1976.11-12 nr. 168

Levend Geloof 1976.11-12 nr. 168

Kerstfeest 1976

“Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens’. (Luc. 02:14)

Vrede, maar hoe?

Eén van de grootste verwijten die “de wereld” ten op­zichte van de christelijke kerstfeestviering maakt is wel de “vrede op aarde” verkondiging, terwijl er geen werkelij­ke vrede op aarde is. Men vindt het belachelijk dat de Christen over “vrede op aarde” durft te spreken, terwijl de onvrede in de harten van de mensen groter is dan ooit tevo­ren.

Nu bestaat er over het woord “vrede” veel misverstand. Het naam christendom, dat niets wil weten van bekering en wedergeboorte, heeft geen enkel begrip van de werkelijke be­tekenis van het woord vrede. Er worden wel allerlei vredes- acties gehouden en een vredeskrant uitgegeven, maar als men zelf geen echte christen is – en dit is alleen mogelijk in­dien men bewust weet door bekering en wedergeboorte een kind van God te zijn geworden – heeft men de werkelijke vrede Gods niet in het hart en kan men deze ook niet uitdragen.

Zolang de duivel nog de overste dezer wereld is, zal er geen sprake zijn van een  bestendig wereldvrede. “Gij zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen. – Ziet toe, weest niet verontrust; want dat moot geschieden, maar het einde is het nog niet, – Want volk zal opstaan tegen volk, en koninkrijk tegen koninkrijk”(Matt. 24: 06-07) heeft.’ Jezus gezegd, sprekend over de eindtijd.

En in (Matt. 10:34-36) zegt Jezus: “Meent niet, dat ik gekomen ben om vrede te brengen op aarde; Ik ben niet ge­komen om vrede te brengen, maar het zwaard. Want Ik ben gekomen om tweedracht te brengen tussen een man en zijn vader en tussen een dochter en haar moeder en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder; en iemands huisgenoten zullen zijn vijanden zijn”.

Alleen zij persoonlijk geloven in het volbrachte werk van Jezus Christus aan het kruis van Golgotha ontvangen vrede met God. Zij kunnen met Paulus zeggen: “Wij dan, ge­rechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus” (Rom. 05:01).

Daarom is dit de Kerstboodschap die de waarachtige Christen het hele jaar door – ook in 1977’ – uit mag dra­gen: “Kom tot Jezus, de Vredevorst. Aanvaard Hem als Ver­losser en Heer van uw leven. Ontvang de werkelijke vrede in het hart en wees dan zelf een boodschapper van de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat’ (Filip. 04:07).

“Zalig de vredestichters, want zij zullen kinderen Gods genoemd worden” (Matt. 05:09).

Kerstgedicht van Judith Jacobs

Er was voor Hem geen plaats in d’ herberg’,

Hij werd geboren in een stal;

Hij vond een plaatsje bij de dieren,

Toch was Hij Koning van ’t heelal.

 

Het klinkt wat vreemd in onze oren

Als dit gebeuren wordt verhaald;

Toch is in wezen niets veranderd:

Geschiedenis wordt slechts herhaald.

 

Gestel dat Hij nu langs zou komen,

En belde tijdens ’t kerstfestijn…

Zou voor de Heiland dezer wereld.

Dan plaats in huis en harte zijn?

 

Of zou Hij verder moeten trekken,

Omdat U dat ‘-het beste” vindt…?

Bedenk dan: een gezegend Kerstfeest,

Beleeft U slechts… met ’t Christuskind.

 

De ware betekenis van het kerstfeest door H. J. Glasbergen

De God der liefde en des vredes zal met u zijn

”U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here” (Luc. 02:11). “Ere zij God in de hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens” (Luc. 02:14).

Sta op, arme, moedige, angstige mens van deze tijd, want Hij is gekomen om de gevangenen en gebondenen te bevrijden, de zieken te genezen, ook nu nog. Hij is Dezelfde. Wordt verlicht door het licht en de heerlijkheid des Heren gaat over u op.

“Hij is rondgegaan, weldoende en genezende allen, die door de duivel overweldigd waren, want God was met Hem” (Hand. 10:38). Deze woorden sprak Petrus. Nu in 1976 is dit nog dezelfde waarheid, want dit is de blijde boodschap. Het is niet van gisteren of voor morgen, maar nu – heden -, indien u gehoorzaam wordt aan Zijn Woord. Niet wat de mensen er van hebben gemaakt, een warboel en puinhoop, een arme, machteloze God, die de zieke mens van deze tijd niet ‘meer zou kunnen helpen, en zo zijn Naam tot schande maken.

Vrede op aarde bij de mensen die God behagen

Gezegend zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus in alle eeuwigheid, voor Zijn Zoon, als offer voor de mensheid, verloren in schuld. Als de engel Gabriël van God gezonden, bij Maria komt zegt hij: “De Here is met u. Gij hebt genade gevonden bij God. Uit u zal geboren worden de Zoon des Allerhoogste, Jezus de Heiland. Want geen woord dat van God komt zal krachteloos wezen”.

Maria wist haar positie beter dan vele gelovigen die haar nu. aanbidden. Hij zal heersen over het huis Israël. Wederge­boren uit Christus Jezus. Dat was Gods plan om de mens te redden, verloren onder de wet, Lucas 1.

Vrede door Jezus Christus

Wij bewonderen de moed en ijver van mensen die zich in­zetten en oprecht geloven dat er een nieuwe derde wereld zal komen, waar gerechtigheid en vrede zal heersen, maar de weg des vredes kennen zij niet: Jezus de Christus. Wie kan vredebrenger zijn zonder de liefde van Christus? Wie kan zijn naaste liefhebben zonder vrede met God te hebben?

Vele boodschappers zullen met kerstfeest weer hun “vrede zij ulieden” laten horen. Goed bedoeld, maar oud en versle­ten, afgezaagd voor dodelijk vermoeide mensen, die alleen een jaar ouder en vermoeider zijn geworden. De tekst is an­ders dan het vorig jaar, het resultaat hetzelfde, in 1976. Het geeft geen antwoord en lost niets op, omdat zij de waarheid verwerpen. Nooit zijn er zoveel aardbevingen geweest als dit jaar, oorlogen en de dreiging aan een derde wereld­oorlog, omdat zij de tekenen van het einde niet onderschei­den, zegt Jezus. Dat was bij Noach en Jeruzalem. (Luc. 19:41; Luc. 19:44; Luc. 21:05; Luc. 21:38). Herkent u deze tijd? Wij zijn geen paniek­zaaiers, maar geloven Gods Woord. “De hemel en de aarde zul­len voorbijgaan, maar Mijn Woorden blijven eeuwig”. Dat is – de zekerheid voor Gods kinderen, die zich niet behoeven te verbergen voor Hem.

Hebt de waarheid en de vrede – Jezus Christus – lief

Jezus kwam om de verbroken relatie tussen God en dé mens te herstellen. Verbroken door de duivel die Eva verleidde – tot ongehoorzaamheid. Hieraan zijn dé werken van de duivel te herkennen: hij maakt kapot en verscheurt. Zelfs tussen Gods kinderen, maar ook tussen vrienden en zelfs volkeren. Dit is zijn aard, zegt Jezus, die is gekomen naar een wereld die overweldigd is door de overste der wereld. Jezus kwam cm de mens te bevrijden van deze moordenaar en leugenaar. Wee hen die zeggen in de waarheid te zijn, en de leugen te doen. Het lichaam van Christus verscheuren is de grootste zonde in Gods ogen.

God gaf Zijn Zoon om wat geroofd was uit Zijn hand terug te brengen in het Koninkrijk van Zijn liefde, de mens, het grootste wonder wat op aarde leeft. “Want wat geen oog heeft gezien en wat geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, heeft God bereid voor degenen die Hem liefhebben en wiens hart volkomen naar Hem uitgaat”. Hij verliet Zijn heerlijkheid en vernederde zich tot de dood des kruises, om uitermate verhoogd te worden, om te oordelen de levenden en de doden. Het paradijs, eens gesloten voor de mens, werd weer hersteld door Jezus Christus.

Vrede voor allen die in Jezus zijn

“Wij dan gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God, door onze Here Jezus Christus, door wie wij ook de toe­gang hebben tot het Koninkrijk Gods”. Als de mens verzoend is met God, wordt ook de liefde in onze harten uitgestort door de Heilige Geest, zo zeker als Christus voor onze zon­den gestorven is. (Rom. 05:0106).

De mensen die Jezus volgen zeggen tot Hem: “Goede Mees­ter”. Dan zegt Hij: “Niemand is goed dan God alleen, niemand is rechtvaardig”, (Rom. 03:10-11). Er is in Gods ogen niemand goed, niet één, want zij gaan de weg van Gods vrede niet, maar willen hun vrede, de heersers der wereld, de kleintjes en de groten. Jezus is echter gekomen om het plan van God te ver­wezenlijken, er is een wedergeboren volk uit water en uit Geest, dat Zijn Naam zal verheerlijken. Een gemeente die niet verscheurd nog verdeeld is, met bloed gekocht.

Als er ook tussen broeders en zusters in de gemeente iets kapot gemaakt wordt is het altijd het werk van de duivel, de leugenaar van de beginne. De gemeente is universeel en niet deelbaar in kerken en organisaties. Dat hebben de mensen er van gemaakt in hun domme hoogmoed, een zichtbaar geloof.

Mijn  vrede geef Ik u, niet gelijk de wereld die geeft

Bij Kaïn begonnen is de mensheid nog even ver van de vrede als toen. De mensen vermoorden elkaar nog, nu met een gruwelijke deskundigheid. De wereldbevolking geeft zoveel geld uit aan bewapening, dat met dit geld voedselprobleem van de mensheid opgelost kan worden. Duizenden mensen die werkelijk de vrede van Christus uitdragen zitten in kampen gevangen, en toch zijn in deze landen de kerken open, zou er iets fout zijn? Of is deze vrede niet wat de heersers be­doelen in die landen? Het overschot van het uitverkoren volk van God wordt omringd door miljoenen vijanden, tot de tanden gewapend, met een haat in hun hart die niet menselijk is, maar in de hel uitgedacht, met gezamenlijk één doel dit volk vernietigen. Broedervolken uit één vader geboren: Abram. Maar God zal het bewaren en herstellen naar Zijn plan en beloften.

Als de mens overweldigd wordt door de duivel, zo ook he­le volken, worden zij instrumenten van de demonen, met één doel: vernietigen, om God bespottelijk te maken in Zijn schepping. Maar als de mens zich laat verzoenen met God, door het bloed van Jezus Christus, wordt hij een instrument van de Vredevorst en van de gerechtigheid en gaat functio­neren in het Koninkrijk Gods, in liefde en vrede.

De God der liefde en des vredes zal met u zijn

Dan wordt de mens niet meer opgejaagd door angst en zijn begeerte naar bezit, eer en macht, maar wordt bevrijd van alle slavernij en afgoden in zijn leven. God gaf een offer uit zichzelf, uit liefde voor de mens, niemand uitgezon­derd. Zijn plan heeft Hij in mensenhanden gegeven en Hij wil dat allen tot de kennis der waarheid komen. Hij wil dat niemand verloren gaat, maar allen behouden worden. Maar op Zijn voorwaarden, gehoorzaam aan Zijn Woord en niet wat de mensen leren. Gelukkig is het oordeel niet in mensenhan­den gegeven. Als de mens op de stoel van de rechter kan zitten, gingen veel mensen verloren. Mensen die totaal verleugent zijn en nu nog tot eeuwig behoud kunnen komen. Hij alleen is het oordeel en de ontwerper van het plan, wij zijn de arbeiders. Volmaakt en heilig is Zijn werk om het mensdom te verlossen en te bevrijden. God heeft geen mede verlosseres nodig, het is Jezus Christus alleen. Hij is boven zinnelijk. Hij is Geest. Hij kan geen gemeenschap hebben met natuurlij­ke christenen, die belijden dat zij zondaren blijven tot de dood. Laat u verzoenen met God door het Lam Gods voor de we­reld geslacht. (2 Kor. 05:20).

Hij kwam van boven om te sterven voor ons

Dat is de boodschap van kerstfeest. Al zo lief had God de wereld. Kom, laten wij aanbidden die Koning, Jezus Christus, het Licht der wereld. Het Koninkrijk Gods is bij ons. Hij wil bij ons zijn, opdat wij nooit meer alleen zouden zijn.

U kunt Hem weer in een stal geboren laten worden, of in uw hart, u mag kiezen. God kan alleen gemeenschap hebben met mensen die Hem aanbidden in Geest en Waarheid, vrij van zonden. Hem liefhebbende en Zijn liefde uitdragende in een we­reld die verscheurd en kapot gemaakt wordt door mensen die Hem niet kennen. Nutteloos voor God, slaven van de duivel, maken deze het bloedoffer van Jezus Christus tot schande, soms nog met een schijnheilige vroomheid.

U kunt uw leven aan Jezus geven, of voor u zelf houden, om het later voor eeuwig te verliezen. De mens mag zelf be­slissen, je moet nooit bij God. Kies dan heden, morgen kan het te laat zijn. Dan worden op aarde uw zonden vergeven. Er is geen later, luister niet naar mensen, maar naar God zelf. Hij is de Waarheid.

Gerechtigheid, liefde, blijdschap en vrede

Laat u geestelijk voorlichten uit Gods Woord, maar niet oplichten door een leer. Dit kan uw geboortejaar zijn, nu op kerstfeest 1976. Als u Hem niet kent als uw persoonlijke Verlosser, mag u nog een tijdje leven, maar het einde is de dood. Het einde nadert, de tekenen wijzen er op, maar de mens vraagt alleen maar brood en spelen. Zij verdoven zich in een roes van onreinheid en ongerechtigheid. Tonnen vuil worden uitgestort en verslonden door onze kinderen en vol­wassen mensen, door radio, tv en pers, de zonde is geen zonde meer, alles mag.

In steden en dorpen zie je de jeugd van 15 tot 20 jaar, oude mannetjes en oude vrouwtjes, uitgeblust door onrein­heid, drugs en andere wetteloosheid. Voor hen heeft het le­ven geen geheimen meer, maar zij hebben ook geen verwachting meer van het leven. Voor hen hoeft het niet meer, zij zijn over verzadigd. Alleen het evangelie van Jezus Christus kan de mens en de wereld nog behouden en veranderen. Hij is de Weg, de Waarheid en het Leven.

Het is een persoonlijke zaak, ieder is voor zichzelf ver­antwoordelijk, Ezechiël 18. Wij hebben boven alles alleen God te gehoorzamen, zegt Petrus. (Hand. 05:26-30). Geen Maria met een kindje van steen of iets anders, nog een stalletje met namaak herdertjes, maar laat de Heiland der wereld in uw huis, in uw leven komen, met Zijn grote liefde. Hij, de Christus van de Bijbel. En niet wat mensen er van gemaakt hebben, met een onheilig en vals sentiment.

Mens, met uw verkalkte leven, uw kapotte huwelijk, uw pro­blemen, uw zieke lichaam, laat uw helen en herstellen door de grote Heelmeester. Hij is nog Dezelfde, Hij maakt u nieuw. Praat niet meer over uw verleden, dat doet alleen de schijn­vrome aanklager. Uw zonden worden vergeven en vergeten.

Eenzaam en verlaten mens, schreeuw maar om God. Roep tot Hem: Ik heb u zo nodig, kom bij mij. Arme, bedrogen mens, die zo bang is voor de toekomst. Hij zegt: Ik heb u lief. En Ik sta aan de deur en Ik klop. Maar u moet de deur open doen. Zeg maar tegen God en Zijn Zoon Jezus Christus: Kom binnen in mijn leven, ik wil niets meer weten dan u alleen en uw ontfermende liefde. Eens moet u toch komen en uw knieën buigen voor Hem. Laat daarom dit Kerstfeest uw Feest zijn!

“Want de verstandigen zullen stralen als de glans van het uitspansel, en die velen tot gerechtigheid hebben gebracht als sterren, voor eeuwig en altoos” (Dan. 12:02-04).

Wij wensen u de vrede toe van Jezus Christus!

 

Jezus leeft en wij met Hem door Jan W. Companjen

En indien de Geest van Hem, die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in u woont, dan zal Hij, die Christus Jezus uit de doden heeft opgewekt, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door Zijn Geest die in u woont”(Rom. 08:11].

Opmerkelijk

Romeinen 8 is een zeer bekend hoofdstuk uit de Romeinenbrief en het is toch wel zeer opmerkelijk dat de christenen in Rome zo’n geweldige brief maar zo achter elkander konden lezen. Wij nemen daar in de regel stukjes uit en hebben dan al een hele kluif, zie maar eens naar een tekst als hierbo­ven. Toch was het voor die Romeinen ook vast en zeker wel een hele opgave, al hadden zij wel voor, dat zij het ver­band m zo n brief beter begrepen als dat nu het geval is. De Romeinen brief is een brief met een opgaande lijn. Paulus begint in de eerste hoofdstukken eerst de mens te beschrijven, zoals o.a. de schuld der heidenen en hun straf het oordeel Gods over de Joden; dat de Joden de wet geen baat brengt; dat de besnijdenis dit ook niet doet; dat voorrecht hebben dat hun de woorden Gods zijn toevertrouwd omdat, al is de mens ontrouw, God getrouw is en Zijn Woord toch waar maakt. Alle mensen zijn zondaars en worden alléén door het geloof gerechtvaardigd. Ook vader Abraham werd door het geloof gerechtvaardigd en wordt daarom de vader der gelovigen ge­noemd. Want, zo staat in (Rom. 04:13) niet door de wet had Abraham of zijn nageslacht de belofte, dat hij erfgenaam der wereld zou zijn, maar door gerechtigheid des geloofs.

Zegekreet

Zo bouwde Paulus zijn brief op naar een climax in (Rom. 07:24) en volgende verzen met de woorden: ”Ik, ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?”. En dan de zegekreet: , “Gode zij dank door Jezus Christus onze Heer. (Rom. 07:24) En dan (Rom. 08:01): “Zo is er dan nu geen ver­oordeling meer voor hen die in Christus Jezus zijn. Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrij gemaakt van de wet der zonde en des doods”.

Zie hier een kleine samenvatting om hoofdstuk 8 en speci­aal vers 11 beter te kunnen begrijpen. Paulus wist precies wat er in de Joden in zijn tijd leefde. Het is wel zeer op­merkelijk dat ook hier het gezegde opgaat: “Eerst de Jood en dan de Griek of te wel de heidenvolken”, want ook nu is er op het kerkelijke erf een zelfde denkpatroon aanwezig. Zoals de Joden destijds bouwden op hun wet en besnijdenis, zo bou­wen nu de Christelijke kerken nog op de wet (van Mozes) en op de kinderdoop, die als verlenging van de besnijdenis wordt gezien.

Doorbraak

Het zijn juist deze dingen, zegt Paulus, die onze geestelijke doorbraak naar een leven door de Geest tegenhouden. De ware besnijdenis is de besnijdenis van het hart, naar de Geest en niet naar de letter. Het nieuwe verbondsvolk wordt niet geformeerd door de kinderdoop, dat is een valse ver­bondsgedachte. Het nieuwe verbond is in Zijn bloed en de aanvaarding van dat bloedoffer van Jezus wordt van ieder mens verwacht.

Indien wij zo op Zijn Woord ingaan en Zijn Wet aanvaarden, een wet die veel verder gaat dan de wet van Mozes, dan zullen wij ook komen tot de vervulling van Hebreeën 8, waar sprake is van een beter verbond, waarvan de rechtskracht op betere beloften berust. De oude wet, van Mozes, wordt verouderd verklaard en een nieuwe wet wordt aangekondigd. Na de schuldvergeving door het bloed van Jezus, mogen wij Zijn Geest ontvangen en schiep Hij de mogelijkheid om ons een nieuwe wet te geven, niet geschreven op steen (een keihard gegeven) maar een wét in hart en verstand waardoor het inderdaad mogelijk is dat wij nieuwe geestelijke mensen worden. Dan komt het ook zo duidelijk naar voren dat wij  meer zijn dan een natuurlijk dierlijk wezen. Natuurlijke wezens grijpen namelijk niet naar iets geestelijks, maar de mens heeft die eigenschap c.q. mogelijkheid wel.

