1975.10-11 nr. 161

Levend Geloof 1975.10-11 nr. 161

Boven bidden en denken

God is een goede God! Wie hieraan twijfelt heeft nog nooit kennisgemaakt met de levende God, geopenbaard in Je­zus Christus. Want zodra wij Jezus leren kennen; ervaren wij dat het waar is dat God goed is en dat Hij in elk op­zicht voor Zijn kinderen zorgt.

Hebt u reeds een ontmoeting met Jezus gehad? Is Hij uw Heer en Heiland, zodat u kunt getuigen: “Ik ben een kind van God”? De Bijbel zegt: “Allen, die Hem (Jezus Christus) aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden”(Joh. 01:12). Als u met een berouwvol hart uw zonden belijdt en gelooft dat Jezus Christus ze voor u ge­dragen heeft aan het kruis van Golgotha, wordt u een kind van God en hebt u het ware geluk gevonden! Dan bent u gees­telijk rijk geworden, onvoorstelbaar rijk’

Er staat in Gods Woord dat Jezus is gekomen om leven en overvloed te brengen (Joh. 10:10). En in (Rom. 08:32) schrijft Paulus: “Hoe zal Hij, God, die zelfs zijn eigen Zoon, Je­zus Christus, niet gespaard, maar voor ons allen overgege­ven heeft, ons met Hem ook niet alle dingen schenken?”.Tot de gelovigen in Kolosse schreef Paulus: “In Hem, Christus, woont al de volheid der godheid lichamelijk; en gij hebt de volheid verkregen in Hem”(Kol. 02:09).

Helaas zijn er veel Christenen die geestelijk ver bene­den hun stand leven. Zij durven zich de beloften Gods niet zo maar toe te eigenen. Zij leven in armoede terwijl God rijkdom wil schenken.

Zij menen dat ze hoogmoedig zijn als zij aanspraak maken op Gods beloften die in Jezus Christus alle “ja en amen” zijn. Wat een misverstand! Juist door het niet aanvaarden Juist door het niet aanvaarden En doen wij afbreuk aan het volbrachte verlossingswerk van Jezus Christus. Wie in de grote en in de kleine dingen ten allen tijde op de levende God vertrouwt, zal nooit teleurgesteld worden. Natuurlijk is het soms wel eens noodzakelijk dat ons geloof op de proef gesteld wordt. Soms moeten wij geestelijk gecorrigeerd worden, want het is Gods wil dat wij een geheiligd, toegewijd leven hebben en de geestelijke weg, de weg van geloof, bewandelen. Maar dan ervaren wij ook iedere keer weer, Gods, grote liefde en goedheid. Vaak geeft Hij zelfs meer dan wij verwachten en waarvoor wij bidden, omdat Hij openbaar maakt dat Hij bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij bidden of beseffen (Ef. 03:20).

Boven bidden boven denken

Wil Hij alles, alles aan ons schenken.

 

Van de redactie

Redactie en medewerkers wensen alle lezers en lezeres­sen van “Levend Geloof” rijk gezegende Kerstdagen toe! Het is onze bede dat Christus, die eens in ons hart werd gebo­ren, meer en meer in al Zijn volheid in en door ons leven openbaar wordt. Opdat wij ten volle Hem kunnen dienen, waarvan de profeet Jesaja reeds profeteerde dat Hij is “de Wonderbare Raadsman, de Sterke God, de Eeuwige Vader en de Vredevorst”!

 

Kerstboodschap door Judith Jacobs (gedicht)

(De ster van Bethlehem).

Ik ben het licht der wereld; Wie mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben. (Joh. 08:12).

Wie het kerstgebeuren heeft gegrepen,

Wie de blijde boodschap heeft verstaan,

die kan verheugd, en blij van harte,

rondom de kribbe staan.

 

Toen de engelen koren eertijds zongen

van het heil dat het mensdom werd gebracht,

Toen was de Zone Gods geboren

een stralend licht in donkere nacht.

 

Al is de glans van Bethlehems sterre

voor ons reeds lang geleen vergaan

God schonk ons door zijn zoon op aarde

het eeuwige licht in ons bestaan.

 

Wie het kerstgebeuren heeft begrepen

wie het evangelie heeft verstaan,

die kan met het harte, vol aanbidding,

bij Christus kribbe staan.

 

Is het volle evangelie eenzijdig door Gert Jan Doornink

Wat heeft de Gemeente van Jezus Christus een heerlijke boodschap uit te dragen. Het is de boodschap van volkomen verlossing in Jezus Christus. Dezelfde boodschap die Jezus bracht en de apostelen. De boodschap die Jezus aan Zijn discipelen opdroeg te verkondigen met de woorden; “Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping”(Mark. 16:15). De boodschap die bevestigd wordt door tekenen en wonderen.

De boodschap die ook in deze eindtijd van uitermate groot belang is, want Jezus zei:. “Dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn”(Matt. 24:14). Toch worden er van alle kanten bezwaren geuit tegen deze boodschap. Uiteraard in de eerste plaats vanuit de wereld die alles wat met God en Godsdienst te maken heeft haat, en zeker als men zich radicaal opstelt.

Dan komen de bezwaren uit de kerken,, ‘van hen “die met een schijn van godsdienst de kracht verloochend hebben”. Ze­ker er zijn in de verschillende kerken nog oprechte kinde­ren Gods, maar de leiding en de gehele kerkelijke structuur staat afwijzend tegenover het volle evangelie.

Tenslotte komen de bezwaren en de tegenstand helaas uit de evangelische groepen en kringen. Wij schrijven “helaas” want dikwijls zijn dit oprechte kinderen Gods die bewust bekering en wedergeboorte hebben beleefd, maar niet verder groeien in het geloof. Zij verschuilen zich achter hun lei­ders, die zich verzetten tegen verschillende aspecten van het volle evangelie, zoals “de doop met de Heilige Geest”, “de strijd in de hemelse gewesten”, “genezing”, “overwin­ning over de zonde”, “demonenuitdrijving”, om maar enkele dingen te noemen. Uiteraard is dat een droevige zaak, vooral als men blijft weigeren zich te laten overtuigen door Gods Woord en de Heilige Geest.

Voorwaarts

Natuurlijk zijn wij niet zo bekrompen om niet te erkennen dat Gods Geest ook werkt buiten de Volle Evangelie- en Pink­sterbeweging. We weten dat het niet alles goud is wat er blinkt. Gods Geest werkt gelijk Hij wil en Gods almacht is onbeperkt.

Maar een kind van God die door Woord en Geest de ogen geopend zijn voor het volle heil in Christus, behoort ook dit volle heil uit te dragen.

Nergens roept Gods Woord ons op “een stap terug te doen doen1‘, veeleer worden wij opgeroepen, voorwaarts te gaan. Wij zullen op moeten groeien van onmondige Christenen tot volwassenen in het geloof, zeker in deze eindtijd nu de machten van satan zich zo uiterst geraffineerd manifeste­ren. Lees Efeze 4 er maar eens op na.

Het is tragisch en droevig dat vele kinderen Gods dit niet kunnen of willen inzien. In het natuurlijke leven vinden zij het een vanzelfsprekende zaak dat een kind uit­eindelijk opgroeit tot volwassene, maar in geestelijk op­zicht moet men daar bij hen niet mee aankomen.

