Levend Geloof 1966. 07-08 nr. 81

Zie op Jezus

Dit is het beste advies wat wij u geven kunnen: Zie op Jezus! Vertrouw Hom volkomen en u zult ervaren dat Hij een Helper is groot van kracht!

“Zie toch op Jezus, op Hem alleen.

‘”Zie weg van alles, rondom u heen.

“Hoe diep uw weg ook, hoe zwaar uw kruis,

“Zie slechts op Hem, Hij brengt veilig u thuis.

Hoe kunnen vrij op Jezus zien, terwijl Hij niet meer in een lichaam van vlees en bloed op deze wereld is? De Bijbel geeft het antwoord: door het geloof. “Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet”(Heb. 11:01).

Door het geloof komen wij in contact met God en lost Hij onze problemen op. “Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen”(Joh. 01:13).

Zien op Jezus betekent niet dat wij Hem met onze zin­tuigen kunnen waarnemen, dat wij Hem met onze lichamelij­ke ogen kunnen zien. Maar zien op Jezus betekent dat wij Hem met onze geestelijke ogen kunnen zien en door Zijn Geest kunnen waarnemen. Vrij zijn wedergeboren, geeste­lijke mensen en zullen daarom geestelijk moeten wande­len en handelen. Ons lichaam is nog in de zichtbare wereld, maar door het geloof verkeren wij reeds nu in de onzichtbare wereld.

Daarom zal ieder kind van God deze tekst kunnen be­grijpen en ervaren: “Laat ons oog daarbij alleen gericht zijn op Jezus, de Leidsman en Voleinder des geloofs” (Heb. 12:02). Als hij dit doet wijkt iedere moeilijkheid als sneeuw voor de zon, wordt ieder probleem opgelost, en ervaart hij dat Jezus kwam om leven en overvloed te brengen.

Zie niet op uw moeilijkheden, zie niet op de hinder­nissen die u moet nemen, zie niet op de fouten en te­kortkomingen die u gehad hebt, zie niet op medebroeders en zusters, maar… Zie op Jezus!

 

Gebruik de geestesgaven door Gert Jan Doornink

“Jaagt de liefde na en streeft naar de gaven des Geestes…

(1 Kor. 14:01).

Temidden van de richtlijnen die Paulus in 1 Korinthe 12, 13 en 14 aangeeft over het gebruik van de gaven van de Heilige Geest in de gemeente, neemt deze tekst een sleutelpositie in.

Het is alsof Paulus na het grote hoofdstuk over de liefde in 1 Korinthe 13 zeggen wil: Nu moet je niet denken dat het gebruik van de Geestesgaven minder belangrijk is: Integendeel, het één is onlosmakelijk aan het an­dere verbonden.

Het gaat om de heerschappij van de Heilige Geest in het leven van de gelovige individueel en gezamenlijk als gemeente. Vrucht èn gaven. Gaven èn vrucht.

Met het gebruik van de gaven van de Heilige Geest is het in de levens van vele kinderen Gods maar droevig gesteld . Als wij alleen al denken aan de velen die eens gedoopt werden met de Heilige Geest, in nieuwe tongen spraken, maar vandaag deze belangrijke gave niet meer gebruiken, staat het er met het gebruik van de andere gaven in hun levens nog veel slechter voor.

Paulus schrijft hier met grote nadruk: “Streeft naar de gaven des Geestes”. Wat betekent het naar iets te streven? Het betekent iets bereiken. Als u lid bent van een zangvereniging of muziekkorps en u streeft er naar om op een concours een prijs te beha­len, maar u behaalt nooit iets, dan is zo’n vereni­ging of Korps uiteindelijk ten dode opgeschreven. Ie­der streven wordt gevolgd door een resultaat of het is geen werkelijk streven.

Als in de gemeente waarvan u deel uitmaakt alleen de voorganger of leidinggevende broeder of zuster profeteert en/of een boodschap in tongen met vertolking doorgeeft, hapert er iets aan, want wij lezen nergens in de bijbel dat er een soort “geestelijke elite” moet zijn die de Geestesgaven mag gebruiken, terwijl de anderen moeten zwij­gen.

Paulus schrijft: “Telkens als gij samenkomt, heeft ieder iets. . . . . “(1 Kor. 14:26)

Nu worden hier weliswaar niet al­leen de Geestesgaven genoemd maar ook andere dingen, maar (1 Kor. 12:07) zegt: “Aan een ieder wordt de openbaring van de Geest gegeven tot welzijn van allen”. De vervulling met de Heilige Geest is niet voor sommige gelovigen, maar voor allen. Daarom mogen ook allen de gaven gebruiken!

Als allen, overeenkomstig het Bijbelse bevel, er naar streven de Geestesgaven te gebruiken, zullen deze rouleren door de gehele gemeente, en zal de gemeente machtig opgebouwd worden, zodat ze in de volle kracht en liefde komt te staan.

O, vrees toch niet langer, twijfel toch niet of God juist U wil gebruiken. Wij willen u op grond van Gods Woord zeggen: De Heer wil juist u gebruiken. Hij zoekt naar open kanalen waar door Zijn Heilige Geest kan werken!

Als wij de liefde na jagen, betekent dit, dat we in de eerste plaats onze levende Heer en Heiland liefhebben en Hem dus gehoorzaam zijn, ook door het gebruik van de gaven des Geestes.

Hoe heerlijk is het in een samenkomst te zijn, waar de Geestesgaven functioneren en de Heer zich reeds tijdens de aanbiddingsdienst machtig openbaart.

Natuurlijk moeten wij alles toetsen aan het Woord van God en iets wat daarmee niet in overeenstemming is, terzijde stellen. Het is echter nog veel erger als de Geestesgaven niet gebruikt worden omdat men bang is voor fouten, dan dat de Geestesgaven wel gebruikt worden en er wel eens een fout gemaakt wordt.

O, laten wij toch dwaas willen zijn om Christus’ wil. Een volle evangelie gemeente, waarin de Geestesgaven niet (meer) functioneren maakt daardoor zijn naam tot een aan­fluiting.

