Levend Geloof 1979.05 nr. 193

Pinksteren

“En toen de Pinksterdag aanbrak, waren allen tezamen bijeen. En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren; en er vertoonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen; en zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken”(Hand. 02:01-04).

 

Het geheim van een levend Christendom door Gert Jan Doornink

Zijn alle godsdiensten gelijk?

Temidden van de grote wereldgodsdiensten neemt het Christendom een unieke en bijzondere plaats in. Het onderscheidt zich van alle an­dere godsdiensten doordat het een levende Koning kent: Jezus Christus. Het Christendom heeft daarom ook het antwoord op alle vragen voor tijd en eeuwigheid.

De grote troef die de duivel tracht uit te spelen is wel de gedachte dat alle godsdiens­ten in wezen van gelijke betekenis zijn. Mil­joenen mensen zijn in deze val gelopen en ge­loven dat het toch uiteindelijk aankomt en uit zal draaien op één grote wereldgodsdienst. Helaas doen vele geestelijke leiders van het Christendom mee deze gedachte te stimuleren en te prediken. Zij zijn, ondanks hun universi­taire titels en vaak vooraanstaande posities, volkomen geestelijk blind, omdat zij geen en­kele geestelijke ervaring kennen. Want als men niet door de Heilige Geest is wedergeboren is men ook geen inwoner van het Koninkrijk der hemelen.

Wat is het geheim?

Het Christendom, zoals dat in de wereld func­tioneert, kent daarom “twee afdelingen”. Daar is enerzijds, wat wij zouden willen noemen, het “dode christendom”, het formele naam- christendom, wat beheerst wordt door wereld­en dwaalgeesten. Anderzijds is daar het “levende christendom”, wat bestaat uit bekeerde en wedergeboren mensen, aangedaan met de vol­heid van Gods Geest. Want we leven na de gro­te gebeurtenis op de Pinksterdag te Jeruzalem, toen de Heilige Geest voor het eerst werd uit­gestort. Ieder kind van God mag in het geloof at Heilige Geest aanvaarden én daaruit leven. Willen wij functioneren in het Koninkrijk Gods, dan is de volheid van Gods Geest een ab­solute noodzaak. Het geheim van een levend christendom is daarom de doop en de vervulling met de Heilige Geest.

Het is geen wonder dat het verzet tegen de boodschap van de vervulling met de Heilige Geest zijn oorsprong vindt bij de duivel. Al­leen hij heeft er belang bij dat de werkelij­ke kracht van het Christendom verborgen blijft. De duivel probeert dan ook zoveel mo­gelijk mensen – waaronder ook velen die zich christenen noemen – onkundig te houden, wat de werkelijke betekenis van Pinksteren is.

Het hart van het christendom

Pinksteren vormt in feite het hart van het Christendom. Wie Pinksteren minacht of negeert mist daardoor ook het doel wat God met zijn leven voor heeft: Het opwassen naar de geeste­lijke volwassenheid. De openbaring van de heerlijkheid Gods in de gelovigen, is ondenk­baar zonder Pinksteren.

Maar, zal iemand opmerken, bestaat er nu niet het gevaar dat wij te veel en te eenzijdig de nadruk op Pinksteren leggen? Het gaat toch om Christus, Hij is toch de spil, het centrale punt waar alles om draait? Dit is een foute redenering, want hier wordt een tegenstelling opgeroepen die er niet is. De Heilige Geest is immers de plaatsvervanger van Jezus. Gods Zoon sprak, toen Hij nog op aarde was: “Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn, de Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet”(Joh. 14:17).

De volheid van Gods Geest openbaren, betekent daarom de volheid van Christus openbaar maken. De geur van Christus verspreiden, een leesbare brief van Christus zijn, is ondenkbaar zonder Pinksteren. Jezus zelf sprak er reeds over hoe één van de kenmerken van de Heilige Geest is de verheerlijking van Hem zelf. (Joh. 16:14).

De Geest der waarheid

De Heilige Geest wordt door Jezus ook de Geest der waarheid genoemd. (Joh. 14:17; Joh. 16:13). Hij wijst ons de weg naar de waarheid. Zonder de Heilige Geest tasten we geestelijk in het duister en komen op zij- en dwaalwegen terecht. Want iedere andere geest, buiten Gods Geest om, vindt zijn inspiratiebron in het rijk der duisternis. Is daarom ook misleidend en wekt verwarring en destructie in de hand.

Het is opvallend hoe wij juist weer in deze tijd een geweldige opkomst zien van oosterse religies en occulte leringen. Helderzienden, waarzeggers, magnetiseurs, yoga- en transcendente meditatie  le­raars beleven gouden tijden. Vanuit een verwa­terd naam-christendom horen wij hiertegen geen enkele waarschuwing gericht. Omdat men de kracht en leiding van Gods Geest mist, omdat men nog nooit het geheim van een levend Chris­tendom heeft ontdekt, mist men elk geestelijk inzicht en kan men ook niet anders verwachten.

Jezus heeft van de Heilige Geest gezegd: “Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen” (Joh. 16:13). Dat is wat an­ders dan de occulte misleiders van onze tijd met hun toekomstvoorspellingen. Velen bevinden zich in hun ban, maar het is nog niet te laat!

Ook vandaag zijn daar de echte gelovigen, aan­gedaan met “Pinkstervuur” en onder de zalving van de “Pinkstergeest”, om het iedereen, die zich in het rijk van satan bevindt, aan te zeggen en toe te roepen: Er is ook voor u bevrijding en verlossing mogelijk! Jezus wil ook in uw leven alle dingen nieuw maken, en u herstel geven naar geest, ziel en lichaam! Hij wil ook u doen opgroeien tot geestelijk volwassen christenen, waarin Gods heerlijkheid zichtbaar is!

