Uw wil geschiede / Matth. 6:9-13

 

We willen een bekend stuk onder handen nemen, want daar zit zóveel in opgesloten.

“Jezus zegt: bidt dan aldus, – Hij bedoelt daarmee: ‘in deze Geest’, want als je dit letterlijk alsmaar opdreunt, dan schiet het niet op – , ‘Onze Vader die in de hemelen zijt, uw naam worde geheiligd; uw koninkrijk kome, uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren; en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.

Ik ga even iets herhalen. Dat ‘onze’ slaat op alle gelovigen van alle tijden, inclusief Jezus zelf. Hij was de eerste die heel veel het begrip ‘Vader’ gebruikte. Wie in het oude testament noemde God ‘Vader’? Niemand! Dat durfden ze niet.

Had dat wel gekund? Dat staat in Jeremia 3:19,  dat is op zich al een prachtige tekst, maar daar staat dat God zegt: ‘Ik had gedacht dat jullie Mij Vader zouden noemen’. Hoe vind je deze opmerking van Hem? Hij had dat zó gedacht.

We zijn uit Hem geboren, en God is Geest, dus zijn wij ook geest. Het is heel wezenlijk dat je je dat beseft.

‘Uw naam worde geheiligd’. Dat wil zeggen: ontdaan van al die idiote eigenschappen die aan God zijn toegeschreven en aangewreven. Zelfs eigenschappen van de duivel werden aan God toegeschreven. Dan krijg je dus een heel onzeker beeld van Hem.

‘Uw koninkrijk kome’, hebben we al behandeld aan de hand van Psalm 139; als een embryo begint dat in de baarmoeder, en zó komt dat koninkrijk; het is komende en het komt ook nog tevoorschijn. Dat heet: ‘de Christus in ons’. Dàt is ‘Uw koninkrijk kome, in de vrouw’

‘Geef ons heden ons dagelijks brood’.

Dat slaat dus niet op je kerstdiner. Je dagelijkse brood dat is datgene wat voeding geeft, dus het hemelse manna. Dat is voor jezelf maar ook voor anderen. Dat brood kun je ook uitdelen. Dat is het hemelse manna. Dat is niet je kadetje.

‘Vergeef ons onze schulden’.

Hoe zal Ik dat doen, vraagt God. Nou, doe het maar net zoals Ik dat doe. Dat staat er. Want God vergeeft zoals jij dat doet. Maar daar is vaak genoeg over gesproken.

Maar het gaat mij nu om: ‘Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde’.

Daar zijn hele vette boeken over geschreven. Onbenullig. Maar ik wil het vanmorgen een klein beetje proberen uit elkaar te rafelen.

Wie van de oud-schoolleerlingen weet nog wat de aanvoegende wijs is? (Een heel gekrakeel door elkaar, maar niemand wist het echt).

Maar we gebruiken het veelvuldig: Uw koninkrijk kome, Uw wil geschiede, Uw naam worde geheiligd. Dit is dus de aanvoegende wijs. Je hebt ook de gebiedende wijs, dat weten jullie vast allemaal wel. Ja hoor, ik zie de kleine huisbaasjes en vaders knikken, want die hebben hun kinderen zo opgevoed, maar dan niet met de aanvoegende wijs…..(even doordenken).

Wat drukt de aanvoegende wijs uit? Nou, men slaat een oud kookboek op en daar staat: ‘men neme’…, daar heb je er één.

Als je oranjegezind bent dan zeg je toch ook: ‘Leve de koningin”. Dat is dus ook de aanvoegende wijs. Of: ‘leve de lol’. Of deze: ‘zij ruste in vrede’. Dat hoop je dan. Of: ‘God hebbe zijn ziel’.

Dit zijn verouderde taalvormen. Maar wij hanteren het toch nog maar rustig in dit gebed. Waarom? Nou, de aanvoegende wijs geeft vaak een wens weer.

Die aanvoegende wijs komt heel veel voor in het Hebreeuws. Dat vond ik wel een doordenker, want in het woordenboek staat ook, en dat klopt ook, dat de aanvoegende wijs ook dient als aansporing, en dat is vanochtend een kernbegrip. Een aansporing.

