Levend geloof 1977. 03-04 nr. 170

De kracht van Pasen door Gert Jan Doornink

Zekerheid

Als de waarachtige Gemeente van Jezus Christus Paasfeest viert, doet zij dat met de heerlijke zekerheid dat Pasen het feest is van de kracht. Geen menselijke kracht, maar kracht die zijn oorsprong vindt in God zelf, de Schepper van he­mel en aarde, de Bron van alle leven.

Pasen betekent voor ieder kind van God het feest van overwinning, van de openbaring van Gods al­macht .

Op Pasen werd openbaar wat op Goede Vrijdag be­slist werd. De vorst der duisternis was de grote verliezer en de Koning van het licht was Over­winnaar .

De kracht van God heeft zich geopenbaard in de overwinning op de dood door Jezus Christus! Toen de duivel meende dat hij het gewonnen had van God – op het moment dat Jezus stierf aan het kruis van Golgotha – had satan in werkelijkheid de grootste nederlaag aller tijden geleden. Im­mers op Paasmorgen stond Jezus op uit de dood. Hij was de grote Triomfator over de dood. Hij bewees dat de woorden waar waren, die Hij eens bij Zijn afscheid had gesproken: “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde”(Matt. 28:18).

Deze overwinning op de dood, deze manifestatie van Gods almacht, heeft ongekende heerlijke perspectieven geopend voor ieder mens. Daardoor is er voor iedereen die gelooft in het volbrach­te werk van Jezus Christus, de Zoon van de le­vende God, het nieuwe, eeuwige leven beschik­baar.

Daarom kunnen kinderen Gods vol blijdschap en zekerheid zingen: “Jezus leeft en wij met Hem!”

Kracht

De openbaring van Goddelijke kracht, zoals deze op Pasen zijn hoogtepunt vond, werkt door in elk facet van ons leven als kind van God.

Is het u wel eens opgevallen hoe vaak het woord­je “kracht” in de Bijbel voorkomt? Enkele voor­beelden uit de vele tientallen.

1 – Vlak voor Zijn heengaan van deze wereld zei Jezus: “Gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult Mijn ge­tuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judéa en Samaria en tot het uiterste der aarde” (Hand. 01:08)

2 – Paulus schreef aan de Gemeente te Rome over de kracht van het evangelie: “Want ik schaam mij het evangelie niet, want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft” (Rom. 01:16)

3 – Paulus schreef aan de Gemeente te Korinthe over de kracht van de boodschap die hij uitdroeg en ook wij uit mogen dragen: “Want het koninkrijk Gods bestaat niet in woorden, maar in kracht” (1 Kor. 04:20).

– Over Gods Woord zegt de schrijver van de Hebreeënbrief: “Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard. . . . “(Heb. 04:12). De engel Gabriël had het ook reeds gezegd tot Maria: “Want geen woord, dat van God komt, zal krachteloos wezen”(Luc. 01:37).

– Paulus’ gebed voor de Gemeente te Efeze zegt op duidelijke wijze: “Hoe overweldigend groot Zijn kracht is aan ons, die geloven, naar de werking van de sterkte Zijner macht, die Hij heeft gewrocht in Christus, door Hem uit de doden op te wekken en Hem te zetten aan Zijn rech­terhand in de hemelse gewesten, boven alle over­heid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd wordt niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw” (Ef. 01:19-21).

Laten we goed voor ogen houden, als getuigen van Jezus Christus in deze wereld, dat de kracht die in ons is en door ons heen werkt, de kracht van God zelf is. Als we ook maar iets af doen van de kracht van Pasen – zoals in onze dagen helaas zovelen doen – raken wij op een hellend vlak en staan niet meer in het centrum van Gods wil.

Opstanding

Jezus Christus heeft radicaal afgerekend met het probleem van de dood. Juist daarom zal de vijand iedere aanval op het echte christelijke geloof in de allereerste plaats richten op het geloof in de opstanding van Jezus.

De waarachtige christen is echter op zijn hoede en laat zich niet beïnvloeden door de duivel. Hij leeft uit de kracht van Pasen. Wat er toen gebeurd is, werkt voor altijd door in zijn leven. Met Paulus is het doel van ons leven: “Jezus te kennen en de kracht zijner opstanding en de ge­meenschap aan Zijn lijden, of wij, aan Zijn dood gelijkvormig wordende, zouden mogen komen tot de opstanding uit de doden”(Filip. 03:10).

Door de overwinning van Jezus hebben wij de ze­kerheid dat wij deel hebben aan deze opstanding.

“Want wij zijn burgers van een rijk in de heme­len, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als Verlosser verwachten, die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het aan zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt, naar de kracht, waar­mede Hij ook alle dingen Zich kan onderwerpen” (Filip. 03:20-21).

Maar zullen sommigen opmerken, de dood is toch nog een realiteit, waarmee we allemaal te maken krijgen? Het is de mens beschikt eenmaal te sterven en daarna het oordeel? (Heb. 09:27).

