Oordeel niet!

 

Een bekend verhaal uit Joh. 8:2-11.

’s Morgens vroeg was Hij weer aanwezig in de tempel, en al het volk kwam tot Hem en Hij zette Zich neer en leerde hen.

En de schriftgeleerden en de farizeeën brachten een vrouw op overspel betrapt, en ze stelden haar in het midden en zeiden tot Hem: Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt bij het plegen van overspel, en in de wet heeft Mozes ons bevolen zulke te stenigen. Gij dan, wat zegt Gij? En dit zeiden ze om Hem in verzoeking te brengen, opdat zij iets hadden om Hem aan te klagen. Maar Jezus bukte neder en schreef met de vinger op de grond. Doch toen zij Hem bleven vragen, richtte Hij Zich op en zei tegen hen: Wie van jullie zonder zonde is, werpe het eerste een steen naar haar. En weer bukte Hij neer en schreef op de grond. Maar toen ze dit hoorden, gingen ze één voor één weg, te beginnen bij de oudsten, en zij lieten Jezus alleen en de vrouw in het midden. En Jezus richtte Zich op en zei tegen haar: vrouw, waar zijn ze? Heeft niemand je veroordeeld? En ze zei: niemand, Heer. En Jezus zei: Ik veroor-deel je ook niet. Ga heen, zondig van nu af niet meer!

 

Ja, in de tempel was Hij haast altijd te vinden. En daar komen een hoop mensen die graag uitleg willen hebben van deze leraar.

Wij hebben nu de heilige Geest als Leraar in deze tempel. Zo eenvoudig is het. Want dat is onze Leraar. En die legt ons van alles uit. Vooral de bedoeling van de Schrift.

Jezus zit daar rustig les te geven, maar ze braken gewoon in, en Zijn les wordt botweg onderbroken.

En dan staat er in vers 3: Ja, we hebben een vrouw betrapt op overspel.

Dan denk ik: wie heeft dat dan gedaan? Heeft er iemand staan loeren en gluren, en is toen direct naar de farizeeërs gehold: ‘ik heb een vrouw op overspel betrapt…’.

Nou, lekkere jongen…., direct verder vertellen als je de zonden van een ander ziet… Dat is gevaarlijk hoor. Dat moet je nooit doen.

Die vrouw is betrapt, dus heeft iemand zitten kijken, zitten gluren, zitten loeren. Misschien was het zelfs wel een farizeeër.

1 Joh. 5:16:

Als iemand z’n broer ziet zondigen, een zonde niet tot de dood…

Dus jij ziet iemand zondigen, je hebt het niet van horen zeggen. Al die verhalen over anderen, wat ze uitgevreten hebben.

Nee, jij moet het zèlf zien, zien zondigen. En wat doe jij er mee? Je stapt op diegene af die gezondigd heeft, en je zegt: ‘dat gaat niet helemaal goed hè?’

Dan moet hij bidden (met die ander), en God zal hem (die gezondigd heeft) het leven geven.

Dat is dus een hele andere benaderings-wijze. Stap er maar op af en praat er over. En zullen we samen bidden? Dan krijg je het leven weer terug.

…die zondigen niet tot de dood.

Een zonde tot de dood is een zonde tegen de heilige Geest, maar dat is een heel ander verhaal. Daar moet je niet voor vragen, want dat werkt toch niet.

Een zonde tegen de heilige Geest is: dat je bewust de dingen Gods toeschrijft aan de duivel en andersom.

We gaan weer terug naar Johannes 8.

Dan sleuren ze die vrouw naar het midden toe. Hoe zal die vrouw zich gevoeld hebben zeg….Natuurlijk, ze zondigde, maar al die harde koppen om haar heen… Want ze had gezondigd èn ze was betrapt. Maar waarom nou alleen die vrouw?  Waarom nooit die vent? Waarom wordt dié niet naar het midden gesleept?

Wat is overspel?

Matth. 5:28: Een ieder, die een vrouw aanziet om haar te begeren, heeft in zijn hart reeds echtbreuk met haar gepleegd.

Dat geldt ook voor mannen, hoor.

Dus je kijkt naar iemand, en je begeert die persoon, dan heb je al overspel gepleegd. Met je ogen? Nee, met je ziel! Want een mens zondigt met z’n ziel. Dáár speelt zich de zonde af, èn de gerechtigheid. Dus het is maar hóe je kijkt.

Hoe kijk je? En zondig niet!

