Bijbelstudie over tekens en symbolen.

Onderwerp: Tekens, zinnebeelden, symbolen. Daaraan kan nog worden toegevoegd: parabel oftewel gelijkenissen.

Para-bel betekent: het ernaast gelegde. Ik heb dus iets, en ik leg er iets naast om het duidelijk te maken. Ik heb dus een christen, en leg daarnaast als beeld een boom die aan het water is gepland. Dat maakt het dus duidelijker.

Jezus heeft ongelofelijk veel gelijkenissen verteld, om maar te vertellen in een aards beeld, wat eigenlijk de hemelse werkelijkheid is. Dat geldt dus voor tekens, gelijkenissen, symbolen.

Ik ga maar eens even heel kinderlijk beginnen, want ik vroeg mij af, terwijl ik mij hier mee bezig hield: wie schreef de eerste letter. En hoe zag die letter er uit en welke klank had die letter. Het is best aardig om daar eens over na te denken, maar over het algemeen zijn de archeologen wel tot de conclusie gekomen, dat als iemand iets in een tekening wilde weergeven, dat hij dan b.v. een boom of een steen tekende, met een paar takken. Dus een beeld.

De oudste schriften waren beeldschriften. Egyptische schriften bestonden uit b.v. allemaal vogeltjes, of graan. Aan de Chinese karakters/letters kun je nog zien wat vroeger de tekens geweest waren. Dan tekenden ze een put of een huisje en dat betekende dan iets. En ik vind het wel leuk om even met een letter weer te geven hoe dat werkt. Ik ben nl. al mijn hele leven gefascineerd geweest door beeldgebruik.

Een voorbeeld. Het gouden kalf was een stierkalf, en dat heette in het Egyptisch Apis. Toen hebben ze van lieverlee, als ze de letter A bedoelden, die getekend als de kop van dat stierkalf. Van lieverlee werd dat schematischer. Maar iedere letter/afbeelding had zo z’n  eigen geschiedenis. Het is best leuk om dat eens te bestuderen, dan heb je enig idee van wat men probeerde te zeggen.

Want hoe kom je nou tot een klank. Want als ik deze letter nu voorleg aan een Noor, dan spreekt hij de A anders uit dan een Engelsman, of een Fransman of wijzelf.

Zo heb je allerlei schriften, maar dat is leuk voor de geschriftkundigen.

 

Maar de wereld is hartstikke vol met tekens. Denk alleen maar eens al die pictogrammen, als je b.v. op een station loopt en je zoekt de uitgang, dan zoek je een pictogram. En waar je de weg moet verlaten, dan zoek je een hollend kereltje. Dat zijn allemaal pictogrammen, maar ze betekenen iets. Daarom is het zo leuk om bij dat teken, dat woord, de betekenis er bij te halen, dus de achterliggende gedachte. Daar zit dus iets achter.

Denk eens aan verkeersborden. Leg eens een paar verkeersborden voor aan een Papoea, die snapt daar helemaal niets van, hij weet niet wat ze betekenen. Dat moet dan eerst uitgelegd worden. Dus hij moet de betekenis zien te krijgen.

 

Zo zijn we aan letters gekomen. Een ander woord voor letter is karakter. Dat is ook een doordenker.

We hebben zóveel verkeerstekens,  clubemblemen, vlaggen, familiewapens, allerlei gebaren.

Het gebaar van iemand begroeten (zwaaien) betekende origineel: ik heb geen wapens, dus mijn komst is vredelievend. De buiging betekende: ik bied jou mijn nek aan. Je mag mijn kop eraf hakken. Het optillen van een hoed, onbeschermd, uit beleefdheid. Het is verworden tot een tikje tegen een pet, of tegenwoordig, tegen het voorhoofd (?), nou ja……

Maar zo zijn de alfabetten ontstaan. Als je A/B zegt in het Grieks, dan zeg je alfa-betta, dan haal je de laatste A eraf, dan houd je het alfabet over. Zo is het ABC ontstaan.

Wij hebben hoofdzakelijk met het Romeinse schrift te maken. En als je studie maakt van de bijbel dan heb je ook het Hebreeuwse alfabet en het Griekse.

Jezus hanteerde dat ook. Hij zegt op een gegeven moment: Ik ben de Alfa, de eerste letter. Hij had ook in het Hebreeuws kunnen zeggen: Ik ben de Alef, dat had ook gekund.

Hij had ook kunnen zeggen: Ik ben de A. Hij wilde alleen maar zeggen: Ik ben het begin ergens van. De allereerste.

Alfa is Grieks, Alef is Hebreeuws. De laatste letter in het Grieks is Omega en de laatste letter in het Hebreeuws is Tauw.

Kijk eens naar Ezech. 9. Dat verhaal ga ik nu niet uitleggen, maar dat gaat over de grote verdrukking die over de kinderen Gods komt. Er breekt in de geestelijke wereld allerlei geweld los.

In Ezech. 9:4 staat: De Here zeide tot hem: Trek midden door de stad, midden door Jeruzalem, en maak een teken op de voorhoofden der mannen die zuchten en kermen over al de gruwelen die daar bedreven worden.

In het Hebreeuws staat er: Nigan, ze hebben zoveel verdriet om wat er met het christenvolk gebeurt. Maar de Heer zegt: geef ze een teken op de voorhoofden, en hier wordt het tekentje genoemd van de laatste letter van het Hebreeuwse alfabet, de Tauw.

Een kruisje op het voorhoofd.

Moet ik dat letterlijk of figuurlijk opvatten. Nou, zeggen de roomsen, letterlijk, maar dan met as, als het kan.

Maar hier wordt geen askruisje bedoeld, maar hier wordt een verzegeling bedoeld.

Het is een beeld van de doop met de Geest. En waarom op je voorhoofd? Omdat dit alles heeft te maken met je denken. Het is dus beeldspraak van de bovenste plank.

Als Jezus zegt: Ik ben de Alfa, de eerste letter, en de Omega, de laatste letter, dan hebben wij daar in Hem deel aan gekregen. En dat is een heel mooie gedachte.

Wij hebben deel gekregen aan de allereerste gedachte Gods. Dat beginnen we ook langzamerhand te ontvouwen. Maar ook de Omega, wat de uiteindelijke mens is, zoals hij van oorsprong is bedoeld.

Jezus zegt: Ik ben het begin, maar ook het eindresultaat. Dus zoals Ik begonnen ben als een jochie van vlees en bloed, eindig ik als een volwassen zoon van God. Dat kan dus. Je kunt van een gewoon mens een kind van God maken en een volwassen kind van God.

 

De eerste keer dat er sprake is van tekens in de bijbel is Genesis 1:14. Daar staat dat er lichten zijn aan het uitspansel des hemels om scheiding te maken tussen de dag en de nacht, en dat zij dienen tot aanwijzing zowel van vaste tijden (seizoenen) als van dagen en jaren.

Daar is sprake van tekens. Dat worden tekens genoemd. In plaats van het woord aanwijzing, mag je ook het woord teken lezen. Dat is logisch, want een verkeersbord is een teken, maar het is ook een aanwijzing.

