Levend Geloof 1974.11 nr. 152

Wie is Jezus

De Bijbel geeft antwoord

Door alle eeuwen heen is de vraag: “Wie is Jezus?” duizenden en nog eens duizenden malen gesteld. Ontelbaren hebben getracht een antwoord te geven op deze vraag. Vele boeken, brochures en artikelen zijn aan dit onderwerp gewijd.

De één noemt Jezus de grootste profeet aller tijden een ander noemt Hem een grote wonderdoener of een “superster”. Velen stellen Hem op één lijn met leiders van andere grote godsdiensten.

Er is slechts één boek dat een duidelijk en betrouw antwoord geeft op de vraag: Wie Jezus is”. Het is het woord van God, de Bijbel.

In de Bijbel wordt ons geopenbaard wie Jezus is, wat Hij deed en van welke betekenis Hij is voor de mens van vandaag.

Jezus is de Zoon van God

Jezus is de Zoon van de levende God. Velen hebben moeite zich een voorstelling van God te maken. Het begrip “God” is voor hen iets abstracts, iets onwezenlijks. Nu zegt de Bij­bel ook dat niemand ooit God heeft gezien, maar….. “de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen”(Joh. 01:08). Jezus is namelijk de afstraling van de heerlijkheid Gods en de afdruk van Zijn we­zen. (Heb. 01:03a).

Toen Jezus lichamelijk op aarde was, stelde Hij op een gegeven moment de vraag aan Zijn discipelen, wat de mensen dachten wie Hij was. We lezen namelijk in (Matt. 16:15-16): “Toen Jezus in de omgeving van Caesaréa Filippi gekomen was, vroeg Hij zijn discipelen en zeide: Wie zeggen de mensen, dat de Zoon des mensen is? En zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper; anderen: Elia; weer anderen: Jeremia, of één der profeten. Hij zeide tot hen; maar gij, wie zegt gij dat Ik ben? Simon Petrus antwoordde en zeide: Gij zijt de Christus, de zoon van de levende God!”

Dit was het enig juiste antwoord en is ook nu nog de ab­solute waarheid.’

De Middelaar van het nieuwe verbond

De Bijbel is verdeeld in een oud en een nieuw testament. Wie als “nieuweling” in de Bijbel gaat lezen ontdekt al spoedig dat er een groot verschil is tussen het oude en het nieuwe verbond.

Bij de tabernakel- en tempeldienst van het Oudtestamentische volk van God, ging de hogepriester eenmaal per jaar het zogenaamde ”heilige der heiligen’’ binnen, on op het verzoendeksel van de ark dierenbloed te sprenkelen, waardoor verzoening tot stand kwam voor de zonden van het volk. Het was alles echter tijdelijk en onvolkomen.

Een radicale verandering kwam er door de komst van Je­zus. Toen Hij aan het kruis van Golgotha hing en de zonde van de gehele wereld droeg, gebeurde er ook in de tem­pel te Jeruzalem iets. Het voorhangsel van de tempel scheur­de van boven naar beneden in tweeën. Dit voorhangsel vormde de afscheiding tussen het heilige en het heilige der heili­gen. In dit laatste deel mocht het gewone volk nooit binnen komen, alleen de hogepriester eenmaal per jaar.

Maar Jezus was de Middelaar van het nieuwe verbond (Heb. 09:15). Bloed van stieren en bokken was niet meer nodig. Hij gaf Zijn eigen bloed.’

Wat er in de onzichtbare wereld gebeurde, toen Jezus de overlieden en machten ontwapende en onttroonde, kwam in de zichtbare wereld tot uiting bij het scheuren van het voor­hangsel. De tempeldienst had afgedaan. De weg naar de troon van God was vrij! Ieder mens kan nu rechtstreeks tot God naderen om vrede te ontvangen. Jezus opende deze weg!

De Weg, de Waarheid en het Leven

“Jezus zeide: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij” (Joh. 14:06).

