Levend Geloof 1976. 03-04 nr. 164

Wordt vervuld met de Geest

Deze woorden die de apostel Paulus oorspronkelijk richt­te tot de Gemeente te Efeze (Ef. 05:18) is ook voor van­daag nog van grote betekenis. Paulus richt zich hier tot de gelovigen, tot hen die Jezus Christus reeds kennen. Tot hen zegt hij: “Wordt vervuld met de Geest”.

Dit betekent dat een kind van God niet automatisch na zijn bekering en wedergeboorte vervuld is net. de Heilige Geest, zoals sommigen leren. Ieder mens heeft ook na zijn bekering en wedergeboorte een vrije wil. Hij kan de Heer gehoorzaam zijn of ongehoorzaam. Hij kan vleselijk of geestelijk leven. Hij kan in zonden leven of overwinning over de zonden hebben.

Het is de wil van God dat de nieuwe mens tot volle was­dom kont en dat geen voet aan de duivel gegeven wordt (Ef. 04:20-27). Als Paulus schrijft: “Wordt vervuld met de Geest” wil hij als het ware uitdrukken dat het voor de gelovigen absoluut noodzakelijk is om iedere dag opnieuw vol te zijn van de Heilige Geest. Hij behoort zich daar naar uit te strekken, er voor te bidden. . . . . en er voor te danken. Het is niet voldoende tevreden te zijn net een eenmalige ervaring van de doop met de Heilige Geest, hoe belangrijk ook, want een geestelijke ervaring is van geen betekenis als zij geen blijvende doorwerking heeft.

Petrus kon zijn grote rede op de Pinksterdag – met won­derbare gevolgen! – pas uitspreken nadat hij vervuld was met de Heilige Geest. Zoals een auto niet kan rijden zonder benzine of andere brandstof, kan geen enkel kind van God ten volle functioneren als instrument in Gods hand als hij niet vol is van Gods Geest. Als ook wij ons bewust zijn dat wij geroepen zijn dat wij geroepen zijn Jezus in al Zijn volheid te openbaren, is het ook ons verlangen vol te zijn van de Heilige Geest!

 

Heeft u een over gegeven leven? Door Gert Jan Doornink

“En toen zij op weg waren, zeide iemand tot Hem: Ik zal U volgen, waar Gij ook heen gaat’. En Jezus zeide tot hem: De vossen hebben ho­len en de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des mensen heeft geen plaats om het hoofd neer te leggen.

En Hij zeide tot een ander: Volg Mij. Maar deze zeide: Sta mij toe eerst heen te gaan en mijn vader te begraven. Maar Hij zeide tot hem Laat de doden hun doden begraven; maar ga gij heen en verkondig het Koninkrijk Gods. En weer een ander zeide: Ik zal TJ volgen, He- re, maar laat mij eerst afscheid nemen van mijn huisgenoten. Maar Jezus zeide tot hem: Nie­mand, die de hand aan de ploeg slaat en ziet naar hetgeen achter hem ligt, is geschikt voor het Koninkrijk Gods” (Luc. 09:57-62)

Heeft u een overgegeven leven? Als we elkaar deze vraag gaan stellen krijgen we ongetwijfeld verschillende antwoorden. De een zal zeggen” “Ja, natuurlijk, want ik ben een kind van God”. Een ander zal zeggen: “Ik ben weliswaar een kind van God, maar een overgegeven leven. . . . . neen, dat durf ik zo niet te zeggen. . . . . “. Weer een ander zal zeggen: “Een overgegeven leven. . . . . wat is dat eigenlijk. ?”.

Wat is overgave?

Overgave – overgeven – betekent, het woord zegt het reeds: Iets wat je hebt, wat je bezit, geef je aan een an­der. Het is als met bijvoorbeeld een briefje van 100, zolang je het zelf nog bezit kun je er wat voor kopen, maar heb je het aan een ander gegeven, dan kan die ander dat briefje gaan gebruiken. 

Dat geldt uiteraard voor elk voorwerp, maar in het kader van ons onderwerp, gaat het om iets heel anders, iets heel belangrijks. Het gaat om het allerbelangrijkste, namelijk het leven zelf!

