1964.05.02 nr. 34

Levend Geloof 1964.05.02 nr. 34

In het spoor door Gert Jan Doornink

“Indien wij door de Geest leven, laten vrij ook door de Geest het spoor houden”. (Gal. 05:25)

Als dit nummer verschijnt zijn in Utrecht duizenden kinderen Gods bijeen om op de derde volle evangelie vreugdedag gezamenlijk de Heer te loven en te prijzen, om te danken dat Hij de volkomen Verlosser is naar geest, ziel en lichaam, om te danken voor Gods wonderbare gave voor Zijn gemeente: de ‘Heilige Geest, en om ongebouwd te worden in het geloof.

De Heer is ‘bezig Zijn’ gemeente toe te’ bereiden voor wederkomst. Een gemeente die zal worden “stralend, zonder vlek en rimpel”. Geen wonder dat de duivel te keer gaat en al het mogelijke doet om verwarring te stichten en Gods werk op te ‘houden. Maar hij is een overwonnen vijand. Jezus kwam naar deze wereld om zijn macht te breken.

Toch is het opvallend hoeveel kinderen Gods zich nog door deze overwonnen vijand laten beïnvloeden. De grote oorzaak is, dat velen niet zien dat de Heilige Geest de volkomen heerschappij in hun leven moet hebben. Men spreekt dan over het ontbreken van heiligmaking bij vele gelovigen, maar hoe kan men deze bereiken zonder vervuld te zijn met de Heilige Geest? Hoe vaak hebben wij al meegemaakt dat gelovigen allerlei kritiek hadden op de uitingen van de Geest, maar zelf in het geestelijk slop raakten, omdat zij de tongentaal, het profeteren, enz. niet meer belangrijk achtten.

Paulus wist er van mee te praten, hoe verschillende gelovigen afbreuk trachtten te doen aan het werk van Gods Geest door weer allerlei wettische dingen in de gemeente in te voeren waarvan Christus hen bevrijd had’. Hij zei: Indien vrij door de Geest leven, laten wij ook door de Geest het spoor houden”(Gal. 05:25). Dit is het’ Het is niet voldoende eenmaal gedoopt te zijn met Gods Geest, wij moeten van dag tot dag ons laten leiden door Zijn Geest. Anders volgen wij de weg van ons eigen verstand, van de gedachten van onszelf of van andere men­sen, of van de duivel raken uit het spoor, wij worden onbruikbaar als instrument in Gods hand, zoals een trein of tram machteloos is, als hij buiten de rails staat.

Toen God ons doopte met Zijn Geest gaf Hij ons Zijn volheid. Niet meer, maar ook niet minder. Petrus sprak op de Pinksterdag niet : ”Bekeert u en gij zult een of andere geestesuiting ontvangen”, neen, hij zei: gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen ‘(Hand. 02:38). Paulus vraagt de gelovigen in Efeze niet of zij al iets van de Heilige Geest hebben ontvangen, neen, hij zegt: “Hebt gij de Heilige Geest ontvangen?” (Hand. 19:02).

De Heilige Geest is een Eenheid. De Heilige Geest is een Persoon. Als wij gedoopt worden met de Heilige Geest, ontvangen wij de volheid. De Heilige Geest heeft negen uitingen of gaven en een negenvoudige vrucht. Het een is ondenkbaar zonder het andere.

Veel misverstand en verwarring zou uit de weg ge­ruimd zijn, als men de dingen weer gaat zien en beleven zoals Gods Woord het ons duidelijk maakt. Velen halen 1 Korinthe 12-14 aan om trachten te bewijzen dat niet iedereen “alle gaven” heeft. Men heeft dan de Bijbel echter nog nooit goed gelezen. Het gaat hier over het samenkomen van de gemeente. In de samenkomst van de gemeente valt de individualiteit van de gelovige weg. Men is dan samen met andere gelovigen en vormt met hen een eenheid: het lichaam van Christus. In deze eenheid, deelt de Heilige Geest Zijn gaven uit “gelijkerwijs Hij wil”. Daarom zal daar waar een gehele gemeente gehoor­zaam is aan Gods Geest het niet voorkomen dat telkens dezelfde gelovigen profeteren, gezichten zien, enz, maar dit zal wisselen. Paulus zegt: “Telkens als gij samenkomt, heeft ieder iets: een psalm of een lering of een openbaring of een tong of een uitlegging; dat alles moet tot stichting geschieden”(1 Kor. 14:26).

Kind van God, hoe is het in uw leven? Bent u ge­doopt met Gods Geest? En hoe is het vandaag met uw vervulling? Als de benzinetank van een auto vol benzi­ne is, maar het contactsleuteltje wordt niet omgedraaid en het gaspedaal ingetrapt, gebeurt er niets. Zo is het ook met de vervulling. U moet de gave die in u is aanwakkeren en ook in de samenkomsten van de ge­meente gebruiken.

Het is opmerkelijk dat velen die de Geestesuitingen on­belangrijk achten of negeren ook weinig of niets van de vrucht (Gal. 05:22) van de Geest openbaren. Zij spreken over het afleggen van de oude mens, het doden van het ei­gen ik, enz. zonder dit ooit in hun eigen leven te reali­seren.

Paulus had het ervaren dat de Heilige Geest een kracht was, niet zo maar een kracht maar de Goddelijke kracht, en dat de werken van het vlees (Gal. 05:19-21) alleen overwon­nen kunnen worden door de volheid van de Heilige Geest.’

“Wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd” (Gal. 05:24). Halleluja.’ De Geest van de levende God doet ons zegevieren over de werkingen van het vlees. .Alleen zo openbaren wij aan een verloren wereld dat Christus ons waarlijk vrij heeft gemaakt. Alleen zo blijven wij in het spoor, in de weg die God met elk kind van Hem persoonlijk gaat. Alleen door van dag tot dag vervuld te zijn met Zijn Geest, kan de Heer ons ten volle gebruiken voor onze grote taak: dezelfde dingen te doen die ook Jezus deed.’

De weg van de gelovige die de Heer ten volle wil die­nen voert steeds hoger op. Er is geen weg terug, en ook stilstand is achteruitgang. Daarom gaan wij voorwaarts, ziende op Jezus en op Hem alleen. Daarom gaan wij bij het brengen van de boodschap geen water bij de wijn doen, maar nemen de woorden van Paulus ter harte. “Het­geen wij bereikt hebben, in dat spoor dan ook verder’” (Filip. 03:16).

 

Opwekkingsnieuws L.G.

Wonderbare zegen op predikers dag in Utrecht.

Woensdag j.l. waren in het Jaarbeursrestaurant te Utrecht ongeveer 200 predikers, evangelisten, voor­gangers en dienende broeders van het volle evangelie bijeen. Deze dag was uitgeschreven door de broeders Van den Brink, Le Feu, Hoekendijk, Maasbach en Van der Woude als vertegenwoordigers van de bekendste stro­mingen van het volle evangelie in Nederland. De “Vereniging van Volle Evangelie Zakenlieden Neder­land ’(VEZA) bood tijdens de bijeenkomst een rijk voor­ziene koffiemaaltijd aan.

Deze dag was een nieuw bewijs dat Gods Geest mach­tig aan het werk is in Nederland.’ Nooit eerder waren zoveel predikers van de volle boodschap in één bij­eenkomst bij elkaar geweest en werd de Geest van lief­de en eenheid zo sterk ervaren als in deze samenkomst.

