1969.08-09 nr. 113

Levend Geloof 1969.08-09 nr. 113

Van de redactie

Het is het verlangen van ons hart dat u weer rijk gezegend wordt het lezen van dit nieuwe nummer van “Levend Geloof” Vanwege de late verschijning van het juni/juli nummer (begin-augustus) waren wij genoodzaakt ook over de maanden augustus /en september nog met een gecombineerd nummer

uit te komen. Vanaf oktober verschijnt “Levend /Geloof” echter weer normaal iedere maand.

Dit nummer opent met een “evangelisatie artikel”. Het werd geschreven door de bekende wereldevangelist T. L. Osborn. Hoewel het reeds verschillende jaren geleden door ons werd vertaald, is het nog hoogst actueel. Het vertelt niet alleen hoe u gered kunt worden, maar ook wat het be­tekent om gered te zijn!

De Heer gebruikt broeder Osborn nog steeds machtig in Zijn wijngaard bij het binnenhalen van de eindtijd oogst. Dit voorjaar werd zelfs één van zijn grootste en meest gezegende campagne uit zijn bediening gehouden, in Kongo, Afrika. Deze campagne was zelfs groter dan de Osborn campagne in Den Haag in 1958. De mening van sommigen dat de tijd van massa-campagnes voorbij is, werd hiermee wel dui­delijk gelogenstraft. Massa-campagnes is slechts één van de vele middelen die God gebruikt om ‘mensen – werkelijk gelukkig te maken, en broeder Osborn is slechts één van de vele instrumenten in Zijn dienst. Maar laten we ons ver verblijden over deze dingen en……. zelf doen wat de Heer van ons vraagt: Een levend getuige van Jezus te zijn.

 

Jezus redt door T. L. Osborn

Bent u gered?

Hebt u wel eens een touw toegeworpen naar een drenke­ling en hem gegrepen en uit het water getrokken? Hebt u ooit een leven gered?

Heeft iemand u ooit van de dood gered?

Hebt u ooit iemand gered uit een brandend gebouw? Heeft iemand u ooit gered?

Bent u gered? Weet u dat u in gevaar bent? Wanneer u opgaat in uw zonden zult u voor eeuwig verloren gaan. De Bijbel vertelt ons dat iemand wiens naam niet geschreven staat in Gods Levensboek in de hel geworpen zal worden.

Ik wil u vertellen hoe u gered kunt worden van de hel, bevrijd van uw zonden, bevrijd van de dood, bevrijd van de ziekte, bevrijd van de duivel.

U kunt gered worden: Nu op dit moment.

De Bijbel zegt: “Dit is een getrouw woord en alle aan­neming waard, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaren te behouden”(1 Tim. 01:15).

De Bijbel zegt: “Want God heeft zijn Zoon niet in de we­reld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde” (Joh. 03:17).

En Petrus zegt; “Al wie de naam des Heren aanroept, zal behouden worden” (Hand. 02:02).

De mens werd niet gemaakt voor een, leven van zonde en ziekte. De mens werd gemaakt om met God te wandelen. Maar de mens heeft gezondigd en zijn zonde heeft hem gescheiden van God.

Maar nu, dank God, is Jezus Christus in de wereld ge­komen om zondaren te redden – U te redden.

Ieder van u kan vandaag gered worden. Dit is wat u no­dig heeft: GERED te worden, Jezus Christus te kennen als uw persoonlijke Zaligmaker.

Maar wat betekent het gered te zijn?

1.Opnieuw geboren

Ten eerste – Het betekent dat men opnieuw geboren is on een kind van God geworden is.

De Bijbel zegt: “Allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden”(Joh. 01:12).

Wat een wonder dat men een nieuwe geboorte kan ontvan­gen en geboren wordt in Gods koninklijke familie, u bent eens geboren – geboren in zonde – een kind van de zonde – een slaaf van de duivel. Nu zegt Christus: “Gijlieden moet wederom geboren worden!,(Joh. 03:07). U moet bekeerd zijn – gered zijn – veranderd zijn – nieuw gemaakt zijn.

Als u vandaag Christus Jezus in uw leven wilt ontvan­gen, wordt u een kind van God, want “Christus kwam om zondaren te redden. Wilt u vandaag wederom geboren wor­den?

Wat betekent het nog meer gered te zijn?

2.Nieuw geestelijk leven

Ten tweede – Het betekent een nieuw geestelijk leven te ontvangen.

Paulus zegt: “Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen”(2 Kor. 05:17).

Wat gebeurde er toen u Christus aannam als uw Redder?

Wat gebeurt er als u een kind van God wordt? Er vindt een grote verandering plaats. Oude begeerten, gewoonten en ziekten zijn voorbij. Alle dingen zijn nieuw geworden. U ont­vangt een nieuw leven, een nieuwe natuur, nieuwe verlang­ens, nieuwe idealen. U ontvangt het leven van Christus.

Hij zegt: “Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed” (Joh. 10:10).

Wilt u Zijn nieuwe leven nu ontvangen?

3.Vrede       

En het derde kenmerk van gered zijn is vrede te ontvan­gen.

Jezus zei; “Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u”(Joh. 14:27). Hij zei: “Dit heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede hebt”(Joh. 16:33).

Echte vrede komt slechts door de vergeving en zaligheid van Christus aan te nemen. De mens in zonde kan nooit vre­de in zijn ziel hebben. De Bijbel zegt: “De goddelozen, zegt mijn God, hebben geen vrede”(Jes. 57:21). Maar: “Wij dan ge­rechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus”(Rom. 05:01).

Verlangt u naar Zijn vrede in uw ziel?

4.Gemeenschap met God

Dan het vierde kenmerk van gered zijn. Dit is gemeen­schap met God hebben.

U bent geschapen naar Gods gelijkenis, dus u kunt wan­delen en spreken met God. Maar uw zonde heeft u gescheiden van God. In plaats van gemeenschap te hebben met de Vader bent u bang voor God en de gedachte tegenover God te ko­men staan doet u schrikken. Omdat de zonde u veroordeelt, staat u schuldig tegenover God.

Alleen Christus kan u redden van uw zonden en u terugbrengen tot God, zodat u met een schone lei kunt beginnen, alsof u nooit gezondigd had. Dan kunt u met Johannes zeg­gen: “Onze gemeenschap is met de Vader en met Zijn Zoon Je­zus Christus”(1 Joh. 01:03).

Hij wil zijn “een vriend die aantrekkelijker is dan een broeder”(Spr. 18:24).

Wilt u Hem vandaag aannemen?

5.Lichanelijke genezing

En ten vijfde: Gered zijn betekent lichamelijke gene­zing ontvangen.

De Bijbel zegt: “Gij zult de Here, uw God. dienen; en Ik zal ziekte uit uw midden wegdoen”(Ex. 25:25).

De Bijbel zegt: “Die al uw ongerechtigheid vergeeft, die al uw krankheden geneest”(Ps. 105:005).

Zaligheid omvat lichamelijke genezing en geestelijke gezondheid. Gered zijn betekent lichamelijk en geestelijk gezond zijn.

In de evangeliën vergaf Christus altijd de zondaren hun zonden en Hij genas de zieken, en Hij “is dezelfde gisteren en heden en tot in eeuwigheid”(Heb. 13:08).

Christus is gekomen om u vandaag te redden. “Zie, nu is het de tijd des welbehagens, zie nu is het de dag- des heils”(2 Kor. 06:02).

Wilt u Hem nu aannemen? Wilt u gered worden? Hij belooft: “Al wie de naam des Heren aanroept, zal behouden worden”(Rom. 10:13).

Deze belofte is voor U – Nu’

 

De geestelijke betekenis van de reis naar de maan door Gert Jan Doornink

21 juli 1969

Maandag 21 juli 1969 zal de geschiedenis ingaan als een historische datum. Het was de dag waarop de eerste mens voet zette op de maan. Wat velen voor onmogelijk hadden gehouden, en ook door sommige wetenschapsmensen werd betwijfeld, gebeurde toch.

De maanlanding is ongetwijfeld een fantastische weten­schappelijke prestatie. Onder leiding o.a. van de V2 man Werner von Braun, werd in slechts enkele jaren stap voor stap een ruimtevaartprogramma opgebouwd, dat zo precies in elkaar zat, dat mislukkingen bijna uitgesloten waren.

De grote wetenschappelijke prestatie van de maanlanding, zal ongetwijfeld nog door andere gevolgd worden. Men spreekt ook al over bezoeken aan andere planeten.

De geestelijke betekenis

De gelovige zal zich uiteraard afvragen wat deze maanlanding in geestelijk opzicht te betekenen heeft. Wij me­nen zeer veel. Wij zijn ver gevorderd in het uur der wereld­geschiedenis’ De komst van Jezus is zeer nabij! Dit is niet zomaar een gezegde die nog al eens gebezigd wordt, zonder dat men er over nadenkt wat dit werkelijk betekent, maar dit is werkelijkheid. Over de gehele wereld zijn de kinderen Gods er diep in hun hart van overtuigd dat Jezus spoedig weerkomt om Zijn Gemeente Thuis te halen,

“De Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst ópstaan; daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk wegge­voerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zó zullen wij altijd met de Here wezen”(1 Thess. 04:16-17).

Dat is de “ruimtereis” waar de waarachtige gelovige reikhalzend naar uitziet. In afwachting van die grote dag -al de echte gelovige de tijd benutten door anderen in de Naam van Jezus te bevrijden uit satans macht. De grote op­dracht voor iedere gelovige was, is en blijft, dezelfde dingen te doen die ook Jezus deed. Wij zijn gered om te red­den. Wij zijn geroepen om de boodschap van het Koninkrijk Gods uit te dragen, het volle evangelie.

Als wij zo intensief en onder de leiding van de Heilige Geest bezig zijn met de dingen van de Heer, zijn wij tevens klaar om de Heer straks te ontmoeten in de lucht.

In deze eindtijd zal er smaadheid en vervolging zijn voor de echte gelovigen zoals reeds nu in verschillende landen. Maar het deert hen niet, want het lijden van de tegenwoordige tijd weegt niet op tegenover de heerlijk­heid die straks over ons geopenbaard zal worden. Hallelu­ja] De mens die Jezus niet kent als Zijn persoonlijke Ver­losser, ook de Naam- Christen, zal hoe langer hoe meer opgaan in de materiële dingen, ook in bijvoorbeeld de ruimtevaart successen. Reeds nu hebben tientallen miljoenen men­sen hun nachtrust opgeofferd en door middel van de tv ademloos toegekeken hoe de maanlanding verliep. Maar pro­beer eens met een willekeurig mens te spreken over de we­derkomst van Jezus en wat er dan gaat gebeuren. U zult ongelovig aangekeken worden en soms uitgelachen en bespot, worden, zoals reeds in de dagen van Petrus sommigen spot­tend zeiden; “Waar blijft nu de belofte van Zijn komst?” (2 Petr. 03:04)- Want omdat de komst van Jezus misschien nog even op zich laat wachten, laat de waarachtige gelovige zich hierdoor niet van zijn stuk brengen. Hij weet dat de natuurlijke, niet wedergeboren, mens de dingen des Geestes niet verstaat.