Laten we dan goed bedenken dat de Bijbel spreekt over een “eerste dood” en een “tweede dood”. Over de tweede dood lezen wij in Openb. 02:11 en in Openb. 20:06 en Openb. 20:14. De waarachtige gelovigen (de geestelijke strijders en overwinnaars)hebben met deze tweede dood niets meer te maken. Zij zijn vrijgesteld van deze poel die brandt van vuur en zwavel, de plaats voor de lafhartigen, de ongelovigen, de verfoeilijken, de moorde­naars, de hoereerders, de tovenaars, de afgoden­dienaars en de leugenaars (Openb. 20:08).

Sleutels

En wat de “eerste dood” betreft: Ook die heeft voor de echte gelovigen geen angstaanjagende be­tekenis meer. Want over de dood heen ziet hij op Jezus, die gezegd heeft: “Ik ben de eerste en de laatste, en de levende, en Ik ben dood geweest, en zie Ik ben levend tot in alle eeuwigheden, en Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk” (Openb. 01:17-18).

Om die reden wist Paulus – en met hem iedere ge­lovige – het antwoord op de vraag: “Dood, waar is uw overwinning? Dood, waar is uw prikkel?”. Gode zij dank, die ons de overwinning geeft door onze Here jezus Christus. (1 Kor. 15:55-57).

Op Golgotha werd de strijd beslist tussen God en satan. Daar ontwapende Jezus Christus de overhe­den en machten. Daar stelde Hij hen openlijk ten toon en daar zegevierde Hij over hen. (Kol. 02:15) De boodschap van Goede Vrijdag en Pasen is daar­om niet zo maar een boodschap, vrijblijvend en zonder inhoud. Het is DE boodschap van de leven­de God zelf, het is de kern, het hart van het evangelie.

Wie Jezus Christus aangenomen heeft als Verlos­ser en Bevrijder heeft deel gekregen aan het echte, Goddelijke leven. Een nieuwe wereld is voor hem opengegaan. De wereld van het nieuwe, eeuwige leven in gemeenschap met God. De geeste­lijke wereld waarin wij leven door de kracht van Pasen!

 

Kerk en doop door redactie

In het eerstvolgende nummer van ons blad hopen wij nader in te gaan op verschillende reacties die wij ontvingen naar aanleiding van ons arti­kel “Kerk en Doop”, in het vorige nummer van “Levend Geloof”.         – red.

 

God zal voorzien door J. Noë

 

Gebrek aan vertrouwen

Broeders en zusters, we le­ven op het ogenblik in een tijd waar men het in kerke­lijke en helaas ook wel in pinksterkringen niet zo nauw neemt met Gods Woord, of dat men God niet op Zijn Woord neemt door gebrek aan vertrouwen en geloof. Men neemt dan voor alle zeker­heid aan wat de wereld biedt (je kunt immers nooit weten, nietwaar?) en beseft niet, dat we God hierdoor bedroeven, waardoor onze ge­beden, bijvoorbeeld om gene­zing of voor andere proble­men van welke aard ook, niet worden verhoord.

Gods Woord wijst ons duide­lijk de weg, die wij gaan moeten om te ontvangen, waar­voor wij bidden en wij dus alles moeten prijsgeven en loslaten, wat een belemme­ring zou kunnen zijn voor een volkomen leven met Hem. We zullen nu eens Gods Woord ter hand nemen en enige voorbeelden aanhalen, waar God op wonderbare wijze in heeft voorzien.

Oude Testament

a – De geschiedenissen van Abraham, Jacob en Jozef, alsmede van Israël onder Mozes, Jozua, Richteren en Koningen, zijn u allen wel be­kend. Daar behoef ik dus niet verder over uit te wei­den. Als je dit alles zo doorleest wordt je diep getroffen van Gods almacht.

b – Wel wil ik een paar won­derbare dingen aanhalen die geschiedden bij de profeten.

– Elia: De olie die niet opraakt bij de weduwe van Sarfath (1 Koningen 17).

Wonder op de Karmel (1 Koningen 18).

– Eliza: De olie van de weduwe van de profeet (2 Koningen 4).

De Sunamietische en haar zoon (2 Koningen 4).

De spijziging van de honderd (2 Koningen 4).

Zijn optreden in de oor­log tegen Aram (2 Koningen 6)

Zijn optreden tijdens het beleg van Samaria (2 Koningen 6).

– Daniël: De drie mannen in de oven.

In de leeuwenkuil.

Uitlegging van dromen en tekenen.

– Jona: Het wonder met de vis.

Nieuwe Testament

a – De wonderen, welke Jezus deed. Maar nu wil ik slechts de volgende even aanhalen:

De wonderbare spijzigingen.

Het veranderen van water in wijn.

De wonderbare visvangst.

De vis met het belas­tinggeld in zijn bek.

b – De wonderen welke met de discipelen gebeurden:

Hun bevrijding uit de gevangenis door een en­gel (Handelingen 5).

Bevrijding van Petrus uit de gevangenis door een engel (Handelingen 12).

