Selecteer een pagina

Levend Geloof 1964.05.02 nr. 34

In het spoor door Gert Jan Doornink

“Indien wij door de Geest leven, laten vrij ook door de Geest het spoor houden”. (Gal. 05:25)

Als dit nummer verschijnt zijn in Utrecht duizenden kinderen Gods bijeen om op de derde volle evangelie vreugdedag gezamenlijk de Heer te loven en te prijzen, om te danken dat Hij de volkomen Verlosser is naar geest, ziel en lichaam, om te danken voor Gods wonderbare gave voor Zijn gemeente: de ‘Heilige Geest, en om ongebouwd te worden in het geloof.

De Heer is ‘bezig Zijn’ gemeente toe te’ bereiden voor wederkomst. Een gemeente die zal worden “stralend, zonder vlek en rimpel”. Geen wonder dat de duivel te keer gaat en al het mogelijke doet om verwarring te stichten en Gods werk op te ‘houden. Maar hij is een overwonnen vijand. Jezus kwam naar deze wereld om zijn macht te breken.

Toch is het opvallend hoeveel kinderen Gods zich nog door deze overwonnen vijand laten beïnvloeden. De grote oorzaak is, dat velen niet zien dat de Heilige Geest de volkomen heerschappij in hun leven moet hebben. Men spreekt dan over het ontbreken van heiligmaking bij vele gelovigen, maar hoe kan men deze bereiken zonder vervuld te zijn met de Heilige Geest? Hoe vaak hebben wij al meegemaakt dat gelovigen allerlei kritiek hadden op de uitingen van de Geest, maar zelf in het geestelijk slop raakten, omdat zij de tongentaal, het profeteren, enz. niet meer belangrijk achtten.

Paulus wist er van mee te praten, hoe verschillende gelovigen afbreuk trachtten te doen aan het werk van Gods Geest door weer allerlei wettische dingen in de gemeente in te voeren waarvan Christus hen bevrijd had’. Hij zei: Indien vrij door de Geest leven, laten wij ook door de Geest het spoor houden”(Gal. 05:25). Dit is het’ Het is niet voldoende eenmaal gedoopt te zijn met Gods Geest, wij moeten van dag tot dag ons laten leiden door Zijn Geest. Anders volgen wij de weg van ons eigen verstand, van de gedachten van onszelf of van andere men­sen, of van de duivel raken uit het spoor, wij worden onbruikbaar als instrument in Gods hand, zoals een trein of tram machteloos is, als hij buiten de rails staat.

Toen God ons doopte met Zijn Geest gaf Hij ons Zijn volheid. Niet meer, maar ook niet minder. Petrus sprak op de Pinksterdag niet : ”Bekeert u en gij zult een of andere geestesuiting ontvangen”, neen, hij zei: gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen ‘(Hand. 02:38). Paulus vraagt de gelovigen in Efeze niet of zij al iets van de Heilige Geest hebben ontvangen, neen, hij zegt: “Hebt gij de Heilige Geest ontvangen?” (Hand. 19:02).

De Heilige Geest is een Eenheid. De Heilige Geest is een Persoon. Als wij gedoopt worden met de Heilige Geest, ontvangen wij de volheid. De Heilige Geest heeft negen uitingen of gaven en een negenvoudige vrucht. Het een is ondenkbaar zonder het andere.

Veel misverstand en verwarring zou uit de weg ge­ruimd zijn, als men de dingen weer gaat zien en beleven zoals Gods Woord het ons duidelijk maakt. Velen halen 1 Korinthe 12-14 aan om trachten te bewijzen dat niet iedereen “alle gaven” heeft. Men heeft dan de Bijbel echter nog nooit goed gelezen. Het gaat hier over het samenkomen van de gemeente. In de samenkomst van de gemeente valt de individualiteit van de gelovige weg. Men is dan samen met andere gelovigen en vormt met hen een eenheid: het lichaam van Christus. In deze eenheid, deelt de Heilige Geest Zijn gaven uit “gelijkerwijs Hij wil”. Daarom zal daar waar een gehele gemeente gehoor­zaam is aan Gods Geest het niet voorkomen dat telkens dezelfde gelovigen profeteren, gezichten zien, enz, maar dit zal wisselen. Paulus zegt: “Telkens als gij samenkomt, heeft ieder iets: een psalm of een lering of een openbaring of een tong of een uitlegging; dat alles moet tot stichting geschieden”(1 Kor. 14:26).