De natuurlijke mens leeft in de zichtbare wereld en zoekt het zichtbare. Maar de gelovige leeft volgens (Heb. 11:01). “Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet”.

De gelovige leeft weliswaar ook nog in de zichtbare wereld, maar hij richt zich op het onzichtbare. Hij bedenkt en zoekt de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn (Kol. 05:17).

Het spreekt vanzelf dat de maanreis ook behoort tot de zichtbare, natuurlijke dingen. Hoe groot de wetenschappe­lijke prestatie ook is, het is alles nog maar een peulenschilletje in Gods oneindige heelal. Ik zag in de grote Reader’s biggest wereldatlas een kaart van een klein deel van het heelal. Het grote oneindige zonnestelsel, waartoe aarde en maan behoren, kon niet eens afgedrukt worden, zo klein. Het stond met een pijltje aangegeven.

Vragen rond de maanreis

Er zijn talrijke vragen die de gelovigen bezighouden in verband met de maanreis, o.a. zeggen sommigen dat de eer­bied voor God en Zijn schepping er door toe zou nemen. Dit kan waar zijn, maar met eerbied alleen wordt geen mens veranderd van zondaar tot kind van God. De weg tot God is alleen via Jezus Christus. Hij is de deur en een ieder die op een andere wijze probeert binnen te komen is een dief en een moordenaar.

Er is op Cape Kennedy veel godsdienstigheid. Wist u dat 95% van allen die bij het ruimtevaartprogramma zijn be­trokken regelmatig naar de kerk gaan?…..maar wist u ook dat het morele verval nergens groter is dan daar, en bij­voorbeeld het aantal echtscheidingen een ongekend hoog percentage heeft bereikt?

Kan het menselijk streven om andere planeten te berei­ken vergeleken worden met de torenbouw van Babel? Wij spraken met gelovigen die menen dat men deze vergelijking niet mag maken omdat er in wezen niets verkeerds is in de toename van de wetenschap en zelfs door Daniël voorspeld werd.

Wij kunnen ons echter moeilijk voorstellen dat een kind van God, dat vol is van de Heilige Geest, zich nog druk kan maken over deze ruimtereis, terwijl er op deze wereld nog miljoenen zijn die leven in de slavernij van satan. Hij zal zich veeleer voorbereiden op de andere grote “ruimtereis” door positief en actief bezig te zijn in dienst van de Meester.

Juist omdat dit alles zich afspeelt in deze eindtijd zien wij in deze maanreis, en toekomstige andere planetai­re reizen, een grote truc van satan om de gedachten van de mensen af te leiden van de “ruimtereis” van de gelovi­gen.

Is het niet altijd het streven van satan geweest, heer­schappij te voeren vanuit het luchtruim? Is satan geen gevallen engel, die een derde deel van Gods engelen in ‘ zijn val heeft meegesleurd?

(Jes. 14:12-15) zegt: “Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij morgenster, zoon des dageraads; hoe zijt gij ter aarde geveld, overweldiger der volken.’ En gij overlegde nog wel. Ik zal ten hemel opstijgen boven de sterren Gods mijn troon oprichten en zetelen on de berg der samenkomst ver in het Noorden; ik wil opstijgen boven de hoogten der wol­ken, mij aan de Allerhoogste gelijkstellen. Integendeel, in het dodenrijk wordt gij neergeworpen, in het diepste der groeve”.

Van heel het menselijk streven om op natuurlijke wijze los te komen van deze wereld komt uiteindelijk niets te­recht, want satan is de grote inspirator achter dit alles. Hij is door Jezus overwonnen en gaat zijn eindvernietiging tegemoet.

Kind van God, laten wij voor 100% in de kracht en de overwinning van Jezus gaan staan, door onze geestelijke plaats in de hemelse gewesten in te nemen.

Strijders van het laatste uur

Wij zijn de geestelijke strijders van het laatste uur.’ Gods Woord en Geest zijn bezig ons “immuun” te maken voor alles, hoe spectaculair ook, wat er nog gebeuren gaat.

Onze blik is gericht op Jezus. Wij ervaren Zijn kracht en openbaren Zijn liefde en weten dat Hij alleen alle macht heeft (1) in de hemel en (2) op de aarde.’

Zoals Jezus de afstraling van de heerlijkheid Gods wassen de af druk van Zijn wezen, zo willen ook wij Zijn beeld openbaren.

Eens zal alles wat de mens-zonder-Christus gepres­teerd heeft in het niet verdwijnen en zal alle knie zich buigen voor Jezus, de Koning der koningen’

Dan zal ons niet gevraagd worden wat we lichamelijk, materieel of wetenschappelijk gepresteerd hebben naar wat -we gedaan hebben in dienst van Jezus…                        

Want, het woord des kruises is wel voor hen, die verloren gaan, een dwaasheid, maar voor ons die behouden worden is het een kracht Gods” (1 Kor. 01:18)

 

Zware tijden door A. Schenk

Dit is een woord dat wij lezen kunnen in (2 Tim. 03:01) “Weet wel, dat er in de laatste dagen zware tijden zullen komen…. “Er is geen twijfel aan, dat hetgeen wij hier lezen, vandaag om ons heen gebeurt.

Wij leven in een tijd als nooit tevoren. Op alle ter­reinen van het leven is dit te merken. In de eerste plaats is daar de zonde die hand over hand toeneemt. Waar men eerder niet van durfde dromen, doet men vandaag open­lijk. Daar is in de wereld een grote afval zich bezig te ontwikkelen. Wij zien gebeuren wat er staat in (2 Thess. 02:03): de mens der wetteloosheid gaat zich openbaren. Dit is ook wat velen van de jongeren vandaag bezielt; wetteloos­heid.

Ik was op de dam

In mijn vakantie was ik één dag in Amsterdam. Ik heb mijn licht opgestoken bij de jongelui die dag en nacht ver­keren rondom het monument op de Dam. Ik heb met verschil­lende jongens en meisjes gesproken en hun gevraagd waarom ze dit deden. Sommigen gaven geheel geen antwoord. Ande­ren hadden veel kritiek op de maatschappij. Maar dóór al­les, heen heb ik bespeurd, de wetteloosheid en de leegheid van hun.

Er gaan honderden jongelui in ons land vandaag ten on­der aan verdovende middelen, seks, enz. En het wordt goed gepraat. Ik las een artikel in één van de grote dagbladen waar in stond dat kerkelijke leiders de homoseksualiteit goedkeuren en goedpraten. “Zware tijden”, zegt de Bijbel.

Aanrandingen, roofovervallen, onzedelijkheid, moorden en zelfmoorden, het is niet meer van de lucht, ook in ons, land. De machten van satan: maken zich meer en meer mees­ter van de wereld.

En wat betreft de wetenschap, zij staat nergens meer voor. Voor veel dingen kunnen we dankbaar zijn, maar vele dingen zijn ook een bederf voor de mensen. Ik denk aan de atoombom.

De landing op de maan

Daar is de zoveel besproken maanlanding. Ik geef toe: een geweldig stuk techniek. Maar zijn achter deze dingen niet geestelijke machten werkzaam? De duivel zit niet stil, het begon al met Adam en Eva. Hij wil gelijk God zijn Dit gevaar zie ik ook wat betreft de maanlanding. De mens moet op de troon en God er af. En uiteindelijk zit dan de duivel op de troon.

Daar is oorlog tussen de Geest van God – om de volle­dige heerschappij te ontvangen, die Jezus heeft behaald op Golgotha – en tussen de geesten uit de afgrond, uit de hel zelf. In de eindtijd zal zich dit meer en meer gaan toespitsen. De duivel weet dat hij nog maar een korte tijd heeft. En Gods Koninkrijk heeft haast. Want Jezus staat te komen. Alle bereikt een hoogtepunt. Zo ook deze tijd, waarin wij leven.

De wereld is verblind

Je kunt deze dingen aan de wereld gaan vertellen, maar velen zijn zo verblind door de geesten van deze eeuw, dat zij de tijd waarin wij leven niet meer onderkennen. Men zegt: al deze slechte dingen warén er vroeger ook. En in­derdaad in het verleden waren die er ook. Maar, nogmaals, het neemt toe en gaat een hoogtepunt bereiken.

Eén van de tekenen van zware tijden is ook wat er zich op kerkelijk en geestelijk terrein afspeelt. Er is grote verwarring in de wereld, er is ook grote verwarring op godsdienstig terrein. De één roept: hier is het. Weer een ander: hier moet, je zijn. En wat een valse leringen zijn er al niet. De eén zegt, je moet heiligen aanbidden. De ander zegt, je moet je ouderwets gaan kleden. Weer een an­der zegt, Jezus is niet de Zoon van God, Hij was een ge­woon mens. Weer een ander zegt, onze kerk, onze belijde­nisgeschriften, die zijn alleen goed. Weer een ander het bloed van Jezus hebben wij vandaag niet nodig voor vergeving van zonden. Dan is er de evolutieleer, de leer’ dat God dood is en de leer dat de wonderen die in de Bijbel staan niet zo gebeurd zijn. Vele waarheden uit Gods Woord worden verwezen naar het rijk der fabelen. Van het scheppingsverhaal wordt gezegd dat het maar een sprookje is. Zo zou ik door kunnen gaan. Het heeft allemaal te maken met de zware tijden waarin wij leven .Want al deze mensen, die deze valse leringen verkondigen, noemen zich allen Christenen.’

Dwaalgeesten en valse leringen

In (1 Tim. 04:01) staat: “Maar de Geest zegt nadrukkelijk, dat in latere tijden sommigen zullen afvullen van het geloof, doordat zij dwaalgeesten en leringen van boze geesten volgen”.

En in (2 Tim. 03:05) lezen wij; “….die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben; houdt ook deze op een afstand”.

Tot slot (1 Joh. 04:01): “Geliefden, vertrouwt niet iedere geest, maar beproeft de geesten, of ze uit God zijn:, want vele valse profeten zijn in de wereld uitgegaan”. Het zijn boze geesten, dwaalgeesten, leugengeesten, vrome gees­ten die bovenal werkzaam zijn op kerkelijk en godsdiens­tig terrein. Ook daarin kunnen wij ervaren de zware tijden waarover de Bijbel spreekt.

Volkomen overgave is nodig

De valse Christenheid gaat zich hoe langer hoe duide­lijker openbaren. Daarvoor is nodig dat de ware kinderen Gods Jezus gaan volgen op de voet. Wij hebben maar één houvast, dat is het Woord van God. Van Genesis tot Open­baring. Daar moeten we ons volkomen aan gaan onderwerpen. Wat er ook mag gaan gebeuren, in deze eindtijd, het bloed van Jezus heeft ons verlost en bevrijd van de machten van satan en het wil ons beschermen, ook in deze moeilijke tijden. Satan gaat rond als een briesende leeuw, maar ook als een engel des lichts, doch het bloed van Jezus geeft afdoende bescherming.