“Jaagt de liefde na en streeft naar de gaven des Gees­tes, doch vooral naar het profeteren”(1 Kor. 14:01). “Zo moet ook gij, omdat gij naar geestelijke gaven streeft, trachten uit te munten tot stichting van de gemeente” (1 Kor. 14:12). “Streeft er naar te profeteren, en belem­mert het spreken in tongen niet. Laat alles betamelijk en in goede orde geschieden”(1 Kor. 14:39-40).

De richtlijnen die Paulus aangeeft over het gebruik van de Geestesgaven in de gemeente zijn vooral bedoeld opdat de gaven op de juiste wijze gebruikt zullen worden. Zij mogen in geen geval aangegrepen worden om te “bewijzen” dat niet iedereen in tongen kan spreken, dat niet iedereen alle gaven kan bezitten, enz.

God houdt er ten opzichte van de Geestesgaven geen soort uitverkiezing op na. Hij geeft de Heilige Geest niet ‘met mate. Maar Hij werkt “Alles in allen”.

Daarom zullen we ons volkomen moeten overgeven aan de werking van Zijn Geest. Als Gods Geest de volle heerschappij, in ons leven krijgt, zal Hij wel bepalen hoe Hij. ons gebruiken wil. Wij mogen Hem de wet niet voorschrijven, maar wij zullen gehoorzaam moeten zijn door te streven naar het gebruik van de gaven van Zijn Geest!

“Streeft dan naar de hoogste gaven.

En ik wijs u een weg, die nog veel verder omhoog voert”(1 Kor. 12:30-31).

 

Tweeërlei fundament door J. Noë

“Wat noemt gij Mij Here, Here, en doet niet wat Ik zeg? Een ieder, die tot Mij komt en mijn woorden hoort en ze doet, Ik zal u tonen aan wie hij gelijk is. Hij is gelijk aan iemand, die bij het bouwen van een huis diep gegraven en het fundament op de rots gelegd, heeft. Toen een watervloed kwam en de stroom tegen dat huis aansloeg, kon hij het niet aan het wankelen brengen, omdat het goed gebouwd was. Doch wie hoort en niet doet is gelijk aan iemand, die een huis op de grond bouwt zonder fundament. Toen de stroom daar tegenaan sloeg, stortte het in en het huis werd één grote bouw­val” (Luc. 06:46-49).

Bovenstaande is een gedeelte uit Jezus’ Bergrede, zie ook (Matt. 07:24-27). Jezus, de mens kennende en wetende wat in de mens is, geeft deze diepgaande waarschuwing. Als u nu de evangeliën van Mattéüs, Marcus, Lucas en Johannes eens aandachtig doorleest en goed tot u laat doordringen wat Jezus zegt en van u verlangt, dan leunt u maar tot één conclusie komen n.l. om te worden als de mens, die bij het bouwen van een huis diep gegraven en het fundament op de rots gelegd heeft. Dan moet er heel wat in mij gebeuren en daartoe ben ik alleen in staat als Jezus in mijn hart woont door de kracht van de Heilige Geest.

Laten wij nu eens in verband met het bovenstaande de gelijkenis van de zaaier lezen (Luc. 08:04-15). Je­zus zegt daarover in Zijn uitlegging het volgende:

“Het zaad is het Woord Gods. Die langs de weg, zijn zij, die het gehoord hebben; daarna komt de duivel ’en neemt het woord uit hun hart weg, opdat zij niet zouden ge­loven en behouden worden. Die op de rots­bodem, zijn zij, die het woord, zodra zij het horen, met blijdschap ontvangen; en deze hebben geen wortel, zij geloven voor een tijd en in een tijd van beproeving worden zij afvallig. Wat in de dorens viel, dat zijn zij, die het gehoord hebben; en gaandeweg worden zij door zorgen en rijkdom en lusten des levens verstikt en zij brengen het niet tot vrucht. Dat in goede aarde, dat zijn zij die, met een goed en vroom hart het woord gehoord hebbende, dat vasthouden en vrucht dragen in volharding”(Luc. 08:11-15). (Zie ook Matt. 13:01-09 en Matt. 13:18-23).

Onderzoek uzelf nu eens grondig. Tot welke categorie behoort u? Het is toch wel duidelijk, dat zij, die beho­ren tot de eerste drie categorieën, diegenen zijn, die wel het Woord Gods horen, doch het niet verstaan en er niet naar handelen. Zij gelijken dus op de mens die zijn huis op de grond bouwde zonder fundament en de storm(sa­tan) sloeg het aan stukken.

We zullen nu bovenstaande categorieën afzonderlijk onder de loep nemen.

‘’Die langs de weg, zijn zij, die het gehoord hebben; daarna komt de duivel en neemt het woord uit hun hart weg, opdat zij niet zouden geloven en behouden worden”. Hiertoe behoren niet alleen de mensen die wel eens naar een bijeenkomst of kerk zijn geweest en wel eens in de Bijbel gelezen hebben, maar ook degenen die nog steeds naar de kerk gaan en geregeld in de Bijbel lezen, maar dit echter doen als sleur, als een plicht . Wat ze lezen of horen. heeft hun belangstelling niet, het glijdt langs hen heen. Zij zien niet de waarheid, de rijkdom en de kracht van Gods Woord. De machtige daarin begeven beloften, dringen niet tot hen door. Ze verstaan het niet. Dit is ook grotendeels te wijten aan de gebrekkige voorlichting; aan het feit dat het volle evangelie (o.a. water en Geestesdoop, Geestesgaven, etc.) niet verkondigd wordt en ze daardoor gebrek aan kennis hebben. Hun leven is er ook naar en ze zoeken hun heil in de wereld. Ze lezen liever lectuur die hun geest volkomen vergiftigt, storten zien in allerlei wereldse vermaken en geven zien over aan de begeerten van het vlees in Galaten 5. Het is absoluut onmogelijk God on de wereld ie dienen. (1 Joh. 02:15) zegt: “Hebt de wereld niet lief en hetgeen in de wereld is. Indien iemand de wereld lief­heeft, de liefde des Vaders is niet in hem”. Nu dat is duidelijke taal. Al datgene in de wereld dat ons van God afhoudt, dat ons van Hem doet vervreemden; waarvan we weten dat het Hem niet welgevallig kan zijn, is fout, is zonde. Satan is er op uit om het beetje ge­loof, dat er nog in hen kon zitten er uit te rukken: opdat ze niet zouden geloven en behouden worden”.

