Levend geloof 1977.01-02 nr.169

Licht door Gert Jan Doornink?

De voornaamste eigenschap van licht is, dat het de duisternis verdrijft. Waar licht is, is geen plaats voor duisternis.

Het eerste wat wij in de Bijbel lezen over Gods scheppingswerk is, dat Hij zei: “Er zij licht!” Toen kwam er licht in de tot dusver duistere wereld. Nadat God gezien had dat het licht goed was, maakte Hij scheiding tussen licht en duisternis .

In geestelijk opzicht leeft de mens die God niet kent in de duisternis veroorzaakt door de duivel. Maar God zond Zijn Zoon Jezus Christus om de werken van satan te verbreken, om licht te brengen!

In Joh. 01:09 staat: “Het waarachtige licht, dat ieder mens verlicht, was komende in de wereld”. De tragiek van veel mensen is echter dat zij liever in de duisternis blijven dan in het licht komen. Daardoor missen zij Gods doel en plan met hun leven. Zij missen de zegen van God en staan buiten Zijn gemeenschap.

Terwijl het Licht er is voor ieder mens – want de mens is geschapen naar het beeld van God – blijven zij in de duisternis rondtasten als schapen zonder herder. Het ware geluk, dat zo dicht onder hun bereik is, ontgaat hen.

Als u tot dusver in de duisternis hebt ver­keerd, als u nog niet in het volle licht van Jezus bent gekomen, aanvaardt dan nu de uitge­strekte hand van de levende God! Hij heeft de barrière tussen licht en duisternis doorbro­ken, omdat Hij Jezus zond, die aan het kruis van Golgotha, de macht van satan heeft verbro­ken .

U behoeft zelf slechts één stap te doen! Kom uit de duisternis in het licht! Buig uw knieën voor Jezus en wordt een nieuwe schepping, door uw zonden te belijden en te geloven dat Hij ze gedragen heeft.

Dan wordt ook uw getuigenis: “Hij heeft mij verlost uit de macht der duisternis en over­gebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde, in wie ik de verlossing heb, de verge­ving der zonden” (Kol. 01:13-14).

 

Vreugdebode: Klim op een hoge berg door Jan W. Companjen

“Ik verblijd mij zeer in de Here, mijn ziel juicht in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, met de mantel der ge­rechtigheid heeft Hij mij omhuld, gelijk een bruidegom die zich als een priester het hoofdsieraad ombindt, en gelijk een bruid die zich met haar versierselen tooit. Want zoals de aarde haar ge­was voortbrengt en een hof zijn zaaisel doet uitsprui­ten, zo zal de Here Here ge­rechtigheid en lof doen uit­spruiten voor het oog van alle volken”.

(Jes. 61:10-11) .

Vreugdeolie

Jesaja 61 is een hoofdstuk vol blijdschap. Het spreekt over een blijde boodschap van vrijlating van gebrokenen van hart, van hoofdsie­raad en vreugdeolie en van een lofgewaad in plaats van een kwijnende geest. Het is één grote profetie over dat­gene wat Jezus is en zal zijn voor hen, die Hem toebehoren. In 1 Petr. 02:09 lezen wij dat wij een uitverkoren geslacht zijn, een konink­lijk priesterschap en een heilige natie, een volk Gode ten eigendom. In Jes. 61:09 lezen wij dat dit geslacht vermaard zal zijn onder de volken en allen die hen zien (dat volk Gods), zullen er­kennen, dat zij het nageslacht zijn, dat de Here ge­zegend heeft. En (vers 3b) men zal hun noemen terebinten der gerechtigheid, een planting des Heren, tot Zijn verheerlijking.

Verandering

In Luc. 04:21 zegt Jezus in een toespraak in de synagoge in Nazareth dat deze woorden bij Zijn komst in vervulling waren gegaan. Een machtige boodschap die tot op de dag van vandaag in u en mij in vervulling moet komen. Na het doorgeven van deze bood­schap aan de joden betuigden zij allen hun instemming met Zijn woorden en verwonderden zij zich over de woorden van genade die Hij sprak. Doch ook hier komt direct het bijzondere van Jezus Christus’ komst op aarde naar vo­ren. De inwoners van Naza­reth, Zijn vaderstad, ver­langden van Hem dat Hij bij hun dezelfde tekenen en won­deren zou verrichten als in Kapérnaüm, waarvan zij na­tuurlijk gehoord hadden. Je­zus zegt echter togen hen, dat het om heel andere din­gen gaat, namelijk om verandering van de innerlijke mens. God zoekt aansluiting bij diegenen die daarvoor ontvankelijk zijn.

