1968.03 nr. 98

Levend Geloof 1968.03 nr. 98

Bij de voorplaat door Having M. Hopma

“Toen ontroerde de koning; hij ging naar het boven vertrek van de poort en weende’. ‘En ter­wijl hij heen en weer liep, sprak hij; Mijn zoon Absalom, mijn zoon Absalom.’ Och, dat ik in uw plaats gestorven ware, Absalom, mijn zoon, mijn zoon!” (2 Sam. 18:33).

Een grote koning – een beminde prins, beiden in een door God gezegend land met een internationale reputatie die respect afdwingt. Zulke landen zijn zeldzaamheden en niet meer te vinden in deze eindtijd. Maar als de prins in dat land jaloers wordt op zijn succesvolle vader en zelf ook die macht begeert, gebeuren er kwalijke dingen. Het koninkrijk wordt in een burgeroorlog gedompeld die zijn hoge plaats dreigt weg te nemen.

Maar een waarachtig koning is geen koning als hij zijn nabuurlanden aan zijn voeten dwingt, als hij een ono­vertroffen strateeg is in het beheer van de staatsfi­nanciën, maar als de Geest van de Koning der koningen in hem tranen te voorschijn roept om die in afzondering te plengen wanneer zijn generaal die meest ontrouwe prins-zoon weet te doden, hoewel ook de vrede in het land daarmee hersteld is. Meer dan dat nog – hij wenst dat niet hij, de koning, de wettelijke vorst, zijn troon in de herstelde orde kon beklimmen, maar dat zijn macht-ondermijnende zoon zijn plaats zou innemen, want dat houdt het eigenlijk in; och, dat ik in uw plaats gestorven mocht zijn.’

Vele eeuwen later gaat deze wens, bij de grootste na­zaat van koning David in vervulling in Jezus, de Koning der Joden… Bij Hem was het niet; Ach, dat Ik voor u ge­storven mocht zijn! maar Hij is gestorven om vele opstan­dige zonen tot opstandelingen te maken en tot heerlijk­heid te brengen (Heb. 02:10). Dit was alleen maar moge­lijk omdat Zijn “Koninkrijk niet van deze wereld” was.

Een vader of moeder wil voor hun kind sterven, een soldaat voor zijn land, een opofferende verpleegster voor een kolonie met besmettelijke zieken, die haar leven kunnen eisen, hoe edel en tijdelijk nodig dit ook is, het koninkrijk dat eeuwig is, is gevestigd na “Het is volbracht en is dat sterven voor ons eeuwig gewin. Gedekt onder dat bloed zien we uit naar Hem, die- dat voor ons over had en binnenkort weerkomt’ om op Davids troon de volkeren persoonlijk te leren dat Hij, uitsluitend Hij degene is die de Weg en de Waarheid is tot de vrede, die alle verstand en menselijke pogingen te boven gaat. Maranatha.’

 

Van de redactie

Eindtijdgeneurtenissen: Enkele jaren geleden besteden wij in de rubriek “Nieuws met en zonder commentaar veel aandacht aan allerlei gebeurtenissen van deze eindtijd in het licht van de Bijbel. De laatste tijd is deze rubriek wat op de achtergrond geraakt, tengevolge van de uitbreiding van het aantal artikelen over het persoonlijk en gemeentelijk geloofsleven. Ook in de toekomst zullen deze artikelen een belangrijke plaats in “Levend Geloof” blijven innemen. Redacteur en mede­werkers hopen steeds over alle facetten van de volle- evangelie-boodschap te schrijven onder leiding van de Heilige Geest. Daarnaast zullen wij echter in verschil­lende rubrieken aan vele gebeurtenissen van deze eind­tijd meer aandacht besteden dan tot dusver. Eén van de­ze rubrieken start in dit nummer onder de titel “Gods profetie voor onze eindtijd” en wordt verzorgd door onze medewerker br. H. M. Hopma. Het bevat artikelen uit het Amerikaanse blad “The Plain Truth”. Dit in ‘kleuren uitgevoerde blad van 52 blz. wordt iedere maand gratis verspreid en heeft een oplage van meer dan 1 miljoen exemplaren met Engelse, Franse en Duit­se edities. Het behandelt de eindtijdgebeurtenissen in het licht van de Bijbel. Uiteraard behoeft men het niet in alle dingen met het geschrevene eens te zijn. Wij geloven dat het echter van groot belang is dat wij meer gaan letten op alle “tekenen der tijden” ” waarvan Jezus sprak. Het is enkele minuten voor twaalf op de wereldklok!

Corrie ten Boom: De directeur van “Trans World Radio – Nederland , dé heer Joh, v.d. Steen, verleende ons toestemming tot publikatie van een drietal radiotoespraken
door de bekende wereldevangeliste Corrie ten Boom over het onderwerp: “Overwinning over demonen”. Elders in dit nummer vestigen wij de aandacht op de evangelisat
ie uitzendingen in het Nederlands van “Trans World Radio”.

Zendingsdag – Nog enkele dagen scheiden ons van de grote Volle Evangelie Zendingsdag in de Expohal te Hilversum. Nogmaals wekken wij al onze lezers op deze dag mee te maken. Kom zelf en, breng anderen mee!

 

De gezindheid van Christus door Gert Jan Doornink

“Laten wij dan allen, die volmaakt zijn, aldus gezind zijn. En indien gij op enig ander punt anders gezind zijt, God zal u ook dat openbaren; maar hetgeen wij be­reikt hebben, in dat spoor dan ook verder”(Filip. 05:15-16).

Volmaakt in Christus

Een kind van God is volmaakt in Christus. Welk een won­derbare zekerheid is dat’ Zodra wij Christus hebben aange­nomen als onze Verlosser en Zaligmaker zijn we volmaakt ge­worden in Hem. Waarom? Omdat een volmaakte Christus in ons woont. Een Christus die onze zonde en ziekte droeg, die liefde is, die de dood voor ons in ging. Een Christus die rust en kracht geeft en op wie wij onze zorg kunnen werpen. Een Christus die gezegd heeft: Ik ben de Opstanding en het Leven en die de satan overwon. Halleluja.’