= 2 =

Die op de rotsbodem zijn zij, die het woord, zodra het horen met blijdschap ontvangen; en deze hebben geen wortel, ze geloven voor een tijd en in een tijd van beproeving worden zij afvallig”.

Onder deze categorie behoren dus zij, die de rijkdom van het evangelie hebben leren kennen, die de vreugde er van gesmaakt hebben, maar in wier hart het geloof geen wortel heeft geschoten. Als ze in moeilijkheden zorgen, verdrukkingen of andere beproevingen komen, vullen twijfel, vrees, ongeloof, verdriet of moede­loosheid hun harten en zijn daardoor in de greep van satan gekomen. Ze wandelen niet meer in geloof maar in aanschouwen, al zegt het Woord: “Vrees niet, geloof alleen”. “Wie op Hij zijn geloof bouwt zal niet beschaamd uitkomen”, “Ik zal u geenszins begeven, Ik zal u geenszins verlaten”, enz. Ze hebben geen vertrouwen in God en Jezus meer. Ze geloven niet meer in het Woord. Ze zien Jezus niet meer als de Redder, Verlos­ser en Genezer, door Wiens bloed ook zij zijn vrijgekocht van de heerschappij van satan, die Dezelfde is gisteren, heden en tot in eeuwigheid, die gegeven is alle macht en hemel en op aarde en die satan openlijk tentoongesteld heeft als een leugenaar, bedrieger en moordenaar. Ze beseffen niet dat het een geestelijke strijd is, een strijd in de geest, een geloofsstrijd, dat men satan alleen door de kracht van de Geest kan

wil dat we VOLHARDEN in de ONS GELOOF tonen, ONS GE- Hem JA en Amen zijn. DAN HEEFT BELOOFD.

weerstaan en daartoe de gehele geestelijke wapenrusting Gods moet aandoen. Daarom is de doop in de Heilige Geest zo belangrijk. Wie op de akker van zijn vlees, zaait, zal uit zijn vlees verderf oogsten, maar wie op de akker van de Geest zaait, zal uit de Geest eeuwig leven oogsten, zegt Paulus in Galaten 6. God wil dat we volharden in de beproevingen, dat we hierdoor ons geloof tonen, ons geloof in Zijn beloften, die in Hem en Amen zijn. Dan ontvangen wij ook hetgeen Hij heeft beloofd.

= 3 =

“Wat in de dorens viel, dat zijn zij, die het gehoord hebben en gaandeweg worden zij door zorgen en rijkdom en lusten des levens verstikt en zij dragen geen vrucht’. ‘

Deze categorie zijn diegenen wier geloof gaandeweg is verslapt, die gehoor hebben gegeven aan de influisterin­gen van satan en zodoende in zijn macht zijn gekomen. Wat onder 1 en 2 is gezegd ie hier eveneens van toepassing. Rijkdom wordt hier aangehaald. Geld is een machtig wapen in de handen van satan en velen komen hierdoor ten val. Jezus waarschuwt hiervoor en zegt: “Je kunt niet God en de mammon dienen”. “Eerder gaat een kameel door het oog van een naald, dan dat een rijke het Koninkrijk der he­melen binnengaat”.

= 4 =

“Dat in goede aarde, dat zijn zij die met een goed en vroom hart, het woord gehoord hebbende, dat vasthouden en vrucht dragen in volharding”.

Tot deze categorie behoren zij in wie het geloof goed wortel heeft geschoten, die gedoopt zijn in de Heilige Geest en in wier hart Jezus het fundament is. Jezus zegt: “Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zich zelf, neme zijn kruis op en volge Mij”. Dat is dus naar Golgotha. Ieder werkelijk Christen moet zijn Golgotha heb­ben doorleefd. Die Hem willen toebehoren moeten het vlees met al zijn hartstochten en begeerten kruisigen. Het “ik” moet gekruisigd zijn opdat Jezus in hem leve. U moet uw gehele lichaam, geest en ziel aan Hem overgeven, onvoorwaardelijk, in absoluut geloof, door dik en dun met Hem gaan, wandelen en handelen, zoals Hij dat van u verlangt. U moet, zoals Paulus zegt, tonen een brief van Christus te zijn, niet met inkt geschreven, maar met de Geest van de levende God, niet op tafelen van steen, maar op tafe­len van vlees in de harten. U moet tonen een gezant van Christus te zijn. Een gezant is een vertegenwoordi­ger van zijn land in een ander land en hij behartigt daar de belangen van zijn land. Indien u dus een gezant van Christus bent, moet wals een ware vertegenwoordi­ger van Hem optreden. De mensen moeten aan uw spreken en handelen zien dat Zijn Geest in u woont. Uw ogen móeten Zijn aanwezigheid weerspiegelen. Jezus zegt: Gij zult kracht ontvangen als de Heilige Geest over u komt en gij zult Mijn getuigen zijn. Dat is het. Als u dit in toepassing brengt in uw leven bent u degene ” die bij het bouwen van een huis diep gegraven en het funda­ment op de rots gelegd heeft”. Dan kunnen de stormen (satan en zijn demonen) op het huis beuken, maar het blijft onwankelbaar staan. Jezus is het fundament en Hij is Overwinnaar! Halleluja!           

 

Geloof door Gert Jan Doornink

Geloof is de meest dynamische kracht in het heelal. Geloof verzet bergen, legt rivieren droog en werpt de grootste hindernissen omver.