Dat kome en geschiede enz. is een aansporing. Een verlangen. Van wie? Het is het verlangen van God. Weet je dat ik het oude testament wel het boek van verlangen zou willen noemen. Het boek van verlangen van God. En dan noemen we het nieuwe verbond het boek der vervulling, want Jezus is gekomen om het verlangen van God te vervullen.

Hoe vind je dat? Om Zijn wens ten uitvoer te brengen. Want God heeft al van vóór de grondlegging der wereld zulke diepe verlangens. Zijn diepste verlangen is omgaan met mensen.

Ik heb eens een keer aan God gevraagd, toen ik het heel erg moeilijk had, ‘wat is nou de zin van Uw bestaan?’ Dat wilde ik toen weten. Toen heeft Hij me drie woorden genoemd, Hij zei eerst: ‘jij, jullie, wij’. Hoe vind je dat? Daar kun je eindeloos over preken, maar Hij ziet eerst de mens als persoonlijkheid, en dan in de groep, de mensen, de mensheid, en dan zegt Hij ineens heel bescheiden: ‘wij’.

Dáár heb je je Vader, dat is de zin van ons bestaan.

Dus het boek van verlangen en het boek der vervulling.

Nou staat hier: ‘Uw wil geschiede’. Nou, daar is zó mee gesold! Met de wil van God…..!

Origineel is het in het Grieks niet iets eisends.  Zo van: Dat wil ik!

Ik heb één keer onze zoon Laurent goed kwaad gekregen toen hij nog een puber was. Ik zei ineens: ‘Je moet naar bed”. Waarom weet ik niet meer. Hij vroeg toen: ‘Waarom?’ Nou, zei ik, omdat ik dat wil! Dat is de enige keer dat ik zoiets gezegd heb, want hij wàs toch pissig… Hij zei toen, waarom heb je het niet uitgelegd? Mooi hè? Ik hou er ook niet van dat mensen zitten te sollen met de wil van God. Het is nl. een uitdrukking van ‘welbehagen’, van genoegen van iets wat goed bevalt. Iets wat vreugde veroorzaakt.

Ken je die tekst uit de Openbaring: ‘Om Uw wil was alles geschapen. Daar kun je rustig voor lezen ‘voor Uw plezier’. Hierdoor krijg je eens een andere blik op het woord ‘wil’. Want er zit altijd iets dwingends achter. Voor Gods grote vreugde heeft Hij alles geschapen en is Hij ook tot Zijn grote plezier aan het hèrscheppen.

Het woord ‘plaisir’, dat is ons woord ‘plezier’, dat betekent: iets behagelijks, iets dat je goed doet.

Maar ja, die vervorming van die wil…. Sommigen weten nl. precies wat God wil en wat Hij niet wil…. Ken je die mensen?

Daar knap ik echt op af. Die zeggen ook, en gebruiken dat als argument: ‘nee, God wil dat niet’. O nee? ‘Nee!’ Hoe weet je dat? Nou ja, uit de bijbel of zo…..Dat is vromigheid!

Of ze zeggen bij gebrek aan argumenten: ‘Ik geloof niet dat de Here Jezus dat wil’…. Als ze hun kind niet kunnen overtuigen slepen ze God en Jezus er bij. Dan ben je dus wel overtuigend bezig hoor……Dat slaat toch nergens meer op. Al dat gemanipuleer met de wil van God….

Of ze hebben een soort neiging tot avontuur. Ken je die mensen? En dan maken ze daar zendingsdrang van….om ergens in Jemen te mislukken. En dan geloven ze dat God dat wil. Ze weten het niet echt zeker en slepen God er dan maar weer bij.

Het zit zo raar in elkaar. Jezus is nooit naar het buitenland geweest. Hij zegt: ‘Begin maar in eigen kring, dan krijg je vanzelf de meeste weerstand.

Dus gewoon bij gebrek aan overtuiging en argumenten slepen ze de wil van God erbij.

Wie kent nog de kreet van vroeger bij geschiedenis: ‘Dieu, le veux’, God wil het!

