Levend Geloof 1964.05.09 nr. 35

Machtige zegen op derde Volle Evangelie Vreugdedag

Het feest gaat door

Als wij in dit artikel een kleine terugblik werpen op de derde Volle Evangelie Vreugdedag, welke zaterdag 2 mei in de Margriethal te Utrecht werd gehouden, doen wij dit met grote blijdschap en dankbaarheid in onze harten. Wij kunnen niet anders dan de Heer danken, loven en prij­zen voor deze wonderbaar gezegende dag.

Hoe machtig klonk de zang van de duizenden, toen de­ze dag werd geopend met Psalm 150. Broeder P. W. v. d. Dries, voorzitter van de Vereniging van Volle Evangelie Zakenlieden, sprak in zijn openingswoord over het feit dat wij verlost zijn door het bloed van Jezus en daarom deze vreugdedag kunnen vieren. Wij behoeven geen boete meer te doen, maar kunnen Hém waarlijk loven en prijzen. De Heer bouwt deze dag Zijn troon. Broeder V.d. Dries haalde in dit verband (Ps. 022:004) aan.

Wim de Moor zong hierna het lied:

“Heer God u loven en prijzen wij”, waarna ds. W. W. Verhoef, Ned. Herv. predikant te Hoenderlo, een boodschap uitsprak. Wij zijn’ nog niet waar wij zijn moeten en mogen grotere dingen verwachten. Er moet gevochten, gebeden en gestreden worden.
Wij mogen niet blijven rusten bij wat bereikt is, aldus ds. Verhoef, die er op wees, dat blijdschap zonder strijd ondenkbaar is, en dat onze pelgrimstocht ook gepaard gaat met boete. Laten wij de nood van het lichaam van Christus op ons nemen, en bedenken dat Jezus zich niet schaamt ons broeders te noemen.

Vervolgens hield broeder Lentink uit Breda, voormalig officier van het Leger des Heils een krachtvol getuigenis. Broeder Lentink is nu voorganger van de Volle Evangelie gemeente te Breda. Hij vertelde hoe hij op 17 jarige leeftijd in Indonesië de Heiland had leren kennen. Tien jaar geleden, toen hij in Apeldoorn gestationeerd was, hoorde hij in een volle evangelie samenkomst in de Paslaankerk, waar broeder Karel Hoekendijk sprak, voor het eerst spreken in nieuwe tongen, maar het zou nog tot de eerste vreugdedag, vorig jaar april duren, voor hij zelf gedoopt werd met de Heilige Geest. In de gehoorzaamheid aan Christus ligt al uw levensgeluk, aldus broeder Lentink onder de zalving van de Heilige Geest.

Hierna sprak een van de  bekendste pioniers van de Pinksterbeweging in

Engeland, broeder Howard Carter. Hij werd vertaald door Hans Koornstra. Broeder Carter wees er opdat er in het lichaam van Christus geen dode leden zijn, omdat wij allen levend gemaakt zijn door de Heer. Naar aanleiding van Hebreeën 6 sprak hij over de drie dopen: de doop in het lichaam van Christus, de waterloop en de doop in de kracht van de Heilige Geest. (Hand. 02:04) is het bewijs dat het spreken in tongen voor allen is. Wij kunnen het niet verdienen, maar als wij er om vragen zullen wij het ontvangen. Wij hebben het nodig, want Jezus Christus begon Zijn bediening ook niet voordat Hij gedoopt was met de Heilige Geest.

Toen broeder Karel Hoekendijk de uitnodiging hield zagen dan ook honderden in dat zij de Heilige Geest no­dig hadden en kwamen naar voren, in een aparte zaal werd door Broeder Roose voor hen gebeden en velen ontvingen de Geestesdoop.