Het leven

Of vindt u het leven’ niet het allerbelangrijkste? Het leven is immers het wezenskenmerk van God en van Zijn schep­ping en dus ook van de mens, de kroon van Gods schepping.

Daarom is het zo uitermate belangrijk wat de mens met zijn leven doet. Wat is het diep tragisch dat zo velen – onder invloed van satan – hun leven laten ruïneren. Hun le­ven is een puinhoop, terwijl God er toch zo’n andere bedoe­ling mee heeft.

Hoe worden we via de Bijbel gewaarschuwd on niet zo maar het leven te gebruiken of te misbruiken. “Want wat baat het een mens de gehele wereld te winnen en aan zijn ziel schade te lijden?”(Mark. 08:36).     

Wat doet u met uw leven? Staat het in dienst van God? Of staat het in dienst van satan?

Gods doel met ons leven

Het doel van God met ons leven is dat het in Zijn dienst staat. Pas als wij ons leven hebben overgegeven aan Jezus heeft het zin, inhoud en beantwoordt het aan het doel wat God er mee voor heeft.

En wat die overgave betreft – u begrijpt het al wel – het is niet voldoende eenmaal ons leven aan Jezus te hebben gegeven, neen, er behoort ook een dagelijkse overgave te zijn. ’

Hoe voltrekt zich de overgave?

De eenmalige overgave vond plaats toen wij onze knieën bogen voor Jezus. Toen wij van een zondaar een kind, van God werden. Dat was een glorieuze dag in ons leven!

Maar de dagelijkse overgave vindt iedere dag weer plaats als wij ons leven weer toewijden aan Hem, als wij ons weer bereid verklaren Hem te volgen en in Zijn dienst te staan. De Heer vraagt dus iedere dag weer gehoorzaamheid van ons en de bereidheid eventueel smaadheid en vervolging te on­dergaan. Jezus heeft gezegd: “Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme dagelijks zijn kruis op en volge Mij”(Luc. 09:23).

Waarom hapert er zoveel aan de dagelijkse overgave bij velen? Waarom is er zoveel twijfel, zoveel ongeloof? Waarom zijn er zoveel aanvechtingen en teleurstellingen? Ik geloof omdat velen niet de Bijbelse normen en richtlijnen hanteren ten opzichte van de overgave.

Wat zegt Gods woord over de overgave?

De overgave van God aan Zijn schepping was volkomen, ra­dicaal, voor de volle 100 %. Ondanks satans vernietigende werk, bleef God Zijn schepping liefhebben en zond Hij het Allerliefste wat Hij bezat – Zijn enige Zoon – naar deze we­reld. Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe” (Joh. 03:16).

God spaarde Zijn Zoon niet. Waarom niet? Omdat de mens geschapen was naar het beeld van God. Daarom gaf óók Jezus zich voor de volle 100 ”Hoe zal Hij, die zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft, ons met Hem ook niet alle dingen schenken?”(Rom. 08:32). En (Joh. 10:10) zegt: “Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en over­vloed”.

De overgave van God en Zijn Zoon Jezus Christus was vol­komen, maar nu komt het: zoals God, zoals Jezus, zich volkomen gaf, behoren ook wij ons volkomen te geven – over te geven – aan Hem. Immers wij zijn geroepen om het werk wat Jezus deed voort te zetten. Wij zijn geroepen leesbare brie­ven van Jezus te zijn en Zijn geur te verspreiden.

Bij velen is dit het grote struikelblok. Men redeneert: Ik ben Jezus niet. . . . . . . Onze overgave blijft toch altijd ten dele. . . . . . Je moet oppassen dat je niet perfectionistisch wordt. . . . . enz.

Ik geloof dat wij door zo te redeneren God gaan beledigen. Trouwens dan vraag- ik me af hoe we dan nog liederen kunnen zingen zoals: “Heer, ik geef m’ aan U volkomen, ‘k Leg mijn al hier voor U neer. . . . “.  Of zingen wij zo’n lied

alleen maar met onze mond en niet met ons hart?

Geestelijke groei

De oorzaak dat er geen volkomen overgave bij velen. is, is de ongehoorzaamheid om niet geestelijk verder te groei­en. Velen die reeds lang geestelijk volwassen konden zijn, zijn nog baby’s in het geloof.