Wij kennen velen die de naam “volle evangelie” niet meer willen gebruiken, omdat – zo redeneert men – het evangelie reeds “vol” is. Maar heel vaak schuilt er een an­dere gedachte achter. Men durft geen kleur te bekennen omdat men bang is voor exclusief of fanatiek door te gaan.

Petrus

Let eens op Petrus wat hij op de Pinksterdag verkondig­de tot de samengestroomde menigte: “Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen”(Hand. 02:38). Petrus was niet bang, maar was vol van de kracht en de liefde van Jezus en bewogen over hen die nog in de greep van satan waren.

Jezus zelf sprak: “Wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid”(Joh. 16:13). Welnu, dé Heilige Geest is gekomen! We leven na Pinksteren! Wij zijn verantwoordelijk dat het evangelie van het Koninkrijk Gods wordt uitgedragen. Wat anderen doen komt voor hun verantwoordelijkheid. De waarachtige eindtijd-christen kan en mag niet anders dan het volle evangelie ‘be­kendmaken door woord en daad.

Eenzijdig

Op de vraag of het volle evangelie eenzijdig is kunnen wij dus volmondig “ja” zeggen. En meteen er achteraan: “Gelukkig wel”, want ieder ander “evangelie” kan de mens niet werkelijk verlossen uit satans macht.

Het volle evangelie is een boodschap die niet voor twee­ërlei uitleg vatbaar is, omdat de Bijbel er op talrijke plaatsen zeer duidelijk over spreekt.

Waarom zullen wij dan een andere boodschap brengen dan ons is opgedragen? Waarom zullen wij water in de wijn doen? Zeker, er zijn een aantal extreme en fanatieke Christenen die bepaalde teksten op liefdeloze wijze hanteren. Ze zijn er altijd geweest en zullen er ook in de toekomst wel blij­ven. Maar zullen we terwille van hen met het badwater ook het kind weggooien? Ons enigste antwoord kan slechts zijns dat nooit! Wij zouden onze Heer en Heiland verloochenen. En Jezus heeft gezegd: “Al wie Mij zal verloochenen voor de mensen, die zal ook Ik verloochenen voor mijn Vader, die in de hemelen is. Maar een ieder die Mij zal belijden voor de mensen, die zal ook Ik belijden voor mijn Vader, die in de hemelen is” (Matt. 10:32-33).

Weerstand

Wij kunnen en mogen niets anders dan het volle evangelie uitdragen. Hetzelfde evangelie dat Jezus bracht en de Ge­meente na Pinksteren. Dit evangelie zal altijd weerstand op­roepen vanwege zijn exclusiviteit en eenzijdigheid. Maar dat is een goed teken.

Deze wereld wordt, zeker in deze eindtijd, overspoelt met boodschappen. Allerlei partijen, belangengroepen, sekten, religies en occulte leringen, proberen de menselijke geest te beïnvloeden. De massamedia storten een stroom van ge­dachten over ons uit die hun oorsprong vinden in de bron van alle kwaad: satan.

Daartegenover staat de éne, waarachtige boodschap: het volle evangelie. De boodschap van de levende God zelf. De boodschap van het Koninkrijk Gods, vol glans en heerlijkheid omdat zij alle “ingrediënten” bevat waardoor de mens, die gaat geloven in Jezus Christus, bevrijd wordt van zijn angsten, minderwaardigheidscomplexen, ziekten, zonden en zorgen. Daarvoor in de plaats komt het nieuwe leven van Christus dat gekenmerkt wordt door liefde, vrede, overwinning en blijdschap.

Waarheid

De felle tegenstand tegen het volle evangelie, bevestigt juist de waarheid er van. Want de enigste tegenstander van dit evangelie is de duivel, die opereert door middel van mensen die onder zijn invloed staan, dus via allen die nog niet door een persoonlijk geloof in Jezus Christus een kind van God zijn geworden.

Juist hen die zich “eenzijdig” en uitsluitend bezig hou­den met de verkondiging van het volle evangelie, zullen het meest van vervolging en verdrukking te lijden hebben, omdat satan in hen een reëel gevaar ziet. Maar zij zijn er met Paulus zeker van “dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopen­baard zal worden”(Rom. 08:18). Daarom gaan zij, vol vertrouwen op de levende God en met blijdschap in het hart, door met de proclamatie van het Volle Evangelie!

 

Maak uw geloof los van tradities

Een levend, sprankelend geloofsleven, zo de Heer dat van Zijn kinderen verlangt, wordt vaak ‘belemmerd en tegengehou­den door het vasthouden aan tradities. Velen hebben bij het aanvaarden van Jezus Christus de tradities overboord gezet. …. maar bij de door de Heer verder verlangde groei van hun geloofsleven, blijkt het vaak dat bepaalde oude gewoon­ten de kop weer sopsteken. Ook raken sommigen verstrikt in een nieuwe vorm van traditie”, waarvan de duivel een han­dig gebruik maakt om ons geestelijk schaakmat te zetten. Wij hebben de sleur en gewoonte op het oog, waardoor wij wel aan alles meedoen, door bijvoorbeeld regelmatig te of­feren en op de bijeenkomsten te komen, maar in werkelijk­heid toch geen aktieve, vurige getuigen zijn.

Iemand die jarenlang de gemeentesamenkomst of bidstond bezoekt, maar bijvoorbeeld nooit eens een profetie uit­spreekt, zal zich moeten afvragen of hij niet ongehoorzaam is aan 1 Korinthe 14 waar Paulus oproept te profeteren. Van­zelfsprekend moet alles in goede orde geschieden. Paulus geeft in dit opzicht verschillende adviezen en richtlijnen.

velen komen alleen maar op de samenkomst om iets “te ha­len1 , maar niet om “iets te brengen”. Terwijl Paulus toch zegt dat telkens als wij samenkomen ieder iets heeft tot stichting van de gemeente (1 Kor. 14:26). Iemand die nooit iets in brengt’1, heeft ook buiten de samenkomst weinig “uit te dragen”. Velen hebben hun vrijmoedigheid reeds lang prijs gegeven,, waarvoor Paulus waarschuwt (Heb. 10:35).

Toch is het voor hen nog niet te laat! Als dit stukje toevallig voor u bestemd is, breek dan met de macht der lauwheid, sleur en traditie en wordt een levend getuige van Hem die u bevrijdde uit satans macht. De Heer verblijd zich over allen die een fris en dynamisch geloof openbaren’.

 

Hoe vieren wij kerstfeest door Jan W. Companjen

Laten wij derhalve feest vieren, niet met oud zuurdeeg, noch met zuurdeeg van slechtheid en boosheid, maar met het ongezuurde brood van reinheid en waarheid”(1 Kor. 05:08).

Het geheim

Heel de wereld gaat ook dit jaar weer kerstfeest vieren, godsdienstig of niet godsdienstig, iedereen doet mee. En men kan zich afvragen of er veel verschil is in de kerst- feestviering van gelovigen en niet gelovigen. Is men er zich van bewust dat bij de geboorte van dat Kind in Bethlehem de wereld stond op een keerpunt van haar bestaan? Vanaf dat moment kon alles anders gaan.

Dat kleine woordje “kon” is het geheim van alles vanaf dat moment, toen Jezus Christus geboren werd, brak de he­mel, de onzienlijke wereld, open. Engelen daalden neer en verkondigden een Evangelie dat heel het volk blij kon maken, namelijk dat de Redder der wereld geboren was.

En daar zitten we dan ook meteen midden in de roos.

