Levend Geloof 1979.11 nr. 198

Het lege huis moet gevuld worden door Gert Jan Doornink

“Zodra de onreine geest van de mens is uitge­varen, gaat hij door dorre plaatsen om rust te zoeken, maar hij vindt die niet. Dan zegt hij: Ik zal terugkeren naar mijn huis, waar ik ben uitgevaren; en als hij komt, vindt hij het leeg staan en geveegd en op orde. Dan trekt hij heen en neemt zeven andere geesten mede, bozer dan hijzelf; en zij komen binnen en wonen daar. En het wordt met die mens in het einde erger dan in het begin. Alzo zal het ook gaan met dit boze geslacht” (Matt. 12:43-45).

De openbaring van het koninkrijk Gods

Het lege huis moet gevuld worden! Deze conclu­sie kunnen wij ongetwijfeld trekken als wij deze woorden van Jezus lezen. Wat was er ge­beurd? De Here Jezus had zojuist een bezetene, die blind en stom was, totaal bevrijd en genezen. Hij kreeg daarvoor, zoals zo dikwijls, felle kritiek te verduren van de Farizeeën en Schriftgeleerden. Jezus werd zelfs beschuldigd dat Hij de boze geesten uitdreef door Beëlzebul, de overste der geesten. (Matt. 12:22-24).

In zeer duidelijke bewoordingen legt Jezus echter uit dat dit ten ene male onmogelijk is: “Hij kende hun gedachten en zeide tot hen: Ie­der koninkrijk, dat tegen zichzelf verdeeld is gaat ten onder, en geen stad of huis, tegen zichzelf verdeeld, zal standhouden. En indien de satan de satan uitdrijft, is hij tegen zichzelf verdeeld; hoe zal dan zijn koninkrijk kunnen standhouden? En indien Ik door Beëlzebul de boze geesten uitdrijf, door wie doen uw zonen het dan? Daarom zullen zij rechters over u zijn. Maar indien Ik door de Geest Gods de boze geesten uitdrijf, dan is het koninkrijk Gods over u gekomen” (Matt. 12:25-28).

Jezus was door Zijn hemelse Vader naar deze wereld gezonden om het Koninkrijk Gods open­baar te maken, om de mensen het werkelijke geluk te schenken, door hen te verlossen uit de macht van satan. Zijn boodschap was daarom steeds consequent en radicaal. Hij draaide er niet omheen, maar ging recht op de man af. Wie niet voor Hem was, was tegen Hem. Hij wist dat satan alleen ontmaskerd en overwonnen kon wor­den door een radicale aanpak. Jezus was hier goed van doordrongen en aarzelde geen moment, door steeds het werk van de duivel aan de kaak te stellen, op welke wijze deze zich ook open­baarde of in de mens manifesteerde. Hij door­zag de listen van satan en kon terecht zeggen: “De duivel heeft aan Mij niets”.

Jezus ’opdracht is onze opdracht

Wij weten uit Gods Woord dat de opdracht van Jezus, na Zijn hemelvaart, overging op Zijn discipelen. Daarom waren Zijn laatste woorden, gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult Mijn getuigen zijn…”(Hand. 01:08). Jezus wist dat het zonder de Heilige Geest, die Hij ook zelf bezat, onmogelijk was deze opdracht uit te voeren.

Ook wij als kinderen Gods zijn betrokken bij deze grote opdracht. Ook wij zijn discipelen, dat wil zeggen volgelingen, leerlingen van Je­zus. Wij zijn geroepen in de voetstappen van Jezus te treden. (1 Petr. 02:21). Daarom zijn de woorden die Jezus eens sprak over het lege huis, waarin de duivel sterker dan tevoren terugkeerde, ook voor ons van grote en allesomvattende betekenis. In feite staat of valt hiermee ons getuigenis als kind van God, en de gehoorzaamheid aan Zijn opdracht, in deze we­reld. Want wat gebeurt er als ons leven niet vol is van de Heilige Geest? Dan geven wij weer voet aan de duivel, die er vliegensvlug bij is, om het “geestelijk vacuüm” in ons le­ven op te vullen met zijn boze geesten. “Het wordt met die mens erger dan in het begin”, zegt Jezus.

Als er een vleselijk leven is, als er gebon­denheden zijn, als er een leven is in zonde en ongeloof, leven wij niet tot eer van God, maar verheerlijken wij de duivel, de mensenmoorde­naar van de beginne.