Dus de zon, de maan en de sterren zijn allemaal tekens. Dát is mooi! Want een teken is een zichtbaar iets van een hogere werkelijkheid. Dus de zon is een beeld van God. Hij maakt scheiding tussen licht en donker. Hij is de Koning van de dag.

En de maan is een beeld van Jezus en van degenen die mét Hem zijn. Die schijnen dus in de nacht. Wij zijn dus lichten in de duisternis. Wie het maanlicht ziet, ziet eigenlijk zonlicht, want het weerkaatst. Zo weerkaatsen wij Gods licht op aarde.

Je mag ons ook sterren noemen, maar dit woord is helaas wat verziekt. Het zijn eigenlijk lichtbronnen, en dat is een mooi beeld. Je bent een lichtbron.

Maar wat is licht? Waar is licht een beeld van? Licht is een beeld van liefde.

In Jesaja 60:1 staat: ‘Sta op, word verlicht, want uw licht gaat schijnen”. Dus je wordt eerst verlicht en dan ga je schijnen. Je wordt eerst liefgehad, je eerste liefde, en daarna kun je liefhebben met de liefde waarmee jij wordt liefgehad.

Vroeger draaide ik het om en dacht dat God pas van me houdt als ik van iedereen houdt. Dat is krom. Maar ja, als je niet beter weet.

 

Openbaring staat trouwens vol met tekens.

Het tweede teken wat wordt genoemd is het teken van Kain in Genesis 4:15. Kain is zo geschrokken van wat hij uitgevreten heeft, en hij zegt in vers 13: Mijn misdaad is te groot om de straf te dragen. Eigenlijk staat er: om de afbuiging te dragen, ik ben afgeweken, wat verschrikkelijk, ik heb mijn broer vermoord.

Toch bleef hij in kontakt met God, die dan tegen hem zegt in vers 15:’Iedereen die Kain doodt zal daarvoor boeten’. God houdt niet van wraak. Hoe vind je dat? Zou je die moordenaar van die universiteit in Amerika, die 32 mensen vermoord heeft, ook om zeep helpen?

God houdt dus niet van wraak in die zin. Hier geeft de Heer Kain een teken dat niemand, die hem zou aantreffen, hem zou verslaan. Wat dat teken is geweest weet niemand. Maar Kain had dus iets over zich, of in zich, dat ze hem niet zouden doden. Dus dat teken beschermde hem. De moordenaar wordt hier beschermd, dus dat is positief.

God sloot hier een verbond en wil ook nooit dat zo’n verbond stuk gaat. Daar heeft Hij zo’n hekel aan. Dat is eigenlijk het ergste wat God kan overkomen, dat iemand zich los maakt van Hem. Hij wil graag een verbinding aangaan met mensen. Want hij heeft iets met mensen. En daarvoor heeft Hij heel veel tekens gegeven. Denk eens aan het teken van de regenboog. Dat is een teken van Gods trouw, van Zijn licht in alle schakeringen. Dat is iets heel moois. Dat wijst vooruit op een wolk waar het zonlicht op schijnt. En die regenboog krijg je zo gauw het gaat regenen.

En wanneer regenen wij? Als wij het evangelie verkondigen, dus regenen. Wij zijn goede gaven van God aan de mensheid. Wij zijn Gods gift aan de mensheid. Dus als je verteld, ben je aan het regenen, en dan komt Gods heerlijkheid van lieverlee tevoorschijn. De vroege en de late regen. Want het regent uit een wolk (wij) en nergens anders uit. Mooi hè?

Het wijst dus op onze uiteindelijke heerlijkheid. Als Jezus zegt: Vader, verheerlijk Uw naam, dan bedoelt Hij dat.

De sabbat is ook zo’n teken van Hem. Een dag rust. Dat hebben ze helaas verfrommelt tot een dag rust in de week. Maar de sabbat wijst op de geestelijke rust. De rust die God heeft.

Sommige mensen praten over rust, wat ze dan soms zeer onrustig doen. We hebben ze gekend: “Ik laat me niet uit mijn rust halen”. Dat zijn soms van die kreten.

Maar wanneer heb je echt rust? Je hebt echte rust als je bij de geliefde bent. Dus bij je geliefde zijn, bij elkaar zijn. Het is een lange zoektocht geweest, maar we hebben elkaar gevonden. Je was vermist, spoorloos, maar Ik heb je weer gevonden, er is nu rust.

Een boer heeft pas rust als hij heeft ingezaaid, dan kan hij de pet over de ogen trekken. Nu gaat het verder vanzelf.

 

De besnijdenis is ook zo’n raar teken. Paulus zegt hierover dat het werk is van mensenhanden. Je hebt er niets aan. En het werd dan nog alleen bij jongens gedaan. En de vrouwen dan?

Maar waar wijst de besnijdenis op? Op de geestelijke besnijdenis, dat is de besnijdenis van je innerlijke mens. Je inwendige mens. Reinheid van je hart. Je hart is een beeld van je inwendige mens.

En het is een teken van een verbond. Achter elk teken van Hem gaat de bedoeling schuil van een verbinding leggen. Een brug tussen God en de mens.

God zoekt altijd kontakt. De besnijding zelf is ook eigenlijk een eigendomsteken. Je behoort tot Mijn volk. Dat is mooi hoor.

Het is fijn dat jij ook het eigendomsbewijs hebt van God. Jezus zegt: Wees maar niet bang, niemand rooft jou ooit meer uit Mijn handen.

 

Er zijn echter ook mensen die  “Godsbewijzen” willen hebben. Dat zit zo diep dat je God moet bewijzen. Bewijs eens dat God bestaat, wordt dan gezegd. Nou, al zou je een wonder doen, dan heb je God nog niet bewezen hoor. Want door welke geest wordt een wonder geproduceerd?

Grote tekenen zeggen me allemaal niets. Ik heb het laatst wel eens verteld, dat iemand mij hijgerig opbelde dat er iemand uit de dood was opgewekt in een bepaalde gemeente. Ik zei toen: Nou en! Of dat nu het einddoel is van ons geloof.

Ik ben veel te blij als iemand zich laat dopen en inderdaad is opgestaan uit de doden.

Maar de mensen willen tekens en Jezus maakt daar zeer korte metten mee. Hij moest steeds maar bewijzen dat God bestaat. Nou, jullie willen een teken? Ja, ja!

Nou, zegt Jezus, ik heb een heel mooi teken, het teken van Jona. Dat is het teken, want een kwaadaardig en overspelig geslacht wil altijd tekenen. Daar moet je eens over nadenken, wat er door je hoofd gaat  als je beslist grote tekenen wil zien, dan ben je dus kwaadaardig. Dan heb je een kwaaie aard en je pleegt overspel in de geestelijke wereld.

En wat is de be’tekenis’ van Jona’s verhaal? Dat gaat over de opstanding van Jezus. Jona betekent ‘thuis’. Dit is een beeld van Jezus, Hij werd op een gegeven moment ook uitgespuugd. De dood kon Hem niet langer verdragen, Hij lag hem te zwaar op de maag. Hij kon Hem niet vasthouden en Hij heeft zo het oordeel tot overwinning gebracht.