De middagsamenkomst werd door broeder Zweers met gebed geopend. Jaap de Cock zong op gevoelvolle wijze. Schip a- hoy, waarna Broeder Roose vertelde van de grote dingen die de Heer in zijn leven had gedaan. Ook Broeder Piet Huisman sprak een heerlijk getuigenis uit en vertelde enkele wonderbare belevenissen van het zendingsveld.

Nadat wij nog een keer geluisterd hadden naar de heerlijke zang van Wim de Moor, kwam het hoogtepunt van deze dag; de boodschap van broeder Samuël Doctorian uit Beirut, Libanon. Hij sprak over de vervulling met de Heilige Geest, naar aanleiding van (Hand. 01:07-08 en Hand. 02:01-04). Broeder Doctorian werd vertaald door broeder Joh, Maasbach.

Het vuur van de Heilige Geest brandt over de gehele wereld en hoe meer er geprobeerd zal worden dit vuur te stoepen, hoe meer het zich zal uitbreiden. Pinksteren is het werk van God, aldus Doctorian. Als het boek Hande­lingen niet in de Bijbel zou staan zou ook de gemeente van Jezus Christus er niet zijn. Pinksteren is kracht, want voor Pinksteren is niemand bang voor u, maar na Pinksteren is de duivel en iedereen bang voor de Godde­lijke kracht die in u is. De duivel heeft vele slechte geesten, maar God heeft maar één Heilige Geest.

Broeder Doctorian geloofde in de eenheid van alle Christenen. Deze hoeft niet gemaakt te worden want de Kerk is één. Pinksteren is in ons, en wie niet met ons is, is tegen ons.

Voor Pinksteren was er geen vervolging, maar na Pink­steren is er veel vervolging. Wanneer iemand vol is van de Heilige Geest ontvangt hij een grote visie om zielen te winnen.

Broeder Doctorian geloofde dat de tongentaal één van de grootste wonderen van God is, maar waarschuwde voor een spreken in het vlees.

Vervolgens vertelde hij op aangrijpende wijze over de genezing van zijn moeder. Door Pinksteren weten wij dat Je­zus leeft.’

Pinksteren is kracht. Geestelijke kracht over de dui­vel, boze geesten en de zonde. Wij weten terstond of een prediker Pinksteren heeft of niet.

U kunt vandaag Pinsteren bezitten, aldus Doctorian, niet door gevoel, maar door geloof in wat God beloofd heeft in Zijn Woord. Dan neemt u de Vreugdedag mee naar huis, en de volgende Vreugdedag, bent u niet alleen vol van vreugde, maar stroomt u over van vreugde.

De Heer heeft in Zijn Woord gezegd, dat Hij in het laatst , der dagen Zijn Geest uit zal storten op alle vlees. Door de Heilige Geest kunnen vrij een getuige van Jezus zijn en zijn vrij klaar voor de opname.

De opname der gelovigen mag niet voorgesteld worden als de werking van een magneet, maar de kracht (Heili­ge Geest) is tot de wereld gekomen en maakt ons klaar voor de opname.

Wij ontvangen de Heilige Geest, niet door gevoel (dit zal naderhand komen), maar door geloof. Als de Heilige Geest in ons komt zal gij zich uiten, gelijk Hij wil.

Vervolgens kwamen vele honderden naar voren voor het ontvangen van de Heilige Geest. Het was een machtig hoogtepunt, van deze dag.

Op verzoek van broeder V. d. Dries, sloot broeder Van Panhuys deze Gloriedag met dankgebed, waarna nog gezamenlijk werd gezongen: Gij grote God”.

Tegen half zes keerden de vele duizenden huiswaarts, vol van de machtige zegen die zij op deze derde Volle Evangelie Vreugdedag hadden ontvangen. .

Dit verslag had slechts ten doel enkele indrukken weer te geven, en is daarom niet volledig. Zo was de organisatorische leiding in handen van de broeders Roose en Vlug, terwijl broeder Goud de zang leidde. Ook broeder Van den Brink richtte nog het woord, en zus­ter Carter gaf een getuigenis vertaald door zuster Koornstra. Al deze namen van. mensen vallen echter in het niet, bij die Ene grote naam, die deze dag in het middel punt stond: Jezus Christus, de Zoon van de levende God.’       