Daarom antwoord Jezus hun dan ook dat Elia in de tijd dat de hemel drie jaar en zes maanden gesloten was, niet ging naar één van de vele weduwen in het land Is­raël, maar wel naar Sarepta, bij Sidon, en zegt Hij: Er waren vele melaatsen in Is­raël ten tijde van Elia en geen van hen werd gereinigd, doch wel Naäman de Syriër. Hoewel Naäman toch wel de nodige strijd had, ging hij toch op stap naar Israël, toen hem dit door zijn dienstmeisje aangeraden was. Ondanks zijn eigen meningen ging hij uiteindelijk toch in op de boodschap van de man Gods en dompelde zich onder in de Jordaan. Hij stond op uit het watergraf met een geheel nieuw velle­tje. Zijn lichaam werd weer gezond als het lichaam van een kleine jongen en hij was rein. (2 Kon. 05:14).

Navolgers

Wij moeten leren onderschei­den waar het op aan komt. Wij moeten geestelijke navolgers van Christus zijn. Dat wil zeggen vervuld zijn van Zijn Geest en alles ondergeschikt maken aan het doel waartoe Hij ons gekocht en geroepen heelt. Alle andere dingen moeien hier ondergeschikt aan worden gemaakt. Door Gods Geest geleid, weten wij wat goed voor ons is. Wij overzien dan het gehele terrein van ons leven en ook de gevolgen van onze daden. “Heer, ai, maak mij Uwe wegen; door Uw Woord en Geest bekend…    ” Dat is ons in Christus geschonken. Hoe arm en naakt zijn wij toch indien wij deze geweldige boodschap niet aanvaarden. Een huwelijk dat bijvoor­beeld alleen steunt op seks, op lichamelijk genot, gaat ten gronde zodra de stormen komen. Het heeft geen gees­telijke wortels en alle ande­re dingen die er nodig zijn om tot een goed huwelijk te komen worden niet gezien. Men heeft alleen maar oog voor het lichamelijke van die an­der. Men vindt hetzelfde in alle takken van het leven terug. Bijvoorbeeld de kerk: Hier is het toch ook goed? En men ziet niet hoe gewel­dig veel goede, ja noodzake­lijke dingen, men mist. Of een geheel ander voorbeeld: In de vakantie strijkt men ergens neer omdat het mooi is en alle andere ongemakken moet je dan op de koop toe­nemen .

Onderscheiding

Vraag je zelf eens af of je doen en laten opbouwend, goed en gezond is voor geest ziel en lichaam. Veel mensen komen niet tot de onderscheiding van datgene wat hun verder brengt, omdat zij alleen maar zien datgene wat voor ogen is. Jezus geeft ons echter innerlijke oren om te horen en ogen om te zien. Hij wijst ons ons de weg naar een hoger en volko­men leven, zoals dat bij de schepping bedoeld is. Bij de schepping heeft Hij ons ge­schapen als afsluiting van Zijn scheppingswerk als koning en priester en dat is onze bestemming. Wat een roeping en wat een vooruit­zicht voor de Bruidsgemeente want Hij zal het ook alles volbrengen. “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem ge­looft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe”. “Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde”.

Herstel

Zijn schepping gaat niet on­der maar wordt hersteld in een nieuwe hemel en een nieuwe aarde waarop gerech­tigheid woont. Petrus zegt in 2 Petr. 03:13: “Wij ver­wachten naar Zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont”.

Wij leven in een tijd van herstel en willen wij verder komen naar het doel Gods, dan zullen wij herstellers moeten worden. Daartoe moe­ten wij opwassen en ver­nieuwd worden in ons denken.

Eeuwenlang zijn wij eronder gehouden. Een christen moest klein en nederig zijn en daarom is de vooruitgang in de wereld nooit echt uit de hoek der gelovigen gekomen. Men is altijd behoudend ge­weest. Ook nu – nu er een geestelijke ontwikkeling aan de gang is – is er nog steeds de zeer grote groep gelovigen die alles bij het oude (de godsdienst van mijn moeder, die is toch goed ge­noeg?) wil houden. De zoge­naamde verontrusten willen niets anders dan vasthouden aan de overleveringen, aan de leer der vaderen. Ook hier, vindt je nog vooruit­strevender personen, zij willen terug naar de gemeentevormen en gedragingen ten tijde van de apostelen. Het is echter alles een terug­zien en Jezus zeide dat nie­mand, die de hand aan de ploeg slaat en ziet naar hetgeen achter hem ligt, ge­schikt is voor het Konink­rijk Gods.

Eindstrijd

God is Geest en Hij zoekt zich een woning. Dat deed Hij eerst in Christus en dat doet Hij nu in ons. Dat ge­heel, wordt een volmaakte en heilige tempel, dat wil zeg­gen woonstede Gods, in de Geest. Door dat volk zal Hij tot Zijn doel komen in dé laatste grote geestelijke strijd in de hemelse gewes­ten. Daar in de onzienlijke wereld zal de duivel met zijn trawanten het onderspit gaan delven. Het boek Open­baring, dat geheel over deze strijd gaat, geeft ons hier­in een duidelijk beeld. In­dien wij verstaan dat het hier gaat om de grote eind­strijd tussen de gemeente (het lichaam) van Jezus Christus en de duivel die in de loop der jaren zich steeds dieper ingewerkt heeft in allerlei kerkelijke denominaties. De geestelijke strijd op het kerkelijke erf is dan ook in volle gang en het zal gaan klinken, ja het klinkt nu reeds: “Gaat uit van haar, Mijn volk, opdat gij geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ont­vangt van haar plagen” (Openb. 18:04).