De eerste toespraak betreffende Jezus Christus gaf de be­lofte uit de hemel, rechtstreeks van de troon van God, dat deze Jezus, Redder van de wereld, van u en mij zou zijn en dat Zijn komst grote blijdschap gaf aan een ieder die tot Hem zou gaan. Nu, de herders hebben er geen gras over la­ten groeien, zij hoorden en gingen, zelfs met haast, naar de plaats die hun gezegd was. De herders keerden terug, God lovende en prijzende om alles wat zij hadden gehoord en gezien.

Grote scheidslijn

Vanaf dat moment gaat er een grote scheidslijn komen door heel de Godsdienstige wereld. Aan de ene kant vindt men hen die tot Hem gingen en Hem als koning aanvaardden. Aan de andere kant vindt men hen die toeschouwer blijven en niet ingaan op het Goddelijke aanbod tot herstel van de totale mens.

Zie hier wat ons in Christus geschonken is. Hij is de Gave Gods. De Gever van Levend Water. In Zijn gesprek met de Samaritaanse vrouw zegt Jezus daar zelf van: Indien gij wist van de Gave Gods en wie het is, die tot u zegt: Geeft Mij te drinken, gij zoudt het Hem gevraagd hebben en Hij zou u levend water hebben gegeven.

Jezus Christus is de Kern van het geestelijke leven. Hij is het waar heel de Bijbel over spreekt. In het Oude Testament als ‘belofte en heenwijzing van wat komen zou en in het Nieuwe Testament als een gekomen werkelijkheid, waaraan een ieder deel kan hebben die tot Hem komt.

In Johannes 5 komt ook de overste der Joden, Nicodémus, tot Jezus. Hij is onder de indruk van alles wat Jezus doet en leert. Hij zegt dan ook direct bij de aanvang van het gesprek tot Jezus, dat Hij – Jezus – een rabbi, dat wil zeggen: leraar, is en dat Hij door God gezonden is. Voorts zegt hij nog tot Jezus dat niemand die wonderen kan doen, tenzij men door God gezonden is.

Jezus steekt dan ook direct goed van wal, want Hij on­derkent meteen al dat het natuurlijke, wat in de zienlijke wereld door Hem gedaan wordt, door Nicodémus goed gezien wordt. Maar dit is niet het werkelijke waar het op aan komt. Daarom zegt Jezus dan ook tot Nicodémus: Voorwaar, voorwaar. Ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien.

Geestelijk leven

Dit zelfde zien wij ook terug bij de spijziging van de vijfduizend in Johannes 5. Toen de mensen dit gezien hadden, zei­den zij ook: Deze is waarlijk de profeet die in de wereld komen zou. Toen Jezus dit bemerkte, ja dat zij Hem met geweld wilden meevoeren en Hem koning wilden maken, trok Hij zich terug. Jezus zegt daar later van dat zij Hem zochten omdat zij van het brood gegeten hadden en verzadigd waren. Zij zochten Hem omdat Hij hen eten en gezondheid gaf.

Maar daarom gaat het in wezen niet. Het gaat om wedergeboorte en om veranderde mensen die weer gaan ervaren wat het zeggen wil geestelijk leven te hebben. Niét de angst voor de dood, niet de angst voor de toekomst, niet de angst voor God, maar herstel van de geestelijke band tussen de Schepper en het schepsel mens, is het geweldige van Jezus’ komst op aarde.     ,

“Hij nam de zonde weg en nu is mijn hart verblijd” Kent’ u dat lied? Laat het dan ook eens goed tot ons doordringen wat dat zeggen wil. Nog zeer velen zien het offer van Je­zus Christus voor ons gebracht als een natuurlijke aangelegenheid waardoor een natuurlijk, zondig en door de zonde mismaakt, leven tot een gelukkig einde kan komen. Indien u niet wedergeboren bent kunt u het Koninkrijk Gods niet zien, laat staan binnengaan.

Weinig inzicht

Hoe komt het nu dat er ten aanzien hiervan zo weinig in­zicht is? Dat komt zonder meer door het feit dat het geloof is aangepast aan het menselijke denken en dat het krachte­loos is gemaakt door overleveringen van mensen die het Woord Gods anders verkondigd hebben dan het ons door Jezus zelf geleerd is.

In (Matt. 15:06 v.v.) zegt Jezus zelf naar aanleiding van een wetsovertreding door Zijn discipelen (Matt. 15:02), dat zij het Woord van God van hun kracht beroofd hebben terwille van overleveringen. Tevergeefs eren zij Mij omdat’ zij leringen leren die geboden van mensen zijn.

Hier zitten wij in de kern van de zaak. Zeer veel mensen hunkeren naar vrede en rust. Hunkeren naar datgene wat Jezus beloofd heeft, doch zij ervaren het niet. Hoe komt dit?, vragen zij zich af. Nu dit komt omdat het volle heil van Christus door leringen geblokkeerd wordt.

Jezus vraagt persoonlijk geloof, Hij vraagt persoonlijke overgave. Hij vraagt erkenning van Zijn Koningschap. Hij vraagt niet of wij als kind besprengt, zogenaamd gedoopt, zijn, Hij vraagt niet of wij belijdenis hebben gedaan, neen Hij vraagt van ons persoonlijk antwoord en persoonlijke aflegging van het oude leven in de doop. (Zie Romeinen 6).

Het oude zuurdeeg moet weg

In de eerste de beste toespraak na Pinksteren zegt Petrus tot de Joden die vragen wat zij moeten doen om het eeuwige leven te beërven, dat zij zich moeten bekeren en zich laten dopen op de Naam van Jezus Christus tot vergeving van zon­den. Zij zouden in antwoord op deze daad, de Heilige Geest ontvangen en het Koninkrijk Gods kunnen binnengaan.

Daarom is het Schriftwoord boven dit artikel zo belang­rijk. Laten we gezamenlijk het oude zuurdeeg wegdoen. Weg met alle leerstellingen die ons van een echt Geestelijk leven afhouden. Het. is in deze als in het Oude Testament met de Israëlieten. Het was goed met dit volk van God als zij deden wat goed was in de ogen des Heren. Gehoorzaamheid was beter dan offerande en als het Woord des Heren verworpen werd, werd ook de overtreder verworpen.

Ook nu zijn er allerlei hoogten opgebouwd. Hoogten waarop men een Godsdienstige grond meent te hebben gevonden. De één bouwt zijn geloof en behoud op zijn kerklidmaatschap en de ander op zijn doop door besprenging als kind. Weer anderen geloven op gezag van de kerk, omdat de dominee of de pas­toor het zegt.

Maar Gods Woord zegt- hoe het oude zuurdesem uit uw mid­den weg. Nu weet ik wel dat het vers uit 1 Korinthe 5 dat boven dit artikel staat, slaat op de grove zonden die in de ge­meente van Korinthe gebeurden. Zij pleegden daar hoererij op een verschrikkelijke manier. Maar is de geestelijke hoe­rerij die er op het geestelijk terrein plaats vindt, niet veel afschuwelijker? Men laat het voorkomen dat men is ver­bonden met één man, Jezus Christus, doch men hoereert op een verschrikkelijke manier met allerlei andere mannen.

Een duidelijke les

Het gesprek van Jezus met de Samaritaanse vrouw bij.de put, geeft ons ook daarin een duidelijke les. Jezus zegt daar tot de vrouw: De man die gij nu hebt is uw man niet. Zij had al vijf mannen gehad en diegene waarmee zij op dat moment samenleefde was haar man niet.