Nu zijn er weliswaar vele kinderen Gods die dat feitelijk niet willen, maar in de praktijk van het dagelijks leven komt het er bij velen toch op neer dat er geen leven van overwinning is. Het geestelijk huis is niet vol. van de Heilige Geest en het Woord van God, maar van allerlei andere dingen, die het getuigenis van Jezus verzwakken of .soms geheel te niet doen.

Is ons geestelijk huis gemeubileerd?

In de natuurlijke wereld is het een vanzelf­sprekende zaak dat een huis gemeubileerd en aangekleed is; anders vinden we het maar een koude en ongezellige bedoening. Zo moet het ook een vanzelfsprekende zaak zijn dat ons geestelijk huis “gemeubileerd” is met geestelijke dingen. Gods Woord zegt dat wij de tempel zijn van de levende God en dat er daar­om geen gemeenschappelijke grondslag behoort te zijn tussen deze tempel Gods en de afgoden. (2 Kor. 06:16). Dat is een onmogelijke zaak, wil Paulus zeggen.

“Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont?….Zo iemand Gods tempel schendt, God zal hem schenden. Want de tempel Gods, en dat zijt gij, is hei­lig! (2 Kor.02:16-17).

Een “vol geestelijk huis” hebben, wil zeggen: Kind van God zijn, vol van de Heilige Geest zijn, met als kenmerk en uitwerking het op positieve wijze getuigen en openbaar maken dat we met Jezus meer dan overwinnaars zijn. De discipelen, die op de Pinksterdag vervuld werden met de Heilige Geest, werden door twee dingen gekenmerkt: Ten eerste begonnen zij met andere tongen te spreken. En ten tweede spraken zij van de grote daden Gods! Hand. 02:04-11. Lees ook 1 Petr. 02:09!

Op welk niveau leven wij?

Is ons leven vol van de Heilige Geest? Leven we reeds op geestelijk niveau? Belangrijke vragen, want als ons leven niet vol is van Gods Geest, zijn wij een invalspoort voor het rijk van satan. Misschien maakt u wel elke dag uw geestelijk huis “geveegd en op orde” door uw zonden te belijden, maar blijft het verder “leeg”…. met alle gevolgen van dien. Neem dan de waarschuwende woorden van Jezus ter harte. Geef de duivel geen voet meer!

Ga anders, dat wil zeggen geestelijk, denken, leven en handelen. Weersta satan in de Naam van Jezus en wordt vol van do Heilige Geest.

Ga op Zijn niveau leven en ontdek met Paulus hoe Christus ons gezegend heeft met “allerlei geestelijke zegen in de hemelse gewesten” (Ef. 01:03). We zijn onvoorstelbaar rijk geworden in Hem!

Enige tijd geleden waren wij op bezoek bij kennissen, die pas verhuisd waren. Ze lieten ons hun huis zien. Achter het huis lag een prachtige tuin, aangelegd op verschillende niveaus. Een laag gedeelte, dan een betonnen trap op naar een hoger gedeelte. Toen we daar zo rondliepen dachten we aan de geestelijke les die hierin verborgen zit. Als je alleen maar in het lage gedeelte van zo’n tuin blijft, geniet je er niet ten volle van. Het hoge gedeelte blijft “verborgen”. Totdat je de trap op gaat en dan vanuit het hoge niveau alles kunt overzien.

Zo zal ieder waarachtig kind van God zijn plaats en positie in Jezus moeten innemen, door op Goddelijk niveau te gaan leven. Ons geestelijk huis “geveegd en op orde”….. Maar niet meer leeg, doch vol! Vol van de Geest van de levende God! Vol van Jezus! “Want in Hem woont al de volheid der godheid lichamelijk; en wij hebben de volheid verkre­gen in Hem, die het hoofd is van alle over­heid en macht”(Kol. 02:09), Halleluja!

 

Van maand tot maand door Gert Jan Doornink

Welke waarde hebben geloof enquêtes?

De laatste jaren is het aan de orde van de dag dat al­lerlei instanties, partijen en bureaus, enquêtes houden over verschillende onder­werpen. Door het stellen van vragen aan een groter of kleiner aantal personen, tracht men dan te weten te komen, hoe men over ver­schillende zaken denkt. Dan volgt de publicatie door middel van het bekendmaken van percentages van de me­ningen en groeperingen. Grafieken en statistieken moeten verder een inzicht geven hoe de verhoudingen liggen. Door verschillende sociologen en psychologen wordt een en ander dan weer uitvoerig besproken en van commentaar voorzien.