In het natuurlijk leven weten we er wel raad mee. Daar kennen de meesten wel de wetten van doortastendheid en doorzettingsvermogen. Iemand die auto loert rijden zet net zo lang door tot hij zijn rijbewijs heeft behaald. . . . .

Maar in het geestelijk leven gaan velen veel nonchalan­ter te werk. Sommigen blijven rustig vasthouden aan bepaal – de zonden of gebondenheden. (Heb. 12:04) zegt: “Gij hebt nog niet ten bloede toe weerstand geboden in uw worsteling te­gen de zonde”.

Volkomen overgave

Gehoorzaamheid is de sleutel tot een overgegeven leven. Er moet bereidheid zijn tot volkomen overgave, steeds weer opnieuw. Let eens op de antwoorden die Jezus geeft aan de drie mensen uit (Luc. 09:57-62).

De eerste die tot Jezus zegt: “Ik zal U volgen, waar Gij ook heen gaat”, krijgt ten antwoord: “De vossen hebben ho­len en de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des men­sen heeft geen plaats om het hoofd neer te leggen”. Een merkwaardig antwoord. Het is alsof Jezus wil zeggen: “Besef goed wat het volgen van Mij betekent. Je zult het niet ge­makkelijk krijgen. Zoals Ik in deze wereld alleen sta en vervolgd wordt, zo zal het ook gaan met de waarachtige vol­gelingen van Mij”.

Als Jezus tot een ander zegt: “Volg Mij”, geeft deze als antwoord: “Sta mij toe eerst heen te gaan en mijn vader te begraven”. Dan komt er opnieuw een merkwaardig antwoord van Jezus: “Laat de doden hun doden begraven; maar ga gij heen en verkondig het Koninkrijk Gods”.

Dan is er nog iemand die bij het volgen van Jezus niet ‘ radicaal is. Hij zegt “Ik zal U volgen, Here, maar laat mij eerst afscheid nemen van mijn huisgenoten”. Tot hem zegt . Jezus: “Niemand, die de hand aan de ploeg slaat en ziet naar hetgeen achter hem ligt, is geschikt voor het Konink­rijk Gods”.

Als één ding duidelijk wordt uit deze geschiedenis dan is het wel dit dat Jezus een volkomen en radicale overgave verlangt’

Er is geen tussenweg. Niemand kan twee heren dienen. Trouwens als we niet overgegeven leven bedriegen we onszelf want Jezus kijkt dwars door alle  maskers heen. In de geschiedenis van de rijke jongeman in (Mark. 10:17-27), zien wij een tragisch voorbeeld van iemand die niet bereid was Jezus volkomen te volgen. Deze jongeman had een voorbeeldig leven maar toen Jezus tot hem zei: “Eén ding ontbreekt u, ga heen verkoop al wat gij hebt en geef het aan de armen, en gij zult een schat hebben in de hemel, en kom hier, volg Mij”, betrok zijn gelaat en ging bedroefd weg omdat hij vele goe­deren bezat.

Waarom het zo belangrijk is ons leven volkomen over te geven aan Jezus

Tot besluit van dit artikel volgen hier een aantal pun­ten waarom het zo belangrijk en noodzakelijk is ons leven volkomen toe te wijden aan Jezus.

1.Omdat wij geroepen zijn een getuige van Jezus te zijn voor alle kinderen Gods geldt: “Gaat heen in de ge­hele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schep­ping (Mark. 16:15 ) Vlak voordat Jezus van deze aarde werd weggenomen zei Hij: “Gij zult mijn getuigen zijn te Jeruza­lem eh in geheel Judéa en Samaria en tot het uiterste der aarde”(Hand. 01:08). Wij kunnen onmogelijk een volwaardig ge­tuige van Jezus zijn als wij niet bereid zijn Hem volkomen te volgen.

2.Omdat wij geroepen zijn het Koninkrijk Gods te verkondigen. Wij mogen niet zo maar een beetje op eigen houtje wat van het evangelie vertellen of een eigen zienswijze of leer uitdragen. Wij zijn geroepen om dezelfde boodschap te. brengen die ook Jezus bracht. De boodschap van het Koninkrijk Gods. De boodschap van Jezus de volkomen Verlosser. De boodschap die bevestigd wordt door tekenen en wonderen,. In Lucas 9 legt Jezus daar ook nadrukkelijk het accent op als Hij zegt tot de één: “Ga heen en verkondig het Koninkrijk Gods en tot de ander zegt om niet achterom te zien anders zou hij “niet geschikt zijn voor het Koninkrijk Gods”.