Joh. 8: 4b: En zij zeiden: deze vrouw is betrapt op overspel en Mozes heeft gezegd: stenigen dat mens! Dan zoek je dat op in Deuteronomium, en daar staat:

Man èn vrouw moeten gestenigd worden.

Allebei! En niet alleen die vrouw.

Wat is dat toch, dat de vrouw altijd de schuld krijgt van overspel, en niet die man!

Tja, mannetjes hè? Haantjes.

Vrouwen zijn altijd de klos wat dat betreft, dus stenigen!

En dan bukt Jezus weer, vers 6, en dan schrijft Hij in de aarde, op de grond.

Dus Jezus bukt zich…, de mensen die les van Hem kregen, gaan maar in een kring staan, de farizeeërs hier en de schrift-geleerden daar…; en dan gaat Jezus Zich bukken en begint op de grond te schrijven. Wat zou Hij nou geschreven hebben?

Dan vind je in Jer. 17:13: Allen die U verlaten, zullen beschaamd worden; wie afwijken, zullen in de aarde geschreven worden, omdat ze de bron van levend water, de Heer, verlieten.

Dus de afwijkenden, de zondigen, worden in de aarde geschreven, en dát deed Jezus.

Wat schreef Hij daar? De mensen die afweken. Wie weken er nou af? Dat waren de farizeeërs, die weken af. Die hebben het levend water verlaten. Er kwam echt geen levend water vanuit hun mond hoor.

Beslist niet!

Er gingen veroordelingen van uit.

Wees blij, zegt Jezus, dat jullie namen staan opgeschreven in de hemel.

Wij staan in het Boek des Levens, het Boek van het Lam. Daar staat je naam. En dat is jouw innerlijke naam. Je wezen!

Vers 7: Nou, zegt Jezus, als je zonder zonde bent, gooi dan maar!

Ga maar gooien als je zonder zonde bent. Daar raakte Hij de gevoelige plek.

De enige die zonder zonde was, dat was Jezus Zelf, en Die schreef, Hij gooide niet.

Er zit een grondwet in deze houding dat barmhartigheid het wint van elk oordeel!

Al zie je iemand zondigen…, laat dan de barmhartigheid spreken. Dat is prachtig!

Dan hou je het ook binnen de perken.

Trouwens, in Nederland gooien ze niet met stenen, dat is hier zo’n beetje afgeschaft, maar wij gooien wel met woorden, en die kunnen raak zijn en doel treffen tegen je kop aan, dat geeft dan een diepe wond.

Wat vroeger eens tegen je is gezegd, misschien door de schoolmeester, of een ouder…, en dat is zó hard aangekomen, dat je daar nu nog het litteken van hebt. Misschien doet het geen pijn meer, maar het heeft je wel heel erg geraakt.

Dat herinner ik me wel: ‘het wordt met jou helemaal niks joh’. En: ‘wat stel jij nou voor?’ Zulke dingetjes.

Oordelen in die richting, die jou kleineren en die je verwonden.

Waarom zijn zoveel jongeren moeilijk opvoedbaar? Ik heb er tot m’n strot in gezeten. Als je de dossiers las, dan zag je altijd dat er in het begin iets fout is gegaan tussen de ouders, waar zij het slachtoffer van werden. Voor 99% was er sprake van echtscheiding.

Als ouders gaan scheiden, dan scheurt er ook wat in een kind. En anderen maar weer partij kiezen, een heel gedoe.

Woorden kunnen heel veel uitrichten, negatief, maar ook positief natuurlijk.

Jezus bukte Zich weer en schreef op de grond. Hij schrijft weer die namen op.

En dan staat er iets merkwaardigs in vers 9, dat staat nl. niet in de Bijbel, maar wel in de grondtekst, en ook in de Naardense Bijbel en de Statenvertaling.

Daar staat: Toen zij dit hoorden, van hun geweten overtuigd zijnde, gingen ze één voor één weg.

Een andere vertaling zegt: toen hun geweten hen berispt had…

Dus zij hoorden Jezus dat zeggen: Als je zonder zonde bent…, gooi maar!

En toen ging hun geweten spreken. Dat is toch geweldig! Want geweten betekent: weten; en dat heeft een dier niet. Maar een mens weet iets héél diep. Dat zit er al in vanaf de geboorte. Gewetensopvoeding is nl. ook heel belangrijk.

Weten is de dialoog tussen ziel en geest.

Afwegen, en dan ‘weten’. Dit is goed…, en dat is niet goed.

De oorspronkelijke betekenis van het woord ‘geweten’ in het Grieks en in het Latijn is: samen weten.