Uiteraard ontkomen ook on­derwerpen als “kerk” en “geioof” niet aan oei gelij­ke onderzoeken. Vorige maand nog stelde het week­blad “De Tijd”, in verband met haar vijfjarig bestaan, een onderzoek in naar de “geloofssituatie” in Nederland. Dertien jaar geleden was hetzelfde gebeurd door het weekblad “Margriet”. Eén van de conclusies die men uit de talrijke tabel­len en grafieken trok was, wat iedereen feitelijk ook wel weet, dat het geloof in een persoonlijke God, in Christus als Gods Zoon, in het leven na de dood, in hemel en hel, en in de Bij­bel als Woord Gods, tussen 1966 en 1979 bij zeer veel mensen sterk is afgenomen.

Hoe moet de waarachtige Ge­meente van Jezus Christus, bestaande uit wedergeboren kinderen Gods, ongeacht welk kerkelijk of niet-kerkelijk etiket men verder ook draagt, nu staan tegen over dergelijke enquêtes? Geeft het een werkelijke indicatie van het geloofsleven? Wij geloven van niet. Omdat het werkelijke geloof niet in tabellen of statistieken valt onder te brengen. De maatstaven die God aanlegt zijn immers heel anders dan de gods­dienstsociologen van onze tijd menen te moeten hante­ren. Wij weten dat wij in een tijd leven waarin velen met een schijn van gods­dienst de kracht verloo­chend hebben. Maar ander­zijds leven we in de tijd van de “spade regen”. Nog eenmaal krijgen alle mensen een kans zich tot God te bekeren. Het evangelie van het Koninkrijk wordt in de gehele wereld gepredikt tot een getuigenis voor alle volken. De tijd van herstel is bezig zich te voltrek­ken. De waarachtige gelovi­gen, die de volle weg met Jezus gaan, zijn daarvan het bewijs. Zij groeien op naar de mannelijke rijpheid en gaan, door de inwoning van de Heilige Geest, de volle heerlijkheid van Je­zus tot openbaring brengen. Zij raken ook niet onder de indruk van de steeds nega­tiever wordende geloofsenquêtes. In feite zijn ze immuun voor de beoordelin­gen van anderen. Of zoals Paulus dat uitdrukt: “De geestelijke mens beoordeelt alle dingen, zelf echter wordt hij door niemand beoordeeld”(2 Kor. 02:15).

De tijd van herstel

Wij leven in een geweldige tijd! Nog te weinig staan we er bij stil dat door de komst van Jezus in deze we­reld, de tijd van herstel (Heb. 09:10) is aangebroken! De duivel wil ons doen zien op alles wat in negatieve zin in deze wereld gebeurt, en waar hij de hand in heeft. Dagelijks worden wij er via de media mee gecon­fronteerd. Maar God laat ons in Zijn Woord zien, wie Jezus was, wat Hij deed en hoe Zijn werk via de ware gelovigen moet worden voortgezet. Jezus sprak zelfs: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie in Mij ge­looft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en grotere nog dan deze, want Ik ga tot de Vader; en wat gij ook vraagt in Mijn Naam, Ik zal het doen, opdat de Vader in de Zoon verheer­lijkt worde. Indien gij Mij iets vraagt in Mijn Naam, Ik zal het doen”(Joh. 14:12-14). Jezus wist, dat als Hij heengegaan zou zijn, de Heilige Geest zou worden uitgestort. Dat gebeurde op de Pinksterdag en betekende dat iedere gelovige voortaan in staat gesteld werd dezelfde dingen te doen ook Jezus deed, “en grotere nog dan deze”. Joel had het in zijn tijd reeds geprofe­teerd. Alles wat de duivel ontroofd had, zou Jezus te­rug gaan geven. “De dief kwam om te stelen en te slachten en te verdelgen; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed” (Joh. 10:10).

Ieder kind van God is daar­om geroepen een getuige te zijn van dat herstel wat Jezus geven wil aan ieder die een nieuw leven met Hem wil beginnen. Het spreekt vanzelf dat dit Goddelijk herstel ook in eigen leven zichtbaar moet zijn. De geestelijke opbouw van de gelovigen is daarom enorm belangrijk. Waarmee worden we gevoed? Blijven we “melkspijs” nuttigen, terwijl we reeds lang “vaste spijs” tot ons moeten nemen? Brengen de predikers die in onze samenkomsten voorgaan werke­lijk positieve, geloofsopbouwende boodschappen? De voorgangers van de ge­meenten dragen in dit op­zicht een grote verant­woordelijkheid door alleen die predikers uit te nodi­gen die hetzelfde evange­lie brengen, wat ook Jezus en de apostelen brachten!