Het geval van Paulus en Silas met de gevangenbe­waarder van Filippi (Handelingen 16).

Schipbreuk van Paulus op zijn reis naar Rome (Handelingen 27).

Steniging van Paulus (Handelingen 14).

God is niet veranderd!

Nu zult u wel zeggen, waarom haalt u al deze bekende din­gen toch aan? Nu, wel hierom om u er opnieuw op attent te maken, dat God nog steeds dezelfde, machtige, onveranderlijke en liefdevolle God is. Die ons nu alles schenkt in Zijn geliefde Zoon Jezus Christus, die dezelfde is, gisteren, heden en tot in eeuwigheid.

Wat zegt Jezus nu in Zijn Bergrede (Matteüs 6)?

Vers 25: “Daarom zeg Ik u: “Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij eten of drin­ken zult, of over uw lichaam waarmede gij het zult kle­den            “enz.

Vers 32-33: “Want naar al deze dingen gaat het zoeken der heidenen uit. Want uw hemelse Vader weet dat gij dit alles behoeft. En dit alles zal u bovendien geschonken worden”.

Dus ook hier weer de voor­waarde, namelijk: Zoek eerst het koninkrijk Gods. Uit de evangeliën blijkt duidelijk wat Jezus met het Koninkrijk Gods bedoelt en dit wordt eerst een realiteit in en voor ons door een vruchtbare rank aan de wijnstok te zijn. Jezus zegt in Matt. 06:08: “Want God de Vader weet wat gij van node hebt, eer gij Hem bidt”. En in Psalm 55 en 1 Petr. 05:07 staat: “Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u”. Het Koninkrijk Gods komt echter ook met kracht. God wil onze geest, ziel en li­chaam voorzien van Zijn heerlijkheid. En Jezus vol­deed aan deze opdracht toen Hij op aarde was. Hij ver­brak de werken des duivels, genas alle ziekten en kwa­len, wierp duivelen uit, wekte doden op, enz. Ver­volgens gaf Hij dezelfde opdracht aan de discipelen en aan alle gelovigen. (Matt. 10:07-08; slot Marcus)

Eigen ervaringen

Zoals reeds gezegd: God schenkt ons alle dingen in Christus Jezus (Rom. 08:32), als we maar op Hem vertrou­wen. Ik heb dit ervaren in mijn eigen leven. Ik zal u er eens wat van vertellen.

1 – Tweemaal heb ik meege­maakt, namelijk eenmaal per schip en eenmaal per vlieg­tuig, dat de Heer een storm tot zwijgen bracht op mijn gebed.

2 – Op een keer reden we ‘s avonds op een smalle weg met de auto van Den Haag naar Wassenaar, toen plot­seling het licht uitging. We zetten de auto aan de kant en wat we ook probeer­den het licht ging niet meer aan. Toen zijn wij gaan bidden, gewoon en in tongen. Na ons gebed pro­beerden we het weer en ja, hoor, het licht ging aan. We reden toen door naar Voorschoten en zetten de auto in de garage. Toen we weer probeerden het licht in te schakelen, lukte het niet. De Heer had ons ge­holpen.

3 – Tijdens een reis door Zwitserland wilde ik graag de Mont Blanc vanaf grote hoogte bewonderen. Het was echter mistig en regenach­tig weer en dus niet direct geschikt om die tocht te ondernemen. Ik zei: Heer, ik waag het toch met u. Ik ging met de lift naar boven en toen ik boven op het platform (ongeveer 3200 m. ) was, was alles nog in mist en wolken gehuld. Ik heb toen de Heer gebeden en gezegd: Heer, ik ben naar boven ge­gaan om Uw mooie schepping te bewonderen, neem a. u. b. die mist en wolken weg. En op hetzelfde moment gingen de wolken vaneen en aan­schouwde ik het machtige Mont Blanc massief. Ik genoot en na enige ogenblikken zei ik stil en dankbaar: Dank u Heer, dat was zeker het geld wel waard. Toen sloot het wolkendek zich weer. U kunt begrijpen wat er in mij omging.

4 – Ik was in Londen naar een Pinksterconferentie ge­weest en had nogal veel geld uitgegeven, waardoor ik niet veel geld meer had. Op de terugweg zei ik tegen een Hollandse zuster of zij, als het nodig mocht zijn, mij wat geld kon lenen. Dat vond zij best. Op die conferentie had ik een mij bekende En­gelse dominee ontmoet, die in zijn kerk ook genezings­diensten leidde en hij had mij uitgenodigd om zo’n dienst bij te wonen. Die­zelfde zuster en ik zijn er toen heengegaan. Wij beiden hebben toen een getuigenis gegeven en ik heb toen met de gemeente nog opwekkings­liederen gezongen en nog en­kele woorden gezegd. Het was een fijn samenzijn en na de dienst hebben wij nog enige gesprekken gevoerd. Bij het weggaan bleek de dominee wat geld in mijn zak te hebben gestoken, wat ongeveer over­een kwam met het bedrag dat ik de zuster had gevraagd. Ik was diep beschaamd.