Beelddrager

Tot God naderen is een geestelijke zaak en het op geestelijke wijze verwerken van Zijn woord geeft kracht en groei. De gehele schepping werd bij de schepping met gejuich ontvangen, het was alles een groot feest. Toen de mens méér werd dan een natuurlijk wezen ontstond er de vijandschap. De mens kwam immers om te heersen over datgene wat door God geschapen was, het zichtbare maar ook het onzichtbare.

Vanaf de schepping is er daarom steeds die felle strijd geweest tussen de mens als beelddrager Gods en de duivel. De duivel wil onder alle omstandigheden beletten dat de mens opstijgt naar zijn geestelijk doelpunt. In het oude verbond kwam dit reeds tot uiting in het doden van de profeten, woordvoerders Gods. De duivel zal dan ook steeds proberen de mens aan de aarde te binden. Denk ook eens aan de verzoeking van Jezus in de woestijn. Hij, de duivel, gebruikt daar alles voor, geld en goed, maar ook afleidingsmanoeuvres, door aards te denken over het Israël Gods en het hemelse Jeruzalem. De duivel zal, door deze aardse bindingen, dus steeds trachten de mens, na de doop des geestes, het opstijgen te beletten.

Geloof.

Op diezelfde grond wordt in de kerkelijke wereld ook de kinderdoop zo hardnekkig gehandhaafd. De kinderdoop is namelijk ook een aards gericht gebeuren, dat met geloof niets totaal niets te maken heeft. Het kind wat het ondergaat, is nog tot niets in staat. De Bijbel spreekt duidelijke taal, bijvoorbeeld in (Hand. 08:37) waar gezegd wordt door Filippus tot de kamerling: Indien gij van ganser harte gelooft, is het geoorloofd. En hij, de kamerling, zei: ik geloof dat Jezus Christus de zoon van God is en daarna daalden beiden af in het water en werd de Kamerling gedoopt. Het is een

getuigenis van een goed geweten en ‘dat heeft met geloof te maken. Zeer veel Christenen leven bij de zichtbare dingen en dat levert geen strijd op. Zodra men in het geloof gaat handelen, men de strijd des geloofs gaat strijden, komt de duivel in het geweer.

Herstel

Jezus kwam met een nieuw evangelie en Hij wil dat wij Zijn plaats gaan innemen om tot volledig herstel te komen. Het gaat om een geestelijk volk dat de strijd des geloofs tegen de onzichtbare dingen wil aanbinden. Natuurlijke men­sen hebben het inderdaad veel gemakkelijker. Met Hem heer­sen heeft consequenties, maar het gaat om schatten in de hemel. Het gaat om de bouw van een geestelijk huis Gods.

Wij, mensen die aan Jezus toebehoren, en Hem als Heer hebben erkend, hebben macht, Goddelijke macht. Zodra wij boven het natuurlijke uitstijgen treedt dat in werking. Strijdt de goede strijd des geloofs.

Zie eens om u heen bij de strijd in de hemelse gewesten. Je zult gauw ontdekken, vooral als je er over met je mede­mens praat, dat de natuurlijke geesten elkaar gaan helpen in hun strijd. Op die dag werden Herodes en Pilatus vrien­den van elkaar – (Luc. 23:12). Zelfs als je niet over het geestelijke praat komen deze dingen toch openbaar en zoeken aards gerichten elkaar op.

Wij zullen de strijd echter niet winnen met de punt van onze schoen of met de punt van onze scherpzinnigheid, maar door geloof. Jezus luisterde meermalen niet naar Zijn vol­gelingen, omdat zij uit ongeloof spraken. Bij Hem, is al­les mogelijk en wij moeten elkander opbouwen in dit geloof.

Volharding

Volharding geeft overwinning. Ga daarom nimmer tegen de schepping zoals God die bedoeld heeft in. God schiep de mens om te leven, om blij en gelukkig te zijn. Om te trouwen en om een ontspannen geestelijk leven te hebben op deze geestelijke weg. Wij zijn een nieuw volk van God en met dat volk komt Hij tot Zijn doel. Want Hij die Jezus Christus uit de doden heeft opgewekt (dat deed de Vader:) zal ook onze sterfelijke lichamen levend maken door Zijn Geest die in ons woont. Iedere neergang, maar ook iedere aardse afleiding is werk van de duivel. Bewaar het goede evenwicht en leert te onderscheiden waar het op aankomt bent. Denk aan uw belijdenis, want de mens is datgene wat hij beleid. Wij zien Jezus met heerlijkheid gekroond en we willen goede koningen en priesters zijn. Wij willen opwassen. We hebben wel verlangen, maar geen haast, want Hij zal de wereld en ons rijp maken voor de grote oogst. Amen.

Ja, heel ons wezen hecht geloof

aan al wat God bedacht.

Wij krijgen deel aan het volle heil

dat Jezus heeft gebracht.

Wij bouwen aan ons geestelijk huis

vol liefde en geloof met

hoop op de belofte Gods.

Want Christus is het hoofd.

 

Zo groeien wij in liefde, Gods

verzegeld met de geest.

Geschapen om het werk te doen

dat hij gegeven heeft.

En uit ons hart ontspringt een lied

een loflied voor de Heer.

Die zijn gemeente bouwt en leidt

tot heerlijkheid en eer.

 

Zijn wij gehoorzaam aan de Heer door J. Noë

Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffers, luisteren beter dan het vette der rammen. Voorwaar, weerspannigheid is zonde der toverij en ongezeggelijkheid is afgoderij en dienen van Terafim. Omdat gij het woord is Heren verworpen hebt, heeft Hij u verworpen, zodat gij geen koning meer zult zijn. (1 Sam. 15:22-23). Broeders en zusters, het is alweer een tijd geleden, dat ik iets voor levend geloof heb geschreven. Dat had echter zijn reden en hier kom ik later wel eens op terug. Ik wil het thans hebben over boven aangehaald onderwerp. Jaren geleden heb ik reeds iets hierover geschreven, maar het leek mij toch urgent om weer eens hierover in mijn penhouder te klimmen, gezien de dingen, die om ons heen gebeuren, ook in de gemeenten.

De ongehoorzaamheid van Saul

Het is zo uitermate belangrijk, dat wij de Heer in alles gehoorzamen. Helaas mankeert daar wel een en ander aan, met alle gevolgen van dien. We gaan bovenstaande tekst eens behandelen, hetgeen gaat over de ongehoorzaamheid van koning Saul. Het bevel van God was, dat hij geheel Amalek met alles wat dat volk toebehoorde met de ban zou slaan en vernietigen. Saul was echter weer ongehoorzaam en volgde het bevel niet op. Tegenover Samuël trachtte hij zich met een smoesje te verdedigen door te zeggen o.a. dat hij het vee had gespaard om God offers te brengen.

Toen sprak Samuël bovenstaande ontzettende woorden. God stelt weerspannigheid en ongezeggelijkheid gelijk aan zon­den die Hem een gruwel zijn namelijk toverij, afgoderij en dienen van Terafim, huisgod. Lees Deuteronomium maar. Het vonnis was verschrikkelijk:

“Omdat gij het woord des Heren verworpen hebt, heeft Hij u verworpen, zodat gij geen koning meer zult zijn”.

Om er koude rillingen van te krijgen. We zien dan ook in het verdere leven van Saul, dat hij steeds meer in de macht van satan kwam.

Ook Israël heeft ondervonden wat het betekent Gods Woord te verwerpen en weerspannig, ongezeglijk en ongehoorzaam te zijn. Ze hebben zich daar mede een hoop ellende op hun hals gehaald. Wie God verlaat heeft smart op smart te vre­zen .

God is onverbrekelijk met Zijn Woord verbonden of het nu een gesproken of een geschreven Woord is.

(Jes. 55:11) zegt: “Alzo zal Mijn woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn, het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt en dat volbrengen waartoe Ik het zond”. (Luc. 01:37): Want geen woord dat van God komt, zal krachteloos wezen. In Johannes 1 staat dat God en het woord een zijn en dat Jezus Christus het vleesgeworden woord is. Jezus was zo met God, de Vader, verbonden, dat hij enige malen duidelijk naar voren liet komen, dat de woorden die hij sprak, Hem door de Vader werden ingegeven. Zie (Joh. 03:34;  Joh. 14:10; Joh. 17:08; Joh. 17:14). Jezus zegt in (Joh. 05:24). Voorwaar, voorwaar, ik zeg u, wie mijn woord hoort en Hem gelooft, die mij gezonden heeft. Heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, want Hij is overgegaan uit de dood in het leven. (Joh. 08:31-32) als gij in mijn woord blijft zijt gij waarlijk discipelen van mij en gij zult de waarheid verstaan en de waarheid zal u vrijmaken. Ik neem aan, broeders en zusters, dat de woorden van Jezus u allen bekend zijn, maar zijn ze gegrift in uw hart? Aanvaard u ze in geloof? Zijn ze een realiteit voor u en handelt u dienovereenkomstig? Dat is namelijk het volgen van Jezus.

Wat verlangt God van ons?

Als wij de evangeliën van Mattheus, vooral de Bergrede, Markus, Lucas en Johannes, waarin onder andere duren Jezus voorstel zichzelf openbaart? Zijn aandachtig doorlezen en overdenken, zullen we begrijpen wat God en Jezus van ons verlangen. Jezus zegt in (Joh. 08:12). Ik ben het licht der wereld, wie mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, Maar hij zal het licht des levens hebben. Dit is dus een heilige belofte, de voorwaarden ook hier weer hem volgen, dus gehoorzamen. Doen we dat niet, dan is het laatste deel van Johannes 3 vers 36 van toepassing. De hele tekst luidt als volgt:

”De Vader heeft de Zoon lief en heeft Hem alles in handen gegeven. Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, doch wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem”.

U ziet, broeders en zusters, Jezus windt er geen doekjes om. Laten we toch waakzaam zijn, dat wij niet de weg van koning Saul gaan, die zijn eigen ik boven het Woord van God stelde en het dus verwierp. Laten we toch steeds ons zelf aan een onderzoek onderwerpen of wij wel in alles God/Jezus gehoorzaam zijn geweest of zijn. We raken zo gauw in het vlees als we niet volkomen onder de leiding van de Geest staan.

Jezus zegt: Wie in de Zoon gelooft (dit houdt alles in) heeft eeuwig leven, dus het leven in en met Hem. Dat betreft niet alleen Zijn Woorden (daar vallen dus ook de geboden onder), maar ook waartoe Hij op aarde gekomen is namelijk om de wil van God, de Vader, te volbrengen, de werken des dui­vels te verbreken en ons te verlossen van diens macht van zonden en ziekten (Jesaja 53).

Het is op Golgotha volbracht, omdat wij het, die erin geloven, waarlijk vrij zouden zijn, en ons als kinderen des lichts, Gods zonen en dochters, zouden gedragen. Als wij deze boodschap niet ten volle aanvaarden, door influistering van satan, wil dat dus zeggen dat wij niet geloven in Gods woord en geen vertrouwen in hem en Jezus hebben, wat in feite een grote belediging is. Leven wij in het vlees of door de geest? Het komt helaas zoveel voor dat broeders en zusters niet alles willen loslaten of doen om Jezus te volgen. Soms zijn het kleine vosjes die de wijngaard bederven, maar het kunnen ook grote zijn. De duivel weet er wel raad mee. (Rom. 12:02) zegt: en wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt onderkennen wat de wil van God, is het goede, welgevallige en volkomene. Die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen. (Rom. 08:08), wandel door de geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees, want die staat tegenover elkaar. (Gal. 05:16).

God is radicaal en kan geen gemeenschap hebben met ongerechtigheid en tolereert geen compromis in (Luc. 06:46-49) staat: Wat noemt gij mij Here, Here. En doet niet wat ik zeg? Een ieder, die tot mee komt en mijn woord dan hoort en ze doet, Ik zal u tonen wie hij gelijk is. Hij is gelijk aan iemand die bij het bouwen van een huis diep gegraven en het huis op de rots gelegd heeft. Toen een watervloed kwam en de stroom tegen dat huis aansloeg, kon hij het niet aan het wankelen brengen, omdat het goed gebouwd was. Doch wie hoort en het niet doet, is gelijk aan iemand, die een huis op de grond bouwt zonder fundament. Toen de stroom daar tegenaan sloeg, stortte het er stond in. En het huis werd een grote bouwval. Broeders en zijn zusters komen deze woorden van Jezus laat hem aan duidelijkheid niets te wensen over. Satan, tracht ons ten val te brengen op allerlei manieren. Hij kan komen als een brullende Leeuw, listig zijn als een slang, maar ook als een engel des lichts. Wees op uw goede! Weersta hem, vast in geloof, en hij zal van u vlieden. Dat zegt het woord en satan moet wijken voor het woord. Denk maar aan Jezus bij de verzoekingen in de woestijn. Tenslotte nog een woord van Paulus. In (2 Kor. 10:03) zegt Paulus tegenover zijn tegenstanders in Korinthe het volgende, deze woorden zijn echter ook van toepassing op onze persoonlijke geestelijke strijd tegen de duistere macht en in de hemelse gewesten: Want al leven wij in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees, want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken, zodat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten, elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus, en gereed staan, zodra u uw gehoorzaamheid volkomen is, alle ongehoorzaamheid te straffen. Laten we deze woorden ter harte nemen.

 

Tenslotte door Gert Jan Doornink

Aan alles komt een einde. Ook aan dit nummer van “Levend Geloof” wat tevens het laatste is wat dit jaar verschijnt.

Volgend jaar hopen wij met nieuwe moed te starten. Het betekent tevens een in elk opzicht nieuw begin van de “Levend Geloof” arbeid. Meer hierover in ons eerstvolgende nummer!

Dit nummer willen wij besluiten met u een bijzonder gezegende kerst feestviering toe te wensen en de hoop uit spreken dat ook in 1977 Jezus Christus, de volkomen Verlossers in uw leven centraal mag staan. Hem alleen zij alle eer!

Met hartelijke groeten van uw in onze Heiland verbonden, Gert Jan.

1976.09-10 nr. 167

Levend Geloof 1976.09-10 nr. 167

De schuilplaats gedicht door Judith Jacobs

(Heer, waar dan heen..,.?)

(Ps. 091:014-015; Ps. 050:015)

Heer, waar dan heen met alle vragen.

Als ’t water tot mijn lippen stijgt?

Als donk’re wolken samenpakken

Het naad’rend noodweer mij bedreigt?

 

Naar welke plek zou ’k moeten vlieden?

Er is geen schuilplaats in de nood:

Geen hulp of redding kan men bieden

In ’t eenzaam strijdperk van de dood.

 

Toch hoef ik Heiland niet te vrezen

Want Gij beveelt Uw eng’len wacht:

Door Uwe liefd’ en zorg omgeven

Ben ’k veilig in de donkerst’ nacht.

 

Heer, waar dan heen? Met alle vragen

Voert ieder pad slechts naar U heen’

Gij laat – in d’ ure der beproeving –

Die Uw Naam kennen: nooit alleen”.

 

Wie beïnvloed de menselijke geest? Door Gert Jan Doornink

De grote strijd die zich afspeelt tussen God en satan gaat om de beïnvloeding van de menselijke geest. Daarbij is een groot verschil. Terwijl God probeert de menselijke geest te beïnvloeden in positieve zin, probeert satan het in negatieve zin. Omdat satan slechts één doel voor ogen heeft, namelijk de vernietiging van de mens, zodat er geen vrede mogelijk is tussen God en mens, zal hij alles op al­les zetten om dat doel te bereiken. Hij gebruikt hiervoor alle mogelijke middelen: lectuur, radio, televisie en last- but-not-least de woorden die onwedergeboren mensen recht­streeks spreken tot hun medemensen, waarmee ze dagelijks in contact komen.

Maar wat voor satan geldt in negatieve zin, geldt voor God in positieve zin. Gods doel voor de mensheid is: her­stel van de verbroken verbinding, vrede, blijdschap, geluk, openbaring van het nieuwe leven.

Nu zou men vermoeden dat de mensen ‘en massa’ vrede met God zoeken. Immers wie zoekt nu ongeluk in plaats van geluk? Wie wil niet graag eeuwig leven?

Helaas is dit niet het geval. Velen hebben de duisternis liever dan het licht. Velen laten zich liever verblinden door de vader der leugen en blijven onder zijn invloed.

Ook denken velen dat onder invloed van satan uitkomen onmogelijk is, dan alleen misschien bij de dood en hopen dan op hun sterfbed op eeuwig leven. Terwijl de Bijbel toch duidelijk zegt dat wij reeds nu eeuwig leven ontvangen als wij geloven in het volbrachte werk van Jezus ..Christus.

Positieve beïnvloeding

Voor hen die het nieuwe, eeuwige leven van Jezus Christus hebben ontvangen is het daarom zo uitermate belangrijk dat zij met grote kracht in Jezus’ Naam proclameren dat Jezus de Verlosser is naar geest, ziel en lichaam. Dat Hij nieuw le­ven schenkt, een leven waarin geen plaats is voor het werk van satan, maar waarin God Zijn herstellend en vernieuwend werk kan doen.

Iedere Christen, ieder wedergeboren mens, be­hoort een spreekbuis te zijn van de levende God om de menselijke geest te beïnvloeden in positieve zin’. God doet Zijn werk thans door de Gemeente, waartoe allen behoren die gereinigd zijn door het bloed van Jezus.

Maar dan moet ook bij de leden van die Gemeente het wer­kelijke verlangen zijn om de volheid en de overwinning van Jezus Christus, te openbaren. Want het geraffineerde van de duivel is en velen zien dit willens en wetens over het hoofd, dat hij ook de wedergeboren mens probeert in negatieve zin te beïnvloeden, zodat deze geheel of gedeeltelijk uitgeschakeld wordt. Als instrument in Gods hand. Vandaar de oproep van Paulus in (Kol. 03:01-03). Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods. Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op aarde zijn. Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God.

Bedenk de dingen die boven zijn.

Ons oude leven is gestorven, het is met Christus begraven in het watergraf. Wij zijn met Christus opgewekt, het nieuwe leven is in ons. Welnu, Paulus zegt, als dat zo is, zoek en bedenk dan de dingen die boven zijn. Laten we satan geen voet geven, opdat God ten volle zijn werk in en door ons kan doen. We zijn betrokken bij een strijd op leven en dood. Maar het is een geestelijke strijd. Laten we dit niet over het hoofd zien. Paulus zegt, want we hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten (Ef. 06:12). De menselijke geest is alleen in positieve zin te beïnvloeden als wij geestelijk strijdend, denken en handelen! Laten we daar als kinderen Gods een actief aandeel in hebben!

 

 

 

Met Hem meer dan overwinnaar door H. J. GLASBERGEN

Zekerheid

De mens, die verzoend is met God, door onze Heer Jezus Christus, heeft de zekerheid dat hij een nieuwe schepping gaat worden als hij zich hier naar uitstrekt. De wil van de mens speelt hierin een grote rol.

Naar de mate waarin men de gezindheid van zijn Meester wil volgen en uitdragen zal hij ook ontvangen. Zo wordt de mens een nieuwe schepping uit Gods Geest. En drie getuigen ven “hem” in de hemel en drie getuigen van “hem” op aarde.

Nu horen wij in het volle evangelie veel overwinningskreten en liederen, maar velen weten vaak niet wat zij dan wel overwonnen hebben. Als wij werkelijk zijn wat wij zeg­gen, is de vraag aan de orde wat dan de schuld is van de grote verdeeldheid die nog steeds groter wordt.