Jezus zegt: “Indien gij een geloof hebt als een mos­terdzaad. , zult gij tot deze berg zeggen: Verplaats u van hier daarheen en hij zal zich verplaatsen en niets zal u onmogelijk zijn” (Matt. 17:20).

Door het geloof werden wij een kind van God (“Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven”, (Joh. 03:36) en door het geloof leven vrij als nieuwe schepping (“Voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloofd in de Zoon van God”, Gal. 02:20).

Door het, geloof hebben wij contact met God. Geloof is als een brug die de oevers van twee rivieren ver­bindt. Het is de brug tussen God en ons.

Geloof doet ons staan in de overwinning. Het doet ons uitleven boven de omstandigheden van het leven. Wij, kunnen in iedere situatie waarin het leven ons plaatst door het geloof triomferen.

Maar. . . . . hebt u werkelijk geloof? De praktijk van vele levens van kinderen Gods bewijst dat hun geloof niet werkzaam is.

Er zijn vele “gelovigen”, maar door hun leven bewij­zen ze dat ze in feite ongelovigen zijn.

Geloof wordt niet bewezen door woorden, maar door daden’ “Gelijk het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder werken dood” (Jak. 02:26).

Ieder mens gelooft! Ook mensen die zeggen dat zij “nergens in” geloven bewijzen daarmee dat ze wel gelo­ven. Ze geloven alleen niet in Jezus Christus en zijn daardoor in de macht van satan.

Ons geloof moet gefundeerd zijn in het Woord van God en in het vleesgeworden Woord van God: Jezus Christus. ’ Alleen dat geloof heeft waarde. Ieder ander geloof is in de ogen van God van geen betekenis. Zodra wij een kind van God zijn geworden, moeten wij door het geloof gaan leven, want “zonder geloof is het onmogelijk God welgevallig te zijn”(Heb. 11:06).

Hoe komt het dat zo velen op dit punt falen? Hoe komt het dat er zoveel nederlaag-Christenen zijn? De oorzaak is, dat velen al of niet bewust verkeerde ”geloofscom­pagnons” in de arm hebben genomen.

Er zijn namelijk krachten die ons geloof doen verminderen, vernietigen en vruchteloos maken en er zijn krach­ten die ons geloof doen vermeerderen en vrucht doen dra­gen. Hier volgen enkele van deze positieve en negatieve machten waar ieder kind van God mee te maken krijgt.

Vijanden van  het geloof

Twijfel – Eén van de grootste vijanden van het ge­loof is twijfel. De Bijbel zegt: “wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt. Want zulk een mens moet niet menen, dat hij iets van de Here zal ontvangen, innerlijk verdeeld als hij is, ongestadig op al zijn wegen”(Jak. 01:06-08).

Jezus heeft gezegd: “Indien gij geloof hebt en niet twijfelt, zult gij niet alleen doen wat met de vijgenboom is gebeurd, maar zelfs indien gij- tot deze berg zegt: Hef u op en werp u in de zee, het zal geschieden”(Matt. 21:21).

Toen Petrus over de golven naar Jezus toeliep, open­baarde hij levend geloof, maar toen zag hij op de wind(om­standigheden), hij werd bevreesd en begon te zinken (Matt. 14:29-30). Jezus hoorde zijn hulpgeroep, stak hem de hand toe, greep hem en zei: “Kleingelovige, waarom zijt gij gaan twijfelen?”(Matt. 14:31).

Jezus heeft eens gezegd: “Wie tot deze berg zou zeg­gen, hef u op en werp u in de zee, en in zijn hart niet zou twijfelen, maar geloven, dat hetgeen hij zegt geschiedt, het zal hem geschieden”(Mark. 11:23).

Abraham, “de vader der gelovigen” is ons ook in dit opzicht tot voorbeeld, want van hem staat geschreven, dat hij aan de beloften Gods niet heeft getwijfeld door onge­loof (Rom. 04:20).

Twijfel is een grote vijand van het geloof, daarom in de machtige Naam van Jezus: twijfel aan de kant! Geen twijfel, maar geloof-.

Vrees – Een andere vijand is vrees. Vrees is in feite een uiting van ongeloof, van gebrek aan vertrouwen ” in de levende God. (1 Joh. 04:18) zegt dat de volmaakte liefde de vrees uitdrijft! Als we de Heer werkelijk vertrouwen, als we geloven in Zijn beloften, verdwijnt de vrees als sneeuw voor de zon.

Gods Woord vermaant ons steeds weer om niet te vre­zen maar te geloven. Heeft Jezus niet zelf gezegd dat Hem gegeven is alle macht in hemel en op aarde? En als Hij met Zijn volheid in ons woont, waarom zullen wij dan nog vrezen?

Laten wij de duivel geen kans geven door vrees-gedachten in ons te laten groeien, maar iedere negatieve angstaanjagende gedachte verdrijven in de machtige Naam van Jezus. Pleit op de beloften Gods en ervaar dat geloof overwint. “Vrees niet, geloof alleen!

Zorg – Miljoenen gelovigen gaan gebukt onder do dagelijkse beslommeringen van het leven. De Bijbel zegt in verband met het gereed zijn voor de komst van Jezus: “Ziet toe op uzelf, dat uw hart nimmer bezwaard worde door roes en dronkenschap en zorgen voor levensonderhoud” (Luc. 21:34) . Eén van de kenmerken van de ver materialiseerde wereld waarin wij leven is de drang om het steeds beter te hebben. “De levensstandaard moet om­hoog! We moeten meer geld verdienen!”, zijn de leuzen die opgang maken. Ook vele Christenen hebben zich door deze afgod laten meeslepen. Natuurlijk moeten wij ons dagelijks werk doen, en een Christen zal zijn best doen om het zo goed mogelijk te doen, maar de zorgen voor het levensonderhoud mag hij op Jezus werpen! Dit ge­tuigt niet van onverschilligheid maar van geloof! (1 Petr. 05:07) zegt; “Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u”. Lees ook eens wat Jezus zegt over be­zorgdheid in (Matt. 06:25-34)!