 

Waarvoor leeft u? door J. W. Companjen

In een aantal korte artikelen hoop ik, zo de Heer wil, u uitéén te mogen zetten langs welke weg Hij ons tot volheid leiden zal. En zij hebben hem, de duivel, overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord hunner getuigenis en zij hebben hun leven (hun ik leven) niet liefgehad tot de dood. Hebt u het reeds afgelegd??? J. W. Companjen,Scheveningen

“Ik zal de Vader bidden en Hij’ zal u een andere troos­ter geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn; de Geest der waarheid,’ die de weréld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn” (Joh. 14:16-17).

Met het stellen van bovenstaande vraag wil ik graag direct doorstoten tot de kern van alle vragen: Waartoe dient u, mijn, leven? Als wij zo eens om ons heen kijken zullen wij er diverse antwoorden op kunnen vinden. Wij zien mensen die het in alles voor de wind gaat. Ze heb­ben aan geen ding gebrek. Wij zouden zeggen die leven echt voor hun plezier.

Daar tegenover vinden wij ook medemensen die altijd en eeuwig in de moeilijkheden zitten en die niet anders kunnen verzuchten dan dat het uitnemendste van het le­ven moeite en verdriet is.

Daar tussen in vinden vrij een zeer rijke schakering van mensen die “op weg” zijn. Zij leven ieder voor zich hun leven en maken er van wat er van te maken is. Zo is de situatie zoals u en ik die rondom ons heen kennen.

Als vrij echter de vraag gaan stellen zoals die boven ons artikel staat, komt toch zeker, indien vrij eens even gaan denken, de vraag bij ons allen op: Is dit, Het Leven, waarvoor wij geschapen zijn? Is dit het leven waarvan de Schepper zei dat het alles zeer goed was?

Wij doen er goed aan eens klaar en duidelijk tot de waarheid door te dringen of wij werkelijk wel tot ons doel gekomen zijn. Om hier duidelijk antwoord op te kun­nen vinden moeten wij eerst terug om te zien hoe en waartoe wij geschapen zijn.

In (Gen. 01:26-28) lezen wij dat God zeide: “Laat ons mensen maken naar ons beeld als onze gelijkenis, opdat zij heersen over de vissen der zee, over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde”, enz. De mens, bijna Goddelijk, heeft Hij hen gemaakt (Ps. 008:006).

Hij moest over de natuur heersen en was als zodanig Gods vertegenwoordiger op aarde. Zij leefden inderdaad in het Paradijs. Toen kwam de zondeval, de mens die slechts één gebod had, niet eten van de boom van ken­nis van goed en kwaad, nam zijn leven in eigen hand. Zij zagen dat de boom begerig was om daardoor verstandig te worden (Gen. 03:06). De mens nam zijn leven in eigen hand. Zo ontstond het geslacht van Adam, waaruit wij allen, u en ik, geboren werden.

Zonder uitzondering ligt daar voor ieder mens de geboorte uit het vlees, d.w.z. uit het geslacht van Adam. Wat uit het vlees geboren is, is vlees. De kracht van deze mens is zo groot dat de Here God zei- de: Zie de mens is geworden als één Onzer, kennende goed en kwaad (Gen. 03:22), nu dan, laat hij zijn hand niet uitstrekken en ook van de boom des levens eten, zodat hij in eeuwigheid zou leven. Toen zond, de Here God hun weg uit de hof van Eden.

De mens zoals hij door de Schepper geschapen was, was goed en volmaakt tot alle goed werk in staat, doch door het kiezen van zijn eigen weg, door ongehoorzaam te zijn, werd hij gevaarlijk, doordat hij ging zorgen voor zijn eigen zaken en zijn eigen ”IK”.