Ik zou nog meer wonderbare dingen kunnen vertellen ook in verband met ernstige ziekten, die ik gehad heb (ik heb hier al wat van ge­tuigd in een “Levend Geloof” jaren geleden), maar ik laat het hierbij.

“Hoe groot zijt Gij!”

Broeders en zusters, ik heb dus enkele voorbeelden uit de Bijbel en uit mijn eigen leven aangehaald om u aan te tonen, dat God niet alleen in grote maar ook in kleine dingen voorziet. Als je boe­ken leest over grote Godsmannen en hun leven, dan kun je alleen maar stil zijn en zeggen: Oh God, hoe groot zijt gij.

Jezus zegt in Matt. 07:07-11: “Bidt en u zal gegeven woe­den; zoekt en gij zult vijf­den; klopt en u zal openge­daan worden. Want een ieder, die bidt, ontvangt, en wie zoekt, vindt, en wie klopt, die zal opengedaan worden. Of welk mens onder u zal, als zijn zoon hem om brood vraagt, hem een steen geven? Of als hij een vis vraagt, zal hij hem toch geen slang geven? Indien dan gij, hoe­wel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader in de hemelen het goede geven aan hen, die Hem daarom bidden”.

Geweldige woorden niet, wel­ke Jezus uitsprak tijdens Zijn Bergrede. En daarom in aansluiting op hetgeen ik reeds in het begin geschre­ven heb, zeg ik nu nog eens, als dus ons gebed niet wordt verhoord (soms kan het wel eens een tijd duren voor wij het resultaat zien), dan is er iets mis tussen onze ver­houding met God/Jezus of bidden wij iets dat niet naar Zijn wil is. We moeten ons dan zelf onderzoeken of wij wel recht en zuiver te­genover de Heer staan en ie­dere binding met de macht der duisternis verbreken of laten verbreken.

In verband hiermede moet ik nog een teer punt aanraken, namelijk de beruchte pil (o­ver abortus praat ik niet eens). Ben ik er zover naast als ik beweer dat dit we­reldse middel ook in pinkstergezinnen wordt gebruikt? Gelooft u dat dit God welge­vallig is? Gelooft u niet of hebt u er geen vertrouwen in dat God, op grond van Zijn Woord, u ook hierin niet kan leiden en voorzien? Dat zijn toch dingen, die we goed on­der ogen moeten zien.

Ik wil nu eindigen met de tekst uit Filip. 04:19: “Mijn God zal in al uw noden (be­hoeften) , naar Zijn rijkdom, heerlijk voorzien in Chris­tus Jezus”. Amen!

 

 

 

Het Koninkrijk der hemelen door Jan W. Companjen

 

“Bij een ieder, die het woord van het Koninkrijk hoort en het niet verstaat, komt de boze en rooft wat in zijn hart gezaaid is”.

(Matt. 13:19) .

Het koninkrijk der hemelen

De Here Jezus trok door het land Israël en predikte het Koninkrijk der hemelen. Hij gebruikte daartoe gelijke­nissen en wilde daarmee zijn hoorders duidelijk maken dat er een nieuwe tijd was aan­gebroken. De discipelen wis­ten aanvankelijk ook niet waarom de Here Jezus daartoe gelijkenissen gebruikte. Van­daar dan ook de vraag in vers 10: “Waarom spreekt gij tot hen in gelijkenissen?” Jezus antwoordde hun en zei: (Vers 11): “Omdat het u ge­geven is de geheimenissen van het Koninkrijk te kennen maar zij het niet verstaan”. Jezus beloofde hun hier een geopende hemel. Later lezen wij dat deze geopende hemel ook inderdaad werkelijkheid geworden is. Maar voor velen is die geopende hemel ook nu nog zo’n vaag idee. En juist op deze grond spreekt onze tekst van het niet verstaan van de boodschap van Jezus Christus. Het niet doorbré­ken van het Koninkrijk Gods in iemands leven vindt in wezen zijn oorzaak in het niet verstaan van de beteke­nis van het “Koninkrijk der hemelen”. De waarheid hier­van zal in deze tijd steeds meer openbaar worden. Bewo­ners van dat Koninkrijk zijn koningen en priesters. En wanneer onze namen daar in dat Koninkrijk zijn inge­schreven, zijn wij overge­gaan van de duisternis naar het licht. Wij zijn wedergeboren, opdat wij dat Ko­ninkrijk zouden kunnen zien en binnengaan. (Joh. 03:03-05)

Navolgers van Jezus

De komst van Jezus Christus op aarde wordt door velen gezien als een verzoening voor onze zonde. Hij kwam en droeg onze schuld. De teke­nen en wonderen die Hij deed worden als iets bijkomstigs gezien. Zij vergezelden als het ware Jezus om aan te to­nen dat Hij de Zoon van God was en dat Hij dus inderdaad de schuld der wereld kon wegdragen.

