Levend Geloof 1975.01 nr. 154

Het volle heil voor ieder! Door Gert Jan Doornink

Dit is de heerlijke boodschap die elk kind van God be­hoort uit te dragen. Dit is de boodschap voor iedereen: “De genade Gods is verschenen, heilbrengend voor alle mensen” (Titus 01:11).

In de brief die de apostel Paulus schreef aan zijn jonge medewerker Titus geeft hij talrijke instructies en waarschu­wingen. Maar zij worden beheerst door de grote opdracht die Titus uit moest dragen; Jezus is gekomen om volle verlossing te brengen voor iedereen.

Dit thema beheerste het leven van Paulus, na zijn radica­le bekering. En dit behoort ook het leven van elk kind van God in beslag te nemen.

Dit is het evangelie voor de eindtijd, waarvan Jezus zei in (Matt. 24:14) “Dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn”.

Aanvaard dit evangelie, geloof er in, “belijd en beleef het, en draag het uit. Laat het een uitstraling zijn van, ons leven: De genade Gods is verschenen, heilbrengend voor alle mensen!

… De genade Gods…

Deze regel uit Paulus brief begint met de woorden: De genade Gods… welk een woord, welk een betekenis: Genade. Genade is een daad van trouw, een bewijs van goedheid.

 

Is het geen genade van God dat Hij het Allerliefste wat Hij bezat, naar deze wereld zond?

“Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe”(Joh. 03:16). Een ieder die in het geloof Jezus aanvaard heeft, weet dat het waar is wat Paulus schrijft: “Door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God”(Ef. 02:08-09). Wij zijn gerechtvaardigd door Zijn genade.(Titus 03:07).

… Is verschenen…

Let op het radicale: is verschenen. Hier is geen twijfel mogelijk. Jezus kwam naar deze wereld om de macht van satan te verbreken. Hij bracht een volkomen verlossing teweeg naar geest, ziel en lichaam, voor een ieder die in Hem gelooft.

 

Laat iedere gelovige hier goed van doordrongen zijn, opdat wij beantwoorden zullen aan het volle doel wat God met Zijn kinderen voor heeft.

Velen die spreken over Jezus’ wederkomst, hebben nog nooit ten volle aanvaard, waarom Hij de eerste keer naar deze wereld kwam, namelijk om als volkomen Verlosser de macht van satan te verbreken!

“Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou”(1 Joh. 03:08).

Dit komt ook duidelijk tot uiting in hot “derde deel” van deze regel uit Paulus’ brief aan Titus:.

… HEILBRENGEND…

Als Gods Woord spreekt over heil, verlossing, bevrijding genezing wordt steeds de volle verlossing bedoeld! Daarom komen we in de oorspronkelijke Griekse tekst ook meestal niet verschillende benamingen tegen, zoals wij die ken­nen, maar slechts het ene’ woord: sozo!

Er zit nog iets geweldigs in deze briefregels namelijk het volle heil is bestemd voor iedereen!

… Voor alle mensen…

Het evangelie is niet bestemd voor een beperkte groep van bevoorrechten of voor een aantal uitverkorenen. Gods liefde is zo groot dat alle mensen er bij betrokken worden, niemand uitgezonderd. “Hij wil niet dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen”(2 Petr. 03:09b).

Dit betekent uiteraard niet dat alle mensen automatisch behouden worden. De zogenaamde leer van de al verzoening is niet uit God. Maar daar is waar de mogelijkheid voor ieder. God vraagt geloof! Zonder geloof is het onmogelijk Hem te behagen, zegt Gods Woord. Er is geen andere weg dan de weg, van geloof in het volbrachte werk van Jezus.

Een paar regels verder schrijft Paulus aan Titus dat Jezus zich voor ons gegeven heeft om ons vrij te maken van alle ongerechtigheid, en voor zich te reinigen een eigen volk, volijverig in goede werken. (Titus 02:14).

Paulus brief aan Titus is nog op vele andere punten leerzaam voor de eindtijd-christen. O.a. wijst Paulus op het “nutteloze en doelloze” om zich bezig te houden met geslachtsregisters, strijd over de wet, twist en dwaze vragen.

Binnen de Gemeente van Jezus Christus wordt vaak veel tijd verknoeid. Tijd die we zo nuttig zouden kunnen beste­den om het volle heil uit te dragen!