3.Opdat God Zijn beloften in ons leven kan vervullen. In Marcus 10 zegt Petrus tot Jezus: “Zie, wij hebben alles prijsgegeven en zijn U gevolgd”. Dan zegt Jezus: “Voorwaar, Ik zeg u, er is niemand, die huis of broeders of zuster of moeder of vader of kinderen of akkers heeft prijsgegeven om Mij en om het evangelie, of hij ontvangt honderdvoudig te­rug: nu, in deze tijd, huizen en broeders en zusters en moe­ders en kinderen en akkers, met vervolgingen, en in de toe­komende eeuw het eeuwige leven”(Mark. 10:29-30). Jezus is ge­komen om ons leven en overvloed te brengen om Zijn beloften in ons leven te vervullen. Pas wanneer ons leven volkomen in Zijn dienst staat ervaren wij de werkelijkheid daarvan.

4.Opdat de satan geen vat op ons leven zal krijgen. Sa­tan wil ons doen terugzien op de fouten en tekortkomingen van het verleden. Hij zegt: “Zie je wel, een leven van over­winning is voor jou toch niet weggelegd”. Jezus zegt echter “Niemand, die de hand aan de ploeg slaat. . . . . . en ziet naar hetgeen achter hem ligt. . . . . is geschikt voor het Koninkrijk Gods”(Luc. 09:62).

(Openb. 22:11) zegt: “Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht; wie vuil is, hij worde nog, vuiler; wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd”. Dit betekent dat in deze eindtijd zich een geweldige scheiding der geesten aan het voltrekken is. Deze loopt dwars door al­le kerken en kringen heen. Aan de ene kant hen die hoe lan­ger hoe dieper wegzakken in het moeras der zonde, maar aan de andere kante de waarachtige gelovigen die Jezus volko­men volgen.

Aan welke zijde staat u? (Openb. 03:15-16) zegt: “Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet. Waart gij maar koud of heet. Zo dan, omdat gij lauw zijt en noch heet noch koud, zal Ik u uit mijn mond spuwen”. Laat dit niet van ons gezegd behoeven te worden. Wij kunnen geen tussen­weg bewandelen, maar behoren “heet” te zijn voor de zaak van Koning Jezus. ‘

Paulus zegt: “En Hij, de God des vredes, heilige u ge­heel en al, en geheel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst van onze Here Jezus Christus blijken in allen dele onberispelijk bewaard te zijn. Die u roept, is getrouw; Hij zal het ook doen”(1 Thess. 05:23-24). Van Gods kant is alles in orde. Zijn ook wij volkomen Hem gehoorzaam? Daar komt het in ze eindtijd op aan. ‘

6.Omdat God nooit iets vraagt wat wij niet zouden kunnen vervullen. Als Hij van ons vraagt Hem volkomen te die­nen en te volgen, geeft Hij ons ook de mogelijkheden en de werktuigen ‘, die we moeten hanteren. Voor een kind van God zijn dat o. a. het gebed, de vervulling met do Heilige Geest en het Woord van God. Maken wij er gebruik van, iedere dag opnieuw, zodat de uitwerking “volkomen overgave” is?

7.Opdat wij actief, strijdbaar en volhardend zullen zijn. Alleen door een overgegeven leven zijn wij bestand tegen vervolgingen, beproevingen en verzoekingen. En die zul­len zeker komen. Kinderen Gods, die overgegeven leven zijn er echter niet bang voor, omdat zij hebben geleerd niet toe te geven aan de aanvallen van de vijand. Zij overwinnen, niet in eigen kracht, maar in Zijn kracht, die gezegd heeft: “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde”.

8.Omdat het werkelijk gelukkig maakt. Volkomen overgave schenkt vrede en vreugde. Tweeslachtigheid maakt nooit ge­lukkig. Ongehoorzaamheid, ongeloof, een leven in de zonde is niet naar de wil van God, nog afgezien van de negatieve ge­volgen.