Dit is echter slechts één deel van Zijn komst naar de­ze wereld. Hij droeg inder­daad onze zonde weg, maar Hij deed meer: Hij opende voor ons het Koninkrijk der hemelen. Daarom konden de apostelen zeggen dat wij in Zijn voetspoor moesten gaan, ja zelfs Zijn navolgers moesten worden. Daarom zegt Jezus ook tot Zijn discipe­len in Matt. 04:19 (St. vert. ) “Volg Mij, en Ik zal u vis­sers van mensen maken”. Met andere woorden: U zult dan pas echt mensen voor Mijn Koninkrijk kunnen winnen, als u navolger van Mij wilt zijn.

De waarheid rondom dit Woord zal ons waarlijk vrijmaken.

Jezus kwam dus niet alleen op aarde om onze schuld te verzoenen, Hij kwam ook de ganse schepping herstellen! En daartoe opende Hij voor ons het Koninkrijk der heme­len. Zijn prediking was er op gericht de mens te bren­gen binnen de grenzen van dat Koninkrijk met Zijn blijdschap, vrede en rust. Na Zijn verlossing door Zijn bloed, gaf Hij ons ook de Heilige Geest, opdat wij zouden kunnen gaan functio­neren in de hemelse gewesten en te kunnen zijn waar Hij is. Zo’n geloof geeft wasdom en zekerheid dat wij Hem toebehoren. Dan wast ook dit bouwwerk goed ineensluitend op tot een tempel heilig in de Here, in wie ook gij (mede gelovige), mede ge­bouwd wordt tot een woonste­de Gods in de Geest.

Als wij met Hem gestorven en begraven zijn – de doop is daarvan een teken en belij­denis – dan zijn wij ook met Hem opgestaan tot dat nieuwe leven. Ef. 02:06 zegt daarvan: “Door genade zijt gij behou­den en Hij heeft ons’ mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten”.

De grote opdracht

Daarom, geliefden, ontwaakt gij die slaapt en sta op uit de dood en Christus zal over u lichten. De betekenis van ons tekstwoord is daarom zo geweldig: Ook nu geldt de vraag: verstaat u wat u hoort of leest? De boodschap van het Koninkrijk der heme­len zal over deze aarde ver­kondigd worden en dan – als dit tot een getuigenis is geschied – dan pas komt het einde in zicht.

Jezus Christus heeft als Hoofd der Gemeente, dat is Zijn Lichaam, nog een mach­tige opdracht voor u en mij in petto. Wilt u daaraan meewerken, dan komt u tot een levend geloof. Dan komt u ook tot herstel naar geest ziel en lichaam, omdat Hij de grote Hersteller is. Daar­om horen genezing en bevrijding ook onafscheidelijk bij deze boodschap. Die bood­schap werkt scheppend en bevrijdend en maakt alle dingen nieuw.

In ons dagelijks leven komen wij steeds weer mensen tegen die zeer godsdienstig zijn. Zij kennen als het ware de Bijbel van voren naar achte­ren en van achteren naar vo­ren. Maar als men over het Koninkrijk der hemelen praat wordt het woord dadelijk door de duivel weg gemaaid omdat men dit niet verstaat.

Kiest u ook voor het koninkrijk Gods?

Lezer en lezeres, vraag dit ook eens aan u zelf. Versta ik wat Jezus met dit Ko­ninkrijk bedoelde? Is de Bijbel een geschiedenisboek van het Joodse volk of is het een Geestelijk Boek dat men kan verstaan langs de weg van Geestelijke openba­ring, omdat wij weer bekwaam zijn geworden in de Geeste­lijke wereld waar het Ko­ninkrijk Gods is.

Als tegenhanger bevindt zich in deze onzienlijke wereld ook de duivel met zijn tra­wanten. Indien wij dan ook de wapenrusting Gods aan­trekken, komen wij met die krachten in strijd. De dui­vel is op dit punt niet ver­anderd. Hij verzocht Jezus in de woestijn en bood Hem de gehele wereld aan. Maar Jezus koos voor het Konink­rijk Gods en zeide: De Here uw God zult gij aanbidden en Hem alleen dienen.

Hoe staat dat heden ten da­ge? Hoevelen volgen Hem werkelijk? Hoevelen volgen Hem in Zijn leer en gaan bok werkelijk die ene weg die Hij ons geleerd en geopen­baard heeft? Jezus maakt vrij ja dat doet Hij, maar dan ook met een doel. Hij wil ons weer werkelijk kroon der schepping maken, opdat wij ook Zijn leer met gezag kunnen gaan brengen. Dat is onze opdracht, dat is de boodschap van ons blad. Wij willen er een steentje toe bijdragen, opdat deze koste­lijke boodschap weer onder het stof uitkomt. Dan zullen wij, samen met alle heili­gen, opwassen tot alle vol­heid Gods

Het is oogsttijd!