Na een kort welkomstwoord van de voorzitter van de VEZA, broeder Van de Dries, opende Broeder Van den Brink, hoofdredacteur van “Kracht van Omhoog” deze dag met een korte, door de Heilige Geest geleide bood­schap over (Openb. 02:01-05). Broeder Van den Brink wees er op dat de erfenis die Jezus Christus ons heeft nage­laten de doop met de Heilige Geest is om dezelfde dingen te doen die ook Hij deed. Wanneer de gelovigen vol vuur zijn, is er ook de liefde en de kracht. De twee pijlers waarop de boodschap van het volle evan­gelie rust zijn de waterloop en de geestesdoop. Sommi­gen zijn bezig deze pijlers te ondergraven, aldus broe­der Van den Brink. Evenals de gemeente van Efeze heb­ben zij hun eerste werken en hun eerste liefde verla­ten. Laat het feit dat van de gemeente van Efeze thans niets meer over is dan een paar puinhopen, voor ons een waarschuwend voorbeeld zijn. Wij moeten het essen­tiële van de volle boodschap blijven verkondigen. Als wij de waterloop en de geestesdoop verloochenen wordt de kandelaar weggenomen. Het volle evangelie is geen bood­schap voor een bepaalde elitegroep maar voor allen, zei broeder Van den Brink in zijn met grote aandacht gevolg­de toespraak.

Vervolgens sprak de 73 jarige Engelse Pinksterpionier, broeder Howard Carter. Al spoedig bleek dat wij hier te doen hadden met een man Gods met een boodschap van God. Hij werd op uitstekende wijze vertaald door br. Hans Koornstra. Broeder Carter sprak naar aanleiding van (1 Kor. 03:12-15), in het bijzonder vers 13: “Hoedanig ieders werk is, dat zal het vuur uitmaken”. Deze broe­der bracht de boodschap, in de kracht van de Heilige Geest, dat het op drie dingen aankomt in het leven van hen die arbeiden in de wijngaard des Heren: 1.Wij moe­ten een heilig leven hebben. 2. Wij moeten een leven van geloof hebben. 3. Wij moeten bereid zijn ons leven te of­feren.

Hoe ernstig waren de woorden van deze dienstknecht Gods, die ook een man vol echte humor bleek te zijn. Zoals destijds de priester op hun hoofddeksel hadden staan dat zij heilig waren, zo moet ook ons leven heilig zijn naar ziel, geest en lichaam. Spreker wees op het gevaar van bijgeloof in verschillende vormen, waardoor wij onheilig in de geest worden. Elke gedachte die ons van Christus probeert af te trokken moeten wij in gehoor­zaamheid als krijgsgevangene brengen aan Christus.

Wat het geloof betreft wees broeder Carter er op dat het zonder geloof onmogelijk is Gode te behagen. Laten de geloofshelden uit Hebreeën 11 ons grote voorbeeld zijn. Hij haalde George Muller aan als voorbeeld van werkelijk geloof, maar ook uit eigen leven vertelde hij een won­derbare ervaring, waaruit bleek dat het echte geloof pas blijkt als wij onze nood niet aan de mensen openbaar maken, maar aan God alleen. Wij mogen God beproeven en zullen ervaren, dat de beloften in Zijn Woord waar zijn!

Tenslotte vroeg broeder Carter wat wij werkelijk opge­offerd hadden voor de Heer? Onze prediking, ons zingen of wat ook is niet ons offer, maar een offer is iets doen wat wij niet willen, iets afstaan wat wij niet kwijt willen. Hij haalde (Joh. 03:16 en 1 Joh. 03:16) aan. Buiten onze gemeente moet (Joh. 03:16) openbaar worden en binnen de gemeente (1 Joh. 03:16).

Gods werk kan op een geweldige wijze voortgang vin­den als wij bereid zijn heilig te leven, de weg van ge­loof te gaan en ons leven werkelijk ten offer brengen aan de Heer, zo besloot broeder Carter, die Jezus als het grote voorbeeld stelde. Gods liefde zien wij op volmaakte wijze in het offer dat Hij bracht.

Tijdens de koffiemaaltijd werden nog twee korte ge­tuigenissen gehouden. Eerst sprak zuster Carter, de echtgenote van broeder Carter. Ook zij bleek een blij­moedig getuige van de Heer te zijn. Zuster Koornstra vertaalde haar op uitstekende wijze. Broeder Anne van der Bijl had de verheugende mededeling dat de eerste druk van dundruk-zakbijbels voor Rusland thans gereed is en dat ook het geld voor deze zeer kostbare, maar ook zo absoluut noodzakelijke uitgave, reeds aanwezig is.

De middagsamenkomst begon met een korte bidstond, waarna broeder Carter nog een korte boodschap door­gaf. Hij schetste de karakters van Judas, (door satan in de zonde getrokken), van Lazarus, (wij waren allen Lazarussen, maar Jezus maakte ons levend.’), van Martha ( zij had de liefde en bediende eerst Jezus) en van Maria, die het beste aan Jezus gaf. Als wij Jezus liefhebben zullen wij ook het beste aan Jezus geven en zullen wij de liefelijke geur van Jezus verspreiden.

Toen volgde het hoogtepunt van deze dag; de bedie­ning van het Heilig Avondmaal. Een tiental oudere broeders ging met brood en beker rond. Het was een machtig besluit van deze dag, waarbij ook vele loflie­deren werden opgezongen tot eer en glorie van Jezus.’

 

Gebedsgenezingsfilm toch op Nederlandse tv

“Het Vrije Volk” van 23 april schrijft: “Jan Vrijmans film over de gebedsgenezing komt misschien toch op de televisie. Het IKOR, Interkerkelijk Overleg Inzake Radiozaken, heeft Vrijman benaderd. Op het ogenblik zijn nog besprekingen tussen het IKOR en Vrijman gaande over een eventuele uitzending.

De VARA zou geen bezwaar hebben tegen de uitzending door het IKOR, die in dat geval op zondagmiddag tussen vijf en zeven uur zou plaatshebben. De VARA acht het IKOR meer geschikt voor een eventuele uitzending dan zich zelf.

Zoals bekend heeft de VARA kort geleden en na lang dralen besloten de film niet uit te zenden, omdat men niet de verantwoordelijkheid op zich durfde nemen. Men zei, bij de VARA dat als er ook maar één kijker beïnvloed zou worden door sommige manipulaties in de film, men dat niet op zijn gewéten wilde hebben.

Vrijmans film over de gebedsgenezing heeft ook in het buitenland belangstelling gewekt. In de afgelopen week is hij benaderd door de Bayerische Rundfunk (zie “Levend Geloof” van vorige week.-red.) en door de Britse commer­ciële televisie ITV.

Volgens Vrijman hebben vertegenwoordigers van deze televisiemaatschappijen gevraagd de film eens te mogen bekijken. ‘Ik ga binnenkort naar Engeland en Duitsland om de film te laten zien’.

Van de VARA heeft Vrijman bij de eventuele verkoop van zijn film volledige medewerking. Jan Vrijman speelt ook nog met de gedachte de film “Gebedsgenezing” te combi­neren met een tweetal andere films die hij gemaakt heeft en deze combinatie als een volledig bioscoopprogramma in de bioscoopzalen uit te brengen. ‘Er is echter op dit punt nog geen enkele beslissing gevallen’”.