Deze volmaakte Christus woont in ons en wordt, naarmate wij Hem in gehoorzaamheid volgen, openbaar in ons leven. Dit is de wil van God: Dat de gezindheid van Christus in en door ons leven tot uiting komt.

Hoe was het met deze gezindheid van Christus in het le­ven van Paulus gesteld? Werd het werkelijk openbaar wat hij aan de Galaten schrijft: “Niet ik, maar Christus leeft in mij”? (Gal. 02:20)

Als wij Filippenzen 5 lezen wordt ons al spoedig duidelijk dat Paulus slechts één verlangen kende: De gezindheid van Christus openbaar te maken. Daar strekte hij zich naar uit. Daar leefde hij voor. Daarom was hij in alle dingen ge­hoorzaam.

Paulus vertelt in Filippenzen 5 wie hij was en hoe hij gezind was, hij was een echte Jood, wettisch in elk opzicht. Hij was, zoals alle mannelijke Joden, besneden op de achtste dag. Hij was naar de wet een Farizeeër (Filip. 05:05), ja zelfs een fanatieke Farizeeër (Filip. 05:06) en naar de gerechtigheid der wet onberispelijk. Paulus had, zoals hij zelf zegt, alle reden om op vlees te vertrouwen (Filip. 05:04). Maar… “Alles wat mij winst was, heb ik om Christus wil schade geacht”(Filip. 05:07). Waarom? “Omdat de kennis van Christus Jezus, mijn Here, dat alles te boven gaat”(Filip. 05:08). Het spreekt vanzelf dat het hier niet gaat om verstandelijke kennis, maar “kennis met het hart”.

In (Filip. 05:09) wijst Paulus op de grote tegenstelling; wet en geloof. Er zijn vele kinderen Gods die Christus binnenlaten door de voordeur en door de achterdeur ook weer de wet. Maar het is alles geloof. Waarom?

Om (Filip. 05:10):

1.Jezus te leren kennen,

2.en de kracht zijner opstanding,

3.en de gemeenschap aan zijn lijden,

“of ik aan zijn dood gelijkvormig wordende, zou mogen komen tot de opstanding uit de doden”, met andere woorden; Pau­lus wilde in alles Christus gelijk worden. Hij had slechts één doel voor ogen (Filip. 05:14); “Vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus”.

Deze gezindheid van Paulus wordt ook van ons gevraagd. Paulus was niet tevreden dat hij volmaakt was in Christus Jezus. (Over het openbaar worden van Jezus in zijn leven zei hij: “Niet, dat ik het reeds zou verkregen hebben of reeds volmaakt zou zijn, maar ik jaag ernaar, of ik het ook grijpen mocht, omdat ik ook door Christus Jezus gegrepen ben” (Filip. 05:12). Hij wilde een diepere, hogere weg. Hij wilde in alles Christus gelijk zijn. Zo moeten ook wij gezind zijn. Anders ontstaat er “valse rust”, gemakzucht, enz. Ons levensdoel moet zijn: de gezindheid van Christus openbaar maken.

En indien gij op enig punt anders gezind zijt, God zal u ook dat openbaren (Filip. 05:15). Hoe?

1.Door Zijn woord.

(Indien gij in Mijn woord blijft zijt gij waarlijk Mijn discipelen, zei Jezus).

2.Door Zijn Geest.

(De Heilige Geest leidt ons in alle waarheid).

Wat hebben wij bereikt?

Wanneer Jezus de Bergrede uitspreekt, spreekt Hij er over dat ons geloof op de rots gefundeerd moet zijn (Matt. 07:24-27). Jezus is dus het fundament. (Geen zand-fundament).

Op Hem moeten wij ons geloof bouwen. Dit “bouwen” houdt ook groeien in, want wij moeten groeien in het geloof. Daarom spreekt Hebreeën 5 over “melkvoeding” en “vaste spijs”.

Zoals een pasgeboren baby melk als voeding krijgt, zo heef u een pasbekeerde geestelijke melkvoeding nodig.

(Heb. 05:12) spreekt over de “eerste beginselen van de uit­spraken Gods” en (Heb. 06:01) over het “eerste onderwijs aan­gaande Christus” en over “het fundament”,

Als wij dit fundament eens even onder de loep nemen blijkt dat het hier om belangrijke dingen gaat:

1.Bekering van dode werken.

2.Geloof in God.

3.Leer van dopen (de doop door onderdompeling en de doop met de Heilige Geest)

4.Oplegging der handen,

5.Opstanding der doden,

6.Eeuwig oordeel.

Hoe ver is het Naam-Christendom van dit fundament af­gedwaald. Wat is er veel onkunde en vijandschap tegen dit fundament. Wat haat de duivel dit volle evangelie.

Paulus zegt in (Gal. 01:06-11) dat er maar één evangelie is. En dit evangelie is niet naar de mens. (Gal. 01:11).

Bouwen op het fundament

Wanneer wij nu de volle weg met Jezus willen gaan, moe­ten wij deze eerste beginselen laten rusten. Let wel: Niet wegdoen, niet wegredeneren, niet overslaan. Dit is juist het fundament waar wij verder op moeten bouwen.

Men maakt de volle-evangelie-christenen wel eens het verwijt dat zij altijd weer dezelfde dingen naar voren brengen, maar ik geloof dat het noodzakelijk is voor de jongbekeerden en het is ook wel nodig dat de “volwasse­nen in het geloof” af en toe eens herinnerd worden wat het fundament van hun geloofsleven is.

Paulus zegt dat wij verder moeten in dat spoor. Dit fundament dus niet wegdoen of overslaan. Maar verder bou­wen. Ons richten op het volkomene. Ons zelf geheel op het altaar leggen. “Alles verlaten om Christus wil” (Mark. 10:28-31).