Heeft Jezus de eerste plaats in ons leven?

Het Koninkrijk Gods verkondigen en uitdragen door woord en daad betekent de bereidheid te leven in volkomen overgave. ‘ De Heer toegewijd, Hij de eerste plaats in ons leven. Zegenen en ten zegen zijn.

Bij volkomen overgave is onze blik voortdurend en alleen gericht op Jezus. Hij is ons grote Voorbeeld. In Zijn voet­stappen willen wij treden. Laten wij de Heer vragen of Hij ons daarbij wil helpen.   

 

De Hovenier gedicht door Judit Jacobs

(Jes. 55:08)

Het snoeimes – (Ps. 147:003)

Gij kerfde in mijn stam’, het leven –

Vloeide uit de bast en schil’

Het allerdierbaarst’ moest ik U geven:

Mijn ziel moest “buigen voor Uw wil

 

Waarom moest Gij zo in mij hakken

Was er geen deernis in Uw hart

Het lemmet trof mijn loof en takken

Uw liefde leek mij wreed en hard.

 

De pijn alleen was wel te dragen

Maar waar Ge mij het meest mee sloeg?

Was dat Gij zweeg op al mijn vragen,

Zodat ‘k Uw “wijsheid” niet verdroeg.

 

Gij snoeide in mijn ziel ten leven;

De tijd vergleed en eindelijk, stil

Begrijp ik nu dat veel moest sneven

Voordat een bloem komen wil. . . . .

 

Pinksteren door Jan W. Companjen

“Maar als lk ga, zal Ik Hem naar jullie toe zenden. Bij zijn komst zal Hij de mensen hun onjuiste gedachten over zonde, recht en oor­deel duidelijk maken. Hun zonde is dat zij niet in Mij geloven; recht is dat Ik naar de Vader ga en jullie Mij niet meer zien; het oordeel luidt dat de heerser van deze wereld is veroordeeld” (Joh. 16:08-11; vertaling:”Groot Nieuws voor u”).

Allerlei theorieën

Jarenlang hebben wij elk jaar naar weer opnieuw de uit­storting van de Heilige Geest herdacht. Allerlei theorieën werden daarover opgebouwd. . Veelal hing het er van af hoe­veel men zeil van deze uitstorting had meegemaakt. Men kon nu eenmaal niet getuigen van dingen die men zelf niet be­zit. Men kan er hoogstens over discussiëren, en het er na lang praten over eens worden, dat het vroeger zó en zó geweest moet zijn, maar dat dit dan nu niét meer voorkomt.

Toen moest de gemeente nog gevestigd worden, maar nu is dat een feit geworden en zijn dergelijke abnormaliteiten niet meer nodig. Anders wordt het als mensen er over gaan praten die ook in deze tijd dit machtig gebeuren hebben meegemaakt. Daarom is het dan ook uitgesloten dat iemand die de Geestesdoop niet ontvangen heeft, hierover kan spre­ken zoals dit bedoeld is. Men kan niet doorgeven datgene wat men zelf niet bezit.

Van Jood naar heiden

Toen het Pinksterfeest bij de joden een feit was gewor­den waren de heidenen aan de beurt. Het zal u bekend zijn dat in eerste instantie alleen joodse gelovigen deze Goddelijke gave ontvingen. Corneliüs was de eerste man die bij het ware Israël werd ingelijfd. Hier werd het woord waar van één kudde en één herder met geen aanzien des persoons meer. (Geen verschil meer tussen jood en heiden en/of man of vrouw, zie (Rom. 10:12 en Gal. 03:28).

Opmerkelijk is hier echter dat het visioen dat Petrus en Cornelius kreeg er op gericht was dat zij bij elkaar kwa­men. Cornelius werd duidelijk gemaakt dat hij Petrus noest ontbieden en Petrus kreeg de duidelijke boodschap dat hij gaan moest. Petrus was een echte oude jood die er tot op dat moment van uit ging dat deze zegening alleen voor de joden als volk van God bestemd was. Nu, nadat visioen wist hij wel beter.