 

Hemelvaartsdag

”Deze Jezus, die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkomen, als gij Hem ten hemel hebt zien varen”. (Hand. 01:11)

‘Wanneer wij als gemeente van Jezus Christus a.s. donderdag Hemelvaartsdag vieren, denken wij ongetwij­feld aan deze woorden uitgesproken door twee engelen direct nadat Jezus was opgevaren naar de hemel.

De laatste woorden die Jezus gesproken had voordat Hij wegging van deze aarde waren geweldige woorden geweest. Hij had gesproken over het ontvangen van de Heilige Geest, die Zijn discipelen nodig hadden om­dat ze geroepen werden tot getuigen ’te Jeruzalem en in geheel Judéa en Samaria en tot. het uiterste der aarde”(Hand. 01:08).

Vaak had Jezus tijdens Zijn omwandeling op aarde er over gesproken dat Hij weg zou gaan, maar dat de ge­meente nog niet zou worden weggenomen, omdat de gro­te opdracht die Jezus was begonnen uit te voeren, nog niet ten einde was.

Wij leven als gelovigen in de verwachting van Je­zus’ wederkomst. Haar deze verwachting mag niet zo zijn, dat wij redeneren en discussiëren over hoe alles zal gaan bij Christus wederkomst, wanneer Hij zal ko­men, hoe de verschillende gebeurtenissen in deze eindtijd zich zullen voltrekken, enz.

De beste verwachting van Zijn komst is arbeiden in Zijn wijngaard, te doen wat Hij deed en een levend ge­tuige te zijn. Dit heiligt ons leven en doet ons gereed zijn als Hij komt.’

De discipelen op de Olijfberg bleven niet in de lucht staan kijken, toen de engelen gesproken hadden, neen, ze gingen naar Jeruzalem, zoals hun bevolen was en toen zij vervuld waren met de Heilige Geest gingen zij uit en brachten het volle evangelie. En de Heer voegde dagelijks toe aan de gemeente en bevestigde het woord door tekenen en wonderen. Hij zal het ook nu doen, als wij uitgaan in Zijn kracht en de blijde boodschap uitdragen!

 

De naam van Jezus Nr. 6

We gaan nu lezen (Kol. 03:01-17), waarin wij zien dat wij zullen zoeken de dingen die boven zijn en niet die van deze aarde zijn, want wij zijn gestorven en hebben onze ou­de mens begraven. Wij zijn gegaan met Jezus in de dood door de doop en dan is onze opdracht geworden (nu wij dus verlost en bevrijd zijn, niet alleen van onze zonden, door het bloed van Jezus, maar van de zondaar, van ons “ik”, doordat wij met Hem mede gekruisigd zijn), dat wij zullen doden de leden die op deze aarde zijn. Dat wil zeggen, dat wij zullen afleggen alle dingen die nog leven in ons vlees en dat wij de nieuwe mens aandoen. De nieuwe mens, die geschapen is naar het Beeld van de Schepper. O, won­derbaar is dat, dat in ons leeft Jezus zelf, een nieuwe schepping in een oud omhulsel (ons vlees). Ja, onze geest is wedergeboren en onze ziel gereinigd toen wij kwamen tot Jezus onze Heer.

Vers 12-17 is een machtig stuk, wat we zin voor zin kunnen nemen voor ons zelf. Wonderbaar dat wij dit zelf alles zullen aandoen. Later komen wij hier nog eens op terug, nu gaat het hoofdzakelijk om de laatste tekst waarin staat, dat wij in het vervolg alles zullen doen in de Naam van Jezus.

Als we hier even bij stil blijven staan, dan wil dit dus zeggen, dat u gaat wandelen in de Naam van Jezus, gaat fietsen in de Naam van Jezus, inkopen doen in de raam van Jezus, preken in de Naam van Jezus, maar ook roddelen, nagels bijten, enz. enz. in de Naam van Jezus. Probeert u maar eens of u dat kunt. Als u er werkelijk bij denkt om alles te doen in Jezus’ Naam, dan zult u ‘merken dat u ophoudt met nagels te bijten, uw verkeerde gewoonten verdwijnen, omdat alles in uw leven wordt ge­confronteerd met de Naam van Jezus, en die Naam reinigt ons geheel. Halleluja!

Vers 23 laat ons zien dat wij ook ons werk zullen doen alsof wij het voor de Heer deden. Het kan best zijn dat het werk wat u doet, u helemaal niet bevalt. Dat heb ik zelf ook-wel eens gehad, maar als u zich dan afvraagt: “doe ik dit als voor de Heer? “dan zult u merken dat u alles kunt doen, zelfs de naarste baantjes gaan dan prima, omdat u het doet als voor de Heer.’

Ik wil hier een klein voorbeeld van geven. Eens op kantoor vroeg mijn chef aan mij een boodschap voor hem te doen. Het was reeds na kantoortijd en het stuk dat weggebracht moest worden, had best per post verzonden kunnen worden. Ik zag er dan ook het nut niet van in om dit nog te brengen. Bij mezelf, en ook tegen ande­ren op kantoor zei ik, dat ik het in de bus zou doen van het huis waar het naar toe moest, maar dat ik het in geen geval naar’ boven zou brengen om het af te ge­ven, dat kostte me alleen maar extra tijd en ik had haast. Er was .mij namelijk gevraagd het persoonlijk af te geven. Toen ik eenmaal op de fiets zat met het be­wuste stuk, sprak de Heer tot mij: “Als Ik je nu eens gevraagd had om het stuk boven te brengen, had je het dan gedaan?” Ik schrok van deze vraag en zei: “Ja Heer, ik zal het boven brengen en persoonlijk af geven”. Ziet u, wij zullen ons werk doen als voor de Heer. Als wij ons leven aan Hem hebben gegeven, dan wil Hij zich ook bemoeien met alles wat vrij doen. Prijst de Heer.’

 

1965.10 nr. 73

Levend Geloof 1965.10 nr. 73

Van de redactie

-De vijfde Volle Evangelie Vreugdedag ligt al weer meer dan een maand achter ons en we den­ken met grote vreugde en dankbaarheid aan deze dag te­rug’ Meer dan 6000 gelovigen (een aantal dat elke ver­wachting overtrof) gaf deze dag getuigenis van haar geloof in het Bijbelse Evangelie van Volle Verlossing door Jezus Christus. Honderden kwamen naar voren bij de uitnodigingen voor redding, bevrijding, genezing en doop met de Heilige Geest en ontvingen wat Jezus Christus hen wilde schenken. God is een goede God en Zijn werk gaat door!

-Broeder en zuster Harrie en Loes Visser arri­veerden dezer dagen vanuit Australië in Ne­derland. Ook vanaf deze plaats willen wij hen hartelijk welkom heten! Wij bidden en geloven dat de Heer hen ook in Nederland machtig zal gebruiken bij do verkon­diging van het Volle Evangelie.

Ondertussen is de brochure van broeder Visser over Johannes 15 bij ons verkrijgbaar en kunt u deze bestel­len via de coupon op blz. 20.

-In dit nummer treft u de tweede aflevering aan van de Bijbelstudie over het onderwerp “Waarom woeden de heidenen?” Er volgen nog 6 afleve­ringen. Wij zijn blij dat wij deze belangrijke artikelenserie in ons blad kunnen opnemen, zodat vele van onze lezers hun kennis van Gods Woord hierdoor kunnen ver­diepen. Deze serie is n.l. geschreven door Zr. J. Th. Kuyck in Garderen. Deze Geestvervulde zuster, die jarenlang in ’t geloof en met grote zegen een kindertehuis heeft geleid, is door God begenadigd met een diep inzicht in Gods Woord.