Voor dit machtige kwam Hij op deze aarde. Ook nu in on­ze eindtijd zal Hij komen met voorbijzien van de tijd van onwetendheid. De oogst­tijd is gekomen en Hij zal niet wachten. Leg dan af al­le dingen die uw geestelijke vooruitgang in de weg staan. Let ook eens op dat woord: Afleggen. Het afleggen van ons eigen “ik” wordt nog al eens aangehaald als iets dat de mens moet maken tot een willoos schepsel. Nu wil ik u verzekeren dat, dat ner­gens in de Bijbel een grond vindt. Afleggen van het ei­gen “ik” wil zeggen: afleggen van de oude mens om op te staan tot de nieuwe mens. Leg “de leugen” af en ban de leugengeesten uit die de mens er altijd onder hebben gehouden en sta op met Christus tot een nieuw le­ven. Die in Christus gedoopt zijn, zijn met Hem bekleed en niet uitgekleed.

Durf als christen uw hoofd op te heffen en breng Zijn Naam eer omdat u weer werke­lijk mens kunt zijn. Chris­tus heeft ons voor God ge­kocht met Zijn bloed (Openb. 05:09) en dan Openb. 05:10: “En gij hebt hen voor onze God ge­maakt tot een koninkrijk en tot priesters en zij zullen als koningen heersen op deze aarde”.

Jezus leeft en wij met Hem. Wij willen u aanmoedigen om ook die strijd te strijden. Wij zullen als overwinnaars te voorschijn komen. In Openb. 12:07 vv staat geschreven: Er ontstond oorlog in de hemel. Maar de duivel en zijn engelen konden geen stand houden en hun plaats werd in de he­mel niet meer gevonden (zij werden er verdreven). En de grote draak werd op de aarde geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en sa­tan, en hij werd overwonnen door: A. het bloed van het Lam en B. door het woord van hun getuigenis. Zij, die gelovigen, hebben hun leven niet liefgehad tot de dood, maar waren opgestaan tot een nieuw, eeuwig leven met Hem. Daarom, verheugt u, gij he­melen en wie daarin wonen.

Met Hem gestorven,

met Hem in ’t graf

Daar ligt begraven

mijn schuld, mijn straf.

Waarom zou ‘k nog zuchten?

‘k Wil juichen voortaan

Niets blijft te doen meer,

Hij heeft voldaan.

Met Hem verrezen

ten hemel gegaan

Daar is mijn wandel

nu en voortaan

‘k Wacht ook van daar

mijn komende Heer

Alles is nieuw dan,

het oude is niet meer.

Ere zij de Heer!

 

Paasfeest 1977 door Judith

Elk kind van God weet wat Pasen inhoudt, name­lijk de opstanding van Jezus Christus en dat wij – Zijn eigendommen – eenmaal hetzelfde zul­len meemaken, omdat de Bijbel dat zegt. (Joh. 11:25-26).

Dit proces van de wederopstanding van het men­selijk lichaam (dat sterfelijk is) is een groot wonder; daar moeten we niet te licht over den­ken.

In geestelijke zin hoeven we met deze “gedaan­teverwisseling” niet te wachten totdat ons li­chaam sterft. Als we het hart aan de Heer heb­ben gegeven en de Heilige Geest inwoning heeft verkregen, beleven we als het ware elke dag de opstanding (wedergeboorte), waardoor niet gelovigen in onze omgeving kunnen constateren dat we nieuwe schepselen zijn geworden. Deze nieuwe schepping behoeft niet in een stortvloed van woorden te worden omgezet. Alleen al door onze houding en gedrag kan men een stil (doch le­vend!) getuigenis uitdragen van hetgeen Chris­tus persoonlijk teweeg heeft gebracht in het eigen hart en leven. Daarom bid ik u – behalve een Gezegend Paas­feest – ook een hernieuwde Paasfeest-viering toe.

 

Paasfeest (gedicht) door Judith

Wij vieren Pasen; ’t is een feest –

Van groot en diep’ betekenis;

Een wonderbaar gebeurtenis:

De dag van Zijn verrijzenis.

 

Wij vieren Pasen, vrij en blij;

Droeg Jezus niet ons aller straf?!

Gods Zoon legde het doodskleed af:

Slechts doeken vond men bij Zijn graf.

Wij vieren Pasen, Hém ter eer,

Die – door Zijn majesteit en macht –

Ons ’t nieuwe leven heeft gebracht,

Geschonken door des Geesteskracht.

 

Dat zo ons hart beleven mag,

Wat échte Paasfeest-viering is:

Ons leven: hét getuigenis,

Van ’t beeld van Zijn verrijzenis.

 

Waar het op aankomt! door H. J. Glasbergen

 

Een nieuw hart en een nieuwe geest

Voor hen die een nieuwe schepping zijn in Christus is er de blijdschap en de zekerheid dat zij van dag tot dag vernieuwd worden door Zijn Woord en Geest. Niet door een nieuwe kalen­der, want de tijdberekening van Gods volk bestaat niet meer in maanden en jaren, maar zij zien uit naar Zijn komst op de wolken. Zij le­ven al in het eeuwige leven, zij wiens klederen gewassen zijn in het bloed van hel Lam, dat de zonde der wereld wegneemt.