Twijfel, vrees, zorg. Laat deze vijanden uw geloofs­leven niet verder ondermijnen, maar sluit een “compagnon schap” met de nu volgende vrienden van het geloof.

Vrienden van het geloof

  1. Gebed – Een gelovige die geen gebedsleven kent, is geen echte gelovige. Door het gebed versterken wij ons geloof. In het gebed mogen vrij God onze wensen be­kendmaken en “al wat gij in het gebed gelovig vragen zult, zult gij ontvangen”(Matt. 21:22). “Al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal u geschieden”(MarK. 11:24). “Bidt en u zal gegeven worden. . . . . indien dan gij, hoewel gij slecht zijt goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader in de hemelen het goede geven aan hen die Hem daarom bidden”(Matt. 07:07-11).
  2. Gods woord – De Bijbel is de wilsbeschikking van God. Door Gods Woord dagelijks te lezen, leren we Zijn wil kennen en kunnen wij in het geloof aanspraak naken op Zijn beloften.

God’ wil het goede: Geen ziekte, maar gezondheid. Geen verderf, maar eeuwig leven. ’ Geen onrust, maar vrede. ’ Geen neerslachtigheid, maar blijdschap. Geen nederlaag maar overwinning. ‘ Daarom moeten wij ons geloof “voeden” met Gods Woord.

  1. De Heilige Geest. De Heilige Geest is een belangrijke, positieve factor voor ons geloofsleven. Ge­loof is zowel een gave als vrucht van de Heilige Geest. Daarom ontbreekt er iets aan ons geloofsleven als wij niet vervuld zijn met de Heilige- Geest. Als wij bidden in tongen bouwen wij onszelf op in het geloof. Voor een overwinnend, vruchtbaar geloofsleven hebben wil Gods Geest nodig.
  2. Ons getuigenis – Ook ons getuigenis versterkt ons geloof. Als wij vertellen van Jezus die in ons woont als we Zijn Naam belijden voor de mensen, zullen we ervaren dat we sterk en krachtig komen te staan.

“Wie in de Zoon van God gelooft, heeft het getuige­nis in zich”, zegt (1 Joh. 05:10). Laten we ons daarom niet schamen om van Hem te getuigen. De enige reden waarom velen niet getuigen is: ongeloof. Zij zien op zichzelf en de moed zakt hun in de schoenen. Hoe geheel anders waren de apostelen. Zij waren geen redenaars van zich zelf. Paulus schrijft in 1 Kor. 02:04-05: “Mijn spreken en prediking kwam niet met meeslepende woorden van wijsheid tot u, maar met betoon van geest en kracht, op­dat uw geloof niet zou rusten op wijsheid van mensen maar op kracht van God”. En toen Petrus en Johannes voor de Raad terechtstonden, spraken zij in de kracht van de Heilige Geest met grote vrijmoedigheid, hoewel zij “ongeletterde en eenvoudige mensen uit het volk wa­ren” (Hand. 04:13).

Het geheim van de vruchtbare uitwerking van de pre­diking der eerste Christenen was, dat zij gelovigen wa­ren in de werkelijke betekenis van het woord. Dat wil zeggen zij gingen niet te rade met vlees en bloed, hielden twijfel, vrees en zorg en andere negatieve din­gen van zich en “voeden” hun geloof door gebed, Bijbel­lezen, vervuld, te zijn met de heilige Geest en door te spreken van de grote daden Gods!

Laten wij hun voetsporen volgen en ook wij zullen er­varen dat het waar is wat

(1 Joh. 05:04) zegt: ”Al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de over­winning die de wereld overwonnen heeft: ons geloof”!

 

Nieuws met en zonder commentaar

Nog 10 % gelovigen in Russische stad

Het Russische blad “Communist” vertelt over een enquête, die “activisten” van de communistische partij hebben gehouden in de centraal-Russische stad Schuje om vast te stellen, hoeveel mensen nog onder invloed van de godsdienst staan. De enquête omvatte driedui­zend mensen, de helft van het aantal inwoners van de plaats. Volgens “Communist” bleek tien procent van de ondervraagden zich nog als gelovige te beschouwen. . Van deze tien procent moest echter nog acht procent als twijfelachtig worden beschouwd, omdat zij alleen op grond van traditionele overwegingen en uit respect voor eigen omgeving vast hielden aan bepaalde gods­dienstige gebruiken.

Dit krantenbericht laat ons, nog weer eens de grote geestelijke nood zien van het grote door de Communisten beheerste deel van de wereld.

Wat doet u voor de verkondiging. van het volle evange­lie achter het ijzeren gordijn? Er zijn twee dingen die ie­dere gelovige kan doen: bidden en geven! Bidt voor hen die regelmatig achter het ijzeren gordijn het evangelie brengen: Anne van der Bijl, Riemer de Graaf, Kees Noordzij, Ad Horst, Jaap Noordhuis, Corrie ten Boom, Piet van Zutphen, Jan van Gijs en anderen.

Wij moeten dankbaar zijn dat juist vanuit Nederland zovelen de grote geestelijke nood daar zien, maar wij moeten hen omringen met onze gebeden. Denk aan de inbeslagname van de auto met Bijbels van de Nederlandse Baptistenprediker ds. Visser.

En wat te denken van dit bericht. De Hongaarse regering heeft verscherpte bepalingen ingevoerd wat betreft de inreisvisa voor buitenlandse predikanten, missionaris­sen en andere kerkelijke functionarissen. Zij kunnen vol­gens mededelingen uit Boedapest, wel visa krijgen wanneer het reisdoel een privé of toeristisch bezoek is. Uitzonderingen op deze regel worden alleen gemaakt als men be­schikt over een uitnodiging van een Hongaarse kerkelijke hoogwaardigheidsbekleder of van een functionaris van het Hongaarse ministerie van kerkelijke aangelegenheden. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen voormalige Hon­gaarse staatsburgers en buitenlanders”.