En wat de geesten uit de afgrond ook mogen doen, door de Heilige Geest hebben wij kracht ontvangen in deze don­kere dagen. Halleluja.’

De Heilige Geest geeft ons de moed om tegen de grote stroom van zonde en leugen in te gaan. De Heilige Geest zal ons aanvuren in de strijd en ons leiden in alle waar­heid. Hij zal ons de toekomst verkondigen en Jezus verheerlijken in onze levens. De Heilige Geest maakt ons bekwaam om een getuige van Christus te zijn in deze eindtijd. De Heilige Geest zal ons met de rechte kennis vervullen en ons doen opgroeien naar de mannelijke rijpheid. De ‘ Heilige Geest zal ons meer en meer in bezit gaan nemen en de kennis van Gods Koninkrijk in ons leven zal toenemen.

Dit alles wil de Heilige Geest gaan bewerken in die harten van Gods kinderen die het Lam willen volgen waar het ook heen gaat.

Scheiding der geesten

Zware tijden om ons heen. Maar ik geloof aan de andere kant, dat er een toename is van de Heilige Geest en van heiligheid en reinheid in die levens die zich voor honderd procent aan Jezus geven.

Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht; wie vuil is, hij worde nog vuiler; wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd”(Openb. 22:11).

Het verschil in deze eindtijd zal tot openbaring komen, de valse godsdienst met haar dwaalgeesten aan de ene kant

En aan de andere kant zij die werkelijk wederom geboren zijn. Jezus zegt: “Houd vast wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme”(Openb. 03:11).

 

De mens, kroon der schepping Gods door Jan W. Companjen

“Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en het mensenkind, dat Gij naar hem om ziet? toch hebt Gij hem bijna goddelijk gemaakt en hem net heerlijkheid en luister bekroond. Gij doet hem heersen over de werken Uwer handen, Alles hebt Gij onder zijn voeten gelegd” (Ps. 008:005-007)-

“En God zeide: Laat ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat over de aarde kruipt. En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem” (Gen. 01:26-27).

“En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed”

(Gen. 01:31).

Uit bovenstaande Schriftgedeelten blijkt klaar en dui­delijk dat God de mens voor een bijzonder doel geschapen heeft. Dat doel heeft Hij tot op de dag van vandaag nog nooit losgelaten en Hij zal met de mens tot de bestemming komen omdat Hij het werk Zijner handen nooit zal laten varen.           

Het herstel van de kroon der schepping

Hij weet dat de mens eens tot de vrijwillige gehoorzaam­heid aan Hem zal komen. Dat de mens het zoenoffer, dat in Christus ons door de Vader gegeven is, volkomen zal aanvaarden. Dat de kroon der schepping dan hersteld zal worden, omdat zij de leiding van de Schepper aanvaarden zal en tot erkenning komt dat het menselijke verstand met haar kracht én geweld gefaald heeft.

Na 6000 jaar zal de sabbatsrust met kracht doorbreken, omdat de mens de Geest des Heren de ruimte geeft en zich in gehoorzaamheid overgeeft in het geloof dat het door die Geest geschieden zal dat de schepping hersteld wordt.

Door die Geest is het de mens gegeven om over het na­tuurlijke, maar ook over het bovennatuurlijke, het zicht­bare en het onzichtbare, te heersen.

Ik verwonder mij steeds weer over het feit dat er na zoveel jaren van geweldige doorbraken van de Heilige Geest, waarbij zeer velen tot een heerlijke en frisse Pinksterbeleving kwamen, er zo weinig zijn die geloof en inzicht hebben voor een herstel van alle dingen, met in­begrip van de kroon der schepping.

De massa blijft steken bij de behoudenis door het bloed van het Lam en de verzegeling door de Heilige Geest. Een zaak die alleen de menselijke kant maar tot een oplossing brengt, omdat dezulken ook nieuw bekeerden niet verder zullen brengen, omdat hun horizon niet verder rijkt.

Gods volk moet opwassen tot de volheid van Christus

Er bestaat aan dit alles ook nog een Goddelijke kant en dat is de opdracht dat de mens verder komt dan het(al­leen maar)dienen van de medemens.

Het redden van de mens uit zijn zondig bestaan, de vergeving van zonden door het ‘bloed van het Lam en de daarop volgende doop met de Heilige Geest is nog een puur mense­lijke aangelegenheid ten behoeve van de mens zelf.

God de Vader wil meer. Hij wil dat dit volk, dat door een Geest tot één Lichaam, tot één nieuw Godsvolk gedoopt is, opwast tot de volheid van Christus. Sommigen noemen dat heiliging, ik ben echter bang dat zij die dit zo noe­men vaak toch op een verkeerd spoor zitten, omdat zij met al hun karakter- en andere fouten er op uit zijn om Chris­tus gelijkvormig te worden op de wijze zoals het volkomen verkeerd gestelde lied ons wil laten geloven dat Zijn woorden altijd vriéndelijk en Zijn stem altijd zoet was.

Niets is minder waar. Jezus zei de Godsdienstige we­reld, die van zeer goede wille was, keihard de waarheid. Zo zelfs, dat Hij er voortdurend mee overhoop lag.

Het was een strijd tussen de vertegenwoordigers van de schaduwengodsdienst met hun tempel, vleselijke afstamming en invoeging in het verbond langs vleselijke weg (besnij­denis) en Jezus, het vleesgeworden Woord, die de vervulling van de wet en de profeten was. Hij kwam om de gehele mens, naar geest, ziel en lichaam te herstellen langs de weg van wedergeboorte, besnijding van het hart en doop in de Heilige Geest, stuk voor stuk aangelegenheden die in de onzichtbare wereld, in het inwendige van de mens plaats vinden.

De doorbraak van Gods Geest

Deze strijd vindt heden ten dage nog steeds plaats. De geloofsleer in kerken, kerkjes, enz. vindt heden ten dage nog voor 90 % op oudtestamentische wijze plaats. De tem­pel is nog steeds een heiliger plaats dan het Geest vervulde lichaam van het kind van God, met het gevolg dat alles of nog zeer veel in dat bouwsel moet plaats vinden en de leden, soms Geest vervulde, onvruchtbaar worden gemaakt. De afstamming langs vleselijke weg, o.a. door inschrij­ving in registers, gaat boven de afstamming in de onzicht­bare wereld, waar men door een Geest tot één lichaam ge­doopt is.

Dat alles, ik noem slechts enkele punten, zal nog afge­broken moeten worden, omdat al deze dingen de werking des Geestes voortdurend in de weg staan. Waar vrijheid is, waar een ieder werken en spreken kan zoals de Geest het hem of haar leert, daar zal Gods Geest op een machtige en spontane wijze doorbreken.

Jezus zelf zegt dat nieuwe wijn, het nieuwe verbond, niet in een oude zak, een oude vorm, verpakt kan worden. Indien men dit wel doet zullen de leden die tot een be­paalde bestemming door de Geest geroepen zijn, er uit barsten, de wijn, de Geest zal er uit stromen en ver­loren gaan. Indien men niet tot dit inzicht komt zal deze pijnlijke geschiedenis, wie kent haar niet in kerk en kring? zich steeds herhalen. De herders en de oudsten der gemeenten zijn momenteel in opleiding en het is te hopen dat men blij en gelukkig zal zijn als er vreemde eendjes in de Godsrivier gaan rondzwemmen. In het verleden zijn er al heel veel de nek om gedraaid en dit is de oorzaak dar wij nog niet een. veel dieper inzicht in het godsplan gekregen hebben. De Ark Gods, dat is de Gemeente, hebben wij naar een werelds systeem, van de heidenwereld afgekeken, op een wagen gezet, terwijl hij alleen maar door een priester­lijk volk gedragen mag worden. Het is een wet die nauwlet­tend in acht moet worden genomen en van deze dragers mag er niemand ontbreken. Als wij zo gaan optrekken zullen de vreugdedagen weer vreugdedagen gaan worden. Er zal inzicht komen en de hemelen zullen geopend worden opdat de anti­christ, de tegenwerkende krachten en machten in de hemel­se gewesten vernietigend verslagen zullen worden.

Wat God heden zoekt

God zoekt legerscharen die met Hem tot de overwinning zullen komen. Mens, kom tot uw doel, kom tot datgene waar­toe ’ u geschapen bent en waartoe de weg vrij is. Jezus leeft en Hij zal ook uw leven volmaken.

Ga op weg met Hem. Al wandelende, strijdende, vallend en weer opstaand zult u een Christen worden die steeds meer een beelddrager van zijn Heer en Meester is. Ook ten strijde trekkende tegen satanische machten die de wereld’ tot op de rand van haar bestaan heeft gebracht.

Jezus zal Overwinnen, wij met Hem. De stoottroepen, de Gideonsbende, de eerstelingen van de grote oogst, worden in gereedheid gebracht.

Bij deze grote geestelijke eindstrijd zal het Konink­rijk Gods zich baan breken en het Evangelie van Jezus Christus, het Evangelie van het Koninkrijk, zal over de gehele aarde verkondigd worden door Zijn Lichaam, dat met kracht en heerlijkheid bekleed zal zijn, omdat zij met Hem mede overwinnaars zijn geweest. God komt met Zijn’ schepping tot het volle doel. Wilt u tot dat doel komen? Strijdt dan on in te gaan. Amen.

 

 

Ingezonden mededelingen

Negende volle evangelie vreugde dag 14 september aanstaande. Zeg ja tegen het leven is het motto van de negende volle evangelie vreugde dag. Welke zondag 14 september in Den Haag wordt gehouden. (Congresgebouw bij “Madurodam”). Medewerkers zijn o.a. W. J. Oosterkamp (algehele lei­ding); M. van Essen (hammond orgel); Wim de Moor (solo­zang); Arie Pronk (zangleider); “The King Sounds”; Herman ter Welle (kindersamenkomsten); Corrie ten Boom, Karel Hoekendijk, J.I. van ‘Baaren, W.J. Lentink, K.v.d. Raa, G. en P. Prakken (sprekers). Deze vreugdedag is [weer georganiseerd door de

Ves. van volle evangelie zakenlieden “Nederland”(VEZA). (Er is een crèche voor baby’; (Deze jaarlijkse feest- en ontmoetingsdag van volle evangelie christenen begint om 10 uur.

Bijbelstudie en retraite weekend te Harskamp bij Ede

Op 3, 4 en 5 oktober wordt in hét conferentieoord “De Harscamp” te Harskamp bij Ede een Bijbelstudie-retraite weekend gehouden, georganiseerd door _het.. maandblad ” Opwekking” te Putten. De samenkomsten beginnen vrijdag avond. Zaterdagmorgen- mid­dag en avond zijn er diensten evenals zondagmorgen en mid­dag. Men kan zelf’ bepalen welk deel van het weekend men wil bijwonen. Kosten fl. 10,00 per dag, fl. 20 voor het hele weekend. Een vrij groot aantal echtparen kunnen aparte kamers krijgen. Opgaven aan opwekking te Putten. Sprekers zijn onder anderen Kees Goedhart, Ben, Hoekendijk en J. V. Petegem.