En toch belijden wij terecht: Dit is het volle evangelie, er is geen ander. Niemand schaamt zich, niemand voelt zich schuldig. Tegen wie strijden wij? Wij geloven Gods Woord als de enige waarheid en hebben allen gelijk, dacht ik. Toch roept niemand in de woestijn van verwarring: Laten wij het beloofde land in bezit gaan nemen en het Huis Gods gaan bouwen, want dit is Zijn wil. (Hagg. 01:07).

Rekening

Het excuus weet ik; Wat is de winst als je dit naar bui­ten brengt? Niet: Wat is het verlies als wij het zo laten? Eens komt de rekening, dat staat vast. (Heb. 04:12-13). Het oordeel begint bij het Huis Gods en wee hen die het geweten hebben.

Alles wordt bedekt, niet met de mantel der liefde, maar met het Woord van God. Ieder voelt zich onschuldig en gaat rustig door, zijn eigen weg, zijn eigen werk! Allen zijn gedoopt in water en gedoopt in de Heilige Geest en dat geloven wij. Maar die Heilige Geest is al lang weg, anders wa­ren die scheuringen door de Heilige Geest veroorzaakt. En dat geloven wij toch niet of zou dit ook kunnen?

Vrucht

Want de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap en vre­de. Is deze Geest, die uit God is, dan niet dezelfde Geest die in Jezus Christus was en niet meer in staat meer te doen dan wij bidden en beseffen? Dienen wij Hem in heiligheid en gerechtigheid voor Zijn aangezicht, al onze dagen?(Luc. 01:75) Zijn wij een heilige natie, een volk Gode ten eigendom?

(1 Petr. 02:09).

De Heilige Geest is bedroefd weggegaan, toen Hij al die belangrijke mensen zag dié in de wijngaard arbeiden. Zij zeggen: Wij arbeiden al zo, lang en hebben dus veel meer rechten. Wij hebben veel meer te openbaren en doen dat ook.

Wijsheid

De veelkleurige wijsheid wordt in het lichaam openbaar. Niet in een bepaalde kerk, gemeente of groepering. God staat boven alle dingen. Maar gij, o mens, wij zijt gij, dat gij God zou tegenspreken? Of heeft de pottenbakker niet de vrije beschikking het ene voorwerp tot eervol en het an­dere tot alledaags gebruik te maken?(Rom. 09:19; Rom. 09:25).Wie zijn wij eigenlijk buiten Hem? God laat zich door niemand onder­wijzen, maar wie wil er nu leem zijn?

Velen spreken over het zoonschap en zijn nog niet eens uit de kinderschoenen. Als wij elkander nog verbijten en niet accepteren, zijn wij Hem niet waardig. Wij kunnen ons verliezen in beschouwingen over het duizendjarig rijk en de buurman mast ons gaat verloren, omdat deze niet uit ons ziet dat Jezus leeft in ons. Jezus had een boodschap voor nu, voor de mens in nood in deze tijd.

Bandeloosheid

In Nederland worden Gods inzettingen met voeten vertrapt door een goddeloze regering. Duizenden kinderen worden door een geprogrammeerde bandeloosheid tot de slavernij gebracht onder de leugen van de vrijheid, door de vader der leugen. En wij zwijgen bescheiden in alle talen, kritiek genoeg in besloten kring.

Als wij teruggaan naar het begin, wat wij toch belijden, dan lees ik in (Hand. 01:02) dat er honderdtwintig mensen bijeen waren, mannen en vrouwen, met Maria en de broeders van Je­zus. Deze lieten de toenmalige wereld weten in alle talen dat Jezus de Christus was en opgestaan was uit de doden en in hen leefde, wat zich openbaarde in wonderen en tekenen. Zijn kracht werd in zwakke mensen volbracht. Zij lieten zien dat Hij alle macht had in de hemel en op de aarde.

Er was nog geen partijschap en scheuring, zij waren één van zin en hadden één doel. Zij waren niet van Paulus of van Apóllos. Christus is niet gedeeld. Er is één God en Va­der, één Naam tot behoudenis: Jezus Christus. Want Hij is goed en Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid!

Doel

En God was met hen en bevestigde Zijn Woord en belofte. Zijn Naam werd verheerlijkt. ”De Heilige Geest zal Mij verheerlijken”(Joh. 16:11). Verheerlijken wij Gods Naam? Dit is het doel van Ons leven. “Laat die gezindheid in u zijn die in Christus was”(Filip. 02:05-11).

Hij heeft zich vernederd voor ons. Zonder ons te verne­deren lopen wij vast in menselijke ijver, goed bedoeld dikwijls, maar waardeloos voor God. Na jarenlang op de weg te zijn, ga je zien wat vleselijke begeerte om God te dienen, kapot maakt en schade doet.

Er was eens een V.E.Z.A., een instrument van God, geleid door oprechte Godsmannen, de Geest van God was in hen en werkte door hen. Duizenden mensen kwamen tot nieuw leven, jonge mensen zijn nu op de zendingsvelden door het werk . . van de Veza, het was een uitdaging aan Nederland.

Afgang

Het was Gods tijd en Zijn werk. Er was gerechtigheid, liefde en blijdschap en vrede. Tot er mensen in het bestuur infiltreerden die niet uit God waren, wat zich uitte in ru­zies en verdeeldheid. Zij wisten het veel beter dan de geroepenen. De Heilige Geest ging bedroefd weg. De totale af­gang was begonnen, het sprookje was uit.

Is dit onze belijdenis, opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn? (Ef. 01:01; Ef. 01:14). Hoeveel werk wordt niet kapot ge­maakt en stil gelegd door mensen die zich geestelijk noemen maar star zijn in hun eigenwaan en geloof in zichzelf. In steden en dorpen zijn deze te vinden. Zij hebben ijver voor God, maar zonder verstand. Gemeenten zonder voorganger en oudsten die geroepen zijn door mensen leiden dan deze groe­pen zonder de kracht van de Heilige Geest, zoutloos en vruchteloos. Het bijbels patroon van onze meester – volmaakt, heilig – is niet hun zaak. De Heilige Geest kan daar geen apostelen, profeten, herders, leraars en evangelisten plaat­sen, want er is geen plaats voor Gods Geest om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, zij doen dit allemaal zelf wel.           

Lichaam

Jezus zegt van Zijn Woord dat het als zaad is. Als dit zaad de grond niet ingaat om te sterven, kan het geen vrucht vóórtbrengen, dan verdroogt de levenskiem. Hij spreekt over stromen van levend water, van de Heilige Geest, Zo heeft een gemeente het levende water nodig. Waar vlese­lijke werken zijn en domme hoogmoed, kan en wil God niets doen, daar kan Hij Zijn Naam niet verheerlijken.

Verblind in hun ijver zonder verstand, brengen zij geen vrucht op. Buiten het lichaam – het Bijbelse voorbeeld – is er geen leven, het wordt steriel. Sprekers die allen een eigen geluid vóórtbrengen maken de verwarring nog groter in zich noemende volle evangelie kringen. Hele gemeenten zijn verdwenen, kwijnen weg of staan op een laag pitje zonder getuigenis. Zou dit Gods weg zijn en Zijn wil?

Talenten

God erkent geen vleselijke werken. Doe het werk waartoe je geroepen bent, of wacht tot God je roept. De Heilige Geest maakt geen fouten. Een ieder heeft talenten van God gekregen om in het Lichaam van Jezus Christus, de Gemeente, te dienen. Niemand is onbelangrijk op zijn plaats, maar wel door God aangewezen en niet zelf georganiseerd. De een acht de ander uitnemender dan zichzelf.

De wereld om ons heen hongert en dorst naar gerechtigheid, ook de wereld direct om ons heen. “Geeft gij hen te eten”, zegt Jezus. Dit is de opdracht: “Gij zult Mijn getuigen zijn”. Wie zal het anders moeten zeggen dan wij, want dit is het evangelie en het antwoord op de nood van de mens van deze tijd.

Dienstknecht

Durf en wil een steen zijn van een onzichtbare muur van het Huis Gods. Niet erkent door mensen, maar door God ge­kend: “Gij goede en getrouwe dienstknecht…..” Dit zijn de schatten die alle verstand te boven gaan.

Gelukkig zijn er nog veel gemeenten op Bijbelse grond gebouwd, waar de mens herstelt naar geest, ziel en lichaam. Dit zijn de overwinnaars door Jezus Christus, de zonen Gods, die zichzelf onderworpen hebben aan de wil van de Meester.

 

5e One way day

Grote demonstratie van 15.000 jongeren voor christelijk karakter van Nederland

Utrecht- “Wij hebben samen gebeden dat ons land weer een christelijke natie wordt ‘ . Dat stond in een telegram dat evangelist Ben Hoekendijk zaterdag 23 oktober namens 15.000 jongeren in de Utrechtse Jaarbeurs naar de leden van de Tweede Kamer stuurde. Voor de vijfde keer hield hij zijn jaarlijkse zogenaamde ‘one Way Day’ die meer bezoe­kers trok dan ooit tevoren. Zij kwamen uit de meest uiteen­lopende kerkelijke richtingen. De dag stond in het teken van gebed voor land en volk onder het motto “Terug naar de Bijbel”. Behalve naar de Tweede kamer werd ook een telegram gezonden naar het koninklijk paar, waarin o.m. werd gezegd: We geloven dat alleen een terugkeer tot God ons land voor verdere ontwrichting kan bewaren”.

Jezus maakt vrij’

In het telegram aan het parlement stond dat de One Way Day een demonstratie was voor het behoud van het christe­lijke karakter van Nederland. De Kamerleden werd verzocht voorstellen te steunen, ‘die blijk geven van geestelijke weerbaarheid en die gegrond zijn op de Bijbelse moraal.

In de volle Julianahal zaten ’s middags de duizenden jongeren twee aan twee, op stoelen of op de gronde te bid­den. Ook deden zij Bijbelstudie over het thema: “werkelijk vrij zijn’, aan de hand van vragen en verwijzingen naar Bijbelteksten in het programmaboekje.

Het evangelie is het antwoord

’s Morgens had Ben Hoekendijk de jongeren opgeroepen zich niet te laten meeslepen met hun omgeving. “Wees waak­zaam. Je omgeving dicteert je ten aanzien van kleding, haardracht, taalgebruik en andere misschien vrij onschuldi­ge zaken. Durf als het nodig is alleen te staan. Je omge­ving moet niet jouw, maar jij moet je omgeving beïnvloeden”, aldus Ben Hoekendijk, die het “ruggengraatloze gepraat in dit land” hekelde.

‘Een biddende minderheid kan het land veranderen. Het evangelie is het antwoord op de crisis van Nederland’ . “Hij stelde de Bijbelse figuren Ester en Daniel, die een belangrijke rol speelden voor de toekomst van het Joodse volk, ten voorbeeld voor de naar hem luiste­rende menigte” ten voorbeeld voor de naar hem luisterende menigte. “De toekomst van het Nederlandse volk rust mede op jouw schouders. Ons land hoeft niet verder weg te zinken in economische crisis, cha­os en immoraliteit”.

Een “evangelische beurs”, waar zo’n 80 christelijke orga­nisaties zich met stands presenteerden, een 600 man tellend koor met orkestbegeleiding (dat speciaal voor deze dag gecomponeerde liederen zong) en geloofsgetuigenissen van verscheidene jongeren waren opmerkelijke onderdelen van de ma­nifestatie. ’s Avonds zong en sprak de voormalige Engelse popzanger Len Magee, die na een stormachtig leven christen is geworden. Ook een voormalige hoofdrolspeler uit de Neder­landse cast van de musical “Hair” vertelde hoe hij enkele jaren geleden tot geloof was gekomen.

Duizend jongeren in de nazorgruimte en een groot financieel wonder

Meer dan duizend jongeren bezochten in de loop van de dag de zogenaamde “nazorgruimte” om te kennen te geven dat zij tot geloof wilden komen of om over andere geestelijke noden te praten en te bidden. Een groot aantal pastorale werkers stond daarvoor voortdurend ter beschikking. ‘Dit is een geestelijke revolutie in ons land” riep Ben Hoekendijk ’s middags uit. Vandaag wordt er historie gemaakt. Ons volk mag het weten: Er is een jeugd die opstaat, opdat het land zal worden gereinigd”.

Behalve de kosten van de dag. f.90.000 – brachten de jongeren nog f.12.000- voor een computer t.b.v. Wycliffe Bijbelvertalers en f.15.000,- voor een kerkje op het eiland St. Martinique bijeen. “Een groot financieel wonder’ aldus Ben Hoekendijk.

Johan Th. Bos.

 

Mijn woning. Gedicht door Judith Jacobs

De eeuwige God is u een woning en onder u zijn eeuwige armen”(Deut. 33:27). Ja zelfs de haren van uw hoofd zijn alle geteld”. (Luc. 12:07)

Ik weet: de haren van mijn hoofd

Zijn door Godzelf geteld;

Geen macht is er die keren kan

Wat Jezus heeft gesteld.

 

Als Hij mijn veil’ge woning is

Waar ‘k in verkeren mag.

Zal dat mijn rust en vreugde zijn

Ook op de kwade dag.

 

Zijn eeuw’ge Vaderarmen zijn

Gedurig onder mij

En wat er ook gebeuren zal

Hij is mij steeds nabij

 

Ja, die verzeek’ring is mijn kracht

Geeft vrede voor ’t gemoed;

Te weten: dat ik ben gedekt

Door Jezus’dierbaar bloed.

 

 

De verdediging van Stefanus door Jan W. Companjen

‘ Zoals wij afgesproken hebben zullen wij het dit keer hebben over de verdediging die Stéfanus uitsprak tegen zijn veroordelers. Stéfanus stond bekend als een man vol van Geest en wijsheid. Hij was een echt handelend christen. In (Hand. 06:08) lezen wij o.a. dat Stéfanus, vol van genade en kracht, wonderen en grote tekenen deed onder het volk. Desalniettemin moest hij opgeruimd worden omdat hij de bestaan­de zeden niet onderschreef, maar de leer van Jezus Christus verkondigde, met alles wat daaraan verbonden was.

Wat was dan wel het uitzonderlijke dat daar tussen joodse ”gelovigen” zulke grote meningsverschillen ontstonden? Wel dat vond nergens anders zijn oorzaak in dan dat de jo­den hun oude geloof wilden behouden (met tempel en wet) en dat Stéfanus de leer van het Koninkrijk der hemelen verkon­digde. Stéfanus had voor 100% begrepen dat met de komst van Jezus een nieuw begin werd gemaakt. Al het vorengaande was schaduw geweest en was in Christus vervuld. Vandaar dat wij nu kunnen zingen: ”Want nu de Heer is opgestaan, nu vangt het nieuwe leven aan. Een leven door Zijn dood bereid, een leven tot in eeuwigheid”.

Leven in twee werelden

Na de komst van Jezus op aarde en Zijn volbrachte werk, kon de mens weer in twee werelden leven. Hier op deze aarde met beide benen op de grond, maar ook nog – en dat is het werkelijke christelijke leven – in de hemelse gewesten.

Door bevrijding en verlossing van zonde en schuld kon de mens weer, door de doop met de Heilige Geest, gemeenschap hebben met God als zijn hemelse Vader. Hij kon weer gemeen­schap hebben met zijn Schepper en vanuit die gemeenschap vrucht dragen.

Jezus liet ons als het vleesgeworden Woord, Gods wet zien. Hij leefde die als het ware aan Zijn volgelingen voor. En zoals de Vader Hem gezonden heeft, zo zendt Hij ons thans. Hij is het Hoofd van Zijn Lichaam, de Gemeente. Dat Lichaam wil Hij gaan besturen, zoals Hijzelf door de Vader bestuurd werd.

De betekenis van het avondmaal

Deze dingen waren bij Stéfanus geworden als vlees en bloed. Zijn hele wezen was als het ware daarmee doortrokken. Het Avondmaal is hiervan ook een beeld. Het brood (het li­chaam) en de wijn (het bloed van Jezus) worden doordat wij het opeten, dat wil zeggen tot ons nemen, geheel in ons lichaam opgenomen. Nu zoals dat brood en die wijn in onze bloedbaan worden opgenomen, zo wil ook Jezus ons gehele li­chaam, ons gehele wezen, ons gehele zijn naar geest, ziel en lichaam, doortrekken.

Het is dan ook helemaal niet vreemd dat Handelingen 6 af­sluit met de mededeling dat het gezicht van Stéfanus er uit zag als van een engel. Zo, in deze toestand, begon hij zijn verdediging en toen hij uitgesproken was zag hij de hemelen geopend en Christus staande ter rechterhand Gods. Zijn leven eindigde met de woorden: Here Jezus, ontvang mijn geest en Here, reken hun deze zonde niet toe.

Hij gebruikte dezelfde woorden als Jezus op Golgotha. Ook toen was het nog zo dat vele joden echt niet wisten wat zij deden. Vierduizend jaar oud was hun geloof, was dat niet steeds goed gebleken door de eeuwen heen? Ja het was een goede Godsdienst voor de natuurlijke wereld en voor het na­tuurlijke volk van God geweest.

De godsdienst met profetische boodschap

Maar het was bovendien veel en veel meer. Het was tevens een heenwijzing naar de hemelse koning David en een heenwijzing naar het hemelse Jeruzalem. Al deze dingen waren aan Israël tot voorbeeld geschied. Alles had in hun Godsdienst een profetische boodschap. Eerst de gang van zaken bij de aartsvaders en bij Jozef, vervolgens de uittocht uit Egypte en de intocht in Kanaän. Daarop aansluitend de gehele in­stelling van de Godsdienst in de tempel met al zijn symbo­len, de concentratie op Jeruzalem en als kroon van alles het offerlam. Ook elke overheersing door de vijanden die hun omringden en afbraak en opbouw van de tempel is ons tot voorbeeld geschied en juist deze dingen trachtte Stéfanus de joden duidelijk te maken.

De schaduwtijd is voorbij

Al deze dingen moesten geschieden. Maar nu is de tijd van de schaduw voorbij. Toen, 2000 jaar geleden, bij Stéfanus en nu bij u en mij. Verstaan wij het wel? Leven wij nu inder­daad naar de Geest en niet meer naar het vlees? Heeft Chris­tus de wet en de profeten voor u vervuld? Of staat u er nog onder? Jezus kwam om hen die onder de wet waren, vrij te ko­pen, opdat wij het recht van zonen Gods zouden krijgen. (Gal. 04:05).

De massa wordt nog steeds in het spoor gehouden door de wet en niet door de Geest van Christus. Men stelt zich daar­toe nog in veel kerken elke zondag bewust op onder de wet. De wet is voor de vleselijke christen. Indien wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest het spoor hou­den. Stéfanus probeert in zijn verdediging de Joden te over­tuigen dat zij van vleselijke gelovigen geestelijke gelovi­gen moeten worden. Gods Geest moet vaardig over hen worden. Niet over één man (de profeet) zoals in het oude verbond, neen over allen.

Daartoe zal het nodig zijn dat de mens zich niet langer verzet tegen de Heilige Geest. Die geest gaat in tegen elke organisatie en tegen elk theologisch denken dat niet gericht is op de doop in de Heilige Geest. Die Geest, die ons na Christus’ komst op aarde geschonken is om weer werkelijk mens te kunnen zijn. Die Geest voert ons naar de volle waarheid. Die Geest heiligt en reinigt en zuivert ons tot goud, zodat wij gereinigd en heilig kunnen leven. Hij is het die alles in allen volmaakt.

Waarover sprak Stefanus?

En nu de preek van Stefanus. Allereerst wordt daar de geschiedenis van Abraham, de vader der gelovigen, verteld. Abraham verliet, op gezag van Gods Woord, zijn land en zijn familie en ging op stap naar het land dat God hem wijzen zou. Meteen begon hier al de duivel een woordje mee te spreken. Toen deze namelijk zag dat Abram niet te houden was maar op pad zou gaan, gaf hij hem de nodige ballast mee. Dat was geen brood, kaas en eieren, maar, je zult er maar opkomen, zijn vader en zijn neef Lot.