Hierin kunt u zichzelf kennen als vleselijke mens, de mens die voor zichzelf zorgt en nooit en nimmer genoeg krijgt. Uit deze gesteldheid ontstaat iedere onenigheid, twist, nijd, afgunst, burgeroorlog, partijschap, wereld­oorlog. Het gaat in alles om het behoud van het eigen “ik” van het eigen “zijn”.

In deze situatie kwamen wij terecht na de zondeval en laten wij maar eerlijk zijn, wij verkeren er nog in. Ie­der is bedacht op zijn eigen behoud en op zijn eigen eer. Het is een strijd, zoals de ‘mens dat uitdrukt, om het zelfbehoud. Een strijd die nog steeds in alle hevigheid gestreden wordt.

Met Abraham en het volk Israël ging God een verbond aan. Door dit volk wilde Hij zich openbaren en Hij deed dit d.m.v. deze vleselijke mensen en langs vleselijke wij­ze. Hij gaf dit volk leiders die door Hem persoonlijk ge­leid werden (Mozes, richters, profeten enz.) Daarom, om deze vleselijke strijd, is het Oude Testament, zo’n boek vol met oorlogen en strijd tegen vlees en bloed. Er was toen slechts één wet, mens weg, boze geest weg. Over­spel, ongehoorzaamheid, afgoderij als waarzeggerij, enz. werden met de dood gestraft.

Heden ten dage leeft de grote massa nog steeds in deze situatie. De mens die een bedreiging vormt wordt opgeruimd of opgeborgen. Hier zien wij de mens die zich zelf regeert en beschermt. Toch is deze mens door God geschapen en Hij heeft zich niet vergist. Hij komt namelijk tot het grote doel waarvoor Hij de mens geschapen heeft. Al lijkt dit alles ónmogelijk en heeft de mens vaak niet meer vertrouwen en geloof in zijn scheppr dan te kunnen verzuchten: de mens is niets, de mens kan niets, of de mens wordt niets, toch komt Hij tot de voltooiing van Zijn werk. Dit zal niet gaan via de weg van mislukking maar via die van overwinning, namelijk via die overwinning die er op Golgotha bevochten is. Toen de Here Jezus uitriep: “Het is volbracht”, heeft Hij door die daad van gehoorzaamheid de daad van ongehoorzaamheid van Adam uitgewist. Hij was de laatste Adam. En door Hem kunnen wij weer deel krijgen aan het paradijsleven. Wij kunnen dit nieuwe leven, dit Koninkrijk binnengaan, door wedergeboorte. Tenzij gij wedergeboren zijt kunt gij het Konink­rijk Gods niet zien en niet binnengaan. Wij moeten van vleselijke, Geestelijke mensen worden. Zo reel als Adam van de boom des levens moest af blijven, zo onvoorwaardelijk moeten wij van de Boom des Levens, Jezus Christus, eten. Een ieder die Hem zo aanneemt, die heeft Hij macht gegeven om kinderen (zonen) Gods te worden.

Jezus kwam op aarde om ons te verlossen van de zonde en van de gevolgen van dé zonde. De straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem, door Zijn striemen is ons ge­nezing geworden naar lichaam, ziel en geest. Hij vol­bracht alles.

Wij kunnen in dit artikel niet bij alle onderdelen stilstaan doch de Heer leidt mij dat wij met elkaar tot een volkomen pinksterfeest komen door samen weer te komen tot het grote doel waarvoor Hij ons geschapen heeft» Want juist in de vrucht van het volbrachte werk van Jezus Christus op aarde zit de volle kracht van het nieuwe leven met Hem.