Hoe bouwen wij op het fundament? (1 Kor. 03:10-15) geeft daarop een duidelijk antwoord. Wij kunnen bouwen met hout, hooi, stoppelen, met andere woorden; bouwen in eigen kracht, ons zelf zoeken, vleselijke activiteiten openba­ren; of bouwen met goud, zilver of kostbaar gesteente dat is die dingen doen welke de Heer vraagt. Daarom is het zo belangrijk dat onze levenshouding, steeds is; “Heer, wat wilt Gij dat ik doen zal?”

De volle weg met Jezus gaan

De gezindheid van Christus openbaar maken, betekent dat wij bereid zijn de volle weg met Jezus te gaan. We mogen niets achterhouden. Een oprecht kind van God dat slechts één verlangen heeft; de Heer volkomen te volgen, zal daarom uiteindelijk loskomen van iedere gebondenheid en zonde. Jezus alleen is de triomfator in Zijn leven en de wereld zal het merken.

Daarom zijn de gevolgen van het volkomen gehoorzaam zijn tweeërlei;

1.Voor ons zelf; Het geloofsleven met de Heiland wordt steeds heerlijker. De gemeenschap met Hem steeds voller. Satan heeft geen vat meer op ons, want, als Noach en Henoch, “wandelen we met God”.

2.Voor de wereld; Zij ziet Jezus in ons. En de vruch­ten kunnen niet uitblijven.

Ga de volle weg, die ook Paulus ging. Waarom niet?

Hij zegt niet voor niets dat wij hemelburgers zijn, dus moet ook onze wandel hemels zijn. (Filip. 03:20-21); “Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten, die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het aan zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt, naar de kracht, waarmede Hij ook alle dingen Zich kan onderwerpen”.

Jezus heeft in (Matt. 05:13-14) gezegd dat wij het “zout der aarde” en het “licht der wereld” zijn. Wij zijn daarom ge­roepen zijn beelddragers te zijn en zijn gezindheid te to­nen in deze donkere wereld. Paulus schrijft in (Filip. 02:05): “Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was”. Is dit ook uw verlangen???

 

Nederigheid door Jan W. Companjen

“Lief zijn voor elkaar” het modewoord dat men overal kan horen, is geen onbekende klank in de godsdienstige wereld. Het gebod der liefde door Jezus uitgesproken in het hogepriesterlijk gebed, zie Joh. 17:20-23) is vaak de kapstok waaraan alles opgehangen moet worden.

Het moet mij echter van het hart dat er juist met de geweldige waarheden van dit machtig eindgebed des Heren het meest gemarchandeerd (d.w.z.  koehandel in geestelijk opzicht) wordt. Willen wij de vraag beantwoorden waaruit de zo veel genoemde en geroemde nederigheid van Jezus bestond, dan zien wij door alles heen dat Hij trouw was tot in de dood in het volbrengen van de wil des Vaders die Hem gezonden had.

Na zijn doop in de Jordaan, waar hij ten aanschouwen van de onzienlijke wereld uitdrukking gaf van zijn innerlijke wilsbeschikking, komt er een nieuwe fase in het leven van Jezus. Bij de doop aanvaardde hij namelijk zijn opdrachten in deze wereld. Daar aanvaardde Hij reeds zijn weg naar het Kruis, maar ook de geweldige strijd tegen de overheden en machten, tegen de wereldbeheersers der duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. Hij aanvaardde alles onverdeeld, als één man, als één mens uit één stuk. Kent u die uitdrukking? Het wil zeggen dat Jezus gericht was op slechts één ding en dat was de wil doen van de Vader.

Het antwoord van de vader op deze belijdenis (wat is de doop toch een machtig teken) was zo machtig en groot dat het haast niet met menselijke woorden is uit te drukken. Het Koninkrijk der Hemelen brak door, vanaf dat ogenblik begon de strijd in de hemelse gewesten, dat wil zeggen in de onzienlijke wereld. Daar werd de periode van strijd tegen vlees en bloed afgesloten en werd het front verlegd naar de onzienlijke wereld van de inwendige mens. Deze nieuwe fase werd ingeluid met een machtige boodschap uit de hemel, de Geest Gods viel op Jezus uit een geopende hemel en een stem zeide: Deze is mijn zoon, de geliefde, in wie ik mijn wel behagen heb.

xxx De werkelijkheid van dit nieuwe leven breekt snel door. Jezus wordt terstond aangevallen door Satan, die hem het Zoonschap Gods betwist en hem tracht terug te brengen naar de dingen van de zienlijke wereld, zoals brood om te leven en heerschappij over aardse Koninkrijken. Hij overwint en dan komen er machtige dingen openbaar, engelen dienen hem en hij keert terug in de kracht van de Heilige Geest roepende: Bekeer u, kom tot mij en wordt mijn navolgers, want het Koninkrijk der hemelen, het hemelse Kanaän, het hemelse Jeruzalem, is nabij gekomen, is bereikbaar voor u geworden. Slechts weinigen, misschien zelfs niet een, heeft begrepen wat deze oproep tot bekering tot gevolg zou hebben. De onreine geesten in de onzienlijke wereld waren in deze betere op de hoogte. Zijn eerste optreden in het openbaar bracht dat zeer opmerkelijk aan het licht. Ten eerste bracht hij een andere leer. Hij leerde als gezaghebbende en niet als Schriftgeleerden. Hij sprak niet over geboden of verboden, Hij bracht geen vleselijke dienst aan God, doch Hij drong door tot de kern van de zaak en bevrijdde en herstelde de schepping op gezag van Hem die hem gezonden had. Een onreine geest, (Mark. 01:23-28) die bezit genomen had van een man riep uit, luid schreeuwende: wat  hebt gij met ons te maken, Jezus van Nazareth? Zijt gij gekomen om ons te verdelgen? Ik weet wel, wie gij zij het: de heilige Gods. Maar Jezus bestrafte die geest en zeide: zwijg stil en ga uit van hem. En de onreine geest deed hem stuiptrekken en ging onder groot geschreeuw van hem uit. Jezus genas en herstelde een mens die door Satan overweldigd was. Hij bracht aan het licht dat elke macht en kracht ondergeschikt was aan zijn woord.