Ongetwijfeld één van de meest indrukwekkende uitspraken van Jezus. Hier is geen misverstand mogelijk, iedere twijfel wordt uitgebannen. Wie is Jezus? Hij is de Weg! Hij is de waarheid! Hij is het Leven!

Miljoenen mensen zijn in onze dagen terecht gekomen op allerlei wegen, waarop zij trachten “het geluk” te vinden. Zij volgen de wegwijzers van satan, waardoor zij terechtko­men in occulte leringen, dwaal leringen, verslavende midde­len, maar vinden niet de ware vrede. Het zijn doodlopende wegen. Zij hebben niets net de ware Godsdienst te maken, ook al worden zij onder het mom van “waarheid” geprocla­meerd

Alleen Jezus is de Waarheid. Alleen Hij schenkt het echte Leven. Alleen Hij is de enige Weg.

“Niemand komt tot de Vader dan door Mij”, (Joh. 14:06) heeft Jezus met grote volmacht gezegd! Een ieder die het anders voor wil stellen spreekt de taal van de vader der leugen: de dui­vel. Vrede met God is alleen mogelijk door geloof in Jezus Christus.

Hij kwam om de nacht van satan te verbreken! (1 Joh. 03:08): “Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard,….. opdat Hij de werken des duivels verbreken zou”.

Jezus bediening

Wie wil ontdekken wie Jezus is, vindt een schat van gege­vens in de vier evangeliën. Zijn geboorte, Zijn leven en bediening, Zijn lijden en kruisdood, Zijn opstanding en hemel­vaart worden door de vier evangelisten; Mattéus, Marcus, Lucas en Johannes duidelijk beschreven.

Voordat Jezus Zijn bediening van drie en een half jaar begon, werd hij verzocht door de duivel, die Hem met het Woord van God ten val probeerde te brengen. Maar Jezus weerstond de satan ook met Gods Woord uitgesproken onder de zalving van de Heilige Geest. Voordat Hij in de woestijn geleid werd, waar Hij 40 dagen door de duivel verzocht werd was Jezus namelijk gedoopt in de Jordaan en gezalfd met de Heilige Geest. Daarom was Zijn optreden in de kracht des Heiligen Geestes.

In (Hand. 10:38) staat dat God Hen met de Heilige Geest en met kracht heeft gezalfd en dat Hij is rondgegaan, weldoen­de en genezende allen, die door de duivel overweldigd wa­ren.

Jezus openbaarde de wil van God. Hij verkondigde het Ko­ninkrijk Gods en bracht in praktijk wat Hij verkondigde.

Toen Hij in Nazareth, de stad waar Hij was opgevoed, naar de synagoge ging, las Hij voor uit het boek van de profeet Jesaja: “De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen; en Hij heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te ver­kondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid, om te verkondigen het aangename jaar des Heren”(Luc. 04:18-19). Daarna sloot Hij het boek en zei: “Heden is dit Schriftwoord voor uw oren vervuld” (Luc. 04:21). Met andere woorden: Wat jullie horen dat ga Ik doen!

Na aanvankelijke instemming komt al spoedig de haat op­zetten van de Godsdienstige leiders van die tijd. De Fari­zeeën en Schriftgeleerden kwamen in verzet. Zij spraken over God en Gods wetten, naar leefden er zelf helemaal niet

naar. Hun positie kwam in gevaar en we weten waar die haat uiteindelijk in resulteerde.

Jezus ging echter, dwars door alles heen, verder. Hij kon niet anders. God had Hem gezonden. Hij was de Vertegen­woordiger van het Koninkrijk Gods. En ieder mens die in het geloof tot Hen kwam, werd werkelijk gelukkig, doordat Hij hen bevrijdde uit satans nacht.

Jezus is nog Dezelfde!

“Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid’ (Heb. 13:08).

Er zijn sommigen die wel geloven in de gebeurtenissen uit de eerste tijd van het Christendom en Jezus’ bediening op aarde, maar die menen dat het toen afgelopen was. Teke­nen en wonderen? Dat was voor de tijd dat de Gemeente ontstond, naar daarna was het voorbij…..