Dus Jona is een prachtig zinnebeeld van Jezus’ sterven en opstanding. Schitterend. Denk daar maar eens over na, zegt Jezus. Overspeligen!

Sommigen waren natuurlijk daarna direct beledigd.

 

Pak eens Jesaja 8. Die man heeft ook heel wat moeten verdragen om tegen de heersende mening in te gaan. Jesaja had 2 kinderen met heel ‘maffe’ namen.  De ene heette Shehariashoep, en de ander heette Mahirsjalauwgasbas. Die namen zal ik nooit vergeten. Maar ik noem ze expres. De ene naam betekent: ‘haastig buit, snelle roof’. De ander betekent: ‘een rest keert terug’.

Stel je eens voor dat die kinderen ’s avonds worden binnengeroepen. Door het hardop roepen van de namen van deze kinderen konden de mensen horen wat er werd gezegd. Dus dan klonk door de straten en door de wijk: ‘haastig buit, snelle roof!’ En: ‘een rest keert terug!’ Tja, je moet wat als je geen microfoon hebt. Stel je dit even voor. Jesaja betekent: God redt.

En daar staat van geschreven in vers 18: ‘Zie, ik en de kinderen die mij de Here gegeven heeft, zijn tot tekenen en tot zinnebeelden onder Israël. Dus die kinderen en Jesaja zelf zijn zelf  tekens, ze zijn zelf zinnebeelden.

Een andere invalshoek, wat is de mooiste gelijkenis? Jezus zelf! Want Hij was naar de gelijkenis Gods. Kijk maar naar Mij, zegt Jezus, dat is de mooiste gelijkenis die er bestaat in een mens. En hier geldt dat ook.

En als je dat niet helemaal geloven wil, dan moet je eens kijken naar Hebr. 2:13. Daar wordt die tekst geciteerd. ‘Ziehier ik en de kinderen, die God mij gegeven heeft’. Op wie slaat deze tekst in het nieuwe testament, in het nieuwe denken? Op Jezus en Zijn kinderen.

Dus die profetie van Jesaja wijst vooruit op Jezus en ons! Wij zijn de levende tekenen van de Vader! Voor wie het zien wil.

Nu even terug naar Jesaja 30, dan zie je wat verbanden. Dat is zo leuk om te zien. Want Jesaja heeft vergeefs geroepen: ‘haastig buit, spoedig roof’, want het is uitgekomen, dat betekent dat het volk heel snel de buit werd van een ander en heel snel geroofd en beroofd werd. Dus hij kondigde de ballingschap aan. En dat is ook gebeurd. En een rest mag zich bekeren. Hoe groot was die rest? Dat staat in Jes. 30:15: Want zo zegt de Here, door bekering en rust zullen jullie verlost worden, in stilheid en vertrouwen, maar je hebt niet gewild. Nee, je wilde voortvliegen, geweldige samenkomsten houden. Nou ja, dan zullen jullie vluchten, je achtervolgers zijn snel.

Vers 17: Duizenden zullen er vluchten voor het dreigen van één, totdat je overblijft als een seinpaal op een bergtop. Dat is dus alles wat er overblijft: één seinpaal. Ik denk wel eens: die eenzame Jesaja heeft zo vaak een sein gegeven. Dat is het enige wat nog over is. Een ander noemt het een banier.

Dat is één vlag, dat herinnert nog aan een volk dat bestaan heeft. Dat is alles. Hoeveel geloven er nog.

Toen God kontakt zocht met de wereld om te zien aan wie Hij Zijn Zoon kon toevertrouwen, heeft Hij de hele afgehouwen tronk van Isaï afgespeurd. Het hele volk was ongeestelijk geworden, maar Hij vond nog een heel klein beetje leven, nl. Maria, en Simeon, en Anna en gedeeltelijk ook Jozef, en toen hield het op. En dáár sloot God bij aan. Bij Maria, want Hij zag dat ze graag wou doen wat God vroeg. Dus op het laatste moment kon er een loot opschieten uit het afgehouwen volk.

Johannes de Doper had al gezegd: ‘de bijl ligt aan de wortel’. Dan duurt het dus niet lang meer. Of dan gaat alles dood.

In Lucas 2:34 zegt Simeon tegen Maria: ‘Jezus is gesteld tot een teken dat weersproken wordt’. Hier staat het woord Sema, (van semafoon), een teken, je mag het ook een ‘zinnebeeld’ noemen, dat weersproken wordt. Dat betekent dat er tegenin wordt gegaan.

Zo gauw je b.v. zegt: ‘God is goed’, dan krijg je gelijk tegenstemmen. Dat is echt waar.

De verschijningsvorm van iemand die verteld over onze Vader, roept enorm veel weerstanden op.

Er is een film die ik heb gezien: ‘As it is in heaven’, daar roept het verschijnen van één mens in een dorp ontzaggelijk veel los uit het verleden. En hij wordt aan de ene kant verguisd en aan de andere kant wordt hij aanbeden. Dat is hetzelfde effect, je krijgt een scheiding der geesten. Een scheiding van meningen. Want wat staat achter dat woord ‘weersproken’? ‘Opdat de overleggingen openbaar worden’. Zo gauw Jezus verscheen werden ze heel kwaad. Het fatsoen hield hen altijd nog tegen, maar toen puntje bij paaltje kwam, toen barstte de bom en moest er gekruisigd worden en verraden. En ze zochten Hem te doden. Maar wat had Hij dan misdaan?

Hij had nooit iemand geslagen of uitgescholden. Nooit gedreigd met wraak of zoiets.Het is dus alleen al je tegenwoordigheid. Jij bent een teken. Een teken van God, een aanwijzing.

Die arme profeten moesten ook de gekste dingen doen. Als je leest wat Ezechiël moest doen om het volk iets duidelijk te maken. Hij heeft fortjes zitten bouwen met muurtjes. Ze hebben zich wild om hem gelachen. Hij bouwde Jeruzalem na en gooide er met steentjes naar toe. Hij heeft op uitwerpselen moeten koken. Hij heeft 30 dagen op één zij moeten liggen. Die arme man.

En op een avond zei God: ‘Doe dat’, en dat deed Ezechiël dan. Hij moest een pak nemen van een balling, dat betekent de rugzak van iemand die op de vlucht slaat. Hij moest dan naar de muur van de stad gaan, er een gat in boren en naar buiten gaan. Dat is een gelijkenis.