Een gemeente heilig en rein om Zijn Woord dat zij hebben aangenomen. Een gemeente die erkent en gelooft dat Hij van God gekomen is: Jezus Christus en die gekruisigd. Het hogepriesterlijk gebed van Jezus is een voorbeeld van eenheid voor ons. Hij wil dat wij één zijn, zo als Hij één was met de Vader. (Joh. 17:01-26).

Wij zijn geheiligd in Hem en vernieuwd door de Heilige Geest, om Zijn Naam te ver­heerlijken. Wij zijn mede­burgers en huisgenoten Gods, een uitverkoren geslacht.

In dit gezin moet vrede, liefde en gerechtigheid zijn dit is de wil van God. Zou dit mogelijk zijn? Als wij allen ons huis eens zouden reinigen en dan waakzaam zouden zijn, zodat niet meer de menselijke geest, maar Gods Geest ging regeren over ons. Wij zijn toch levende heiligen, heilig verklaard door Gods Zoon. Geen dode heiligen, heilig verklaard door menselijke uitvinding.

De leer van Jezus

Hij heiligt Zijn discipelen bij hun leven. Hij heiligt allen die Zijn Woord bewaren en het doen. Dit was een leer met gezag, die ook ons geschonken is, als wij gehoorzaam worden aan Zijn op­dracht, elkander lief te hebben, te eren en te ach­ten. Als Petrus en zijn me­dediscipelen de boodschap van Jezus Christus prediken in Jeruzalem, brengen zij de hele stad in opschudding. De raad, de synode zegt: Wij hebben u verboden in deze naam – Jezus – te leren, en zie, gij hebt Jeruzalem ver­vuld met uw leer. Wat is het dan stil bij ons in de ste­den, behalve de brengers van de leer van Marx en Engels, met borden en spandoeken. Dit was de leer van het Ko­ninkrijk Gods op aarde, die zegt dat de mens op aarde verzoend moet zijn met God, want zonder heiliging zal niemand God zien. 2 Kor. 05:17-21. Dit gebeurt hier op aarde, er is geen “later”. Dit is een leugen. Het Ko­ninkrijk Gods is voor hen die Zijn Woord liefhebben en in Hem God de Vader.

Wonderen en tekenen

Dat door de handen der apos­telen vele wonderen en teke­nen gebeurden, dat lammen gingen lopen, blinden zien en doven horen, dat de zie­ken op straat werden gelegd op matrassen, opdat wanneer Petrus voorbij kwam ook maar de schaduw van hem op de zieken zou vallen en deze zouden genezen, was voor de synode niet belangrijk. Ook niet als mensen van onreine geesten werden bevrijd.

(Hand. 05:12-16). Hun positie werd bedreigd door deze nieuwkomers.

Deze wonderen gebeuren niet meer. Zou God dan veranderd zijn? Deze discipelen waren vol van Gods Geest en leeg van zichzelf. Zou dit de oorzaak kunnen zijn?

Jezus genas allen die door de duivel overweldigd waren. (Hand. 10:38). Zijn opdracht aan de discipelen werd let­terlijk uitgevoerd, omdat zij maar één verlangen had­den: de naam van hun Meester te openbaren aan een zieke en verloren mensheid. Dit was hun grote kracht: gehoorzaamheid.

Hij wil ook nu een volk wat onberispelijk is, een volk van overwinnaars over de machten der duisternis, die de mensen overheersen, die niet van Hem zijn. Deze wan­delen in gerechtigheid en heiligheid, dragen vrucht en brengen genezing en herstel, liefde, vrede en blijdschap, zijn verdraagzaam en hebben elkander lief als uitverko­renen Gods, in nederigheid, zachtmoedigheid en geduld, niet met vrome woorden, maar zo als Christus ons voor­beeld is.

Een leer van mensen, die volkomen krachteloos is, brengt christenen voort, die slaven der zonde zijn. Door deze leer kunnen zij niet ontkomen aan de machten waardoor zij onderdrukt wor­den. Van hen zegt Jezus: De boom blijft liggen zo hij valt. Dat wil zeggen, zo als de mens sterft zal hij ge­oordeeld worden. Na de dood is er geen herstel meer.

De rijke man

Een rijk man stierf en werd wakker in het dodenrijk, in het vuur der pijniging. (Luc. 16:19-31) . Tot zover klopt het verhaal van het vagevuur maar dan houdt het op, want er is geen weg terug. Er was een kloof, een scheiding voor eeuwig, het was te laat. De rijke man leed dorst en vroeg of Lazarus met een vingertop water mag komen om zijn tong te ver­koelen in die hel van vuur. Maar Abraham zei: Je hebt je deel al gehad op aarde in rijkdom en eerbetoon. Dan zegt de rijke man: Ik vraag u dat gij hen naar het huis van mijn vader zendt en mijn vijf broers op aarde, om hen te waarschuwen, dat zij zich bekeren, opdat ook zij niet in deze hel komen.