Later is er een man in diezelfde stad die inzicht heeft in deze dingen. Moet komen, Het is de hoofdbaan uit katern een punt. Hij roept de hulp van Jezus in als zijn knecht ziek is. Jezus hoeft niet te komen, want, zegt hij, spreek slechts een woord en mijn knecht zal genezen. In een illustratie geeft hij dan weer dat hij doel en werkwijze van Jezus opdracht begrijpt. Hij zegt: Ik neem zelf een ondergeschikte plaats in met soldaten onder mij. Als ik zeg tot de een: kom, dan komt hij; als ik zeg tot de ander: ga, dan gaat hij. Hij begreep dat in de geestelijke wereld Jezus alle macht heeft in hemel en op aarde.

Zijn nederigheid om de wil te doen van de Vader maakte Hem tot een Heerser in de geestelijke wereld. Nu zullen velen zeggen dat de wil Gods doen niet alleen met nederigheid op te lossen is en toch wil ik stellen dat hierin de oplossing voor alle problemen ligt. Nederigheid ten aanzien van de wil van God begint namelijk ergens doch eindigt nergens. Men moet steeds in de wil des Heren blijven. Jezus Christus is als vlees geworden woord Gods in de wereld gekomen. Hij is het Godslam en buiten deze door God de Vader aangewezen weg, is er geen weg. Er is een weg naar het hemelse Kanaän aan en die weg is door de Vader bepaald. Er is een nieuw leven, doch dat leven is er alleen maar voor hen die in Christus zijn, dat wil zeggen, die op die weg zijn gegaan, die daartoe door God bepaald is. Hoevelen kunnen deze nederigheid opbrengen? Doch er is meer. Dit nieuwe leven heeft een doel en dat doel is door allerlei vroom gepraat geheel c.q. bijna geheel, verloren gegaan. Jezus kwam niet alleen maar op aarde om alleen maar een demonstratie te geven, nee, Hij kwam om de wil Gods aan ons te openbaren. Hij kwam ons openbaren, in het vlees voorleven, hoe God de Vader de mens wil hebben. Door de uitstorting van zijn Geest is de weg geopend om tot dit doel te komen, want door zijn Geest zijn wij geroepen Hem gelijkvormig te worden. Die Geest zal in ons meer doen dan wij bidden en beseffen, mits wij ons open stellen voor zijn werking in ons. Niet voor niets gaf Jezus aan het eind nog eens de duidelijke opdracht aan zijn discipelen. Dat zij moesten leren en onderhouden, alles wat hij geboden had. Waar is die nederigheid om alles weer te onderhouden? Jezus gaf ons klaar en duidelijk een fundament en het betaamt ons ook alle deze gerechtigheid te vervullen. Hoevelen kunnen deze nederigheid opbrengen? Zodra men spreekt van bekering van dode werken van het vlees tot een levende God, van oplegging der handen, van bevrijding en verlossing, van waterdoop en geestesdoop; alles een volkomen op Jezus gerichte Bijbelse fundering die mensen een ondergrond geeft waarop zij verder mogen en kunnen bouwen, komt meteen de woestijn en de verzoeking in het zicht. Demonen als wilde dieren stormen op de nog jonge gelovigen af en trachten hem of haar te bewegen tot de wereld terug te keren waar eer en heerlijkheid (soms in kerk, groep of kring) te wachten staat.

Waar zijn zij die de nederigheid op kunnen brengen om verder te gaan, om Hem gelijkvormig te worden in Zijn Le­ven zoals Hij dat ons geopenbaard heeft na Zijn terugkeer uit de woestijn. Misschien zijn 40 dagen woestijn voor ons niet genoeg en hebben wij in plaats van 40 dagen wel veer­tig jaren nodig om Hem in deze gelijkvormig te worden, maar waar blijft dan onze volharding om trouw te blijven?

Indien wij deze dingen gaan verstaan, zullen wij ook het Hogepriesterlijke gebed beter gaan begrijpen. Dan zullen wij gaan beseffen, wat het betekent dat Hij ons Zijn Naam bekendmaakte. Dat wij als Zijn volgelingen, mogen handelen op gezag van die Naam, omdat wij Zijn Lichaam, de Gemeente zijn. Dat Hij de Woorden zoals Hij die sprak heeft doorgege­ven aan Zijn Lichaam. Dat Hij bidt voor de leden van dat Lichaam en niet voor hen die buiten dit Lichaam staan. Hij bidt niet voor de wereld. Hij bidt ook niet voor een “op­name” uit deze wereld, maar gelijk Hij door de Vader in deze wereld gezonden is, heeft Hij ons, Zijn Lichaam in deze wereld gezonden. Zoals Hij met de Vader in de onzienlijke wereld verbonden was, zo wil Hij thans met Zijn lichaam verbonden zijn.

Die heerlijkheid die Hij had heeft Hij aldus aan ons doorgegeven en door deze werking zullen zij worden als mensen uit één stuk, opdat zij één zijn, gelijk de Vader en Jezus één zijn.

Dat is pas een machtige drie-éénheids Vader-Zoon en Heilige Geest (in en door middel van de Gemeente).

Deze waarheid is voor velen misschien niet lief, doch hierin bevindt zich de liefde Gods en die is oneindig groot.

Die liefde voert een volk terug naar de bestemming waartoe de mens geschapen is en daartoe wil ik behoren. Ik wil daartoe nederig zijn en luisteren naar Zijn stem opdat het worde: Christus alles in allen tot verheerlijking van Zijn naam, Amen.

IN ONZE EINDTYD

_______________            

Gods profetie in onze eindtijd. Citaten uit artikelen in het maandblad Plain Truth onder redactie van haar uitgever Herbert W. Armstrong,
evangelist in U.S.A.

De E.E.G.

Als omstreeks 1959 de gehele wereld verbaasd en mis­schien enigszins beangst verneemt hoe Rusland zijn Mechtaraket langs de maan schiet, een afstand van 570.960 mijl, dan staat dit als kopnieuws in de dagbladen, en radio en televisie spuiten deze prestatie uit over de gehele we­reld.