Opwassen

Deze strijd tussen christe­nen die Jezus Christus per­soonlijk kennen en vervuld zijn van Zijn Geest en de schijnkerk, zal de onweten­den in die kerken wakker schudden en hun de ogen ope­nen, opdat zij zullen gaan zien waar het heden ten dage op aankomt. Het opwassen van kind van God naar zoon van God, van kinderen in het ge­loof tot jongelingen en va­ders in het geloof. Dat is een geweldig iets, dat wel één van de grootste tekenen van de eindtijd is. De vijgenboom en alle andere bomen (Luc. 21:29) lopen uit en (Luc. 21:31): “Zo moet ook gij, wanneer gij dit ziet ge­schieden, weten, dat het Ko­ninkrijk Gods nabij is. Voorwaar, Ik zeg u, zei Je­zus, dat geslacht, dat dan leeft, zal niet voorbij gaan voor dat alles is geschied. Het is daarom ook vaak zo bedroevend dat men zo afwijzend staat tegenover geestelijke groei.

Men vindt dat arrogantie, waarbij men spreekt van eerste en tweederangs christenen. Dat is toch niet correct. In een huisgezin – ook in het huis­gezin Gods – zijn variaties. Vaders, zonen, kinderen en heel kleine kinderen. Als deze volgorde er niet is, is het geen levende gemeente. Vaders die wat ouder worden, verwekken in de regel geen kinderen meer. Maar kinderen die opwassen tot zoon zullen die taak overnemen. Als er geen kinderen zijn, vindt er geen bekering en wederge­boorte plaats, en dat is he­lemaal een verkeerde zaak. Voor de goede orde wil ik hierbij nog even opmerken dat God geen kleinkinderen heeft, maar dat dit een per­soonlijk geloof moet zijn. Denk in dit verband maar eens aan de gedachte die in sommige kerken heerst over de zogenaamde veronderstelde wedergeboorte die met de kinderdoop verband houdt.

Dit is volkomen on-Bijbels en dit zal dan ook één van de eerste dingen zijn die her­steld wordt.

Heerlijkheid

Jezus leeft en Hij zal Zijn werk voleinden en wij mogen daarin deelgenoot zijn. Dat is een machtig leven en het is ook een geweldig iets als ouders hun kinderen weer mo­gen zien opgroeien tot God­delijke hoogte, tot mensen uit één stuk en met ruggengraat, omdat zij weten voor wie en voor wat zij leven. Niet meer heen en weer ge­slingerd door allerlei wind van leer, maar zich aan de waarheid houdende, opwassen tot alle volheid Gods. Daar­om is het voor jongeren toch een goede tijd, omdat zij Gods heerlijkheid weer zul­len aanschouwen. Daarom: Houdt goede moed, want al wat uit God geboren is, o- verwint de wereld; en dit is de overwinning, die de we­reld overwonnen heeft: ons geloof. Amen.

 

Door alles heen (gedicht) door Judith          

Jes. 43:01-05

“Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking of benauwdheid of gevaar?” (Rom. 08:35).

Gij zult met mij door ’t water trekken,

Gij zult mij door ’t vuur doen gaan…

De stroom zal mij niet overspoelen,

Want Gij zult altijd naast mij gaan.

 

Het water zal mij wel benauwen,

Zo, dat het mij ten lippen stijgt…

Maar Gij kunt alle dingen keren:

’t Is voor Uw stem dat alles zwijgt.

 

De hitte van de vlam zal naad’ren,

Misschien zelfs zo, dat ’t me bezeert;

Maar Gij, die waakt, zult immer zorgen

Dat ’t vuur beproeft, doch niet verteert.

 

Zo zult Ge altijd mij geleiden,

In alle zorgen en verdriet;

Zij ’t schroeiend vuur of diepe waat’ren,

Uw liefd’ en trouw verzaken niet.

 

Volharding door J Noë

 

“Gij hebt volharding nodig, om, de wil van God doende, te ontvangen hetgeen beloofd is” (Heb. 10:36).

De wil van God

Er zijn verschillende teksten in de Bijbel, waarin het woord volharden/volharding voorkomt. En volharding is nodig om de overwinning over de machten der duisternis te behalen en het doel te bereiken, dat God voor ons bestemd heeft.

In bovenstaande tekst worden de woorden “de wil van God” aangehaald. Daar willen wij nu eerst eens mee beginnen. Zowel in het oude als in het nieuwe testament kunnen we duidelijk lezen wat de wil van God is. God laat ons hier omtrent niet in de onzeker­heid. Ik wil slechts enkele teksten uit het nieuwe testa­ment aanhalen.