Ik geloof dat er nog zeer veel godsdienstige mensen zijn gelijk als Cornelius, die het ook zeer goed bedoelen, ja zelfs de ware God aanbidden, maar hun ontbreekt één ding, namelijk luisteren de boodschap die hun mede-geloofsgenoot Cornelius kreeg, dat zij ook boden zenden naar de Pe­trussen,. die ook nu nog in ons midden zijn, opdat zij ook woorden horen tot hun behoud (zie Hand. 11:14). Misschien is het nog gemakkelijker om zelf tot zo iemand te gaan.

Petrus was een man die uit ervaring sprak. Hij had de Heilige Geest ontvangen en kon dus doorgeven wat hij ont­vangen had. Nu dat gebeurde dan ook prompt. Terwijl hij nog sprak viel de Heilige Geest op allen die hem aanhoorden en op dezelfde manier (zegt Petrus) als in het begin op ons.

Toen herinnerde zich Petrus het gezegde van de Here Je­zus, dat zij die tot geloof in Hem kwamen met de Heilige Geest gedoopt zouden worden (lees Hand. 11:15-18).

Volkomen herstel door de Geest

Hier is de kern van het Goddelijke Evangelie dat onveran­derlijk is. Laat u niet door mensen wijs meloen dat zo iets nu niet meer geschiedt. Hij is dezelfde nu en tot aan de voleinding. Door Zijn Geest zal het geschieden. Niet door kracht of geweld, ook niet door het menselijke verstand, maar door Zijn Geest zal het geschieden.

De tijd is nabij dat de kinderen Gods (de leiders mis­schien wel het laatst) tot het inzicht zullen konen dat Hij. Jezus Christus, het is die alles nieuw maakt. Die mensen herstelt naar geest, ziel en lichaam en die dat nieuwe volk van God tot nieuwe scheppingen maakt. In Heb. 08:10-12 wordt daarover duidelijke taal gesproken. Daar staat. -‘Want dit is het verbond (het nieuwe verbond, het nieuwe testament) waarmede Ik Mij verbinden zal aan het huis Israëls (jood en heiden samen), spreekt de Here Ik zal mijn wetten in hun verstand leggen en Ik zal die in hun harten schrijven, en Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn. En niet langer zullen zij een ieder zijn medeburger, en een ieder zijn broeder leren, zeggende: Ken de Here, want allen zullen zij mij kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen. Want Ik zal genadig zijn over hun ongerechtigheden, en hun zonden zal Ik niet meer gedenken” .

Dan volgt daarop nog het zeer betekenisvolle vers 13 = “Als Hij spreekt van een nieuw verbond, heeft Hij daarmede het eerste voor verouderd verklaard. En wat veroudert en verjaart, is niet ver van verdwijning”.

Geloof in Hem zoals Hij werkelijk is

Keren wij nu nog even terug naar ons tekstwoord uit (Joh. 16:08-11). Wat was de zonde der joden? Wat is de zonde van onze tegenwoordige mens? Dat is- het niet aanvaarden van Je­zus zoals Hij werkelijk is, zoals Zijn boodschap werkelijk bedoeld wordt, namelijk ondergaan, gedoopt worden in Hem. Onze tekst zegt: Omdat zij in Mij niet geloven.

Gelooft u in Hem? Wilt u dan ook gedoopt worden met Zijn Geest, opdat u w onjuiste gedachten over zonde, recht en oordeel duidelijk gemaakt zullen worden. Ik weet het wel, ook het geestelijk leven in Pinksteren is een kokende pot, maar het is als een spijsoffer in de pan gekookt (zie Lev. 02:05 en Lev. 06:21). Het is een bewijs dat er wat gebeurd, vooral bij diegenen die zo erg lastig zijn. Het vuur des Heren brandt en Hij zal al het kwade (en daar is nog al wat’ op te ruimen) met vuur verbranden. Hij doopt niet alleen net de Heilige Geest, maar ook met vuur. Met dat vuur zal de lou­tering plaats vinden opdat blijve wat niet wankel is.

Laten wij derhalve, omdat wij een onwankelbaar Koninkrijk krijgen, dankbaar zijn. Laten wij God dienen zoals Hij het graag heeft, met eerbied en ontzag. (Heb. 12:28). In het oude verbond (het oude testament) was een koning goed en welgevallig voor de Here als hij de afgodenoffers en hoog­ten in het land opruimde en afbrak. Hoeveel hoogten zijn er nu nog niet op ons geestelijk erf?