De gehele geschiedenis door heeft de mens naar een man gezocht. Een verzorger die hem of haar geestelijk voedsel kon geven. Steeds is het gebleven bij overleveringen van mensen. Steeds is er iets tussen de Redder der wereld en de mens gezet. Steeds is het de duivel gelukt om de rechtstreekse verbinding tussen God en zeer vele goede gelovigen te verhinderen.

Er werd meer waarde gehecht aan het gehoorzamen van vader en moeder dan aan God. Het omver gooien van een afgoden­altaar dat door vrome oudere was opgebouwd c.q. was onder­houden, is nog steeds een zaak waar maar weinigen toe ko­men. Men doet dan de dingen die Jezus vraagt liever stiekem zogenaamd zonder iemand te kwetsen. Is bijvoorbeeld een doop dan nog een getuigenis van een goed geweten?

De ontdekking’

Doe al dit oude zuurdesem uit uw midden weg en verbind u aan één Man, Jezus Christus. Dan zult u werkelijk kerstfeest gaan vieren. Dan zult u tot de ontdekking komen dat het slechts om één ding gaat. Namelijk de Vader aanbidden in geest en waarheid. De Vader zoekt zulke aanbidders: God is Geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in Geest en waarheid.

Ja Jezus wil, dat ieder mens beantwoord aan Gods doel –

De zwakke maakt Hij tot een held, hij/zij die niet leeft uit gevoel –

Besef uw rijkdom dan in Hem en luister niet naar satans stem –

Wij moeten eén zijn, zoals Hij. En daartoe maakte ons Jezus vrij –

Weest enkel licht. Zodat de duisternis steeds zwicht!

Een heel fijn en gelukkig kerstfeest en een zeer gezegend begin en gelukkig komend jaar!

 

Jezus overwon satans macht door Henk Verheul

De nood in ons hart

Wanneer wij er de aandacht op vestigen dat de duivel rond gaat als een briesende leeuw, dan is dat niet om de duivel en zijn trawanten daar mee te eren, maar omdat er een grote nood in ons hart is, daar wij, rondom ons heen, zien hoeveel “christenen” gebonden zijn en zich inlaten met demonische toestanden. Bijvoorbeeld horoscopen, magnetisme en het be­zoeken van gelegenheden waar de duivel gediend wordt.

Mensen met angstcomplexen kom je zowel in volle-evangeliegemeenten als in kerken tegen. En dan niet te vergeten diegenen die gebonden zijn aan nicotine en alcohol, bijvoor­beeld sherry drinken omdat het zo goed is voor de lijn…..

Golf van duivelaanbidding

Een onderzoek wees uit? Satan leeft en maakt het wel. En­kele jaren geleden had de gedachte aan het bestaan van een duivel, samen met de zwavel-en-vuur-prediking, vrijwel afge­daan. In een tijd, dat het opvoedkundig stelsel van ons volk de Bijbel en God vrijwel uit de leslokalen heeft verbannen, heeft parapsychologie zijn weg naar het centrum van het les­rooster teruggevonden.

Ook op academies en universiteiten is de duivel niet onttroond. Kerken, gewijd aan aanbidding van satan, schieten als paddenstoelen uit de grond. De filmwereld is dit op alle mogelijke wijzen gaan gebruiken. Men ervaart het in de mu­ziek, bepaalde rituelen, bekendmakingen om vooruitgang te propaganderen en bovendien de verspreiding van allerlei lec­tuur.

Er gaat over de wereld en ook over ons land, een golf van duivel aanbidding en verering. De Bijbel zegt, dat demonen in staat zijn in mensen te wonen en hen te beheersen.. Over hen wordt gesproken als onrein, gewelddadig en kwaadaardig.

Allen die zonder Christus leven staan bloot aan het be­zeten zijn door demonen. De Bijbel leert dat deze demonen christenen blijven plagen, zelfs nog na hun bekering.

Onze strijd is een geestelijke strijd

“Want wij hebben niet te strijden tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereld- beheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de he­melse gewesten”(Ef. 06:12).

Jezus en Zijn discipelen hebben dikwijls demonen uitge­worpen. Petrus richtte zich tot de jonge mannen toen hij waarschuwde: “Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een briesende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden. Weerstaat hem, vast in het geloof….

(1 Petr. 05:08-09).

Jacobus zegt: “Onderwerpt u dus aan God, maar biedt weer­stand aan de duivel en hij zal van u vlieden”(Jak. 04:07).

De duivel is een listige bedrieger hij is de leugenaar van af de beginne, hij is de grote aap van God.

Satan is overwonnen

Maar ondanks het feit dat hij rond gaat, verkondigen wij, dat het bloed van Jezus hem heeft overwonnen. Er is kracht in het bloed van Golgotha, voor u en voor mij en voor allen die bevrijd willen worden.

Er wordt dus een bepaalde druk uitgeoefend en de verant­woordelijkheid ligt bij jou of bij u om algehele overwinning over de duivel te zoeken in de kracht van Jezus Christus.

De duivel heeft een bovennatuurlijke macht, maar geen almacht. Jezus zei: “Mij is gegeven alle macht, in hemel en op aarde”. De macht van satan is beperkt. Hij kan alleen werken onder toelating van God. Leest de geschiedenis van Job. Paulus noemt dit: “de verborgenheid dar ongerechtigheid”.

Satan voert ons in een geestelijke strijd. Zie Jezus en de bezetene van Gadara in Markus 5. Lange tijd was deze man gepijnigd door demonen, die een onreine geest in hem hadden gebracht. Toen hij door de macht van Christus veranderd was staat er dat hij “bij zijn zinnen was”.

‘Velen zijn geestelijk ontspoord

Satan kan onze geest beïnvloeden. Op het ogenblik zijn meer mensen geestelijk ontspoord dan ooit tevoren. Is dit een duivelse activiteit? Ik zeg u,’ ja.

Ik wil niet zeggen dat iedereen die geestelijk ontspoord is, door de duivel bezeten is. Maar ik geloof wel, dat een deel van satan afkomstig is. Vooral bij hen die hun leven hebben overgegeven aan lusten, drugs, tabak, alcohol, enz.

De duivel valt ook mensen aan op moreel gebied. De beze­tene, die Jezus in de wildernis ontmoette, droeg geen kle­ren. Naakt woonde hij tussen de graven. Vandaag aan de dag zien wij nee als een rage, van naakt gaan, zowel door mannen als vrouwen. Films en tijdschriften, nudistenkampen, naaktstranden en popfestivals leggen steeds de nadruk op naaktheid als een levensuiting. De bezetene van Gadara deed het, omdat de duivel in hem was. Het is dus geen nieuws wat wij zien en horen.

Leven en overvloed bij Jezus

De Bijbel zegt: De mens is de kroon van de schepping. Daarom is Jezus gekomen naar deze aarde. Hij nam het kruis van verzoening en bevrijding op zich en Hij liet Zijn zijde doorsteken, zodat het bloed van verlossing stroomde langs het ruw houten kruis.

Jezus is niet alleen gekomen om te redden, genezen en te dopen met de Heilige Geest, maar om ons te geven leven en overvloed. Als de Bijbel zegt, dat wij in Hem een nieuwe schepping zijn geworden, waarom laten dan zovelen zich weer een slavenjuk opleggen? Het volk van Israël had een geweldige bevrijding meegemaakt. Zij waren verlost uit Egypte. En ondanks dat zij de heerlijkheid van God dag en nacht be­leefden, verlangden zij op een gegeven moment terug naar de vleespotten van Egypte.