Wat een misverstand! Waar vinden we dat vermeld in Gods Woord? Het tegendeel is waar. Jezus is dezelfde, gisteren ……naar ook vandaag en tot in eeuwigheid. Dit betekent dat Hij de dingen die Hij toen deed, ook nu wil doen. Hij is niet veranderd.

Zoals Hij destijds zondaren hun zonden vergaf, zieken genas, gebondenen bevrijdde en de mensen werkelijk gelukkig maakte, zo wil Hij het ook thans doen!

Voorwaarde is slechts geloof. Vertrouwen dat Hij een Waamaker is van Zijn beloften. Ieder die in het geloof tot Hem kont, zal ervaren dat Hij de onveranderlijke is! Hij is gekomen om leven en overvloed te brengen. (Joh. 10:10)

Kent u Jezus?

In de eindtijd waarin wij leven, komt het er op aan dat wij Jezus leren kennen zoals Hij werkelijk is. Het heeft voor de mens geen enkele waarde, als hij al een bepaalde voorstelling van Jezus heeft, zonder te weten wie Hij werkelijk is.

Paulus, die op zo’n radicale wijze tot geloof in Christus was gekomen, wist dat het er om ging Jezus werkelijk te “kennen”.

Hij schrijft aan de Filippenzen in hoofdstuk 3, hoe hij voor zijn bekering naar de wet onberispelijk was en naar zijn ijver een vervolger van de gemeente.

“Maar alles wat mij winst was, heb ik om Christus’ wil schade geacht. Voorzeker, ik acht zelfs alles schade, omdat de kennis van Christus Jezus, mijn Here, dat alles te boven gaat. Om zijnentwil heb ik dit alles prijs gegeven en houd het voor vuilnis, opdat ik Christus moge winnen, en in Hem moge blijken niet een eigen gerechtigheid, uit de wet, te bezitten, naar de gerechtigheid door het geloof in Christus, welke uit God is op de grond van het geloof. (Filip. 03:07-08)

Dit alles om Hem te kennen en de gemeenschap aan zijn lijden om de kracht zijner opstanding, of ik, aan zijn dood gelijkvormig worden­de, zou mogen komen tot de opstanding uit de doden”(Filip. 05:07-11).

ledere volgeling van Jezus in deze eindtijd zal ervaren dat hij pas een waarachtig volgeling van Jezus is, als hij leeft uit de opstandingskracht van Jezus, dus als hij een overwinnende Christen is. En als hij “gemeenschap heeft aan Zijn lijden”.

Dit laatste is in feite een logisch’, gevolg van het waar­achtig volgen van Jezus. Immers de haat van de duivel richt zich op diegene die Jezus radicaal volgt. Evenals Jezus zelf door de duivel gehaat werd.

Maar Gods Woord zegt dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die over ons geopen­baard zal worden, (Rom. 08:18).

“Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord, en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben”(1 Kor. 02:09).

Hebt u Jezus werkelijk lief? Kent u Jezus? Volgt u Hem met geheel uw hart?

Belijd Hem uw zonden. Neem Hem aan als uw Verlosser en Bevrijder, Aanvaard het nieuwe leven wat Hij u uit genade schenken wil.

U zult er nooit geen spijt van krijgen, maar een alles­overheersende vrede en blijdschap zal uw leven vervallen.

 

De Heer is mij Herder (getuigenis) door Gert Jan Doornink

(Het getuigenis van Joop Holterman)

Onlangs ontvingen wij van zr. Holterman-Mannes uit Soestdijk, een bewerking van Psalm 25 van haar man, br. Joop Holterman, die een jaar geleden – op 2 december 1973 – door de Heer werd Thuis gehaald in Zijn Heerlijkheid. (Op de volgende bladzijden treft u dit artikel aan).

Door de onregelmatige en late verschijning van “Levend Geloof”, hebben wij destijds geen aandacht geschonken aan het heengaan van br. Holterman, die zo’n grote plaats in­nam in de harten van zeer velen.