Wij hopen en bidden dat ook u behoort tot dat geestelijke leger van verkondigers van deze eindtijdboodschap!

 

“Even af kloppen” door Gert Jan Doornink

“Even afkloppen”. Hoe dikwijls wordt het niet ge­zegd, zelfs door kinderen Gods. Het is één van de vele uitdrukkingen die dagelijks in gebruik zijn. Toch zal een kind van God ook in zijn taalgebruik openbaar moe­ten maken dat het nieuwe leven van Christus in hem is. En als hij geestelijk groeit, verdwijnen negatieve uit­drukkingen als deze. Want een gezegde als “even afklop­pen” is minder onschuldig dan het lijkt. Wat wil het namelijk zeggen? Door even te kloppen op een voorwerp zou men onheil kunnen bezweren, dan men door het roemen op een bepaalde voorspoed, bijvoorbeeld gezondheid, daarmee zou oproepen.

Het heeft dus te maken met een fatalistisch noodlotsgeloof, dat de duivel zo graag wil dat het deel van ons leven zal zijn. Men redeneert dan: “We moeten maar afwachten wat er in ons leren gaat gebeuren. We kunnen er toch niets aan veranderen”.

Een waarachtig kind van God geeft deze gedachten uit het rijk van satan echter geen vrij spel in zijn leven. Hij weet dat Gods wil voor zijn leven is: “het goede, welge­vallige en volkomene”(Rom. 12:02). Uitdrukkingen als “even af kloppen”, komen daarom ook niet (meer) op zijn woor­denlijst voor! 

 

Het slechten van bolwerken door J. Noë

Betreffende het onderwerp: “Het slechten van bolwerken” ga ik eens twee voorbeelden aanhalen, namelijk één op het natuurlijke vlak (uit het oude testament) en één op het geestelijke vlak (uit het nieuwe testament).

De val van Jericho

We nemen eens Jozua 6, “de val van Jericho”. Als wij dit Bijbelgedeelte doorlezen, kunnen we alleen maar met ontzag vervuld worden over Gods almacht. Ook in dit gedeelte zien wij dat God gebruikt maakt van mensen die volkomen op Hem vertrou­wen. In dit geval is dat dus Jozua, die veertig jaar tevoren tezamen met Kaleb blijk hadden gegeven van hun geloof in God en in Zijn Woord. Evenals Mozes wandel­de Jozua met God en hij was daardoor in staat duidelijk de stem van God te horen. Wat is het heerlijk zo met God, de Vader, te kunnen om­gaan.

Toen de Israëlieten Jericho naderden zei God tot Jozua: “Zie, Ik geef Jericho met zijn koning, de krachtige helden, in uw macht. Gij moet om de stad heen trek­ken, terwijl alle krijgslie­den eenmaal om de stad heen­gaan; zó moet gij zes dagen doen, terwijl zeven pries­ters zeven ramshorens voor de ark uit dragen. Maar op de zevende dag moet gij ze­ven maal om de stad heen trekken en de priesters zul­len op de horens blazen. Wanneer men op de ramshoren de toon aanhoudt en gij het geluid van de hoorn ver­neemt, dan moet het gehele volk een luid gejuich aanheffen en de stadmuur zal ineenstorten en het volk moet daarop klimmen, ieder recht voor zich uit” (Joz. 06:02-05) .

Hoe wonderlijk zijn Gods wegen. De Israëlieten zagen heus wel dat geweldige bol­werk met die sterke, dikke muren, maar ze deden wat God bevolen had en God bevestigde Zijn woord, de mu­ren stortten inéén.

Ik heb zo’n idee, dat de verdedigers van Jericho met verbazing en wellicht spottend naar deze vertoning hebben gekeken. Ze hadden natuurlijk wat anders ver­wacht. Maar wat ze zeer ze­ker niet verwacht hadden, dat hun dikke muren plotse­ling onder hen instortten, waardoor de Israëlieten vrij spel kregen en de stad bestormden. De angst en pa­niek zal wel ontstellend groot zijn geweest. Toen de strijd voorbij was zul­len de harten van de Isra­ëlieten wel vervuld zijn geweest met grote dankbaar­heid aan God. Ze hadden weer eens ervaren wat de machtige hand van God ver­mag.

God is niet veranderd

Onze God en Vader is nog steeds Dezelfde. (Er zijn er helaas nog die daar niet van doordrongen zijn). Hij wil nu Zijn liefde en al­macht tonen via Zijn Zoon Jezus Christus, aan wie gegeven is alle macht in hemel en op aarde. Tijdens Zijn rondgang op aarde ver­brak Jezus alle werken des duivels en op Golgotha rekende Hij voorgoed af met allé machten der duisternis en triomfeerde tenslotte over de dood. Halleluja!

Voordat Jezus ten hemel voer beloofde Hij Zijn dis­cipelen, maar ook allen die Hem zouden volgen, dat ook zij bekleed zouden worden met Kracht van Omhoog (de Heilige Geest), en dat ze Zijn getuigen zouden zijn over de ganse aarde.

Wat wil dat zeggen: Zijn getuigen zijn? Wel, je volkomen onder de leiding van de Heilige Geest stellen, waardoor wij in staat zijn alles te doen wat Hij ge­zegd en geboden heeft, als­mede de tekenen en wonderen te doen die Hij gedaan heeft.