Er is geen herstel mogelijk als de ene prediker af­breekt, wat de ander op­bouwt .

De tijd van herstel, waarin wij ons bevinden, vraagt van ons dat we onze geeste­lijke plaats hebben ingeno­men. En die is in de hemel­se gewesten. Alleen van daaruit kunnen we strijden en overwinnen.

God is bezig ons te “her­stellen” naar geest, ziel en lichaam. En via ons wil Hij ook anderen herstellen. Wees een actief betrokkene bij dit grote herstelwerk! Nu kan het nog Jezus heeft gezegd, dat wij werken moe­ten zolang het dag is, voordat de nacht komt, waarin niemand werken kan. (Joh. 09:04).

Jezus redt en geneest

Nu ook de laatste van de drie grote evangelisatie­campagnes met evangelist Hans Koornstra voorbij is, en de eindbalans kan worden opgemaakt, kan niet anders dan gezegd worden dat deze campagnes ieders verwach­ting hebben overtroffen. De belangstelling was zo­wel in Den Haag, Groningen als in Arnhem overweldi­gend en is een bewijs dat er in Nederland grote hon­ger is naar het volle evan­gelie. Toen op de voorlaat­ste avond in Arnhem velen geen zitplaats meer konden krijgen, werd voor de slot- avond op 3 november in al­lerijl een extra zaal ge­huurd, waar men via groot- beeld-tv toch de samenkomst kon meemaken.

De totale kosten van de drie campagnes, ƒ 200,000,- waren op de voorlaatste a- vond reeds binnen, zodat op de slotsamenkomst een zendingscollecte werd ge­houden, die ruim ƒ 12,000,- opbracht. De helft hiervan werd bestemd voor het zen­dingswerk van Hans en Ma­rijke Koornstra in België en de andere helft voor het “Teen Challenge”-werk onder verslaafden in Nederland.

Iedere avond waren er een aantal getuigenissen van .hen die reeds tijdens de samenkomst door de Heer waren aangeraakt en genezen van allerlei ziekten en kwalen. Vele tientallen ontvingen lichamelijke ge­nezing. En in totaal namen niet minder dan 1900 mensen een beslissing voor Jezus! Daarom kan ieder oprecht kind van God met Psalm 126 zeggen: Wij zijn verheugd, want de- Heer heeft grote dingen gedaan!

Bij dit alles was er geen verheerlijking van de pre­diker of wat ook. Wij ge­loven dat dit ook één van de redenen was dat Gods Geest zo machtig werkte en Zijn Woord bevestigd werd door tekenen en wonderen. De campagnes zijn een be­wijs dat Nederland geen be­hoefte heeft aan het “slaan van bruggen” naar hen die TEGEN deze boodschap zijn, zoals sommigen willen. Bo­vendien hebben de campagnes van Hans Koornstra bewezen dat er een groot verlangen bij velen is naar de predi­king van de volle waarheid, die begint met het leggen van de fundamentele waar­heid dat Jezus een volkomen verlossing teweegbracht aan het kruis van Golgotha. En waar deze boodschap ge­bracht wordt, bevestigt God Zijn Woord door tekenen en wonderen. Want God is lief­de en Hij wil “de totale genezing voor de gehele mens”!

 

“De zegende ziel wordt over­vloedig verkwikt, wie laaft, wordt ook zelf gelaafd”. (Spreuken 11:25).

 

Wees niet bezorgd door Judith

Gemakkelijk gezegd. (Ps. 037:017).

Dat is waarschijnlijk de eerste indruk die dit gedicht bij vele lezers zal wekken.

Misschien hebt u gelijk, maar de vraag is of Jezus u en mij in het gelijk zou stellen.

Immers: er wordt nergens in de Bijbel ontkend dat er dagelijkse zorgen bestaan, maar -wat belangrijker is – er wordt ons een weg tot ontkoming geboden (genade- route).

Zo zegt David bijvoorbeeld: “Met mijn God spring ik o- ver een muur” (Ps. 018:030). De “muur” (de barrière) bestaat dus wel degelijk en zal als zodanig ook genomen moeten worden.