Wilt u regelmatig op de hoogte blijven over de arbeid’ in Gods Koninkrijk achter het ijzeren gordijn vraag dan het blad “Kruistochten” (Ermelo) aan. Dit is een uitgave van de stichting “De akker is de wereld” (Anne v. d. Bijl, c.s. ) De stichting richt zich in het bij­zonder ook op het drukken en verspreiden van Bijbels.

Tenslotte nog een verblijdend bericht: De Amerikaanse evangelist Billy Graham begint op 27 september een kruis­tocht door Polen.

Bij zijn terugkeer in New York, na zijn grote kruistocht door Engeland, verklaarde hij dat hij Warchau en enkele an­dere Poolse steden zal bezoeken.

Israël – De spanning tussen Israël en Syrië, over het ge­bruik van het Jordaanwater, is de laatste weken weer toe­genomen. Sinds februari van dit jaar zijn er al 60 vuur­gevechten tussen beide landen geweest.

 

Het brood des levens door Jan W. CompanjenET BROOD

“Jezus zeide tot hen: Ik ben het brood des levens; wie tot Mij komt, zal nimmermeer hongeren, en wie in Mij gelooft zal nimmermeer dorsten”

(Joh. 06:35)

Veel mensen zoeken in Gods Woord, de Bijbel, eeuwig leven. Zij doorvorsen dit Woord en toch vinden zij niet waar hun hart naar hunkert. Zij blijven hongeren en dorsten en komen ondanks hun zwoegen niet verder. Hoe komt dat nu? Hoe komt het dat zoveel zeer oprechte kerkgangers niet tot de rust ingaan. Waarom worden zij niet verzadigd op de wijze zoals ons tekstwoord dat belooft?

Het komt nergens anders door dan door het niet be­grijpen dat het gehele oude verbond – dat wil zeggen het gehele Oude Testament – in Christus vervuld is. Het gehele Oude Testament wijst heen naar de Christus die komen zal. Alle beelden van tempel en tempeldienst ‘wijzen hen naar het werk dat Hij volbrengen zal. Profe­ten, klein en groot, getuigen van Hem en bazuinen het uit in woord en beeld dat Hij komen zal om de aarde te richten. Dan zal Hij zelf de Leidsman wezen en leren hoe men handelen moet. Hij is de Koning der koningen en Hij trekt aan de spits van Zijn volk (zoals Jozua) het beloofde land – het Hemelse Koninkrijk – binnen. Zo wijst alles, totaal alles, in de Schrift naar Hem heen.

De Schrift getuigt van Hem. Dan wordt Hij geboren en is Hij de vervulling van het Woord. Het woord wordt vlees. Het Woord komt tot openbaring. In (Gal. 04:04) lezen wij dat in de volheid der tijden Maria de Here Jezus baarde. Zij werd bevrucht door de Heilige Geest en ontving het. Goddelijke leven in haar nadat zij gezegd had “mij geschiedde naar uw woord?

Thans is er weer een nieuwe volheid aanstaande namelijk de volheid der heidenen. Maria werd moeder van de zoon. Uit haar werd de Christus . geboren. Zij was een dochter uit het oude verbond. Aan dit verbond was de belofte van de Messias verbonden

Hij is de laatste Adam maar ook de Eerstgeborene van een nieuw verbond (zie Gal. 04:04b-07) Hij is het Hoofd van alles wat nadien komt. In Zijn leven” en in Zijn offer komt het Koninkrijk Gods openbaar.

Zijn leven, zoals Hij het in Zijn lichaam openbaarde moet ook ons leven worden. Het lichaam van Christus, waardoor Hij alles volvoeren zal, zal ook geboren moeten worden zal openbaar moeten worden. Dat is het grote thema van Johannes 6. Als Jezus zegt dat Hij het Brood des levens is Wil Hij als het ware zeggen: “Aanvaard Mij, neem Mij volkomen aan. Daarom gebruikt Hij het woord eten”. Iets wat je opeet wordt opgenomen in het gehele lichaam. Het komt via de diverse organen en ons bloed tot in het uiterste’ hoekje van ons lichaam. Wij worden er als het ware van doortrokken. Wie het leven en werken van de Heer en Meester zo aanvaardt, opeet, ontvangt Zijn volheid in zich. Dan wordt ons lichaam een woonstede Gods. Dan wordt (Rom. 12:01) vervuld. Waar Paulus de vermaning uitspreekt dat wij onze lichamen moeten stellen tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer. Dat is Christus in ons. Dat Goddelijke leven sterft niet. Het is opgewekt en blijft bestaan. Het manna in de woestijn was een teken van wat komen zou. Zij stierven, doch toen Jezus uit de hemel kwam, toen Gods Geest Maria bevruchtte, vond er gemeenschap tussen God en de mens plaats. Er ontstond een nieuw geslacht van koningen en priesters. In Jezus worden zij, die Hem aanvaar­den, ook opnieuw geboren. Door deze gemeenschap met God ontstaat er een nieuwe schepping. Zij worden uit dezelfde Geest geboren als waaruit Hij geboren is. Hun geboorte wordt niet langs de natuurlijke weg geregistreerd. Hun namen staan opgeschreven in de hemelen en daar is hun woonstede.

Een zoon Gods is hij of zij die Hem aangenomen heeft. Zij zijn aannemers van het Goddelijke leven dat ons in Christus geschonken is. Johannes de Doper wees daar ook toen zij het over de reiniging hadden in Johannes 3. In (Joh. 03:27 zegt hij dat geen mens iets kan aannemen of het moet hem uit de hemel geschonken zijn. Zijn discipelen gingen naar Jezus en namen Hem aan. Niet zij die uit de wil van het vlees of uit de wil van een man geboren zijn, doch die uit God geboren zijn. Wedergeboorte is het nieuwe leven dat wij ontvangen door Zijn Geest. Daar kan een derde man, een buitenstaander, vader of moeder, niets aan doen. U kunt uw kind daarom ook niet door de kin­derdoop inenten op die stam. Wedergeboorte begint bij het aannemen van Hem en dat kan alleen de persoon in kwestie doen. Uw wil of uw doen speelt hierbij geen rol. De mens moet zich persoonlijk richten op Jezus. Zich persoonlijk (be)keren tot lier. De mens kan daarna hiervan getuigenis afleggen in het teken van de doop, waarin hij in de zienlijke wereld getuigt dat hij zijn ou­de leven heeft af gelegd, dat hij zijn eigen “ik”-leven af legt en dat hij het leven van Christus aanvaardt.