Dit laatste bleek wel het duidelijkst door de overweldi­gende belangstelling op de dag van de begrafenis. In de uitvaartdienst gaf br. Herman ter Welle op aangrijpende wijze door wat het leven van br. Holterman beheerste. Ontroerend was het moment toen br. Ter Welle de Bijbel van br. Holterman overhandigde aan diens zoon. Deze Bijbel, vol aantekeningen en onderstrepingen, was letterlijk “stuk” ge­lezen.

Sinds ik in 1964 voor het eerst kennis maakte met br. Holterman, heb ik vele indringende gesprekken net hem gehad waarvoor ik erg dankbaar ben, ook al botsten onze meningen nog al eens.

Velen in nood werden door br. en zr. Holterman opgevan­gen. Of het nu een eenvoudige bosarbeider of een ontwikkeld intellectueel was, br. Holterman nam alle tijd om, soms tot midden in de nacht door te praten en…..de problemen aan de levende God bekend te maken. Wij zouden vele namen kunnen noemen van hen die tot geloof in Christus en levens­vernieuwing kwamen, maar dat zou geheel in strijd zijn met zijn leefwijze, die wars was van alle eigen eer en roem.

Het was de allesoverheersende liefde van Christus die Zijn leven in beslag nam, waardoor hij een gedrevene werd en voor zo velen tot een levende wegwijzer van Christus was.

Psalm 23 bewerkt door J. Holterman

De Heer is mijn Herder; mij zal niets ontbreken. Niets – radicaal. Niet’, niet veel, doch: niets!

-Mij zal geen rust ontbreken, want Hij voert mij zachtkens aan zeer stille wateren.

Mij zal geen vergeving ontbreken, want Hij ver­kwikt mijn ziel.

Mij zal geen leiding ontbreken, want Hij leidt mij in het spoor der gerechtigheid om Zijns Naams wil.

Mij zal geen gezelschap ontbreken, want al ging ik ook in een dal van de schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt bij mij.

Mij zal geen troost ontbreken, want Uw staf en Uw stok, die vertroosten mij.

Mij zal geen voedsel ontbreken, want Gij richt een tafel toe voor mijn aangezicht, tegenover mijn tegenpartijders.

Mij zal niets ontbreken in dit leven, want mij zullen het goed en de weldadigheid volgen, al de dagen mijns levens.

Mij zal niets ontbreken in de eeuwigheid, want ik zal in het huis des Heren verblijven tot in lengte van dagen.

Wie mag zeggen; “De Heer is mijn Herder”, zegt daarmee niet nu zal ik nooit meer tegenslag hebben, nooit geldelijke zorgen, nooit huwelijksmoeilijkheden, nooit opvoedingspro­blemen.

Maar hij zegt wel: in al deze noden en moeite is de Heer. En als Hij er is, dan is het goed. Ook al gaat de weg, waarop Hij ons leidt, in tegen vlees en bloed.

Wie van harte belijdt: de Heer is mijn Herder, hoort door het rommelen van aardschokken, door het knetteren van hemelvuur, door het dreunen van explosies heen, hemelse koren bemoedigende melodieën zingen, vindt een weg door brandend hete woestijnen en andere onherbergzame oorden.

Aan dit van harte belijden: de Heer is mijn Eerder, gaat de klacht wegens Godsgemis vooraf, gelijk aan Psalm 23, Psalm 22 vooraf gaat, dat wil zeggen de lijdenspsalm: “Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?” Dit gaat vooraf aan de Psalm van het Geloofsvertrouwen.

We zien in Psalm 22 en 25 rechtstreeks Messiaans, met andere woorden in Psalm 22 horen wij Christus klagen zijn “de Profandis” en in Psalm 23 zien wij Christus “de Triomfator”, die als de Herder Koning, de Zijnen regeert, leidt, onderhoudt, troost en beschermt.