Dat staat in Ezech.12:1: Daar zegt God: Man, je woont temidden van een moeilijk geslacht, weerspannig, niet te harden. Vers 3: Weet je wat? Trek voor hun ogen in ballingschap, misschien komen ze tot het inzicht. Vers 4: Breng wat je nodig hebt als het pak van een balling bij dag voor hun ogen naar buiten en zelf zul je bij avond naar buiten komen te hunnen aanschouwen, als iemand die in ballingschap gaat. Maak een gat in de muur, voor hun ogen en ga daardoor naar buiten. Je zult het pak voor hun ogen op je schouder laden en bij dikke duisternis zul je het wegbrengen. Je gezicht zul je bedekken zodat je de grond niet ziet. Want Ik stel u tot een zinnebeeld voor het huis Israëls. Hij moest een toneelstukje opvoeren zodat ze deze gelijkenis begrepen. “Als jullie zo doorgaan, moeilijk volk, dan ga je in ballingschap”.

Allemaal zinnebeeldige handelingen. Even het woordje ballingschap: Hoeveel mensen zeggen dat ze geloven, maar ze zijn in ballingschap. Hun ziel is in ballingschap. En ballingschap betekent: ‘Je bent van je eigen grond verdreven, maar je hebt ook vreemde overheersers’. Meer hoef ik hierover niet te zeggen, want dat beeld snapt iedereen.

Je wordt overheerst door vreemden. Dan móet je altijd wat. Dan ben je een slaaf of een dwangarbeider.

Het is geen wonder dat Petrus of Jacobus schreven aan de Joden, de gelovigen, in de verstrooiing. In de Diaspora.

Er zijn zóveel gelovigen om je heen die in ballingschap leven. Wil je ze terugvoeren naar hun huis en haard?

Dus alle gelijkenissen zijn beeldspraak. Je spreekt dus in beelden. Toen ik vroeger gedichten schreef zat ik altijd beelden te zoeken om aan te duiden wat voor mij het beste beeld was om weer te geven wat ik eigenlijk bedoelde. Dat heet dus beeldspraak. Om iets aan te duiden.

Het zit in de mens om beelden te gebruiken. Bijvoorbeeld spreek je over een man met ‘pit’. Dan vat je dat toch niet letterlijk op? Of je hebt het over een ‘uitgeblust figuur’, dan denk je toch niet een vuur doven met water? De taal is doorspekt met beelden.

Heel veel dingen moet je echt niet letterlijk opvatten. Als Jezus zegt, als Hij een stuk brood pakt: ‘dit is mijn lichaam’, dan vat je dit toch ook niet letterlijk op? De roomse kerk zegt dat dat stukje brood ineens Zijn lichaam wordt. Maar dat kàn toch niet? Jezus gebruikt alleen maar beelden om een hogere werkelijkheid aan te duiden. En ik vind het heel ontroerend dat Jezus bij de laatste maaltijd zegt tegen zijn discipelen: drink het allemaal maar op, het is mijn bloed, niet echt natuurlijk.

Hij zegt dan dat hij deze vrucht van de wijnstok niet meer zal drinken tot het moment dat ik het met jullie opnieuw zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader. Dat zal zijn op het moment van de uitstorting van de heilige Geest. Want toen waren de geliefden verenigd.

Je leest dat Jezus vurig begeerd heeft om het pascha te eten. Waarom? Sommigen zeggen dat je vurig moet zijn…..Maar wat zit daar achter? Omdat Hij verenigd wil zijn met Zijn geliefden! Dat is het! Hij verlangde er naar om met Zijn geliefde samen te zijn.

 

Dus het mooie is dat Jesaja met zijn kinderen en Ezechiël allemaal levende zinnebeelden zijn. En Jezus is het zinnebeeld van God.

Zo zijn wij ook bedoeld. Zo zijn er vele symbolen. Neem b.v. de regenboog, die hebben we al behandeld. Dan heb je nog het V-teken, teken van de vrijheid. Het teken van het gebroken geweertje duidt het pacifisme aan, tegen oorlog. Dan het rode kruis wat hulpposten betekent. Dan nog het teken van een kruis waar Jezus aan werd opgehangen, een overwinningsteken. Twee ringen door elkaar is het teken van trouw(en).

Waarom wordt de heilige Geest nou afgebeeld als een witte duif? Er staat nergens geschreven dat het een witte duif was, ik vermoed dat het een doodgewone tortelduif is. Ik geloof dat, gezien de bescheidenheid van Jezus en de bescheidenheid van de heilige Geest, en zelfs van God, dat het een gewone tortelduif is. Onopvallend!

Nog een beeld van 2 bekers en wat brood als een teken van het avondmaal. Het is een beeld van het hebben van iets gemeenschappelijks. In Openbaring staat een stukje dat Jezus klopt op je deur: ‘ben je thuis? En jij doet open, en daar staat Jezus met een fles wijn onder zijn arm, en jij zegt: ‘ik heb nog wat brood. En dan staat er:’ik zal maaltijd houden, hij met mij en ik met hem’. Allebei heb je je bijdrage, en dat staat op tafel. Denk je dat Jezus met lege handen zal komen. Dat is niet voor te stellen. Kom op, aan tafel! En dan uitwisselen van gedachten.

Zo zijn er vele tekens of symbolen.

 

Ik ben zo blij dat wij in onze groep maar weinig symbolen hebben. Nou ja, het enige symbool is natuurlijk het avondmaal. Dan zit je op een koekje te knabbelen, maar eigenlijk is het een maaltijd hoor. Bij het laatste avondmaal dat Jezus vierde was een hele hoop vlees, en sauzen en van alles was daar. Jezus pikte daar het brood en de wijn even uit als een teken van Zijn lijden en sterven. Ik zie ons dat op zondagmorgen nog niet doen. Hoewel in de gemeente van Corinthe het wel zo werd gedaan. Maar dat werd een zooitje. Sommigen kwamen al zo vroeg dat ze al dronken waren voordat de laatsten kwamen.

Maar denk eens aan mensen die met zo’n kettinkje lopen van geloof, hoop en liefde. Een kruisje, een   ankertje en een hartje.

De religieuze wereld barst zo’n beetje uit z’n voegen van de symbolen, de religieuze handelingen, de rituelen, de liturgieën, de kleren. Alles is voorgeschreven van hier tot ginter. Echt. De paus leest een gebed voor uit een boek. En moet je eens kijken hoe hij er uitziet. Dat is gewoon verschrikkelijk. Maar dat doen ze in alle godsdiensten hoor! Zo gauw de inhoud verdwijnt gaan ze het in uiterlijke dingen zoeken.

Petrus zei: ‘Kijk eens wat een schitterende tempel’. En Jezus zei: ‘Er blijft geen steen op de ander’. Hij bedoelde daar niet de tempelverwoesting mee, wat ook zou gebeuren, maar dat er van het gebouw wat mensenhanden hadden opgetrokken niets meer zou overblijven.

Er is zoveel troep bedacht, maar kennelijk hebben mensen houvast nodig. Symbolen, heel devoot met allerlei dingetjes bezig zijn. Het mag van mij hoor, maar wat bedoel je? Wat zit daar achter? Heb je wel léven?

Kijk eens naar al die begrafenisceremoniën met al z’n symbolen. Met hoeveel ceremoniëel is Jezus begraven? Hoeveel mensen waren er op Zijn begrafenis? Hoeveel toespraken zijn er gehouden? Ik vraag het maar om het maar eens goed te relativeren.