Wie dat alleen wil volbrengen zal merken dat daar kracht voor nodig is. David was ook niet zo vermetel te ‘denken dat hij het karwei wel alleen zou kunnen klaren; hij verwees naar Iemand met wie hij dat wel zou kunnen en stelde het feit vast: “Mèt mijn God….”

Ook Paulus zegt dat Gods genade ons genoeg is (2 Kor. 12:09); met andere woorden als de Heer ons genade geeft (omdat wij daarom bidden) zullen we de nodige kracht uit Hem mogen putten.

Hoe zou een kind van God uit eigen kracht iets kunnen presteren? Wij bezitten van onszelf immers niets?!

Is het dan niet heerlijk te bedenken dat je al je dage­lijkse zorg en strijd bij de Heer mag brengen en dat Hij klaar staat je te helpen? (kracht te geven).

 

(Matt. 06:27). (gedicht) door Judith

Wees niet bezorgd wanneer de morgen

Een zee van zorgen nader brengt;

Bedenk dat God, als wij Hem bidden,

Aan u en mij genade schenkt.

 

Wees niet bezorgd, want ieder etmaal

– zegt Jezus – heeft haar eigen kwaad;

Met hoeveel “el” zou zo ons leven,

Door “zorgen maken”, zijn gebaat?’.

 

Wees niet bezorgd, houd ’t oog niet enkel

Gevestigd op het daag’lijks kruis;

Zie op naar Hem die in Zijn almacht

Vèr staat boven ’t golfgebruis.

 

Houd goede moed, schoon de problemen

Zich scharen tot één bergenrij;

Weet dat Gods liefd’ en trouw gedurig Aan u en mij ter hulpe zij.

 

Bevrijding uit satans macht -2- door H. J. Glasbergen

Wij zijn geroepen om te heersen over de duivel

Als de mens bevrijd is uit de macht van de boze, moet deze ook nog opgevoed wor­den tot een overwinnend le­ven. Dat is in deze tijd een zaak van levensbelang voor het volk van God. De wetteloze heeft zijn masker afgedaan en openbaart zich met een grenzeloze bruta­liteit. Al wat goed en hei­lig is, wordt door de mod­der gesleurd. De vrijheid die de duivel predikt, kweekt een groot slavenle­ger van de zonde. Vele ge­lovigen laten zich verlei­den, met het excuus dat wij ons in deze tijd moeten aanpassen, ook in ons ge­loof. Maar zou God zich aanpassen? Seks is een con­sumptie artikel, abortus gewoon en drugs brengen on­ze jeugd de vrijheid. Daar­bij een geloof dat de ou­ders niet waar kunnen ma­ken. Hoe kunnen rokende en drinkende ouders, die elke dag met de leugen moeten omgaan, priesters zijn voor hun gezin? Zij leven bij synodale en pauselijke uit­spraken, maar weten hun ei­gen positie niet te bepa­len.

Ook nu nog zegt God: Be­keert u! Zijn weg is niet veranderd. (Matt. 03:01-10; Matt. 04:17; Hand. 02:38). U zult zelf het reinigend bloed van Jezus Christus aan uw deurposten moeten strijken. (Exodus 12). Dan zult u een overwinnend le­ven krijgen over de duivel. Bekering is niet alleen zondevergeving, maar een bevrijding van de heerser der duisternis. Maar niet de duivel, maar wij zijn geroepen om te heersen. Al­leen een totale over gave aan Jezus Christus is de weg tot een nieuw leven. God wil niet dat wij in ge­meenschap leven met de zon­de (duivel), maar in ge­meenschap leven met Hem, door de Heilige Geest.

Erg vroom wordt er dan ge­zegd: Ja maar God laat ons niet los. Maar God liet Kaïn los. God liet Zijn ge­zalfde, Saul los. Jezus liet Judas los. Hij moest zelfs een heel volk losla­ten, wat Zijn Woord ver­worpen had. (Matt. 23:37). En die Zijn Woord verwerpt, verwerpt zichzelf. Wij mo­gen niet zwijgen en zullen ieder terecht wijzen, die wil luisteren. God heeft geen behagen in een elkan­der veretend en verbijtend volk. Hij is een heilig God.

Openbaren wij zijn heerlijkheid en macht?