-Korrektie. In ons bericht over de Paard en Wagen actie in ons vorig nummer noemden wij als één der medewerkers Martin van der Molen. Dit moet zijn: Martin van der Mooren.

 

Het geheim van een overwinnend leven door Gert Jan Doornink

“Al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning, die de wereld overwonnen heeft: ons geloof”(1 Joh. 05:04)-

Wat is het geheim van een overwinnend leven? Wat is het geheim van een leven dat niet beheerst wordt door zonde en ziekte, vrees en zorg, maar staat in de overwinning en vrijheid van Christus? Waarom zijn er de eeuwen door steeds overwinnende Christenen geweest, terwijl vele anderen een loven van vallen-en-opstaan hadden? Sommigen concluderen hieruit, dat God er ten opzichte van de overwinning een soort uitverkiezing op na houdt. Hij geeft de één “genade” om te overwin­nen, terwijl de ander die niet ontvangt en daardoor een “nederlaag-christen” blijft. Is dat werkelijk zo? Wij geloven van niet. Wij geloven dat het Gods wil is dat wij als gemeente van Jezus Christus een overwinnende gemeente zullen zijn. (Openb. 03:21) zegt: “Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon”. Zoals Jezus overwon, moeten ook wij overwinnen. Wij moeten niet alleen overwinnen, maar kunnen ook overwinnen, want God vraagt nooit iets wat niet te verwezenlijken zou zijn.

De eerste Christengemeente was een overwinnende gemeente. Paulus was overwinnaar. Hij schrijft aan de Romeinen; ”Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad”(Rom. 08:37). Aan de Korintiërs: schrijft hij: “God zij ‘gedankt, die ons te allen tijde in Christus doet zegevieren” (2 Kor. 02:14). “Gode zij dank, die ons de overwinning geeft door onze Here Jezus Christus” (1 Kor. 15:57). Denk niet dat Paulus deze woorden zo maar klakkeloos neerschrijft. Integendeel. Paulus kende de harde realiteit van het loven. Hij was een volkomen volgeling van Jezus en dat betekende, las­ter, vervolging on smaad. Lees in (2 Kor. 11:23-29) eens wat hij allemaal moest meemaken. En als hij in (Rom. 08:37) die bekende woorden gebruikt: “in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars” dan vertelt hij even tevoren (Rom. 08:35) waarin “dit alles” bestaat: “Verdrukking, benauwdheid, vervolging, honger, naaktheid, gevaar, het zwaard”. Paulus liet zich niet terneerdrukken door de moeilijk­heden die op hem afkwamen. Hij was overwinnaar in iedere situatie van het leven. Niet in eigen kracht, naar door Hem die hem verlost had uit satans macht. Daarom schrijft hij in (1 Kor. 11:01): “Wordt mijn navolgers, gelijk ook ik Christus navolg”.

Jezus was de grote Overwinnaar! Toen Hij op aarde was verbrak hij de werken van satan, en toen hij na zijn drie en een halfjarige rondwandeling aan het kruis van Golgotha de volkomen verlossing teweeg bracht, bracht Hij daardoor “het oordeel tot overwinning” (Matt. 12:20). Wij zouden vanwege onze zonden veroordeeld moeten wor­den, maar Jezus droeg onze zonden en door het geloof in Hem zijn wij vrijgesproken van de eeuwige straf en zullen niet meer veroordeeld worden. Halleluja! (Heb. 02:14-15) zegt dat Hij door zijn dood hem, die de macht over de dood had, de duivel, heeft onttroond, en allen heeft bevrijd, die gedurende hun ganse leven door angst voor de dood tot slavernij gedoomd waren. Hoe wonderbaar: Je­zus is Overwinnaar en nu mogen wij met Hem overwinnaars zijn

Waarom moeten wij overwinnen?

Er zijn twee belangrijke redenen waarom wij moeten o- verwinnen. De eerste is dat vrij klaar moeten zijn voor de wederkomst van Jezus. Sommigen zeggen in onze dagen dat Jezus nog niet weer kan komen omdat de gemeente nog niet gereed is. Dit is een gevaarlijke redenering. De gehele ontwikkeling in deze eindtijd gaat immers al sneller en sneller. Het is als een sneeuwbal die van een berg komt rollen. Wij zien de zonde en de ongerech­tigheid in de wereld hand over hand, toenemen, terwijl aan de andere kant God bezig is Zijn gemeente toe te bereiden voor de komst van Zijn Zoon in de lucht. Een gemeente die een overwinnende gemeente zal zijn. Een gemeente die zal zijn: “stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zo dat zij heilig is en onbesmet” (Ef. 05:27).

Als Jezus in Matteüs 24 Zijn grote rede houdt over de gebeurtenissen van de eindtijd, legt Hij tot driemaal toe het accent op het plotselinge, het onverwachte van Zijn komst:

  1. (Matt. 24:36): “Doch van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen der hemelen niet, ook de Zoon niet, maar de Vader alleen”.
  2. (Matt. 24:42): “Waakt dan, want gij weet niet, op welke dag uw Here komt”.
  3. (Matt. 24:44)‘.”Daarom, weest ook gij bereid, want op een uur, dat gij het niet verwacht, komt de Zoon des mensen”.

“De God des vredes, heilige u geheel en al, en ge­heel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst van. onze Here Jezus Christus blijken in allen dele onberispelijk bewaard te zijn”(1 Thess. 05:23). Daarom moeten wij overwinnen!

De tweede belangrijke reden, waarom wij moeten over­winnen, is het feit dat de Heer ons ten volle moet kun­nen gebruiken als een instrument in Zijn hand. Zolang wij nog in de zonde leven, zijn vrij geen beelddragers van Christus. Hoe zal de wereld de verlossing van Christus bij ons zien, als wij nog nederlaag christenen zijn? (Rom. 08:19) zegt dat de schepping met reikhalzend verlangen wacht op het openbaar worden der zonen Gods! U bent een zoon van God! Maar merkt uw omgeving het? Bemerkt men het op uw werk? O, alleen als wij staan in de overwinning, zullen we evenals de eerste Christenge­meente, ten volle bruikbaar zijn in dienst van Jezus.’

Wat moeten wij overwinnen?

Jezus heeft gezegd: “Zie, Ik heb u macht gegeven om op slangen en schorpioenen te treden en tegen de gehe­le legermacht van de vijand; en niets zal u enig kwaad doen”(Matt. 10:19). Maken vrij gebruik van de macht die Jezus ons gaf of laten wij rustig toe dat de duivel ons leven en dat van anderen ruïneert? Geeft de duivel geen voet”(Ef. 04:27) zegt Gods Woord, “maar biedt weer­stand aan de duivel en hij zal van u vlieden”(Jak. 04:07).

Ook “het vlees” zullen wij moeten overwinnen. Andrew Murray zegt in één van zijn boeken dat ons “ik” met Christus gekruisigd en dood is, maar dat ons vlees . weliswaar ook met Christus gekruisigd is, maar nog niet dood is. Zolang wij hier nog in dit vergankelijke li­chaam zijn zal het steeds weer opnieuw proberen van het kruis af te komen. Maar laten wij het vlees geen kans geven en steeds weer opnieuw voor gekruisigd houden. Als wij echter van ons zelf uit tegen het vlees strijden voe­ren wij een hopeloze strijd en zullen steeds weer de ne­derlaag lijden. Hoe overwinnen wij het vlees? Alleen door de Heilige Geest de volle heerschappij in ons leven te geven. Paulus zegt: “Wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees”(Gal. 05:16).