Als altijd loopt ook thans de prediking op Christus uit. Buiten Hem is God een verterend vuur. (Heb. 12:29). In Hem ingelijfd, is de Heer onze Herder, die de lammeren in Zijn schoot draagt en de zogenden zachtkens leidt. Hij gebruikt mensen als middelen om Zijn Herder-Ambt uit te oefenen. In de maatschappij in het algemeen, in de gemeente, in de ge­zinnen. Bovenal schenkt Hij aan een man zijn vrouw en aan de vrouw haar man, opdat zij onder toezicht van de Opper­herder elkander tot hand en voet zouden zijn. Elkander in alle dingen, die tot het natuurlijke leven behoren, zouden steunen, bij staan, bovenal elkander telkens bij inzinkingen en twijfelmoedigheden zouden wijzen op De Steun en de Bij­stand, die nooit tekort schiet en tot Wie een mens zich in gebed te allen tijde wenden mag:

Wil mij ook voortaan schragen,

door Uw grote kracht,

mij in Uw armen dragen,

door duisternis en nacht,

mij hulp en troost verlenen,

als alles mij begeeft

tot Gij mij voert daarhenen,

waar nooit een hart neer beeft.

 

Brief uit Curaçao

Wij ontvingen van broeder Bart Elling, Box 503, Curaçao een brief met het verzoek extra exemplaren van “Levend Geloof” te sturen omdat het hun toegezonden nummer, wat doorgegeven werd aan anderen voor verschillenden tot zegen was. Uiteraard voldoen wij gaarne aan dit verzoek. Reeds vele jaren sturen wij gratis veel extra nummers van “Levend Geloof naar verschillende landen, o.a. ook Indonesië. Dit wordt ons mogelijk gemaakt door extra giften van lezers waarvoor we uiteraard erg dankbaar zijn.

Wat br. Elling betreft: Deze is reeds vele jaren een hard en toegewijd werker in Gods Koninkrijk. In Nederland o.a. bekend uit tent campagnes en conferenties en als bijbelschool leraar en voorganger van de Pinkstergemeente te Stadskanaal. Enkele jaren geleden vertrok broeder Elling naar de West, waar hij eerst in Suriname en thans op Curaçao, de Heer mag dienen.

Een deel van zijn brief willen wij gaarne doorgeven.

 

Als de bouwers actief zijn…

We zijn hier op Curaçao om te dienen, te midden van veel verwarring en teleurgestelde christenen. We weten dat de vijand altijd actief wordt als de Heer ook gaat werken. Het is nog precies zoals in de dagen van Ezra en Nehemia. Toen de bouwers actief waren met de bouw van het heiligdom, kwam ook de vijand in actie. Helaas zien wij ook vandaag dat de vijand soms raak kan toeslaan, omdat de gelovigen niet waakzaam zijn. En de vijand niet doorhebben. Nadat de vijand dan zijn oogmerk heeft bereikt en de gelovigen heeft uit elkaar gedreven, gaat men vaak elkaar de schuld geven en de oorzaak zoeken bij de anderen. Ook zelfs deze beschuldigingen gebruikt de satan weer om nog grotere kloven te maken tussen de ge­lovigen.

We zien hoe langer hoe meer hoe belangrijk het is dat we duidelijk Gods weg zien en niet steeds de negatieve dingen in het oog houden.

Honger naar de dingen van de Heer

Temidden van de verwarringen mogen we zien dat de Heer toch doorgaat met Zijn werk. Hij bouwt Zijn Gemeente en maakt de Zijnen klaar naar Zijn plan.

Overal in de wereld zien we ook weer honger naar de din­gen van de Heer. Het hart van de mens wordt immers niet be­vredigd in de moderne sensaties. Vele jonge mensen zien dit duidelijk en daarom zoeken zij iets anders, iets reëels.

We zagen in Canada en Amerika een groot werk van de Heer, vooral onder jonge mensen. Misschien dat sommige “nuchtere” christenen in Holland wat sceptisch staan tegen­over deze movements, maar we hebben gezien de levensvernieuwingen en blijdschap bij velen.