Dat de duivel met zijn tra­wanten een tegenoffensief zouden inzetten had Jezus voorzegt en dit offensief zou tot het einde toe du­ren. De machten zullen al­les in het werk stellen om de volgelingen van Christus te doen vallen, onder ande­re door het gedachteleven te beïnvloeden en door al­lerlei schansen en bolwer­ken op te werpen, in welke vorm ook, bijvoor­beeld in het gezin, bij fa­milie, bij kennissen, in de gemeente, op je werk, door verleidingen in de wereld, in je lichaam, enz.

Paulus heeft een en ander ook ondervonden. Hij zegt in 2 Kor. 10:03-06, bij zijn optreden tegenover zijn te­genstanders: “Want al leven wij in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees, want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot het slech­ten van bolwerken, zodat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten, elk bedenk­sel als krijgsgevangene bren­gen onder de gehoorzaamheid aan Christus”.

Overwinning in de strijd

Paulus spreekt hier duide­lijke taal. Vleselijke wa­pens helpen niet in de strijd tegen de duivel. Al­leen de geestelijke wapens (zie geestelijke wapenrus­ting, Efeze 6), zijn krachtig voor God.

Ik zal nog eens een voor­beeld opgeven van Gods machtige hand. Toen Paulus en Silas in de gevangenis te Filippi zaten, hun rug­gen opengereten door geselslagen’, gaven zij de duivel geen voet, maar zongen zij Gode lof, (denk aan het ge­juich bij de muren van Jericho), met het gevolg dat God een aardbeving bewerk­te, waardoor de grondvesten van de gevangenis schudden, de deuren opensprongen en de boeien losraakten. De gevangenbewaarder wilde zelfmoord plegen, maar Pau­lus voorkwam dat en de man, met zijn gehele gezin, kwam tot bekering. Ja, de Heer is wonderbaar!

“Wie lof offert, eert Mij, en baant de weg, dat Ik hem Gods heil doe zien” (Ps. 050:023) .

Paulus wijst met boven­staande gevallen ons de weg die wij gaan moeten, om als overwinnaars uit de strijd te komen. We dienen te wandelen in geloof en niet in aanschouwen, vol vertrouwen dat God Zijn woord en beloften waar zal maken.

Ik eindig met Rom. 08:11-17: “Indien de Geest van Hem, die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in u woont, dan zal Hij, die Christus Jezus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door Zijn Geest, die in u woont. Derhalve, broeders, zijn wij schuldenaars, maar niet van het vlees, om naar het vlees te leven. Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar in­dien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven. Want allen, die door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods.

Want gij hebt niet ontvan­gen een geest van slavernij om opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap, door welke wij roepen: Abba, Va­der. Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinde­ren Gods zijn. Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en mede-erfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking”.

God zegene u allen!

 

Van maand tot maand, een nieuwe rubriek door Gert Jan Doornink

Het zal onze lezers en le­zeressen opgevallen zijn dat de rubriek “Levend Ge­loof “-journaal” is komen te vervallen. Niet dat de­ze rubriek niet gewaar­deerd werd, maar omdat “Levend Geloof” in de eers­te plaats een “verkondigingsorgaan” is (van de boodschap van het volle evangelie) en geen “nieuws-orgaan” zijn wij ermee gestopt. In de rubriek “Van maand tot maand” komt echter ook allerlei nieuws aan de orde, zodat u het “journaal” – zij het in andere vorm – hier terug kunt vinden. Deze nieuwe rubriek, die u voortaan re­gelmatig aan zult treffen in “Levend Geloof”, heeft echter een ruimere opzet en haakt in op allerlei berichten, feiten, gedachten, etc., die ons in deze i eindtijd bezig houden, en die wij willen plaatsen in het licht van de . boodschap die wij via “Levend Geloof” uitdragen.

Vrijheid voor Georgi Vins

De bekende Russische bap­tistenpredikant Georgi Vins is eind-april, samen met nog vier andere gevangenen, plotseling vrijgelaten en “gedeporteerd” naar de Ver­enigde Stagen, in ruil voor twee Russische spionnen die daar gevangen zaten.

Het bericht over de vrijla­ting van Georgi Vins, die voorganger was van de zogenaamde “niet-geregistreerde” baptistengemeenten in de Sowjet-Unie kwam voor velen als een grote verrassing. Velen hebben in de afgelo­pen jaren voor zijn vrijla­ting gebeden en actie ge­voerd. Tegenover een mede­werker van “Trouw” ver­klaarde Georgi Vins hoe be­langrijk dit is, want “dat ik ten slotte uit de Sow­jet-Unie ben gedeporteerd dank ik grotendeels aan de steun die ik in het Westen heb gehad. Vreedzame demon­straties, die voortkomen uit christelijke beginselen zijn belangrijk. Elke keer nadat er in het Westen steun voor mij bleek, werd mijn behandeling verbeterd.

Toen er geen steun was, werden mijn omstandigheden slechter”.

Georgis Vins vervolgt: “Nu ben ik erg moe, ongetwijfeld een gevolg van de gebeurtenissen in de afgelopen dagen. Maar dat is vast van voorbijgaande aard. De brandwonden aan mijn hand zijn genezen. Ik krijg nog wel een medisch onderzoek, maar het enige grote pro­bleem is mijn hart.