Paulus wijst Titus er op dat het gaat om de gezonde leer (Titus 02:01) en de gezonde prediking (Titus 02:08).    –

Laat elke gelovige dit ter harte nemen! Geen extremi­teiten, maar ook geen water in de wijn! Maar- deze bood­schap.’ “De genade Gods is verschenen, heilbrengend voor alle mensen”.

 

Groeien wij geestelijk in 1975?            

1975 is gestart en bij het verschijnen van dit nummer al weer-bijna een maand oud. Als kinderen van God realiseren wij ons dat wij weer een stap verder de eindtijd zijn bin­nengegaan. De scheiding der geesten, die in volle gang is, zal zich ook in 1975 verder voortzetten.

Niet alleen een scheiding tussen gelovigen en ongelovi­gen, tussen allen die door bekering en wedergeboorte beho­ren tot de Gemeente van Jezus Christus en allen die daar niet toe behoren.

Maar ook binnen de Gemeente van Jezus Christus voltrekt zich een scheiding, namelijk tussen hen die de Heer volko­men willen volgen en hen die dat niet willen en daardoor achterblijven of terugvallen.

Nu willen wij niet bij elkaar de “geestelijke thermome­ter” aan leggen, maar ieder onderzoeke zichzelf! Bent u op de geestelijke weg, de smalle weg, de waarachtige weg van Jezus? Of bont u op de vleselijke, brede of op een doodlopende zijweg terechtgekomen?

Is dit laatste het geval, maak dan onmiddellijk rechtsomkeert. Keer terug, zoals eens de verloren zoon terugkeerde tot de vader, die hem liefdevol weer aanvaardde.

Wij zullen als waarachtige kinderen van God in dit nieu­we jaar verder moeten groeien in het geloof. Het is veront­rustend als er geen geestelijke groei is. In het natuurlij­ke leven is het een vanzelfsprekende zaak als iemand op­groeit van baby tot volwassene. Ook in geestelijk opzicht behoort het zo te zijn.

Zoals wij in het natuurlijke leven voedsel tot ons nemen om te groeien, zo behoort het ook in ons geestelijk leven te zijn. Eerst de babyvoeding, maar dan steviger kost!   *

Laten we er op toe zien dat we geen oppervlakkige’ christenen blijven, die uitsluitend van melkvoeding leven. Want juist in deze eindtijd is satan geraffineerder dan ooit en probeert hij elk kind van God, dat niet vol is van Woord en Geest, ten val te brengen en onbruikbaar te maken in dienst van honing Jezus.

Het is toch ook uw verlangen de Heer volkomen te die­nen? U wilt toch ook niets anders dan het beeld van Je­zus openbaar maken? U wilt toch oók uitsluitend geeste­lijk strijden?

“Want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar….. tegen de overheden, tegen de machten, tegen do wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de bo­ze geesten in de hemelse gewesten”(Ef. 06:12).

Ongetwijfeld zal in dit nieuwe jaar de strijd zwaar­der worden dan ooit tevoren. Maar ook zult u ervaren dat wij als kind van God toch steeds aan de overwinnende kant staan, als wij maar geheel en al ons vertrouwen op Hem stellen en geloven dat Zijn beloften waar zijn!

De ware medearbeiders Gods door J. Noë

“….dat gij met de rechte kennis van Zijn wil vervuld moogt worden, in alle wijsheid en geestelijk inzicht,, om de Here waardig te wandelen, Hem in alles te behagen, in alle goed werk vrucht te dragen en op te wassen in de rechte kennis van God”.

(Kol. 01:09b-10)

Lieve lezers, dit is mijn tekst voor u voor 1975. U hebt in lange tijd niets van mij gehoord, maar u begrijpt wel, dit had een oorzaak. Ik heb alles aan de Heer overgelaten en nu ben ik weer, zoals men zegt, in mijn penhouder geklommen.

In de. afgelopen tijd heb ik heel wat door- en meegemaakt. Ik ben door zware beproevingen, lichamelijk en niet lichame­lijk, heengegaan en ook van verdriet ben ik niet bespaard gebleven.

Maar Gode zij dank, die ons ten allen tijde in Christus doet zegevieren; mijn geloof in en mijn vertrouwen op God heb ik door’ alles heen steeds behouden en Hij heeft mij niet be­schaamd. Halleluja!