Dan zijn wij ook nog geroepen om “de wereld” te over­winnen. De wereld waarin wij ons dagelijks bevinden, en waarvan de duivel de overste is. Als Christenen zijn wij echter wel in deze wereld maar niet van deze wereld. Wij mogen er zeker van zijn dat Hij, die in ons is, meerder is, dan die in de wereld is (1 Joh. 04:04). En “al wat uit God geboren is, overwint de wereld (1 Joh. 05:04).

Hoe kunnen wij overwinnen?

“Dit is de overwinning, die de wereld overwonnen heeft: ons geloof”(1 Joh. 05:04). De sleutel tot overwin­ning is geloof. Geloof in de levende God en Zijn Woord. Geloof in Jezus Christus het vleesgeworden Woord van God.      

Wat is geloof? (Heb. 01:01) zegt dat geloof de zekerheid der dingen is, die men hoopt, en het bewijs der dingen die men niet ziet. Geloof gaat dus tegen ons verstand en onze zintuigen in.

Nu is geloof een gave van God en zegt de Bijbel dat vrij allen een mate van geloof hebben ontvangen. Dit ge­loof moet echter groeien, het moet levend zijn, want geloof zonder werken is dood (Jak. 02:26).

Hoe stimuleren wij nu dit van God ontvangen geloof. In de eerste plaats door het gebed. Wij zullen een da­gelijks overgegeven gebedsleven moeten kennen. Bidden uit sleur of traditie heeft voor God geen waarde. Wij moeten God met een oprecht hart bidden om meer geloof, en Hij gaat het ons geven.

De tweede stimulans voor ons geloof is Gods Woord. Ook Gods Woord zullen wij dagelijks biddend moeten le­zen. Ons geloof moet gefundeerd zijn in Gods Woord. Ge­loof dat gefundeerd is op een andere basis (onze ge­dachten, vrat broeders of zusters zeggen, enz.) stelt steeds weer opnieuw teleur. Gods Woord en de beloften daarin verankerd is de enigste basis van ons geloof. Als wij een volhardend geloof hebben in Gods Woord bij iedere situatie waarin het loven ons plaatst, zullen wij ervaren dat wij altijd overwinnaars zijn, want God is een Waarmaker van Zijn Woord.

Ten derde zal ons geloof groeien door de vervulling met de Heilige Geest. Geloof is zowel een vrucht als een gave van de Heilige Geest. Daarom is het absoluut noodzakelijk als kind van God vervuld te zijn met de Heilige Geest. Door veel te bidden in tongen bouwen wij ons geloof op. Doet u het?

Tenslotte zal ons geloof sterk zijn en groeien als wij bij dit alles ons oog alleen gericht houden op Jezus “de leidsman en voleinder des geloofs”(Heb. 12:02).

Dit is de overwinning, die de wereld overwonnen heeft: ons geloof. Dit is het geheim van een overwin­nend leven: Ons rotsvaste, volhardende geloof in Hem. Jezus is Overwinnaar. Hij heeft alle macht in hemel en op aarde. In Hem woont al de volheid der godheid li­chamelijk. En die Jezus woont in ons. Hoe meer wij dit gaan beseffen en beleven, hoe meer wij in de overwin­ning komen. En dit is de wil van God!

“Ik heb de wereld overwonnen” (Joh. 16:33) zei Jezus en ook wij mogen met Hem overwinnaars zijn. Daarom; Twij­fel niet, aarzel niet, vrees niet, maar treedt toe tot de overwinnende gemeente van Jezus Christus.

Misschien bent u reeds lang lid van de gemeente, maar bent u een passief en non-actief lid. Er is ech­ter geen tijd meer te verliezen. Jezus komt spoedig weer. Hij wil nog eenmaal een groot werk doen en ook u daarvoor gebruiken. Door het geloof kunt ook u over­winnaar zijn. U zult voor velen ten zegen zijn en de Naam van Jezus zal in uw leven op een machtige wijze verheerlijkt worden!

 

Succes

Succes is in de wereld een begrip dat velen willen realiseren. In de Bijbel komen wij dit woord niet tegen, als wij desondanks toch schrijven dat een kind van God succes moet hebben, dan bedoelen vrij daarmee dat hij ten volle gebruikt moet kunnen worden als instrument in Gods hand.

Er zijn kinderen Gods die het aan te zien is dat zij succes hebben. Zij hebben misschien veel strijd in hun leven, maar bovenal veel overwinning. Zij kunnen met Paulus zeggen dat zij met Jezus meer dan overwinnaars zijn.

Anderen daarentegen wil het maar niet vlotten. Al­les schijnt tegen. Zij hebben altijd pech. Zij lopen ge­bukt en zorgen kwellen hun leven.

Heeft God het met een deel van Zijn kinderen beter voor dan met de anderen? Wij vinden hiervoor geen grond in de Bijbel. Jezus kwam om leven en overvloed te bren­gen voor ieder die gelooft.

Hebt u geen “succes”? Zoek dan de oorzaak niet bij God, maar bij uzelf. Lees Gods Woord, ga bidden (ook in tongen!), heb een levend, werkzaam geloof. De Heer geeft u voldoende “attributen” in handen om een suc­cesvol Christen te worden!

Uit een kind van God dat succes heeft, straalt de heerlijkheid Gods’ Hij is evenals Christus “de afstra­ling Zijner Heerlijkheid en de afdruk van Zijn Wezen” (Heb. 01:03). Bent u één van hen? De Heer vraagt het!

 

Volkomen verlossing door Kl. Van Twillert

(Ps. 036:006-010)

Here, hemelhoog is Uw goedertierenheid – Niet te doorgronden is Zijn liefde. Elke gedachte daaraan be­steed is betrekkelijk. Geen beeld zo schoon of het is gebrekkig. Hemelhoog zijn Zijne barmhartigheden. Zijn liefde heeft Hij ten toon gesteld door het schenken van Zijn Zoon on aarde. Zegenend werkt Hij door om wel te doen aan rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Als elke zegening een steen aanbrengt, dan bouwen we daarmee een toren die tot aan de hemel reikt. Onze wandel krij­gen we dan in de onzienlijke wereld. Ja, we klimmen de wolken voorbij. God is goed. Genade voor een ieder. Hij s uit niemand uit. Allen die verloren gaan, gaan vrij­en moedwillig de eeuwige duisternis in. Zondigen tegen deze grote barmhartigheid, betekent geen ontkoming aan de straf, het verderf, de ondergang.

Uw trouw reikt tot in de wolken

Zo hoog dat we er onmogelijk bij kunnen. Ons verstand kan het niet vatten. De allerellendigsten vinden heil bij Hem. Hij verbreekt Zijn woord niet. Nooit kunnen we beschaamd uitkomen bij Hem. Bent u in de beproeving? Gaan er donkere wolken over u heen? Zijn trouw reikt tot aan de Wolken. De Here is met u. Hij zal u niet begeven, noch verlaten. Hoe fel satan ook zijn verwoestend werk verricht, de Here is nabij allen die hun hoop op Hem hebben gevestigd.