Wees een Gideon.

Allerlei geestelijke offerplaatsen die met het dienen van Jezus totaal niets te maken hebben, worden gehandhaafd en met hand en tand verdedigd. De leer der vaderen is thans even halsstarrig als in de dagen van Jezus. Zijn doop door onderdompeling bijvoorbeeld, die één van Zijn weinige op­drachten is. (Het betaamt ons (Hij maar ook wij) alle ge­rechtigheid te vervullen en Hij liet zich door Joh. de Do­per dopen. ).

Johannes de Doper, een man speciaal als voorloper voor Hem geroepen, doopte Jezus en terstond klonk uit de hemel een stem. Deze is Mijn Zoon. ‘Toen wisten de geestelijke leiders het beter, maar nu is het nog net zo. Probeer hier niet tegen in te gaan, want toen en nu is het nog steeds de leer der vaderen (hun hoogten, waarop zij hun kerk bouwen en offeren) heilige grond, waar niet aan getornd mag wor­den.

Maar ik wil u bij dit Pinksteren oproepen on een Gideon te worden. Lees Richteren 6 er maar eens op na. Hij klaagde bij de Here dat alles zo naar en vol onderdrukking was. Er waren geen wonderen Gods meer en zij werden: door de Midianieten uitgemergeld. Gideon werd de overwinning beloofd, maar hij moest eerst het afgodenaltaar van zijn vader en de haag die daarbij behoorde, afbreken. De held Gideon deed het in de nacht, maar hij deed het. Hij werd gehoorzaam aan het Woord Gods.

Opwassen tot alle volheid Gods

Ook u zult ontdekken dat als u gehoorzaam bent aan het Woord van onze Heer, dat de overste van deze wereld reeds geoordeeld is. Jezus wil u en mij, ja Hij wil ons allen te- samen laten opwassen tot alle volheid Gods. Wilt u ook Hem gehoorzaam zijn en alle gerechtigheid vervullen. Ook u zult dan opstaan tot een nieuw leven. “Want nu de Heer is opge­staan – Nu vangt het nieuwe leven aan – Een leven door Zijn dood bereid – Een leven tot Zijn heerlijkheid”.

Dat is het leven waarvoor u geschapen bent en wat Hij u geeft door Zijn Geest die in u wil wonen en werken. En die Geest, als die ook uw deel wordt, zal u leiden, ja de weg wijzen naar de volle Waarheid. Dan kunt u geestelijk worden en Hem persoonlijk leren kennen als uw Verlosser en Heer.

Dat is Pinksteren. Dat feest kunt u persoonlijk beleven als u tot de ervaring komt dat Hij u tot een koning en priester heeft gemaakt. Dat Hij in u meer kan en zal doen dan u bidt of beseft. Geprezen zij Zijn Naam.

 

Leven in een andere wereld

Kind van God zijn betekent leven in een andere wereld, ook al zijn wij nog in een lichaam van vlees en bloed op deze wereld vertegenwoordigd, door onze wedergeboorte geplaatst in een andere wereld”: de geestelijke wereld.

De Bijbel zegt: Wij zijn burgers van een rijk in de hemelen. (Filip. 03:20) Door onze natuurlijke geboorte zijn wij ingezetene van Nederland, België, Indonesië, of welk ander land ook, maar door onze bovennatuurlijke geboorte zijn wij overgebracht in het Koninkrijk van Jezus Christus (Kol. 01:13) Daar is onze plaats. Daar leven wij. Vanuit deze nieuwe geestelijke positie strijden wij. Hij heeft       ons een plaats gegeven in de hemelse gewesten (Ef. 02:06). Een waarachtig Christen weet en ervaart daarom ook dat de woorden van Paulus in (2 Kor. 10:03-04) waar zijn als hij schrijft: Want al leven wij in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees, want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken’. Er zijn kinderen Gods die wel weten dat hun plaats is in de hemelse gewesten, maar die menen dat dit theoretisch bedoeld is en niet praktisch te beleven valt wat een vergissing. Wat doen zij zich geestelijk veel te kort. Wat zijn zij ongehoorzaam aan de talrijke richtlijnen en aanwijzingen die Gods woord daarover geeft. Het falen van kinderen Gods doordat zij in de zonden blijven  

leven, vleselijk gezind zijn of gebonden blijven – is het niet gelovig aanvaarden van hun nieuwe positie. Onze plaats is in de hemelse gewesten, en dat niet alleen. . . . . . wij mogen daarin ook leven en van daaruit geestelijk strijden.