Vooral zien we dat de gelovigen overal meer tot aanbidding komen. In sommige diensten is de aanbidding de hoofd­zaak en, neemt de meeste tijd van de dienst.

De gemeenten, die het geheim van de aanbidding kennen, zijn meestal de gezondste gemeenten en ook vaak de grootste gemeenten.

De aanbidding is een nieuwe ontdekking van de christenen en sluit zich volkomen aan bij de aanbiddingen in het Oude Testament. Denk aan de Psalmen van David, enz. Er staat in de Engelse vertaling dat Job zelfs in zijn verdriet over verlies, de Heer ging aanbidden. (Job 01:20)”

 

Eindtijd tekenen door H. J. Glasbergen

Als Paulus ons wijst op de tekenen die zich in de eindtijd zullen openbaren, en wij de wetteloosheid zien van onze tijd, geloven wij dat de komst van Jezus Christus dichtbij is.

(2 Thess. 02:01-17).

Er zijn en komen wetten van mensen, die Gods wetgeving . volkomen belachelijk maken en de wetsovertreders zelfs be­schermen. Een overheid die dichtbij het atheïsme is, al zijn er nog zich noemende christelijke partijen die deel hebben aan de regering.

De toenemende immoraliteit, het zedelijk verval, aangemoedigd door wettelijke erkende en beschermde verenigingen, zo­als de N.V.S.H. en C.O.C., is een gruwel voor God en een aan­fluiting voor deze mede regerende politieke partijen, die de Naam die zij zeggen te belijden tot hoon en spot maken.

Een geest uit de afgrond, die alle levenswaarden en het leven zelf veracht, zoals huwelijk, gezin, ongeboren leven, maakt zich meester van de moderne, nihilistische mens. “Laten wij heden genieten en alle geboden overtreden, want morgen sterven wij….. is het parool.

Het begint op de scholen, bij het jonge groen. De opstel­ling van een soort leraren, die God verwerpen, verpest de geest van veel jonge kinderen. Het is een geraffineerde hersenspoeling, verdraaid en verkromd moeten deze kinderen dan klaargemaakt worden voor de derde wereld, waar gerechtig­heid zal zijn voor ieder, tenminste dat geloven deze wijsgeren, die geloven in zichzelf.

Abortus is actueel op dit moment, kinderen die volgroeid zijn in de moederschoot tot 18 weken, wie weet nog verder, het is nog voor de moeder nog voor de wetenschap die deze dingen bedrijft een bezwaar. Waar is de grens van deze moordpartijen, als de maatschappij en de regering hieraan medeplichtig zijn?

Wij zwijgen in alle talen, wij hébben het veel te druk met ons zelf, ijveren om zo nodig erkend te worden door de­ze overheid, wat nog gelukt ook, als je maar bereid bent tot het compromis.

Een geest van verderf heerst in Nederland, de zonden rijken tot de hemel, terwijl het Woord van God, wat wij zeggen te kennen boven de anderen, ons leert, dat hen die het ge­weten hebben en gezwegen hebben, dubbel gestraft zullen worden.

De christelijke partijen buigen zich in alle richtingen, om de gunst van de kiezers niet nog meer te verliezen. Wij hebben het zo druk met zielen winnen voor ons eigen stand­punt en om elkander te bestrijden, dat duizenden kinderen oneer druk van boven af geestelijk vermoord worden.

In plaats van te jagen God te behagen, worden wij in de stroom van ongerechtigheden volkomen meegesleurd en weten wij niet meer hoe wij ons op moeten stellen tegenover deze machten. Als wij werkelijk één waren, zoals Jezus Christus één was met de Vader (dit is Zijn wil en ook mogelijk), zou God dan niet bij machte zijn om Nederland wakker te schudden uit zijn doodslaap?