De Sowjet-gevangenissen zitten vol mensen, die al­les verloren hebben, inclusief het geloof dat zij misschien hadden. De meesten zijn verbitterd en vormen een wanhopige ongelovi­ge massa, (daar onder hen ontmoette ik ook gelovigen met wie ik het uitstekend kon vinden. Eigenlijk kreeg ik ook veel steun van de niet-gelovigen, hoewel de verhouding met de gelovigen nauwer en dieper was. Ik was bekend als Petrowitsj (naar zijn vader, een Russische gewoonte), een teken van aanhankelijkheid en respect, i

Met grote warmte spreekt Vins over de velen, die hij in de gevangenissen ontmoette. Met veel liefde spreekt hij over ene Michail Iwanowitsj Chlebnoj, een ouderling van de pink­stergemeente, die vijf jaar in de gevangenis zat wegens het houden van gebedssamenkomsten. Vins ont­moette hem in Irkoetsk, waar zij vijf dagen samen in een cel zaten. Clebnoj werd voor vijf jaar naar Jakoetië verbannen.

Ik geloof dat het geloof versterkt wordt als het op de proef gesteld wordt en dat God speciale steun geeft naar men nodig heeft. De gevangen christen krijgt zijn steun van God en door gebeden, die een oneindige bron van kracht zijn”, al dus Vins.

Een beschamend voorbeeld

Uit wat Georgi Vins zegt blijkt dus dat het zeer be­langrijk is om te blijven bidden voor de velen die ten gevolge van hun geloof in de gevangenissen zitten en die vaak voor ons gelo­vigen in het vrije westen een beschamend voorbeeld van volharding en trouw zijn.

In dit verband denken wij ook aan wat we lazen in het contactblad van de “Oost Europa Zending” van Kees van Dist. Deze Neder­landse evangelist werkt reeds vele jaren met veel vrucht vanuit Oostenrijk onder de gelovigen achter het ijzeren gordijn.

Hij schrijft o.a.: “Nu ik na een vruchtbare zomer (1978), berichten en rap­porten doorlees, ben ik diep bewogen over de moed van de vervolgde kerk. Broeders en zusters, niet lijden en moeilijkheden en nood hebben de nadruk in deze berichten, maar men spreekt van overwinning, hoe de muren van de vij­and vallen, het evangelie bekend gemaakt wordt en de macht der duisternis overwonnen” .

Het geloof van Hans Jansen

“Gebed werd verhoord”. “Damkampioen Hans Jansen: Geloof basis van succes”. Onder deze koppen publi­ceert het “Algemeen Dag­blad” van 5 mei een interview met Hans Jansen, de 23 jarige nieuwe Nederlandse damkampioen. Vrijwel zonder training vooraf werd hij kampioen en schrijft zijn succes toe aan het gebed en zijn ge­loof. Uit het interview blijkt dat Hans Jansen be­hoort tot de zogenaamde “Verenigingskerk”, een be­weging die tot voor kort “Unifield Family” heette. De leider van deze beweging, de thans in Amerika wonende Zuid-Koreaan, Moon, is enkele jaren geleden in opspraak gekomen,- onder an­dere werd hij beschuldigd van het onttrekken van minderjarige kinderen aan de ouderlijke macht.

Vanwege het in diskrediet raken daarvan heeft men de nieuwe naam “Verenigingskerk” aangenomen, me­de omdat ook één van de doelstellingen is: vere­niging van alle godsdiens­ten .

De sekte, die in ons land slechts enkele tientallen aanhangers heeft, maar in andere landen, vele dui­zenden, is daarom zo ge­vaarlijk omdat men de Bij­bel hanteert als leidraad. Maar dan wel – zoals zove­le sekten – zonder inzicht van de Heilige Geest. Dit blijkt ook wel uit de op­merking van Hans Jansen, dat volgens hem mensen die allang dood zijn jou hel­pen met hun dwalende geest bij het vormen van ge­dachten en ideeën. “Als die geesten op jouw hand zijn presteer je meer”. Als voorbeeld noemt hij een reeds lang overleden grootmeester die je tij­dens een partijtje dammen zou kunnen opkikkeren als hij daar zin in heeft. “Tijdens het dammen in Soesterberg”, legt Hans Jansen uit, “voelde ik me duidelijk creatiever dan normaal”.

Het is duidelijk dat iede­re waarachtige gelovige dit soort geloof afwijst. Het vindt zijn oorsprong niet in het Koninkrijk

Gods – waarbij de, Heilige Geest leidt in alle waar­heid -, maar in de geesten­wereld daarbuiten. En in deze wereld voert satan zijn duistere spel om de mensen in zijn greep te houden en van het ware ge­loof af te houden.

The Burning candles weer naar Indonesie

“The Burning Candles” zijn ongetwijfeld de bekendste gospelgroep in Nederland. Hun zang en muziek is, in de twaalf jaar van hun be­staan, reeds voor vele dui­zenden tot grote zegen ge­weest. Niet alleen in Ne­derland, maar ook in tal­rijke andere landen. Zo werd vorig jaar onder ande­re een tournee gemaakt naar Indonesië. Dit jaar hoopt men er opnieuw naar toe te gaan. Verder werkt men dit jaar ook mee aan de “One Way Day”, welke op 20 Oktober in Utrecht wordt gehou­den. “The Burning Candles” onder leiding van Dolf Vorsterman van Oyen, treden dan op in de musical over het bijbelboek Nehemia, sa­men met Ben Hoekendijk, Carel Heinsius en zevenhonderd jonge christenen.

 

Het alternatief door Judith Jes. 40:29

Een gedicht, waarin de taak van de Heilige Geest tot uitdrukking komt.

We willen zoveel, maar we kunnen het niet allemaal op­brengen. Gods liefde begrijpt ons mens-zijn zo goed. Een Schriftwoord zegt dat onze menselijke geest wel ge­willig is, maar ons vlees zwak.