Nu is dat meegaan van zijn vader nog niet zo’n grote strop geworden. Die was er alleen maar oorzaak van dat hij halfweg in Haran is blijven steken. Zie (Hand. 07:04) waar staat dat hij zich in Haran vestigde en dat Abram pas in het land der belofte kwam toen zijn vader overleden was. Is dat nu zo erg dat hij zijn vader meenam? Is dat zelfs niet een bewijs dat hij een goede zoon was? Ja dat is alle­maal waar in zoverre als het niet tegen Gods opdracht in gaat. Men moet God liefhebben boven vader en moeder. Men moet de Heer meer gehoorzamen dan je aardse vader. Want ik geloof dat niet in eerste instantie Abram maar vader -Terah en neef Lot er de oorzaak van waren dat zij met z’n allen in Haran bleven steken. Als men daar in Haran aan Abram zou hebben gevraagd: Is dit nu het land waar God je brengen zou? Dan zou hij zeker de schouders opgehaald hebben en gezegd hebben: Ik weet het niet, ik weet het niet of ik er al ben, of: Ik weet niet of ik alles wel zo zeker weet.

Het was alles door belemmeringen die hij zelf meegenomen had, een groot vraagteken gebleven.

Tradties kunnen belemmerend werken

Zie dit nu ook eens geestelijk. Alle oude overleveringen kunnen ook u van veel geestelijke vooruitgang afhouden. Vele tradities kunnen het volle leven met Christus ernstig belem­meren en/of tegenhouden.

Maar na het afsterven van zijn vader trekt hij verder en komt in het beloofde land. Toen waren meteen de vraagtekens weg. God sprak tot hem en hij bouwde de Here een altaar. Abram was binnen. O ja? Niets hoor, God gaf hem, de vader der gelovigen, geen erfdeel daarin, zelfs niet één voet’ (Hand. 07:05).

Nu van die meegenomen Lot heeft hij ook niet veel plezier gehad, maar dat is een verhaal op zich zelf. Lot leefde steeds bewust en later onbewust onder de bescherming van Abraham. Abraham nam het voor hem op en bevrijdde hem toen hij gevankelijk was weggevoerd. Sodom betekende bijna de ondergang van neef Lot. Er was echter iemand die voor hem vocht en bad. Wel zouden de nakomelingen van Abraham in dat land gaan wonen. Zij zouden het in bezit gaan nemen, maar dat zou niet eerder gebeuren dan nadat zij 400 jaren geknecht zouden zijn.

Dan volgt de opsomming van de geschiedenis in Egypte (Hand. 07:09-34) en de rol die Mozes daarin speelde. Het is een grote opsomming van grote daden Gods en als tegenhanger daarvan een steeds weer tegenstribbelend volk van God dat steeds moeilijker werd te regeren. Zij kwamen uiteindelijk naar Gods belofte in het beloofde land, maar waren inmiddels wel gedegradeerd tot een volk dat door wetten geregeerd moest worden. Zij waren een natuurlijk, vleselijk, volk van God geworden dat door wetten met straf en boete in het gareel moest worden. Mozes, een type van de Heilige Geest, Hij was woordvoerder Gods, werd niet geaccepteerd. De eerste keer toen hij zich als zodanig opwierp was helemaal een afgang. Hij moest onderduiken en verdween in de woestijn (40 jaar) totdat hij opnieuw, maar nu door God zelf, gezonden werd.

Dit hele hoofdstuk zit vol met voorbeelden dat Israël zich niet wil laten leiden. Ondanks tekenen en wonderen ging hun hart terug naar Egypte, waar zij getreiterd werden en ondergeschikt waren aan allerlei machten en krachten.

De gehele uittocht uit Egypte is een spiegel van het he­dendaagse Christendom. Zo als Mozes geroepen werd om het natuurlijke volk uit te leiden, zo is Christus geroepen om het geestelijke volk Gods uit te leiden.

In (Hand. 02:36) staat daarvan zo duidelijk dat God Hem tot Here en Christus gemaakt heeft. Hij is de Leidsman voor Gods volk en een andere weg is er niet meer.

Lees nu Handelingen 7 nog eens en schrijf mij eens wat u daarin nog meer gevonden hebt.

1976.03-04 nr. 164

Levend Geloof 1976. 03-04 nr. 164

Wordt vervuld met de Geest

Deze woorden die de apostel Paulus oorspronkelijk richt­te tot de Gemeente te Efeze (Ef. 05:18) is ook voor van­daag nog van grote betekenis. Paulus richt zich hier tot de gelovigen, tot hen die Jezus Christus reeds kennen. Tot hen zegt hij: “Wordt vervuld met de Geest”.

Dit betekent dat een kind van God niet automatisch na zijn bekering en wedergeboorte vervuld is net. de Heilige Geest, zoals sommigen leren. Ieder mens heeft ook na zijn bekering en wedergeboorte een vrije wil. Hij kan de Heer gehoorzaam zijn of ongehoorzaam. Hij kan vleselijk of geestelijk leven. Hij kan in zonden leven of overwinning over de zonden hebben.

Het is de wil van God dat de nieuwe mens tot volle was­dom kont en dat geen voet aan de duivel gegeven wordt (Ef. 04:20-27). Als Paulus schrijft: “Wordt vervuld met de Geest” wil hij als het ware uitdrukken dat het voor de gelovigen absoluut noodzakelijk is om iedere dag opnieuw vol te zijn van de Heilige Geest. Hij behoort zich daar naar uit te strekken, er voor te bidden. . . . . en er voor te danken. Het is niet voldoende tevreden te zijn net een eenmalige ervaring van de doop met de Heilige Geest, hoe belangrijk ook, want een geestelijke ervaring is van geen betekenis als zij geen blijvende doorwerking heeft.

Petrus kon zijn grote rede op de Pinksterdag – met won­derbare gevolgen! – pas uitspreken nadat hij vervuld was met de Heilige Geest. Zoals een auto niet kan rijden zonder benzine of andere brandstof, kan geen enkel kind van God ten volle functioneren als instrument in Gods hand als hij niet vol is van Gods Geest. Als ook wij ons bewust zijn dat wij geroepen zijn dat wij geroepen zijn Jezus in al Zijn volheid te openbaren, is het ook ons verlangen vol te zijn van de Heilige Geest!

 

Heeft u een over gegeven leven? Door Gert Jan Doornink

“En toen zij op weg waren, zeide iemand tot Hem: Ik zal U volgen, waar Gij ook heen gaat’. En Jezus zeide tot hem: De vossen hebben ho­len en de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des mensen heeft geen plaats om het hoofd neer te leggen.

En Hij zeide tot een ander: Volg Mij. Maar deze zeide: Sta mij toe eerst heen te gaan en mijn vader te begraven. Maar Hij zeide tot hem Laat de doden hun doden begraven; maar ga gij heen en verkondig het Koninkrijk Gods. En weer een ander zeide: Ik zal TJ volgen, He- re, maar laat mij eerst afscheid nemen van mijn huisgenoten. Maar Jezus zeide tot hem: Nie­mand, die de hand aan de ploeg slaat en ziet naar hetgeen achter hem ligt, is geschikt voor het Koninkrijk Gods” (Luc. 09:57-62)

Heeft u een overgegeven leven? Als we elkaar deze vraag gaan stellen krijgen we ongetwijfeld verschillende antwoorden. De een zal zeggen” “Ja, natuurlijk, want ik ben een kind van God”. Een ander zal zeggen: “Ik ben weliswaar een kind van God, maar een overgegeven leven. . . . . neen, dat durf ik zo niet te zeggen. . . . . “. Weer een ander zal zeggen: “Een overgegeven leven. . . . . wat is dat eigenlijk. ?”.

Wat is overgave?

Overgave – overgeven – betekent, het woord zegt het reeds: Iets wat je hebt, wat je bezit, geef je aan een an­der. Het is als met bijvoorbeeld een briefje van 100, zolang je het zelf nog bezit kun je er wat voor kopen, maar heb je het aan een ander gegeven, dan kan die ander dat briefje gaan gebruiken. 

Dat geldt uiteraard voor elk voorwerp, maar in het kader van ons onderwerp, gaat het om iets heel anders, iets heel belangrijks. Het gaat om het allerbelangrijkste, namelijk het leven zelf!

Het leven

Of vindt u het leven’ niet het allerbelangrijkste? Het leven is immers het wezenskenmerk van God en van Zijn schep­ping en dus ook van de mens, de kroon van Gods schepping.

Daarom is het zo uitermate belangrijk wat de mens met zijn leven doet. Wat is het diep tragisch dat zo velen – onder invloed van satan – hun leven laten ruïneren. Hun le­ven is een puinhoop, terwijl God er toch zo’n andere bedoe­ling mee heeft.

Hoe worden we via de Bijbel gewaarschuwd on niet zo maar het leven te gebruiken of te misbruiken. “Want wat baat het een mens de gehele wereld te winnen en aan zijn ziel schade te lijden?”(Mark. 08:36).     

Wat doet u met uw leven? Staat het in dienst van God? Of staat het in dienst van satan?

Gods doel met ons leven

Het doel van God met ons leven is dat het in Zijn dienst staat. Pas als wij ons leven hebben overgegeven aan Jezus heeft het zin, inhoud en beantwoordt het aan het doel wat God er mee voor heeft.

En wat die overgave betreft – u begrijpt het al wel – het is niet voldoende eenmaal ons leven aan Jezus te hebben gegeven, neen, er behoort ook een dagelijkse overgave te zijn. ’

Hoe voltrekt zich de overgave?

De eenmalige overgave vond plaats toen wij onze knieën bogen voor Jezus. Toen wij van een zondaar een kind, van God werden. Dat was een glorieuze dag in ons leven!

Maar de dagelijkse overgave vindt iedere dag weer plaats als wij ons leven weer toewijden aan Hem, als wij ons weer bereid verklaren Hem te volgen en in Zijn dienst te staan. De Heer vraagt dus iedere dag weer gehoorzaamheid van ons en de bereidheid eventueel smaadheid en vervolging te on­dergaan. Jezus heeft gezegd: “Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme dagelijks zijn kruis op en volge Mij”(Luc. 09:23).

Waarom hapert er zoveel aan de dagelijkse overgave bij velen? Waarom is er zoveel twijfel, zoveel ongeloof? Waarom zijn er zoveel aanvechtingen en teleurstellingen? Ik geloof omdat velen niet de Bijbelse normen en richtlijnen hanteren ten opzichte van de overgave.

Wat zegt Gods woord over de overgave?

De overgave van God aan Zijn schepping was volkomen, ra­dicaal, voor de volle 100 %. Ondanks satans vernietigende werk, bleef God Zijn schepping liefhebben en zond Hij het Allerliefste wat Hij bezat – Zijn enige Zoon – naar deze we­reld. Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe” (Joh. 03:16).

God spaarde Zijn Zoon niet. Waarom niet? Omdat de mens geschapen was naar het beeld van God. Daarom gaf óók Jezus zich voor de volle 100 ”Hoe zal Hij, die zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft, ons met Hem ook niet alle dingen schenken?”(Rom. 08:32). En (Joh. 10:10) zegt: “Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en over­vloed”.

De overgave van God en Zijn Zoon Jezus Christus was vol­komen, maar nu komt het: zoals God, zoals Jezus, zich volkomen gaf, behoren ook wij ons volkomen te geven – over te geven – aan Hem. Immers wij zijn geroepen om het werk wat Jezus deed voort te zetten. Wij zijn geroepen leesbare brie­ven van Jezus te zijn en Zijn geur te verspreiden.

Bij velen is dit het grote struikelblok. Men redeneert: Ik ben Jezus niet. . . . . . . Onze overgave blijft toch altijd ten dele. . . . . . Je moet oppassen dat je niet perfectionistisch wordt. . . . . enz.

Ik geloof dat wij door zo te redeneren God gaan beledigen. Trouwens dan vraag- ik me af hoe we dan nog liederen kunnen zingen zoals: “Heer, ik geef m’ aan U volkomen, ‘k Leg mijn al hier voor U neer. . . . “.  Of zingen wij zo’n lied

alleen maar met onze mond en niet met ons hart?

Geestelijke groei

De oorzaak dat er geen volkomen overgave bij velen. is, is de ongehoorzaamheid om niet geestelijk verder te groei­en. Velen die reeds lang geestelijk volwassen konden zijn, zijn nog baby’s in het geloof.

In het natuurlijk leven weten we er wel raad mee. Daar kennen de meesten wel de wetten van doortastendheid en doorzettingsvermogen. Iemand die auto loert rijden zet net zo lang door tot hij zijn rijbewijs heeft behaald. . . . .

Maar in het geestelijk leven gaan velen veel nonchalan­ter te werk. Sommigen blijven rustig vasthouden aan bepaal – de zonden of gebondenheden. (Heb. 12:04) zegt: “Gij hebt nog niet ten bloede toe weerstand geboden in uw worsteling te­gen de zonde”.

Volkomen overgave

Gehoorzaamheid is de sleutel tot een overgegeven leven. Er moet bereidheid zijn tot volkomen overgave, steeds weer opnieuw. Let eens op de antwoorden die Jezus geeft aan de drie mensen uit (Luc. 09:57-62).

De eerste die tot Jezus zegt: “Ik zal U volgen, waar Gij ook heen gaat”, krijgt ten antwoord: “De vossen hebben ho­len en de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des men­sen heeft geen plaats om het hoofd neer te leggen”. Een merkwaardig antwoord. Het is alsof Jezus wil zeggen: “Besef goed wat het volgen van Mij betekent. Je zult het niet ge­makkelijk krijgen. Zoals Ik in deze wereld alleen sta en vervolgd wordt, zo zal het ook gaan met de waarachtige vol­gelingen van Mij”.

Als Jezus tot een ander zegt: “Volg Mij”, geeft deze als antwoord: “Sta mij toe eerst heen te gaan en mijn vader te begraven”. Dan komt er opnieuw een merkwaardig antwoord van Jezus: “Laat de doden hun doden begraven; maar ga gij heen en verkondig het Koninkrijk Gods”.

Dan is er nog iemand die bij het volgen van Jezus niet ‘ radicaal is. Hij zegt “Ik zal U volgen, Here, maar laat mij eerst afscheid nemen van mijn huisgenoten”. Tot hem zegt . Jezus: “Niemand, die de hand aan de ploeg slaat en ziet naar hetgeen achter hem ligt, is geschikt voor het Konink­rijk Gods”.

Als één ding duidelijk wordt uit deze geschiedenis dan is het wel dit dat Jezus een volkomen en radicale overgave verlangt’

Er is geen tussenweg. Niemand kan twee heren dienen. Trouwens als we niet overgegeven leven bedriegen we onszelf want Jezus kijkt dwars door alle  maskers heen. In de geschiedenis van de rijke jongeman in (Mark. 10:17-27), zien wij een tragisch voorbeeld van iemand die niet bereid was Jezus volkomen te volgen. Deze jongeman had een voorbeeldig leven maar toen Jezus tot hem zei: “Eén ding ontbreekt u, ga heen verkoop al wat gij hebt en geef het aan de armen, en gij zult een schat hebben in de hemel, en kom hier, volg Mij”, betrok zijn gelaat en ging bedroefd weg omdat hij vele goe­deren bezat.

Waarom het zo belangrijk is ons leven volkomen over te geven aan Jezus

Tot besluit van dit artikel volgen hier een aantal pun­ten waarom het zo belangrijk en noodzakelijk is ons leven volkomen toe te wijden aan Jezus.

1.Omdat wij geroepen zijn een getuige van Jezus te zijn voor alle kinderen Gods geldt: “Gaat heen in de ge­hele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schep­ping (Mark. 16:15 ) Vlak voordat Jezus van deze aarde werd weggenomen zei Hij: “Gij zult mijn getuigen zijn te Jeruza­lem eh in geheel Judéa en Samaria en tot het uiterste der aarde”(Hand. 01:08). Wij kunnen onmogelijk een volwaardig ge­tuige van Jezus zijn als wij niet bereid zijn Hem volkomen te volgen.

2.Omdat wij geroepen zijn het Koninkrijk Gods te verkondigen. Wij mogen niet zo maar een beetje op eigen houtje wat van het evangelie vertellen of een eigen zienswijze of leer uitdragen. Wij zijn geroepen om dezelfde boodschap te. brengen die ook Jezus bracht. De boodschap van het Koninkrijk Gods. De boodschap van Jezus de volkomen Verlosser. De boodschap die bevestigd wordt door tekenen en wonderen,. In Lucas 9 legt Jezus daar ook nadrukkelijk het accent op als Hij zegt tot de één: “Ga heen en verkondig het Koninkrijk Gods en tot de ander zegt om niet achterom te zien anders zou hij “niet geschikt zijn voor het Koninkrijk Gods”.

3.Opdat God Zijn beloften in ons leven kan vervullen. In Marcus 10 zegt Petrus tot Jezus: “Zie, wij hebben alles prijsgegeven en zijn U gevolgd”. Dan zegt Jezus: “Voorwaar, Ik zeg u, er is niemand, die huis of broeders of zuster of moeder of vader of kinderen of akkers heeft prijsgegeven om Mij en om het evangelie, of hij ontvangt honderdvoudig te­rug: nu, in deze tijd, huizen en broeders en zusters en moe­ders en kinderen en akkers, met vervolgingen, en in de toe­komende eeuw het eeuwige leven”(Mark. 10:29-30). Jezus is ge­komen om ons leven en overvloed te brengen om Zijn beloften in ons leven te vervullen. Pas wanneer ons leven volkomen in Zijn dienst staat ervaren wij de werkelijkheid daarvan.

4.Opdat de satan geen vat op ons leven zal krijgen. Sa­tan wil ons doen terugzien op de fouten en tekortkomingen van het verleden. Hij zegt: “Zie je wel, een leven van over­winning is voor jou toch niet weggelegd”. Jezus zegt echter “Niemand, die de hand aan de ploeg slaat. . . . . . en ziet naar hetgeen achter hem ligt. . . . . is geschikt voor het Koninkrijk Gods”(Luc. 09:62).

(Openb. 22:11) zegt: “Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht; wie vuil is, hij worde nog, vuiler; wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd”. Dit betekent dat in deze eindtijd zich een geweldige scheiding der geesten aan het voltrekken is. Deze loopt dwars door al­le kerken en kringen heen. Aan de ene kant hen die hoe lan­ger hoe dieper wegzakken in het moeras der zonde, maar aan de andere kante de waarachtige gelovigen die Jezus volko­men volgen.

Aan welke zijde staat u? (Openb. 03:15-16) zegt: “Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet. Waart gij maar koud of heet. Zo dan, omdat gij lauw zijt en noch heet noch koud, zal Ik u uit mijn mond spuwen”. Laat dit niet van ons gezegd behoeven te worden. Wij kunnen geen tussen­weg bewandelen, maar behoren “heet” te zijn voor de zaak van Koning Jezus. ‘

Paulus zegt: “En Hij, de God des vredes, heilige u ge­heel en al, en geheel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst van onze Here Jezus Christus blijken in allen dele onberispelijk bewaard te zijn. Die u roept, is getrouw; Hij zal het ook doen”(1 Thess. 05:23-24). Van Gods kant is alles in orde. Zijn ook wij volkomen Hem gehoorzaam? Daar komt het in ze eindtijd op aan. ‘

6.Omdat God nooit iets vraagt wat wij niet zouden kunnen vervullen. Als Hij van ons vraagt Hem volkomen te die­nen en te volgen, geeft Hij ons ook de mogelijkheden en de werktuigen ‘, die we moeten hanteren. Voor een kind van God zijn dat o. a. het gebed, de vervulling met do Heilige Geest en het Woord van God. Maken wij er gebruik van, iedere dag opnieuw, zodat de uitwerking “volkomen overgave” is?