Uw gerechtigheid is als de bergen Gods

Zo vast als de bergen zo vast is Zijn recht. Hij moest de zonde straffen. Hij heeft dit gedaan in Jezus Zijn Zoon. Allen die in Hem geloven, in Zijn voetstappen gaan, zullen niet meer veroordeeld worden. Zij die Jezus niet erken­nen als hun Zaligmaker, zullen weten dat Zijn recht­vaardig oordeel zo vast zal zijn als de bergen. Zij zullen het loon der zonde moeten dragen.

Uw gericht is als een geweldige watervloed

(Ps. 042:008b):”Al Uw golven en baren slaan over Mij (Jezus) heen”. Het gericht Golgotha verkondigt ons de zwaarte der zon­de. God zal ook gericht oefenen over alle goddeloosheid, over allen die niet voor Koning Jezus willen buigen. “Want zie, de dag komt, brandend als een oven. Dan zullen alle overmoedigen en allen die goddeloosheid bedrijven, zijn als een stoppel, en de dag’ die komt, zal hen in brand steken – zegt de Here der Heerscharen – welke hun wortel noch tak zal overlaten’. (Mal. 04:01).

Het gericht bepaalt ons ook bij de totale verlossing door Jezus. Het openbaar komen van de zonen Gods.

Mens en dier verlost Gij

God heeft verlossing aan­gebracht in Christus. Hij is ons gegeven tot volkomen verlossing. Van al onze vijanden kunnen wij op aarde ver­lost worden. Zonder vrees, zonder veroordeling kunnen we leven voor God, in waarheid, heiligheid en rechtvaardig­heid, al de dagen van ons leven. Weinigen bedenken deze waardevolle verlossing en nog minder de beleving daar­van. De gemeente van Jezus Christus zal in deze eindtijd toch moeten gaan beleven wat zij in Jezus heeft ontvan­gen. Geen zonde-problemen meer maar rechtvaardigheids- oefeningen in de gerechtigheid van Christus. Een staan in de gerechtigheid van Hem, onverschrokken voor elke macht van satan. Onaantastbaar in de kracht van het bloed. Dan zal de gemeente kleur en geur krijgen. Men vecht dan niet meer om eigen bestaan, doch het leven van Jezus wordt dan openbaar. Door dit alles komt God klaar met Zijn plan over mens en dier. Alles ligt nog onder de vloek wat we op aarde aantreffen. Alles zucht, heel de schep­ping als in barensnood zijnde. Wij kunnen dit alles ver­haasten on volvoeren, door te gaan leven uit Zijn vol­heid. (Rom. 08:18-24) leert ons wat een verlangen er is in de schepping Gods omtrent het openbaar komen van de zo­nen Gods.

Hoe kostelijk is uwe goedertierenheid, o God

Kost­baar.’ Meer dan goud en zilver. De mens echter grijpt eer­der naar het stof der aarde dan naar het goud des ge­loof s. Arme mens, die God niet kent! Arm kind van God dat als een bedelaar leeft! We kunnen in Christus eten en drinken tot verzadiging. Vrolijk kunnen wij Hem die­nen. Onbezorgd kunnen we onder Zijn hoede verkeren. Wat een genade.’

Daarom schuilen de mensenkinderen in de schaduw Uwer vleugelen

Zij die het geheim hebben leren kennen van met God te zijn, nemen hun toevlucht niet tot men­sen. Hun vertrouwen is de Here. Zij bouwen op Hem. Zij leven door genade. De wereld heeft haar kracht op haar verloren. De begeerlijkheden van deze aarde zijn ergens waardeloos geworden. Zij leven op hoger niveau, de we­reld is onder hun voeten weggeëbd.

Zij laven zich aan het vette van Uw huis

Het is goed om bij de Heer te zijn. Zijn schatkamers zijn vol kostbare spijzen. Tot dronken toe worden, kunnen wij ge­nieten van het hemelse. Wat dom zijn toch de mensen die de aardse dingen zoeken! Wat dwaas toch dat menig Christen spreekt van een kruimel en druppeltje. Weten zij dan niet dat er overvloed is bij God? Geloven zij dan het woord van Jezus niet? Zijn ze dan blind voor Zijn volheid? Kom, eet en laat de duivel het weten dat hij zijn kracht op ons verloren heeft. Jezus leeft! Jezus is Overwinnaar! Wij met Hem. Halleluja.

Gij drenkt hen uit de stroom van Uw liefelijkheden

Geen druppeltje, geen beekje, maar stromen van levend water zuilen uit ons komen als we God nemen op Zijn ‘Woord en wandelen in de Geest. U moet geen stromen van levend water verwachten, als u de zonde vasthoudt in uw leven, als ge uw ongerechtigheden niet wilt prijs­geven. God doet Zijn hand niet voor Zijn ogen. Hij duldt geen enkele zonde. Laat dan de zonde los! Wil de minste zijn! Stromen van genade zullen uw deel zijn.

Want bij U is de bron des levens

Niet in uzelf. In Jezus is al het heil te vinden. Door het geloof in Hem ontvangt u alles, wordt u dronken van Zijn liefde. Bent u dronken, dan hebt u uzelf vergeten, zeer belangrijk in het geestelijk leven.

In Uw licht zien wij het licht

Wandelen met de Heer in het licht van Jezus. Ik maak me niet meer druk om geboden en verboden(lasten) de mensen op te leg­gen. Ik roep de mensen op om te wandelen in het licht met Jezus. Het licht openbaart de duisternis, het licht kan onmogelijk de duisternis verdragen. Hallelu­ja! Dat is de wet des geestes en des levens in Jezus Christus die me werkelijk vrij maakt.

God is goed. Wat wilt u? Leven hebben, echt genie­ten? Geloven alleen. Los komen van de zonde. Leven in de gerechtigheid van Christus.. Alles zal dan licht en leven zijn. Glorie voor Jezus.

 

Wil God” alle zieken genezen? Door Gert Jan Doornink

De vraag of God alle zieken wil genezen is een be­langrijke en actuele vraag, temeer daar wij heden ten da­ge zien dat in de gemeente van Christus niet alle zie­ken genezen worden.

Sommigen concluderen daaruit dat de genezing een te­ken is dat God zo nu en dan eens geeft, maar dat het Zijn wil niet is, dat allen genezen worden. Wij geloven dat dit een zeer gevaarlijke redenering is.

Nu is het van geen belang hoe u of ik over de genezing van zieken denken, maar wel wat Gods Woord er van zegt. Gods Woord is steeds doorslaggevend!

Laten wij eerst eens zien wat God zegt over de redding van de ziel. De Bijbel laat ons over dit onderwerp niet in het onzekere. God heeft Zijn wil duidelijk geopenbaard in Zijn Woord. Hij wil dat alle zondaren gered worden. “De genade Gods is verschenen, heilbrengend voor alle mensen” (Titus 02:11). De Bijbel zegt dat God niet wil dat sommigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen. Nu heeft ieder mens een vrije wil van God ontvangen. Hij kan Christus aannemen of verwerpen. Daarom is het zo belangrijk dat onze wil in overeenstemming is met Zijn wil, want: “Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem” (Joh. 03:36) .

God laat ons dus ten aanzien van de redding niet in het onzekere. Hetzelfde geldt ten aanzien van de gene­zing. In feite heeft redding en genezing dezelfde be­tekenis. In de grondtekst van de Bijbel wordt het woord “sozo” genoemd wat redding, heling, genezing, bevrijding betekent.