“Zo dan, omdat gij lauw zijt, zal Ik u uit Mijn mond spuwen” (Openb. 03:15). Hij die zegt christelijk te zijn, zegt in feite dat hij van Christus is. Dan zal hij dit ook moeten waarma­ken. God heeft zich in Je­zus Christus een bloed gekocht volk verworven, apart gesteld in deze wereld en geheiligd om Zijn heerlijk­heid te openbaren. Dit volk heeft Hij ook macht gegeven over de demonen, die de mensheid verscheuren en ziek maken. Gods volk houdt zich niet bezig met kerken­bouw, etc., maar is zelf tempel van de Heilige Geest, waarin Hij woont en werkt. In dit volk wordt het Koninkrijk Gods open­baar. De wedergeboren kinderen Gods, zijn de nieuwe, levende weg gegaan, door het bloed van Jezus, om in het heilige priesterdienst te doen en te pleiten voor de mensen die God hun heeft toevertrouwd. Dit volk zal tot wasdom komen en groei­en tot het zoonschap en God en elkander liefhebben. Bij hen woont gerechtig­heid, liefde, blijdschap en vrede.

Wat is zonde?, vraagt men spottend. Ons antwoord is: Het doel van God missen, wat Hij heeft met elk mensenle­ven. Ongehoorzaam zijn aan Zijn Woord. Compromis slui­ten met de wereld. Je geloof richten op menselijke uit­spraken .

God gaf de mens een wil en verstand. Om zelf te kiezen maar ook om verantwoordelijk te zijn. Wij leven in een tijd van inspraak en verworven rechten, maar Gods uitspraak en recht erkennen wij niet. Zelfs het vrome volk beleeft het evangelie als een vrijblijvende zaak. Dan leeft u onder de macht van de satan. “En God zendt hun een dwaling, die be­werkt dat zij de leugen ge­loven, opdat allen worden geoordeeld, die de waarheid niet geloofd hebben”.

(2 Thess. 02:02).

De enige weg tot bevrijding

Wij strijden niet tegen mensen, maar tegen leringen die het Woord van God krachteloos maken. Er is geen leer of godsdienst die de mens eeuwig leven kan geven. De mens kan wel in zijn zonde leven, maar er niet in sterven. Bekering geldt voor elk mens, dus ook voor theologen. God heeft geen voorkeur, voor wie dan ook. De leergeesten hebben van de dierbare ge­lovigen geestelijke tobbers gemaakt, die angst hebben voor de waarheid. Zij ken­nen de rechtseis van God, maar gaan er niet op in. Als de verscheurdheid van de kerken u niets doet, is het niet in orde met u. Het gebed van Jezus was: “Opdat zij allen één zijn, zoals wij, gij Vader in Mij, en Ik in u”(Johannes 17). Daarom zijn de reformato­rische kerken niet meer geloofwaardig.

Het volle evangelie is de enige weg tot eenheid door de Heilige Geest. Daar is de dorsvloer om de mens te bevrijden van de machten van de duivel. Dagelijks bekeren zich vele mensen van hun zondige leven. Zij worden ontbonden van de leugengeesten, die hun hart verduisterden.

Wat is zonde? Te zeggen dat het heilig avondmaal voor de zondaren is. Een oprecht christin had dit geleerd van haar dominee. Het argument was: de discipelen waren ook niet van die brave jongens…. Zo is er een bedekking over dit vrome volk. Het heilig avondmaal is voor hen, die weten dat zij gekocht en betaald zijn. “Wie dus op onwaardige wijze het brood eet, of de beker des Heren drinkt, zal zich bezondi­gen aan het lichaam (ge­meente) en bloed des Heren. Want wie eet en drinkt, eet en drinkt tot zijn ei­gen oordeel. Daarom zijn er onder u velen zwak en ziekelijk, en er ontslapen niet weinigen”(1 Kor. 11:27). Juist in het lichaam van Christus is genezing, naar geest, ziel en li­chaam. Want God waakt over Zijn Woord, om dat te doen.

Zalig zijn zij, die het horen en doen.