7.Opdat wij actief, strijdbaar en volhardend zullen zijn. Alleen door een overgegeven leven zijn wij bestand tegen vervolgingen, beproevingen en verzoekingen. En die zul­len zeker komen. Kinderen Gods, die overgegeven leven zijn er echter niet bang voor, omdat zij hebben geleerd niet toe te geven aan de aanvallen van de vijand. Zij overwinnen, niet in eigen kracht, maar in Zijn kracht, die gezegd heeft: “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde”.

8.Omdat het werkelijk gelukkig maakt. Volkomen overgave schenkt vrede en vreugde. Tweeslachtigheid maakt nooit ge­lukkig. Ongehoorzaamheid, ongeloof, een leven in de zonde is niet naar de wil van God, nog afgezien van de negatieve ge­volgen.

Heeft Jezus de eerste plaats in ons leven?

Het Koninkrijk Gods verkondigen en uitdragen door woord en daad betekent de bereidheid te leven in volkomen overgave. ‘ De Heer toegewijd, Hij de eerste plaats in ons leven. Zegenen en ten zegen zijn.

Bij volkomen overgave is onze blik voortdurend en alleen gericht op Jezus. Hij is ons grote Voorbeeld. In Zijn voet­stappen willen wij treden. Laten wij de Heer vragen of Hij ons daarbij wil helpen.   

 

De Hovenier gedicht door Judit Jacobs

(Jes. 55:08)

Het snoeimes – (Ps. 147:003)

Gij kerfde in mijn stam’, het leven –

Vloeide uit de bast en schil’

Het allerdierbaarst’ moest ik U geven:

Mijn ziel moest “buigen voor Uw wil

 

Waarom moest Gij zo in mij hakken

Was er geen deernis in Uw hart

Het lemmet trof mijn loof en takken

Uw liefde leek mij wreed en hard.

 

De pijn alleen was wel te dragen

Maar waar Ge mij het meest mee sloeg?

Was dat Gij zweeg op al mijn vragen,

Zodat ‘k Uw “wijsheid” niet verdroeg.

 

Gij snoeide in mijn ziel ten leven;

De tijd vergleed en eindelijk, stil

Begrijp ik nu dat veel moest sneven

Voordat een bloem komen wil. . . . .

 

Pinksteren door Jan W. Companjen

“Maar als lk ga, zal Ik Hem naar jullie toe zenden. Bij zijn komst zal Hij de mensen hun onjuiste gedachten over zonde, recht en oor­deel duidelijk maken. Hun zonde is dat zij niet in Mij geloven; recht is dat Ik naar de Vader ga en jullie Mij niet meer zien; het oordeel luidt dat de heerser van deze wereld is veroordeeld” (Joh. 16:08-11; vertaling:”Groot Nieuws voor u”).

Allerlei theorieën

Jarenlang hebben wij elk jaar naar weer opnieuw de uit­storting van de Heilige Geest herdacht. Allerlei theorieën werden daarover opgebouwd. . Veelal hing het er van af hoe­veel men zeil van deze uitstorting had meegemaakt. Men kon nu eenmaal niet getuigen van dingen die men zelf niet be­zit. Men kan er hoogstens over discussiëren, en het er na lang praten over eens worden, dat het vroeger zó en zó geweest moet zijn, maar dat dit dan nu niét meer voorkomt.

Toen moest de gemeente nog gevestigd worden, maar nu is dat een feit geworden en zijn dergelijke abnormaliteiten niet meer nodig. Anders wordt het als mensen er over gaan praten die ook in deze tijd dit machtig gebeuren hebben meegemaakt. Daarom is het dan ook uitgesloten dat iemand die de Geestesdoop niet ontvangen heeft, hierover kan spre­ken zoals dit bedoeld is. Men kan niet doorgeven datgene wat men zelf niet bezit.

Van Jood naar heiden

Toen het Pinksterfeest bij de joden een feit was gewor­den waren de heidenen aan de beurt. Het zal u bekend zijn dat in eerste instantie alleen joodse gelovigen deze Goddelijke gave ontvingen. Corneliüs was de eerste man die bij het ware Israël werd ingelijfd. Hier werd het woord waar van één kudde en één herder met geen aanzien des persoons meer. (Geen verschil meer tussen jood en heiden en/of man of vrouw, zie (Rom. 10:12 en Gal. 03:28).

Opmerkelijk is hier echter dat het visioen dat Petrus en Cornelius kreeg er op gericht was dat zij bij elkaar kwa­men. Cornelius werd duidelijk gemaakt dat hij Petrus noest ontbieden en Petrus kreeg de duidelijke boodschap dat hij gaan moest. Petrus was een echte oude jood die er tot op dat moment van uit ging dat deze zegening alleen voor de joden als volk van God bestemd was. Nu, nadat visioen wist hij wel beter.

Ik geloof dat er nog zeer veel godsdienstige mensen zijn gelijk als Cornelius, die het ook zeer goed bedoelen, ja zelfs de ware God aanbidden, maar hun ontbreekt één ding, namelijk luisteren de boodschap die hun mede-geloofsgenoot Cornelius kreeg, dat zij ook boden zenden naar de Pe­trussen,. die ook nu nog in ons midden zijn, opdat zij ook woorden horen tot hun behoud (zie Hand. 11:14). Misschien is het nog gemakkelijker om zelf tot zo iemand te gaan.

Petrus was een man die uit ervaring sprak. Hij had de Heilige Geest ontvangen en kon dus doorgeven wat hij ont­vangen had. Nu dat gebeurde dan ook prompt. Terwijl hij nog sprak viel de Heilige Geest op allen die hem aanhoorden en op dezelfde manier (zegt Petrus) als in het begin op ons.

Toen herinnerde zich Petrus het gezegde van de Here Je­zus, dat zij die tot geloof in Hem kwamen met de Heilige Geest gedoopt zouden worden (lees Hand. 11:15-18).

Volkomen herstel door de Geest

Hier is de kern van het Goddelijke Evangelie dat onveran­derlijk is. Laat u niet door mensen wijs meloen dat zo iets nu niet meer geschiedt. Hij is dezelfde nu en tot aan de voleinding. Door Zijn Geest zal het geschieden. Niet door kracht of geweld, ook niet door het menselijke verstand, maar door Zijn Geest zal het geschieden.

De tijd is nabij dat de kinderen Gods (de leiders mis­schien wel het laatst) tot het inzicht zullen konen dat Hij. Jezus Christus, het is die alles nieuw maakt. Die mensen herstelt naar geest, ziel en lichaam en die dat nieuwe volk van God tot nieuwe scheppingen maakt. In Heb. 08:10-12 wordt daarover duidelijke taal gesproken. Daar staat. -‘Want dit is het verbond (het nieuwe verbond, het nieuwe testament) waarmede Ik Mij verbinden zal aan het huis Israëls (jood en heiden samen), spreekt de Here Ik zal mijn wetten in hun verstand leggen en Ik zal die in hun harten schrijven, en Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn. En niet langer zullen zij een ieder zijn medeburger, en een ieder zijn broeder leren, zeggende: Ken de Here, want allen zullen zij mij kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen. Want Ik zal genadig zijn over hun ongerechtigheden, en hun zonden zal Ik niet meer gedenken” .

Dan volgt daarop nog het zeer betekenisvolle vers 13 = “Als Hij spreekt van een nieuw verbond, heeft Hij daarmede het eerste voor verouderd verklaard. En wat veroudert en verjaart, is niet ver van verdwijning”.

Geloof in Hem zoals Hij werkelijk is

Keren wij nu nog even terug naar ons tekstwoord uit (Joh. 16:08-11). Wat was de zonde der joden? Wat is de zonde van onze tegenwoordige mens? Dat is- het niet aanvaarden van Je­zus zoals Hij werkelijk is, zoals Zijn boodschap werkelijk bedoeld wordt, namelijk ondergaan, gedoopt worden in Hem. Onze tekst zegt: Omdat zij in Mij niet geloven.

Gelooft u in Hem? Wilt u dan ook gedoopt worden met Zijn Geest, opdat u w onjuiste gedachten over zonde, recht en oordeel duidelijk gemaakt zullen worden. Ik weet het wel, ook het geestelijk leven in Pinksteren is een kokende pot, maar het is als een spijsoffer in de pan gekookt (zie Lev. 02:05 en Lev. 06:21). Het is een bewijs dat er wat gebeurd, vooral bij diegenen die zo erg lastig zijn. Het vuur des Heren brandt en Hij zal al het kwade (en daar is nog al wat’ op te ruimen) met vuur verbranden. Hij doopt niet alleen net de Heilige Geest, maar ook met vuur. Met dat vuur zal de lou­tering plaats vinden opdat blijve wat niet wankel is.

Laten wij derhalve, omdat wij een onwankelbaar Koninkrijk krijgen, dankbaar zijn. Laten wij God dienen zoals Hij het graag heeft, met eerbied en ontzag. (Heb. 12:28). In het oude verbond (het oude testament) was een koning goed en welgevallig voor de Here als hij de afgodenoffers en hoog­ten in het land opruimde en afbrak. Hoeveel hoogten zijn er nu nog niet op ons geestelijk erf?

Wees een Gideon.

Allerlei geestelijke offerplaatsen die met het dienen van Jezus totaal niets te maken hebben, worden gehandhaafd en met hand en tand verdedigd. De leer der vaderen is thans even halsstarrig als in de dagen van Jezus. Zijn doop door onderdompeling bijvoorbeeld, die één van Zijn weinige op­drachten is. (Het betaamt ons (Hij maar ook wij) alle ge­rechtigheid te vervullen en Hij liet zich door Joh. de Do­per dopen. ).

Johannes de Doper, een man speciaal als voorloper voor Hem geroepen, doopte Jezus en terstond klonk uit de hemel een stem. Deze is Mijn Zoon. ‘Toen wisten de geestelijke leiders het beter, maar nu is het nog net zo. Probeer hier niet tegen in te gaan, want toen en nu is het nog steeds de leer der vaderen (hun hoogten, waarop zij hun kerk bouwen en offeren) heilige grond, waar niet aan getornd mag wor­den.

Maar ik wil u bij dit Pinksteren oproepen on een Gideon te worden. Lees Richteren 6 er maar eens op na. Hij klaagde bij de Here dat alles zo naar en vol onderdrukking was. Er waren geen wonderen Gods meer en zij werden: door de Midianieten uitgemergeld. Gideon werd de overwinning beloofd, maar hij moest eerst het afgodenaltaar van zijn vader en de haag die daarbij behoorde, afbreken. De held Gideon deed het in de nacht, maar hij deed het. Hij werd gehoorzaam aan het Woord Gods.

Opwassen tot alle volheid Gods

Ook u zult ontdekken dat als u gehoorzaam bent aan het Woord van onze Heer, dat de overste van deze wereld reeds geoordeeld is. Jezus wil u en mij, ja Hij wil ons allen te- samen laten opwassen tot alle volheid Gods. Wilt u ook Hem gehoorzaam zijn en alle gerechtigheid vervullen. Ook u zult dan opstaan tot een nieuw leven. “Want nu de Heer is opge­staan – Nu vangt het nieuwe leven aan – Een leven door Zijn dood bereid – Een leven tot Zijn heerlijkheid”.

Dat is het leven waarvoor u geschapen bent en wat Hij u geeft door Zijn Geest die in u wil wonen en werken. En die Geest, als die ook uw deel wordt, zal u leiden, ja de weg wijzen naar de volle Waarheid. Dan kunt u geestelijk worden en Hem persoonlijk leren kennen als uw Verlosser en Heer.

Dat is Pinksteren. Dat feest kunt u persoonlijk beleven als u tot de ervaring komt dat Hij u tot een koning en priester heeft gemaakt. Dat Hij in u meer kan en zal doen dan u bidt of beseft. Geprezen zij Zijn Naam.

 

Leven in een andere wereld

Kind van God zijn betekent leven in een andere wereld, ook al zijn wij nog in een lichaam van vlees en bloed op deze wereld vertegenwoordigd, door onze wedergeboorte geplaatst in een andere wereld”: de geestelijke wereld.

De Bijbel zegt: Wij zijn burgers van een rijk in de hemelen. (Filip. 03:20) Door onze natuurlijke geboorte zijn wij ingezetene van Nederland, België, Indonesië, of welk ander land ook, maar door onze bovennatuurlijke geboorte zijn wij overgebracht in het Koninkrijk van Jezus Christus (Kol. 01:13) Daar is onze plaats. Daar leven wij. Vanuit deze nieuwe geestelijke positie strijden wij. Hij heeft       ons een plaats gegeven in de hemelse gewesten (Ef. 02:06). Een waarachtig Christen weet en ervaart daarom ook dat de woorden van Paulus in (2 Kor. 10:03-04) waar zijn als hij schrijft: Want al leven wij in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees, want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken’. Er zijn kinderen Gods die wel weten dat hun plaats is in de hemelse gewesten, maar die menen dat dit theoretisch bedoeld is en niet praktisch te beleven valt wat een vergissing. Wat doen zij zich geestelijk veel te kort. Wat zijn zij ongehoorzaam aan de talrijke richtlijnen en aanwijzingen die Gods woord daarover geeft. Het falen van kinderen Gods doordat zij in de zonden blijven  

leven, vleselijk gezind zijn of gebonden blijven – is het niet gelovig aanvaarden van hun nieuwe positie. Onze plaats is in de hemelse gewesten, en dat niet alleen. . . . . . wij mogen daarin ook leven en van daaruit geestelijk strijden.

Dan ervaren wij de geweldige realiteit, van het Koninkrijk Gods en het nieuwe leven van Christus gaat zich ten volle in en door ons openbaren.            

 

Wandelen in geloof

Een belangrijke aanwijzing over het geloof geeft de apostel Paulus in (2 Kor. 05:07) als hij schrijft: “Wij wandelen in geloof, niet in aanschouwen”.

Paulus kende de realiteit van het echte geloof, van een dagelijks geloofsleven. Aan de Galaten schrijft hij: “Voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven”(Gal. 02:20).

Paulus wist dat het geloof zonder de werken een dood geloof is. Geloof is niet iets wat dood is, waarin geen leven is, maar het vertegenwoordigt: “leven”, “actie”, “beweging”.

Paulus schrijft niet: wij staan stil in geloof, maar wij wandelen! Niet in “aanschouwen”, want dan zou het geen ge­loof zijn. Maar in “vertrouwen”. Vertrouwen dat God achter Zijn Woord en Zijn beloften staat en ze in vervulling doet gaan.

Wandelen in geloof betekent actief zijn in het geloof. Bezig zijn met de dingen van het Koninkrijk Gods.

Daarom is een echte gelovige een actiecentrum van het Koninkrijk Gods. Als onderdeel van de Gemeente van Jezus Christus is hij actief bezig om de mensen waarmee hij in aanraking komt bekend te. maken met Jezus Christus, de vol­komen verlosser. Daarbij toont hij door zijn eigen levens­wijze en houding dat de volheid van Jezus ook in eigen le­ven een levende werkelijkheid is. Dat is wandelen in geloof.

 

Geluk door yoga

Steeds meer mensen worden de laatste tijd aangetrokken tot yoga. Wat is yoga? Het is een combinatie van meditatie en lichamelijke oefening, waarbij de techniek van het adem­halen een belangrijke plaats inneemt. Zij komt in allerlei variaties voor. In Nederland zijn de aanhangers vooral ge­groepeerd rond dr. Rama Polderman. Zijn stichting met verschillende afdelingen telt 3000 mensen die yoga regelmatig beoefenen. Momenteel wordt zelfs door de N. O. S. een radio- cursus gegeven onder leiding van deze 52 jarige arts. Het doel van deze cursus — die vlak voor middernacht wordt ge­geven – omschrijft deze yogaleraar als volgt “Ik wil de mensen leren die onrustige film in hun hoofd die hen wakker houdt uit te schakelen”.

Voorstanders van yoga sloven zich uit om uit te leggen hoe onschuldig het is en dat het niets met één of andere godsdienst te maken heeft. Hoe misleidend! Want wie zich ook maar een ogenblik wil verdiepen in de achtergronden en herkomst van de yoga ontdekt al spoedig dat we hier te doen hebben met’ één van de vele pijlen die de satan op zijn boog heeft on de mensen van het werkelijke geluk in Jezus af te” houden. Zo speelt in het Boeddhisme yoga een belangrijke rol.

Hans van Houten schrijft in het “Algemeen Dagblad” van 22 mei dat de aanhangers het over één ding eens zijn; “Yoga is de sleutel tot geluk en vrede, alsmede tot een gezond en harmonisch leven”. De Bijbel leert echter dat alléén Jezus Christus de sleutel tot werkelijk geluk en vrede is. De ve­len die door persoonlijk geloof in Jezus Christus vrede net God hebben ontvangen ervaren dit iedere dag opnieuw.

De Yogadoelstelling: “geestelijke bevrijding” is naar op eén wijze te realiseren. Geloof in het volbrachte werk van Jezus Christus. Alleen door in Hem te geloven en Hem te volgen wordt de onrust en onvrede weggenomen en komt de mens tot werkelijke bevrijding.

1976.01-02 nr. 163

Levend Geloof 1976.01-02 nr. 163

Paasjubel gedicht door Judith Jacobs

(“Ik ben de Opstanding en het Leven” – Joh.11:25)

Zoekt ge Zijn graf nog bij de doden?

Hij ’s opgestaan, Hij ’s hier niet meer;

Vergeefs zult ge Hem blijven zoeken:

Hij is: de opgestane Heer.

 

Geen macht ter wereld kon Hem breken,

Geen steen was Hem te zwaar of groot;

In ’t lege graf vindt ge slechts doeken

Hij is: verrezen uit de dood.

 

Hij wentelt weg “de steen uws harten”,

De losprijs werd door Hem betaald.

Zijn opstanding mag elk beleven.

Hij is: het Licht dat ons bestraalt.

 

Zoekt ge Zijn graf nog bij de doden?

Hebt ge de boodschap niet verstaan?

In Hem is kracht en eeuwig leven

Hij is: Gods Zoon, Hij ’s opgestaan!

 

Het wonder van Pasen door Gert Jan Doornink

Het wonder van Pasen is de overwinning over de dood door Jezus Christus, de Zoon van God. Ieder jaar, als de waarach­tige Christen Paasfeest viert, herdenkt hij dit grote heilsfeit, vol aanbidding en dankbaarheid. Trouwens niet alleen op Pasen, maar voor de echte Christen is het iedere dag Paasfeest. De levende Christus woont immers in zijn hart!

In deze eindtijd, nu de “God-is-dood” theorieën op grote schaal verkondigd worden door theologen en niet-theologen, is het God Zelf die deze leugen theorieën uit het rijk der duisternis aan de kaak stelt, doordat overal echte gelovigen zijn, die zelf het bewijs in zich hebben dat God niet dood is, maar lééft!

Immers de inwonende Geest van de levende God in elk van Zijn kinderen is “het zegel”, “de garantie” daarvan. Dat be­grijpt do wereld niet. Dat kan niemand vatten die zelf nog “in de dood” leeft.

Zodra iemand echter van een zondaar een kind van God wordt, gaat hij vanuit de dood over in het leven. Hij ver­laat dan het rijk van satan en komt in het Koninkrijk van Jezus Christus. Daarom is het getuigenis van de Gemeente van Jezus Christus: “Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zij­ner liefde, in wie wij de verlossing hebben, de vergeving der zonden”(Kol. 01:13-14).

“Wie in de Zoon van God gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem”(Joh. 03:36)‘

Als het wonder van Pasen niet was gebeurd, zou deze kerninhoud van het evangelie niet verkondigd er ervaren kunnen worden. Maar thans is het werkelijkheid! Het is waar! Jezus leeft…..en zij die in Hem geloven…..met Hem!