Luc. 10:27 (het grote gebod): “Gij zult de Here, uw God, liefhebben uit geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht en met ge­heel uw verstand en uw naaste als u zelf”, dus: Rom. 12:02: “het goede, welge­vallige en volkomene”, dus: Filip. 01:15-16:”opdat gij onbe­rispelijk en onbesmet moogt zijn, onbesproken kinderen Gods te midden van een ont­aard en verkeerd geslacht, waaronder gij schijnt als lichtende sterren in de we­reld, het woord des levens vasthoudende”, dus: Rom. 08:29:”tot gelijkvormig­heid aan het beeld van Zijn Zoon”.

Loutering en tuchtiging

Om dat niveau te bereiken , moeten wij een loutering (1 Petr. 01:06-07), een geestelijke tuchtiging (Hebreeën 12) onder­gaan. Ons geloof wordt dan beproefd door allerlei ver­zoekingen van de duivel en zijn duistere machten. Hij zal met alle mogelijke midde­len trachten ons geloof te ondermijnen en pogen ons ten val te brengen. Hij zal pro­beren onze geest en ziel en gedachten te infiltreren en dan onzekerheid, onrust, twijfel en vrees in ons hart gaan zaaien.

Hij zal ons lichaam aanvallen alsmede aanvallen van: het gezin, familie, vrienden, het werk, de gemeente (bijvoor­beeld broeders en zusters die teleurstellen), gebeurtenis­sen in de wereld, enz.

En als die verzoekingen nu blijven aanhouden, dan komt het er op aan of wij in staat zijn te volharden, onwrikbaar het Woord Gods en Zijn belof­ten vasthoudende.

Jezus zegt in de gelijkenis van de zaaier: “Het zaad (het Woord Gods), dat in goede aarde valt, dat zijn zij, die met een goed en vroom hart het Woord gehoord hebbende, dat vasthouden en vrucht dragen in volharding”.

In Luc. 21:19:”Door uw volhar­ding zult gij uw leven ver­krijgen” .

Soms begrijpen wij niet, waarvoor die verdrukkingen zo lang moeten duren. Het is net of God niet ziet, wat wij doormaken, de hemel lijkt dan wel van koper, ondoordring­baar. Maar God zegt in Jes. 55:08: “Maar Mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet Mijn wegen”. Aangezien God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die Hem liefhebben (Rom. 08:28), geschiedt alles tot ons nut en tot opbouw van ons geestelijk leven en ons geloof. We moeten zien het onzienlijke. Onze strijd is niet hier, maar in de hemel­se gewesten tegen de machten der duisternis. Het is een geestelijke strijd (Efeze 6).

Het doel van de verzoeking

Jak. 01:02-04 zegt: “Houdt het voor enkel vreugde, mijn broeders, wanneer gij in ve­lerlei verzoekingen valt, want gij weet dat de be­proefdheid van uw geloof volharding uitwerkt. Maar die volharding moet volkomen doorwerken, zodat gij volko­men en onberispelijk zijt en in niets te kort schiet”. Jak. 01:12: “Zalig is de man, die in verzoeking volhardt, want, wanneer hij de proef heeft doorstaan, zal hij de kroon des levens ontvangen, die Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben”.

2 Tim. 02:12: “Indien wij vol­harden, zullen wij ook met Hem als koningen heersen”.

Broeders en zusters, we moe­ten wandelen in geloof en niet in aanschouwen. Het is Gods wil dat wij ons waardig het evangelie gedragen en ons niet door de tegenstan­ders laten beïnvloeden en beangstigen. Het geloof nu is de zekerheid der dingen die men hoopt en het bewijs der dingen die men niet ziet

(Heb. 11:01). We kunnen al­leen in de verzoekingen de overwinning behalen door een waarachtig geloof en door de kracht van de Heilige Geest. Gode zij dank die ons te allen tijde in Christus doet zegevieren. (2 Kor. 02:14).

Waarom volharden sommigen niet?

Wat is nu de oorzaak dat er broeders en zusters zijn die de kracht missen om te vol­harden?- Dit zou als vraag kunnen gesteld worden. Ter aanvulling van hetgeen ik reeds geschreven heb (en in feite al het antwoord is), dan het volgende: Het moet voor ons vaststaan dat Gods woord onfeilbaar is en al Zijn beloften in Jezus ja en amen zijn! (2 Kor. 01:20).

Wanneer wij het niet kunnen volbrengen, dan hebben wij gefaald. Zij die door omstan­digheden nog niet gedoopt zijn met de Heilige Geest, missen de kracht om te kunnen volharden. Dat wil niet zeg­gen dat God Zijn Woord niet wil bevestigen bij deze broe­ders en zusters. Als hun hart Hem volkomen is toegewijd en zij Hem in alles willen ge­hoorzamen, kan Hij zeker Zijn Woord gestand doen.

In 2 Kron. 16:09 staat: “Want des Heren ogen gaan over de ganse aarde om krachtig bij te staan hen, wier hart vol­komen naar Hem uitgaat”.