Het waaide door Europa, waar toen de kruistochten uit ontstonden. Op alle kastelen, op alle kerken en kathedralen werd gebruld: ‘God wil het!’ Zeldzaam bloedige oorlogen. Mensen werden vermoord. Ja, de Inquisitie was ook de wil van God…. Het heeft een hoop bloed opgeleverd. Zelfs heb ik dit jaar op de tv horen zeggen door Arabieren dat het trauma van de kruistochten daar nog steeds een rol speelt. Door die ellendige westerse christelijke godsdienst. Ja, God wil het. Ja, zij zeggen ook dat God een heleboel wil. En als God het wil begin je er ook niets tegen, dat is ook zo’n fatalistische houding. Ken je die? Ja, God wil het, God is groot. Of je maakt er Allah van.

 

Dus van Gods wil, in dit gebed, maak je dus Gods verlangen.

Nu het woord ‘geschiede’. Daar is iets interessants mee aan de hand. Dit woord is gemaakt van een grondwoord ‘gen’.  En waar denk je bij ‘gen’ altijd aan? Aan genen, genetisch, en anders begin je maar helemaal bij het begin, oftewel Genesis, wat betekent: wording! 

Dat is dus gemaakt van ‘gen’ waarin erfelijke eigenschappen zitten.

Wat denk je van het gen van God? Het geestelijke gen van God. Zijn erfelijke eigenschappen. Dat is eigenlijk het zaad Gods. Een ander woord voor zaad Gods is Zijn woord, en dat ontvang je, een conceptie. Want de menselijke geest wordt in dit verband be-schouwd als vrouwelijk, en God als mannelijk. Je ontvang dus het gen Gods en dan begint er zich in jou een geschiedenis te ontwikkelen.

Je bent uit Hem geboren, dat ontkiemt in je. Het wezen van God is in je aan het ontkiemen.

In de mens zelf. Dus wat uit de Geest geboren is, is geest, en dàt ben jij! Mens Gods!

Trouwens het woord ‘mens’ is Latijn en betekent letterlijk ‘geest’. Leuk hè?’

Het gaat dus om je inwendige mens en niet

om de verpakking.

Het is ook wel grappig om te weten dat het woord ‘gen’ of ‘genos’ ons woord ‘kind’ is geworden. Zo komen wij aan het woord ‘kind’.

Dat heeft dus te maken met een ontstaans-geschiedenis.

Dus kind van God wil zeggen dat je van Hem afstamt. Je behoort tot Zijn geslacht, Zijn generatie.

En welk zelfstandig naamwoord kan ik maken van ‘geschiede?’ Geschiedenis! Mooi hè?

Dan lees je Genesis: ‘Dit is de geschiedenis van toen God hemel en aarde maakte’. Daar staat in het Hebreeuws het woord ‘toledot’, wat vertaald werd als ‘geschiedenis’, maar het betekent geboorte en verwekking.

Dat is dus geen dorre geschiedenis met verhalen van vroeger, maar het gaat over de ‘wording’ van iets levends! Anders spreek je niet van geboorte en verwekking. Het gaat over iets levends! Dit is de geboorte van hemel en aarde. De ontwikkelingsgeschiedenis.

Ons woord geschiede betekent ook: beginnen te zijn, te worden. Ik vind dat ontroerende betekenissen.

Denk eens aan dat hele kleine begin in een baarmoeder. Het begint te zijn!

Tegenwoordig kunnen ze al zo vroeg iets met echo’s laten zien. Het begint te zijn en het wordt wat. En het beginnen te zijn betekent dat het een eigen unieke persoonlijkheid is.

Met behulp van deze betekenissen krijg je dus een ander licht op die zin. Ja, het embryo in de baarmoeder. En hoe heet dat uiteindelijk? Dat is nou ‘scheppen’. Iets levends tevoorschijn brengen. En herscheppen is het bestaande, de oude schepping, nieuw leven inblazen.

Want God begint niet op een andere planeet iets nieuws. Hij zegt niet: ‘Ik geef de moed op hoor’. Nee, Hij gaat wéér naar die aarde toe en begint daar het herscheppingsproces. En dat is begonnen met dat ongelooflijk kleine zaadje in Maria.

Wat moet God een groot geloof hebben! Dat Hij zo begint aan een totale herschepping!