Jezus leert verder: Zij heb­ben Mijn Woord op aarde en dat verwerpen zij, maar het Woord zal ons oordelen. Al zou iemand uit de doden op­staan, zouden zij nog niet luisteren. Dit zegt Jezus tot Zijn discipelen.

De mensen gaan verloren om­dat zij geen kennis hebben van Gods Woord. Zij leven zonder zekerheid en in angst voor de eeuwigheid. Zij roe­pen: Here, Here, maar tot Mij komen ze niet, zegt Je­zus, In Nazareth, waar de broeders en zusters van Je­zus woonden, geloofden de ook niet in Hem, zelfs zijn eigen broeders niet. (Mark. 06:01-06).

De tien wereldgodsdiensten

De tien wereldgodsdiensten laten zien hoe het Woord van  God altijd verdraaid en ver­kracht is. Daarom betekent een kerk met een groot aantal volgelingen op zichzelf niets. De Rooms Katholieke kerk staat aan de top met 552 miljoen gelovigen, het Hindoeïsme 515 miljoen, de Islam 513 miljoen, het Protestantisme, 324 miljoen, het Boeddhisme 234 miljoen, enz. , enz. ,Een ieder heeft iets naar zijn eigen denk­beelden. Allen zeggen de waarheid te bezitten, een derde beroept zich op het Woord van God, twee derde belijdt Jezus Christus niet als Gods Zoon, het Lam Gods. Dit is de antichrist, die de Zoon loochent, heeft ook de Vader niet.

De duivel doet zich voor als een engel des lichts en heeft de mens verleid vanaf het begin. Soms met vriende­lijke en zelfs lieve woorden of met zeer bekwame ge­schriften, zelfs Bijbeluitleggers met erg vrome woor­den, net echt. Er is maar één leraar van Gods Woord, dat is de Heilige Geest, de Waarheid. Een Woord wat en­kel positief en betrouwbaar s, het Woord van God.

Wat is geloof?

Geloven is dan ook niet een gevoelszaak of emotie, maar een heilige gemeenschap met God de Vader, door Zijn Zoon en de Heilige Geest. Miljoe­nen mensen zoeken eeuwig le­ven buiten de Christus, Gods Zoon, en komen in de macht der duisternis en gaan voor eeuwig verloren. Of zij zoe­ken God, of zij Hem tastende mogen vinden, in traditione­le en rituele vormendiensten oud en versleten, 2000 jaar geleden door Jezus gezegd. Jezus zegt: Die Mijn Woord verwerpt, verwerpt Mijn Va­der die in de hemel is. Geen lidmaatschap van een kerk of organisatie, geen bedevaart­plaats, geen heilige, geen mis of ongewijde aarde voor de overledenen, geen Mekka of Jeruzalem brengen ons dichter bij Jezus Christus. Hij stelt de voorwaarde en niet de mensen.

Jezus Christus is eeuwig leven

Er is onder de hemel geen andere Naam gegeven, waar­door de mens behouden wordt dan de Naam van Jezus. Kies dan nu. Wij dan gerechtvaar­digd uit het geloof hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus. Wij hebben toegang tot de Vader. Hij is voor God het volmaakte of­fer. Het is een belediging voor God te denken dat men­sen nog iets zouden kunnen toevoegen aan het offer van Jezus Christus, het is een volmaakt plan van God.

Wie moet men meer gehoorzamen, God of de mensen, zegt Petrus tegen de hogepriester en de synode. (Hand. 05:29). Wij moeten terug naar het begin. Wat Jezus Zijn disci­pelen predikte was goed, de leer van het Koninkrijk Gods, te weinig gepredikt, nog minder begrepen. Uw wil geschiede in de hemel en op aarde. Dit is een gebed voor dit leven, niet voor later in de hemel.

De wereldbevolking die Jezus niet als de Christus erkent wordt verscheurd door angst en haat. Een lege ziel kan niet gevuld worden met car­naval, seks of drank, dat is offeren aan de afgoden. Wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, want de toorn Gods blijft op hem, zegt Joh. 03:36. Maar wie ge­looft in Jezus, ontvangt eeuwig leven. En Jezus neemt elke vorm van slavernij weg!

 

 

Mijn woning (gedicht) door Judith

“De eeuwige God is u een woning en onder u zijn eeuwige armen”(Deut. 33:27).

“Ja, zelfs de haren van uw hoofd zijn alle geteld” (Luc. 12:07).

 

Ik weet: de haren van mijn hoofd

Zijn door God zelf geteld;

Geen macht is er die keren kan

Wat Jezus heeft gesteld.

 

Als Hij mijn veil’ge woning is

Waar ‘k in verkeren mag.

Zal dat mijn rust en vreugde zijn

Ook op de kwade dag.

 

Zijn eeuw’ge Vaderarmen zijn

Gedurig onder mij;

En wat er ook gebeuren zal,

Hij is mij steeds nabij.

 

Ja, die verzekering is mijn kracht,

Geeft vrede voor ’t gemoed;

Te weten: dat ik ben gedekt,

Door Jezus’ dierbaar bloed.