Ik was er van overtuigd dat deze beproevingen noodzakelijk waren om mijn geloof op de proef te stellen, alsmede dit op hoger niveau te brengen. De zekerheid was in mijn hart, dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die Hem liefhebben.

Nu, ik heb Hem zeer lief en het is mijn vurig verlangen om voor Hem te alle tijde een geur van Christus te mogen zijn, dus dat ik met Paulus kan zeggen: “Ik ben met Chris­tus gekruisigd en toch leef ik, maar niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij”(Gal. 02:20).

Satan, is op mij afgekomen, niet alleen als een brullende leeuw, dan hoor je hem reeds van verre, maar ook listig als een slang en als een engel des lichts. In dit laatste geval moet je wel bijzonder waakzaam zijn.

Ik ben er echter ingetuimeld. Ik werd namelijk voor een feit geplaatst, wat ik helemaal niet verwachtte. Ik heb dit onder de aandacht van de Heer gebracht en door aller­lei gebeurtenissen kreeg ik de indruk dat het Zijn goedkeu­ring wegdroeg.

Evenwel, achteraf bleek dit niet het geval te zijn. Ik heb daarna een zeer moeilijke tijd gehad, het was voor mij een zeer verdrietige periode.

Ik besefte echter, dat de’ Heer dit heeft toegelaten om mij meer geestelijk inzicht te geven en om de listigheid van de duivelse machten beter te kunnen onderscheiden.

Spoedig gaf Hij mij weer vrede en blijdschap in mijn hart. Bij andere aanvallen, en wel zeer hevige van satan en zijn trawanten, maakte de Heer mij op bovengenoemde tekst attent. Wat een rijkdom houdt deze tekst in!

Als wij waarlijk Gods medearbeiders willen zijn, moet de­ze tekst in al zijn onderdelen een realiteit in en voor ons zijn en dit kan alleen worden bereikt door het geloof en door Zijn Geest.

Onze geest moet dus volkomen gemeenschap hebben met de Heilige Geest, zodat wij de lichtste fluistering van Zijn stem kunnen horen en leren verstaan wat Zijn wil is.

Ook Zijn Woord geeft ettelijke malen aan wat Zijn wil is. Laat dit in ons hart gegrift staan.

Ik heb door alles wat ik heb meegemaakt en nog doormaak, veel meer geestelijk inzicht en werd ik meer doordrongen van Zijn wil.

Zoals ik reeds vroeger meermalen heb geschreven, als wij ons hart aan de Heer hebben gegeven en wij vervuld zijn met Zijn Geest, dan zijn wij burgers in de hemelse gewesten, zoals de Schrift zegt, dan leven en strijden wij daar. Wij zoeken dan de dingen die boven zijn en behalen in Christus en door Zijn Geest de overwinning!

Ons leven is met Christus verborgen in God, we hebben deel aan de Goddelijke natuur en het is de wil van God dat wij dat in ons leven laten zien.

Om dat niveau te bereiken moeten wij gelouterd worden. Goud wordt door vuur gelouterd, het vuil wat er in zit wordt daardoor verwijderd.

Zo moeten wij ook door het vuur der beproevingen gelou­terd worden. Deze geestelijke tuchtiging hebben wij als kinderen Gods te ondergaan, het kan pijn en smart veroorza­ken, doch later brengt zij hen, die er door geoefend zijn een vreedzame vrucht, die bestaat in gerechtigheid.

Dus, lieve lezers,’ laat je niet door de machten der duis­ternis beangstigen. Ze zijn verslagen en ontwapend door Christus!! Halleluja!

Onze oude mens met al zijn zonden, werkingen van het vlees en ziekten is met en door Christus aan het kruis genageld en met Hem in Zijn dood begraven.

Paulus zegt, laat het nu voor je vaststaan, dat gij dood zijt voor de zonden, maar dat niet alleen, ook voor alle werkingen des vlezes en alle ziektemachten.

We zijn dus waarlijk vrijgemaakt en laten ons door satan en zijn trawanten geen slavenjuk meer opleggen. In welke om­standigheden wij ook verkeren, laten wij standvastig zijn in geloof en gebed.

Paulus zegt in (1 Thess. 05:17-18): “Verblijdt u te allen tij­de, bidt zonder ophouden, dankt onder alles, want dat is de wil van God in Christus Jezus ten opzichte van u!