Gelooft u reeds in Hem? Gelooft u in het volbrachte werk van Jezus Christus aan het kruis van Golgotha? Gelooft u in de overwinning over de dood, die Hij bewees door op de Paasmorgen het graf te verlaten en Zich als de levende Heer te openbaren?

Ervaar de realiteit van het echte Christendom: Geloof in de Zoon van de levende God! ‘Beleef het wonder van Pasen!

 

Hemelse energie

U hebt waarschijnlijk ook wel die opvallende adverten­tie gezien in de dagbladen: Een aardbol met daarop een vrijwel geheel opgebrande kaars. Het was een advertentie van het ministerie van economische zaken met de oproep minder energie te gaan gebruiken.

“We halen energie uit de aarde alsof het nooit op kan.. …” “We branden onze bodemschatten steeds sneller op….” “De energie die we eenmaal uit de aarde halen, zit er in de eerste miljoenen jaren niet meer in. En wanneer het energieverbruik blijft toenemen zoals de laatste 25 jaar, hebben we over 14 jaar twee keer zoveel nodig. Terwijl de wereldvoorraad alsmaar slinkt…..”

Ja, het doet wel wat ironisch aan, dat het nog maar een paar jaar geleden is, dat de advertenties op wekten om méér energie te gaan gebruiken. Hoewel de wetenschaps­mensen koortsachtig zoeken om nieuw ontdekte energiemiddelen rendabel te maken, zijn zij thans hevig verontrust dat de aardse energiebronnen vlug uitgeput raken.

Er zijn veel mensen die deze verontrusting delen. Waar moet het met deze wereld naar toe? Loopt alles verkeerd af?, zijn de vragen die hen angstig bezig houden.

Gelukkig is de Gemeente van Jezus Christus niet ver­ontrust’ over dit alles. Zij is immers ingegaan tot de ware rust van Christus. De blik van waarachtige kinderen Gods is niet meer omlaag, maar omhoog gericht! Op Jezus Christus, de Zoon van de levende God!

Zij weten dat het veel belangrijker is dat er een andere energie is, een hemelse energie: de kracht Gods ge­openbaard in Jezus Christus, de kracht zoals wij die er­varen door de Heilige Geest. Deze hemelse energie kan nooit opraken! Zij is onuitputtelijk! Omdat de oorsprong er van God Zelf is! “Het evangelie is een kracht Gods voor ieder die gelooft!”       

 

De misleiding van astrologie door Gert Jan Doornink

Gevaarlijk terrein

Er is vrijwel geen terrein wat de laatste jaren meer in de belangstelling is komen te staan als dat van de astrologie. Zeer veel mensen zijn zich niet bewust op welk gevaarlijk terrein zij zich bevinden, als zij zich op een af an­dere wijze inlaten met deze materie.

Veelal op heel onschuldige wijze zijn ze er mee in aan­raking gekomen. Zij lezen in een blad de ‘horoscoop en hoe­wel ze na lezing glimlachend zeggen: “Wat een flauwekul”, blijft er toch wat van hangen in hun gedachtewereld. En ook de volgende horoscoop wordt weer gelezen. Geleidelijk aan wordt het een gewoonte en sommigen gaan weer een stapje verder door een persoonlijke horoscoop “te laten trekken” door één of andere astroloog of waarzegger. Het wordt dan als met verslaving aan alcohol, nicotine of drugs. Men kan er niet meer zonder. Belangrijke beslissingen worden alleen nog genomen als ze astrologen hebben geraadpleegd. Hun ad­viezen worden zonder meer opgevolgd.

Wat is astrologie?

Waarom is de astrologie nu zo gevaarlijk en misleidend? Alvorens óp deze vraag in te gaan willen wij eerst enkele dingen verduidelijken. Behalve de astrologie is er ook de astronomie, welke Griekse woorden we zouden kunnen vertalen met sterrenkunde oftewel de leer van de planeten.

De astronomie kent echter alleen een wetenschappelijke benadering, maar de astrologie gaat uit van de veronderstelling dat er verband bestaat tussen de bewegingen van de planeten en de gebeurtenissen op deze wereld, speciaal aangaan­de de mensen.

De levensloop van ieder mens zou vanaf de geboorte als baby tot aan zijn dood onder invloed staan van de loop der sterren. Op grond hiervan kan men een horoscoop laten ma­ken. Als men het geboorte uur en plaats van een bepaald per­soon weet, gaat men de stand van de sterren na op dat mo­ment. Daarbij komen allerlei berekeningen te pas. Dan gaat men de levensloop en het karakter van de betrokken man of vrouw vaststellen.

De grote misleiding

Het gevaarlijke en misleidende schuilt daarin, dat som­migen er zeker iets in zullen terugvinden van hun eigen ka­rakter of ervaring. Zij zullen zeggen: “Het is waar” en ac­cepteren ook het andere wat niet waar is en raken zo ver­bonden met deze duistere macht.

Als men van een willekeurig persoon, die men niet kent, een aantal eigenschappen gaat opschrijven en ze daarna die persoon laat zien, zal deze ongetwijfeld zeggen: “Hoe wist je dat?”, terwijl wij er alleen maar naar geraden hebben. Er zijn altijd wel dingen bij die kloppen. Nu is dit maar een heel simpele opmerking, die de astroloog zal afdoen met de woorden: “Zo eenvoudig is het niet”. Maar dat neemt niet weg, dat hier toch al iets wordt aangestipt wat waar is.

En wat te denken van de verschillende horoscopen die el­kaar tegenspreken? Alleen reeds hieruit blijkt een grote misleiding en zouden velen zich af moeten keren van deze moderne vorm van occultisme.

De drang naar nieuwsgierigheid, die ieder mens in zich heeft, (“Wat heeft de toekomst voor mij weggelegd?”) speelt velen echter parten en drijft hen in de armen van de astro­logen. Velen voelen zich, ondanks vaak grote materiële voorspoed, ongelukkig. Men heeft angst voor de toekomst.

Men zoekt het overal en meent dat de astrologie de oplossing is. In feite is de astrologie een religie, een godsdienst, maar dan door de duivel geïnspireerd.

Nu zijn er velen die niét meer in het bestaan van God en de duivel geloven. Teleurgesteld in het naam-Christendom, hebben zij zich (geheel of gedeeltelijk) afgekeerd van al­les wat met God en Godsdienst te maken heeft. Omdat iéder mens toch religieuze gevoelens in zich heeft, gaat men het zoeken in allerlei vormen van occultisme, o.a. de strologie. Men beseft niet in wat voor duistere wereld men dan terecht komt. Maar zegt u, waarop baseert u dat? Ons antwoord is: Op de Bijbel, op het Woord van God.

De Bijbel geeft antwoord

De Bijbel laat namelijk duidelijk zien, wie de mens is, namelijk van oorsprong geschapen naar het beeld van God. Oorspronkelijk heeft God alles op volmaakte wijze geschapen. De mens was de kroon van Zijn scheppingswerk. Er was geen zonde, ziekte, angst, twijfel of dood. Deze dingen kwamen pas toen de mens in zonde was gevallen. Maar desondanks bleef God de mens – Zijn eigen schepping – liefhebben.

Daarom zond Hij Jezus Christus naar deze wereld om de door de duivel “verbroken verbinding” tussen God en mens te herstellen. Jezus ging aan het kruis van Golgotha. Hij droeg de zonde en schuld van de mensheid die, door eenvou­dig weg dit te geloven, weer vrede met God kon ontvangen.

Dit is het geheim van een werkelijk gelukkig leven: Door persoonlijk te geloven in Jezus Christus ontvangt men vrede met God. Dan heeft men geen astrologische berekeningen meer nodig om de toekomst te weten te komen, maar ervaart men dat het waar is: “Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heren hand….”

Hoe kan een kind van God deze ervaring beleven? Door de vervulling met de Heilige Geest! Terwijl de Bijbel uitdruk­kelijk waarschuwt tegen de astrologie als een misleidende eigenschap van de duivel, toont zij een duidelijk alterna­tief: de Heilige Geest.

De Heilige Geest voorspelt de toekomst

De vervulling met de Heilige Geest is onmisbaar voor elk kind van God, want de Heilige Geest leidt ons in alle waarheid. Jezus noemt in Johannes 16 een aantal eigenschappen van de Heilige Geest. Zo staat er in (Joh. 16:13-14): “Wanneer Hij komt, de Geest de waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zat niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen”.

Als kind van God tasten wij niet meer in het duister. Wij hebben geen behoefte meer aan astrologische voorspellingen omdat de Heilige Geest ons, in de grote en kleine dingen, zeer duidelijk de weg wijst.’

Hoe functioneert de Heilige Geest?

Maar zegt u, hoe gaat dat in zijn werk, hoe functioneert dat? Om te beginnen dit. De Heilige Geest werkt niet volgens een soort drukknop-systeem. Dat zou ons alleen naar gemak­zuchtig en lui maken en het spreekwoord zegt reeds “Ledig­heid is des duivels oorkussen”.

De Heilige Geest werkt door “actieve” en “getrainde” kinderen Gods. Gelovigen die overgave en toewijding kennen, die niet vleselijk gezind zijn, maar de geestelijke weg be­wandelen. Zij kennen een leven van gebed en onderzoeken Gods Woord. Zij zijn één met Gods Woord.

Als wij nu voor een probleem staan, als wij een beslis­sing moeten nemen, zoeken we Gods aangezicht in gebed. Dan ontvangen wij antwoord. Niet altijd direct, als God dat niet noodzakelijk acht, maar zeker in de tijd dat het nodig is.

De Heilige Geest houdt ons op het goede pad, bewaart ons voor dwaalleringen, houdt ons op de hoofdweg: Jezus Christus. Zeer veel kinderen Gods kunnen getuigen hoe de Heilige Geest hen steeds weer leidt in alle waarheid. Zij getuigen ook te­gen anderen over de bevrijdende kracht van het evangelie en de heerlijkheid om vervuld te zijn met de Heilige Geest.

Dat is ook de bedoeling van dit artikel. Wij willen uw ogen openen voor de misleiding van de astrologie en u tevens de weg tonen hoe u daaruit bevrijd kunt worden. Jezus Chris­tus wil ook uw Verlosser en Bevrijder zijn!

Misschien hebt u vragen, schrijf ons gerust, wij willen u ten allen tijde helpen, voorlichten, adviseren en voor u bidden, zodat u bevrijd wordt uit deze duivelse binding en het werkelijke geluk en blijdschap die Jezus Christus u geven wil, leert kennen!

 

Gods tempel door Jan W. Companjen

“Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont?”

(1 Kor. 03:16).

In dit Schriftgedeelte wordt het lichaam van de mens ver­geleken met een tempel. Om dit goed te kunnen verstaan moe­ten wij weten wat een tempel is en vervolgens wat het zeggen wil Gods tempel te zijn.

Gebouw

Een tempel is volgens het gewone spraakgebruik een gewijd gebouw. Het kan dientengevolge natuurlijk aan allerlei, soor­ten geesten toegewijd zijn en het heeft dan ook tot gevolg dat elke godsdienst zijn tempels heeft. Het zijn allemaal gebouwen die bewust of onbewust de kern van het godsdienstige leven bevatten. De tempel, nu ook wel kerk(gebouw) ge­noemd, is dan het huis Gods.

Daar in dat gebouw beleeft men de godsdienstige belevenissen, daar op die plaats staat men voor het aangezicht des Heren. Om naar die plaats te gaan trekt jong en oud het feestkleed aan. Het opgaan naar het huis Gods is iets feestelijks en het is dan ook bij uitstek geschikt voor de zondag. Duizenden mensen beleven dit opgaan zo nadrukkelijk dat het voor hen geen zondag is als zij niet minstens één keer naar de kerk gaan.

Uiterlijk

U zult inmiddels wel gezien hebben, lezers en lezeres­sen, dat bij de benadering van de godsdienst op deze wijze het een puur uiterlijke godsbeleving blijft, die niet ver­der komt dan het gevoelsleven van de mens. De zintuigen van de mens worden gestreeld.

Paulus zegt daarvan dat godsbeleving die niet verder gaat dan het verstand een prediking is van meeslepende woorden van menselijke wijsheid. Het brengt geloof voort dat het kenmerk van zijn oorsprong in zich draagt, namelijk geloof dat door menselijke wijsheid in stand wordt gehou­den. Zo lang dit geloof door menselijke middelen gevoed wordt zal het stand houden. Het is dan ook niet vreemd dat deze gelovigen zeer sterk op hun kerk gericht zijn. Dit laatste is op zichzelf niet verkeerd, maar in het nieuwe verbond, de tijd waarin wij leven, is er meer.

Vervulling

Wij leven in de tijd van de vervulling, waarin schaduwen werkelijkheid worden. Het menselijke verstand is één van zijn edelste en meest aan God verwante vermogens, maar als de mens niet wederom geboren is, heerst de zonde over

dat verstand en dan kan hij niet de wil Gods verstaan. Man­na dat op aarde wordt opgetast verliest spoedig zijn hemels karakter, daarom zal het innerlijk verwerkt moeten worden. Het is daarom dan ook zo noodzakelijk dat wij weten, of gaan weten, wat het zeggen wil dat wij Gods tempel zijn.

Om dit op de juiste wijze te leren verstaan moeten wij terug naar het beeld van de tempel Gods in het oude ver­bond. Die tempel werd door Mozes gebouwd, in al zijn onder­delen, zoals dat hem door God op de berg getoond was. Die tempel was het eeuwige voorbeeld van de geestelijke werke­lijkheid die met de komst van Jezus Christus werkelijkheid werd.

Drie-eenheid

Be mens is een drie-eenheid door geest, ziel en lichaam. Deze zelfde dingen winden wij ook in de tempelbouw terug. De voorhof, dat is het uiterlijke deel van de mens. Dat is het deel waar wij zo dagelijks tegenaan kijken. Maar daar aan de binnenzijde vindt men het innerlijke, het heilige, het afgezonderde van de mens.

Allereerst vindt men daar het heilige, daar mochten de priesters binnenkomen, daar in die eerste binnenste ruimte vindt de eerste godsdienstige ontmoeting plaats. Daar staat het reukofferaltaar, de tafel der toonbroden en de zevenarmige kandelaar (lofoffer-brood en licht). Al deze tekenen hebben nog met de natuurlijke mens te maken, zij kunnen al­len (alle drie) in het zieleleven beleefd worden.

Zeer veel mensen menen dat dit het einde van alle beleving is. Nu was dat in het oude verbond (de oudtestamentische tijd) ook inderdaad zo. Het heilige der heilige, de schuilplaats Gods, was voor de mens afgesloten. Dat de hoge priester daar slechts éénmaal per jaar binnentrad, gebeurde om aan te tonen dat in die ruimte geen plaats voor de mens was.

Maar na het volbrachte werk van Jezus Christus scheurde het voorhangsel tussen het heilige en het heilige der hei­ligen en werd de muur tussen deze twee ruimten weggenomen.

Daar op die plaats wil God nu bij Zijn volk wonen. Daar­toe heeft Hij zich een nieuw volk van God bereid. Dat volk wil Hij gebruiken als stenen tot opbouw van een Geestelijke tempel. Zo is de tempel van het oude verbond een voorbeeld geweest voor ons die weer een woonstede van Gods Geest kun­nen zijn. Deze grote waarheid dat wij Gods tempel zijn, be­vat voor ons een belangrijke les, namelijk dat wij moeten gaan erkennen dat Hij in ons meer kan doen dan wij bidden of beseffen. Dat Zijn Geest ons gehele leven kan doortrekken en vervullen tot aan de voorhof toe. Dat wij langs die weg vervuld kunnen worden tot alle Volheid Gods en dat wij langs die weg van kinderen Gods kunnen opwassen tot zonen Gods.

Dan zullen wij inzicht gaan krijgen en leren verstaan wat het zeggen wil dat Jezus bevrijdt. Dan zoeken wij dit niet op aards niveau, maar in de bevrijding van de geest, waardoor wij weer tot gemeenschap met Hem kunnen komen die ons daarvoor tot Zijn tempel gemaakt heeft.

Gesprek

Ik hoorde deze week een gesprek dat plaats vond tussen twee vrienden die samen op een zelfde adres met vakantie waren. Op de zondagmorgen ging de één wel en de andere na lang treuzelen niet naar een volle, evangelie samenkomst. Beiden willen nog wel eens zo’n samenkomst bezoeken als het eens ‘gelegen’ komt. Na terugkomst uit de samenkomst bracht hij die opgegaan was, verslag uit met de volgende kernachtige zin: “Je hebt niets gemist, het was een gewone samenkomst”. Als je dit hoort, sta je toch wel even te kijken, temeer daar je altijd wilt geloven dat die ander ook gees­telijk altijd het beste zoekt of wil zoeken. Je vraagt je dan in de eerste plaats af: denkt die ander geestelijk, is hij (en zij) zich bewust geweest dat hij een levende steen hoort te zijn?

Is de mens zich bewust dat het daarom momenteel gaat? Je­zus is de hoeksteen van die tempel en wij mogen samen inge­past worden in die nieuwe tempel die Hij thans bouwt en waar van Hij zegt’ “Mijn Huis moet vol worden”. Of ligt het in­derdaad aan de samenkomst en was er ‘niets nieuws onder de zon’? Dit laatste komt natuurlijk voor, maar dat is uitzon­dering of van voorbijgaande aard.

Gehoorzaamheid

Wil men werkelijk vol evangelie brengen dan zal men moueten kiezen voor de weg naar omhoog. Na het ontvangen van het nieuwe hart, (wedergeboorte) volgt er de weg van gehoorzaamheid. Het opwassen van kind naar jongeling en vader in het geloof. (1 Joh. 02:12-15). Dat is de wil van God en daartoe heeft Hij Zijn Zoon gezonden. Hij is de Eerstgeborene onder vele broeders. In (1 Joh. 04:01-06) staat het zo krachtig uitgedrukt “Geliefden (dat bent u) vertrouw niet iedere geest (die in de één of andere tempel of kerk of gebouw vereerd wordt), maar beproef de geesten of zij uit God zijn. Hieraan onderkent gij de Geest Gods, (als scheiding van de valse profeten/woordverkondigers, die in de wereld zijn uitgegaan) dat hij die belijdt dat Jezus in het vlees gekomen is, uit God geboren is”.

Onderkennen

Dit laatste is zeer belangrijk, want dat maakt ons ge­loof in Jezus Christus zo uniek. Hij is in het vlees geko­men. Eerst in Zijn eigen lichaam, geboren uit de maagd Maria, Zijn eigen Ik, nu met Zijn Geest in het onze. Zo­als hij overwon, zullen wij met Hem overwinnen. De Geest is meer dan het vlees.

“Want Hij die in ons is, is meerder dan die in de we­reld is. Zij die uit de wereld zijn, spreken uit de we­reld en de wereld hoort naar hen. Maar Wij zijn uit God, wie God kent, hoort naar ons en wie niet uit God is, hoort naar ons niet. Hieraan onderkennen wij de Geest der waar­heid en de geest der dwaling”.

Het is, geliefde lezer/lezeres op de man af. Wij zijn koningen en priesters, maar daar moeten wij Geestelijk voor zijn. Dat is geen loze kreet, neen, wij zijn in opbouw, de Tempel des Heren wordt toebereid. Dit gebeurt aan de groeve, in de hemelse gewesten. Is die tempel klaar, den komt zij uit de hemel en wordt zichtbaar op deze aarde. Dan zullen de rechtvaardigen stralen als de zon in het Koninkrijk huns Vaders (Matt. 13:43). Wie oren heeft die hore.

De Bijbel is er om van vleselijke mensen Geestelijke mensen te maken. Jezus zei ook dat God de Vader Zijn werk deed door Hem. Zo zullen wij ook ons Geestelijk werk doen en dezelfde werken doen dan Hij. Wat was het belangrijkste in dat werk? Het scheppen van nieuwe mensen, een nieuw volk van God, dat weer gehoorzaam zou zijn aan hun Schepper.