In een begeleidend schrijven waarin alle volle evangelie christenen worden uitgeno­digd schrijft evangelist Ben Hoekendijk: “Er is in vele harten een verlangen om eens een weekend lang onder de zalving van de Geest met een geopende Bijbel en in gemeen­schap met broeders en zus­ters uit allerlei kringen de Heer te zoeken. Op ons Bijbel studieweekend willen we vanuit Gods Woord onderzoe­ken wat de fundamenten, de vruchten en de gaven zijn”.

Samenkomsten “Johannesberg”

Zuiderzeestraatweg te 0ldebroek. Zaterdagavond half acht op 13 sept. evangelist A. Schenk (H.A.); 4 okt. Ds. K. van Twillert; 18 okt. Evangelist G Ernste; 1 nov. Evangeliste zr. Jvan Wieringen, 1 nov. ’s Middags 2 uur, dienst der gebeden.

 

Geloof of fanatisme door Sarina Mosterd

“Geloof nu is de zekerheid der dingen die men hoopt, en het bewijs der dingen die men niet ziet”(Heb. 11:01).

Prijs de Heer voor deze tekst.’ Wat heeft dit nu met fanatisme te maken? Geloof heeft ook niets met fanatis­me te maken. Fanatisme is de grote vijand van het geloof. En waarom horen we dan, wat men noemt, in onze “volle evangelie kringen” zo vaak? “Je moet niet fanatiek zijn”. Betekent dit even zoveel als? “Voer je geloof nu niet te ver door, verwacht niet te veel, want……”(vult u zelf maar in).

Wanneer wij geloven in het bloed van Jezus, en Hem als onze persoonlijke Redder hebben aangenomen, dan mogen wij al die dingen verwachten van God, zoals Hij deze beloofd heeft in Zijn Woord. Wij mogen verwachten dat Hij die dingen voor ons waarmaakt die zo nadrukkelijk beschreven zijn? de genezing, vervulling, het spreken in nieuwe tongen, welke belofte het ook mag zijn. We mogen het ons toe-eigenen, zoals de Bijbel zegt. Door ons geloof worden deze dingen een deel van ons.

“En toch zijn er velen onder ons ziek, en sterven er niet weinigen (1 Kor. 11:30). We zijn ziek, we verbergen het voor elkaar, we schamen ons en het oordeel van onze naaste broeders en zusters treft ons zwaar? “Zou hij of zij die ziek is wel recht voor de Heer staan?” Nee, u gelooft niet meer dat God‘ u teistert met ziekten e.d. U weet dat Hij de Heelmeester is, maar dat de satan, die rond gaat als een briesende leeuw, ieder kind van God als een stroopmassa tracht te omklitten, en steeds weer gretig zijn klauwen naar u en mij uitstrekt. Jezus zegt: “Weerstaat de duivel en hij zal van u vlieden”(Jak. 04:07). Wij mogen, ja zelfs moeten vaststaan in het geloof, en er op rekenen dat Hij die in staat was ons vrede in het hart te brengen, ook do genezing, vervulling, zal ‘brengen mits wij volharden, en vooral geloven dat de verwachting al een zekerheid is.

Fanatiek zijn is niet van God. Fanatiek zijn is handelen tegen beter weten in. U kent uw hart, en vooral de Heer kent uw hart. U moet zelf geloven, zelf volharden, en dan overwint Jezus voor u. Wij behoeven immers niet voor ons zelf te strijden, want God strijdt voor ons. (Neh. 04:20).

Soms weet men heel diep in zijn hart dat je niet kunt, of niet wilt geloven dat de Heer je geneest, en toch vol­houden tegenover de broeders en zusters: Prijs de Heer, Jezus is Overwinnaar, maar toch bijvoorbeeld met een maag­zweer blijven rondlopen. Dat is handelen tegen beter weten in, Jezus is wel Dezelfde, maar ons geloof niet……

Jezus honoreert geen fanatisme. Het is Zijn vijand. Zijn reeds overwonnen tegenstander. Jezus honoreert een een­voudig, kinderlijk geloof. Wordt niet fanatiek…… ga dan liever naar de dokter.

Waarom hebben de mensen in het volle evangelie voor de wereld altijd de bijklank fanatiekelingen te zijn? Hebben zij dit er zelf naar gemaakt? Het Woord van God is aller­minst fanatiek, maar reëel en nuchter.

ik sluit mijzelf hierbij in, lopen zo gemakkelijk met de lieve glimlach op, vooral vrolijk zijn, en lief zijn voor elkaar.

Dat is niet de liefde die God bedoelt, Jezus liep ook niet de gehele dag te lachen, maar Hij wees Zijn naasten op hun fouten, Hij sprak ze ernstig toe, en was met ontfer­ming bewogen.

Dat fanatieke glimlachje van ons is vaak fataal voor de bekering van velen. Vreugde ligt in de ziel, en de ogen zijn daar de spiegel van. Laat dan niet het fanatisme van: “Zie je wel, ik ben er ook één van het volle evangelie , maar de liefde van Jezus in uw ogen weerspiegeld zijn. God zegene u!

 

Br J. Noë naar de Canarische eilanden

Zoals wij in ons vorig nummer reeds in het kort konden meedelen is onze medewerker br. J. Noë uit Leidschendam naar de Canarische eilanden vertrokken om daar het volle evangelie te brengen. Onderstaand “afscheidsartikel” werd nog voor zijn vertrek op 25 juli j.l. geschréven, maar in ons volgend nummer hopen wij zijn eerste indrukken en erva­ringen te publiceren. Wij wensen broeder Noë Gods rijke zegen toe bij de uitvoering van deze belangrijke opdracht in dienst van de Meestér.’            -redactie.

Geliefde broeders, zusters en vrienden. Dit is voorlo­pig de laatste maal dat ik een stukje voor “Levend Geloof” in Holland schrijf. Ik vertrek n.l. vrijdag 25 juli; naar de Canarische eilanden, behoren aan Spanje, om daar het evangelie te brengen. Hier wonen n.l. Hollanders en Indi­sche Hollanders, waarvan de geestelijke verzorging te wensen overlaat.

De Heer heeft mij duidelijk de weg getoond en ik vroeg Hem mij een stuk uit Zijn Woord te doen opslaan ter beves­tiging. En Hij liet mij het volgende uit Jeremia 1:4-12 (Jer. 01:04-12) le­zen:

“Het woord des Heren nu kwam tot mij: Eer Ik u vormde in de moederschoot, heb Ik u gekend, en eer gij uit uw moeders baarmoeder geboren werd, heb Ik u geheiligd; tot een ‘ profeet voor de volkeren heb Ik u gesteld. Doch ik zeide: Ach, Here Here, zie, ik kan niet spreken, want ik ben jong. De Here echter zeide tot mij: Zeg niet, ik ben jong, want tot een ieder, tot wie Ik u zend, zult gij gaan, en alles wat Ik u gebied, zult gij spreken. Vrees niet voor hen, want Ik ben met u om u te bevrijden, luidt het woord des Horen. Toen strekte de Here zijn hand uit en roerde mijn mond aan, en de Here zeide tot mij: Zie, Ik leg mijn woorden in uw mond; merk op, Ik stel u heden over de vol­ken en de koninkrijken om uit te rukken en af te breken, om te verdelgen en te verwoesten, om te bouwen en te planten.

En het woord des Heren kwam tot mij: Wat ziet gij, Jeremia? Toen zeide ik: Ik zie een amandeltwijg. Daarop zeide de Here tot mij. Gij hebt goed gezien, want Ik waak over mijn woord om dat te doen”.

Het wonderbaarlijke is, dat aan het slot gesproken wordt over een amandeltwijg. Nu, op de Canarische eilan­den groeien amandelbomen en het is een prachtig ge­zicht als die in bloei staan.

Ja, God is goed, Hij is wonderbaar. Het is zo fijn, ze­ker te weten, dat Hij je uitzendt) want dan gaat Hij het werk zegenen.

Hoe lang ik weg blijf weet ik niet, de Heer leidt al­les. Ik weet wel, dat ik niet alleen voor de Hollanders van Jezus Christus zal getuigen, maar ook voor de Span­jaarden.

De mogelijkheid is niet uitgesloten dat ik ook naar Spanje zal gaan, daar wonen n.l. ook veel Nederlanders, ook Indische.

Ik zal voor “Levend Geloof” blijven schrijven en hier­door zult u met de gang van zaken op de hoogte blijven.

Het is mijn bedoeling mij te vestigen op Gran Canaria bij Las Palmas en vandaar uit ook de andere eilanden te be­zoeken.

Geliefde broeders en zusters en vrienden: God zegene en sterke u. Volhard in de gezindheid van Christus, het woord des levens vasthoudende in geloof.  Wees als lichtende sterren, temidden van dit ontaard geslacht. (Filip. 01:27-30; Filip. 02:01-18).

 

1969.05 nr. 111

Levend Geloof 1969.05 nr. 111

Toen en nu

Wie in Handelingen leest komt steeds weer onder de indruk van de geweldige dingen die God in de begintijd van het Christendom deed. We lezen hoe door de tekenen en wonderen die de apostelen, vol van de Heilige Geest, de­den, velen tot geloof in Jezus kwamen en op hun beurt weer anderen tot Jezus leiden. Het evangelie had “snelle voortgang”; Er zat “vaart” achter! Het was een niet af te remmen openbaring van de machten van Gods Koninkrijk via menselijke instrumenten.

Want dit mag men nimmer over het hoofd zien: God is bij het volvoeren van Zijn plannen voor deze wereld van mensen afhankelijk, dit was in het verleden zo en dit is vandaag nog zo.’

Daarom is het Pinkstergebeuren te Jeruzalem niet alleen belangrijk als “beginfase” van de Gemeente van Christus, maar juist nu de Gemeente in Zijn eindstadium is gekomen, behoort de volle Pinksterkracht zich in de gelovigen te openbaren.       

De duivel is er in deze wereld op uit de mensen hoe langer hoe vaster in zijn greep te krijgen, omdat hij weet dat hij nog slechts een korte tijd heeft. Hij tracht ook de gelovigen aan zich te binden. Daarom is het ondenkbaar dat een gelovige zonder de Pinksterervaring stand kan houden tegenover de satanische aanvallen. Bovendien is hij zonder Pinksterervaring geen volwaardig instrument in dienst van de Meester.

Pinksteren mag echter geen ervaring van het verleden alleen zijn. Toen de Heer mij elf jaar geleden doopte met Zijn Geest, was dat een machtige gebeurtenis. Maar het zou in de ogen van God waardeloos zijn als ik niet (eind- mei 1969) zou weten dat Gods Geest in mij is.

De tijd van Handelingen was een geweldige tijd, maar in deze tijd is er opnieuw een grote machtsopenbaring gaande.’ Als wij er maar oog voor hebben

De apostel Jacobus spreekt van een vroege en een .late regen. Het is nu de tijd van de late regen.