Maria was de draagmoeder voor God.

Nou staat er in Genesis 15 een stokoude uitdrukking, waar je gemakkelijk overheen leest. Daar staat: ‘Abraham vertrouwde God en God rekende het hem toe als gerechtigheid’.  De jongeren zouden zeggen: praat eens normaal.

Wat is nou iemand iets toerekenen als gerechtigheid? Een veel mooiere vertaling is: ‘God beschouwde het bij Abraham als beantwoordend aan Zijn verwachting’. Dus Gods verwachting.

Dus Abraham vertrouwde God, en God was zo blij dat hij Hem vertrouwde omdat hij beantwoordde aan Zijn verwachting.

Niet door je spijkerharde geloof, daar zit God niet op te wachten, maar ‘dat je Mij vertrouwt  dat het leven ontstaat uit jou’. En toen kwam het kind der belofte, Izaäk.

Mooi hè, dat God verwachtingen heeft, verlangens heeft.

Kennen jullie die tekst, die vroeger ook zo mishandeld is, dat God het willen in je werkt. Nou, dan moest je daar maar op wachten. En als je nou niet wilde? Nou, dan werkt God dat willen wel in je….

Er  is ook een uit z’n verband gelichte tekst: ‘God bewerkt het ‘willen’ in je.

Het betekent eigenlijk, en dat is veel mooier: ‘Hij wekt het verlangen in je op. Dat is toch veel mooier? Dat Hij iets wakker roept.

Kennen jullie het dat als je kijkt naar de ellende op de wereld, de tranen je in de ogen springen en wat kun je er aan doen? Als je niet oppast dan word je een ‘atlaspriester’ en je neemt al het leed op je nek. Er is vandaag aan de dag zó verschrikkelijk veel leed.                             Er zijn sunami’s in de onzienlijke wereld en dat kost op aarde alleen maar mensenlevens. Geestelijke mensenlevens.                   Sunami’s van religie, dat noemen ze een opwekking. Het is niet te geloven. Dat is dan ook altijd wereldwijd. Hoe groter hoe mooier. Als je die rotzooi allemaal ziet, ik kan het niet anders vertellen, al die leugen; en het grijpt je aan. Wat kun je er aan doen? Dan gaat God in jou het verlangen wekken en aanblazen.

Hij zegt: ‘we kunnen er wat aan doen’.

Je hoeft geen Arts zonder grenzen te worden en je hoeft niet als een malloot naar Afrika toe te rennen. Mag hoor….

Maar God zegt: ‘heb je de moed om te geloven dat wat in jullie verwekt wordt, dat dàt het is? Dàt is nou Gods weg! Dàt is nou Gods plan! Daar is ook veel over te zeggen, al die mensen die lopen te kakelen over ‘Gods plan’ met de wereld. Het gaat om Gods verlangen te wekken in mensen, waarin Hij een welbehagen heeft en dan kijken wat dáár uit tevoorschijn komt. Zo onopvallend. Ja, wie gelooft dat? Je wilt toch Gods wens, Gods verwachting vervullen? Doen wat Hem behaagt. En waarom? Omdat je zo met ontferming bent bewogen. Als je een beetje normaal mens bent dan ben je met ontferming bewogen. Dat heeft God ook. Hij zegt: ‘Daar geven wij op onze manier gestalte aan’. Je wordt één en al barm-hartigheid. Hoe vind je dat vooruitzicht?

Het woord ‘barmhartigheid’ is vlees geworden in jou. In jouw mens-zijn krijgt het gestalte.

En nu die rare zinsconstructie, die ik als jochie al zo stom vond: ‘Uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde’. Daar moet je eens even iets anders voor invullen, en dan nagaan hoe krom dit klinkt. Dat je tegen je directeur zegt: ‘Jouw wil geschiede gelijk thuis alzo ook op uw werk’. Er is toch geen hond die het zo zegt? Dat is toch geen nederlands meer? In het Engels staat het beter. Uw wil zal gedaan worden op aarde, gelijk in de hemel. Elk mens bevindt zich geestelijk in de hemel. Het is maar aan welke kant, in het koninkrijk van het licht of in het rijk der duisternis, of in het schemergebied daartussen. Elk mens!