Kind van God, hoe is het in uw leven? Bent u ge­doopt met Gods Geest? En hoe is het vandaag met uw vervulling? Als de benzinetank van een auto vol benzi­ne is, maar het contactsleuteltje wordt niet omgedraaid en het gaspedaal ingetrapt, gebeurt er niets. Zo is het ook met de vervulling. U moet de gave die in u is aanwakkeren en ook in de samenkomsten van de ge­meente gebruiken.

Het is opmerkelijk dat velen die de Geestesuitingen on­belangrijk achten of negeren ook weinig of niets van de vrucht (Gal. 05:22) van de Geest openbaren. Zij spreken over het afleggen van de oude mens, het doden van het ei­gen ik, enz. zonder dit ooit in hun eigen leven te reali­seren.

Paulus had het ervaren dat de Heilige Geest een kracht was, niet zo maar een kracht maar de Goddelijke kracht, en dat de werken van het vlees (Gal. 05:19-21) alleen overwon­nen kunnen worden door de volheid van de Heilige Geest.’

“Wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd” (Gal. 05:24). Halleluja.’ De Geest van de levende God doet ons zegevieren over de werkingen van het vlees. .Alleen zo openbaren wij aan een verloren wereld dat Christus ons waarlijk vrij heeft gemaakt. Alleen zo blijven wij in het spoor, in de weg die God met elk kind van Hem persoonlijk gaat. Alleen door van dag tot dag vervuld te zijn met Zijn Geest, kan de Heer ons ten volle gebruiken voor onze grote taak: dezelfde dingen te doen die ook Jezus deed.’

De weg van de gelovige die de Heer ten volle wil die­nen voert steeds hoger op. Er is geen weg terug, en ook stilstand is achteruitgang. Daarom gaan wij voorwaarts, ziende op Jezus en op Hem alleen. Daarom gaan wij bij het brengen van de boodschap geen water bij de wijn doen, maar nemen de woorden van Paulus ter harte. “Het­geen wij bereikt hebben, in dat spoor dan ook verder’” (Filip. 03:16).

 

Opwekkingsnieuws L.G.

Wonderbare zegen op predikers dag in Utrecht.

Woensdag j.l. waren in het Jaarbeursrestaurant te Utrecht ongeveer 200 predikers, evangelisten, voor­gangers en dienende broeders van het volle evangelie bijeen. Deze dag was uitgeschreven door de broeders Van den Brink, Le Feu, Hoekendijk, Maasbach en Van der Woude als vertegenwoordigers van de bekendste stro­mingen van het volle evangelie in Nederland. De “Vereniging van Volle Evangelie Zakenlieden Neder­land ’(VEZA) bood tijdens de bijeenkomst een rijk voor­ziene koffiemaaltijd aan.

Deze dag was een nieuw bewijs dat Gods Geest mach­tig aan het werk is in Nederland.’ Nooit eerder waren zoveel predikers van de volle boodschap in één bij­eenkomst bij elkaar geweest en werd de Geest van lief­de en eenheid zo sterk ervaren als in deze samenkomst.

Na een kort welkomstwoord van de voorzitter van de VEZA, broeder Van de Dries, opende Broeder Van den Brink, hoofdredacteur van “Kracht van Omhoog” deze dag met een korte, door de Heilige Geest geleide bood­schap over (Openb. 02:01-05). Broeder Van den Brink wees er op dat de erfenis die Jezus Christus ons heeft nage­laten de doop met de Heilige Geest is om dezelfde dingen te doen die ook Hij deed. Wanneer de gelovigen vol vuur zijn, is er ook de liefde en de kracht. De twee pijlers waarop de boodschap van het volle evan­gelie rust zijn de waterloop en de geestesdoop. Sommi­gen zijn bezig deze pijlers te ondergraven, aldus broe­der Van den Brink. Evenals de gemeente van Efeze heb­ben zij hun eerste werken en hun eerste liefde verla­ten. Laat het feit dat van de gemeente van Efeze thans niets meer over is dan een paar puinhopen, voor ons een waarschuwend voorbeeld zijn. Wij moeten het essen­tiële van de volle boodschap blijven verkondigen. Als wij de waterloop en de geestesdoop verloochenen wordt de kandelaar weggenomen. Het volle evangelie is geen bood­schap voor een bepaalde elitegroep maar voor allen, zei broeder Van den Brink in zijn met grote aandacht gevolg­de toespraak.