Iedere gelovige is hierbij betrokken, want hij is ge­roepen een levend getuige van Jezus te zijn. Het is daarom uitermate belangrijk dat iedere gelovige een Pinkstergelovige is in de volle Bijbelse betekenis.

Jezus heeft gezegd: “Wie in Mij gelooft gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien”(Joh. 07:38). Kunnen de mensen, in nood hun dorst bij u lessen, doordat u vol bent van de Heilige Geest? In de eerste Christengemeenten was dit wel het geval. Het is de wil van God dat dit ook nu, in u en mij, tot openbaring komt.’

 

De boodschap van Amos is een boodschap voor onze tijd

door Gert Jan Doornink

“Toen zond Amazia, de priester van Bethel, aan Jerobeam, de koning van Israël, deze bood­schap: Amos smeedt een samenzwering tegen u te­midden van het huis Israëls, het land zal al zijn woorden niet kunnen verdragen. Want zo heeft Amos gezegd: door het zwaard zal Jerobeam ster­ven, en Israël zal voorzeker in ballingschap wegtrekken uit zijn land. Vervolgens zeide Amazia tot Amos: Ziener.’ ga heen, vlucht naar het land van’ Juda; eet daar brood, en profeteer daar. Maar in Bethel moogt gij voortaan niet meer profeteren, want dit is een koninklijk heiligdom en het is een rijkstempel. Doch Amos gaf Amazia ten antwoord: Ik ben geen profeet en ik ben geen profe­tenzoon, maar ik ben veehouder en kweker van moerbei vijgen. Doch de Here nam mij achter de schapen vandaan, en de Here zeide tot mij: Ga heen, profeteer tegen mijn volk Israël” (Amos 07:10-15).

Ga heen…

Het is opvallend en ik ben er altijd weer blij om, als ik in de Bijbel lees, hoe God zijn opdrachten vaak bekend maakt aan gewone mensen, mensen zoals u en ik. Toen Mozes de grote opdracht van God ontving om het volk Israël te leiden uit het land Egypte naar het beloofde land, was hij bezig de schapen van zijn schoonvader Jethro te hoeden (Ex. 05:01). David was ook schaapherder toen hij geroepen werd om tot koning gezalfd te worden (1 Sam. 16:11). De discipelen waren aan het vissen toen Jezus hun riep Hem te volgen. Zo was Amos veehouder en fruitkweker.

Door de gehele Bijbel loopt deze lijn, die tot op de dag van vandaag kan worden doorgetrokken, want ook nu roept God vaak gewone mensen in Zijn dienst. Zij missen dikwijls een universitaire opleiding, het zijn geen ”vak- theologen”, maar – en dit is in Gods ogen het belangrijk­st zij zijn, wedergeboren en vervuld met de Heilige Geest. Zij brengen het onvervalste Woord van God onder de zalving van Gods Geest, hun prediking wordt bevestigd door tekenen en wonderen, zoals het ook’ in de dagen van Jezus en de eerste Christengemeenten gebéurde.

Natuurlijk is God bij machte ook intellectuelen te ge­bruiken in Zijn dienst, en we zien, dit soms ook. Bij Hem geldt, geen aanzien des persoons. Hij ziet naar het hart van de mens en wil Zijn kracht in onze zwakheid volbren­gen.

Juist in deze dagen rondom Pinksteren denken wij terug aan de grote opdracht die Jezus aan Zijn discipelen gaf om heen te gaan in de gehele wereld ‘en Zijn boodschap van volkomen verlossing te verkondigen en in praktijk te brengen. Wij moeten terugdenken aan de afscheidswoorden van Jezus,, vlak voordat Hij van deze wereld wegging: “Gij zult kracht ontvangen wanneer de Heilige Geest over u komt en gij zult Mijn getuigen zijn…..” (Hand. 01:08).

Om werkelijk bruikbaar te zijn in dienst van de Meester is het noodzakelijk om vervuld te zijn met de Heilige Geest. Bent u reeds gedoopt met Gods Geest?

Juist in onze tijd, nu de duisternis in deze wereld zo snel om zich heen grijpt en de duivel alles op alles zet om de mensen vaster aan zich te binden, is het zo noodzakelijk om Gods kracht te bezit­ten om staande te kunnen blijven en anderen te kunnen helpen.

Amos tijd en onze tijd

De tijd waarin Amos moest profeteren had veel overeenkomst met onze tijd. Dat wordt ons wel duidelijk als wij het boekje Amos doorlezen. “Want Ik weet, dat uw overtredingen vele zijn, en uw zonden talrijk”(Amos 05:12). (Amos 05:13) zegt: “Het is een boze tijd.” En iedereen die objectief deze tijd onder, ogen ziet, zal hetzelfde  moeten zeggen.

Er was hoogmoed en geen verbrokenheid, waardoor schuld­besef ontbrak (Amos 06:06-08). In de ogen van God was (en is,’) dit een gruwel. Hoogmoed komt voor de val. Dat zal ook in onze tijd openbaar komen. De gerichten en oordelen waarvan Openbaring spreekt, zullen zeker over deze wereld konen. De wereld die het hoe langer hoe meer meent zon­der God te kunnen stellen, zal – tenzij ze zich bekeert – bedrogen uitkomen.

Helaas is de zonde van hoogmoed ook de Gemeente bin­nengedrongen. Gelovigen die niet “nederig” willen zijn, zijn, niet ten volle bruikbaar in dienst van Jezus. Nu be­doelen wij met “nederigheid” geen gewilde, kruiperige nederigheid, die wij soms bij bepaalde gelovigen aantreffen. Bijbelse nederigheid wil zeggen: leven in afhankelijkheid van de Heer. Het principe van de nederige gelovige zal steeds zijn: “Heer, wat wilt Gij dat ik doen zal”.

In de tijd van Amos was er, evenals in onze dagen, een schijn van Godsdienst, maar de kracht was er niet. Onder koning Jerobeam was de materiële welvaart enorm gestegen, maar het volk ging innerlijk sterk achteruit.

De Godsdienst had alleen een uiterlijke vorm en dit was de Heer een gruwel. Lees maar eens (Amos 05:21-24). In onze dagen is het naam-Christendom ook ver afgeweken van het oorspronkelijke geloof. Maar in deze eindtijd zien wij ook overal in de wereld hoe God mensen roept om weer het oorspronkelijke, volle evangelie te verkondi­gen. Amos liet zich niet afremmen door niet te profete­ren, zo zal ook in onze dagen de echte gelovige, dwars tegen alles in, gehoorzaam zijn en die dingen doen die de Heilige Geest van hem vraagt.

De Heer toonde Amos in vele gezichten en visioenen dat Hij de zonden van Zijn volk zou gaan straffen. Wat ging Amos nu doen? Het is goed om dit onder’ ogen te zien, opdat ook wij ons geloof kunnen “optrekken” aan het leven van Amos.

Wat deed Amos? – En wat moeten wij doen?

1.Hij bad.

In (Amos 07:01-06) lezen wij over twee visioenen die Amos van de Heer ontvangt. God zou met strafoordelen komen, maar Amos’ reactie hierop is dat hij gaat bidden.’ Hij roept tot God om vergeving voor de zonden van Zijn volk. En dan gebeurt het wonder: “Het berouwde de Here. Het zal niet geschieden”. Is dat niet wonderbaar? En dat door het ge­bed van één man. Zegt Jacobus niet dat het gebed van een rechtvaardige veel vermag, doordat er kracht aan verleend wordt? (Jak. 05:16).

Hoe is het met ons gebedsleven gesteld? Nemen we wel voldoende tijd om Gods aangezicht in oprechtheid te zoe­ken? Het gebed is nog steeds een geweldige kracht.

2.Hij sprak… en hoe…

De profetieën die Amos uit moest spreken waren radi­caal en concreet. Zij waren niet voor tweeërlei uitleg vatbaar en gingen “recht op de man af”. “Zoekt het goe­de en niet het kwade, opdat gij leeft”(Amos 05:14). “Zoekt Mij en leeft”., “Zoekt de Here en leeft”(Amos 05:04-06).

Dit mogen ook wij vandaag verkondigen aan een ondergaan­de wereld. Geen compromis-boodschap, maar de radicale boodschap dat Jezus de volkomen Verlosser is. Het is Je­zus en Jezus alleen. Er is onder de hemel geen andere Naam, waardoor de mens vrede met God kan ontvangen.

3.Hij was onbevreesd

Onbevreesdheid was een kenmerk van Amos’ leven. Het zal ook het kenmerk zijn van de ware gelovige. Toen Amazia Amos verbood in Bethel te profeteren (Amos 07:15) ant­woordde Amos: “Doch de Here nam mij achter de schapen van­daan, en de Here zeide tot mij: Ga heen, profeteer tegen mijn volk Israël” (Amos 07:15).

Amos had zijn vertrouwen volledig op de levende God gesteld. Hij wist dat die hem kracht verleende. Zo mogen ook wij weten dat Gods kracht in ons is, als wij gedoopt zijn met de Heilige Geest, want Jezus zei: “Gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest, over u komt”.

Waarom nog langer vreesachtig? “God heeft ons niet gegeven een geest van lafhartigheid, maar van kracht, van liefde en van bezonnenheid”(1 Tim. 01:07).

4.Hij was gehoorzaam

We lezen van Amos niet dat hij ongehoorzaam was. Neen, Amos vertrouwde God in alle dingen. Hij had geloof.

Geloof is absoluut noodzakelijk voor elk kind van God. Het is de spil waar alles om draait. (Heb. 11:06) zegt dat het zonder geloof onmogelijk is God welgevallig te zijn.

Geloof gaat hand in hand met gehoorzaamheid. Als die twee er zijn gaat God Zijn beloften waar maken. We zien dit aan het einde van Amos 9 duidelijk beschreven. Hoe God een keer gaat brengen in het lot van Zijn volk Israël.

Dit wil God ook in de eindtijd doen met Zijn Gemeente. Er zullen gelovigen zijn die niet de volle weg met Jezus willen gaan. Zij zullen “verachteren in de genade”. De Heer kan hen niet-gebruiken in Zijn dienst. Zij hebben geen geloof, zijn vreesachtig en ongehoorzaam. Zij zijn niet klaar om Jezus te ontmoeten .

Maar er zullen ook gelovigen zijn, die evenals Amos leven en de Heer werkelijk dienen?

Dat zijn de gelovigen waarvan Efeze 4 spreekt. Zij hebben de “mannelijke rijpheid” bereikt. En zijn, niet ‘ meer onmondig, op en neer, heen en weer geslingerd onder invloed van allerlei wind van leer”. (Ef. 04:14).

Behoort u tot deze categorie gelovigen? Dan zal de Heer zich over u verheugen en kan Hij u gebruiken als een instrument in Zijn hand, zoals Hij ook Amos kon ge­bruiken.    

 

Redactie

Dat “Levend Geloof” door velen gewaardeerd wordt blijkt o.a. uit de voortdurende toename van het aantal abonnees. Ook deze maand heten wij weer een aantal nieuwe abonnees hartelijk welkom!