En je kan het ook nog toetsen aan het geweten van een ander.

In hun geweten overtuigd zijnde…

Dus die gasten kijken elkaar eens aan: ‘tja, zonder zonden…, daar zeg je wat…

Nou nee, ik ben niet helemaal zonder zonde…

Tot die conclusie komen ze, want als ze zonder zonde waren geweest, dan waren ze blijven staan.

Zelfs Jezus veroordeelde de farizeeërs niet. Ook dat niet! Hij schreef hun naam in het zand. Maar Hij liet hun geweten spreken, dat riep Hij op door die opmerking.

Op de Griekse tempels stond altijd geschreven: ‘Ken uzelf’. Nou, daar kom je een héél eind mee.

Ken je jezelf? Ben je hartstikke eerlijk naar jezelf toe? Of oordeel je nogal makkelijk over anderen.

Op onze tempel staat geschreven: ‘Ken je Vader!’ Dat gaat veel hoger.

Maar ken je jezelf? Ja, daar begint het wel mee.

Want het oordelen over mensen zit heel erg diep ingevreten in de menselijke ziel, zo van: ‘wat vind jij er van?’

Je kan de t.v. niet aanzetten of er wappert weer een microfoon: ‘wat vindt u ervan?’

Of: Wat is uw opinie? En al die opinies en al dat gevind…, de één vindt dit en de ander vindt dat…

Duurt, wat vind je van Jan, en van Piet en van Mina? Moet ik daar wat van vinden?

Er wordt ineens een oordeel gevraagd, wat moet ik daarmee? Geef het niet!

En als je dan kijkt naar een ander…, het verleden kan natuurlijk ook een rol spelen bij die ander.

Ja, wie is dat? Ja, dat is die en die, die heeft vroeger eens gezeten….

Nou, daar gaan we al….

Of: die z’n vader was NSB-er…

Kinderen op school ook. Er zat een jochie in het lokaal te huilen. Ik er heen en vroeg: ‘wat is er joh?’ ‘Nou, omdat m’n broer zo’n rotzak is, krijg ik ook op m’n donder’.

Ja, dat was er één uit een slechte familie.

Getekend en wel; direct oordelen

Etiketten er op plakken, dat zit helemaal niet goed.

Mozes was een moordenaar, hij heeft eens iemand vermoord.

David zette aan tot moord en pleegde overspel.

Gideon heeft het volk verleid tot afgoderij, gigantisch veel.

Simson ging naar de hoeren.

Saul pleegde zelfmoord.

Salomo met ál die vrouwen en ook nog een enorme afgoderij. Tjonge jonge, met die afgoderij had hij het maar druk.

Petrus heeft de Heer verloochend, staat hij nog zo bekend?

Paulus, dreiging en moord blazende tegen de leerlingen der Heren.

Mattheüs was een collaborateur met de vijand.

Speelt het verleden nog een rol als je iemand ziet of niet?

Speelt het nog een rol wat je ervan vindt?

Of wat je van mij weet of zo?

Praat zó over anderen alsof hij er zelf bij staat. Je kan natuurlijk beter mèt hem praten.

Hoe mild praat je over anderen?

Hoe barmhartig ben je? Het oordelen zit zit zó diep!

Het kan over je broers en zusters gaan, over mensen, alles en iedereen, dat is wel verschrikkelijk hoor.

Denk even aan die gelijkenis van het onkruid en de tarwe. Daar is prachtig zaad gezaaid, maar de duvel zaait er iets verkeerds tussen.

Dat zijn kinderen van de boze. Ze noemen zich wel kinderen Gods, maar het zijn kinderen van de boze. En die groeien samen op.

De dienaren hebben dat het eerste door.

Ze zeggen: ‘hé, dat klopt niet’. En ze gaan naar hun Heer toe en zeggen: ‘moet je eens kijken, je hebt toch wel goed zaad gezaaid? Kijk nou eens wat er tussen staat!’ Nou, zegt de Heer, ‘dat heeft een slecht mens gedaan’.

‘Zullen we het er dan tussenuit halen?’

‘Nee, doe maar niet, want anders trek je ook andere dingen mee, laat maar geworden, laat maar opgroeien’.

Al zie je dat het foute boel is, niks zeggen, want dat is belangrijk.

Jezus wist vanaf het begin wie hem verraden zou, maar Hij heeft niks gezegd!

En hij heeft er toch altijd tussen gestaan als Hij les gaf. Heeft Hij Judas nog op een speciale manier aangekeken, of een opmerking gemaakt? Nee, Hij liet hem meegroeien.