Vervolgens sprak de 73 jarige Engelse Pinksterpionier, broeder Howard Carter. Al spoedig bleek dat wij hier te doen hadden met een man Gods met een boodschap van God. Hij werd op uitstekende wijze vertaald door br. Hans Koornstra. Broeder Carter sprak naar aanleiding van (1 Kor. 03:12-15), in het bijzonder vers 13: “Hoedanig ieders werk is, dat zal het vuur uitmaken”. Deze broe­der bracht de boodschap, in de kracht van de Heilige Geest, dat het op drie dingen aankomt in het leven van hen die arbeiden in de wijngaard des Heren: 1.Wij moe­ten een heilig leven hebben. 2. Wij moeten een leven van geloof hebben. 3. Wij moeten bereid zijn ons leven te of­feren.

Hoe ernstig waren de woorden van deze dienstknecht Gods, die ook een man vol echte humor bleek te zijn. Zoals destijds de priester op hun hoofddeksel hadden staan dat zij heilig waren, zo moet ook ons leven heilig zijn naar ziel, geest en lichaam. Spreker wees op het gevaar van bijgeloof in verschillende vormen, waardoor wij onheilig in de geest worden. Elke gedachte die ons van Christus probeert af te trokken moeten wij in gehoor­zaamheid als krijgsgevangene brengen aan Christus.

Wat het geloof betreft wees broeder Carter er op dat het zonder geloof onmogelijk is Gode te behagen. Laten de geloofshelden uit Hebreeën 11 ons grote voorbeeld zijn. Hij haalde George Muller aan als voorbeeld van werkelijk geloof, maar ook uit eigen leven vertelde hij een won­derbare ervaring, waaruit bleek dat het echte geloof pas blijkt als wij onze nood niet aan de mensen openbaar maken, maar aan God alleen. Wij mogen God beproeven en zullen ervaren, dat de beloften in Zijn Woord waar zijn!

Tenslotte vroeg broeder Carter wat wij werkelijk opge­offerd hadden voor de Heer? Onze prediking, ons zingen of wat ook is niet ons offer, maar een offer is iets doen wat wij niet willen, iets afstaan wat wij niet kwijt willen. Hij haalde (Joh. 03:16 en 1 Joh. 03:16) aan. Buiten onze gemeente moet (Joh. 03:16) openbaar worden en binnen de gemeente (1 Joh. 03:16).

Gods werk kan op een geweldige wijze voortgang vin­den als wij bereid zijn heilig te leven, de weg van ge­loof te gaan en ons leven werkelijk ten offer brengen aan de Heer, zo besloot broeder Carter, die Jezus als het grote voorbeeld stelde. Gods liefde zien wij op volmaakte wijze in het offer dat Hij bracht.

Tijdens de koffiemaaltijd werden nog twee korte ge­tuigenissen gehouden. Eerst sprak zuster Carter, de echtgenote van broeder Carter. Ook zij bleek een blij­moedig getuige van de Heer te zijn. Zuster Koornstra vertaalde haar op uitstekende wijze. Broeder Anne van der Bijl had de verheugende mededeling dat de eerste druk van dundruk-zakbijbels voor Rusland thans gereed is en dat ook het geld voor deze zeer kostbare, maar ook zo absoluut noodzakelijke uitgave, reeds aanwezig is.

De middagsamenkomst begon met een korte bidstond, waarna broeder Carter nog een korte boodschap door­gaf. Hij schetste de karakters van Judas, (door satan in de zonde getrokken), van Lazarus, (wij waren allen Lazarussen, maar Jezus maakte ons levend.’), van Martha ( zij had de liefde en bediende eerst Jezus) en van Maria, die het beste aan Jezus gaf. Als wij Jezus liefhebben zullen wij ook het beste aan Jezus geven en zullen wij de liefelijke geur van Jezus verspreiden.