Niet in organisaties, door mensen weer georganiseerd met hun hang naar erkenning van de wereld, maar één in de Geest van God, in Zijn liefde groeiende naar de band’ der volmaaktheid. Lees Gods Woord, van de tijd, van de Richteren, toen het volk in afgoderij en vele andere zonden verviel, en toen zij zich bekeerden was God telkens weer vol van genade en liefde on te vergeven en de vensters van de hemel open te zetten?

Is God dan niet dezelfde, wij zijn toch geheel anders. Wij hebben Jezus Christus bron kennen, maar zijn ook kerkje aan het spelen, net allo gevolgen van dien. Die zegt Hem te ken­nen en zwijgt is een leugenaar, zegt Gods Woord.

Als je niet bij een bepaalde groepering bent aangesloten wordt je niet erkend. Wij hebben onze naamkaarten afgelegd, omdat wij gezien hebben dat dit niet de wil van God is een merkteken van de mens te dragen. Nu worden wij niet verdra­gen, wel niet openlijk, mar wel voelbaar.

Het Lichaam van Jezus Christus is een organisme en geen organisatie. Alles verachtende om Hem te kennen. Wat in de   praktijk wil zeggen, dat Hij op de troon is van je hart. Als wij werkelijk Hen moeten openbaren in Nederland, wat één groot zendingsveld is, zullen wij terug moeten aan de voeten van Jezus, waar Hij ons zal leren, en de tekenen en wonderen zullen de gelovigen weer volgen.

Als wij geen beelddragers worden van Hen in deze samenleving, zal de goddeloosheid Nederland totaal overspoelen.

Toen minister Van Agt zijn beleid verdedigde in de tweede kamer, en enige détails noemde van abortus in de klinieken, onder andere dat kinderen aan stukken gesneden worden van­uit het moederlichaam, toen schuimbekten en tandenknarsten de voorstanders van deze moordwaanzin. Het deed mij denken aan de dood van Stéfanus. (Hand. 07:54-60). Alleen de stenen ontbraken nog in de tweede kamer…..

Gods volk, probeer je naam waardig te gedragen, het gaat om de eer van God, en niet om onze onbelangrijkheid, al voe­len wij onze belangrijkheid zo goed.

Hij gaf ons Zijn Geest, de Geest der Waarheid, niet voor onze organisatie of groepering, maar om Zijn Naam te ver­heerlijken. (Joh. 16:12-15). Hij alleen!

 

Jacobs droom gedicht door Judith Jacobs

(De geloofsladder)

De zon ging voor hen onder,

Hij rustte op een steen;

Maar daar gebeurde ’t wonder;

God hoorde zijn gebeen.

Hij sprak: ‘”k Zal u bewaren,

Uw voet, voor diepe val;

Omringen u gevaren,

’k Zal met u zijn in ’t dal…..

Vrees niet en klim naar boven,

Vat moed en zie Mij aan;

Al kan uw hart niet loven,

‘k Wacht u op ’t eind der baan….

En Jacob heeft zijn wegen

De Here toevertrouwd;

Hij heeft – die plaats ten zegen

Een huis voor God gebouwd.

Toen alles leek verloren.

Heeft hij Zijn God aanschouwd;

Daar werd in ’t hart geboren –

’t Geloof, dat nooit berouwt…..

Heer, leer mij U vertrouwen,

Geef, dat in nood en strijd,

Uzelf mijn hart zult bouwen:

De tempel, U gewijd.

Ja, ‘k heb het niet geweten,

Ik zag U Heer, niet staan;

Gij had me niet vergeten:

Ge zag me lang reeds aan.

Mijn voet zal ‘k vaak bezeren,

Ge wilt dat ‘k zal verstaan

Om op de weg te léren,

En Gij gaat zelf vóóraan.

O laat Uw kracht mij schragen,

Vervul mij met die moed:

’t Geloof dat – zonder vragen –

Uw roepstem volgen doet.

En mag ik straks belanden,

Dan weet ‘k door alles heen:

Het waren Heer, Uw handen,

’k Roem Uw gena alleen.

(Gen. 28:10-22; Heb. 11:01).