Ons lichaam is een tempel van de Gods Geest

Vele christenen – dagelijks worden wij er mee geconfron­teerd -hebben een geweldige verlossing meegemaakt, maar ze zijn terug gegaan naar de poel of naar het doopbassin om wat van het oude leven terug te halen. In plaats van te wandelen in het licht met Jezus elke dag, hebben zij de duivel een vinger gegeven.

Misschien komt u tot de ontdekking dat u uzelf misbruikt. U beschermd niet uw lichaam dat de tempel is van de Heilige Geest wanneer u Christus toebehoort. Mensen die zich overge­ven aan drugs, drukken op de knop van zelfvernietiging’. Hoe­rerij is, volgens Paulus, zondigen tegen uw eigen lichaam. Dit geldt ook voor vraatzucht, dronkenschap, roken en onrei­ne toestanden.

De ketenen zijn verbroken!

De duivel is een voorstander van alles wat direct of ge­leidelijk uw ondergang bewerkt. Dat betekent een geleidelijke zelfmoord. Maar, prijst de Heer, er is een weg. Er is iets wat de duisternis heeft overwonnen. Dat is het bloed, het kostbaar bloed van Jezus. Ook voor u, die dit leest, misschien in grote nood, misschien gebonden in de ketenen van de duivel. Weet dan, dat er een vrijheid te verkrijgen is, want de ketenen zijn verbroken door het kruis van Jezus.

In het laatste boek van de Bijbel staat: “Zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam…..Zij overwonnen hem …..door het Woord van hun getuigenis”(Openb. 12:11).

Hoe ontvangt u overwinning?

U ontvangt geen bévrijding door maar te blijven bidden, maar door te staan op het Woord en te handelen naar Zijn Woord. Dan zal de overwinning uw deel zijn. Want het Woord van God en Zijn beloften zijn ja en amen voor diegenen die Hem liefhebben on Hem willen dienen met geheel hun hart en ziel. In dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft lief gehad. (Rom. 08:57)

U mag ons, ten allen tijde bellen of schrijven wanneer er een nood in uw leven mocht zijn. Niet dat wij het kunnen, maar wij weten: Er was een die gewillig Zijn leven eens gaf, t Was Gods Zoon ‘die hier neer daalde op aard”.

1975.08-09 nr. 160

Levend Geloof 1975.08-09 nr. 160

De Bijbel zegt…

Het is al weer meer dan 20 jaar geleden dat Billy Graham sprak op enkele grote evangelisatiesamenlzomsten in Nederland. In 1954 sprak hij in het Olympisch stadion in Amsterdam en in 1955 in het Feyenoordstadion in Rotterdam. Beide massa-meetings hebben wij destijds meegemaakt. Een paar jaar daarvoor hadden wij Jezus Christus als onze persoonlijke Verlosser leren kennen en uiteraard waren samen­komsten als deze een onvergetelijke ervaring voor ons.

Vanzelfsprekend kunnen wij ons niet alle details meer herinneren. Maar één van de dingen die ons door de jaren heen is bij gebleven is wel de uitspraak van Billy Graham- “The Bible says…..”, De Bijbel zegt… en dan volgde een gedeelte of tekst uit de Bijbel. “The Bible says. ” Steeds weer kwamen deze woorden terug in zijn boodschappen. Hij sprak ze met grote nadruk uit en onder de zalving van de Heilige Geest. De kracht van zijn boodschappen bestond in het feit dat hij zich in alle dingen baseerde op Gods Woord. “Wat zegt de Bijbel?”, was zijn uitgangspunt.

Vele theologen vonden zijn boodschappen simplistisch, te eenzijdig, enz. maar duizenden vonden door zijn prediking de weg tot Christus. Duizenden werden overtuigd, niet in de eerste plaats door wat Billy Graham zei maar wat de Bijbel zei.     

De basis van iedere prediking, van elke boodschap van elk getuigenis behoort Gods Woord te zijn. Als deze basis wordt verlaten is men totaal op de verkeerde weg. Dan ziet men ook geen Bijbelse resultaten. Maar Gods woord gebracht onder de leiding en zalving van de Heilige Geest heeft altijd wonderbare uitwerking! Want de Bijbel zegt wie Jezus is, maar ook wie de mens zonder Jezus is een zondaar in de greep van satan. Maar de Bijbel zegt dat Jezus een volkomen Verlosser is en de zonden van de wereld (dus ook uw zonden) gedragen heeft. Aanvaard Hem in het geloof en word een gelukkig kind van God’!

 

Driemaal G door Gert Jan Doornink

In ons vorig nummer hebben we stil gestaan bij de grote betekenis van drie woorden uit de Bijbel die met een v beginnen, te weten vergeving, verlossing en verzoening. Er zijn ook drie woorden die met een g beginnen en bijzonder waardevol zijn voor ieder die ze wil aanvaarden en bele­ven. Het zijn de woorden Genade, Geloof en Genezing.

Genade is van oorsprong een zuiver Bijbels woord. Wel­iswaar hanteert de wereld het woord thans ook in allerlei vorm en omstandigheden, maar de oorspronkelijke betekenis van genade is in feite “vergeving”. God vergeeft datgene wat de mens fout deed. Andere woorden voor genade zijn “gunst” en “barmhartigheid”.

Eén van de woordenboeken zegt van genade dat het is een “bovennatuurlijke hulp die God de mens verleent om zijn eeuwige bestemming te bereiken”. Zo is het ook. Die “eeuwige bestemming” begint op het moment dat de mens Gods gena­de aanvaardt. God heeft Zijn genade betoond in Zijn zoon Je­zus Christus. Daarom kon Paulus aan Titus schrijven: “De ge­nade Gods is verschenen, heilbrengend voor alle mensen”(Titus 02:11). Zodra de mens van een zondaar een kind van God wordt, zodra hij of zij zijn zonden belijdt en gelooft dat Jezus ze gedragen heeft, wordt hem genade oftewel vergeving verleend.

Genade is altijd gratis. We hoeven er niets voor te beta­len of voor te doen. Jezus deed het alles voor ons. Paulus zegt: “Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf; het is een gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme”(Ef. 02:08-09).

Geloof

Nu zou de verkeerde gedachte kunnen ontstaan, dat wij die genade hebben ontvangen, nu verder op onze lauweren kunnen gaan rusten. Wij worden als ons door God, in Zijn grote liefde, genade is verleend, niet opgenomen in een soort geestelijke w.w., maar juist opgeroepen tot actieve dienst!

De velen die de genade van God nog niet kennen, worden ons op het hart gebonden, om ook die genade te aanvaarden. Achter de boven geciteerde tekst van Paulus uit Efese 2, lezen we meteen: “dat wij in Christus Jezus geschapen zijn om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen”(Ef. 02:08-10).

Hoe is dat mogelijk? Hoe kunnen wij anderen opwekken om voor Jezus te kiezen? Hoe kunnen wij getuigen van Hem? Hoe zijn wij bruikbaar in Zijn dienst? Alleen door het geloof. Wij zijn door het geloof een kind van God geworden… maar behoren ook als kind van God door het geloof te leven.

Paulus schrijft in (Gal. 02:20): “Met Christus ben ik gekrui­sigd, en toch leef ik, dat is, niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu, nog, in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven”.