Nu kunt u zichzelf wel af vragen: “Hoe kan ik mij verblij­den, als ik, lichamelijk of door andere omstandigheden, ont­zettend veel te verduren heb”. Dat is het geheimenis, name­lijk door de volkomen gemeenschap met uw Heer en Heiland, door Zijn Geest.

Je hebt geestelijk inzicht gekregen en door de kracht van de Heilige Geest ben je in staat je te verblijden in deze beproevingen.

Denk maar eens aan Paulus, wat hij al niet heeft door­gemaakt en hij verblijdde zich in de Heer.

Ik eindig nu met het vervolg van de bij het begin van dit artikel aangehaalde tekst, namelijk met vers 11 en 12 (Kol. 01:11-12) en let goed op wat daar staat:

“Zo wordt gij met alle kracht bekrachtigd naar de macht zijner heerlijkheid tot alle volhar­ding en geduld, en dankt gij met blijdschap de Vader, die u toebereid heeft voor het erfdeel der heiligen in het licht”.

 

Verlossing door Jan W. Companjen

“Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als Verlosser verwachten, die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het aan zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt, naar de kracht, waarmede Hij ook alle dingen zich onderwerpen kan”

(Filip. 03:20-21).

Het koninkrijk Gods

Mozes heeft gezegd: De Here God zal u een profeet doen opstaan uit uw broeders, gelijk mij: naar deze zult gij horen in alles wat hij tot u spreken zal en het zal geschieden, dat alle ziel, die naar deze profeet niet hoort, uit het volk zal worden uitgeroeid. (Hand. 03:22-23).

In de 40 dagen tussen Pasen en Hemelvaart heeft de Here Jezus Zijn volgelingen voortdurend onderwezen betreffende de dingen van het Koninkrijk Gods. Zij kregen onderwijs op een wijze die nimmermeer verbeterd kan worden. Toch moest er eerst Pinksteren voor hen komen, wilden zij woord en inhoud volkomen verstaan. Hun denken was nog steeds aards gericht en zij zochten het nog steeds in een aards koningschap van Jezus.

Prompt vroegen zij dan ook nog vlak voor de opname aan Hem of Hij nog in die tijd het koningschap voor Israël herstellen zou. Jezus antwoordde, dat dit aangelegenheden wa­ren waarover de Vader de beschikking gehouden heeft, dat waren zaken waarover en waarvoor Vader zorgde, maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult Mijn getuigen, zijn ‘ te Jeruzalem, in Judea, in Samaria en tot het uiterste der aarde. Dat laatste was hun opdracht.

Geestelijke mensen

Zij moesten, aangedaan met de Geest Jezus, zijn getuigen, zijn woordvoerders, zijn handen en zijn opvoeders zijn punt aangedaan. Met zijn Geest werden ze zijn lichaam, zijn plaatsvervanger. Van vleselijke mensen werden zij op Pinksteren geestelijke mensen die door de inwonende Heilige Geest verbonden waren met hun hoofd Jezus.

Door die geest in hen werden ze hervormd tot een nieuwe schepping. Ze werden niet meer uiterlijk, aan de hand, door Jezus geleid, doch voor hen trad het nieuwe verbond in werking, waarvan in (Jer. 31:31-34). En (Heb. 08:08-12) gesproken wordt, namelijk dat in het nieuwe verbond de Here zich innerlijk, met een onzichtbare band met zijn volk verbinden zal. Hij zal zijn wetten in hun verstand leggen. En, hij zal die in hun hart en schrijven. Hij zal hun tot een God zijn en zij die zo met hem verbonden zijn, zullen hem tot een volk zijn. En niet langer zullen zijn ieder zijn medeburger leren, zeggende: ken de Here, want allen zullen zij mij kennen, van de kleinste tot de grootste.

Geestelijke uittocht.

Dat volk is ook nu aanwezig. Velen zijn tot bekering gekomen en zijn tot verzoening gekomen met de Vader doordat zij het goddelijke offer aanvaard hebben. Velen hebben niet alleen het offer voor hun zonden ervaren, doch zijn ook tot volle overgave van hun eigen leven gekomen en hebben in de doop daarvan getuigenis afgelegd. Zij aanvaarden Jezus als Verlosser en als Heer en aanvaarden hem als een hun nieuwe meester. Een ieder die hem in zijn leven wil volgen, ontvangt dan ook zijn Geest, want hij geeft die Geest aan een ieder die hem gehoorzaam is. (Hand. 05:32).

