeuwen gevangenschap, tot de opstandig ten Leven, die het goede gedaan hebben; ik heb ze net allemaal genoemd in de zaligsprekingen.

Kom binnen, jullie worden allemaal zalig verklaard. Ja maar, wat hebben we daar dan voor gedaan? Joh, wat kan je dat nou schelen, je bent een goed mens geweest, kom maar!

En jij, die zoveel heeft geleden: kom maar!

En jij, je hebt niet eens geleefd, je bent maar een dag oud geweest. Kom maar!

Alles wat beschadigd is, wat onderdrukt is, ze stromen naar buiten.

Dit is de opstanding ten Leven.

Er zitten ook kwaaien tussen. Dié worden beoordeeld.

Maar al die biografieën, al die boeken, gaan open en jij mag ze lezen. Van hen die zoveel hebben meegemaakt, kom binnen man.

En jij hebt geen leven gehad op aarde; komt binnen! Mooi hè?

Hunker je daar nou al naar, naar die dag?

Dan ben je wat minder met jezelf bezig en wat meer met je medemensen.

Ik hoop dat ik je hierdoor een beetje kan prikkelen om met deze dingen bezig te zijn, want anders komt er nooit een eind aan.

Anders zeg je: nou, dat zal ik na mijn dood wel eens zien. Dat is toch zonde man, hiér gaat het om.

Van Jezus wordt gezegd dat Hij de Koning der koningen is en de Heer der heren, nou, hier zitten dan die koningen en die heren; maar je mag Hem ook de Rechter van de rechters noemen.

Wij mogen ze beoordelen. Wat lijkt me het heerlijk om al die mensen zalig te kunnen verklaren; gelukkig te maken, te troosten, bij te staan. Het kruikje pakken, vertel eens jongen, waar ligt je verdriet? Vertel! Dan kun jij van hun ogen de tranen afwissen. Dat mag jij doen.

Verhaal voor verhaal. Met andere woorden: wat is het blikveld van Gods barmhartigheid oneindig ruim.

 

Wij zullen dan ook, net als een rechter, de kwaaien, de tirannen e.d. mensen, beoordelen of er nog wat goeds bij zit. Wie weet. Maar wij mogen dat doen en dan kunnen wij dat ook.

Er staat niet dat ze naar de hel gaan, maar ze worden beoordeeld door ons. Sommigen gaan weer een poosje de gevangenis in, Jezus spreekt hierover in een paar gelijkenissen.

Duurt Sikkens d.d. 06-12-2009