Juist daarom hebben wij boven dit artikel dit Schriftgedeelte gezet. Jezus belooft hier aan de zij­nen de Trooster en Leidsman die in eeuwigheid bij hun zal zijn. Deze Geest zou in hen zijn, om deze inwonen­de kracht zegt Jezus ook dat het goed is dat Hij weg­gaat. Ook dit vind zijn oorzaak in het feit dat de mens dan weer werkelijk mens kan zijn.

Veel van deze dingen zijn waarschijnlijk nog onbe­grijpelijk, doch denk eens aan het feit dat Jezus Chris­tus de Weg, de Waarheid en het Leven is. Hij is de Weg, zoals Hij wandelde behoren vrij te wandelen. Hij kon het geestelijke leven zetten boven het natuurlijke. Denk bij­voorbeeld eens aan het dochtertje van Jaïrus. De vleselijke verslaggevers vertelden dat het meisje dood was. Toen Jezus zeide dat het sliep, lachten zij Hem uit. Hij oordeelde met een geestelijk oordeel en geloof­de niet datgene wat Hij met Zijn natuurlijk oog zag maar datgene wat Zijn geestelijk oog of oor van de Vader waarnam. Gelijk de Vader Hem zond, zendt Hij ons thans nu. Hij zendt ons langs diezelfde weg; de weg die Hij ons heeft voorgeleefd en waarin Hij ons de wil van de Vader geopenbaard, heeft. Dat is de waarheid, Gods Woord is de Waarheid en Hij is het vleesgeworden Woord. Dat is het leven waarvoor wij geschapen zijn. Het volk dat Zijn wil zal gaan doen komt tot openbaring. Jezus volbracht alles ook voor u maar thans vraagt Hij van ons allen dat wij ook niet langer meer vleselijk voor ons zelf zullen leven, maar dat vrij dit zullen doen op de wijze zoals Hij het ons geopenbaard heeft.

Het afleggen van het eigen ‘ik’en het gaan leven zoals Hij het ons geopenbaard heeft. Zijn opdracht is nog steeds: Maak de gehele wereld tot Mijn discipelen, dat is tot Mijn volgelingen.

Gods zonen komen openbaars het zullen mensen zijn die volkomen vertrouwen op Zijn Woord en op de leiding van Zijn Geest. Zij zullen zonder twijfel kunnen zeggen: Niet IK, maar Christus leeft in Mij. In hun leven is het volkomen pinksteren geworden. Geen wonder dat satan al-’ les in het werk stelt om dit tegen te houden. Dit zal hem niet gelukken want Jezus zal Overwinnaar, in en door Zijn lichaam, zijn.’

 

Bijbelstudie over de naam van Jezus (7) door T. d. G.

We gaan nog verder met de’ studie over de Naam van Jezus, al zal dit dan wel het laatste gedeelte worden.

(Ef. 05:15-21) zegt ons dat wij moeten trachten de wil van de Heer te verstaan en vervuld worden met Zijn Geest, want dan hebben vrij contact met Hem. Dit wordt gesproken tegen vervulde kinderen Gods, maar dit bete­kent dus ook, dat wij iedere dag zullen moeten blijven drinken aan de Bron van Levend Water. Het is niet zoals sommigen denken: “eens vervuld, meteen klaar voor je he­le leven”. Neen, het zal allemaal afhangen van ons blijven in Hem, ons blijven drinken aan de Bron.

Daarom staat hier ook: Tracht te verstaan wat de wil des Heren is en wordt vervuld met de Geest. Niet drin­ken aan de bron van losbandigheid. Het gebeurt maar vaak genoeg dat mensen vervuld zijn geworden met de Hei­lige Geest en door gebrek aan kennis, naderhand rustig gaan drinken aan de bron van losbandigheid. Zij menen alles te bezitten en zijn in wezen alles weer kwijt en hebben de Geest gedoofd.

Vers 21 zegt ons dat wij niet alleen zullen bidden, d.w.z. vragen in de Naam van Jezus, maar dat vrij te allen tijde zullen danken in de Naam van Jezus. Hallelu­ja.