En elk mens die gaat geloven, is overgeplaatst van de duisternis in dat licht. Dat is één ding. Maar tegelijkertijd ben je ook op aarde. Daar sta je met twee voeten op.  En dat vind ik zo mooi, want wat in je is, kun je openbaren op aarde, dus in de hemel op aarde.

Mag ik het eens zó zeggen? De Christus woont in ons op aarde, en wij wonen in Hem in de hemel. En zo heb je hemel en aarde verenigd. Waar je ook bent of heengaat, dan weet je: ‘Hij is in mij en ik ben in Hem, dus waar ik ben is Hij en waar Hij is, ben ik’. En dat is je basis.

Of het nou in Indonesie is of in zo’n gat op de Veluwe. Ik woon ook in zo’n gat op de Veluwe.

Weet je wat je kan maken van die rare zins-constructie? ‘Uw verlangen wordt geboren, is wordende, in de hemel, en zo wordt het op aarde gebaard’. Als iets geboren wordt, kun je het ook baren noemen, oftewel openbaren.

Wat gebeurt er nou? Jouw verlangen gebeurt in de eerste plaats in de hemel; dáár ontstaat het verlangen, in jouw geest. Het verlangen in Gods Geest. En gebeurt het op aarde. Dat loopt dus parallel, alleen het onzichtbare is eerst en dàn komt het zichtbare.

Als je ziek wordt, is er eerst onzichtbaar iets gebeurd, en je lichaam reageert met een lichamelijke ziekte.

Als je genezen wil, begint dat in de geest, en dan kan je lichaam reageren. Jezus zocht bij zijn genezingen altijd aansluiting bij de geest van een mens. Bij het geloof, vertrouwen, je geloof behoudt je.

Maar mijn einddoel is niet de lichamelijke genezing. Dat kun je op een poster zetten en daar mensen mee trekken als rondtrekkende genezer, maar dat was niet het doel van Jezus. Hij bracht een evangelie over z’n Vader, om z’n Vader te leren kennen.

Dus ‘in’ de hemel dat is ‘in’ jouw geest! Dat is niet ver weg. In ons, zou God zeggen, en dan kijkt hij jou aan. ‘In ons’.

Kennen jullie de uitdrukking: ‘een kind ter wereld brengen?’ Dat is ook onzichtbaar en klein begonnen. Zo is God ook bezig, dat Hij, dank zij de mens, Zijn kinderen ter wereld brengt. En daar kunnen ze vertellen. Prachtig! Dus wat onzichtbaar is verwekt, wordt ontwikkeld in de vrouw en dat wordt geopenbaard op aarde. Dat is trouwens een groot geheim. Dat moet je ook geheim houden, dat tetter je niet rond. Als je geen geheim kan bewaren, dan vertrouwt God ze jou ook niet toe. Dat heb ik wel gemerkt. Want je kunt er dan niet mee omgaan.

Bij het kostelijkste geheim wat Petrus zegt aan Jezus: ‘U bent de Christus’, kijkt Jezus hem aan en zegt: ‘dat kun je nooit uit jezelf weten, maar vertel het aan niemand’.

Als ik mensen hoor krijsen en schreeuwen: wij zijn de zonen Gods waarop de schepping wacht, dan wend ik mij af, op die mensen zit ik niet wachten, dat zijn ze niet! Dat zijn anderen.

Jezus zegt ergens: ‘Weet je dat wat ik op aarde spreek, ik in de hemel hoor’. ‘Gelijk ik hoor, spreek ik”. Zo origineel is Jezus dat Hij názegt wat Zijn Vader zegt. Dat is Zijn originaliteit. Omdat de Vader origineel is.