Maar het grootste nieuws in de geschiedenis gaat aan de slaperige wereld totaal voorbij, en dit is dat op 1 januari 1959 de eenheid van zes naties in werking treedt in de zogenaamde Euromarkt of Europese Economische Ge­meenschap (E.E.G.), een gezamenlijk handelsgebied dat ten doel heeft onderling de tolgrenzen op te heffen. Nauwe­lijks zijn wederzijdse handtekeningen gezet of belangrijke veranderingen voltrekken zich in de monetaire systemen onderling, nadat Gen. Charles de Gaulle de economische situatie van zijn land gered heeft door de Franse Franc te devalueren.

Dat deze eenheid een feit zou worden was al lang gele­den geprofeteerd. Jezus had de mensen zo dikwijls gewaar­schuwd op de tekenen der tijden te letten. Hij bedoelde: het op het wereldnieuws. Ook noemde Hij zijn waarachtige dienaren “wachters”: “Ik heb u tot een wachter over het huis Israëls aangesteld. Wanneer gij een woord uit mijn mond hoort, zult gij hen uit mijn Naam waarschuwen”(Ez. 33:07).

Oorlogen worden uitgevochten met geld, nog meer dan met kanonnen. Zo schildert de Bijbel ons een geweldig mo­netair apparaat, een wereld-handelsmacht, die in onze tijd gevormd zal worden en onze toekomstige veiligheid ernstig zal bedreigen: “Omdat van de wijn van de hartstocht harer hoererij al de volken gedronken hebben (een kwalijke religieus-politieke macht binnen Europa) en de koningen der aarde met haar gehoereerd hebben en de kooplieden der aarde rijk geworden zijn uit de macht harer weelderigheid (Openb. 18:05). Rijk wordende kooplieden, dronken koningen die religieus-politieke propaganda bedrijven.

Waar rijken zijn moeten ook armen zijn. In dit geval zijn de armen de Engels sprekende volken Engeland en de Vere­nigde Staten van Noord-Amerika. Het maakt verschil op welk tijdstip men een identieke stap doet, de Gaulle deed dit on zijn positie gelijk te trekken met die der andere E.E.G. landen, Engeland deed het pas kort geleden en de Dollar zal nog volgen.

Heeft dit alles dan met een plan van God met de wereld te maken? Ja, want laatst genoemde naties zullen “er onder door gaan”. Op hun is de profetie uit (Deut. 28:49-52) van kracht en hun steden zullen vallen; in de Engelse verta­ling wordt gesproken van “Poorten”, dat zijn de toegangen tot het land of wel de havens.

Nu rest de vraag waarom deze tekst op deze Engels spre­kende volken van toepassing is en niet op andere. In een der volgende artikelen zal dit duidelijk gemaakt worden, daarin zullen alle volken die vandaag bestaan in de Bijbel worden aangewezen. De’ profetie heeft voor elk land betekenis.

Dreigende wolken pakken zich samen boven eerder genoemde landen. Alle geharrewar in Brussel over de toetreding van Engeland zal op niets uitlopen. Al sinds 1958 dalen de exporten der V.S., in dat jaar al met 32% op Frankrijk, met 24% op Duitsland (“Pasadena Star News”, 17-11-’58).En als per 1 juli 1968 de tolgrenzen tussen de zes der E.E.G geheel geslecht worden, is de concurrentieslag pas goed aan de gang.

De profetie gaat door, Gods plan staat vast, wat Hij zegt doet Hij.

Wel moet voorop staan dat de welvaartstaat geen teken is van zegen, het is uitsluitend een Goddelijk plan om diegenen te treffen die een belofte dragen. Dit blijkt he beste uit (Openb. 17:08): “Het beest, dat gij zaagt, was en is niet, en het zal opkomen uit de afgrond en het vaart ten verderve”.

De snelle opkomst van dit beest, de E.E.G. hebben wij meegemaakt. De leiders spreken steeds over politieke een­heid (dus ook militaire). Die eenheid is tot op heden nog niet geslaagd. Waarschijnlijk zal dit pas mogelijk worden door middel van de “goede diensten” van het Vaticaan, dat alléén het symbool kan zijn dat hen een maakt. Reeds twee pausen hebben dergelijke stappen ondernomen.

De profetie geeft dit alles niet, letterlijk weer, maar het zal aan de hand van bestaande aanwijzingen zo lopen dat Duitsland aan het hoofd komt van deze wereldmacht. Dan zal dit land opnieuw zijn kans grijpen; Wereldoorlog 3. God gebruikte Babel, Perzië, Griekenland, Rome om zijn plan te voltrekken. Zij kwamen als overwinnaars uit de strijd tegen de Davidsster. Ditmaal zal de Duitse adelaar dezelfde functie verrichten met de E.E.G. als partner en ‘Engeland en de V.S. als prooi.

“Hoort dit, alle gij volken, neemt ter ore, alle bewoners der wereld, zowel geringen als aanzienlijken, rijken en armen tezamen.

Mijn mond zal enkel wijsheid spreken, de overdenking van mijn hart is louter inzicht” (Ps. 049:001-004).

Het volle evangelie op de TV

Tweemaal binnen een maand werd Nederland via de tele­visie geconfronteerd met de volle evangelie boodschap.

Op zondag 25 februari was er een vraaggesprek met Anne v.d. Bijl en op donderdag 14 maart was er een kort pro­gramma met activeiten van de Volle Evangelie Zending on­der leiding van Joh. Maasbach.

Wij verheugen ons dat te midden van de vloed van sata­nische programma’s de boodschap van het volle evangelie even doorkwam. Jezus is Overwinnaar!

Bid en geloof voor meer mogelijkheden dat via de tv de eindtijdboodschap verspreid wordt.

Trans World Radio Nederland

Wij vestigen de speciale aandacht van onze lezers op de Nederlandse uitzendingen van “Trans World Radio”, Monte Carlo/Bonaire. Iedere zaterdagmorgen van 11 uur tot 11.50, korte golf 51 en iedere woensdagavond van 11 uur tot 11.15 uur, middengolf 205 m.