Een ander symbool wat wij nog hebben dat is de handoplegging. Een zeer bescheiden symbool. Soms gepaard gaande met wat olie op je voorhoofd.

Ik ken een prediker die over het toneel rondliep met een kruikje olie, en dat werd dan geheiligd of zo, misschien moest het ‘ingestraald worden’, dat zijn dan wel Jomanda-taferelen. Wat moet ik daarmee?

‘Heilige’ zalfolie werd het dan genoemd. Tja, je kan die olie gewoon bij de supermarkt halen.

Daar is Wijntje Klaasdochter, één van de eerste martelaressen in Nederland, een doodgewone eenvoudige vrouw, om verbrand. Toen iemand stond te ‘blaten’ over dat brood, de z.g. heilige hosti, dat dat het lichaam van Christus zou zijn, zei ze dat dat brood bij diè bakker vandaan kwam. Dat zei ze gewoon. En dat kruis is van hout en die wijn komt dáár vandaan.

Dat werd dus een verschrikkelijke godslastering gevonden. Om zoiets onnozels werd ze verbrand.

Jezus werd ook beschuldigd van het feit dat Hij God lasterde.

 

Ook van de waterdoop als teken blijft niets zichtbaars over. Och, sommigen willen er een foto van maken. Maar er blijft geen steenhoop achter, er staat niet ergens een vlag te wapperen omdat jij gedoopt bent. Er blijft dus zo weinig van achter. Dat vind ik zo iets boeiends hebben. Op aarde laten we daarvan geen sporen na. Daarom zijn er ook zo moeilijk dingen te vinden van de eerste christengemeente want ze lieten geen zichtbare sporen achter. Ze laten alleen geestelijke indrukken achter.

Laten we eens een paar symbolen/aanduidingen noemen waarmee Jezus wordt omschreven om Zijn wezen weer te geven:

Het licht, een lamp, de goede herder, een lam, de bron, de weg, de wijnstok, de morgenster, de hoeksteen. Er zijn zoveel beelden om Jezus’ wezen te omschrijven.

Noem nu eens een paar beelden van gelovigen?:

Schapen, lammeren. Je mag ook koeien zeggen hoor, ik zou in Nederland het woord koe gebruiken.   Je zal toch in een gebied komen waar ze geen schapen kennen, dan moet je ze eerst uitleggen wat een schaap is. Dan gebruik je toch het vee wat daar rondloopt? Een kudde van een Palestijnse herder, of een Israëlische herder, bestaat uit allerlei soorten kleinvee: geitjes, bokjes, biggetjes, kippen. Het is toch verschrikkelijk godslasterlijk als de zoon van God zichzelf vergelijkt met een kip. Dat doe je toch niet? Maar gelukkig heeft Hij het Zelf gedaan. Ik heb jullie bij elkaar willen halen, zegt Hij, daar zit het woord synagoge in, bij elkaar halen als een kip.

Als iemand tegen mij zegt: ‘je bent een kip’, dan vind ik dat een compliment. Want als jij nou een kuiken wordt, dan wil ik je graag onder mijn hoede nemen. Het is dus de omgekeerde wereld van die pompeuze godsdiensten. Hoe gewoner hoe mooier.

 

Wij worden ook wel vergeleken met bomen, stenen, kandelaars, vissen, want we zijn toch een keer gevangen? En op den duur worden we een tempel.

Zo zijn er ook nog veel getallensymbolen en kleurensymbolen. Ik wil een enkele kleur noemen, b.v. wit is de kleur van de onschuld, dat is zo iets moois. En rossig, de kleur van vuur, dat is de satan, dat zijn de boze geesten. Als de wereld vergaat door vuur betekent dat dat de boze geesten alles overheersen. En daar begint het vandaag aan de dag een beetje op te lijken. Vooral in de godsdienstige wereld.

De religies barsten van de liturgieën. Bepaalde handelingen die op een bepaalde manier worden uitgevoerd. Het is altijd langzaam.

In Hebreeën staat: ‘gij zijt geroepen tot een feestelijke, plechtige vergadering van gelovigen’. Weet je dat het woord ‘plechtig’ er helemaal niet staat? Er staat alleen maar feestelijk! Maar ja, calvinisten willen het graag ‘plechtig’ houden. En vooral die staatsgodsdiensten.

Constantijn de Grote, een bekend Romeinse keizer, stond voor een gigantisch grote veldslag. En de christenen zaten nog steeds in de catacomben. Zij moesten stiekem bij elkaar komen in die onderaardse gewelven rondom en onder Rome.

Constantijn de Grote had daar wel wat mee, ook met wat ze vertelden. Hij vervolgde ze niet.

Het is dus echt gebeurd. Hij stond voor die grote veldslag en dacht, als die God inderdaad zo sterk is, dan moet Hij mij maar eens helpen. Want van die veldslag hing dus af of hij de troon kon bestijgen of niet. Hij gaat dus bidden en wat ziet hij: een kruis, en bij dat kruis stond geschreven: Inhoksignovinsit,

wat betekent: ‘In dit teken zult gij overwinnen’.

Toen is hij dus die slag aangegaan en hij overwon. Was God dan met hem? Welnee, natuurlijk niet.  Constantijn snapte er helemaal niets van. In het teken van het kruis zal hij overwinnen, dus niet met wapengekletter. Maar ja, als je vlak voor een veldslag dit ziet, dan denk je, ja, onze God is machtig en sterk, Hij kan alles boem, boem….. Het is verschrikkelijk. Hij won, en toen is die sekte staatsgodsdienst geworden. Er zijn toen een hoop mensen als de donder christelijk geworden. Hebben zich snel laten dopen. En dat noemden ze dan een opwekking, maar ze deden dat gewoon voor de baantjes. Het is een anekdote wat ook nog echt is gebeurd, maar het heeft niets meer met ons geloof te maken.

 

In Joh. 3:14 zegt Jezus: ‘Gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zó moet ook de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat een ieder, die gelooft, in Hem eeuwig leven hebben. Je mag ook lezen: opdat een ieder die gelooft in Hem, eeuwig leven hebbe.

En nu gaan we naar Numeri 21:8, want het gaat mij om het woordje ‘gelijk’. Jezus gebruikt daar het woord ‘gelijk’. Dus zoekt hij in het oude verbond een gelijkenis over zichzelf.

Zou jij dan op het beeld zijn gekomen van een slang op een paal? Niet bepaald. Maar wat betekent  verhogen? Als het een galg was zou Hij gezegd hebben ‘opgehangen’. Want verhogen betekent aan een paal hangen en wie aan een paal hangt, is vervloekt. Dus Jezus spreekt hier over de vloek die Hem treft, opdat, wie dat gelooft, eeuwig kan leven. Daarom zegt Paulus ook: ‘ik heb besloten om niets anders te verkondigen dan de Christus, en die gekruisigd.

Iedereen wil het zo graag over een koning Jezus hebben…. Hou toch op, Hij is gekruisigd! En dat is de start geweest van òns leven.