Dat volk wordt geleid, maar eerst uitgeleid uit het land der dienstbaarheid, waarvan het gehele leven ven Mozes een geweldige afspiegeling is. Al deze dingen zijn ons tot voor­beeld geschied, opdat wij nu onze Geestelijke uittocht goed zouden leren begrijpen.

Mozes als profeet heeft reeds deze dingen gezien en in (Lev. 25:28-29), waarvan Petrus in (Hand. 05:22-25) spreekt, wordt reeds gezegd dat een ieder die op of in de grote ver­zoendag, die nu reeds 2000 jaren duurt, niet tot verzoening, overgave dat is verootmoediging komt, uitgeroeid zal worden. Hij zal niet uitgeleid worden uit het land der dienstbaar­heid, maar zal slaaf blijven en geknecht blijven door satani­sche machten, die stenen voor brood geven. Zij zullen blijven stenen bakken en daarbij geknecht worden door zogenaamde eigen volksgenoten, die niet kunnen of niet willen inzien dat Jezus kwam tot verlossing van alle vijanden.

Over deze laatsten wil ik het nu niet hebben, zij zijn als het onkruid in de akker. Het lijkt eerst net echt, doch het blijkt dolik te zijn, een soort onkruid dat eerst zeer veel op tarwe lijkt, doch zij hebben een lege aar, het draagt geen vrucht, de bekering waardig.

Neen, ik wil het hebben over het volk dat wel zaad draagt. Lees hierover eens de gelijkenis van het zaad en de akker waartussen ook onkruid groeit, zoals boven omschreven. Jezus antwoordt dat het onkruid moet blijven staan tot aan de eind­tijd, dat is de oogsttijd. Dan zal het onkruid bijeen vérzameld en verbrand worden. Als dit zal zijn geschied, als het verkeerde uit ons midden is opgeruimd, zullen de rechtvaardigen stralen als de zon.

Geestelijke strijd

Dat is in lijnrechte tegenspraak met een verwijdering van de Gemeente, neen, hier wijst alles er op dat de Gemeente als Lichaam van Christus nog een zeer grote taak te vervul­len krijgt.

Het Lichaam van Christus zal hersteld worden en tot zijn doel komen. En de engelen Gods, de strijdkrachten van de zo­nen Gods in de hemelse gewesten, zullen het verkeerde gaan opruimen, gaan samenbundelen en in vuur verbranden.

Tot dit inzicht en tot deze doelstelling- moeten wij ko­men. Onze strijd wordt anders een strijd tegen vijanden, waarbij wij maar zo ergens in de lucht slaan. Wij onderken­nen onze vijanden niet en hebben geen doel voor ogen.

Onze strijd is een geestelijke strijd waarbij het doel is herstel van de mens door geestelijke groei tot de vol­heid van Christus. Opdat wij bij Zijn komst ‘geheel hersteld zullen zijn.

Wij zijn, zegt ons Schriftwoord, burgers van rijk in de hemelen. Veel, ja, zeer veel gelovigen zijn nog steeds aards gericht komen. Zij verlangen naar een vleselijk weerzien van Christus. Als hij er maar is, dan wordt alles goed, dan zal de aarde hersteld worden.

Geestelijke groei

Maar hoeveel groter heerlijkheid is er voor ons weggelegd, we mogen één geest met hem zijn; ja, zelfs in zo een innerlijke band, dat er een vleselijke samengaan, maar een schaduw is.

Na het heenga van Jezus konden de discipelen, na het ontvangen van de geestesdoop, het werk voortzetten, wat hij begonnen was te doen. (Hand. 01:01). Dit werk zal voortgezet moeten worden tot het alles zal zijn volbracht en alle dingen hersteld zullen zijn.

Bij onze geestelijke opgroei zal hij ons tegemoet komen, want uit dat rijk der hemelen, waarin wij mogen wonen, mogen we van Hem ook verwachten en dan zal Hij ons door de zonde vernederd lichaam volkomen herstellen, verheerlijken, veranderen, zodat het aan Zijn verheerlijk lichaam gelijkvormig zal zijn. Ja, dat zal hij doen naar de kracht, waarmee hij ook alle dingen zich kan onderwerpen. Voortekenen van deze geweldige dingen kunnen wij vinden in Handelingen. Denk eens aan de bevrijding van Petrus uit het gevangenis, aan Filippus en de kamerling. Waarbij Filippus ineens naar Asdod werd overgezet. (Hand. 08:39). De Geest des Heren nam hem weg. En dan nog (2 Kor. 12:03-04) waar Paulus spreekt over onuitsprekelijke dingen die hij gezien en gehoord heeft toen hij werd weggevoerd naar het paradijs.