Programmablad, en inlichtingen worden u gaarne ver­strekt door de vertegenwoordiger voor Nederland en Bel­gië; Joh. v.d. Steen.

 

Corrie ten Boom overwinning van demonen.

Staan wij machteloos tegenover demonen? Neen!

Het  boek, waaruit wij de meest praktische kennis van demonen kunnen vinden, is de bijbel. Dat is ook het boek waaruit wij de overwinning over demonen kunnen leren in deze tijd, waar er over de hele wereld zo’n mobilisatie van boze machten is, is het geheel praktisch en nodig om te weten, hoe een kind van God, een christen, tegenover deze machten staan moet. Wij lezen heel duidelijk, dat er twee sterke wapenen ter beschikking zijn en dat is het bloed van Jezus Christus en de Autoriteit van zijn naam. Wat wil dit zeggen: het bloed van Jezus Christus? Dat wijst op het volbrachte werk aan het kruis. Toen Jezus zijn bloed gaf om ons te redden van de zonden, en niet alleen ons, maar ook de zonden van de hele wereld, heeft hij daar gedragen en met zijn bloed heeft hij ons gekocht, toen hij die vreselijke dood stierf. En zei: Het is volbracht. Maar het is meer in (1 Joh. 01:07) staat: als wij in het licht wandelen gelijk hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus, zijn Zoon reinigt ons van alle zonden. Dit is nu. Wij weten, dat Jezus niet alleen voor ons gestorven is, maar hij leeft, en nog altijd wil hij onze harten met zijn bloed reinigen, als wij onze zonden hem belijden. De duivel is bang voor het bloed van Jezus. En zelfs voor het woord. En geen wonder! In het boek van de Openbaring van Johannes staat: zij overwonnen door het bloed des lams. Wij moeten nooit mensen die onder de directe invloed van de duivel staan, behandelen, zonder eerst de bescherming in te roepen van en de bedekking door Jezus Bloed. Wij overwinnen door het bloed van het Lam. (Openb. 12:11). Hoewel we dit niet begrijpen, zullen we ondervinden dat God ernst maakt met zijn beloften als we in gehoorzaamheid handelen op zijn woord. De dwaasheid van God is zoveel wijzer dan de wijsheid van de wijzen. (1 Kor. 01:21). Alleen kennis door het geloof kan deze dingen bevatten. We moeten er ook aan denken dat de normale en veilige positie voor iedere gelovige is: gekruisigd te zijn met Christus (Rom. 06:06). Als in de botsing met satanische machten Gods kinderen aanspraak maken op de beschutting van het bloed op ongekruisigd vlees, dan blijven ze vatbaar voor de inwerking van de geesten van Satan. Spreken over de reinigende en bewarende macht van het bloed. En tegelijk niet verstaan dat het gekruisigd zijn met Christus, daar onafscheidelijk mee verbonden is, betekent de volle verlossing kracht van Golgotha niet begrepen te hebben. Het tweede sterke wapen, dat wij in handen hebben is de wonderbare naam van Jezus. In Markus 16 heeft Jezus ons gezegd, wat wij in zijn naam doen mogen en doen moeten. En in die naam mogen wij ook demonen uitwerpen. Dit in de naam Jezus. Niet Christus. Christus is de titel. Maar de naam die boven allen naam is, is Jezus. Als derde grote krachtbron hebben wij de belofte van (Hand. 01:08) gij zult kracht ontvangen als de Heilige Geest over u komt. Daar gaf de Heer ons de grote opgave: ga dan heen in de gehele wereld. En maakt al de volken tot mijn discipelen. Ge zult Mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde. Voordat Hij ons deze grote opdracht gaf, begon Hij met Gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt. En het zijn de gaven en vruchten des geestes, die ons sterk maken in de strijd tegen de boze machten. Als wij ons dus afvragen: staan wij machteloze tegenover demonen? Kunnen wij een krachtig nee zeggen. De overwinning van Jezus Christus is onze overwinning. Aan onze zijde staat een machtige hogepriester en legioenen van engelen. Zij die met ons zijn, zijn veel sterker dan zij, die tegen ons zijn. Het is nodig de vijand te onderkennen alvorens hem te kunnen overwinnen. We moeten op onze hoede zijn voor de volgende even erge. Hoewel tegenovergestelde dwalingen, waarin onze generatie kan vervallen, als het om demonen gaat. De ene is: het niet geloven aan hun bestaan; De andere is: er wel aan te geloven en er een ongezonde belangstelling voor te koesteren. In het boekje brieven uit de hel” van C. S. Lewis laat hij een demon schrij­ven aan zijn neefje die in de wereld is, om de mensen te verleiden. Hij zegt daar “Eerst moet je proberen de men­sen te laten geloven, dat wij niet bestaan. Weten ze dat we er zijn, dan maak je zoveel mogelijk dat ze over ons denken en spreken”.

Laten we in gedachten houden, dat God wenst en ver­wacht, dat we overwinnaars zullen zijn over de machten der duisternis. En dat niet alleen om de persoonlijke overwin­ning of om de bevrijding van andere zielen uit de ketenen van satan, hoewel dit zeer belangrijk is, maar voor Gods glorie, opdat Zijn triomfen over Zijn vijanden openbaar zullen worden. Het is belangrijk dat wij onze juiste posi­tie innemen. Be Bijbel zegt ons, dat wij in Christus Jezus moeten zijn, boven alle overheden, machten, krachten, heer­schappijen (Ef. 01:21). Wij zijn geroepen de duivel te weer­staan (Jak. 04:07). Met de volle wapenrusting van God (Ef. 06:24). Door de kracht van Jezus’ bloed, door geloof, gebed en soms vasten. Jezus wierp de duivelen uit en Hij beveelt Zijn discipelen hetzelfde te doen en verwacht dat ook van hen. In de Handelingen der apostelen lezen we, hoe de discipelen de hun verleende autoriteit aanwenden, door duivelen uit te werpen, en zo ook de Naam van Jezus ver­heerlijkten.