In Numeri 21 wordt dit wel in een ander licht gezet. Jullie kennen de geschiedenis van al die mensen die zo aan het mopperen waren, en dan door slangen gebeten werden. Zodat er velen stierven, staat er in vers 6.

Vers 7: Daarop kwam het volk tot Mozes en zei: ‘We hebben gezondigd, want wij hebben tegen de Here en tegen u gesproken; bidt tot de Here dat Hij de slangen van ons wegdoet’. Waarom baden ze zelf niet? Waarom moet dat altijd via via?

(Wij kennen het toch ook wel? Wil jij voor mij bidden? Jij voelt je dan misschien wel vereerd als dat aan je wordt gevraagd, en je wilt best een medium zijn tussen God en jou. Maar kijk hier voor uit. Kinderen Gods praten zelf met hun Vader. Maar goed, dit was even een zijspoortje.)

Toen bad Mozes ten gunste van het volk, wat hij trouwens altijd al deed. En de Heer zei tegen Mozes: ‘maak maar een slang, dat was een serafslang, en zet hem maar op een staak’. Een andere vertaling zegt: ‘Maak dit tot een teken’. Dan krijgt het een betekenis. En een ieder die daarnaar ziet, als hij gebeten is, zal in leven blijven.

Laten we dit beeld nu eens verplaatsen naar de onzienlijke wereld. Naar de werkelijkheid! Want dát  is de werkelijkheid. Die staak waarop iemand hangt die vervloekt is, dat is Jezus. En waar beet de slang ons ook al weer? In de hielen. Hij is dus  een hielenbijter. Een slang is altijd een hielenbijter. Ze kronkelen achter je aan, pakken je aan bij je hiel om je voortgang te belemmeren.

Toen dacht ik, nou, wie niét meer gebeten wordt, of wie tòch gebeten is en kijkt naar die slang, die blijft leven. Daarom zegt Jezus: ‘Opdat wie in de Zoon gelooft, eeuwig leven heeft’.

Eigenlijk een eenvoudig voorbeeld, maar het gaat over Jezus. Toen Hij dat verhaal voor het eerst las of er van hoorde, moet Hij dat ook wel gedacht hebben. Hé, het gaat over Mij!

Dus Jezus vergelijkt zichzelf met een slang. Een vervloekt beest.

In de Statenvertaling wordt gesproken over een banier i.p.v. paal, om af te kondigen. Wij spreken liever over verkondigen. Kijk maar naar Jezus en je hebt het eeuwige leven. Begrijp je Zijn werk? Sommigen zeggen: ‘Ja, je moet kiezen voor Jezus’. Dat vind ik zo’n dooddoener. Dan zou ik vragen: ‘Nou èn, wie mag dat dan wel weer wezen? Jan, Piet of Klaas? Maar het gaat om Zijn werk, dat is het. Het gaat om wat Hij voor je gedaan heeft. Dus alleen zeggen dat iemand moet kiezen voor Jezus is een loze kreet. En zo zijn er zoveel kreten.

En nu iets merkwaardigs. In het boek der Wijsheid, dat is een apocrief boek. Ik zal in het kort uitleggen waar apocrief voor staat. Er zijn honderden van die geschriften over God en Jezus, de ene nog fantastischer dan de ander. Toen hebben ze in de loop der eeuwen een spulletje bij elkaar geharkt en dat heet nu bijbel. En ze zeggen nu: dit is het. Maar er zijn ook andere boeken waar best mooie dingen in staan, maar die hebben ze er niet in gezet. Dat zijn dan de apocriefe boeken.

Dus in het boek der Wijsheid, die in de nieuwe apocriefe boeken staat, haalt de schrijver van dit boek dit verhaal aan. En dan doet hij zo iets leuks! Hij gebruikt het woord ‘symbolon’. Wij zeggen symbool. En wij denken dat dit allemaal symbolen zijn, maar de originele betekenis van symbool is vele malen mooier dan wat wij ervan gemaakt hebben.

Dit zijn wat kentekens, werken.

 

Ik begin met een anekdote. Mijn vader vroeg ons, als kleine kinderen, wel eens een keer: ‘Als ik nu een rode kool dwars doormidden sla, en dat deed hij dan. Hij liet dan die helft zien en vroeg aan ons: ‘waar lijkt dit nu op?’ Nou, we zeiden van alles: een doolhof, of een bord spaggetti en nog wat andere dingen. En wat was het antwoord? De andere helft!

En wij maar denken en raden. En had hij gelijk of niet? Ja toch?

En nu zitten we precies bij het hart van de betekenis van symbool.

Kijk, hier heb ik een stukje steen, meegenomen uit Kreta, van een oude tempel. 700 tot 400 jr. v.Chr.

Je kunt hieraan nog zien dat iemand met een vinger, 500 jr. v.Chr., dit gevormd heeft.

Nu hadden de Grieken een leuke gewoonte. Als ze b.v. een deal maakten, hoe konden ze dan elkaar legitimeren en identificeren. Ze namen dan een potscherf die ze in tweeën braken. De ene persoon hield dan de ene helft en de ander de andere helft. Er zijn dus maar 2 helften die precies op elkaar aansluiten, nl. die 2 helften die zij samen gebroken hadden.

Men deed het ook wel eens met een stuk bankbiljet, maar ook wel met een brief. Je kunt dus nooit de 2e helft verzinnen of te kopiëren, dat lukt echt niet. Er zijn maar 2 helften die precies op elkaar aansluiten. Dat is dus een afgesproken legitimatiebewijs.

Je kan zeggen: dat zijn 2 kentekens. Tekens waaraan je de ander kunt herkennen. Het woord symbool betekent ook: onderpand.

Ik vind dat heel mooie betekenissen. Want van heilige Geest wordt gezegd dat wij die als onderpand hebben gekregen.

Nou staat er in het woordenboek het volgende: Een symbool is origineel twee werkelijkheden die op elkaar zijn afgestemd. Want het linker deel past precies op het rechter deel. Er is niets anders wat daar op past. Het zijn dus 2 werkelijkheden.

Nu heb ik er, buiten het woordenboek om, van gemaakt: die 2 werkelijkheden zijn een onzichtbare werkelijkheid en een zichtbare werkelijkheid. Twee werkelijkheden die samenkomen, want het komt van het werkwoord: ‘symbolon’ en dat betekent ‘bijeen brengen’. Samen komen, combineren, en nog een hele mooie betekenis is ‘samenvoegen’.

Sommigen leggen de tekst: ‘Wat God samengevoegd heeft scheidde de mens niet’, helemaal verkeerd uit. Die denken dat die tekst op het huwelijk slaat. Maar huwelijken worden niet in de hemel gesloten.  Misschien heb je die illusie gehad, maar huwelijken worden op aarde gesloten en bevestigd.