Indien wij het zicht op deze dingen krijgen, dan gaan wij ook openbaring verstaan. Openbaring 4 begint dan ook met: na deze dingen, van het gemeente tijdperk. En zie er was een deur geopend in de hemel. Dan spreekt Jezus andermaal en zegt: klim hierheen op en Ik zal u tonen wat na dezen geschieden moet.

Geestelijk inzicht

Johannes komt dan in vervoering des Geestes en wordt in­geleid in alles wat daarna de strijd wordt tussen de ware en de valse kerk.

De valse kerk wordt als Babel ontmaskerd. Het heeft als een grote hoer er voor gezorgd dat er steeds een grote ver­warring was, die de aarde met haar hoererij verdierf.

Zij is er steeds de oorzaak van geweest dat de mens niet tot een Geestelijk leven kon komen. (1 Kor. 06:16) zegt: “Wie zich aan een hoer hecht, is één lichaam met haar, maar die zich aan de Heer hecht, is één Geest met Hem”.

Die hoer dat is Babel, maar die éénheid met Jezus Chris­tus is de éénheid van de Geest.

Die door die Geest geleid worden, en dat gaat nu beginnen, zijn zonen Gods. Zij zullen overwinnen door het Bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis

Op die weg naar het Hemelse Jeruzalem bevinden wij ons en op die weg, in dat spoor, willen wij verder gaan, .totdat het zij: Christus alles in allen, tot verheerlijking van Zijn Naam. Amen.

 

Volkomen overgave door H. J. Glasbergen

De laatste dag

Alle groten der aarde hebben hun Kerst- en Nieuwjaars­boodschap gebracht, met veel nietszeggende woorden, vaag en negatief, in mineur.

Er was geen blijde boodschap voor de wereld van 1975- zij hopen als altijd het beste, wat wil zeggen, dat zij zelf niet meer geloven in hun eigen woorden en zeker ook de woorden van anderen niet geloven.

Het is alweer de laatste dag, zeggen de mensen met een beetje weemoed, Maar de laatste dag moet nog komen, zonder herhaling. Veel geluk in het nieuwe jaar, zonder uitzicht of inzicht, gelaten, afwachtende wat het lot brengen zal, maar alles blijft bij het oude. Honderden jarenlang hebben het kerstfeest en de nieuwjaarswensen de mensen niet kunnen veranderen, omdat zij Hem niet willen ontvangen. Hij die zegt: ik maak alle dingen nieuw. Dit is uw jaar als u wilt! Geef mij al het oude wat waardeloos is, dan verandert alles. Doodmoe en moedeloos gaan de mensen de drempel over van 1975. Het heilige jaar der rooms katholieken is een uitvinding van mensen, om nog een organisatie, een kerkelijke leer, nieuw leven in te blazen. Maar ook dit zal de mens niet veranderen, hoe goed bedoeld ook, het is negatief.

Wij geloven niet in mensenwerk, als wij niet uit de werken zien dat deze uit God zijn punt zijn werken zijn goed en volmaakt, enkel positief.

Een derde wereld.

Men spreekt over een derde wereld waar gerechtigheid en rechtvaardigheid zal heersen. Zou er nog een verstandig mens zijn die hierin gelooft? Wij geloven in een nieuwe hemel en aarde, en die zal komen, volgens het woord van God. Er is geen goed in de mens, zegt Paulus, niet één, niemand is er die God ernstig zoekt, niemand die verstandig of rechtvaardig is. Zelfs zij die de woorden Gods zijn toevertrouwd, zijn ontrouw geworden. (Rom. 03:01-20). Ook de zeven grote wereldgodsdiensten hebben de wereld niet veranderd. Ze zijn voor God verwerpelijk, omdat deze godsdiensten zich niet onderwerpen aan Hem. Ze hebben allemaal hun eigen spelregels, waar God zich aan moet onderwerpen. Alle werken van mensen zijn als stro en stoppels die verbrand worden. Alleen de werken Gods, goud en zilver, zijn hem welgevallig.

De ware, gerechtigheid.