Dan ervaren wij de geweldige realiteit, van het Koninkrijk Gods en het nieuwe leven van Christus gaat zich ten volle in en door ons openbaren.            

 

Wandelen in geloof

Een belangrijke aanwijzing over het geloof geeft de apostel Paulus in (2 Kor. 05:07) als hij schrijft: “Wij wandelen in geloof, niet in aanschouwen”.

Paulus kende de realiteit van het echte geloof, van een dagelijks geloofsleven. Aan de Galaten schrijft hij: “Voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven”(Gal. 02:20).

Paulus wist dat het geloof zonder de werken een dood geloof is. Geloof is niet iets wat dood is, waarin geen leven is, maar het vertegenwoordigt: “leven”, “actie”, “beweging”.

Paulus schrijft niet: wij staan stil in geloof, maar wij wandelen! Niet in “aanschouwen”, want dan zou het geen ge­loof zijn. Maar in “vertrouwen”. Vertrouwen dat God achter Zijn Woord en Zijn beloften staat en ze in vervulling doet gaan.

Wandelen in geloof betekent actief zijn in het geloof. Bezig zijn met de dingen van het Koninkrijk Gods.

Daarom is een echte gelovige een actiecentrum van het Koninkrijk Gods. Als onderdeel van de Gemeente van Jezus Christus is hij actief bezig om de mensen waarmee hij in aanraking komt bekend te. maken met Jezus Christus, de vol­komen verlosser. Daarbij toont hij door zijn eigen levens­wijze en houding dat de volheid van Jezus ook in eigen le­ven een levende werkelijkheid is. Dat is wandelen in geloof.

 

Geluk door yoga

Steeds meer mensen worden de laatste tijd aangetrokken tot yoga. Wat is yoga? Het is een combinatie van meditatie en lichamelijke oefening, waarbij de techniek van het adem­halen een belangrijke plaats inneemt. Zij komt in allerlei variaties voor. In Nederland zijn de aanhangers vooral ge­groepeerd rond dr. Rama Polderman. Zijn stichting met verschillende afdelingen telt 3000 mensen die yoga regelmatig beoefenen. Momenteel wordt zelfs door de N. O. S. een radio- cursus gegeven onder leiding van deze 52 jarige arts. Het doel van deze cursus — die vlak voor middernacht wordt ge­geven – omschrijft deze yogaleraar als volgt “Ik wil de mensen leren die onrustige film in hun hoofd die hen wakker houdt uit te schakelen”.

Voorstanders van yoga sloven zich uit om uit te leggen hoe onschuldig het is en dat het niets met één of andere godsdienst te maken heeft. Hoe misleidend! Want wie zich ook maar een ogenblik wil verdiepen in de achtergronden en herkomst van de yoga ontdekt al spoedig dat we hier te doen hebben met’ één van de vele pijlen die de satan op zijn boog heeft on de mensen van het werkelijke geluk in Jezus af te” houden. Zo speelt in het Boeddhisme yoga een belangrijke rol.

Hans van Houten schrijft in het “Algemeen Dagblad” van 22 mei dat de aanhangers het over één ding eens zijn; “Yoga is de sleutel tot geluk en vrede, alsmede tot een gezond en harmonisch leven”. De Bijbel leert echter dat alléén Jezus Christus de sleutel tot werkelijk geluk en vrede is. De ve­len die door persoonlijk geloof in Jezus Christus vrede net God hebben ontvangen ervaren dit iedere dag opnieuw.

De Yogadoelstelling: “geestelijke bevrijding” is naar op eén wijze te realiseren. Geloof in het volbrachte werk van Jezus Christus. Alleen door in Hem te geloven en Hem te volgen wordt de onrust en onvrede weggenomen en komt de mens tot werkelijke bevrijding.