Later zei Hij: één van u is een duivel.

Dat is nogal wat, want dat was dus Judas.

Laat maar geworden, blijf barmhartig.

Hoe kijk je naar mensen, dat is de vraag vanochtend.

Hoe kijk je? Ja, zeggen sommigen: ‘met de ogen van God’, nou, hoe kijkt Hij dan?

Of let je op uiterlijk, en dan nog niet eens op uiterlijke verschijning, maar op uiterlijk gedrag.

Iemands gedrag hoort ook bij het uiterlijk.

Ik kan je wel vertellen dat het gedrag niks zegt. Als je een leerling hebt die een vreselijk moeilijk gedrag vertoont, ga er dan eens mee praten, want dat heeft een oorzaak.

Of iemand die totaal niet opvalt, altijd wegduikt achter een ander, dan denk je dat dat een rustige leerling is, maar dat is niet zo; nee, daar is iets mee aan de hand.

Pik die er maar eens een keer uit.

Gedrag zegt zo weinig!

Mooi zingen hier, nou, dat is gedrag, maar meen je het met je hart?

Mooi bidden…, wat moet God met mooie gebeden? Dat zegt toch helemaal niks!

Jezus zegt: Jullie denken dat je verhoord wordt door de veelheid van woorden.

In het Grieks staat er: door het herhalen.

E i n d e l o o s  herhalen…, tot je er bij neervalt. Sommigen vallen er ook echt bij neer. Die vallen in de ‘geest’ van al het geloof en geprijs…

Wat moet je met ‘mooie’ toestanden?

Wat moet je met fraaie woordkeuzes?

Het gaat om het hart! God ziet het hart aan. En wat geeft het dan hóe je het zegt?

Al komt het nog zo ongelukkig uit je strot, God ziet het hart toch aan?

Zo kijk je ook naar elkaar.

In Matth. 7:1,2 staat een uitspraak van Jezus: Oordeel niet, trouwens het oordeel waarmee jij oordeelt, wordt op jezelf toegepast.

En niet in de toekomst, maar dat is nu.

…en met de maat waarmee jij meet, word je zelf ook gemeten.

Nou, als je zo’n maatje hebt waar niemand in past, dan pas je er zelf ook niet in.

Het gemak waarmee jij je kunt verheffen boven een ander, en een oordeel kunt uitspreken. Dat is levensgevaarlijk!

Je ziet de misstanden wel, en de leugen onderscheid je wel, en het verkeerde zie je wel, maar je hoeft het niet te zèggen!

Dan zegt Johannes: toen gingen ze één voor één weg, te beginnen bij de oudsten.

Dus bij hen sprak het geweten het sterkst. Ze zijn tot de slotsom gekomen dat ze niet zonder zonden waren.

En Jezus heeft de hele tijd z’n hoofd naar beneden gehouden hoor. Als je het goed leest, dan lees je dat in het verhaal. Hij kijkt alleen maar op de grond en Hij schrijft maar. Hij wacht gewoon.

En op een bepaald moment heft hij Zijn hoofd op en ziet alleen die vrouw nog liggen, of staan. Ik denk dat ze gelegen heeft, in het midden.

En dan zegt Hij tegen die vrouw: waar zijn ze toch gebleven? Heeft niemand je veroordeeld?

En ze zegt: nee, niemand.

Wat woorden niet kunnen uitrichten als je ze terugkaatst op mensen zèlf! Je zegt dit nou wel, maar wat denk je nou zèlf?

Hoe is het met jou?

Het gemak waarmee je oordeelt, kaats dat eens terug naar jezelf. Tot welke slotsom kom je dan? Heb ik het wel bij het goeie eind? Oordeel niet! Laat alles maar groeien.

En niet weer doen, zegt Jezus.

Eenvoudig hè?

Het zal haar nog wel een poos achtervolgt hebben; en de buren zullen het misschien ook wel levend gehouden hebben; en de farizeeërs misschien ook wel; ‘ja, die hebben we een keer op overspel betrapt’…, dat is niet zo’n beste…..

Als je nou op Jezus wil lijken, en dat wil iedereen, dan moet je niet meer oordelen.

Het is wat om dat helemaal af te leren.

Blijf maar helder en blijf zelf zonder zonden.

En waar je ook niet over moet oordelen, maar dat is een verhaal apart, dat doe ik nu niet, maar dat is het oordeel wat je hebt over jezèlf! Hoe oordeel je over jezelf? Zeg het eens in gedachten.

Wat vind je van jezelf? Ja, goeie vraag.