Je hebt van die mensen die brengen een gedachte alsof ze die helemaal origineel zelf bedacht hebben, zo van: ‘hoor mij eens’. Nonsens, je zult het eerst van de Vader gehoord moeten hebben. En Jezus zegt ook: ‘Ik doe, wat Ik mijn Vader heb zien doen’.    Dus wat Hij in de hemel ziet, dàt doet Hij! En wat Hij daar in de Geest hoort, dàt spreekt Hij! Wat gebeurt er dan op aarde? Ik hoop dat ik het duidelijk uit kan leggen. Het zichtbare is een beeld van het onzichtbare. Dat is wel duidelijk hè? Dat begrip kent iedereen. Maar het zichtbare is ook een gevòlg van het onzichtbare. Want het onzichtbare was eerst en daar uit is het zichtbare geboren. Wat gebeurt er dus in je geest? Want dàt gaat zich openbaren op aarde. Wat je ziet gebeuren is een teken; het is een schaduw van een werkelijkheid die hoger is, de werkelijkheid Gods. Dat noemen wij tekenen. Een teken is altijd een beeld van een andere werkelijkheid.

Als ik hier b.v. een kruisteken sta te maken, dan weet haast iedereen dat dat iets betekent. Dus wat leren we eerst? We leren b.v. eerst om iemand geestelijke brood te geven. Je voedt iemands geest, dat dagelijkse brood. Als je dàt geleerd hebt, dan komen die tekenen,dat je een kadetje besteedt aan honderd mensen, die tekenen komen dan vanzelf. Wist je dat?  Jezus deed een teken van die broodvermenig-vuldiging omdat dat een beeld was van een hogere werkelijkheid: ‘Mijn wóórd wordt vermenigvuldigd’. Maar het onzichtbare komt eerst, laten we dàt eerst maar eens leren. Als je geleerd hebt om iemand geestelijk de ogen te openen, zodat hij iets van God gaat zien, dan zul je als teken ooit aan een blinde het gezicht teruggeven. Dat geldt ook voor mensen wier oren verstopt zijn, wat ze niet willen. Dan ben jij in staat om ze de oren te openen, zodat ze horen! Vind je dat niet mooi? Dan zul je later ook een dove weer het gehoor terug kunnen geven.

In volle evangelie-/pinksterkringen/opwek-kings-zooi zijn ze allemaal aan de verkeerde kant begonnen. Als er nou maar een teken gebeurde, dan was dàt het bewijs dat God met hen was. En God werkt net andersom.

Ik wil wel eens weten uit wat voor een geest iemand geneest. Het mooiste is dat je een mens, die geestelijk dood is, en dat zijn er heel veel, door dit woord tot leven kunt wekken. Dàt is nog eens opstanding uit de doden.

Tussen àl die ‘dood denkende mensen’ uit, wek jij iemand op met dit evangelie, want je hebt woorden van eeuwig leven, die eten ze op en dan gaan ze eeuwig leven. Als je dàt lukt dan zul je later ook nog wel eens mensen uit de dood opwekken. Als je dat belangrijk vindt. Maar daar gaat het niet om. Dat zijn tekenen en dat lukt niet altijd, want dat is je einddoel niet. Maar Jezus heeft ook gewaarschuwd.

Hij zegt: ‘Er komt een keer een nacht dat niemand kan werken’. Heb je daar wel eens over nagedacht? Mooi hè?

Een mens tevoorschijn roepen. Dat vind ik het mooiste. Zijn identiteit benoemen, een naam geven. Dan kun je die mens eigenlijk tonen wie God is.

Men riep: ‘We willen God wel eens zien’. Nou, zegt Jezus, kijk maar naar Mij. Wat een uitspraak is dat hè? Nou, zeggen ze, doe dan eens een teken!

Die God ben ik niet, zegt Jezus, je hebt een verkeerd idee van God.

Eén van de ergste dingen waar Jezus doorheen moest was, toen Hij daar zo hing te lijden aan dat kruis. Toen de koortsen door z’n lijf joegen. Hartstikke ziek, bijna dood, en een pijn dat Hij had!

En dan brult iemand, die daaronder staat te kijken naast die onverschillige Romeinse soldaten: “Hij heeft z’n vertrouwen op God gesteld, nou, laat Die hem dan verlossen!” Dat zul je maar te horen krijgen.

Ja, er zijn ook hele vrome vogels die dat hièr durven te zeggen: ‘Je vertrouwt toch zeker wel op God hè?’ Nou, daar ga je al….

Of er komt weer zo’n kwezel met: ‘De Here is er ook nog’.