Wij willen echter met nadruk vaststellen dat het ons niet gaat om de macht van het getal, maar om de verkon­diging van de macht van Jezus van Nazareth. Dit is onze opdracht, waaraan wij gehoorzaam willen zijn ook via “Le­vend Geloof”.

Nu in onze dagen het lauwe en verwaterde Christendom geen antwoord meer heeft voor een wereld in nood, is het meer dan ooit noodzakelijk.dat de werkelijke Christen actief en vol vuur getuigt van de macht van Jezus van Nazareth.

U kunt dit ook doen via “Levend Geloof”. Doe zoals anderen en neem regelmatig een aantal bladen af voor verspreiding of colportage. (10 exemplaren en meer a 40 ct.) Of geef geschenkabonnementen.

“Levend Geloof” brengt op gezonde, positieve wijze de volle evangelie boodschap in al zijn facetten.

 

Leeft u in het Oude of in het Nieuwe verbond door Jan W. Companjen

Het is alles tot ons voorbeeld geschied. Het gehele oude verbond is een aaneenschakeling van voorbeelden hoe onze geestelijke strijd moet zijn. Zoals eens het volk Israël het land Kanaän, de navel der aarde, veroverde en bevrijdde van satanische machten, waarbij soms mens en dier gedood moesten worden omdat zij volkomen door dui­velse machten in bezit genomen waren, zo moet thans door verovering en strijd de aarde verlost worden van de satanische machten en krachten.

Er is echter één zeer groot verschil: onze strijd is niet meer tegen vlees en bloed, maar rechtstreeks ge­richt tegen de boze geesten in de onzichtbare wereld.

Vlees en bloed zullen het Koninkrijk Gods niet beër­ven, onze strijd is een geestelijke strijd en langs die weg zal het Koninkrijk der hemelen zich baanbreken met geweld. Zoals een zaadje zich met geweld baan breekt en zich door niets laat hinderen, indien het maar voedings­bodem bezit, zo komt het Koninkrijk Gods openbaar in mensen die het beeld Gods gaan dragen en de Zoon gelijkvormig worden. Sprak Jezus niet aldus: Indien Ik door de Geest Gods de boze geesten uitdrijf, dan is het Konink­rijk Gods over u gekomen”?

Dit geheimenis werd bij de komst van Jezus op aarde openbaar gemaakt. Hij streed niet meer tegen vlees en bloed, Hij was geen aards koning met praal en gezag die aan heb hoofd van legerscharen ten strijde trok, neen Hij was een man van vlees en bloed, bezield met de Geest Gods, die direct tot de kern van de zaak doordrong en de gevallen mens van binnenuit herschiep.

Hij herstelde de mens en maakte hem bekwaam tot de

dienst waartoe hij bestemd was, Hij vergaf de zonden. Hij genas de zieken en maakte de gebondenen vrij. Dit Evangelie verkondigde Hij en Hij ging het land door, goed doende en genezende , allen, die door de duivel overweldigd waren.

Dit was Jezus en dit is Jezus. Bij Hem is geen veran­dering. Hij is Dezelfde nu.

Dezelfde Geest die eens Jezus hier op aarde bezielde, is na de hemelvaart van Jezus, na Zijn afscheid van de zichtbare wereld, terug gekomen en heeft met Pinksteren en vele, vele malen daarna, intrek genomen in Zijn Lichaam, de Gemeente.

Hij, die heiligt, en zij, die geheiligd worden, zijn allen uit een. (Heb. 02:11). Hij is het Hoofd en Hij is de ko­ning van dat volk dat door die éne Geest tot één Lichaam gedoopt is.

Dat is het nieuwe verbondsvolk Gods. Men wordt hiervan dan ook niet anders deelgenoot dan langs die éne weg Gods, namelijk door het aanvaarden van Jezus als Verlosser en Koning.

“Het nieuwe Verbond ligt open voor Jood en heiden, doch men zal hiervoor het zichtbare, wat voor ogen is, kerk (tempel) met zijn priesterschap, het natuurlijke Is­raël en Jeruzalem, moeten loslaten en kiezen voor Koning Jezus”.

Het Nieuwe Verbond is in Zijn Bloed, dat wil zeggen is in Zijn Wezen. Zoals Hij was zo zullen Zijn navolgers moeten (en kunnen)zijn.

Dat verbonden zijn met Zijn We­zen, met Zijn innerlijk, wordt op zo’n machtige wijze in het Avond­maal geprojecteerd (getoond). Zó als brood en wijn in ons bloed wordt opgenomen en door ons hele lichaam trekt, zo wil Hij met Zijn Geest ons hele wezen in bezit nemen en ons doortrekken, doordrenken van Zijn Heer­lijkheid. Daarom zegt Jezus in het hogepriesterlijke ge­bed (Joh. 17:22); “De heerlijkheid die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven”. Hij wist dat Zijn volgelingen nieuwe scheppingen zouden zijn. Het oude is voor deze mensen voorbij gegaan en het is alles nieuw geworden. Daarom schaamt Hij zich niet hun broeders te noemen en daarom is Hij Eerstgeborene onder vele broeders. Dat is de taal van de Bijbel, dat is Gods Woord en dat is wat anders dan zon­daar zijn en blijven tot je dood.

In onze tekst (1 Sam. 08:07) zien, wij wanneer Israël tot zijn vleselijke Godsdienst gekomen is. Zij moesten iemand  hebben die voor hun uittrok. Zij wilden zijn als alle andere vólken (godsdiensten) en geleid worden door een zicht­bare koning. De waarschuwing dat zo’n koningschap gepaard zou gaan met de ontneming van hun vrijheid, baatte niets. Zij zouden hun zonen moeten leveren om aangesteld te wor­den als oversten over duizend en over vijftig, zij zouden voor hem moeten werken en hun dochters geven als zalf maaksters, kooksters en baksters. Ja zij aanvaarden het dat zij tot slaven zouden zijn.

Dit alles geschiedde heel in het begin na de verovering van het beloofde land. Aanvankelijk leefden zij na de dood van Jozua rechtstreeks onder de leiding van de Heer en zij werden sterk. De afval kwam omdat zij niet radicaal alles opruimden wat hun tot een valstrik zou kunnen zijn. Zij sloten verbonden met overgebleven inwoners, braken hun altaren niet af, doch lieten hun herendiensten verrichten, deze volkeren werden hun tot een valstrik en zij vervielen tot afgoderij.

Dan volgt er de periode dat het volk steeds weer in grote benauwdheid kwam, waarna de Here hun een Richter verwekte die hun verloste uit de nacht van hun plunde­raars. (Debora, Gideon, Simson, enz.).

Aan het eind van het leven van Samuël kiezen zij voor het koningschap in de zichtbare wereld en treden zij een nieuw tijdperk binnen. Een tijdperk waar wij nu nog midden in leven.        

Het aanvaarden van de onzichtbare Jezus als Heer en Koning is voor velen nog een groot probleem.’ De hoofdstukken 14 tot en met 17 van het Johannes Evangelie zijn nog geen werkelijkheid voor hun. Zij zeggen wel dat zij voor Jezus gekozen hebben, maar de werkelijkheid laat niets anders zien dan een geloof gebaseerd op uiterlijkheden die wij ook in Israël vinden ten tijde van het koningschap. Even­min als de godsdienstige wereld tijdens Jezus’ rondwandeling op aarde hun godsdienstige uiterlijk opgaf voor het volgen van Jezus, kunnen zij dit nu doen. Het is zoals Je­zus zei: witgekalkte graven, van buiten mooi wit, doch van binnen (onveranderde) dorre doodsbeenderen. Men is zondaar en blijft zondaar.

Met de uitstorting van de Heilige Geest kwam Jezus terug. Deze werkelijkheid moet bij het volk Gods verwerkt worden, opdat zij ook werkelijk verwezenlijken kan wat zij bij deze terugkeer van Hem ontving. Lees ten aanzien hier­van de laatste hoofdstukken van Johannes eens door. Daar zijn vele woningen u bent daar een woning van. Dan zult u gaan begrijpen wat het wil zeggen te mogen behoren tot inwoners van het Hemelse Jeruzalem. Dat u met Hem in de hemelse gewesten verkeren mag en dat u aldus zult zijn waar Hij is (Joh. 14:03).

Ten aanzien van deze dingen rust er op onze schouders een belangrijke opdracht want wij zullen gezamenlijk in­zicht in deze dingen moeten krijgen. Dan, ja dan pas, zullen wij tezamen met alle heiligen kunnen opwassen tot alle volheid Gods.

Wij zullen moeten komen open te staan voor het werk Gods in ons. Neem afscheid van de schaduw-periode en keer terug naar de persoonlijke omgang met God. Zoals Henoch met Hem wandelde, zo zullen wij met Hem omgaan. Via die omwandeling zullen wij de volmaaktheid bereiken en dat alles is een zaak van het geloof. Hebreeën 11 noemt een groot aantal geloofshelden op, maar het geloof dat nu ge­openbaard wordt zal de wereld overwinnen.

Vanuit het hemelse Kanaän mogen wij de geloofsstrijd gaan voeren, en in Zijn Naam, de wereld tegemoet treden. Hij is Koning der koningen en zegt tegen u en tegen mij: Ruim op en breek af elk afgodenaltaar, breek de hoogten af, bevrijd gebondenen, vergeef zonden en genees zieken. Want zie het Koninkrijk Gods is over u, is nabij gekomen.

Heer, ‘k wil U danken, U loven en prijzen, Voor alles wat U doet voor mij.

Heer, ik wil dagelijks U hulde bewijzen, Door te leven zoals Gij.

Ik wil de weg gaan die U hebt gewezen, U zult mij steeds weer de kracht daarvoor geven. Dank Heer, dat ik in de Hemel woon, En met U zitten mag op de troon.

 

“De Here zei tot Samuël; Luister naar het volk, in alles wat zij tot u zeggen, want niet ü hebben zij verworpen, maar Mij hebben zij verwor­pen, dat Ik geen Koning over hen zou zijn”. (1 Sam. 08:07)

Actie 2000 door Gert Jan Doornink

De in ons vorig nummer aangekondigde “actie 2000” is inmiddels van start gegaan. We zijn dankbaar en blij voor de inmiddels ontvangen bijdragen. Iedere gever of geefster ontvangt een persoonlijk schrijven van ons.

Wij willen nog even herhalen wat het doel van deze actie is. Door de voortdurende uitbreiding van de “Levend Geloof” arbeid is het noodzakelijk dat de eigen “Levend Geloof” drukkerij ver­nieuwd wordt. O.a. is het noodzakelijk dat de tweedehands en met de hand be­diende stencilmachine vervangen wordt door een elektrische, automatische ma­chine. Voor één en ander is een bedrag nodig van minimaal ƒ 2000, —, welk be­drag uit de gewone middelen niet kan worden bekostigd.

Op de medewerkersvergadering van 19 april werd daarom met algemene stemmen besloten een beroep op de “Levend Geloof” lezers te doen, hiervoor een bijdrage te sturen.

Als u nog niet gereageerd hebt, zouden we het zeer op prijs stellen ook van u een positieve reactie te vernemen.