Leeft u ook door het geloof? Niet ziende en vertrouwende op de natuurlijke, zichtbare dingen, maar op de geestelijke, onzichtbare dingen? Want: “Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet” (Heb. 11:01).

Als wij geen geloofsleven openbaar maken, staan wij niet in de rechte verhouding tot God en openbaren wij niet ten volle Jezus door ons leven, want “zonder geloof is het onmogelijk Hem welgevallig te zijn”(Heb. 11:06).

Genezing

Genezing- is in feite een onderdeel van het verlossings­werk wat Jezus verwierf aan het kruis van Golgotha. Daar bracht Hij een volkomen verlossing teweeg voor geest, ziel, en lichaam. Het is zo jammer dat jarenlang de prediking van velen die het evangelie brachten alleen gericht was op ’ het “behouden worden van de ziel”. In de harten van vele kinderen Gods leeft daarom de verkeerde gedachte dat gene­zing een soort belofte van God is, die de één wel ontvangt en de ander niet.

Hoe geheel anders leert ons Gods Woord. Het is geheel naar de wil van God dat ook ons lichaam gezond is. Zoals Johannes schreef in zijn derde brief (3 Joh. 01:02): “Geliefde, ik bid dat het u in alles wel ga en gij gezond zijt, gelijk het uw’ ziel wel gaat”. Zo wil God ook ons gezond hebben naar geest, ziel en lichaam. Hij wil ons geheel en al heiligen, opdat geheel onze geest, ziel en lichaam bij de komst van onze Here Jezus Christus moge blijken in alle dele onberispelijk bewaard te zijn (1 Thess. 05:23).

Natuurlijk kan God soms ziekte gebruiken om iemand op de rechte weg te brengen, zoals God alles gebruiken kan om Zijn doel te bereiken. Soms kan ons geloof door ziekte op de proef gesteld worden, maar het is nooit Gods wil dat wij ziek blijven. Ziekte is van satan. En Jezus overwon satan aan het kruis van Golgotha! “Door Zijn striemen is ons gene­zing geworden!”. Welk een heerlijke belofte en zekerheid dat God ons genezen wil….. zodat wij met een gezond lichaam de Heer kunnen dienen.

Genade… Geloof… Genezing…

Genade…..geloof…..genezing! Wat goed is God voor ons! Hij wil ons leiden aan Zijn hand, zodat wij van stap tot stap voorwaarts kunnen gaan als burgers van het Koninkrijk der hemelen.

“Neen, de wereld weet het niet,

wat God grote liefde ons biedt…..”

Maar zij die Jezus hebben aanvaard en Hem met een oprecht hart volgen, beleven de realiteit van genade, geloof en ge­nezing!

 

In staat van oorlog door Ds. G. Toornvliet

Ontmoeting

Jaren geleden ontmoette ik iemand die niet kerkelijk was maar positief op mijn radiopreken reageerde: “Hoort u eens, ik geloof wel in God, maar niet in de duivel”. Toen zei ik: “U moet ook niet in de duivel geloven, want dat zou betekenen dat u zich aan hem overgeeft, maar wel kunt u aan het bestaan van de duivel geloven. Trouwens, wanneer u echt God wilt dienen, zult u spoedig genoeg bespeuren dat er demonen zijn.-…”

Onlangs zuchtte diezelfde persoon: “Ik heb het zo on­dervonden, dat als wij een werk voor de Heer opzetten, de demonen proberen de hele zaak te torpederen”.

Iedereen heeft er mee te maken, het minst misschien de mensen die in een traditioneel geloof waar geen gloed en geen kracht inzit, voortsudderen. Wanneer de Duinkerkerkapers in vroeger eeuwen een leeg schip zagen varen, namen ze het risico niet het aan te vallen, maar de zwaargeladen galjoenen daarop werd geloerd.

Demonen

De Bijbel spreekt ons over invasies van demonen. Er is een ongekend leger van duistere machten, die op onzichtba­re wijze op het hele leven beslag trachten te leggen. De demonen zijn geniale geesten, bekwame psychologen? ze weten wegen te vinden naar het centrum van ons levend ze willen mijn en uw hart. Ze zenden uit….

Jonge mensen, die hun vertrouwen in de ouderen verloren hebben en het oude geloof in God en mensen overboord hebben gezet, ploffen in een leegte. Die leegte moet worden opge­vuld. … en velen worden het slachtoffer van soft drugs en hard drugs.

Misdaad

Door lectuur en t.v. worden zwakke figuren geconfronteerd met misdaad. Geen dag gaat voorbij of er heeft een bankover­val plaats; telkens lezen wij van aanrandingen. Van dit al­les kan een infectie uitgaan op zwakke creaturen.

In christelijke kringen staat het sein ook op rood. Er zijn er nog zoveel die wel wat voor het geloof overhebben en wat willen doen, maar bij wie alles cirkelt om hun eigen “ik”….”zien jullie me wel” – en die bij de eerste de beste miskenning als een plumpudding in elkaar zakken. Er zijn er nog zovelen die meer aan de traditie hangen dan aan God, die een sterkere binding met de dominee dan met Christus hebben.’

Occultisme

Dit doet de demonen de feestneuzen opzetten. Vooral le­vens die leeg zijn aan God worden “gekraakt” en doorwoond door de duistere machten. Hoevelen laten zich niet argeloos in de armen van het occultisme voeren? Ze lopen naar waar­zegsters…. en wat niet al.

Het korps van demonen is zo actief…. Ze dringen door in onze scholen, universiteiten, bij politieke bewindslieden, predikanten, jeugd…. Het is een strijd op leven en dood, niet met mensen maar met geestelijke machten, die op geruis­loze, draadloze manier infiltreren.

Wonderen

Kunnen we er iets tegen doen? Ja, maar wil het iets uit­werken dan moeten we radicaal zijn. Het eerste is: uw leven met Christus’ kracht te laten volstromen, u helemaal aan Hem toevertrouwen. Al dat halve gedoe geeft niet alleen “half- zachte “mensen, maar ook een invasie van demonische krachten.

die zich gebonden voelen aan de machten die zich hebben verkocht aan drugs, aan drank, aan occul­tisme, aan seks zonder liefde, kunnen, deze mensen bevrijd worden? Ja, ik heb ze gezien, ik heb ze ontmoet. Ik denk niet alleen aan de wonderen die God in onze radiogemeente heeft gedaan, maar ook aan de avond in de koffiebar te Mid­delburg. Daar zaten ze: een grote groep jongeren, eens ver­slaafd aan dit en aan dat en nu met blijde open gezichten getuigend van de Heer. Zo kan het in elke plaats…. ook in uw plaats.

Ideaal

Velen van de jongeren die zich aan Christus hebben over­gegeven vinden hun orthodoxe ouders tegenover zich. Die ou­ders begrijpen niet dat jonge mensen vol van het ideaal van Christus kunnen zijn, dat ze de Bijbel lezen, er op uitgaan om getuigen te zijn van die Heer!

Daarom zou ik de ouders willen vragen: geef niet af als uw zoon of dochter gekozen heeft voor Christus. Zeg dan niet: je bent “getikt” of “je moet naar de psychiater”, maar vraag-: Heer, geef ook mij dit leven en die kracht.

Tot de jonge mensen die ouders hebben die met Christus willen leven, zeg ik: “wijs hen niet af…. Zeg niet: die “ouwe zeur” of die “ouwe deur”, maar vraag of jij ook zo gelukkig mag worden als zij.