Ik weet dit uit eigen erva­ring. Deze broeders en zus­ters moeten echter de Heer bidden om de vervulling met de Heilige Geest en zonodig zich daarvoor laten bedienen. Bij hen die wel gedoopt zijn met de Heilige Geest kunnen de oorzaken zijn: ongeloof, ongehoorzaamheid, geen volko­men overgave aan de Heer (is in feite ook ongehoorzaamheid of ongeloof) of andere wer­kingen van het vlees. Hierdoor bedroeven zij de Heilige Geest, waardoor Hij Zijn werk niet kan doen. Er is een deur opengezet voor satan met alle gevolgen van dien.

Waakzaamheid geboden

Och, broeders en zusters, la­ten wij toch waakzaam zijn. Geef de duivel geen voet! Paulus zegt in Rom. 13:12: “La­ten wij dan de werken der duisternis afleggen en aandoen de wapenen des lichts”. Nu wil ik eindigen met het prachtige gedeelte uit de 2e brief van Petrus-, namelijk 2 Petr. 01:03-11 en als u dit leest laat dan goed tot u doordringen wat het voorrecht en de taak der gelovigen is: “Zijn goddelijke kracht immers heeft ons met alles, wat tot leven en godsvrucht strekt, begiftigd door de kennis van Hem, die ons geroepen heeft door Zijn heerlijkheid en macht; door deze zijn wij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd opdat gij daardoor deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur, ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst.

Maar schraagt om deze reden met betoon van alle ijver door uw geloof de deugd, door de deugd de kennis, door de kennis de zelfbeheersing, door de zelfbeheersing de volharding, door de volharding de godsvrucht, door de godsvrucht de broederliefde en door de broederliefde de liefde jegens allen.

Want als deze dingen bij u aanwezig zijn en overvloedig worden, laten zij u net zonder werk of vrucht voor de kennis van onze Here Jezus Christus.

Want bij wie zij niet zijn, die is verblind in zijn bij­ziendheid, daar hij de reini­ging van zijn vroegere zonden heeft vergeten.

Beijvert u daarom des te meer broeders, om uw roeping en verkiezing te bevestigen; want als gij dit doet, zult gij nimmer struikelen. Want zo zal u rijkelijk worden verleend de toegang tot het eeuwige koninkrijk van onze Here en Heiland, Jezus Christus”.

 

Nico Goverts:

“God zoekt een volk dat één wil zijn met Hem. Daardoor zijn wij afge­zonderd van alle volken. Het geheim van onze o- verwinning is onze een­heid met God”

 

Kees Goedhart:

“Pas op voor een natuur­lijke gemeente. Ik ge­loof in een Schriftuurlijke gemeente, die bo­vennatuurlijke dingen doet door de werking van de Heilige Geest”

 

 

Wie wil de volle weg met Jezus gaan? door Gert Jan Doornink

Naarmate we verder de eindtijd binnengaan, lijkt het soms wel of een deel van de Gemeente van Je­zus Christus water in de wijn gaat doen. Daarbij hebben wij op het oog die christenen die jaren geleden “in de volheid” stonden. De doop door onderdompeling en de doop met de Heilige Geest waren essentiële onderdelen van hun geloofsfun­dament, waarop zij verder bouwden        totdat satan – de leugenaar van de beginne – er in slaagde hun een halt toe te roepen en hen “de weg terug” te doen inslaan. Momenteel zien wij dit onder andere gemanifesteerd in dat deel van de pinksterwereld dat liever kontakten zoekt met allerlei Evangelischen van diverse pluimage, dan met hen die werkelijk de volle weg met Jezus willen bewandelen! Het bedroeft ons hoe sommigen onder het mom van “voorzichtig zijn” afwijken van de volle weg.

Wij schreven dat dit een deel van de Gemeente betreft. Gelukkig is er een ander deel dat wel bereid is de volle weg met Jezus te bewandelen. Wij hopen dat ook u daar bij hoort, want alleen dan “Zit u goed!”. Als dan verdrukking en ver­volging komen zult u ervaren dat u er door komt. Bovendien bent u dan reeds nu een bruik­baar instrument in handen van God.

Er wordt wel eens gezegd: “De volle weg met Je­zus is een zware, moeilijke weg”. Maar wat zou meer voldoening schenken: Staan in de wil van God of Hem ongehoorzaam zijn? Paulus zegt dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet op­weegt tegenover de heerlijkheid die straks over ons geopenbaard wordt.

Als we zo’n heerlijke toekomst hebben, zouden we dan niet bereid zijn niet alleen de kosten te berekenen, maar ook de volle prijs te betalen? Als wij zeggen of zingen: “Het volgen van Jezus is mij alles waard”, zal dit tot openbaring moe­ten komen in deze eindtijd. Laten wij daarom handelen naar het woord van Paulus in 1 Kor. 15:58, waar hij schrijft: “Weest standvastig, onwankelbaar, te allen tijde overvloedig in het werk des Heren, wetende, dat uw arbeid niet ver­geefs is in de Here!”