Toen volgde het hoogtepunt van deze dag; de bedie­ning van het Heilig Avondmaal. Een tiental oudere broeders ging met brood en beker rond. Het was een machtig besluit van deze dag, waarbij ook vele loflie­deren werden opgezongen tot eer en glorie van Jezus.’

 

Gebedsgenezingsfilm toch op Nederlandse tv

“Het Vrije Volk” van 23 april schrijft: “Jan Vrijmans film over de gebedsgenezing komt misschien toch op de televisie. Het IKOR, Interkerkelijk Overleg Inzake Radiozaken, heeft Vrijman benaderd. Op het ogenblik zijn nog besprekingen tussen het IKOR en Vrijman gaande over een eventuele uitzending.

De VARA zou geen bezwaar hebben tegen de uitzending door het IKOR, die in dat geval op zondagmiddag tussen vijf en zeven uur zou plaatshebben. De VARA acht het IKOR meer geschikt voor een eventuele uitzending dan zich zelf.

Zoals bekend heeft de VARA kort geleden en na lang dralen besloten de film niet uit te zenden, omdat men niet de verantwoordelijkheid op zich durfde nemen. Men zei, bij de VARA dat als er ook maar één kijker beïnvloed zou worden door sommige manipulaties in de film, men dat niet op zijn gewéten wilde hebben.

Vrijmans film over de gebedsgenezing heeft ook in het buitenland belangstelling gewekt. In de afgelopen week is hij benaderd door de Bayerische Rundfunk (zie “Levend Geloof” van vorige week.-red.) en door de Britse commer­ciële televisie ITV.

Volgens Vrijman hebben vertegenwoordigers van deze televisiemaatschappijen gevraagd de film eens te mogen bekijken. ‘Ik ga binnenkort naar Engeland en Duitsland om de film te laten zien’.

Van de VARA heeft Vrijman bij de eventuele verkoop van zijn film volledige medewerking. Jan Vrijman speelt ook nog met de gedachte de film “Gebedsgenezing” te combi­neren met een tweetal andere films die hij gemaakt heeft en deze combinatie als een volledig bioscoopprogramma in de bioscoopzalen uit te brengen. ‘Er is echter op dit punt nog geen enkele beslissing gevallen’”.

 

Hemelvaartsdag

”Deze Jezus, die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkomen, als gij Hem ten hemel hebt zien varen”. (Hand. 01:11)

‘Wanneer wij als gemeente van Jezus Christus a.s. donderdag Hemelvaartsdag vieren, denken wij ongetwij­feld aan deze woorden uitgesproken door twee engelen direct nadat Jezus was opgevaren naar de hemel.

De laatste woorden die Jezus gesproken had voordat Hij wegging van deze aarde waren geweldige woorden geweest. Hij had gesproken over het ontvangen van de Heilige Geest, die Zijn discipelen nodig hadden om­dat ze geroepen werden tot getuigen ’te Jeruzalem en in geheel Judéa en Samaria en tot. het uiterste der aarde”(Hand. 01:08).

Vaak had Jezus tijdens Zijn omwandeling op aarde er over gesproken dat Hij weg zou gaan, maar dat de ge­meente nog niet zou worden weggenomen, omdat de gro­te opdracht die Jezus was begonnen uit te voeren, nog niet ten einde was.

Wij leven als gelovigen in de verwachting van Je­zus’ wederkomst. Haar deze verwachting mag niet zo zijn, dat wij redeneren en discussiëren over hoe alles zal gaan bij Christus wederkomst, wanneer Hij zal ko­men, hoe de verschillende gebeurtenissen in deze eindtijd zich zullen voltrekken, enz.

De beste verwachting van Zijn komst is arbeiden in Zijn wijngaard, te doen wat Hij deed en een levend ge­tuige te zijn. Dit heiligt ons leven en doet ons gereed zijn als Hij komt.’