Zo kwam ook Johannes de Doper zijn taak vervullen. Hij kwam als Elia opdat Christus aan Israël geopenbaard kon worden. Zo ook thans. Christus kan alleen daar intrek nemen waar het oude “ik” gestorven is. In de doop legt de mens van deze troonafstand getuigenis af. Hij ver­klaart aan de zienlijke, maar ook aan de onzienlijke wereld, ten aanzien bijvoorbeeld van de duivel, wat er innerlijk bij hem of haar heeft plaatsgevonden en dat hij resp. zij vanaf dat moment het leven van Christus aan­vaardt. Dan zal deze mens niet alleen de gave Gods, de Heilige Geest, ontvangen, neen, hij wordt een nieuwe schepping waarin en waardoor God Zijn heerlijkheid wil en zal openbaren.

Dit zijn door de Geest levend gemaakte stenen waarvan Hij Zijn tempel bouwt. Deze stenen zijn uit de Rots gehou­wen en zijn geroepen op te wassen tot Zijn volheid. Zij zijn geroepen Hem gelijkvormig te worden en Zijn Geest zal in deze tempels meer doen dan zij zelf bidden of beseffen mits zij maar openstaan voor de werking van Zijn kracht gehoorzaam zijn aan Zijn wil. Zij moeten als het ware Maria nazeggen: Mij geschiede naar uw woord.

Jezus was gehoorzaam aan Zijn Zender. Hij kwam om Gods wil te doen. Wij worden door Zijn Geest ook hemelingen. Zie (Joh. 17:24): “Ik wil dat zij zijn waar Ik ben” of (Ef. 02:06-10) Met Christus zijt gij gezet in de hemelse gewesten. Daarom moeten wij als Zijn maaksel Zijn werk hier op aarde voortzetten. Als laatste woord zegt Jezus dan ook dat alles onderhouden moet worden wat Hij geboden heeft. Dat wil alleen maar zeggen dat wij Zijn leven moeten uit­leven, moeten openbaren.

Op dit openbaren wacht de ganse schepping. Het is als bij de onthulling van een standbeeld of schilderij. De kunstenaar heeft het geformeerd, gemaakt naar zijn inzicht en gedachten. Het beeld blijft echter een geheim tot de onthulling. Dan valt het doek en stra­lend staat daar de schepping. Zo zal ook Gods schepping openbaar worden. U en ik, wij zijn Zijn schepping. Hij wil ons volmaken en vormen naar Zijn wil. Hij vraagt daarvoor uw en mijn leven, ons lichaam.

Wilt u het offer en leven van Jezus aanvaarden? Wilt u Zijn bloed drinken en Zijn lichaam eten? Wilt u zo Gods Zoon aanvaarden en Hem gelijkvormig worden?? Zeg dan ja tegen dit leven en zeg tot Hem: Mij geschiede naar Uw woord. Dit leven kent geen einde. Uw lichaam zal mis­schien de tijd van de volmaking nog niet kunnen overlap­pen, omdat u al niet zo jong meer bent, doch jaag en streef er naar als een Paulus om niet meer ontkleed (dat wil zeggen: scheiding bij het sterven tussen geest en li­chaam), doch overkleed te worden.

Wees als Jozua en Kaleb en geloof dat u de overwin­ning des Heren in en door Zijn volk zult zien en beleven dat u. sterk en krachtig zult blijven in Hem omdat u tot Zijn lichaam behoort.

Omdat velen dit lichaam op deze wijze niet meer of nog niet zien, daarom sterven er zo velen vroegtijdig en zijn er zo velen ziek. Jezus’ leven in ons, is het leven in ons en voor Zijn licht moet iedere duisternis wijken. Dan zijn wij de berg Sion en Sion wordt door recht verlost. Die gemeenschap, dat lichaam waar Hij zó in woont, is het He­melse Jeruzalem dat uit de hemel neerdaalt. Daarom zal de eindgemeente ook niet bestaan uit een aantal braaf naast elkaar levende, respectievelijk zittende broeders en zusters. Nee, zij zal bestaan uit zonen en dochters die Gods woord horen en doen. Ze zullen zijn gelijk Hij is. Alles wat betreft kerk en gemeente had er moeten zijn. Zij had een behoudende taak en bewaarde het woord Gods, doch de uitvoerders zijn zij die uit dit alles geboren worden. Zij gaan heen en doen de wil van hem die hen zend. Door zijn geest zal het geschieden!

Jezus is het brood des levens

uit de hemel neergedaald,

geeft hij krachten, geeft hij vreugde,

waar geen andere vreugde bij haalt.

Hij komt en hij maakt alle dingen nieuw. Amen.

 

Hoorders of daders? Door E. W. Kenyon

“die zich te allen tijde laten leren”… (2 Tim. 03:07a)

Dit tekstgedeelte vinden wij in de Brief van Paulus aan Timótheüs. Paulus schrijft hier over mensen “die zich te allen tijde laten leren, zonder ooit tot er­kentenis der waarheid te kunnen komen”. Persoonlijk heb ik ondervonden dat er duizenden gelovigen zijn die tot deze groep behoren. Zij zijn bij iedere conferentie te vinden. Ze zijn voortdurend op zoek naar een betere broeder die “meer gezegend” wordt. Ze zijn voortdurend op jacht naar nieuwe geestelijke ervaringen.

Zij spreken zeer veel over de Bijbel, maar zij heb­ben zelf geen leven en geen geloof in zich; de reali­teit van het levende Woord ontbreekt in hun leven.