 

Satans sluwe listen door Billy Graham

“Eén van satans sluwe listen is dat hij probeert ons denken af te leiden van de hulp die God ons biedt in de worsteling tegen de machten van het kwaad. De Bijbel leert ons echter dat God gezorgd heeft voor assistentie in onze geestelijke strijd. Wij zijn niet alleen in deze wereld! De Bijbel leert dat de Heilige Geest gegeven is om ons te sterken en om ons te leiden. Boven­dien, zo zegt de Bijbel op 300 ver­schillende plaatsen, heeft God talloze engelen onder Zijn bewind staan. En deze engelen heeft Hij opgedragen Zijn kinderen in hun strijd tegen de satan bij te staan”.

 

Bent u een discipel van  Jezus? Door H. J. Glasbergen

 

Maakt allen tot Mijn discipelen

Het gebod dat Jezus Zijn discipelen eens gaf: “Maakt al de volken tot Mijn discipelen”, is een totaal verge­ten gebod door de kerk. Ook nu nog is het een opdracht die niet welkom is, ook bij hen die belijden dat zij deel hebben aan het Konink­rijk Gods.

Als alle geestelijken in Ne­derland werkelijk discipelen waren, en zij hun gelovigen tot discipelen zouden oplei­den, niet op scholen der wijsheid, maar in de gezind­heid van Christus, dan zou 1 Korinthe 13 zelfs mogelijk zijn om uit deze liefde elkander te eren en lief te hebben. Als wij Jezus belijden als de Christus, moeten wij Hem volgen in gehoorzaamheid. Hij heeft zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot in de dood en is daarom uiter­mate verhoogd aan de troon van God.

Volg gij Mij!

Als Jezus Zijn latere disci­pelen uitnodigt Hem te vol­gen, is er niet één die met bezwaren komt of weigert. Zij lieten hun zaak of bedrijf in de steek en volgden Hem in geloof. Zij gaven alles prijs.

Hij bracht zelfs een nieuwe leer: “Het Koninkrijk Gods op aarde”, waarvan zij nooit hadden gehoord. Van bekering wisten zij en van Johannes de Doper hadden zij gehoord dat Hij Gods Zoon was, de derde dag werd dit al bevestigd (Joh. 02:01). Als later veel mensen Hem volgen, nodigt Hij hen uit tot het Discipelschap…. Dat was de bedoeling niet, naar de samenkomst en de Bijbelstudie, goed, maar je moet niet alles te letter­lijk nemen, daar schrik je de mensen mee af. Een ieder heeft zijn excuus: een akker gekocht, een stel ossen, een vrouw getrouwd, een dode begraven, mijn zaak, baan, positie, mijn nieuwe huis, auto, boot, mijn gezin, fa­milie, mijn man, vrouw of kinderen   

Begrijpen wij niet dat God geen behagen heeft in het compromis en er geen gebeds­verhoring komt als wij wel tijd hebben voor de dingen van de wereld en geen tijd hebben voor het Discipelschap?

Dood geloof

Toon mij dan uw geloof uit uw werken… Het geloof is dood als het niet met werken gepaard gaat. (Jak. 02:14-26). Geestelijk leven is alleen mogelijk uit Gods Geest, na­tuurlijk geloof is dood. God is geest, en die Hem aanbid­den doen dit in Geest en Waarheid.

De eerste opdracht van Jezus aan Zijn discipelen was, zonder Hem er op uit te gaan twee aan twee, naar de land­streken, dorpen en steden waar Hij zelf komen zou. En zonder protest gaan zij! (Luc. 10:17-19).

Het waren geen geschoolde jongens, ze hadden geen lan­ge kleren aan als teken van waardigheid, het waren gewo­ne mensen, zoals alle kinde­ren Gods. Zij wisten wat hun te wachten stond, Hij had hun niet in het onzekere ge­laten. Zij schaamden zich het evangelie van Jezus Christus niet. (Matt. 10:17). Zij keerden terug vol blijd­schap. Zij hadden het evan­gelie van het Koninkrijk Gods gebracht, de zieken werden genezen en de boze geesten uitgedreven.

Leert hen onderhouden al wat Ik u geboden heb!

De opdracht en leer is nog net zo geweldig als toen,on­veranderd. De zondaren op­zoeken waar zij zijn, op de straat en verzamelplaatsen, in de huizen, dus op elke plaats waar je ook in de sa­menleving mensen aantreft. Duizenden jonge mensen lopen met een lege ziel en hebben nog nooit het bevrijdende evangelie van Jezus Christus gehoord. Zij hebben stenen voor brood gehad, voor hen hoeft het niet meer. Aan de zelfkant van onze samenle­ving, in de asfaltjungle der grote steden kun je de ver­lorenen vinden, zij die jong sterven door het vergif wat hun in de poelen van verderf verkocht wordt. In de meeste gevallen met geld waar zij hun jonge lichamen voor ver­kopen .