Kijk, als iemand de overspelige kant uit gaat, stel dat de man dat doet, en de vrouw zegt dan: ‘ik wil je niet meer’, dan heeft ze groot gelijk. Maar als je in een huwelijk zit waar de man zijn vrouw elke dag in elkaar slaat, moet ze dan bij hem blijven? En wachten totdat hij overspel pleegt om dan bij hem weg te kunnen? Dat druist toch tegen elk menselijk gevoel in? Denk daar maar eens over na, want ik leg nl. de klemtoon op God.  Wat Gòd samengevoegd heeft, dàt mag een mens niet scheiden.

Heeft God ons als groep samengevoegd? Ja toch? En stel dat ik ga stoken, zodat er gescheiden clubjes ontstaan, dàn ben ik verkeerd bezig.

Trouwens, hoe wordt een huwelijk gesloten? Heeft God die 2 mensen dan samengevoegd? 

Ach, er zijn zoveel van die vooraf afgesproken huwelijken tussen 2 goede partijen, waar je dan mee trouwt. Die zijn door mensen samengevoegd. Door rare ideeën.

Mijn vrouw en ik zijn ons een jaar geleden suf geschrokken van een heel groot aantal huwelijk van kinderen Gods, met een heel hoog scheidingspercentage. Men kan wel zeggen: nou, je bent toch een kind van God, dan gaat het dus toch altijd goed?  Toch een heel hoog scheidingspercentage.

Maar je wordt toch niet verliefd op een kind van God? Je wordt toch verliefd op een mens op aarde?

Je mag natuurlijk met mij van mening verschillen. Maar het gaat om wat Gòd samengevoegd heeft. Huwelijken worden niet in de hemel gesloten. Je kunt een zegen meekrijgen maar je moet er zelf wat mee doen.

 

Maar samenvoegen en combineren hoort bij elkaar. En als er iets of iemand bij elkaar hoort dan is dat God en mens. Dat is het mooiste van wat er bestaat. God hóórt bij mensen en mensen horen origineel bij God. Je houdt het ter vergelijking naast elkaar want origineel horen ze bij elkaar. Jezus en Zijn gemeente, God en mens. Of, geestelijke gezien: Jezus en Zijn gemeente als man en vrouw (beeld).

Het tegenovergestelde van ‘symbolon’ is ‘niabolos. Daar is het woord ‘duivel’ van gemaakt. Hij trekt dus alles weer uit elkaar. Hij accepteert de mens niet als partner van God, en hij forceert je tot gemeenschap, Paulus schrijft daarover in de Romeinenbrief, en dan baar je zonde. Het past dus niet, de duivel hoort niet bij de mens, en de mens hoort ook niet bij de duivel. Het enige wat bij elkaar past is Gods Geest en die tere menselijke geest. Die twee tederheden ontmoeten elkaar.

Hoe zit dat dan met die werkelijkheden? Laten we dit eens lezen in Coll. 2:17: Daar staat de sleuteltekst. Daar waren ze ook zo bezig met allerlei aparte zaken zoals feestdagen, eten en drinken en andere toestanden. Paulus zegt dat dit allemaal schaduwen zijn, beelden van hetgeen komen moest.

En dat komt het: ‘De werkelijkheid is van Christus’. In het Grieks staat daar: ‘Soma’, en dat kennen we allemaal. Soma betekent ‘lichaam’, denk maar eens aan psychosomatische ziekte. Daar heb je vast wel eens van gehoord, dat is als je ziek bent in je psyche, dat is je geest, dan reageert je lichaam.

Letterlijk betekent soma dus ‘lichaam’.

Waarom hebben ze dat zo raar vertaald? Het is een schaduw van hetgeen komen moest, dus een vóór-beeld; en het lichaam is van Christus. Dat is toch geen vertaling? Toen hebben ze het vertaald met werkelijkheid. De Schlachterbibel  vertaalt dit woord  met ’das wesen’, het wezen. Dat komt van het werkwoord ‘zijn’. De werkelijkheid.

 Prof. Brouwer vertaalt dit in ‘de volle werkelijkheid’. Maar met ‘vol’ (dat is ook zo’n kreet) daar wordt de ‘vervúlde’ werkelijkheid mee bedoeld.

Dus al die oude dingen, de sabbat, en offers en de hele mikmak, daarvan zegt Jezus: ‘houdt daar maar mee op want het is vervuld’. En die vervulling, dat volle, dat speelt zich af in de gemeente. Wij leven nl. uit die volheid, uit de vervulling.

Dank zij wat Jezus allemaal gedaan heeft, hoef ik niets meer te doen dan dat alleen maar te vertellen. En dat is nou het hele evangelie. Wij zeggen toch: ‘Hij heeft het volbracht’. Nou dan. En voor wie? Toch voor ons mensen. En ik vind daarom dat woord ‘soma’ zó mooi.

Nou heb je die breuk, iets zichtbaars en iets onzichtbaars. Hoe overbrug ik nou die breuk? Hoe krijg ik die twee bij elkaar? Dat is heel eenvoudig. Dat gebeurt als ze aantrekkingskracht op elkaar uitoefenen. Dat is nou de verliefdheid van de Zoon op de mens en van de mensen op de Zoon. Die wederzijdse liefde is een enorme aantrekkingskracht. Na zó lang zoeken heeft Jezus ons gevonden. En het merkwaardige is, dat toen ik dit evangelie hoorde, na zoveel gelezen te hebben, en overal m’n twijfels over had, en ik toen maar een klein beetje van dit evangelie hoorde, toen wist ik: ‘dit is het’. Wat is dat nu voor een ‘weten’? Zóveel gelezen, verzopen in de literatuur en in de filosofie. En ineens: ‘dit is het’.

Dat weet je, omdat achter die vergeving liefde zit.

Lees het maar na in Hooglied. Die vrouw gaat op zoek naar haar zielsbeminde. Eigenlijk staat er dat ze op zoek gaat naar iemand die haar ziel bemint. Want als jij bemind wordt, kom jij tot je recht. Dàt staat er eigenlijk. Dat is toch prachtig!

Jezus heeft die breuk hersteld. Hij heeft die hele oude belofte: ‘Daarom zal een man z’n vader en moeder verlaten en z’n vrouw aanhangen. En wat heeft Jezus gedaan? Hij heeft z’n Vader verlaten (“waarom hebt U mij verlaten”, zei Jezus aan het kruis, nou,daarom dus), en wie was z’n moeder? Dan waren de mensen die Hem ondersteunden, die noemt Hij z’n moeder. De mensen in de zichtbare wereld. Hij heeft alles moeten verlaten, en is op zoek gegaan, door de dood die overwonnen moest worden. En daar stond z’n vrouw. Een meisje nog, maar daar stond ze. Snap je de ontroering van hen toen Hij voor het laatst die maaltijd hield met z’n discipelen? “Ik heb zólang naar je gezocht en dan ben je daar eindelijk. We zijn weer bij elkaar, en als je geliefden bij elkaar brengt, dan hebben ze rust. Er staat ‘een vrouw aanhangen’. Een andere vertaling zegt het veel mooier: ‘Hij hecht zich eraan’. Ze zijn zo aan elkaar gehecht en het paste precies.