Geloof

Het oude testament staat vol met voorbeelden over deze dingen. Een Koning deed wat goed was in de ogen des Heren als hij alle oude geestenvereringen opruimde. Alle afgoden­toestanden en hoogten moesten worden opgeruimd, dan was het pas goed. Saul kreeg bij de aanvaarding van zijn koningschap een nieuw hart, vervolgens moest hij God gehoorzaam worden. Hij moest van vleselijk mens, Geestelijk mens worden, dat wil zeggen gehoorzaam zijn aan zijn Geestelijke meester en dat was in die tijd Samuël (de profeet, de Mond Gods).

Theologie is gebouwd op menselijk verstand. Het Evangelie van het Koninkrijk Gods is gebouwd op geloof, dat wil zeggen boven bidden en denken.

Overvloed

Het openstaan voor dit Koninkrijk met zijn overvloed aan Geestelijk voedsel wordt van u en mij gevraagd. Hij zal het doen. Die ons roept is getrouw.

Ook nu is het wachten op Gods tijd één van de belangrijk­ste opdrachten. Hij zorgt voor de wasdom en Hij zal het welmaken voor een ieder die lid wil zijn van dit Huis, van die Tempel, waarin u ook nu al een pilaar kunt zijn.

Als de stad Gods straks geheel klaar is, zullen wij daarin zelfs geen menselijke tempel meer aantreffen, want de almachtige God is haar tempel. Dan is het God, de Vader alles in allen. Jezus leeft en wij met Hem, tot eer en heerlijkheid van Hem die alles schiep. Amen.

 

Dit leven en het andere leven door Gert Jan Doornink

Het eeuwige leven

Wanneer de apostel Jacobus schrijft dat de mens een damp is, die voor korte tijd verschijnt en daarna verdwijnt, (Jak. 04:14) bedoelt hij daarmee het leven wat wij als mens in het lichaam van vlees en bloed doorbrengen.

Er is echter een ander leven – het eeuwige leven – waar ieder mens mee te maken heeft, of hij het erkennen wil of niet. Velen menen dat dit “eeuwige leven” begint bij de dood, het moment waarop wij de laatste levensadem uitbla­zen. In feite is ieder mens echter reeds geplaatst in het eeuwige leven, zodra hij of zij geboren is.

De opvatting; “Met de dood is alles uit”, is niet van God afkomstig, maar door de duivel geïnspireerd. De duivel heeft er belang bij dat de mens gelooft dat er geen eeuwig leven ‘bestaat, maar dat het alleen gaat om dit leven. Ve­len, die leven onder zijn heerschappij redeneren: “Omdat wij toch maar zo kort leven, laten we dan ook uit het le­ven halen wat er in zit”…”Geniet van het leven, je leeft maar even”, is hun parool’.

De oorsprong van het leven

God is de oorsprong van alle leven. Hij is “Het Leven” zelf. En de mens die geschapen werd naar het beeld van God, had dit oorspronkelijke, echte leven in zich. Zelfs toen satan Gods scheppingswerk verstoorde en de zonde in de wereld bracht, met als gevolg- “de dood”, “het loon dat de zonde geeft is de dood” (Rom. 06:23), bleef God “het leven” liefhebben. Door het zenden van Zijn Zoon, Jezus Christus, werd de dood overwonnen en was het voor de mensen mogelijk door te geloven in het volbrachte werk van Jezus Christus deelgenoot te worden van dit echte, eeuwige leven!

Wij hopen dat u, lezer of lezeres van dit artikel, ge­looft in Jezus Christus en daardoor behoort tot de catego­rie werkelijk gelukkige mensen. Want dan hebt u het andere leven ontdekt.’ Het nieuwe leven in Jezus Christus! Welk een glorie! Welk een blijdschap en zekerheid geeft dat le­ven!

Hoop en zekerheid

Nu zijn er vele gelovigen die menen dat je, zolang je nog in deze wereld bent, nooit kunt zeggen dat je reeds het echte, eeuwige leven hebt ontvangen. Je mag er wel naar toe leven en “hopen” dat je het eens zult ontvangen. Je leest het soms in overlijdensadvertenties: “Heden ging van ons heen…..in de hope des eeuwigen levens…..”

Hoop die echter niet berust op zekerheid, kan zich niet op Gods Woord beroepen en heeft in Gods ogen geen waarde. (Heb. 11:01) zegt: “Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet”. Wie oprecht gelooft in Jezus Christus en in het feit dat Hij onze zonden droeg, hoopt niet meer op eeuwig leven, maar heeft de zekerheid in zich dat hij eeuwig leven heeft ontvangen. “Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem” (Joh. 05:36). Let wel: Er staat niet: “Wie in de Zoon gelooft, ontvangt eens eeuwig leven”, of “mag hopen op eeuwig leven”, maar heeft eeuwig leven.

Leven en sterven

De grote en bekende apostel Paulus had een geweldig ge­tuigenis in zich: “Het leven is mij Christus en het sterven gewin”(Filip. 01:21). Hij is hierin een voorbeeld voor iedere gelovige. Wat zijn er velen die dit getuigenis veranderd hebben in: “Het leven is voor de wereld en het sterven voor Christus”. Weliswaar is zo iemand nog behouden, want “al Wie de naam des Horen aanroept, zal behouden worden”(Hand. 02:21), maar de wil van God is niet dat wij “op het nippertje” behouden worden.

Gods wil is dat het andere leven, het nieuwe, eeuwige leven van Hem reeds geprojecteerd is in “dit leven”. Hoe kunnen wij anders beantwoorden aan de grote opdracht van Jezus een getuige van Hem te zijn? Daarom behoort Zijn leven zichtbaar te zijn in ons leven, zolang wij nog in een li­chaam van vlees en bloed verblijf houden.

Vergankelijk en onvergankelijk

Maar wat gebeurt er dan bij de dood?, vraagt u zich misschien af. Paulus legt ons dat uitvoerig en duidelijk uit in 1 Korinthe 15. Daar wordt gesproken over het grote ver­schil tussen het natuurlijke, vergankelijke lichaam en het geestelijke, onvergankelijke lichaam.

Daar mogen wij ons echter nooit achter verschuilen voor wat betreft ons getuigenis in deze wereld. Er zijn vele, zich Christen noemende mensen, die zeggen: “Zolang je nog in deze wereld bent, kun je niet werkelijk veranderen. Dat gebeurt pas bij de dood. Je bent en blijft een zondaar”.

Deze uitspraken van velen zijn niet van God afkomstig, maar uit het rijk der duisternis. Alleen satan heeft er belang bij dat wij onder zijn heerschappij blijven en daardoor geen getuigen van Jezus zijn. Satan wil niets liever dan dat het andere leven – het nieuwe leven van Christus – niet tot openbaring komt in dit leven.

Laten we hem echter weerstaan en overwinnen in de Naam van Jezus! Hij is de leugenaar en de mensenmoordenaar van de beginne en heeft daarom geen recht het leven van- een kind van God te beheersen.

Het grote geheim

Het grote geheim van een echte Christen is, dat hij het leven van Jezus openbaar maakt. Dat is het evangelie, dat is de waarheid. Een ieder die het anders voor wil stellen, heeft nog niets van de inhoud van de Bijbel begrepen. Dat is geen betweterij of grootspraak, maar heel eenvoudig Bij­bels gefundeerd.

Groeiend geloofsleven

Natuurlijk zijn wij ons ten volle bewust, dat niet elk kind van God reeds ten volle het beeld van Jezus openbaar maakt. Sommigen zullen het zelfs nooit openbaar’ maken, doordat zij vleselijk gezind zijn of gebonden blijven en door in de zonde en wereld te leven, niét in gehoorzaamheid de Heer volgen.

De waarachtige gelovige weet echter dat er groei in zijn geloofsleven behoort te zijn. Zoals wij in het natuurlijke leven groeien van baby tot volwassene, behoren wij ook geestelijk te groeien, zodat wij uiteindelijk “de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Christus”(Ef. 04:13)

Als dit ons werkelijke verlangen is, dan deert het ons niet wat anderen van ons zeggen, maar dan weten wij heel zeker: Wij zijn op de rechte weg, op Zijn weg, wij zijn beelddragers van de levende God, wij hebben het andere le­ven werkelijk ontdekt- En wij dragen dit andere leven reeds in dit leven uit.’

1975.12 nr. 162

Levend Geloof 1975.12 nr. 162

Wat verwacht u van 1976? Door Gert Jan Doornink

Voorspoed en zegen

Hoewel bij het verschijnen van dit nummer al weer enkele weken van het nieuwe jaar voorbij zijn, willen wij toch al­le lezers en lezeressen van “Levend Geloof” veel voorspoed en zegen toewensen voor de rest van 1976.

Uiteraard komen de woorden “voorspoed en zegen” anders over bij kinderen Gods dan bij wereldlingen. De mens die Jezus niet kent leeft onder het motto: “Carpe Diem”, ofte­wel: “Pluk de dag”. “Laat ons eten, drinken en vrolijk zijn want morgen sterven wij….” is het levensmotto van velen. Ook al zeggen zij het vaak niet met zoveel woorden, hun he­le leven en levenswijze is zodanig ingesteld, dat ze het alles van dit korte leven verwachten en met God geen reke­ning houden.

De mens, die Jezus niet kent en zich desondanks gelukkig voordoet, is in feite diep ongelukkig. Velen gaan gebukt on onder zorg en zien de toekomst met angst in het hart tegemoet. Dit blijkt ook wel uit de velen die hun toevlucht zoeken bij de psychiaters en die zich de toekomst laten voorspellen door waarzeggers en horoscopen raadplegen.

Op een zendingsbijeenkomst zei onlangs John Stott, een Engelse geestelijke, dat twee keer zoveel Britten horosco­pen lezen in plaats van de Bijbel en dat Groot Brittannië gevaar loopt een land van “bijgelovige dwazen” te worden. Dat is de Engelse situatie. Maar hoe is het in Nederland en België? Wij worden overspeeld met occulte lectuur en ge­dachten en alleen de waarachtige gelovige wordt hierdoor niet beïnvloed.

De scheiding der geesten

We leven in een tijd waarin (Openb. 22:11) in vervulling gaat: “Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht; wie vuil is, hij worde nog vuiler’,….. wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd”.

Daarom is het zo belangrijk dat wij Jezus kennen en Hem volgen, niet ten dele, maar geheel en al. Dan zullen wij ervaren dat “leven en overvloed” ons deel is.

Onze verwachting voor 1976 hangt dus ten nauwste samen met de gesteldheid van ons hart. Als wij oprecht de Heer dienen, mogen wij ten allen tijde rekenen op Gods nabijheid en leiding. Vel zal ons geloof af en toe op de proef ge­steld worden, maar dat is voor ons eigen bestwil. Onze gees­telijke wortels gaan er alleen maar dieper door de grond in. En zeker in deze eindtijd behoren wij als gelovigen vast gefundeerd te staan. We mogen echter altijd, in iedere omstandigheid en in elke situatie, aanspraak maken op de Goddelij­ke belofte: “Ik ben met u al de dagen, tot aan de voleinding der wereld” (Matt. 28:18).

Behalve beproevingen, zullen er ook verzoekingen komen. De Bijbel zegt dat we leven temidden van een “ontaard en ver­keerd geslacht”. De satan, die weet dat hij nog een korte tijd heeft, zal alles op alles stellen om de echte gelovigen uit te schakelen als getuigen van Jezus Christus. Wij worden omringd door mensen, die beheerst worden door satan.

Paulus waar schuwt daarvoor in (2 Kor. 03:01-05) met de woorden

“Weet wel, dat er in de laatste dagen zware tijden zullen komen: want de mensen zullen zelfzuchtig zijn, geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders ongehoor­zaam, ondankbaar, onheilig, liefdeloos, trouweloos, laste­raars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede, verra­derlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God, die met een schijn, van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben……”

Geen bovenmenselijke verzoeking

Hun denken is bedorven, zegt Paulus, en hun geloof kan de toets niet doorstaan. Met deze mensen krijgen we dagelijks te maken. Zij zullen ons proberen van het evangelie van de volle waarheid af te brengen. Laten we op onze hoede zijn, door standvastig en volhardend de Heer te blijven dienen.

Dan mogen we er zeker van zijn dat het waar is wat Paulus schrijft in (1 Kor. 10:13): “Gij hebt geen bovenmenselijke verzoeking te doorstaan. En God is getrouw, die niet zal gedo­gen, dat gij boven vermogen verzocht wordt, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst’ zorgen, zodat gij er tegen bestand zijt”.

Positieve verwachting

Wij mogen als gelovigen gerust een positieve verwachting van 1976 hebben, zowel wat ons persoonlijk-, gezins-, maat­schappelijk- als gemeentelijk leven betreft, als wij maar wandelen in de voetstappen van Jezus. Daarom is het beslist noodzakelijk veel en biddend Gods Woord te onderzoeken en ons steeds weer uit te strekken naar de volheid van de Hei­lige Geest. Want alleen de Heilige Geest leidt ons in alle waarheid!

De wereld zoekt zijn heil (onheil) bij waarzeggers en door het lezen van horoscopen, die de mens alleen maar op verkeerde- en dwaalwegen brengen, maar de gelovige weet dat de Bijbel zegt, dat de Heilige Geest ons de toekomst voor­spelt.’ (Joh. 16:13).

Bidt om een machtige zalving van de Heilige Geest in 1976, opdat wij veel licht zullen verspreiden in deze donkere wereld.

Ongetwijfeld gaat de Gemeente nog door een zware en don­kere periode heen. Vervolgingen en verdrukkingen zullen toenemen, maar de ware gelovige is daar niet verontrust over, omdat Hij ziet en vertrouwt op Jezus Christus, de gro­te Overwinnaar over dood en hel.

1976 – Wat zal het brengen?

Zal God de genadetijd nog verlengen?

Spoedig is wellicht de tijd voorbij.

En zal Jezus vragen;. “Wat deed gij voor Mij?”

O, laten wij werken, ondanks hoon en spot,

in dienst van de levende God!

Overwinning is beloofd, daarom wees verblijd,

Jezus roept ook u tot de geestelijke strijd!

 

Mededelingen.

Campagnes – In de komende maanden worden in ons land verschillende evangelisatie en geloofsopbouw campagnes gehouden. In de eerste plaats komt Betty Baxter terug. De Amerikaanse evangeliste, die op 14 jarige leeftijd op zo’n wonderbare wijze door de Heer werd genezen. Zij spreekt van 11 tot 23 april op verschillende plaatsen. Nadere mededelingen volgen. Verder spreekt de bekende evangelist Paul Olson in de periode 22 tot 29 februari, ook op verschillende plaatsen, te weten: 22 febr. Gouda en Dordrecht; 24 febr. Utrecht 25 febr. Gouda; 26 febr. Zwolle; 27 febr. Amsterdam; 29 febr. Den Haag. inl. bij “Joh. Maasbach Wereldzending”, Den Haag, tel 070-655929. Tenslotte komt Nicky Cruz, waarover een uitvoe­rig bericht op blz. 22 en 23.

 

Wees getrouw

“Wees getrouw tot de dood en Ik zal u geven de kroon des levens” (Openb. 02:10).

Het is opvallend hoe vaak in de Bijbel over trouw ge­sproken wordt en de gelovigen worden opgewekt om trouw te zijn. Blijkbaar is dit een moeilijk te leren eigen­schap. .

Niet voor niets zegt Paulus: “Trouw vindt men niet bij allen…..”(2 Thess. 03:02). Wij kennen vele voorbeelden van gelovigen die niet trouw zijn gebleven. Al hun principes hebben ze overboord gezet. Soms vrij abrupt, maar in veel gevallen heel geleidelijk.

Eens waren zij levende en machtige getuigen van Hem die hen bevrijdde uit satans macht. Maar de verleidingen van de wereld kregen de overhand; ze namen het met hun geloofsleven niet meer zo precies, ze werden ontrouw….

Nu hebben we allemaal wel eens momenten gekend waarin w als gelovigen gefaald hebben, door ontrouw te zijn. De Bijbel zegt dan ook? “Indien wij ontrouw zijn…..Hij blijft getrouw, want Zichzelf verloochenen kan Hij niet” (2 Tim. 02:12-13). Geheel anders wordt het echter als deze ontrouw chronisch voortduurt. Dan is er sprake van een bewust God de rug toe keren. Immers als we Jezus volgen worden we steeds weer opgewekt in elk opzicht gehoorzaam te zijn. Krijgt ongehoorzaamheid de overhand dan zijn we al spoedig uitgeschakeld in het plan van God met ons leven een levend getuige van Hem te zijn. Dan raken we weer volkomen verstrikt in de vangarmen van satan.

De Bijbel roept ons op om getrouw te zijn en tot het einde te volharden. Wees daarbij vol van de Heilige Geest, waarvan trouw een vrucht is (Gal. 05:22). God zoekt heden naar een volk dat trouw is, laten we daarom elkander opwekken om getrouw te zijn.’

 

Antwoord aan Antwoord! Door Gert Jan Doornink

Gestaltem

Enkele weken geleden verscheen het hoek ”Antwoord’1 met als ondertitels “Gestalten van geloof in de wereld van nu!’ Het is als boek van de maand verschenen, wat betekent dat het gedurende een maand tegen een sterk gereduceerde prijs verkrijgbaar is. Het boek, van 216 pagina’s in groot formaat, is fraai uitgevoerd en voorzien van talrijke foto’s, waarvan verschillende in kleur.

Maar dat is dan ook wel het enige positieve wat wij als Christen van dit boek kunnen zeggen. Wij zien namelijk in de verschijning van dit boek een van de vele pijlen die satan op zijn boog heeft in deze eindtijd, om de mens die vrede met God wil ervaren, te misleiden.

Wat is het geval? In dit boek wordt een vergelijkend overzicht gegeven van de vijf grote wereldgodsdiensten: Hindoeïsme;. Boeddhisme; Jodendom; Christendom en Islam. Als studieboek zou dit nog te aanvaarden zijn, maar het gevaar schuilt hierin dat men in feite alle godsdiensten gelijk schakelt en daardoor grote afbreuk doet aan de ene ware Godsdienst: het Christendom. Zegt de Bijbel niet duidelijk dat de weg tot God alléén gaat via Jezus Christus?

Hoofdsamensteller van het boek is Prof. Dr. J., Sperna Weiland, van oorsprong Hervormd predikant, thans hoogleraar in de “wijsgerige antropologie” aan de universiteit van Rotterdam. Hoewel het merendeel van de andere samenstellers ook van “christelijke origine” is, heeft blijkbaar geen van hen ervaringen als bekering en wedergeboorte meegemaakt. Want een waarachtig kind van God kan geen medewerking ver­lenen aan de samenstelling van een boek als dit, waarin wel uitvoerig aandacht wordt besteed aan bijvoorbeeld het spiritisme, vrijmetselarij, theosofie, Soefibeweging, etc., maar met geen woord wordt gerept over bijvoorbeeld de Pink­sterbeweging.

Communisme

De samenstellers hebben zelfs overwogen om ook aan het communisme een plaats te geven (blz.7), al heeft men hier­van afgezien omdat het communisme geen “godsdienst” maar “wetenschap” wil zijn (blz.8)…..

Verder schrijft men: “Wij hebben het communisme niet op­genomen. De doorslaggevende reden was niet dat het atheïs­tisch is. Dat was het oorspronkelijke boeddhisme ook en veel Boeddhisten zijn het nog en sedert kort zijn er ook atheïstische christenen”……

Dit is een leugen. Atheïstische christenen hebben niet het recht zich “christen” te noemen, evenmin trouwens als ieder ander die niet weet dat hij door persoonlijk geloof in Jezus Christus van een zondaar een kind van God is geworden.

Veel theologen vinden het in onze dagen een soort mis­daad als men het Christendom boven de andere godsdiensten gaat stellen. Maar getuigt het niet van grenzeloze hoog­moed en het beter willen weten dan God, als wij het Christendom op één lijn gaan stellen met de andere godsdiensten?