Christus is sterker dan alle demonen. De demonen zijn door Hem overwonnen en juist omdat ze het verloren hebben, komen ze opzetten met zo’n ontstellende kracht. Ze zijn als uitgehongerde leeuwen op zoek naar een prooi….

Harnas

In vroeger tijden gingen de soldaten gepantserd de strijd tegemoet. Jezus Christus biedt ons het harnas aan dat we nodig hebben in de strijd tegen de demonen. Hier is het harnas.

“Tenslotte nog dit: zoek uw kracht. in de Heer, in Zijn sterke macht. Rust u uit met de complete bewapening van God, om daarmee stand te houden tegen de krijgslisten van de duivel. Want onze strijd gaat niet tegen mensen van vlees en bloed, maar tegen de vorsten, de machthebbers en de heersers van de duistere wereld, tegen de geestelijke en bovenaardse machten van het kwaad” (Ef. 06:10-12) uit “Groot nieuws voor u”.

Mag ik dit onderstrepen. Onze vijanden zijn geen mensen, het zijn geweldige machten, geraffineerd en geniaal. Heel vaak hebben ze zich vermomd en komen ze met de Bijbel onder de arm…. Heel vaak dienen ze zich aan als stillers van pij­nen. … maar ze willen uw leven stuk maken. Ze huizen over­al, ze komen met de dominee en de ouderlingen de kerk bin­nen; ze proberen de evangeliedienaren zo te doen spreken dat er van Gods liefde niets doorkomt. Ze bezetten t.v. en radi­ostations.

En ze willen ons laten waarschuwen door Denis de Rougemont die schreef: “De truc van de duivel is je te laten zeg­gen: ginds… bij die mensen… bij dat volk is de duivel, terwijl hij onderwijl op uw schoot kruipt”.

U moet hem niet ver weg zoeken “bij de ander”, bij de an­dere groep of andere radiovereniging, maar hem opsporen’ en op heterdaad betrappen bij uzelf, in eigen kring.

Weerstand

De goede boodschap gaat verder: “Grijp daarom naar al de wapens die God u geeft, om weerstand te kunnen bieden op de dag waarop het kwaad aanvalt. Dan zult u staande kunnen blij­ven en alles tot een goed einde brengen.

Stel u zo op: doe de waarheid om als gordel en doe de ge­rechtigheid aan als borstpantser. Bind onder uw voeten de bereidheid om de vredesboodschap te brengen.

Draag daarbij het schild van het geloof: daarmee kunt u alle brandende pijlen van de duivel doven.

Zet de helm van het heil op en pak het zwaard van de Geest, dat wil zeggen het Woord van God”(Ef. 06:13-17).

Oorlogstijd

Zonder trainen gaat het niet. Wie geen Bijbelstudie doet, laat het zwaard verroesten. Wie liever uitslaapt dan naar de dienst van de levende Heer te gaan is een stuk slapjanus, die de demonen over zich laat lopen. Wie niet blij getuigen wil van Jezus is een soldaat aan het front zonder laarzen op blote voeten. Wie het geloof laat ver­slappen is een soldaat of motorrijder zonder helm.

’t Klinkt alles wat scherp…. maar in oorlogstijd als de gevaren rondom ons zijn, klinken de bevelen kort en scherp: “luchtalarm”…. “zoek dekking”…. “in de schuil­kelder”…. “gereed tot de aanval!”

Wij zitten in een oorlogssituatie. Het gaat om uw ziel …. om de ziel van uw kind…. van de volkeren in Oost en West.

Belofte

We hebben één belofte: weerstaat de duivel en …. hij zal van uw wegvluchten! Want Jezus is Overwinnaar!

Dit mag geen kreet blijven!

Dit moet werkelijkheid worden in uw leven!

Dan bent u zelf het levende bewijs: Jezus is Overwin­naar!

 

Van de redactie:

Dit artikel werd geschreven door de bekende, onafhankelijk werkende, radiopredikant Ds. G. Toornvliet uit Bloemendaal. Het werd met toestemming overgenomen uit zijn contactblad. Hoewel “Levend Geloof” meest originele en exclusief voor het blad geschreven artikelen opneemt, is dit artikel der­mate belangrijk en duidelijk dat wij deze eindtijdboodschap ook graag via “Levend Geloof” door willen geven!

 

Bij de voorpagina

“Voorwaarts christenstrijders!”. Deze beginwoorden van een bekend lied uit de bundel van Joh. de Heer zijn deze maand afgedrukt op de voorpagina van “Levend Geloof”. Het is een oproep om voorwaarts te gaan en gericht tot elk kind van God. Want een waarachtig christen is niet zomaar een christen, maar geroepen om te strijden. “Strijd de goede strijd des geloofs”, zegt Paulus. Dat betekent: niet vleselijk strijden, maar geestelijk! In deze strijd mogen en kunnen wij overwinnaars zijn…omdat Jezus de overwinning heeft behaald en wij in Zijn voetstappen mogen treden.

 

Het bewijs door Judith Jacobs (gedicht)

“Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt en het bewijs der dingen, die men niet ziet” (Heb. 11:01).

Niet altijd kan ’k Uw liefd’ begrijpen,

Het is Uw Wijsheid die ‘k aanvaard;

Door alles heen mag ik geloven:

Het is Uw trouw die mij bewaart.

 

Want als ik zie kan ’k wel geloven….

Maar dat is niet wat Gij mij vraagt;     

Uw wil is: blindelings te volgen,

Gij zijt het die mij leidt en draagt.

 

Ik weet: door zwakheid zal ik falen,

Gij kent het maaksel Uwer hand”;

Maar Heer, ik steun op Uwe armen.

Door Uw genade houd ik stand.

 

Heer, help mij Uwe naam te prijzen,

Al “zie” ‘k Uw liefde niet altijd; 

Geef mij de moed die ’t hart doet juichen –

Ook dan, als ’t hart in stilte schreit.

 

De duivel door Dirk A. Wols

Realiteit

Een niet erg stichtelijk onderwerp om over te spreken of te schrijven. Niettemin een realiteit waaraan we niet voor­bij kunnen gaan.

De duivel is slecht. Hij heeft zijn lust uitsluitend in het kwade. Hij kan niet anders, maar wil beslist ook niet anders. Hij is ijverig. Hij gaat rond als een briesende leeuw, zoekende wie hij zou kunnen verslinden.

Zijn werk is dus: stelen, slachten en verdelgen. Al zijn volgelingen – gevallen engelen en demonen – worden door hem geïnspireerd. Een derde deel van de totale engelenwereld is hem nagevolgd in hun opstand tegen God.

De duivel is machtig. Maar…..niet almachtig! Jezus sprak: “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde”. Jezus regeert, ja óók het kwade. In Zijn regeermacht maakt Hij van de duivel gebruik om Zijn doel te bereiken. Dat wil zeggen: uiteindelijk is satan in de macht van Jezus.

Onderworpen

Er zijn er die de duivel zien als een kwaadaardige zelf­standige macht. In wezen is hij aan Jezus onderworpen. Nog niet zichtbaar, wat aan het feit echter geen afbreuk doet. Hij is onderworpen aan God.

God zet de ongehoorzame mens op gladde plaatsen en laat hem dikwijls een prooi van satan worden. Maar de rechtvaar­digen zijn absoluut veilig voor zijn bruut geweld. Satan kan zonder Gods toestemming geen vinger naar hen uitsteken.