In (Filip. 03:02-09), schrijft Paulus over de ware gerechtigheid. Paulus heeft het begrepen. Naar de gerechtigheid der wet was hij onberispelijk. Hij achtte alle schade om Christus te kennen, alles vuilnis om van hem te zijn, zijn eigendom.

qqq

 

 

Dit is er ook voor ons, 1974 vergetende, ons uitstrekkende naar wat voor ons ligt.

Wij zijn op weg naar huis, dit is een zekerheid voor het volk van God. Zij die in gerechtigheid wandelen, verwachten Hem, die zegt:. Ja, Ik kom spoedig, Amen. (Openb. 22:20-21). En met Hem de geroepenen en uitverkorenen en gelovigen. Deze volgen het Lam waar het ook heengaat.

Zijn ogen doorvorsen de gehele aarde om krachtig bij te staan hem wiens hart volkomen naar Hem uitgaat.

Gods verborgen omgang vinden, zielen waar geen vrees in woont. Doorzoek mij Heer, of er bij mij nog een nutteloze of liefdeloze weg is.

Als je God de leiding geeft in je leven, dan zal het goe­de uit Hem openbaar worden.

Hij wil ons helpen, vanuit Zijn Goddelijke kracht, die boven alles is..

Hij is goed en volmaakt. Bij Hem is geen ziekte, onrust of kramp, geen haast of twijfel. O, u weet dat alles, zegt u ga er dan ook uit leven als je van Hem bent.

Hij heeft ons een vrije wil gegeven, wij kunnen zelf de dienst uitmaken, wat wij dan ook meestal doen, kijk eens naar Kaïn. (Gen. 04:06-08).

“Ik ben die Ik ben”

Hij is er, simpel en eenvoudig. Hij zegt tegen Mozes: Ik ben. Mozes was een mens zoals u en ik, maar hij geloofde God op Zijn Woord. Hij ging naar de wereldheerser farao met de wetenschap: God staat achter mij en Zijn Woord is betrouwbaar.

Hij verbreekt Zijn Woord niet. “Indien gij naar Mijn in­zettingen wandelt. (Ex. 23:20-33) Hij zoekt mensen om Zijn plannen met deze wereld te openbaren, Zijn Naam te verheerlijken en Zijn volk tot overwinning te leiden over de machten der duisternis.         

De duivel is de overste der wereld en gaat rond over de aarde. De duivel zoekt een woning, een mens om in te wonen, waardoor hij zijn vernietigend werk kan doen.

Veel mensen zijn een gemakkelijke prooi voor hem door onwetendheid, verkeerde voorlichting of helemaal geen voorlichting.

Van Jezus zeiden de Joden dat Hij de boze geesten uitdreef door de duivel en een naïef en vroom volk gelooft dit nog ook. (Luc. 11:14-22) En de mens van deze tijd ge­looft niet in spoken, wij ook niet. Als ik door de vinger Gods – de Heilige Geest – de boze geesten uitdrijf, dan gaan deze weer een huis zoeken om in te wonen, en zelfs zal hij met zeven boze geesten terugkomen, zegt Jezus. Wie niet voor mij is behoort bij de tegenpartij, de duivel, en wij kennen zijn werken. De duivel moet wijken voor de rechtvaardige, met het woord van God, het zwaard des Geestes.

Dit is geen geestelijke hoogmoed, integendeel maar rusten in het Woord van God, voor hen die tot Zijn rust zijn ingegaan. (Heb. 04:01-13). Deze rust is ons bereid door onze Hogepriester, Jezus Christus. Geheiligd in Hem hebben wij geen georganiseerd heilig jaar nodig. Hij is voor allen die Hem gehoorzaam zijn, tot eeuwig heil geworden.ft

Zij die ziek zijn hebben de Heelmeester nodig

Duizenden mensenzijn ziek en zoeken genezing, maar de Heelmeester laten ze buiten staan. Als de dokter komt wordt hij met vreugde ontvangen, op zijn deskundige raad slikt men alles om te genezen. Daar heb je geloof voor no­dig, dus geloof is er wel bij de mens. Alleen reeds in Nederland zijn meer dan 1800 (achttienhonderd!) geneesmid­delen, voor alles is er iets.