Dus wanneer ben ik één? Als ik mij verbind! Ra ra, hoe kan dit. Het is krom geredeneerd, maar ra ra. Zuurstof op zich is mooi en waterstof is ook mooi, maar als je die twee bij elkaar brengt, wat krijg je dan? Water!. Ik wil zo graag water zijn. Het is maar een beeld, maar die twee samen vormen iets.

 

Ik ben niet meer in ballingschap. De ballingschap van mijn ziel was voorbij. Ik ben weer teruggekeerd en woon nu in mijn eigen land, in het koninkrijk der hemelen.

De werkelijkheid van God valt naadloos samen met ons leven. Daarom mag de heilige Geest nooit aan een ongelovige gegeven worden. Er gebeuren op dat gebied vreselijke dingen als dat toch gebeurt onder handoplegging.

Ja, zegt men dan, Hij zal toch van Zijn Geest uitstorten op alle vlees….. Ja, maar dat moet dan wel bekeerd vlees zijn. Eigenlijk staat er: ‘op alles wat lééft’. En je leeft pas als je gelooft en gedoopt zal zijn. Dàn leef je en dàn kun je vervuld worden met heilige Geest, want het is een geest, zegt Jezus, die de wereld niet kan ontvangen. De wereld màg het  niet eens ontvangen, maar kan het ook niet ontvangen.

De mens mag als enige gedoopt worden met Gods Geest, want dan word je werkelijk mens.

Pilatus sprak het al uit: ‘Zie, de mens’. Misschien zag hij het op dat moment, in een flits. Het kan ook een uitdrukking van minachting zijn hoor, ik weet niet hoe Pilatus het bedoeld heeft. Maar hij was natuurlijk ook een politieke bangerd.

Want veel mensen maken een God naar hùn beeld, naar hùn gelijkenis. Hij moet vooral menselijk zijn en Hij moet ook op een mens lijken. Het is hùn idee en dan krijg je een Gods-idee zoals o.a. een Intelligent Design (I.D.), zoals Hij tegenwoordig heet. Zo wordt je Vader dus genoemd, een iets(?). Een vrouw, of een man, of alleen de letter G, zo wordt Hij ook al genoemd. Dat zijn mensen die daar mee bezig zijn, die dat erg interessant vinden. Maar ze leven niet. Ze weten vaak ook niet beter.

Maar het is net andersom. God maakt een mens naar Zijn beeld en gelijkenis. En de

eerste bij wie Hij dat deed dat was Jezus. Uiterlijk zag je het niet, maar van binnen wel.

Toen Petrus dat een keer zei, was dat nog nooit door Jezus zelf gezegd. Petrus  zei: ‘U bent de Christus’. Houdt je mond, zei Jezus toen, dat is nl. een geheim en een geheim moet je geheim houden.

Voor de bewijsvoerders staat in Hosea 11:9 letterlijk: ‘Ik ben God en geen mens’. Hij kan Zich wel helemaal invoelen in mensen, want God heeft een geweldig empathisch vermogen. Maar Hij zegt: ‘Ik maak van jou wat ik eigenlijk van den beginne bedacht heb’. ‘Mijn Alpha wordt een Omega’. Dat is  Zijn belofte. En zodoende worden we samen kompleet. Dat is nou vervulling.

Ik word soms een beetje misselijk van het woord volmaakt. Paulus was ook op zoek en op jacht naar de volmaaktheid. Maar 1 tekst verder staat: ‘Wij dan volmaakt zijnde. Heb je dat wel eens gelezen? Dat betekent: ‘Wij dan samengevoegd zijnde’. En we groeien vanzelf groter. En vanzelf betekent: ‘Uit zichzelf!’ Dat kan toch niet missen?

Zodoende worden we samen kompleet!  God wordt kompleet en wij ook.

En toen dacht ik ineens aan: ‘Zijn wil geschiedt op de aarde net als in de hemel’. Zou dàt het geheim zijn van: uw wens wordt vervuld op aarde gelijk in de hemel, zodat ze samenvallen. Zodat je in je mens-zijn God kunt openbaren. Zodat God zich in jouw mens-zijn kan openbaren, want die twee zijn geen twee meer, want ze zijn één! Mooi hè? Wat een evangelie hè?

Ja… maar….? Dan lees je in díe toespraak van Jezus aan het eind, waarop Hij op een bepaald moment zegt, als al die ellende bezig is zich te voltrekken, dan verschijnt er opeens een teken in de hemel van de Zoon des mensen. Een hoop mensen hebben gedacht dat dat een wolk met een kruis er op is. Maar het teken van de Zoon des mensen is absoluut geen kruis. Datzelfde teken wordt genoemd in Openbaring 12:1: “En zie, ik zag een teken in de hemel en een vrouw, met de zon bekleed. Er staat echter niet: een vrouw, er staat één vrouw, dus een telwoord. Die vrouw is één geworden. Dus wat is het teken van de Zoon des mensen? Dat is Zijn heerlijkheid! En wat is de heerlijkheid van Jezus? Dat is Zijn eigen vrouw.

En als je het nog niet gelooft, dan citeer ik Paulus: Wat is de heerlijkheid van de man? De vrouw!

Dus de vrouw is de heerlijkheid van de man. Een prachtige uitdrukking. Paulus had het door!

Ik stop, maar ik heb nog één aardige opmerking.

Jezus reflecteerde Gods wezen. Hij weerspiegelde Gods wezen. Als je naar mij kijkt zie je het spiegelbeeld van mijn vader, zoals je in een plas water kijkt, en je ziet de zon. Toen vroeg ik aan mijn leraar, dat is nog steeds de heilige Geest: ‘Hoe leg ik dat uit, want ik vind het eigenlijk een heel mooi beeld’.

Toen heb ik een beeld gekregen en dat was zó leuk. Als je een aap een spiegel voorhoudt, wat doet hij dan? Hij grijpt dan erachter om te kijken wie daar zit. Kinderen doen dat in het begin ook wel eens. Want hier is zijn werkelijkheid en daar heb je een spiegel en daar achter is niets. Het wordt wel weerspiegeld. En toen kreeg ik de volgende gedachte, die ik hier maar even neerleg. God stond voor de spiegel en keek erin, en wat ziet Hij? Zijn beeld! Maar God is Geest. Dus het is precies andersom, wij zijn de werkelijkheid op aarde, laat ik het zó zeggen, en wij weerspiegelen Zijn hemelse werkelijkheid. Wij zijn wel een reflectie, achter die spiegel zitten wij. Wie het vatten kan, die vatte het, maar ik vond zó leuk dat ik God als het ware voor de spiegel zag staan. En wie ziet Hij? Hij herkende zich in Zijn spiegelbeeld, en dat zijn wij!   Dus wie reflecteer je? Mooi hè?

Ik vond dat beeld zó leuk, dat God voor de spiegel staat en Hij herkent Zichzelf in Z’n beeld.

Jezus zegt: ‘Wie Mij ziet, die ziet God’, en God zou zeggen: ‘Wie jou ziet, die ziet Mij’.

‘Als iemand Mij zoekt, laat ze dan met jou omgaan’.

 

Duurt Sikkens april 2007