De discipelen op de Olijfberg bleven niet in de lucht staan kijken, toen de engelen gesproken hadden, neen, ze gingen naar Jeruzalem, zoals hun bevolen was en toen zij vervuld waren met de Heilige Geest gingen zij uit en brachten het volle evangelie. En de Heer voegde dagelijks toe aan de gemeente en bevestigde het woord door tekenen en wonderen. Hij zal het ook nu doen, als wij uitgaan in Zijn kracht en de blijde boodschap uitdragen!

 

De naam van Jezus Nr. 6

We gaan nu lezen (Kol. 03:01-17), waarin wij zien dat wij zullen zoeken de dingen die boven zijn en niet die van deze aarde zijn, want wij zijn gestorven en hebben onze ou­de mens begraven. Wij zijn gegaan met Jezus in de dood door de doop en dan is onze opdracht geworden (nu wij dus verlost en bevrijd zijn, niet alleen van onze zonden, door het bloed van Jezus, maar van de zondaar, van ons “ik”, doordat wij met Hem mede gekruisigd zijn), dat wij zullen doden de leden die op deze aarde zijn. Dat wil zeggen, dat wij zullen afleggen alle dingen die nog leven in ons vlees en dat wij de nieuwe mens aandoen. De nieuwe mens, die geschapen is naar het Beeld van de Schepper. O, won­derbaar is dat, dat in ons leeft Jezus zelf, een nieuwe schepping in een oud omhulsel (ons vlees). Ja, onze geest is wedergeboren en onze ziel gereinigd toen wij kwamen tot Jezus onze Heer.

Vers 12-17 is een machtig stuk, wat we zin voor zin kunnen nemen voor ons zelf. Wonderbaar dat wij dit zelf alles zullen aandoen. Later komen wij hier nog eens op terug, nu gaat het hoofdzakelijk om de laatste tekst waarin staat, dat wij in het vervolg alles zullen doen in de Naam van Jezus.

Als we hier even bij stil blijven staan, dan wil dit dus zeggen, dat u gaat wandelen in de Naam van Jezus, gaat fietsen in de Naam van Jezus, inkopen doen in de raam van Jezus, preken in de Naam van Jezus, maar ook roddelen, nagels bijten, enz. enz. in de Naam van Jezus. Probeert u maar eens of u dat kunt. Als u er werkelijk bij denkt om alles te doen in Jezus’ Naam, dan zult u ‘merken dat u ophoudt met nagels te bijten, uw verkeerde gewoonten verdwijnen, omdat alles in uw leven wordt ge­confronteerd met de Naam van Jezus, en die Naam reinigt ons geheel. Halleluja!

Vers 23 laat ons zien dat wij ook ons werk zullen doen alsof wij het voor de Heer deden. Het kan best zijn dat het werk wat u doet, u helemaal niet bevalt. Dat heb ik zelf ook-wel eens gehad, maar als u zich dan afvraagt: “doe ik dit als voor de Heer? “dan zult u merken dat u alles kunt doen, zelfs de naarste baantjes gaan dan prima, omdat u het doet als voor de Heer.’

Ik wil hier een klein voorbeeld van geven. Eens op kantoor vroeg mijn chef aan mij een boodschap voor hem te doen. Het was reeds na kantoortijd en het stuk dat weggebracht moest worden, had best per post verzonden kunnen worden. Ik zag er dan ook het nut niet van in om dit nog te brengen. Bij mezelf, en ook tegen ande­ren op kantoor zei ik, dat ik het in de bus zou doen van het huis waar het naar toe moest, maar dat ik het in geen geval naar’ boven zou brengen om het af te ge­ven, dat kostte me alleen maar extra tijd en ik had haast. Er was .mij namelijk gevraagd het persoonlijk af te geven. Toen ik eenmaal op de fiets zat met het be­wuste stuk, sprak de Heer tot mij: “Als Ik je nu eens gevraagd had om het stuk boven te brengen, had je het dan gedaan?” Ik schrok van deze vraag en zei: “Ja Heer, ik zal het boven brengen en persoonlijk af geven”. Ziet u, wij zullen ons werk doen als voor de Heer. Als wij ons leven aan Hem hebben gegeven, dan wil Hij zich ook bemoeien met alles wat vrij doen. Prijst de Heer.’