U kunt uw bijdrage storten op gironummer 10.24798, ten name van Adm. “Levend Geloof”, Kerkstraat 32, Veessen, post Heerde. Bij voorbaat hartelijk dank.’ ‘)   

P.S. De actie sluit 1 juli a.s.

Wilt u op het girostrookje vermel­den: “Aktie 2000”?

 

Van de redactie

Afscheid br. Wols. – Onze medewerker broeder D. A. Wols zag zich door omstandigheden genoodzaakt zijn arbeid voor “Levend Geloof” te beëindigen, wat wij uiteraard ten zeer­ste betreuren. Vanaf deze plaats willen wij onze oprechte en hartelijke dank uitspreken voor zijn medewerking aan ons blad. Broeder Wols schreef in het verleden een enkele maal in ons blad, maar na de overname van zijn “Blad voor de Kerken” door “Levend Geloof” was hij een geregelde schrijver, wiens artikelen door velen zeer gewaardeerd werden. Wij wensen br. Wols en zijn gezin Gods rijke zegen toe op hun levensweg en geloven dat de Heer hen ook ver­der zal gebruiken als een instrument in Zijn hand en tot eer van Zijn Naam. Gaarne laten wij thans br. Wols zelf aan het woord:

Om interne redenen moesten we het zware besluit ne­men, de medewerking aan “Levend Geloof” te beëindigen. Wij danken u allen hartelijk voor belangstelling en reacties op de artikelen. Inzonderheid de hoofdredacteur, broeder Doornink, voor de prettige samenwerking. We hopen en bid­den dat de Heer door de leiding van de Heilige Geest dit werk van “Levend Geloof” mag bestendigen en redacteur en medewerkers onder de directe leiding des Geestes hun werk mogen verrichten. God zegens u. Dirk A. Wols”.

Spreekbeurten – De redacteur spreekt:

Donderdag 5 juni te Deventer, zaal Tabakswal, 20 uur. Zaterdag 7 juni te Oldebroek, “Johannesberg”, 19.30 uur. Zondag 8 juni te Warnsveld, zaal Postduivenvereniging, 10 u Zondag 15 juni te Hattem, voormalige synagoge, 10 uur.

Op “Johannesberg”, Zuiderzeestraatweg te Oldebroek worden in juni de volgende samenkomsten, gehouden, telkens op zaterdagavond half acht: 7 juni, zie boven; 21 juni, br. J. v.d. Linden, 28 juni Ds. K. van Twillert.

Winterswijk – Samenkomsten van de Volle Evangelie gemeente, iedere zondagmorgen 10 uur in de kantine van machinefabriek Brasz. Op zondag 20 juli spreekt de redacteur van “Levend Geloof”.

 

Laat u gebruiken door de Heilige Geest door A. Schenk

In (1 Petr. 02:04-05) staat: “En komt tot Hem, de levende steen, door de mensen wel verworpen, maar bij God uitverko­ren en kostbaar, en laat u ook zelf als levende stenen ge­bruiken voor de bouw van een geestelijk huis, om een hei­lige priesterschap te vormen”.

In vers 5 wordt gesproken over levende stenen. Het kind van God wordt hier vergeleken met een steen. Zo als u wel weet zijn er verschillende stenen in de bouwwereld. Voor dat ze in de handen van de bouwvakker komen is er al heel wat met deze stenen gebeurd. In de eerste plaats zijn ze in een bepaalde vorm gedaan, daarna worden ze onder hoge tem­peratuur in de oven geplaatst om gebakken te worden. Na al deze werkzaamheden kunnen ze pas naar het bouwwerk ge­bracht worden, om op de juiste plaats, ingemetseld te wor­den.

Er wordt vaak door kinderen Gods gedacht, dat wij, kind van God zijn geworden om later in de hemel te komen. Dit is niet juist. Wij zijn kinderen Gods geworden om tot lof en eer van Zijn Naam te leven. Het einddoel voor een kind van God is de hemel’, maar zolang wij hier op aarde zijn heeft God een ander doel met uw leven. Hij wil ‘u en mij gebruiken om Zijn plan te vol voeren hier op aarde. Hij wil dat wij vrucht van de Heilige Geest voort zullen brengen, Galaten 5; maar ook dat de gaven van de Heilige Geest in ons zullen functioneren- 1 Korinthe 14 Ook wil de Heilige Geest een kind van God een bepaalde bediening geven. (Ef. 04:11; 1 Kor. 12:28).

Zo als een steen gebruikt wordt voor de bouw van een huis of gebouw, zo wil de Heilige Geest u en mij gebruiken als levende stenen. Het is niet mogelijk om van één steen een huis te bouwen, maar tezamen met andere stenen kan er gebouwd worden. Zo ook in de gemeente van Jezus Christus. EIk kind van God is een steen. Denk nu maar niet bij uzelf ik ben te gering, ik neem maar een bescheiden plaats in in de gemeente”. U past juist in het geestelijk bouwwerk want tezamen met de andere stenen vormen wij het geestelijk bouwwerk, luister maar eens wat er staat geschreven in (Ef. 02:21) in Hem wast elk bouwwerk, goed ineensluitend op tot een tempel, heilig in de Here, in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest”

Hebt u zich al afgevraagd, voor het aangezicht‘ van de Heer, of u zich op de juiste plaats bevindt, en of u de juiste bediening hebt in de gemeente? Vraag de Heer of u zich wil gebruiken als een levende steen. Want dat is uw bestemming. Niet wij hebben het voor het zeggen waar Hij ons gebruiken zal en waarvoor. Maar Hij zal u de juiste plaats aanwijzen.

Wanneer daar een hoop stenen staan bij het bouwwerk, komt op een goede dag de metselaar en begint te metselen. De ene steen wordt ingemetseld in de achtergevel. De an­dere wordt gebruikt aan de voorgevel van het huis, weer een andere steen wordt op een geheel andere plaats ingemetseld. De stenen laten zich gewillig gebruiken. De een zegt niet tegen de ander: “ik wil niet in de achtergevel” maar wel in de voorgevel”. Dat kan natuurlijk ook niet, want het zijn dode dingen. Maar geestelijk gezien moeten wij ook dood zijn aan ons eigen ik. Wij moeten zo overgege­ven zijn aan de Heer, ook met onze wil, dat de Heilig Geest met ons doen kan wat Hij wil. Wij moeten zijn als leem in de handen van de hemelse Pottenbakker. Deze gezindheid moet ons leven beheersen: Heer, wat wilt Gij dat ik doen zal.  De Heer verlangt naar een gemeente die voor iedere goede taak gereed is (2 Tim. 02:21), en bovenal om bruikbaar te zijn in Zijn dienst.

Een steen kan niet eerder gebruikt worden of hij moet gevormd zijn. Kind van God, de Heilige Geest wil u vormen. Dat vormen kan wel eens pijn doen. Als ik terug zie op mijn eigen ervaringen, dan heeft dé Heer vaak moeilijkheden, strijd, teleurstellingen, niet begrepen worden door anderen, toegelaten in mijn leven, om mij te vormen naar Zijn beeld en wil.

Weet dat wij beproefd zullen worden in ons geloofsle­ven opdat de echtheid van ons geloof naar voren zal ko­men. En ook opdat wij niet meer op krachten of bekwaamhe­den van onszelf of anderen zullen vertrouwen, maar alleen op de kracht van de Heilige Geest die in ons is. Het ge­vaar is aanwezig dat wij als kinderen van. God nog iets uit ons eigen vlees willen doen of daarmee God willen beha­gen. De Heilige Geest wil, dat wij Hem alleen zullen ver­trouwen en alle eigen werken zullen staken. Hij alleen moet de gelegenheid hebben in ons te werken. Dan pas zul­len we leven hebben en overvloed. Zo als van de stenen de scherpe kantjes wel eens af moeten, zo moet het ook in ons leven. Geef de Heilige Geest de kans dit in u te be­werken. Om de stenen vast aan elkaar te houden, doet de metselaar er cement tussen. Zodoende kan het gebouw tegen een stootje, anders zou het met een klein windvlaagje onmiddellijk instorten. Weet u waardoor een kind van God stand kan houden? De liefde van God uitgestort door de Heilige Geest in ons hart. De liefde is als cement voor de stenen, het houdt de kinderen Gods bij elkaar. Vaak is de liefde zoek in de Gemeente van de Heer. Men kan roepen “Ik ben van het volle evangelie”, maar als ik de liefde niet beijver, dan ben ik niets. De gaven van de Heilige Geest zullen gebruikt moeten worden op basis van de lief­de: (1 Kor. 14:01) “Jaagt de liefde na en streeft naar de gaven des Geestes”. “Al ware het dat ik met de tongen der mensen en engelen sprak, maar had de liefde niet, ik ware schallend koper. Al ware het dat ik profetische gaven had maar ik had de liefde niet, ik ware niets”,1 Korinthe 13.

Er zijn christenen die leggen alleen de nadruk op de liefde en niet op de gaven. Maar er zijn er ook die alleen de nadruk leggen op de gaven en niet op de liefde. Het één sluit echter het ander niet uit. De liefde is nodig, maar ook de gaven van de Heilige Geest zijn nodig voor de opbouw van de Gemeente.

Laten wij ons uitstrekken naar het volle doel van God met ons leven. En laten wij ons laten gebruiken als leven­de stenen voor de bouw van een geestelijk huis.

 

De stem van het Volle evangelie

Br, J. W. van Petegem schrijft in de contactbrief van de Philadelfia gemeente te Zwaagwesteinde, onder de titel; Indien gij gelooft….

“We moeten in deze tijd van ontzaggelijke geestelijke omwenteling positief ingesteld zijn. Tegenover de huilen­de wolven van immoraliteit en geweld, die de samenleving meer dan ooit zijn binnengedrongen, helpen geen klaagzangen en nee – geschud! God roept ons op tot geloof in Zijn heerlijkheid temidden van de aftakeling der samenleving.’ Zonder terughouding heeft God ons getoond door en in Jezus Christus hoe lief Hij ons heeft en welk een groots plan Hij heeft met de mens. Geloof en verwacht Zijn heilige daden.’ Door Zijn beloften weten wij wat Hij wil doen.’ Geloof zonder twijfel.’ Twijfel maakt het geloof machteloos. Twijfel is de kanker in het geestelijk leven’.

Om zo te geloven moeten wij Gods aangezicht zoeken’ We hebben de stilte en de rust nodig opdat de Heer ons geloof kan opbouwen. Geloof kan groeien totdat het een enorme zekerheid in ons hart is.’ Zonder dit geloof is het onmogelijk om God te behagen.’