Moet je anderen vragen wat die van je vinden? Dat is ook een beetje link hè?

En bovendien: heeft hij gelijk of niet? Is het waar? Of zegt hij dat maar om aardig gevonden te worden?

Wat is nou je oordeel over jezelf?

Misschien moet je dan een goeie spiegel hebben om naar jezelf te kijken.

Misschien heb je dat wel eens gedaan, spiegelen.

Ik heb het regelmatig gedaan met iemand die ik volkomen vertrouw. Spiegel mij eens, want mijn spiegel is bewasemd of bevlekt. En vertel het mij: ‘Ik heb dit gedacht en gedaan, wat vind jij daarvan?’

En zo spiegel je, zodat je een helder beeld van jezelf krijgt, dat is heel belangrijk.

Jezus deed dat ook: Wat zeggen de mensen dat Ik ben? Ja, Elia of Johannes..’

En wat zeggen jullie?  Hij spiegelde dus ook.

Dat is een mooie bezigheid, maar dan moet je elkaar wel tot op het bot en in het merg vertrouwen, anders durf ik dat ook niet.

Dus is het belangrijk dat je elkaars vertrouwen wint. Het waait je niet aan, dat win je.

Of stel dat je tot de ontdekking komt dat je een mi-wa-co hebt, een minderwaardig-heidscomplex van hier tot Tokyo.

En dat je alles doet om dat complex te verbergen of weg te drukken, of te compenseren met: ‘ik ben heus wel iemand…, en ik zal m’n best doen…, en ik zal zus en ik zal zo…

Dat zit heel ingewikkeld in elkaar. Maar je hebt een gevoel alsof je minder waard bent. Dan wat? Dan een ander?

Dan heb je jezelf dus steeds vergeleken met een ander. Dat is ook niet zo best. Vergelijken? Nee, je vindt jezelf meer of minder.

Maar een minderwaardigheidsgevoel kan heel diep zitten. En op zo’n lege plek, zo’n gat in je bestaan, nestelt zich graag een boze geest. Die houdt dat levend.

Je wordt daar depressief van als je niet uitkijkt.

Op de tempel van ons staat dus: Ken je Vader! En Jezus zegt ergens in Johannes: Ook de Vader oordeelt niemand.

Dan heb je dus een prachtige God!

Want met de God waarmee ik vroeger ben opgevoed…., nou, Die oordeelde er op los zeg! Maar dat kom je in onze kringen ook nog tegen.

Misschien niet hier, maar in kringen waar ze zeggen: ‘wat zou de Here Jezus er van vinden, van wat jij nu hebt uitgevreten?’

Of: ‘wat zou God daarvan vinden?’ Dat vindt God niet goed hoor!….

Je hebt helemaal geen autoriteit, je sleept God er bij en die moet dan jouw autoriteit bevestigen. Dat is toch vreselijk!

Mijn Vader oordeelt niemand!

Stel dat zo’n knulletje dat kon zeggen tegen z’n ouders, die hem veroordelen…

 

 

 

 

 

 

Ik sluit af met Joh. 12:47.

Als er iemand is die naar Mijn woorden hoort, maar ze niet bewaart, dan oordeel ik hem nóg niet.

Jij bent verantwoordelijk voor wat je hoort en voor het bewaren van het woord.

Ik ben niet gekomen om de wereld te oordelen, Ik ben gekomen om te behouden.

Dus als je woorden zó vol van barmhartigheid zijn, dat je er altijd op gericht bent om iemand te behouden, te bewaren, in takt te laten,  dan ben je hartstikke goed bezig. Dan denk je goed na voordat je wat zegt. Dat leer ik ook.

Het is heel eenvoudig wat ik vanochtend heb verteld, maar denk eens na over het oordelen, wat jij ervan vindt, waarop dat is gebaseerd. Waarop stoelt jouw oordeel. Hoe barmhartigheid ben je? Laat maar geworden.

Dan denk ik aan het lied:

Hoe daalt Zijn milde regen op vriend en vijand neer.

Hoe daalt Zijn milde lichtglans op vriend en vijand neer.

Wat is een vijand?

Als iemand mij wijst op een fout, en ik pik dat niet, is die dan mijn vijand?

Nee, dat was een vriend.

Je kan gemakkelijk iemand tot vijand verklaren omdat hij iets bij jou heeft aangetoond wat niet deugt.

Wat is nou een vijand? Vul dat zelf maar in, want je kunt zelf allemaal denken.

 

Duurt Sikkens d.d. 06-05-2012