Daar blijft het gelukkig niet bij. De Heer beloofde ons niet als “wezen” te zullen achterlaten; anders gezegd: Hij zou ons niet aan ons lot overlaten. De Trooster ons geschonken met een doel.

Als we wel verder willen, maar niet kunnen, houd dan al­les op?

Als we verder moeten maar het eigenlijk niet willen, is daarmee dan alles gezegd?

Neen, voorzeker niet, want juist als we gekomen zijn aan de grens van onze (menselijke) kracht, is de Troos­ter daar, de Helper, die ons nieuwe moed geeft.

Als een variant op de tekst in Jesaja zou ik willen zeggen: “Hij geeft de zwakken nieuwe moed”.

Het is een alternatief; je kunt er gebruik van maken… als je wilt. Als je wilt overlaten, als je wilt geloven. En het ook doet!

 

Het alternatief gedicht door Judith (Rom. 08:26)

“En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen”.

 

Als je niet meer weet hoe het verder moet,

Omdat je moest geven je hartebloed,

Bedenk dan bij iedere stap die je doet:

God geeft aan de zwakke weer nieuwe moed.

 

Als je niet meer weet hoe je bidden moet,

Omdat het kapot is in je gemoed,

Besef dan dat God zeer nabij is en goed:

Hij schenkt aan je ziele weer glans en gloed.

 

Als je niet meer weet waar je ’t zoeken moet –

Je niets meer bezit dan een tranenvloed –

Gelóóf dan (al kun je het niet meer zo goed)

Dat God toch Zijn heilige, werk in je doet.

 

Want als je niet weet wat je bidden moet,

Omdat héél je wezen verminkt is,…verbloed…

Weet dan dat Gods Geest je vertroost en behoedt;

Verwacht het van Hem; Hij schenkt: nieuwe moed.

 

Het werk van de Heilige Geest door H. J. Glasbergen

De Heilige Geest zal Jezus verheerlijken

Wat zou er gebeuren als de Heilige Geest zo ging func­tioneren zo als in Jeruzalem op de eerste Pinkster­dag? Zou ook kerkelijk Ne­derland niet in opschudding zijn? De 120 discipelen van Jezus waren eenvoudige men­sen. Zij ontvingen de Hei­lige Geest, en gelijk werd er zichtbaar dat Gods Naam verheerlijkt werd. De be­lofte van Jezus was dat zij kracht uit de hoge zouden ontvangen. Nadat zij veer­tig dagen door Hem geleerd waren, omtrent de geheime­nissen van het Koninkrijk Gods. Hij had hun de Troos­ter (Plaatsvervanger) be­loofd, en zij geloofden Hem op Zijn Woord.

Zij hadden alles prijsgege­ven en waren Hem gevolgd.

Zij hadden Hem lief. En die Mij liefhebben en Mijn wil doen, zal Mijn Vader liefhebben en wij zullen tot Hem komen en bij Hem wonen, zegt Jezus in Johannes 14. En de Heilige Geest zal u alles leren en te binnen brengen, wat Ik u gezegd heb, zegt Hij verder.

Wij danken God dat Zijn be­loften en Zijn wil ook nu nog waar zijn. De kerk werd uit de Heilige Geest gebo­ren. Het lichaam van Chris­tus, de bruidsgemeente, met bloed gekocht en betaald. (Heb. 10:19; 1 Kor. 06:30). Alleen op Jezus’ voorwaar­den komt men in deze ge­meente. Tenzij iemand gebo­ren wordt uit water en uit. Geest. Niet door een leer of door menselijke uitspra­ken, maar door Gods Geest zal het geschieden. Zonder de Heilige Geest kunnen wij God niet behagen, nog ver­heerlijken. Het Koninkrijk Gods bestaat ook niet uit woorden, maar uit kracht.

Getuigen van Jezus Christus

Honderdtwintig mensen wer­den gedoopt met de Heilige Geest, wat te horen en te zien was. Zij spraken in nieuwe tongen en getuigden van wat zij gehoord en ge­zien hadden, van hun Heer en Heiland, tegen alle vol­ken onder de hemel. (Hand. 02:05-13). Heel Jeruzalem was in opschudding. Zij die Je­zus gekruisigd hadden, dachten dat het afgelopen was, maar nu begon het pas goed. De duivel, met zijn dienstknechten Pontius Pilatus en het hogepriester­lijk geslacht, waren ver­baasd. (Handelingen 4).

De wonderen en tekenen gin­gen nu pas beginnen. Er was een leger vol van Gods kracht en heerlijkheid. Het was dezelfde Heilige Geest die in Henoch, Noach en Abraham was. Zij hadden geen Bijbel, maar hun wan­del was in gerechtigheid met God. Het was ook de­zelfde Geest die in de pro­feten was. Eenvoudige men­sen, boeren, burgers en buitenlui. Elia, Elisa, zo achter de ploeg vandaan. Jesaja, Jeremia, Ezechiël.

Zij spraken Zijn Woord en zagen door gezichten.

God is niet veranderd. Hij gaf ons deze heilige ge­meenschap terug in Jezus Christus. Aan Zijn gemeen­te, om Zijn Naam te ver­heerlijken, ook in deze tijd. In Jezus Christus hebben wij de ganse volheid Gods gekregen. (Kol. 02:07).

Dit moet in Nederland en in de gehele wereld openbaar worden, dit is Gods wil. Niet door een leer van men­sen, maar door de leer van Jezus Christus.