Volgen wij Jezus als discipelen

‘Bekeert u, opdat gij leeft”(Ez. 18:31). Veel mensen, die zich elke avond bekeren, zeggen dat Jezus met hoeren en tolle­naars omging. De werkelij­ke bekering vraagt echter gehoorzaamheid aan de woor­den van Jezus: “Ga heen, en zondig niet meer, opdat u niet iets ergers overkome”(Joh. 05:14). Tegen de mensen met vrome geesten zegt Hij: “Bekeert u, op­dat u niet in uw zonde zult sterven”(Luc. 13:05). Wij kunnen duizenden mensen bijeenbrengen, met bekerings- kreten, vol pathos: “En gij zult Mijn getuigen zijn”, maar dat verandert de mens niet. Een bewuste keus maken om Jezus te volgen als discipel, is iets anders. Dan zal eerst het oude leven begraven moeten worden in het ‘ watergraf. Zelfs de paus met zijn wereldshow, kan niet één mens veranderen. De IRA blijft doorvechten. En de atoombommen worden niet gedemonteerd. Mensen die nog onder de wet en een leer van mens leven, van welke kerk ook, komen nooit tot bevrijding. De wet en de pro­feten gaan tot Johannes de Doper, zegt Jezus. (Luc. 16:16). Sinds die tijd wordt het Koninkrijk Gods gepre­dikt, en ieder wil zich in­dringen, op zijn eigen voorwaarden.

Vele1 gelovigen hebben geen enkel inzicht wat het Ko­ninkrijk Gods betekent, wat bij ons en in ons is. Dui­zenden oprecht willende mensen worden van de waar­heid afgehouden, door de theologie. Wij hebben dage­lijks met deze mensen te maken, zij zijn volkomen blind. De duivel heeft de waarheid verduisterd. Hij haat ons om deze boodschap. Hij weet wat in ons is, door ons getuigenis en de kracht Gods. Wij getuigen niet van een zondagsheili­ging, maar van een levens­heiliging. Gods wil geen godsdienstig volk, maar een volk dat Zijn Naam ver­heerlijkt op aarde. Wij wijzen de mensen een weg ten leven, door wijsheid en openbaring van boven. En begeleiden hen met ge­zond, geestelijk voedsel.

Alleen de waarheid maakt vrij

Als u de waarheid zoekt, zult u hem vinden, tenzij u hang bent voor de waar­heid. Jezus zoekt ook geen godgeleerden, maar mensen die Hem volgen met de woor­den: “Hier ben ik, Here, om Uw’ wil te doen”. Door ge­wilde vroomheid kan de dui­vel rustig doorgaan met zijn verwoestend werk in mensenlevens. Een machtelo­ze theologie heeft het li­chaam (gemeente) van Jezus Christus verscheurd. De enige winst is de wereldraad van kerken. Ons land is zwanger van de vreemde gó­den en afgodendiensten. Zo heeft de slang een adder gebaard.

Alleen het volle evangelie (Gods woord), kan ons volk behoeden voor een totale geestelijke overweldiging. Maar de dag van het licht komt. Dan zal alles geopen­baard worden. Dan zullen de eeuwige wetten Gods ons oordelen, naar onze werken en woorden. Niet zij die Here, Here roepen, maar die doen de wil van Mijn Vader, sprak Jezus. De natuurlijke ouders van Jezus lieten Hem besnijden onder de wet. (Luc. 02:21). Toen Jezus aan Zijn zending begon, liet Hij zich als een voorbeeld voor ons in de Jordaan on­derdompelen. Als u nog kin­deren doopt of laat dopen, zult u de gehele wet moeten nakomen, wat onmogelijk is.

Het wedergeboren volk van God heeft zich met Chris­tus bekleed, om Hem te die­nen in heiligheid en ge­rechtigheid. Het Lam Gods kocht zich een volk met Zijn bloed, om te groeien tot .koningen en priesters. Dit volk erkent maar één kerk: het lichaam van Christus, dat niet gedeeld is.

Laat u behouden uit dit verkeerde geslacht

Honderden jaren is het de duivel gelukt, de waarheid te verdraaien tot een vro­me leugen. De leraren heb­ben hun eigen wijsheid ge­bracht, en u heeft dit gees­telijk voedsel aan uw kinde­ren gegeven, zonder te on­derzoeken of dit de waarheid is. Zo is het ook ons ge­gaan, totdat God onze blind­heid wegnam en wij ziende werden.

Tweeduizend jaar theologie en christendom hebben de mens niet veranderd. De zon­den van Paulus’ tijd zijn zelfs doorgedrongen in ker­kelijke kringen. En zij schenken nog bijval aan hen die deze bedrijven. De on­reine geesten hebben vrij spel gekregen en zijn open­baar in alle lagen van onze samenleving. De zonde die God een gruwel is, wordt geen zonde meer genoemd. (Lev. 20:13). God is goed en het gehele universum kan Zijn liefde niet bevatten, maar over deze orgie van onreine geesten zal de toorn Gods komen. Want de toorn van God, openbaart zich van de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden…. zodat zij geen verontschuldiging hebben. Daarom laat God hen los, omdat zij Zijn Woord verwerpen” (Rom. 01:18-32). Gods toorn komt over alle ongerechtigheid en wette­loosheid.