Indien we zo geloven zullen we de heerlijkheid Gods zien. Dat is de noodzakelijke positieve instelling voor de Christen van deze tijd. Met zo’n geloof in Gods werken worden we een bron voor een dorre omgeving. Stromen van levend water zullen uit ons innerlijk leven vloeien! Goddelijk leven door Zijn genade in Jezus Christus zal de geestelijk arme medemens raken en doen verlangen naar ‘ een persoonlijke ontmoeting met Hem, die alle dingen nieuw maakt.’ Denk niet dat zo’n geloofsleven voor ons vandaag niet meer haalbaar is! Werkelijk, u grijpt niet te hoog, wanneer u in de geloofsvoetsporen van Elia, van Paulus, van Petrus, van al de geloofshelden wilt gaan.’ Doe het.’ Zeg tegen de Heer Jezus; Hier ben ik om u te volgen. De ge­loofsweg wil ik gaan”.

Br. Johan Companjen zendeling-monteur in Vietnam schrijft vanuit Danang o.a.:

“Hoe langer ik hier ben, hoe meer ik ga zien welk een vreugde het is een kind van God te mogen zijn en Hem te mogen dienen. Ons leven is maar zo kort, dagelijks ster­ven er duizenden mensen, laten we daarom allemaal ons le­ven inzetten voor Jezus, ieder op de plaats waar hij is gesteld, want alles hier op aarde, hoe schoon ook. ’t zal eenmaal vergaan, maar wat gedaan wordt uit liefde tot Je­zus, dat houdt zijn waarde en zal blijven bestaan.

terwijl ik deze brief schrijf, is er om de 5 minuten een hevige ontploffing. Er is een aanval gedaan op een grote munitieopslagplaats in Danang. Vanmorgen, zondag 27 april, om elf uur begon het, en het gaat nu, ’s avonds acht uur, nog steeds door. Ons huis staat werkelijk te schudden. De opslagplaats is – 6 km. hier vandaan aan de andere kant van de stad. God heeft ons hier tot nu toe werkelijk beschermd, het was en is, vooral ook gedurende het grote Tet offensief van de Vietcong, een geweldige troost te weten dat onze tijden in Gods hand zijn, en dat we zeker weten dat veel mensen voor ons bidden.

De afgelopen weken zijn hier geweldig fijne dingen ge­beurd. Er werden gedurende 14 dagen openluchtcampagnes gehouden, waarbij ongeveer 250 mensen tot Jezus kwamen”.

Br. Peter Bronsveld schrijft in een artikel in “Kracht van Omhoog” naar aanleiding van (Matt. 09:37-38), o.a.

Bij sommigen leeft de gedachte , dat veel zendingswerk niet het volle rendement oplevert. Wat is hiervan de re­den? Ontbreekt het de zendeling aan geestelijke rijpheid? Aan het juiste dogma of de juiste zendingsmethodiek? Dit alles kun een rol spelen. Maar zou de eigenlijke oorzaak niet gezocht moeten worden bij een thuisfront, dat de op­roep van Jezus tot gebed niet verstaan heeft? Als men zendelingen ziet uitgaan, meent men daarin de realisering van het gebed om arbeiders te zien. Men bidt om meer ar­beiders en als er weer een arbeider uitgaat meent men dat het gebed daarmee verhoord is. De Heer heeft echter niet  gesproken dat we om meer werkers dienen te bidden, maar om het uitzenden-uitstoten-van arbeiders. Het aantal zen­delingen, noch de bedragen die door zendingscollecten bij­eengebracht worden, zijn doorslaggevend voor het binnenhalen van de oogst. Het gaat om de kracht, waarmee Gods arbeiders voortgestuwd worden om de oogst binnen te halen.

In dit opzicht ligt een enorm terrein braak. God zoekt mannen en vrouwen, die de zware taak op zich willen nemen om voorbede te doen voor hen die uitgetrokken zijn. Waar deze uitdaging aanvaard wordt, zullen arbeiders met kracht uitgestoten en voor .gestuwd worden om de vijand op eigen terrein oneer de voet te lopen on de oogst binnen te ha­len” .

Br. Ben Hoekendijk zei onlangs in een boodschap over Nehemia o.a. het volgende;

“In Nehemia 3 zien wij hoe iedereen een stukje van de muur bouwde. Als we bezig zijn met de taak die God ons persoon­lijk geeft, dan kunnen wij ópschieten. Als wij ons met an­deren bemoeien ligt ons eigen werk braak”.

“Wij moeten bidden dat God de muur van Zijn Huis gaat bouwen, dat Hij Zijn volk gaat herstellen. Het volk moet lust krijgen tot werken. We moeten de mensen opwekken om te evangeliseren. Zijn wij nog bewogen over Nederland? Er zijn zoveel kansen. Elk land denkt dat God een apart evan­gelie voor hen heeft, maar het evangelie is aangepast aan de nood van de wereld”.

Br. Cor van der Dussen en zijn team gaat ook dit jaar weer met de film-evangelisatiewagen door Nederland en België. Hij schrijft: Als u deze brief krijgt, zijn wij al weer met onze rijdende grote filmwagen, die plaats biedt aan 150 mensen, aan een ongeveer zes maanden durende tocht begonnen in Nederland en België. Wij zijn ons terdege er van bewust, dat wij op het oorlogspad zijn en hebben te strijden tegen de geestelijke boosheden in de lucht, tegen de mensenmoorde­naar van de beginne.

Maar wij gaan in opdracht van onze Meester, Koning Je­zus, en wij weten, dat er dit jaar weer velen uit de duisternis zullen komen tot Zijn wonderbaar licht. Want Jezus heeft overwonnen; daarom zullen allen, die de blijde bood­schap horen en geloven en aannemen, verlost worden van zonden, ziekten en alle gebondenheden”.        

 

Onberispelijk door J. Noë

“Want de Here God is een zon en schild, de Heer geeft genade en ere;

Het goede onthoudt Hij niet aan hen, die onberispelijk wandelen”

(Ps. 084:012).

Lieve lezers.’ De psalmen vormen zo’n belangrijk en mooi gédeelte in Gods Woord. Het zijn uitingen des harten van Godsmannen (waarbij David een belangrijke plaats inneemt), die hun noden en ellende, hun uitreddingen door God en hun dankzegging en lofprijzing daarvoor, alsmede de ont­vangen zegeningen in dichtvorm hebben neergeschreven.

(Ps. 001:001-005) opent de lange rij van psalmen met de volgende woorden:

“Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters;

maar aan des Heren wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht.

Want hij is als een boom, geplant aan de waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, welks loof niet verwelkt: – AL wat hij onderneemt gelukt…

Niet alleen in de psalmen echter, maar door geheel Gods Woord worden we er op attent gemaakt, dat, teneinde Gods zegen te ontvangen, wij Zijn paden moeten bewandelen, wij Hem in alles dienen te gehoorzamen, tot in de kleinste klei­nigheden. Het is Gods uitdrukkelijke wil, dat wij onberispelijk zijn in ons denken, spreken, handel en wandel, dat wij ons waarlijk gedragen als Zijn kinderen. Hierbij wil ik met nadruk de aandacht vestigen op het feit, dat het voor God geen verschil uitmaakt of wij zondigen in de geest, in ge­dachten, of in woord en daad, lees Jezus’ woorden maar. God kent van verre onze gedachten. De mensen kunnen we misleiden, maar God zeker niet.

We zullen nu eens enige voorbeelden van werken des vlezes nemen, waar wij, als wij niet oppassen, ons zo gauw aan schuldig kunnen maken en welke God bedroeven.

1 – Onwaarheid en oneerlijkheid (leugen en bedrog).

a.Stel je voor, dat je wordt gevraagd iets te doen, laten we zeggen, voor het werk des Heren en je hebt tijd en gelegenheid daartoe. Je hebt echter geen zin en maak je er met een smoesje van af door te zeggen: “Ik kan niet, ik heb geen tijd” of een andere uit­vlucht. Wat is dat?

b.Om je een houding te geven of om je prestige te be­waren, ga je ter verdediging of ter verontschuldi­ging dingen zeggen, die niet juist zijn. Wat is dat?

c.Je doet je in de gemeente voor als een kind van God, maar je levenswandel getuigt daar niet van, hetgeen bijvoorbeeld in de huiselijke kring tot uiting komt. Wat is dat?

d.Als je met iemand een kwestie hebt gehad en je zegt, dat je die persoon vergeven hebt en hem of haar liefhebt als een broeder of zuster, maar die verge­vingsgezindheid is niet in je hart. Wat is dat?

e.Het onjuist voorstellen van zaken. Wat is dat?

f.Het onjuist invullen van een belastingbiljet. Wat is dat?

g.Als je artikelen, waar je invoerrechten voor moet betalen, op slinkse wijze over de grens tracht te krijgen. (Vakantiegangers ). Wat is dat?

h.Als slot zou ik dan nog overspel willen noemen, ook in gedachten.

2 – Liefdeloosheid.

Treden we onze medemensen, onze broeders en zusters in de Heer, ook diegenen, die; ons niet liggen?, alsmede onze tegenstanders, vijanden, wel tegemoet met die liefde, welke God van ons verlangt? Maken wij ons niet schuldig aan liefdeloosheid? Het kenmerkende van de ware liefde.is de spontaniteit, de spontaniteit in hartelijkheid, hulpvaardigheid, en

Opofferingsgezindheid 1 Korinthe 13 wint er geen doekjes om. Verder zou ik nog meer werkingen van het vlees kunnen noemen, zoals geestelijke hoogmoed, hoogmoed, twist, boosheid, drift, afgunst, kritiek, in boos aardige zin, roddelen, onreinheid, gierigheid, enzovoort enzovoort. Ik heb in vorige artikelen reeds hierover geschreven en ga er dus niet verder op in.

Lieve lezers, het is absoluut nodig, dat wij ons steeds aan een zelfonderzoek onderwerpen en om de vervulling van de Geest bidden, opdat wij kracht ontvangen om stand té kunnen houden tegen de verleidingen van satan. Hierbij wil ik opmerken, dat wij er voor waken moeten, aan het Avond­maal deel te nemen, met een hart, dat niet zuiver voor de Heer is, want wij eten en drinken tot ons eigen oordéel. Als wij met een waarachtig hart in de volle gemeenschap de des Geestes, tot God komen, zal Hij ons, Zijn uitverkorenen een zon en schild zijn, zal Hij ons genade en ere geven en zal Hij ons het goede niet onthouden. Hij zal ons in Zijn Zoon Jezus Christus veel rijkdom en zegen schenken.

Paulus schrijft op zo’n machtige wijze in (Ef. 01:03-06) “Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, Die ons met allerlei geestelijke zegen in de hemelse gewesten gezegend heeft in Christus. Hij heeft ons immers in Hem uitverkoren voor de grond­legging der wereld, opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn voor Zijn aangezicht. In liefde heeft Hij ons te voren er toe bestemd als zonen van Hem te worden aangenomen door Jezus Christus, naar het welbehagen van Zijn wil, tot lof van de heerlijk­heid Zijner genade, waarmede Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde”.

Zijn dit niet woorden vol rijkdom, lieve vrienden? Nu wil ik eindigen met de heerlijke woorden van (1 Thess. 05:23-24):

“En Hij, de God des vredes, heilige u geheel en al en geheel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst van onze Here Jezus Christus blijken in allen dele onberispelijk bewaard te zijn. Die u roept , is getrouw, Hij zal het ook doen”.