Gehoorzaamheid in alles

Door de inwoning van de Heilige Geest kan God zich in de mens openbaren. Dit is een Geest van wijsheid en openbaring, die God geeft aan de wedergeboren mens. Zonder Heilige Geest kan men God niet liefheb­ben, maar ook niet gehoor­zamen. Zonder de Heilige Geest kan men ook niet de ander liefhebben, iets wat velen in Nederland nog steeds niet waar kunnen maken. De honderd en twin­tig hadden elkaar lief en er was een heilige gemeen­schap. Jezus had hun beloofd, dat de Geest der waarheid hun de weg zou ‘ wijzen naar de volle waarheid en de toekomst zou verkondigen. (Johannes 16).

Voor Petrus was het niet moeilijk de mensen de weg ten leven te wijzen, toen zij hem vroegen: Wat moeten wij doen? Hij hoefde geen leerboek of handleiding te raadplegen, maar hij sprak de woorden van Jezus: Be­keert u, en laat u dopen, en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. En de wonderen en tekenen zullen u volgen. Hij had geen Bijbel, maar liet de Heilige Geest in hem spre­ken, en stond voor de waarheid en de uitkomst.

Petrus raakte ook niet in paniek, bij de man die van zijn moederschoot af was verlamd geweest. Hij zegt: Wat ik heb, geef ik u, in de Naam van Jezus Chris­tus, wandel! Zonder de Heilige Geest was het een schande geworden voor Gods Naam en een enorme teleur­stelling voor de verlamde man. Maar nu was het lof, eer en aanbidding, en de verlamde huppelde van zielenvreugd.

Er moet ergens toch iets mis zijn, bij ons in het volle evangelie. Zou de schuld toch bij ons liggen en niet bij God? Wij leven zo rustig door; zouden er soms geesten zijn, die niet van God zijn?

De Geest der waarheid

Door de kracht van de Hei­lige Geest konden de dis­cipelen getuigen tegen het kerkelijk gezag: Beslist u zelf, of het recht is voor God, meer aan mensen, dan aan God te gehoorzamen. Want wij kunnen niet op­houden te spreken, wat wij gehoord en gezien hebben. En wat God ons openbaart door Zijn Geest.

Er gebeurden nog meer won­deren en tekenen. (Hand. 05:12). Stromen mensen kwamen met hun zieken naar Jeru­zalem. Als de schaduw van Petrus op de zieken viel, werden zij genezen. En ve­len werden van boze en on­reine geesten bevrijd. Zijn Meester was volkomen betrouwbaar voor hem, en hij sprak met gezag. Hij getuigde: “Jezus is rond­gegaan, genezende allen die door de duivel overwel­digd waren”(Hand. 10:38).

Ook nu, in deze tijd, ge­beuren deze wonderen en te­kenen. Er zijn nog mannen Gods, waardoor Gods kracht kan werken, om Zijn Naam te verheerlijken. Al zeggen de Schriftgeleerden voor de tv en anderen dat dit al­leen voor vroeger was. Dat is dan de goedkoopste ma­nier om je onmacht te tonen. Miljoenen oprechte christenen zitten in on­macht gebonden, in de leer van hun (eigen) kerk. (Jes. 61:01-04). Geknecht door hun leraars, komen zij niet in de vrijheid van Jezus Christus. Leer- en vrome geesten zijn te herkennen aan hun stem. Met Bijbellezen en bij het bidden ver­andert hun stem. Maar wij mogen tot God komen, zoals wij zijn.

Een volk van koningen en priesters

De theologen hebben van het Koninkrijk Gods een dwaal­tuin gemaakt. De kerk is de ingang, maar er is geen recht spoor en overwinning. Velen verongelukken op hun dwaalweg en sterven voor hun tijd. (1 Kor. 11:30). Jezus Christus is de toe­gang tot het Koninkrijk Gods en de Heilige Geest is een volmaakte weg, die ons zal leiden in alle waar­heid. Er is dus een oplos­sing om uit deze dwaaltuin te komen.

De Heilige Geest laat ook ons geloof groeien, van een mosterdzaadje tot een boom, waar veel vruchten aan zul­len komen. Dit is het doel van God met elk mens. Zon­der de Heilige Geest is ons geloof dood. Dan zijn wij niet verbonden aan de levensrivier, die begint uit het altaar van God. (Ezechiël 47). Wij zijn dan geworteld in het Woord en door Zijn Geest bevestigd en kunnen de werken van de duivel weerstaan.

De Bijbel is het geïnspi­reerde Woord van God. Om dit Woord te begrijpen, zal men eerst Gods taal moeten leren verstaan. Dit is geen theologie, maar de kennis Gods, die alle verstand te boven gaat. Een ongeeste­lijk mens verstaat de din­gen Gods niet, het is hem een dwaasheid. (1 Kor. 02:05-16). God is geest, en wie Hem aanbidden, doen dit in Geest en in waarheid. God zoekt zulke aanbidders.

Jezus vervult ons met Zijn opstandingskracht. (Rom. 08:11). Niet later, maar nu, in dit leven. Hij heeft ons bevrijd uit de zondemach- ten en ons tot koningen en priesters gemaakt, om Zijn Naam te verheerlijken, al­le dagen van ons leven. God heeft van Zijn Zoon getuigd, dat Hij de prijs was voor onze zonden. (Joh. 03:34). Wie zou tegen God spreken, die beschikt over leven en dood?

De Heilige Geest is een ervaring

Dit zien wij te Jeruzalem, zij wisten dat dit de Hei­lige Geest was, die Hij had beloofd. Ook deze woorden werden waar: De God des vredes heilige u geheel en al, en geheel uw geest, ziel en lichaam, moge bij de komst van onze Here Jezus Christus blij­ken in alle delen onberis­pelijk bewaard te zijn.