Laten we niet vergeten, dat Gods Woord voor altijd geldt en dat Zijn bevelen voor ons op dit ogenblik precies hetzelfde betekenen als tweeduizend jaar geleden voor de discipelen. Zij die daarnaar in gehoorzaamheid handelen, zullen op dezelfde wijze Gods almachtige kracht ontvangen. Wees sterk, niet in uzelf, maar in God, in de kracht van Zijn onbegrensde majesteit. Doe de gehele wapenrusting aan, zodat u met succes al de duivelse aanvalsmethoden kunt weerstaan. Want zoals ik verwacht, dat u nu begrepen zult hebben; onze strijd is niet tegen een of andere fy­sieke vijand, het gaat tegen geestelijke machten, die de­ze duistere wereld beheersen en tegen de afgezanten van het hoofdkwartier van de duivel zelf. Daartoe moet u de gehele wapenrusting aandoen, om weerstand te kunnen bie­den in de boze dag en om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden. Jezus WAS Overwinnaar, Jezus is Overwin­naar en Jezus zal overwinnaar zijn!

Wij bidden; Dank U, Heer Jezus, dat wij niet hoeven te vrezen, ook al zijn de machten van de vijand sterk en vele. Wilt U onze ogen openen door Uw Heilige Geest, zodat wij  zien, welk een grote taak wij hebben in deze duistere wereld en hoe wij overwinnen kunnen. Vergeef ons dat wij als zwakkelingen leven, terwijl we zo sterk en rijk zijn door Uw vele beloften, die waar zijn. Dank U, dat Uzelf ons sterk wilt maken in U. Halleluja, Amen.

 

Het leven begint bij Jezus. Serie Bijbelstudies door Jenny Manschot

De boom der kennis van goed en kwaad

De mens was goed en stond midden in het goede, en tot het doen van kwaad, van zonde, was hij niet in staat. Ja, hij kende zelfs het kwade niet. Zijn ogen waren gesloten voor het kwade, hij kende alleen maar het goede. Adam en Eva kenden dan ook geen wet. Zij kenden slechts dit ene gebod, dat God hun gegeven had; “Van alle bomen in de hof moogt gij vrij eten, maar van de boom der kennis van goed en kwaad, daarvan zult gij niet eten, want ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven”(Gen. 02:16b)

Het eten van deze boom, de boom der kennis van goed en kwaad, was in wezen geen zonde. Het was slechts zonde, omdat God het verboden had. De zonde van het eten van de­ze boom, lag in de ongehoorzaamheid aan God. Dit ene ge­bod, dat God de mens oplegde, was in feite slechts een gehoorzaamheidsproef. God gaf de mens dit gebod, omdat Hij wilde weten, of de mens Hem nu echt gehoorzamen en volgen wilde, of de mens Hem nu echt liefhad. Door niet van de boom te eten, kon de mens zijn liefde tot God tonen. En de mens at niet. Want de mens had God lief en wilde
Hem volgen en gehoorzamen. De mens leefde in een volkomen harmonie met God, en hij was gelukkig. Totdat de satan kwam met zijn mooie praatjes, die de waarheid, het Woord van God, verdraaiden? Toen tippelde de mens er in, en hij viel.

Volmaakte liefde

Volmaakte liefde kan niet van één kant komen. De liefde bereikt haar hoogtepunt, wanneer zij van twee kanten komend samenvloeit. God wilde zijn liefde uiten, God wilde zijn liefde overdragen aan een wezen, dat in staat was om zijn liefde te ontvangen en te reflecteren op zijn liefde, met liefde, tegenliefde. Echte liefde kan alleen vrijwillig worden gegeven. Men kan geen liefde geven uit dwang, want dat is geen liefde, dat is slechts schijnliefde, surrogaat. Alleen een levend wezen met een eigen wil is in staat om echte liefde (terug) te schenken. Liefde, die buiten God omgaat, heeft voor God geen waarde. De liefde der humanis­ten, die weigeren God te erkennen, is voor God waardeloos. Ook de mens heeft behoefte aan iemand aan wie hij zijn lief­de kwijt kan en die hem op zijn beurt liefde terug schenkt. Vindt de liefde geen weerklank, dan is zij vruchteloos. Als de liefde van twee wezens in elkaar over vloeit, werpt zij vruchten af.

Gods liefde heeft zich daarin geopenbaard, dat Hij zijn eigen Zoon geofferd heeft om de mens te verlossen (1 Joh. 04:09-11a). Gods liefde biedt de mens de verlossing aan en als de mens deze liefde van God aanvaardt en in zijn hart toelaat, dan kan het niet anders of hij zal God liefde te­rugschenken. Hij zal God om dit offer jegens hem liefheb­ben. Zijn liefde zal dan samenvloeien met Gods liefde. Uit dit in elkaar overvloeien der liefde spruit een vrucht voort. Er is een mens gered! (wedergeboren). Weigert ie­mand de liefde van God, dan is Gods liefde vruchteloos gebleven ten opzichte van hem. Er komt geen vrucht uit voort. Dit is niet de schuld van God, maar van de mens, die Gods liefde weigert.

God schiep een wezen met een vrije wil, God schiep de mens, opdat zijn liefde in het samenvloeien met de liefde van de mens, haar hoogtepunt, haar volheid zou bereiken. Als God een automatische mens of een menselijke automaat had gemaakt, dan had Gods liefde geen climax kunnen bereiken en geen vruchten afgeworpen. Gods liefde werpt in het leven van de mens slechts vrucht af, indien de bodem van het mensenhart zijn liefde indrinkt, opzuigt. Dan zal uit

de eerst onvruchtbare bodem van het mensenhart de liefde tot God voortspruiten. En aan de rank van de liefde tot God, die voortspruit uit het mensenhart, zullen vruchten gaan groeien. Aan deze vruchten zal de wereld de kinderen Gods herkennen.

De val van de mens

Satan, die eenmaal een zeer hoge plaats bekleedde in Gods engelenleger, maar door zijn hoogmoed – hij wilde zich aan God gelijkstellen – gevallen was (Jes. 14:12-15), zag de wonderbare levenswijze van de mens in het paradijs met lede ogen aan. Hij kon de verhouding, waarin de mens met God leefde, eenvoudig niet verdragen. En hij besloot de mens te gronde te richten.