Wat heeft dan nog gehoorzaamheid aan het grote bevel van Jezus van zin; “Gaat heen in de gehele wereld en predikt het evangelie”?

Ons antwoord aan “Antwoord” is daarom: Welke “gestalten van geloof” er in de wereld ook mogen zijn, er is maar één waarachtig, echt geloof: Het geloof in Jezus Christus, de Zoon van de levende God!

 

Bevrijding

De ouderen onder onze lezers en lezeressen herinneren zich ongetwijfeld nog wel de slotzinnen waarmee de uitzen­dingen van “Radio Oranje” uit het vrije Engeland werden besloten: “Hoe moeilijk de tijd en hoe zwaar ook de scheiding. …. .We zijn weer een dag dichter bij de bevrijding”

Dat was om moed uit te putten. Terwijl alles donker en grauw was, wist men in het door de Duitsers bezette ge­bied dat het waar was: De bevrijding komt en we zijn er weer een dag dichterbij!

En toen kwam de bevrijding. Na de vreselijke hongerwin­ter, werden eindelijk de laatste restanten van het leger van Nazi-Duitsland verslagen. Nederland was vrij! Groot, onvoorstelbaar groot was de vreugde! Wekenlang leefde ons volk in een feestroes, ondanks het feit dat in vele gezin­nen de dood had toegeslagen.

De eerste tijd na de bevrijding was een tijd waarin iedereen dacht dat de in de oorlog uitgedachte idealen ver­wezenlijkt gingen worden. Geen verdeeldheid meer, maar een samen bouwen aan een betere wereld!

Het spreekwoord zegt echter reeds: “De tijd staat niet stil”. Na enige tijd bleek dat er van allerlei idealen toch niet veel terechtkwam. Oude tegenstellingen staken de kop weer op. Weliswaar ging in de loop der jaren de materi­ële welvaart omhoog, maar tegelijkertijd nam ook de onte­vredenheid bij heel veel mensen sterk toe. De drang om toch vooral niet achter te blijven in de “welvaartracé” veroor­zaakte een toename van hartziekten, psychische ziekten, enz.

Waarom was, en is, de mens toch niet gelukkig? Omdat zonder geloof in Jezus het ware geluk niet is te vinden. Bevrijding van politieke druk is heerlijk, maar de werke­lijke bevrijding geeft alleen Jezus.’ Hij maakt vrij van sa­tans macht. “Wanneer dan de Zoon u vrij gemaakt heeft, zult gij werkelijk vrij zijn” (Joh. 08:36).

In feite is ieder mens op zoek naar geluk en vrijheid. Velen komen echter bedrogen uit. In onze dagen zien wij een ontstellende toename van de misdaad, jeugdcriminali­teit en verslaving aan drugs. Het zijn de negatieve bewij­zen van het zoeken naar geluk, waarbij de uitkomst “onge­luk” is.

Een verwaterd naam-christendom houdt zich met allerlei dingen bezig, maar geeft niet de oplossing aan die toch zo voor de hand ligt, omdat de Bijbel het zo duidelijk ver­klaart: Jezus, die om satan te overwinnen en leven en overvloed te brengen!

Gelukkig wordt de boodschap van dit echte, onvervalste evangelie in onze dagen weer verkondigd, zij het veelal buiten de “officiële kanalen” om. Jezus alleen is het antwoord. Hij alleen schenkt de ware bevrijding.

“Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet weer een slavenjuk opleggen”(Gal. 05:01).

“Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk disci­pelen van Mij en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken”(Joh. 08:31-32).

 

Geloofsvertrouwen door Judith Jacobs (gedicht)

(Hebreeën 11 – Psalm 40)

‘k Heb niet zo’n sterk geloof, Heer

Er ’s veel waar ‘k over tob;

Toch wil ik graag een held zijn,

Manmoedig, zoals Job.

 

‘k Heb niet zo’n groot geloof, Heer

In mij brandt haast geen vlam;

Toch wil ‘k U gaarne volgen

Zoals eens Abraham.

 

Een Mozes en Elia,

Die mogen er pas zijn;

Ik voel me naast die “groten”

Zo miserabel klein.

 

Uw Woord heeft me getroost, Heer,

Uw liefde maakt mij blij;

Want juist voor hen die zwak zijn,

Is Uwe kracht nabij.

 

De Bijbel (10) slot

De Bijbel in voorziet in en beantwoordt aan de eeuwige be­hoeften van de mens. De Bijbel spreekt over de zichtbare en de onzichtbare werelden, over hemel en hel, over het rijk van het licht en over het rijk van de duisternis. Over de eeuwige Vader, over Zijn Zoon Jezus Christus en over de Heilige Geest.

Maar ook over de vijand van al die heerlijkheden en rijkdommen, over de duivel die genoemd wordt satan, de aloude slang, de leugenaar en mensenmoordenaar van oor­sprong, “de boze”.

Satan tracht van het begin af tussen God en de mens te treden en het werk van God en ons af te breken.

Maar er staat ook in de Bijbel hoe wij hem kunnen weer­staan en overwinnen in de machtige naam van Jezus. Hij kwam om de werken van de duivel te verbreken.

En er wordt ons ook een krachtige wapenrusting aangebo­den in (Ef. 06:10-20):

Wees krachtig in de Here en in de sterkte Zijner macht. Wij moeten ons opstellen en standhouden, omgord met de waarheid, bekleed met het pantser der gerechtigheid, de voeten geschoeid met het evangelie des vredes.

Daarbij moeten wij bij dit alles het schild des geloofs ter hand nemen, waarmee wij al de brandende pijlen van de boze kunnen doven.

“En neem de helm des heils aan en het zwaard des Geestes, dat is het Woord van God. En bidt daarbij met aanhou­dend bidden en smeken in de Geest”.

Dit alles opdat het geheimenis van het evangelie bekend gemaakt wordt. Halleluja!

 

Mara door Gert Jan Doornink

“Toen liet Mozes de Israëlieten opbreken van de Schelfzee en zij gingen naar de woestijn Sur; drie dagreizen trokken zij door de woes­tijn zonder water te vinden. En zij kwamen in Mara, maar zij konden het water van Mara niet drinken, omdat het bitter was. Daarom noemde men die plaats Mara. Toen morde het volk te­gen Mozes en zeide: Wat moeten wij drinken? En hij riep tot de Here, en de Here wees hem een stuk hout; hij wierp het in het water; toen werd het water zoet. Daar gaf Hij hun inzet­tingen en verordeningen en daar stelde Hij hen op de proef, terwijl Hij zeide: Indien gij aandachtig luistert naar de stem van de Here, uw God, en doet wat recht is in zijn ogen, en uw oor neigt tot zijn geboden en al zijn in­zettingen onderhoudt, zal Ik u geen enkele van de kwalen opleggen, die Ik de Egyptenaren opgelegd heb; want Ik, de Here, ben uw Heel­meester” (Ex. 15:22-26).

Israël

Het volk Israël neemt in de Bijbel een belangrijke en bijzondere plaats in. Afgezien van de plaats die dit volk inneemt in het plan van God met deze wereld, is Israël en zijn geschiedenis, zoals ons die beschreven wordt in het oude testament, tot een groot voorbeeld gesteld voor de Gemeente van Jezus Christus.

Gedurende niet minder dan 430 jaar had Israël in sla­vernij in Egypte geleefd en het is aangrijpend te lezen hoe uiteindelijk de bevrijding – de uittocht – kwam. God zelf was de grote Bevrijder en ging verder voor Zijn volk zorgen. De Here ging voor hen uit, des daags in een wolkkolom om hen te leiden op de weg, en des nachts in een vuurkolom om hun voor te lichten, zodat zij dag en nacht konden voortgaan. Zonder ophouden bleef de wolkkolom des daags en de vuurkolom des nachts aan de spits van het volk” (Ex. 13:21-22).

Woestijn

Israël was verlost uit Egypte maar nu kwam de grote tocht door de woestijn….. Zo zijn ook wij als kinderen Gods verlost uit de macht van satan. Paulus zegt in (Kol. 01:13-14): “Hij heeft ons verlost uit de macht der duis­ternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zij­ner liefde, in wie wij de verlossing hebben, de vergeving der zonden”.

Maar ook wij zijn na onze verlossing en bevrijding be­gonnen aan een woestijnreis. Wij zijn, evenals het volk Israël in de woestijn, geroepen om door het geloof te le­ven. Het volk Israël moest ten allen tijde op de levende God blijven vertrouwen, dan zou God Zijn beloften waar ma­nen. Zo zijn ook wij geroepen om steeds opnieuw te vertrouwen op de levende God en Zijn beloften. Nadat het volk Israël op wonderbare wijze door de Schelf zee was getrokken, kwamen zij terecht in de woestijn Sur, waar een groot probleem ontstond. Er was geen water te vin­den. En iedereen weet dat water één van de eerste levensbe­hoeften van de mens is, zeker in de woestijn.

Oase

Uiteindelijk komen ze na drie dagen bij een oase terecht Maar het water daar is niet te drinken. Het is “mara”, dat wil zeggen “bitter”, het water is totaal ongeschikt voor consumptie.

Dan lezen wij dat het volk ging “morren”, wat het woor­denboek vertaalt met “knorrig klagen”. Morren wordt in het Nederlands taalgebruik vrijwel niet meer gebruikt, maar de bedoeling is duidelijk. Het volk werd opstandig. Het ging zich beklagen bij Mozes, hun leider, met de woorden: “Wat moeten wij drinken?”.

En dan te bedenken dat dit volk nog maar even tevoren op zo’n wonderbare wijze verlost was uit Egypte. Het laatste grote wonder wat ze hadden meegemaakt was de doortocht door de drooggevallen zee, waarvan we na afloop lezen: “Toen zag Israël, welk een machtige daad de Here tegen Egypte gedaan had; en het volk vreesde de Here en zij geloofden in de He­re en in Mozes, zijn knecht”(Ex. 14:31).

Van de ene op de andere dag waren zij “hun geloof kwijt­geraakt”. Maar is dat niet ook dikwijls het geval met veel kinderen Gods. De ene dag zitten ze boven op de bergtop en spreken en zingen van kracht en overwinning. De andere dag

zijn ze nergens meer en liggen ze geestelijk gevloerd voor de vlakte.

Wat is de oorzaak? Ik geloof dat één van de voornaamste oorzaken is de onmondigheid waarin vele kinderen Gods zich bevinden. Paulus spreekt in Efeze 4 over de “eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon van God, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Chris­tus”. Pas als wij dat bereikt hebben, zegt Paulus, “zijn wij niet meer onmondig, op en neer, hoen en weer geslingerd onder invloed van allerlei wind van leer, door het valse spel der mensen, in hun sluwheid, die tot dwaling verleidt, maar dan groeien wij, ons aan de waarheid houdende, in liefde in elk opzicht naar Hem toe, die het hoofd is, Chris­tus” (Ef. 04:14-15).

Groei

Natuurlijk kunnen er nog andere oorzaken zijn, zoals het vasthouden aan bepaalde zonden, vleselijke gezindheid, maar ze hebben toch allen als achtergrond de ongehoorzaam­heid van het geestelijk niet verder willen groeien. In het natuurlijke leven is het een vanzelfsprekende zaak dat de mens opgroeit van baby tot volwassene. Even vanzelfspre­kende behoort dat te zijn in geestelijk opzicht. Anders kan God Zijn doel met ons leven niet bereiken.

Van het volk Israël lezen wij – en dat is een ernstige waarschuwing voor iedere gelovige – dat van de oorspronkelijk generatie die uit Egypte verlost werd, niemand het beloofde land binnenging. Dat was voorbestemd voor een
nieuwe generatie. Het oorspronkelijke volk kwam om in de woestijn tengevolge van ongeloof….. Lees Hebreeën 3.

Dit ongeloof manifesteerde zich steeds weer bij Gods volk in de woestijn. In de geschiedenis die wij in dit artikel be­handelen zien wij nog hoe alles tot een oplossing komt. Er is weliswaar opstandigheid, maar deze heeft nog niet de overhand. Het is een “knorrend klagen”, bij Mozes. Uiteindelijk zoeken ze nog hulp bij God, want Mozes was immers Gods “vértegenwoordiger”. De Bijbel zegt: “Roep Mij aan ten dage der benauwd­heid, Ik zal u redden en gij zult Mij eren”(Ps. 050:015). Dat geldt voor iedere gelovige, voor alle tijden, in alle plaat­sen, ook voor u die het op dit ogenblik leest.

Wat is de eerste reactie van Mozes? Hij geeft niet direct een advies of antwoord, maar het eerste wat hij doet is luid tot God roepen! Dat is het kenmerk van de ware gelovige Hij heeft een “hotline” met de levende God. Hij verwacht het van Hem alleen!

Hout

Evenals Mozes zal iedere waarachtige gelovige ervaren dat God niet alleen een hoorder maar ook een verhoorder van onze gebeden is. In deze geschiedenis zien wij hoe God Mozes een stuk hout aanwijst, wat hij in het water moet werpen waardoor het bittere ondrinkbare water verandert in zoet drinkbaar wa­ter. Welk een wonder! Wie had dat verwacht? O, laten wij het toch steeds aan Hem overlaten hoe Hij de oplossingen geeft. Maar dat Hij de oplossing geeft in iedere situatie, bij elk probleem is zeker, want Hij is een Helper, groot van  kracht!

Wat heeft deze oud Testamentische geschiede; bovendien een wonderbare diepe betekenis voor de Gemeente van Jezus Christus. Is niet het bittere water van Mara een beeld van de zonde van deze wereld? Velen drinken van dit bittere wa­ter, maar ze moeten het met de dood bekopen. De Bijbel zegt: “Het loon dat de zonde geeft is de dood……maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, on­ze Here”(Rom. 06:23).

Deze genade komt ook in dit verhaal tot uitdrukking. Mozes werd immers gewezen op een stuk hout….. En is dat geen wonderbaar beeld van het hout waaraan Jezus Christus het voor ons heeft volbracht? Het is het kruishout van Golgotha waaraan Jezus de zonde van de gehele wereld droeg!

Leven

De mens die het dode, bittere water van deze wereld drinkt heeft uitzicht op de dood, de eeuwige dood, maar de mens die gelooft in het volbrachte werk van Jezus Christus mag drinken van het levende water en heeft deel aan het nieuwe, eeuwige leven. Dat is de heerlijke betekenis van de geschiedenis van Mara.

Maar laten we nog even verder lezen. Het verhaal is name­lijk nog niet uit. Zoals een gelovige nooit mag steunen pp een machtige ervaring. Een gelovige behoort voorwaarts te gaan, want stilstand is achteruitgang. Wij wandelen in ge­loof en niet in aanschouwen!

Wij lezen hoe God, nadat dit wonder zich heeft voltrokken hun geloof op de proef gaat stellen door hen inzettingen en verordeningen te geven. Zullen ze werkelijk van deze ge­schiedenis iets geleerd hebben? Ze zullen aandachtig moeten luisteren naar de stem van God en doen moeten wat recht is in Zijn ogen (Ex. 15:26). Zij zullen, hun oor moeten neigen tot zijn geboden en al zijn inzettingen móeten onderhouden. Dan zal God Zijn beloften in vervulling doen gaan: Geen enkele van de kwalen die God de Egyptenaren oplegde zal dan hun deel zijn, want God, de Here, is hun Heelmeester!

Les

Welk een geweldige les ligt hierin opgesloten als wij be­horen tot de Gemeente van Jezus Christus! .Ook voor ons geldt: Als wij voldoen aan de voorwaarden die God gesteld heeft in Zijn Woord, gaat God Zijn beloften vervullen..

Laten wij nooit over het hoofd zien dat God Zijn beloften altijd verbindt met voorwaarden. Sommige kinderen Gods vra­gen zich soms af: Waarom vervult God Zijn beloften niet in mijn leven? Dikwijls ligt de oorzaak bij henzelf, want God is een Waarmaker van Zijn Woord. Hij kan Zij eigen beloften niet breken. (Jer. 01:12) zegt: “Ik waak over Mijn woord om dat te doen”.

Zij zullen zichzelf af moeten vragen: Ben ik wel gehoor­zaam in alle dingen? Dien ik de Heer wel met een oprecht hart? Bewandel ik wel de geestelijke weg, de weg van geloof? Of leef ik nog in het vlees, in de zonden, ben ik nog gebon­den? Pas als ons leven volkomen Hem toegewijd is, ervaren wij de geweldige realiteit van de levende God, geopenbaard in Jezus Christus! Want God is een goede God. Hij die het bit­tere water van Mara zoet maakte, wil ook ons steeds omringen met Zijn liefde en vullen met Zijn blijdschap en overwin­ning!

 

Nicky Cruz komt naar Nederland

Ex-bendeleider

“Ik zal je maar eerlijk de waarheid, zeggen! Er is geen hoop meer voor jou. Je bent op weg naar de gevange­nis, de elektrische stoel en de hel”, zei de psychiater, toen Nicky Cruz, leider van de beruchte jeugdbende Mau- Mau”, voor de twee en twintigste keer opgepakt was door de New Yorkse politie.

Korte tijd later veranderde zijn leven totaal, toen hij in contact kwam met de “junkie-pastor” David Wilkerson. Tijdens een jeugdmeeting, waar David Wilkerson sprak, werd zijn leven radicaal veranderd door een ervaring met God.

Groningen en Arnhem

Over enkele weken bezoekt Nicky op zijn Europese reis ook Nederland. Hij zal op 6 en 7 februari in de Groningse Martinihal en in Musis Sacrum te Arnhem van zijn ervaring­en vertellen. Er worden elke avond 2500 jongeren verwacht. In Arnhem zullen de concertzaal en de exhibitiehal door middel van een gesloten circuit met elkaar in verbinding staan.

Nicky Cruz heeft in Nederland reeds grote bekendheid gekregen door middel van David Wilkersons boek “Het kruis in de Asfaltjungle” (Nederlandse oplage 90.000 exemplaren), de gelijknamige 2 uur durende speelfilm, en door middel van zijn eigen boek “Ik zal nooit meer huilen” (Nederlandse oplage 28.000 ex.).

Bekend spreker

Nicky Cruz is in de Verenigde Staten een bekend spreker voor de jeugd. Hij heeft een antwoord op de vragen van ve­le jongeren die gaan over drugverslaving, alcoholisme, rassenhaat of seks, omdat hij voor dezelfde problemen gestaan heeft en zich, eruit geworsteld heeft. Zijn komst naar Nederland is ongetwijfeld belangrijk nieuws voor velen in ons land.

Zijn leven

Nicky Cruz is geboren in Porto Rico, als jongste van een gezin van achttien kinderen. Zijn ouders waren de gees­tenbezweerders van het eiland, en zeiden dat hij een kind van de satan was. Angst en haat vulden reeds zijn jonge le­ven.

Op vijftienjarige leeftijd ging Nicky geheel alleen met het vliegtuig naar New York om te gaan wonen bij een oude­re broer. In New York aangekomen bleek al gauw dat hij ook daar voor zijn leven moest knokken, en zich daarom aansloot bij de gevreesde jeugdbende “Mau-Mau”, waar hij later leider van werd.

Een leven van misdaad en vechten, alcohol, drugs en uit­zichtloosheid. Na de radicale omkeer in zijn leven heeft Nicky Cruz een aantal jaren met Dave Wilkerson meegewerkt in “Teen Challenge” (“Evangelische hulp aan jongeren”), en leidt nu zelf een jongenshuis in Fresno, California.

Teen Challenge

Teen Challenge heeft zich ontwikkeld tot een internatio­nale evangelische hulporganisatie voor jeugd met problemen.

In Nederland werkt Teen Challenge, door middel van koffiebars die fungeren als ontmoe­tingscentra voor de jeugd, films, jeugdmeetings, en voor opvang en begeleiding van verslaafden hebben zij een op­vangcentrum in Haarlem.