Jezus zegt: Zij hebben de sleutel (de Heilige Geest) der kennis weggenomen, en zo is de weg naar het Ko­ninkrijk Gods afgesloten. Het Koninkrijk Gods is een woestijn geworden, dor en dood. “Zij eren Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij”. Bedolven onder een leer van mensen, zonder de Heilige Geest ge­predikt, groeit hun geloof niet. ’Vele mensen lezen elke dag hun Bijbel, maar blijven hun leven lang on­wetend van Gods heerlijk­heid. (Ez. 34:01-34). Hét is nog precies zo als vroeger. Er is geen aanbidding, alleen onzekerheid, angst, twijfel, twist, en men blijft zondaar tot de dood.

Tweeduizend jaar lang is de wereld en de kerk bezig de mens te verbeteren. Maar alleen de Heilige Geest kan van de mens een nieuwe schepping maken. Reinig eerst de binnenkant van de beker, bekeert u en wordt hervormd in uw denken. Kom tot een levend geloof door de Heilige Geest der waarheid.

 

 

Christus in ons, de hoop der heerlijkheid door Jan W. Companjen

De Hogepriester van het nieuwe verbond

Matteüs 24 is een heel apart hoofdstuk in het evan­gelie van Matthéüs. Het handelt over de “laatste dingen”. Het hoofdstuk be­gint met de mededeling dat Jezus uit de tempel ver­trok. Zijn discipelen kwa­men tot Hem en zij wezen Hem op de gebouwen. Dat moet inderdaad een machtig gebeuren voor Jezus zijn geweest. Er moet heel veel in Hem zijn omgegaan. Die gebouwen, met alles wat zich daarin bevond, hadden allemaal een diepe beteke­nis met een heenwijzing naar Hem die zojuist de tempel verlaten had.

Na dat verlaten gebeurde er iets dat tot op de dag van vandaag nog niet door­grond is. Een zeer nadruk­kelijke uitdrukking van dit gebeuren wordt nog eens zeer nadrukkelijk be­vestigd bij het sterven van Jezus op Golgotha toen het voorhangsel van de tempel scheurde van boven naar beneden. Het werd in tweeën gescheiden.

Vanaf dat moment woonde God, de Vader, niet meer in het verborgen donkere deel, wat heilige der hei­ligen werd genoemd en dat slechts eenmaal per jaar voor de hogepriester toegankelijk was. De werkelij­ke Hogepriester, Jezus Christus, had Zijn taak aanvaard en had zich als Hogepriester van het nieuwe verbond een verhevener plaats verworven.

Hij is niet gelijk aan de hogepriesters uit het oude verbond, die van dag tot dag eerst offers moesten brengen voor eigen zonden en dan voor het volk. Dit heeft Hij eens en voor al tijd gedaan, toen Hij zich zelf ten offer bracht. Nu is Hij gezeten aan de rech­terzijde van de troon der majesteit in de hemelen, de dienst verrichtende in het heiligdom, in de ware ta­bernakel, die de Here opge­richt heeft en niet een mens. (Heb. 08:01-02).

Zoals in het oude verbond de hogepriester aan het hoofd stond van alle tem­peldienaars, zo is Hij het ook van ons die Zijn die­naars zijn. Bij Zijn ver­trek uit die tempel dus – de tempel die slechts een schaduw was, van hetgeen in Christus komen zou – zei Hij dat van die tempel, dat bouwwerk van mensen, geen steen op de ander gelaten zou worden. Het zou alles anders worden. Een nieuw verbond met een leven ver­vuld met de Geest van Christus. Die Geest nam het uit Hem en gaf dat LEVEN door aan hen die tot dat nieuwe volk van God behoor­den.

De tempel van het nieuwe verbond

Toen de discipelen dit hoorden waren ook zij ken­nelijk onder de indruk. Zij gingen samen met Hem naar de Olijfberg en daar vroe­gen zij Hem: Wanneer zal dat geschieden? De prach­tige tempel, die juist in die tijd door koning Herodus gerestaureerd werd, (deze restauratie kwam in het jaar 64 na Christus klaar en in het jaar 70 ging de prachtig gerestau­reerde tempel bij de inne­ming van Jeruzalem in vlam­men op), zou die afgebroken worden?

Ja, dat zou ook in de na­tuurlijke wereld gebeuren, maar Jezus gaat daar in het geheel niet op in. Hij wist dat zij na de afbranding van die tempel, weer in de natuurlijke wereld zouden gaan bouwen aan tempels, kerken en kathedralen, waarin God zou kunnen wo­nen en die dan ook godshui­zen werden genoemd.

U moet daar eens op letten. Jezus gaat daar in het ge­heel niet op in. Hij gaat meteen met grote passen naar de eindtijd toe, waarin het evangelie’ van het Koninkrijk verkondigd zal worden tot een getuigenis voor alle volken.

De gruwel der verwoesting is het grootst als het al­taar is weggenomen (Matt. 24:15), dat wil zeggen als het offer van Christus ont­breekt. Wie dit leest geve er acht op. Dan is de grond van het nieuwe verbond, dat er is in Zijn bloed, weggenomen. Dan breekt de eind­tijd aan met een aaneen­schakeling van gebeurtenis­sen, zoals de wereld die nog nooit gezien of beleefd heeft.

De generatie die dan leeft, (zijn wij die generatie niet?) zal geenszins voor­bij gaan voordat alles is geschied. De grote eindron­de zal zich in één genera­tie afspelen. Die generatie zal de zonen Gods opleveren waar heel de schepping naar zucht. Die generatie zal werkelijk het lichaam van Christus baren, een manne­lijk wezen dat alle heide­nen zal hoeden met een ij­zeren staf. (Openbaring 12). Dan zullen de levende ste­nen bijeengevoegd zijn tot een tempel, een Geestelijk huis, waarin Hij woont en werkt.