Zoals Christus alle zonden wil vergeven, wil Hij ook alle zieken genezen. Hij is een volkomen Verlosser! Hal­leluja! Door de striemen van Jezus is ons genezing ge­worden! Jezus nam niet een deel der ziekten op zich, maar alle ziekten. Hij wil niet een bepaald aantal zie­ke mensen genezen, maar alle zieken.

Hoe komt het dan dat niet alle mensen genezen wor­den? ‘ Dit heeft verschillende oorzaken, waarvan wij er enkele willen noemen.

Onwetendheid. (Rom.10:14-17) zegt: ”Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in wie zij niet geloofd hebben? Hoe geloven in Hem, van wie zij niet gehoord hebben? Hoe horen zonder prediker? Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus”. De onbekendheid met het feit dat Jezus de Heelmeester is, is één van de belangrijkste oorzaken dat velen in de gemeente van Jezus Christus ziek zijn. Vele predikers brengen niet de volle waarheid.

Om te geloven dat Jezus geneest, moeten wij weten dat Hij genezen ‘wil. Eeuwenlang is de satan er in ge­slaagd deze belangrijke waarheid onder de dekmantel te houden. Predikers, ook bekende opwekkingspredikers uit het verleden, zwegen er over. Maar in onze dagen opent Gods Geest de ogen van velen voor dit wonderbare, heilsfeit.

Ongeloof. In de gemeente van Christus worden ve­len niet genezen door ongeloof. Er zijn zieken die we­ten dat Gods Woord zeer duidelijk zegt dat ziekte over­wonnen is aan het kruis van Golgotha, maar zelf durven ze er geen aanspraak op te maken. Zij zeggen: “Ik ge­loof in mijn genezing”, maar het feit dat zij ziek blij­ven is een bewijs dat zij niet geloven. Dit klinkt scherp, maar is toch in heel veel gevallen de waar­heid. Natuurlijk mogen we de zieken geen verwijten ma­ken van ongeloof, dit getuigt van liefdeloosheid. Laten we liever positief de zieken wijzen op de heerlijke beloften van God inzake genezing. En laten we als we met zieken bidden en hen de handen opleggen ons steeds laten leiden door Gods Geest. In zeer veel gevallen zal Gods Geest ons openbaren waarom een zieke niet geneest. Soms moeten we dat de zieke meedelen, soms niet. Nog­maals, luister aandachtig naar wat Gods Geest u open­baart en handel dienovereenkomstig.

Voor de zieke geldt: Geloof! Geloof’ Geen passief geloof, maar actief geloof. Geloof dat bewezen wordt door de werken, “want gelijk het lichaam zonder Geest dood is, zo is ook het geloof zonder werken dood”(Jak. 02:26). Kunt u zelf niet voldoende geloof op­brengen, laat dan Geest vervulde broeders of zus­ters roepen om u de handen te laten opleggen en de ziektemachten te bestraffen in de Naam van Jezus. Even­tueel onder zalving met olie (Jak. 05:14-16). In alle gevallen is van kracht, dat God nooit werkt volgens een bepaald sjabloon, ’t voornaamste is de zekerheid dat daar waar geloof gevonden wordt genezing volgt!

Geen bereidheid tot volkomen toewijding aan de Heer kan de oorzaak zijn, dat de genezing weg­blijft. De Bijbel zegt dat de mens aanziet wat voor ogen is, maar dat de Here het hart aanziet. Soms wil men de genezing van Christus wel accepteren, maar is men niet bereid de prijs te betalen. En deze prijs is: volkomen overgave. De Heer wil ons helemaal: lichaam, ziel en geest.

Als men niet bereid is de wetten van Gods Koninkrijk te gehoorzamen, zal de genezing uitblijven. Daarom moet men nooit bij het bidden om genezing in onrust of in een kramptoestand komen, maar zichzelf onderzoeken. Paulus schrijft: “Stelt uzelf op de proef, of gij wel in het geloof zijt, onderzoekt uzelf…..”(2 Kor. 13:05). En Je­zus heeft gezegd: “Zoekt eerst Gods Koninkrijk!”. Al het andere, ook de genezing, komt dan vanzelf.

Gaat uw hart geheel uit naar Jezus? Hij wil met Zijn ganse volheid in ons woning maken. Hij wil ons heiligen naar lichaam, ziel en geest. Hij wil dat wij gehoorzame getuigen zijn en het de mensen vertellen, dat Hij giste­ren en heden dezelfde is.’ Hij wil allen genezen die door de duivel overweldigd zijn! (Hand. 10:38). God is een goede God.

 

Waarom woeden de heidenen (11) door J. Th. Kuyck

De vorige keer heb ik al gezegd: Jezus Christus kwam met een doel op aarde en Hij geloofde in dat doel en gaf er Zich, helemaal voor, ja Hij ging er zelfs de dood voor in. Nu vraagt Hij ons of wij alsjeblieft ook in dat doel willen geloven, of we alsjeblieft eens eindelijk ook enthousiast willen worden voor zijn plan. We kunnen onmogelijk zeggen dat wij dat plan niet kennen. Het is aan Adam al medegedeeld, vervul de aarde en onderwerp haar en heers over al het gedierte. De eerste onderkoning was gevallen en de aarde was woest en ledig geworden. God gaf aan die aarde een tweede onderkoning, de mens. Ons tot koningen over deze aarde te maken om over alles te heersen, Dat was Gods doel, en dat is het nog. Altijd. Als we lezen hoe Adam begon met alle dieren namen te geven, krijg je wel het gevoel alsof hij in het begin wel warm is gelopen voor zijn toekomstige bestemming. Het was het plan van God, maar het was zeker niet het plan van de satan. Hij satan zou niet rusten voordat hij God getroffen had in zijn grote liefde, de mens. Hij begreep wel dat hij dit niet over Adam zou kunnen bereiken, die had het te druk met zijn werkzaamheden en satan ging naar de vrouw. Adam heeft zich niet laten verleiden, maar de vrouw is door de verleiding in overtreding gevallen.

De vrouw is eens gaan eten van die boom, eens gaan luisteren en ze heeft Adam meegenomen naar die mooie lezing van die nieuwe vereniging met zo’n goede spre­ker. Want een goede spreker is satan.

Weet u nog wel, toen daar een nieuweling op het werk gekomen was, nog een jong iemand met weinig le­venswijsheid en zo in de schafttijd kon u nog wel eens een woord aan hem kwijt. Hij luisterde wel en dankte de Heer er al voor, dat Hij deze jonge man op uw weg ge­bracht had.

Toen kwam er zo’n extra goede prediker, die het woord der verlossing zo krachtig bracht en u dacht aan uw jonge vriend, dat moest hij eens horen, maar toen u het hem voorstelde met u mee te gaan, had hij juist met zijn vrouw’ afgesproken met haar mee naar een lezing te gaan, waar zij zo graag heen wilde en die machtig inte­ressant moest zijn. “Het speet hem wel, het was jammer maar….”maar het speet satan niet, die vond het niet jammer, hij die zijn gevangenen niet naar huis laat ke­ren (Jes. 14:17) zal die jonge vriend van u heus niet zo makkelijk los laten.

Is dit niet zo’n doodgewone geschiedenis ook in on­ze tijd, de meesten van ons hebben wel eens zo iets meegemaakt. O, satan kan zo mooi praten en wat hij u aanbiedt is allemaal even aanlokkelijk. “En de vrouw zag, dat de boom goed was om van te eten, en dat hij een lust was voor de ogen, ja dat de boom goed was om daardoor verstandig te worden”.