De wijsgeren en vrijheid predikers, hebben in vijf jaar alle taboes opgeruimd en een nieuw slavenvolk gekweekt, het product van de welvaart­staat. Als je via de stati­ons de grote steden in Ne­derland binnenkomt, zie en proef je de zedelijke ver­rotting van onze samenleving waar ook onze kinderen mee worden besmet, de zonde is namelijk een besmettelijke ziekte. De wetenschap heeft geen antwoord voor de sla­vernij van soft- en hard­drugs, voor de afgoderij en gemeenschap met boze gees­ten, zij staan machteloos.

Gij dan geheel anders, gij hebt Christus leren kennen

Elk kind van God moet een discipel zijn, of je nu 15 of 75 bent. Wat niet inhoudt dat je gelijk van school, uit je baan of uit je gezin moet gaan of vader en moeder moet verlaten, maar wees een discipel op de plaats waar je staat. Durf anders te zijn, op school, werkplaats, in welke positie ook in de samenleving. Wij zijn wel in maar niet van deze wereld. Als een zondaar zich bekeerd is er blijdschap in de he­mel. Het bloed zal van ons gevraagd worden, zegt God in Ez. 03:16-21. Wee mij als ik het evangelie niet verkondig en niet Zijn ge­tuige zou zijn. Die Mij ver­loochent voor de mensen, die zal Ik verloochenen voor de heilige engelen van Mijn Va­der die in de hemel is, zegt Jezus.

Het is beter je niet te schamen voor Hem, dan dat Hij zich voor ons zou moeten schamen. De nood is groot en wordt steeds groter. Wij kunnen geen weekeind-christenen zijn of vakantiegangers met warm en koud stro­mend water in onze kamers. Mensen met kritiek zijn er altijd geweest, die weten het altijd beter en wijzen veel met de vinger. Discipel van Jezus is een betrekking voor het leven. Werkeloosheid is niet mogelijk bij onze Meester. Hij heeft voor ons aan het kruis de overwinning behaald en heeft alle macht in hemel en op aarde.

Gehoorzaamheid is beter dan offers

Gehoorzaamheid is beter dan offers, zegt 1 Sam. 15:20-26. Ongehoorzaamheid en hoogmoed zijn de grootste zonden voor God. Vele mensen die werke­lijk geloven, leven in angst en onzekerheid voor de eeu­wigheid. Maar wij hebben het antwoord en de kracht in Je­zus’ Naam. Zij hongeren en dorsten naar gerechtigheid en willen verzadigd worden. Geeft gij hen te eten, is de opdracht voor u en voor ons allen. Jezus Christus was altijd op weg met Zijn discipelen, zelfverzekerd als een Heerser over elk probleem en situatie, Hij had een leer met gezag. Hij was met Ontferming bewogen, als Hij de mensen zag die Hem volgden, gekweld en o- verweldigd door de machten der duisternis. “Hieraan zullen allen weten dat gij discipelen van Mij zijt, als gij liefde hebt onder elkander”. Discipelschap en liefde is Zijn gebod.

Als van de 15000 mensen in Utrecht op de “One Way Day”, 12000 jongeren een keus zou­den maken een discipel van Jezus te worden, zou dat be­tekenen dat er 40 x 300 (het getal van het leger van Gideon is 300) discipelen bij zouden komen in Nederland. Een leger van vrede en lief­de met de wapens der ge­rechtigheid. En met de ze­kerheid dat Hij voor en ach­ter ons is. Voor wie zouden wij dan nog vrezen?

Instrumenten door God bespeeld!

Wij moeten allen instrumen­ten van God zijn. Alleen moeten wij het niet zelf be­spelen, want door alle “zelfdoeners” is die grote verwarring ontstaan. Als al­le instrumenten – hoe ver­schillend ook – zich stellen onder de tucht van de Heili­ge Geest, kan de grote Diri­gent een orkest vormen. Dan zullen alle eigen geluiden zwijgen, om alleen Zijn Naam te verheerlijken, en het Le­ger van het Koninkrijk Gods zich uitbreiden tot heil der mensheid. Een Leger des Heils vol van Zijn kracht en heerlijkheid. Laat dit onze bede zijn: “Zie, mijn Here en mijn God, hier ben ik om uw wil te doen!”

 

Kerk en doop door Gert Jan Doornink

Ervaring

Het is algemeen bekend dat de Katholieke kerk en de meeste Protestantse kerken afwijzend staan tegenover de Bijbelse doop door onderdom­peling. Onze eigen ervaring dateert uit het jaar 1958, maar we herinneren ons die nog als de dag van gisteren. We waren toen nog lid van de Hervormde kerk, maar op een samenkomst waar gesproken werd over de doop door onderdompeling overtuigde de Heilige Geest ons om in gehoor­zaamheid aan Gods Woord ons oude leven met Christus af te leggen in het watergraf en met Hem “in nieuwheid des levens te gaan wandelen” (Rom. 06:03-04).