Vaak heb ik me afgevraagd, waarom dat zo is. Deze soort Christenen zijn toch goede mensen. O, ja, zij kun­nen u veel van de verlossing vertellen, maar de reali­teit van deze verlossing is tot nu toe nog niet in hun leven te zien. Zij weten zelfs dat satan door Jezus op Golgotha overwonnen is, maar ze maken er voor zich persoonlijk geen aanspraak op. Zij “leren” de verlos­sing, maar het is geen ervaring in hun dagelijks leven geworden. Zij leren altijd, maar in de praktische toe­passing komen ze geen stap verder.

Deze gelovigen – en er zijn velen van deze – leven niet als verlosten. Zij kennen niet de realiteit van de verlossing in Christus Jezus, als ze die wel kennen is het alleen theoretisch. Heel vaak hebben ze zelfs veel over voor hun gemeente, maar hun leven beweegt zich toch nog altijd op het niveau van de niet verlosten.

Ze weten vaak veel over Jezus, maar ze willen Hem niet persoonlijk leren kennen. Voor hen heeft Hij alleen historische betekenis, is Hij een mens van het verleden. Maar het is niet hun Heer en God voor het heden en de toekomst. Ze bewonderen hem, maar het intieme contact des harten met Hem is hen vreemd. Zij kennen niet de innerlijke gemeenschap met hem.

 

gemeenschap met Hem.

 

wanneer zij een profetische

Zij bedrijven sedert jaren  Christendom met hun verstand. Zij zijn diep onder de indruk, Wanneer zij een profetische boodschap horen, maar daarna nadat ze het gehoord hebben, zijn ze weer dezelfde. Waarom? Omdat ze nooit eens zelf de Bijbel onder de leiding van de Heilige Geest bestuderen. Ze weten allen veel over en van God, maar ergens schijnen ze de Vader niet in hun hart te kennen. Als een Vader heeft God nog nooit een plaats in hun hart gehad. Als een kind van de Vader hebben zij nog nooit hun plaats in de familie Gods ingenomen. Voortdurend horen ze, voortdurend lopen ze naar de samenkomsten, vaak schrijven ze hele Schriftgedeelten op, om ze waarschijnlijk nooit meer over te lezen. Of er over na te denken. Ze maken geen studie van de wonderbare prediking noch denken ze over het gehoorde na. Ze hebben wel het een en ander over de zonden gehoord, maar ze weten niet dat de zonde door Jezus Christus afgeschaft werd. Dat ze van de heerschappij van de zonde vrij zijn, en dat ze door de zonden nooit meer in gebondenheid gebracht kunnen worden. Slechts heel weinig weten ze er van, dat een voortdurend schuld en zondegevoel een grote truc van Satan is. Het schijnt als kunnen zij niet van deze gebondenheid loskomen. De gerechtigheid van Jezus is voor hen geen werkelijkheid! Hoe het ook zij, zal leren altijd iets nieuws, maar ze komen niet vooruit. Ze zitten met een aandachtig gezicht in de samenkomst en ze luisteren de boodschappen van de predikers, maar ze gaan weer naar buiten en leven in de oude sleur verder. Neen, ze hebben toch niet kunnen beslissen met Jezus helemaal ernst te maken, ze stellen de beslissing uit tot de toekomst. Alles wat zij op het ogenblik doen kunnen is horen, maar ze komen niet tot een volkomen overgave aan zijn wil. Ze weten ook niet wat het betekent een liefdesslaaf van Jezus te zijn. Ach, hoe moeilijk is het toch voor hen, in hun geval aan de liefde van Jezus te geloven. Ze willen hem niet geheel en al als de Heer in hun leven laten regeren, daarvoor zijn ze te bang. Hier hebben ze geen vertrouwen voor. Daarom lopen.

 

 

 

 

Ze voortdurend tot de anderen, om troost en raad van stervelijke mensen te ontvangen.

Ze staan buiten en bewonderen de geestelijke din­gen als door een raam. O, hoevelen behoren tot dege­nen “die zich te allen tijde laten leren”! Wat voor een getuigenis zouden ze voor God kunnen zon, als Jezus toch alleen een levende Realiteit in hun leven kon zijn.

Ze weten veel over het Woord Gods, maar het woont niet in hun harten.

Zij weten niet wat het betekent in het Woord te blijven. Het Wóórd kon door hun leven tot nu toe nog geen vrucht brengen.

Het Woord is in hun leven nog niet zo werkzaam geworden, dat ze het waagden, blindelings daarop te vertrouwen. Het geschreven Woord betekent voor hen nog zeer weinig, in plaats daarvan zoeken ze mensen op en vertrouwen hen.

Zij kunnen u zelfs veel over deo gerechtigheid ver­tellen, maar ze hebben zich deze gerechtigheid niet eigen gemaakt. De volle verlossing schijnt voor deze mensen niet als een levende werkelijkheid te fungeren. Zij spreken alsof Jezus nooit voor hen gestorven en na drie dagen opgewekt is.

Zij laten zich ten allen tijde leren. Ze kunnen u veel vertellen, echter meer over de uiterlijke dingen der mensen dan over de dingen des Geestes en de wandel  in het geloof. De jaren vliegen voorbij, de tijd gaat snel, ze zijn na twintig jaar nog niet verder dan na een jaar. Ze behoren tot de studenten, die hun he­le leven in de schoolbank zitten, maar het nooit tot een examen brengen.

Zij laten zich altijd leren, zonder zelf de werke­lijkheid van wat ze leren, te beleven. Ze geloven aan wonderen, aan genezing van zieken; zij zijn zelf echter hun hele leven ziek. Ze weten niets van het nieuwe leven in Christus. Ze kennen niet de diepe, innige ge­meenschap met de Meester, de geestelijke vereniging van Zijn leven met hun leven. Ze laten zich te allen tijde leren, maar komen echter nooit tot erkentenis der’ waarheid. . . . . . Hebt u uzelf in dit artikel herkent? Kies dan nog heden radicaal voor Jezus. ‘ Hij verlangt van u dat u Hem volkomen zult volgen. “Weest daders des woords en niet alleen hoorders. (Jak. 01:22).