Je snapt er helemaal niets van, je doet een beroep op mijn schuldgevoel, flauwerd!

Onderscheid van geesten, wat hèb je dat nodig! Zeker in pastorale zorg. Niet zomaar wat roepen hoor! Daar heeft die ander ook niets aan.

Waar is de dood overwonnen? In de hemel! De geestelijke dood is overwonnen! Hoe meer je je dat realiseert, dan realiseer je je ook dat de aardse dood daar een beeld van is, en van mindere kwaliteit, laat ik het zó zeggen, minder impact. Maar de dood is overwonnen in de hemel, in de geest, dus ook in ons. Dat is wat! Daar heeft Jezus voor gezorgd. Want Hij wist wat de dood voor impact heeft op een mens. Dood is afgesneden van het leven. Iemand heeft een schaar gezet in de verbinding tussen God en mens. Dat was een geestelijke dood. Want toen Adam en Eva van die boom aten, vielen ze niet dood om, maar ze hadden gemeenschap met een verkeerde geest en kwamen toen met de dood in kontakt.

Waar gebeuren de grootste wonderen? Niet in de Verenigde Staten of in Nigeria of weet ik wat ze allemaal voor hype op tv laten zien. De grootste wonderen gebeuren in de hemel! Het is een groot wonder dat de dood is overwonnen, zodat mensen verlost worden van hun angst voor de dood. Het is een groot wonder dat je van een tijdelijk mens een eeuwig mens bent geworden. Als dàt geen wonder is, dan weet ik het niet.

Je hebt van Gods Geest gekregen. Het kostbaarste wat er is. God is Geest, en je hebt van Zijn Geest, van Zijn Wezen, gekregen.

Dat is nou de conceptie, het ontvangen.

Je bent niet meer in zonden ontvangen (ha ha….).Dat was nl. een avontuurtje van de vader van David.

In puurheid heb je dat woord ontvangen. Wat een wonder is het dat je geestelijk hebt leren lopen. Eerst aan de hand van iemand en later kun je zelf lopen. Je hebt leren kijken, leren zien. Je ziet veel meer dan wat je op aarde ziet.

Horen! Al die eigenschappen ontwikkelen zich. Wat ik ook een groot wonder vind dat is dat de toekomst nu is!

Er wordt gesproken over de krachten van de toekomende eeuw. Maar die eeuw, periode, dat tijdperk, die is begonnen bij Jezus. Toen is God begonnen met het nieuwe tijdperk van het herstel. En dàt is de toekomende eeuw en daar zit je midden in. Jij beleeft de toekomst; jij beleeft de dingen die jou toekomen. Wat God je geeft dat komt je toe. Er komt ook weleens wat anders op je af, waar je niet om hebt gevraagd. Ellendige dingen. Het punt is: hoe reageer je daarop? Hoe hou je het hoofd boven water, of, als je heel sterk bent: hoe loop je op dat water? Als je dàt kunt, dan mag je ook een keer over de IJssel lopen hoor….. Nou, als dàt het einddoel van je geloof is….., ja, maar je hebt natuurlijk geen zin in natte voeten….
Maar snap je wat ik bedoel? Wat van de rechtvaardige in Openbaring wordt gesproken is dat ze staan op de glazen zee! Dàt staat er in de grondtekst. Ze staan er op! De dingen zijn aan hen onderworpen! Als dat geen wonder is, dan weet ik het niet.

Wat ook een groot wonder is, nu praat ik even voor mezelf, maar dat ik werkelijk word wie ik ben!

Vorige week stond Pé Jonker hier achter en tot mijn grote verrassing zegt ze: ‘Ik ben een gelukkig mens’. Dan heb ik de tranen in de ogen staan, want ze heeft heel wat door-gemaakt samen met Jan. Heel wat meege-maakt en ze is nog niet van alles af, en die staat daar gelukkig te wezen. Zó! Dat vind ik een wonder!