Samen met enkele anderen lieten wij ons enige tijd later dopen. Grote blijdschap vervulde on­ze harten, omdat wij wisten dat wij in Gods wil stonden en eenvoudig gehoorzaam waren ge­weest aan de’ opdracht, die op verschillende plaatsen in de Bijbel zo overduidelijk wordt omschreven.

Satan had ons niet van deze geloofsstap af kun­nen houden, maar was uiteraard woedend dat we de weg van gehoorzaamheid waren gegaan. Spoedig daarna kregen wij bezoek van de dominee met en­kele kerkeraadsleden. Zij hadden een brief bij zich van het klassikaal bestuur, waarin ons de toegang tot het Heilig Avondmaal werd ontzegd, omdat wij ons aan de kerkelijke regels hadden onttrokken. In de discussie die ontstond merkte één van de kerkeraadsleden op: “Je zégt nu wel dat je een kind van God bent, maar hoe bewijs je dat?” De Heilige Geest gaf ons op dat moment in het hart om te zeggen: “Zijn Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn” (Rom. 08:16).

Onderdompelen

Wie eenmaal Jezus heeft aanvaard als zijn Heer en Heiland en het oprechte verlangen heeft Hem te dienen, kan niet anders dan Hem gehoorzaam zijn en laat zich ook dopen door onderdompe­ling. (Dopen = onderdompelen). Gods Woord zegt: “Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden”(Mark. 16:16).

Ieder jaar worden, alleen reeds in Nederland, in tientallen doopdiensten, vele honderden ge­doopt door onderdompeling. Zeker twee/derde van hen hebben een kerkelijke achtergrond en voor hen is de strijd vaak dubbel zwaar, omdat zij op de één of andere wijze miskend worden door het kerkgenootschap waartoe zij behoren. Er zijn uiteraard uitzonderingen, en de laatste jaren is men zich hier en daar wat soepeler gaan opstellen, maar in het algemeen blijft de kerk afwijzend staan tegen het bevel van Jezus, dat in de eerste Christengemeenten als een nor­male zaak werd toegepast.

Trouwens dat de kerk als geheel nog steeds de enige waarachtige doop, op geloof en door on­derdompeling, niet wil aanvaarden, blijkt uit een artikel in “Trouw” van 11 februari 1977. Daar wordt onder de kop: “Kerken grotendeels eens over doopleer” uitvoerig verslag gegeven over het zogenaamde “oecumenische dooprapport”, opgesteld door een door de raad van kerken be­noemde commissie, onder leiding van mevr. dr. E. Flesseman-van Leer.

Compromis

Het rapport – dat voorlopig is, een tweede ver­sie van het rapport zal te zijner tijd worden doorgestuurd naar de kerken – komt tot de con­clusie dat “de verschillen niet zo groot zijn, dat ze een onderlinge dooperkenning in de weg mogen staan”. Het rapport is min of meer een compromis tussen de verschillende opvattingen en alleen reeds daarom verwerpelijk. Met geen woord wordt gerept over de in de Bijbel zo dui­delijk aangegeven weg, als de enige weg naar de wil van God.

Tegenstanders van de Bijbelse doop voeren nog al eens als argument aan dat sommigen de Bij­belse doop zo fanatiek verdedigen, maar aan andere aspecten van het christenleven voorbij­gaan. Vanzelfsprekend is de doop niet het enige onderdeel van de weg van gehoorzaamheid, maar wel het begin! Juist daarom is het zo uitermate belangrijk! Petrus zei op de Pinksterdag: “Be­keert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen”(Hand. 02:38).

Oproep

Daarom, aan het einde van dit artikel, een op­roep voor allen die inzien dat ook zij de weg van gehoorzaamheid moeten bewandelen en zich moeten laten, dopen. Tot hen willen wij zeggen: Wacht niet langer, maar wees gehoorzaam! Laat u niet afremmen en tegenhouden door familieleden en kennissen, die zelf ongehoorzaam blijven. De doop is geen gevoelskwestie, maar een stap in het geloof, waarop een enorme zegen rust. Al­leen de duivel heeft er belang bij als u onge­hoorzaam blijft, maar u wilt toch niet onder zijn heerschappij blijven?

Wees daarom gehoorzaam en aanvaard de consequenties, ook als u bespot en uitgelachen wordt en misschien buiten uw kerkgemeenschap komt te staan. Voor een kind van God is echter een eti­ket niet meer belangrijk, want u behoort dan in de eerste plaats tot de Gemeente van Jezus Christus en de leden van die Gemeente kunnen God slechts welgevallig zijn in de weg van ge­loof en gehoorzaamheid!

  1. S. Als u nog vragen hebt over de doop, kunt u ons ten alle tijde schrijven. Uw problemen worden op vertrouwelijke wijze behandeld en beantwoord.

 

Nico Goverts

“Kinderen Gods zijn vaak te weinig bezig met de majesteit en luister van de Heer. Wij moeten niet alleen danken voor wat Hij doet, maar ook voor wat Hij is”