Maak u los van de leugen en kom tot de waarheid: Jezus Christus. Wij willen u een weg wijzen naar een over­winnend leven, naar heer­schappij over de machten der duisternis. Bevrijding van geest, ziel en lichaam, zal ook u genezing brengen en herstel voor al wat be­schadigd is. Dit is de wil van God.

Leer uw vijand kennen, de duivel infiltreert in ons denken. Door negatieve ge­dachten kronkelt hij als een slang in onze hersens. Zo kan hij ons totaal in bezit nemen, om zijn ver­woestend werk te beginnen en ons te vernietigen.

Leer daarom bovenal uw Vriend kennen: Jezus Christus! Hij infiltreert met Zijn Heilige Geest in ons denken. Zijn gedachten zijn alleen positief. Zo kan Hij ons totaal in beslag nemen, om te heersen in het Ko­ninkrijk Gods op aarde.

 

 

Het openbaar worden van de zonen Gods door Gert Jan Doornink

 

Een lezer uit Harderwijk schreef naar aanleiding van ons vorig nummer:

“Vandaag ontving ik weer uw opbouwende blad “Levend Ge­loof”. Uw hoofdartikel “Het gezicht van het Christen­dom” vond ik erg praktisch.

‘ vooral de opmerkingen over het belijden van onze positie in Jezus Christus.

Ik begrijp nog niet waarom de Bijbel soms spreekt over het als zoon van God zijn (Gal. 03:26; Gal. 04:7; Rom. 08:14) en aan de andere kant het openbaar wórden als zonen Gods, in gelijkvor­migheid aan Jezus’ beeld (Rom. 08:19; Openb. 21:07)”. Hoewel wij het schrijven van deze broeder reeds per­soonlijk hebben beantwoord, willen wij ook in ons blad op deze opmerking ingaan, om mogelijk ook andere le­zers en lezeressen van dienst te kunnen zijn.

Deze ogenschijnlijke tegen­stelling komen we ook op verschillende andere plaat­sen in de Bijbel tegen. Bijvoorbeeld in Filippenzen 3, waar Paulus in vers 12 zegt: “Niet, dat ik het reeds zou verkregen hebben of reeds volmaakt zou zijn, maar ik jaag er naar, of ik het ook grijpen mocht, om­dat ik ook door Christus Jezus gegrepen ben”. En even verder in vers 15: “La­ten wij dan allen, die volmaakt zijn, aldus gezind zijn”.

Een ander voorbeeld vinden we in het feit dat Paulus aan verschillende gemeenten schrijft en de gelovigen daarbij “heiligen” noemt. Terwijl Openb. 22:11 zegt: “Wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd”.

Schijnbare tegenstellingen

Hoe zit het nu? Wat is nu juist? Ik schreef al over een “ogenschijnlijke tegenstelling”. Want in werke­lijkheid is het namelijk geen tegenstelling.

We zijn namelijk zonen Gods, heiligen, volmaakt, enz. Om­dat we als kinderen Gods ge­loven in Jezus Christus. Het nieuwe leven van Hem is in ons vanaf de dag dat we Hem hebben aanvaard als Heer en Heiland.

Maar “het openbaar worden”, het “zichtbaar zijn” van dat nieuwe leven van Christus is een groeiproces, dat begint op de dag van onze bekering en wedergeboorte. Dat brengt weliswaar een voortdurende geestelijke strijd met zich mee, maar als we de geeste­lijk weg van geloof en ge­hoorzaamheid bewandelen, komt het nieuwe leven van Christus in ons meer en meer tot wasdom en groeien we van “baby’s in het geloof” op tot “volwassen christenen”.

Belangrijk is daarbij wat wij belijden. Onze belijde­nis behoort ten alle tijde positief te zijn. Wij zijn wat Gods Woord zegt dat we zijn. Uiteraard moet dit geleerd worden. Er zijn nog vele kinderen Gods , die af moeten van de door satan ingegeven gedachte, dat we toch maar arme zondaars zijn en blijven. Wij moeten gaan ontdekken en beleven wie wij zijn in Jezus Christus!