Weer hebben wij – op Pinksteren na – alle Christe­lijke feesten gehad. Bent u ook met de feesten mee, de weg omhoog gegaan?

De Geest van het nieuwe verbond

Pinksteren is het laatste feest, maar ook het groot­ste feest. Christus kwam in ons. Hij de Zoon Gods kan zichzelf in ons openbaren. Dat is hét feest der feesten.

Ontwaakt gij die slaapt en sta op uit de dood. Dat is het waarmee wij elke bood­schap zouden kunnen aanvan­gen. Waarom o mens blijft u toch zo vleselijk en komt u niet tot de erkenning der waarheid dat de boodschap en het leven in Christus een geestelijke boodschap is?

Binnenkort vieren wij Pink­steren, het feest van de Geest. De Geest die ons allen vervullen wil, die ons vernieuwen wil en die ons wil laten opwassen tot de volheid Gods. Die Geest zal ons leiden naar de volle waarheid. Die Geest zal ons van binnenuit vernieuwen en herstellen omdat Hij in ons meer kan doen dan wij bid­den en beseffen.

Mens, ga geloven dat God almachtig is en dat Hij Zijn almacht in ons wil openbaren. Dat is het geweldigste en het heerlijkste, dat Hij in en door ons wil vrucht dragen. Wij mogen zijn als Jezus, omdat wij uit één en dezelfde Geest geboren zijn. Een volk tot Zijn dienst bereid, door de kracht die Hij in ons heeft uitgestort.

Sta daar voor open en ont­vang als wijze mensen dat­gene wat voor u bereid is. Sta er voor open en durf te leren, rechtstreeks uit de hemel, om te komen tot een nieuw volk. Een volk niet doortrokken met oud zuurdesem, maar een nieuw volk, vol van Geest en wijsheid.

Het één en het ander gaat samen. Gods volk is een verstandig volk, is een wijs volk, dat niet met de achterste benen omgooit, wat hij zo juist heeft opgebouwd. Aan dat laatste mankeert het nog wel eens. Men praat voordat men denkt en is vaak niet be­reid tot het horen naar anderen. Naar hen bijvoor­beeld die door levenserva­ring wijzer zijn geworden. Het zou voor jongeren eens goed zijn te luisteren naar de geestelijke rijk­heid en ervaring van hen die op de weg van het Geestelijke leven reeds een lange weg hebben afge­legd. Wij hoeven niet te beginnen op de laagste sport van de ladder, maar mogen hogerop beginnen. Daarom zal het mogelijk zijn dat in één generatie God tot Zijn doel komt, met een volk dat deze weg leert verstaan.

Christus bij ons of Christus in ons?

Het grootste teken dat de eindtijd daar is, is wel het feit dat de zonen Gods aan het opwassen zijn. Er wordt herbouwd en gebouwd en de Geeste­lijke waarden van het Woord Gods worden steeds beter verstaan. Over de gehele wereld zien wij dat er een verlangen is naar Geestelijk leven. Dat er zoveel verkeerd terecht komt is in wezen een grote tekortkoming van het Chris­tendom, omdat zij op dit geestelijk verlangen geen antwoord heeft.

Ondertussen wordt de wereld meer ontvankelijk gemaakt voor geestelijk leven dan het kerkvolk. Wij kennen allen wel de uitdrukking “evangelisch christen”. Nu de benaming is juist, men is niet verder gekomen dan de toehoorders van Chris­tus in de evangeliën. In die kringen hoort men veel de verzuchting dat alles anders zou zijn als Jezus Christus maar persoonlijk aanwezig zou zijn. Dan kon Hij hun helpen, hun gene­zen en voeden, ja dan zou alles anders zijn. Op die zelfde gronden wordt naar de wederkomst van Christus verlangd.

Christenen die zo denken zijn nog kinderen in hun denken. Ze zien Christus als hun “moeder-verzorger”. Zij zien nog niet dat er met de komst van Christus veel en veel meer is ge­schied. Jezus zelf zei on­der andere: Het is goed dat Ik van u heen ga want dan kan de Trooster komen. Die Geest, waaruit ook Je­zus geboren is, zal dan in u uitgestort worden. Dat aanwezig zijn in u, in uw innerlijk wezen, is een veel dichtere aanwezigheid dan hét feit dat Christus naast u zou wandelen.

Verstaat u deze dingen? Het is toch volkomen duide­lijk dat na de uitstorting van de Heilige Geest, wij Christus in ons kunnen ontvangen. Dat aanwezig zijn van Hem op die manier heeft het mogelijk gemaakt dat wij kunnen zijn waar Hij is, namelijk in de he­melse gewesten.

Wees eens met deze dingen bezig gedurende deze tijd rond Pinksteren en u zult dan gaan ervaren dat Chris­tus in ons de weg is naar het volle leven. Jezus is de weg, maar Hij is niet alleen voor onze zonden ge­storven, Hij is ook de Do­per in de Heilige Geest.

Die Geest die ons allen tot één lichaam maakt, functio­nerende en handelende en wandelende zoals Hij gehan­deld en gewandeld heeft. Dit inzicht zal doorbreken en zal er toe bijdragen dat de kennis vermeerderd wordt. Daarom kijken wij bij het komende Pinksterfeest vooruit en niet ach­teruit. Want de toekomst is des Heren en wij zullen met Hem meer dan overwinnaars zijn.