Het zijn nog altijd dezelfde vruchten, die satan ons aanbiedt en nog altijd trapt de mens er in. Goed om van te eten, daar heb je veel aan als je geboren wordt in een streek waar doorlopend hongersnood is. Een lust voor de ogen, heerlijk als je opgroeit in de achter­buurt van een grote stad waar misdaad en onzedelijkheid hoogtij vieren, waar stoffelijk en geestelijk alles even smerig is. En goed om daardoor verstandig te worden, daar genieten we allemaal van- door dat verstand werd de atoombom uitgevonden en zijn ze nu al een heel eind op weg bij de uitvinding van de Laser straal, de doden­de straal, die de maan rood zal kleuren, zo iets staat er in de krant, maar het staat ook in (Joël 02:31 en in Openbaring 06:12).     

Zoveel eeuwen na Adam schrijft Johannes in (1 Joh. 02:16-17): “want al wat in de wereld is: de begeerte des vlezes, de begeerte der ogen en een hovaardig leven is niet uit de Vader, maar uit de wereld. En de wereld gaat voorbij en haar begeren”, maar, staat er zo troostvol achter, “wie de wil van God doet, blijft in eeuwigheid”.

Het is zeker niet de wil van God, dat wij gedurende ons ganse leven door angst voor de dood tot slavernij gedoemd zijn (Heb. 02:15), dat de angst voor onze eigen uitvindingen ons als een schrikbeeld achtervolgen zal. Het is de wil van God dat wij naar de Zoon zullen gaan, om van de boom des levens te eten. “Want dit is de wil mijns Vaders, dat een ieder, die de Zoon aan­schouwt en in Hem gelooft, eeuwig leven hebbe”, onze bevrijding uit die altijd durende angst, daartoe kwam Gods Zoon op aarde.

Maar Adam ging niet naar de boom des levens, hij ging met zijn vrouw mee, naar die boom van satan, waarvan de vruchten zo lekker waren om te eten en de ge­volgen van dat eten zo verschrikkelijk voor het hele nageslacht. Door die ene daad kreeg satan macht over ons en werd ons denken beheerst door een wijsheid die voor God dwaasheid is (1 Kor. 03:19) omdat de wereld juist door die wijsheid God niet heeft gekend (1 Kor. 01:21). Door die ene daad werd satan in onze plaats over­ste over deze wereld en wij zijn slaaf en om ons uit die klauwen vrij te kopen was het kruis van Golgotha nodig.

Het was een hoge prijs, maar in (Heb. 12:02) staat dat onze overste Leidsman en Voleinder des geloofs Jezus voor de vreugde die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen en de schande veracht heeft. Die vreugde was het bereiken van het doel, het voleindigen van dat geloof dat u en mij verlost uit de slavernij en ons tot koningen en priesters maakt, dat was het doel van Zijn komen op aarde. Koning zijn ons doel? Ook uw doel? Adam had de heerschappij, het koningschap niet hoeven overgeven aan satan, hij pleegde hoogverraad . toen hij de aarde overleverde aan Gods grootste vijand. Toen hij zag wat hij gedaan had schaamde hij zich voor God, zag Hij zichzelf naakt voor Gods aangezicht en dan doet hij een dwaasheid waaronder de hele mensheid nu nog gebukt gaat, want zoals door één mens de zonde is binnengekomen in de wereld en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen door gegaan, omdat allen gezondigd hebben (Rom. 05:12).

Wij weten dat wel en we zeggen het wel eens: “we zijn allemaal zondaars”, maar omdat dat zo’n weinig opbouwend onderwerp is, zo noemen we dat immers, praten we dan maar gauw over iets anders verder. En als dat woord zonde maar niet weg wil uit onze gedachten, dan doen we hetzelfde wat Adam deed.

“Toen werden hun beider ogen geopend en zij bemerkten dat zij naakt waren; zij hechtten vijgenbladeren aaneen en maakten zich schorten”,

Ze merkten dat hun denken bezoedeld was door het e- ten van die vruchten van de boom van satan, en omdat ze zich daarvoor schamen gaan ze naar een andere boom, maar ook weer een boom gevoed door de wijsheid, door de geest van deze wereld en bedekken hun verkeerde denken met andere woorden, altijd weer woorden, maar alleen geen woorden van God.

Kent u die gedachte niet: “nu goed hierin heb ik dan verkeerd gehandeld, maar iedereen zal toch moeten , dat ik.., enz. enz.”? Er zijn zoveel woorden zoals: “ik wist het niet” of: “ik had geen tijd”, vult u het zelf maar aan. Dit is zo’n gewoon huiselijk voorbeeldje, maar is het in het groot niet precies hetzelfde. Is er één ge­leerde aan wie het gelukt is op deze wereld vrede te brengen of haar te bewaren voor honger en ziekte?

Ze trachten altijd ‘weer, alle eeuwen door de oorlog te bestrijden door nieuwe wapenen uit te vinden, tot ze er nu eindelijk één hebben uitgevonden waarmee ze onze hele wereld vernietigen kunnen.

Ze vinden nieuwe middelen uit om de mensheid voor hongersnood te bewaren, ze vinden middelen uit om voed­sel neer te werpen daar waar gebrek is. En een eindje verder schuift onze eigen aarde grote rotsblokken over de met zoveel zorg bewerkte stukjes vruchtbare grond en het is nog geen enkele geleerde gelukt aardbevingen en vuurspuwende bergen of waters noden tegen te houden.

Als wij in Nederland alle dijken hoog en sterk genoeg hersteld hebben, nu dan is er in China of India wel een rivier die buiten de oevers kan treden. Satan heeft geen moeite met afstanden en geen medelijden met mensen.

En ziekte? Het Softenon proces ligt ons allemaal nog wel in het geheugen. De geleerden hadden een mid­del uitgevonden om het aanstaande moedertje lekker te laten slapen, zonder die ellendige, zenuwslopende on­rust van deze tijd.

Maar ze hebben nog geen geneesmiddel uitgevonden tegen de pijn in het eigen hart, als ons kindje geen armen heeft en misschien vol liefde verzorgd zal worden, maar toch nooit “gewoon” zal zijn.

We hebben het denken van satan bedekt met ander denken, maar weer denken van satan, om tot de ontdek­king te komen, dat het een het ander niet dekt.

Als Adam dat ziet grijpt hij, over alle smart over Gods rechtvaardige straf heen, naar Gods beloften. En de mens noemde zijn vrouw Eva omdat ze de moeder van alle levenden is geworden. God sprak over dood, maar Adam geloofde in leven.

God antwoordt altijd op geloof. En de Here God maak­te voor de mens en voor zijn vrouw klederen van vellen en bekleedde hen daarmee.

Geen vijgenbladeren al lijken ze nog zo mooi en nog zo geleerd kunnen onze naaktheid bedekken, maar God Zelf bedekte de mens met de belofte van de reinigende kracht van het bloed van het Lam Gods.

Het was Gods plan om ons vrij te kopen met het bloed van Zijn Zoon, om ons te maken tot koningen en pries­ters, waartoe Hij ons ook geschapen had, en ons te be­dekken met de heerlijkheid van Jezus Christus.

En Hij zal Zijn doel bereiken ook! (wordt vervolgd)