Hij nam hiertoe de vorm aan van een dier, een onder­daan van de mens’, op een gluiperige manier trachtte hij zich heel onderdanig voor te doen. Om zijn ware gedaante te verbergen, nam hij de gestalte aan van een slang en stelde zich vlak bij de verboden boom op en richtte op kruiperige wijze het woord tot de vrouw, listig de woor­den van God omdraaiend; “God heeft zeker wel gezegd; Gij zult niet eten van enige boom in de hof?” Maar de vrouw trapte hier niet in. Ze diende hem flink van repliek met het Woord van God: “Van de vrucht van het geboomte in de hof mogen wij eten, maar van de vrucht van de boom die in het midden van de hof staat, heeft God gezegd? Gij zult daarvan niet eten noch die aanraken; anders zult gij sterven”. Toen pakte de slang het anders aan; dat is niet waar.’ “Gij zult geenszins sterven, maar God weet” – en hierin sprak de duivel de waarheid – “dat ten dage, dat gij daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden, en gij als God gelijk zult zijn, kennende goed en kwaad”. Satan, die eens zelf aan God gelijk wilde staan, probeerde dit verlangen ook aan de mens te geven. En ja hoor, nu had hij succes. In plaats dat Eva haar ogen sloot voor de leugens van de slang, richtte zij haar oog op de boom, waarvan God haar verboden had te eten, en zij zag, dat hij begeerlijk was om daardoor verstandig te worden.

En zij nam van zijn vrucht en at, en zij gaf ook haar man, die bij haar was, en ook hij at.

De mens was gevallen en zijn val was dodelijk, zodat hij stierf (Gen. 05:01-06).

Wat zal God een verdriet gehad hebben van deze daad van ongehoorzaamheid van de mens, naar wie toch zijn hele wezen uitging. Maar de ongehoorzaamheid van de mens heeft Gods liefde ten opzichte van hem, niet te niet ge­daan. Integendeel.’ Nu eerst zou de mens de enorme omvang van de liefde van zijn Schepper ten volle ervaren. Een kind ervaart de liefde van zijn ouders op z’n sterkst, als het, na ondeugend te zijn geweest, hun vergevende kus op zijn voorhoofdje voelt. God gaf de mens zijn eigen Zoon, zijn enige, die Hij zeer liefhad, om verzoening te doen voor de zonde. Halleluja.’ O Heer, wat is uw liefde groot.’

De mens zocht dekking

Zodra de mens van de verboden vrucht gegeten had, gingen zijn ogen open voor het kwade, en hij bemerkte dat hij naakt was. Het eerste wat Adam en Eva dan ook deden, was een bedekking maken om hun naaktheid te verbergen.’ Waarom ondervond de mens zijn naakt zijn nu plotseling als iets onaangenaams? Waarom had hij nu opeens behoefte aan dekking?

Wanneer de mens iets verkeerds gedaan heeft en daar­door scheef komt te staan voor God, ontstaat de behoefte bij hem, zich te verbergen (te bedekken). Vaak zoekt hij de duisternis als dekking (Joh. 03:19-21). De mens, die zondigt, zoekt naar een dekmantel.

Toen de werken van Adam en Eva goed waren, hadden zij geen dekmantel nodig. Zodra zij echter gezondigd hadden, zochten zij beschutting, om zich toch in ieder geval niet meer zo hopeloos naakt te voelen. Zij maakten zich schor­ten en verscholen zich in het donker tussen het geboom­te (Gen. 05:07-08).          (wordt vervolgd)

 

Als in de dagen van Noach door A. Schenk

Als in de dagen van Noach…

Deze woorden sprak Jezus naar aanleiding van Zijn wederkomst.

In Genesis 6 kunnen we lezen hoe het op de aarde was toen Noach leefde.

Er was veel geweld (moorden); er waren reuzen: d.w.z. de mensen waren “groot” in de zonde. Men gooide het op een akkoord met de wereld. De kinderen Gods namen dochters uit de wereld. De Here zag al deze dingen. Hij zag dat de boosheid der mensen groot was. En God kwam met Zijn oordeel: alles werd verzwolgen door het water, behalve Noach en zijn gezin, die genade vond in de ogen des Heren. Dit kwam doordat hij met Jezus door het leven ging.

Lezer(es , Jezus komt spoedig weer. Want wij leven als in de tijd van Noach. We kunnen dit zien op grond van wat er vandaag in deze wereld gebeurt.

De woorden van Jezus gaan in vervulling. De zonde wordt openlijk zonder schaamte bedreven. Dagelijks verne­men wij dit via televisie, radio en kranten. Wekelijks horen wij van moordaanslagen in ons eigen land: aanran­dingen, roofovervallen, huwelijks-affaires, verslaving aan verdovende middelen, seksuele uitspattingen, enz.

Duizenden aanbidden de techniek, de t.v., de film, sport, enz. Duizenden leven voor niets anders dan voor deze dingen. Seksuele omgang voor het huwelijk wordt goedgepraat. In lectuur, advertenties, film, enz. wordt veel aandacht besteed aan seks.

In het laatst der dagen zullen er zware tijden komen. De mensen zullen meer liefde hebben voor genot dan voor God.

Ook zal er veel vorm-godsdienst zijn, maar de kracht van God zullen ze niet bezitten.

De schrijver van dit artikel en degene die u dit blad geeft, willen u een halt toeroepen in dit zondige leven.

U leeft in de eindtijd!!!……….

God komt met Zijn oordeel!

De duivel werpt zich op u om u te verdelgen en mee naar de hel te voeren.

Ook u die in een vorm-godsdienst leeft, want dit kan u niet redden.

U moet wedergeboren worden. U moet de zonde de rug toekeren en u laten reinigen door het bloed van Jezus!

Jezus gaf Zijn bloed voor u!

Hij is de Weg, de Waarheid en het Leven!