(Ef. 01:19-21 laat ons zien hoe de kracht die Jezus deed opstaan uit de dood, woont in ons. Hoe deze kracht ook ons levend heeft gemaakt. Wij zien ook hoe Jezus staat boven alle overheid, macht, kracht, heer­schappij en alle naam, die genoemd wordt niet alleen in deze maar ook in de toekomende tijd. Prijst Hem.’

(1 Kor. 06:11) vertelt ons dat wij geheiligd (apart ge­zet) en gereinigd zijn door de Naam van Jezus.

(Luc. 24:46-47) zegt ons dat wij zullen prediken in deze Naam.

(Mark. 09:37) zegt dat wij de kinderen zullen ontvangen in Zijn Naam.

Vers 38-40 vertelt ons dat wij, als wij iemand horen prediken in deze naam, in de Naam van Jezus, terwijl hij die predikt, dus niet behoort tot onze groep, kerk of sekte, wij het hem niet zullen beletten. Want als ik om 1 uur sta te prediken in deze Naam, kan ik om 2 uur deze naam niet gaan vloeken. Wij zullen weten dat deze mensen dan ook behoren tot Zijn Lichaam, Zijn Gemeente.

(Matt. 18:19) laat ons zien dat waar twee of drie vergaderd zijn in Zijn Naam, Hij, Jezus Zelf, in ons mid­den is. Glorie voor de Naam van Jezus. Hoe belangrijk is deze Naam voor ons.

(Openb. 22:03) zegt ons dat de Naam van onze God op ons voorhoofd zal zijn en in (Openb. 03:12) lezen wij dat wij een nieuwe naam zullen ontvangen.

Laten wij steeds meer ons bewust worden dat wij van Jezus zijn en ook Zijn Naam dragen. Dat de wereld, zal weten dat Jezus in ons leeft omdat wij steeds meer Zijn beeld gelijk zullen zijn. Prijst Zijn wondervolle Jezus Naam!

Volgende keer gaan wij beginnen met een studie over de volle verlossing, het vrij zijn van de zonde door Je­zus Christus, onze Heer!

 

Levend Geloof Nieuws

Israël stelt bevloeiingsstelsel in werking

Dinsdag is in Israël het stelsel van reusachtige pompen, kanalen en geleide buizen in werking gesteld, waarmede water uit het Meer van Galilea naar het dorre zuiden van het land zal worden overgebracht.

In de bekendmaking wordt gezegd dat de bevloeiingswerken, die ook voorzien in het verleggen van de rivier de Jordaan, in feite voltooid zijn. Hiermede is een bedrag van 3600 miljoen gulden gemoeid geweest.

Er wordt voorts in verklaard dat, indien alles naar wens verloopt, de bevloeiing van Zuid-Israël komende zo­mer zal beginnen. Volgens de eerste fase van het bevloeiingsplan zal jaarlijks 180 miljoen kubieke meter wa­ter voor bevloeiingsdoeleinden worden gebruikt.

Israëls Arabische buurstaten zijn fel tegen de uitvoering van Israëlische bevloeiingswerken gekant. President Nasser van Egypte heeft in januari j.l. in Caïro een bij­eenkomst der hoogste Arabische leiders belegd om te smeken over de maatregelen, die het Israëlische bevloeiingsplan zouden kunnen doen mislukken.

Men is toen onder meer tot het besluit gekomen om de hoofdstroom van de rivier de Jordaan te verleggen, voordat deze Israëlisch grondgebied bereikt.

De Israëlische eerste minister Levi Eskjol heeft la­ter -naar aanleiding hiervan in de Knesseth, de Israëli­sche volksvertegenwoordiging, verklaard: “Israël zal zich tegen eenzijdige en onwettige maatregelen der Ara­bische staten verzetten en het zal zo nodig handelend optreden, om zijn vitale belangen te beschermen”.