Maar dat je wordt wie je bent! Daar is nog veel over te vertellen, maar dat doe ik wel op de centrale Bijbelstudie, want daar is nog zoveel onzin over en vreemde dingen. Want bij veel mensen is er zoveel verschil in wie ze thuis zijn en hoe ze hier zijn. Hoe je thuis bent of op je werk. De kop die je hier trekt of de kop die je thuis tegen je vrouw trekt. Ik noem maar wat. Maar het gaat om dat verschil. Hemel en aarde  zijn dan ook niet aan elkaar gelijk.

Als je snapt wat ik bedoel. Je speelt een rol, en dat is levensgevaarlijk.                               

Want wie een heel mooie rol van een christen speelt, ontkent eigenlijk zichzelf. Want het is een rol.

Gisteren las ik in de krant een stukje over moeder Theresa. Ik zie dat kromme mensje in die habijt vijftig jaar lang haar uiterste best doen. En waar wordt zij door iedereen in bevestigd?  In haar rol! Ze noemen haar een mystica, dat is ze niet, maar dat zeggen ze. Ze noemen haar ‘moeder barmhartigheid’.

Tjonge jonge. En in één van haar laatste brieven staat dat ze een gigantische worstel-partij in zichzelf heeft, omdat ze dat nl. ontkent. Dat ben ik niet, zegt ze, ik heb mijn twijfels. Ik heb mijn hele leven een rol gespeeld waarin ik bevestigd ben door anderen, en dan moet ik dat volhouden. Maar dat bèn ik niet.

Dan denk ik: ach, m’n kind, waar is dat meisje gebleven? Je bent ergens ingeduwd en dáár word je in geprezen.

Hoe vaak is Jezus niet in een rol geduwd door

anderen, die graag wilden dat Hij zó was. Je kan het aan sommige gebeden nog horen, dat je toch nog geen goede voorstelling hebt van Jezus, en van God.

Je wordt wie je werkelijk bent. En wie je werkelijk bent, daarvan kun je zeggen: ‘dat is een nieuwe naam’. Die past zó bij je wezen. Draag nou die nieuwe naam van jou, de kern van je wezen, eens als een diadeem op je voorhoofd en durf je zo naar Jezus te wandelen? Hij met Zijn diadeem, wie Hij werkelijk is, en niet wat mensen van Hem gemaakt hebben, en jouw diadeem. En die twee ontmoeten elkaar.

Ik vind dat één van de grootste wonderen die er gebeuren. Ik vind er een kleine schaduw van, als Jezus na z’n opstanding, als Hij op dat kerkhof staat, waar ook Maria van Magdala staat, en zij elkaar zien. Ze hield zo verschrikkelijk veel van Hem, en Jezus natuurlijk ook van haar. Daar hebben ze rare verhalen omheen gebouwd, en waarom…?

En welke vergissing maakt Maria dan? Ze dacht dat het de tuinman was.

En waarom vertelt Johannes dat verhaal 50 jaar na dato, die vergissing van Maria van Magdala? Omdat het zo’n prachtige vergissing is. Want het wàs nl. de tuinman. Het oudste beroep van de wereld is tuinman! Hovenier. Want dàt was Adam! Ja toch?

En Maria dacht dat het de hovenier was. Jezus zou kunnen zeggen: ‘Je hebt gelijk, Ik ben de hovenier van het paradijs Gods, de laatste Adam’.

Het allergrootste en mooiste wonder, ook voor mijzelf hoor, daar blijf ik me over verwonderen en verbazen, en ook van genieten, dat iemand jou een geliefde vindt.

Dat kon er bij mij in het begin niet in.

Hoe kan er nou van mij gehouden worden?

Dat komt door je zelfbeeld wat je dan hebt.

Je bent een geliefde! Je hebt geloofd en je hebt het gehoopt, maar, zegt Paulus, het meeste is die liefde, die blijft!

Die liefde van God is duurzaam, het kan iets verduren, het kan een stootje verdragen.

Je bent een geliefde, dus als er nog iemand is die een rol speelt, misschien wel 2 rollen, of een hoofdrol wil spelen, stap dan van het toneel af en stap in de werkelijkheid van Jezus Christus. Hij maakt van jou wie je werkelijk bent!

Dit allemaal en nog meer hebben we te danken aan Jezus, het Lam van God. En zo hebben we ook elkaar aan elkaar te danken.

 

Duurt Sikkens d.d. 2-12-2007