Maar Jezus Christus, van wie geschreven is dat Hij allen genas, die door de duivel overweldigd waren, (Hand. 10:38) laten zij buiten staan. Die past niet in hun denkpatroon, in hun geloofsleven, in hun leer, en leringen van mensen, die hun liever zijn beheersen hun leven. Doodmoe tobben zij door in hun leven. “Tot Mij komen zij niet, want het hart van dit volk is vet geworden.

Keihard door de leer. Ziekte moet je mee leren leven, dat is een kruis, zeggen de mensen, terwijl Jezus zegt dat het werken van de duivel zijn.

Hij heeft de werken der duisternis – de duivel – geopen­baard en over hen gezegevierd en met Hem hebben wij de overwinning.

Een hobbelpaard is een paard, maar het is dood en komt niet vooruit. Zo is het ook met een dood geloof. Levend geloof doet iets, is altijd in beweging, maar niet in een kramptoestand.

De ziektemachten moeten wijken, omdat dit de wil van God is. Maar wordt Gods Naam verheerlijkt in een genezing is de vraag.

Blinde wegwijzers

Veel wegwijzers op straat en aan de huisdeur, wijzen al­lemaal een weg, en ieder die luistert naar deze blinde weg­wijzers komen in een doolhof van leringen terecht.

Wij hebben de sleutel der kennis en wat doen wij, zijn wij werkelijk discipelen van Jezus, dit was Zijn opdracht. (Matt. 28:16-20). Of voelen wij ons te belangrijk voor deze taak?

Jezus deed de werken van Zijn Vader, en deze leer bracht de mens, leven, voedsel, water en genezing. Hij is nog De­zelfde, en waar Zijn discipelen Zijn werken doen is de uit­komst dezelfde.

Waar God woont met Zijn Geest, daar is gezondheid, recht­vaardigheid, liefde, blijdschap en vrede, voor ieder.

Wij geloven in de God van de Bijbel. Zijn Woord, de Waarheid. Hij sprak en het was er. Hij wil ons werkelijk nieuw maken.

U gelooft wel dat u later een verheerlijkt lichaam zult ontvangen, wel ga dan nu God verheerlijken met uw lichaam, (1 Kor. 06:19-20).

Als wij een leven van pijn en ziekte hebben, willen wij graag dat God de zaak gezond zal maken, maar onder onze controle.

Het volle evangelie is het enige ware geloof, dat is ze­ker, zeggen de mensen, maar je moet je verstand gebruiken. Wat zal mijn man of wat zal mijn vrouw zeggen, die gaat ook naar de kerk. Wat zullen mijn kinderen zeggen, of onze vrienden en kennissen?

Veel vragen, en niemand vraagt: Wat zal de Heer Jezus Christus van mij zeggen als Hij komt?

Is God dan niet bij machte, als wij Jezus werkelijk vol­gen, vader, moeder, kinderen, ons hele huis te behouden, als wij werkelijk discipelen zijn van Hem?

Hij is bij machte uit stenen kinderen te verwekken dat is onze God, uw God, als u wilt.

Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Zal Hij ons dan niet al het goede schenken wat wij nodig hebben?

Niets kan ons scheiden van de liefde Gods, als wij ge­hoorzaam -zijn.

Nemen wij God op proef, of beproeft Hij ons’ Hij zegt: Beproef Mij.

Heeft u talenten, begraaf ze niet

Laten wij al de oude rommel van I974, en ook reeds van de eerste weken van 1975 aan Zijn voeten leggen. Geef je leven aan Jezus, dit is: Geven voor nieuw leven.

Ik wil Uw zegen over mijn leven, om een zegen te zijn voor anderen.

Hoe lang leeft u nog, weet u dit? Wilt u met lege handen of nog erger, met vuile handen staan voor God?

Hij weet wie u bent. Wij leven razend snel, maar nog is het dag. Wat onbelangrijk is, is alles tegen de eeuwig­heid.

Mag God werkelijk in uw leven komen, mag Hij op de troon van uw hart en in uw huis wonen? Of laat u Hem bui­ten staan? (Matt. 10:32-42).

De vraag is niet of u ook lid bent van een kerk, of u aan geloof doet.

Maar uw vraag behoort te zijn: Ben ik Zijn eigendom? Is mijn naam in het boek des levens geschreven? U kunt het weten! De eindoverwinning is voor Gods volk. Met Hem zijn wij overwinnaars, op Zijn voorwaarden. Wie heeft anders woorden van eeuwig leven dan Hij alleen!