Ook bij Job niet. Satan moest voor alles wat hij Job wilde aandoen, toestemming hebben van God. God moest daartoe de omtuining van Job wegnemen. Van Job lezen wij dat hij oprecht en vroom was, godvrezende en wijkende van het kwaad (Job 01:01). Een prachtig getuigenis. Maar hij was er te zeer van overtuigt dat het zo was. Daarom kreeg Job een les van God op Zijn leerschool. Job werd alles ontnomen door de duivel met goedvinden van God. Nog staat Job te hoog in zijn Jijden. Hij zegt het dan ook (Job 27:06), “Aan mijn gerechtigheid zal ik vasthouden, en zal ze niet laten varen; mijn hart zal die niet versmaden’.

Hij verdedigt zich te fel tegenover zijn vrienden en meent geheel onschuldig te zijn, waardoor hij zulk een lij­den zou kunnen verdiend hebben.

Berouw

Totdat hem de schellen van de ogen vallen. En een nieuwe nederige Job. uit de smeltkroes van het lijden te voorschijn komt als hij spreekt: “Hoor toch, en Ik zal spreken; ik zal U vragen, en onderricht Gij mij. Met het gehoor des oors heb ik U gehoord; maar nu ziet U mijn oog. Daarom verfoei ik mij, en ik heb berouw in stof en as”(Job 42).

U ziet dus, dat de duivel door God gebruikt werd om Job een toontje lager te laten zingen en Hem te ontmoeten, want Hij is bij de leliën der valleien.

Omtuining

En deze functie heeft de duivel nog. Maar als wij ons volstrekt afhankelijk weten van Hem, als we niet hoog van de toren blazen en eigen roem verheffen, dan hebben we niets te vrezen. Dan zal Hij de omtuining rondom ons beves­tigen waardoor geen macht zal kunnen en durven heenbreken.

Die zijn gerechtigheid bouwt door een levend geloof op de Here Jezus Christus, zal geen kwaad te duchten hebben van de vorst der duisternis. En tevens zijn leven heiligt van alle smet des kwaads, hij zal wel smaad en vervolging lijden, maar geen infiltraties van de hel te duchten heb­ben. Want Jezus regeert en heeft alle macht. Halleluja!

 

De Bijbel (9)

De Bijbel is van bovenaardse oorsprong. In dit boek heerst de hemel over de aarde. Daarom kon Paulus zeggen: Bedenkt de dingen die boven zijn. Om er dan op aarde wat mee te doen. En er kan veel, heel veel, mee gedaan worden.

De Bijbel is niet te vergelijken met een ander boek.

Het is het meest waardevolle en betrouwbare boek. Het is een universeel boek. Miljoenen zijn en worden er verkocht. Het is een onuitputtelijke bron van rijkdom, wijsheid, leven en overvloed (Joh. 10:10).

We moeten het aanvaarden als het Woord van God, de Schepper van hemel en aarde met alles “er op en er aan”, de zon, de maan en de sterren.

Hij schiep de mens om medewerker Gods te zijn. Psalm 8 spreekt erover dat Hij de mens bijna Goddelijk heeft gemaakt, Welk een hoge roeping komt er vanuit dat boek – dat Bijbel heet – tot ons.

De Bijbel geeft ons een dieper inzicht in Gods plan. De Bijbel is een “verklarend handboek” over ‘waar vandaan ‘waartoe’, ‘waarheen’.

Gebruik de Bijbel als leidraad voor heden en toekomst. De Bijbel is de grondslag voor wetgevingen in vele lan­den. Waar het komt brengt het licht en opgang, waar het heersen mag.

De nauwkeurigheid van moraal en zedeleer overtreft ie­der ander boek.

De Bijbel is voorwerp van onderzoek. Niet alleen om te lezen, maar om te onderzoeken waar het op aan komt.

Onderzoekt de Schriften, die zijn het die van Mij ge­tuigen, sprak Jezus.

En: Wie zoekt…..die vindt!

 

Nieuw leven door Jan W. Companjen

“Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen” (2 Kor. 05:17).

Het oude zuurdesem

Het valt in gesprekken steeds weer op dat de godsdiens­tige mens godvrezend wil zijn. Ik bedoel hiermee dat hij God vreest in de letterlijke zin van het woord. Het oude zuurdesem dat God een verterend vuur is, voor wie niemand kan bestaan, wordt zo oudtestamentisch gezien en innerlijk ervaren dat men daaruit alleen al kan afleiden, dat het verlossende werk van Jezus Christus in deze mensen niet tot zijn recht is kunnen komen.

Men zal zich kunnen afvragen hoe dat komt. Is dit hun eigen wil of wordt dit veroorzaakt door de één of andere oorzaak die min of meer buiten hun wil ligt? Nu zit in deze vraagstelling natuurlijk het gevaar dat de menselijke waar­digheid en/of de menselijke wil en verantwoordelijkheid wordt ondermijnd. Dit valt inderdaad niet te ontkennen, maar wij zullen juist op dit punt in de nabije toekomst duidelijk antwoord moeten geven. Wij zullen namelijk tot de erkenning moeten komen dat hele horden vrome geesten grote massa’s goedwillende mensen, onvruchtbaar hebben gemaakt voor het Koninkrijk Gods.

Schepping en zondeval

Bij de schepping wordt na elke scheppingsdag gezegd dat God de Schepper alles zag wat Hij geschapen had en dat het goed was. Na de schepping van de mens zei Hij dat het al­les goed, ja zeer goed, was. De mens was goed en naar Gods evenbeeld geschapen.

Toen kwam de zondeval, de mens werd ongehoorzaam en vanaf dat moment was de mens niet meer “rechtvaardig”. Hij voer als het ware niet meer recht door zee en voelde zich arm en naakt. Vanaf dat moment kronkelde hij net als de slang door het leven, overwegende steeds maar weer, wat het beste voor hem is.

Een mooi voorbeeld is daarvan o.a. het leven van Jacob – later Israël -, met wie God ondanks alles toch Zijn ver­bond -aanging. Zoals Jacob kronkelde, kronkelt het volk Is­raël nu nog. Daarbij ziende op éigen kracht en bondgenoten en op eigen inzicht. Alles wat een wonder is ten opzich­te van dit volk is buiten hen om geschied, buiten hun wil om. Ze zijn met de stok naar hun eigen land gedreven. Als Hitler er niet geweest was zou dan de staat Israël in 1948 zijn ontstaan?

Moest dit alles niet geschieden omdat dit volk geen gees­telijk oor heeft? Nu zitten zij daar en de gehele oudtestamentische toestand herleeft, zonder dat men tot erkenning en herkenning van Jezus komt. Zo zit ook heel het volk Israël in de verdediging. Men is door vijanden omringd en dat is nooit de bedoeling geweest. Het volk van God moet vrede en rust hebben en moet een afstraling zijn van het geweldige feit dat het een bovennatuurlijke leider heeft. Ten tijde van Salomo zag men daar een voorbeeld van..

Het geestelijk Israël

Als tegenhanger zien wij in het geestelijk Israël – be­staande uit jood en heiden – dezelfde dingen. Ook daar voelt men zich arm en naakt en onrechtvaardig, De belijdenis dat men een arme zondaar is, wordt algemeen erkend en gewaardeerd. In deze belijdenis zit, zoals u wel begrijpt, de erkenning dat er nog geen vrede tussen God en deze mens be­staat. Men kruipt nog steeds tussen de bosjes weg om God niet te ontmoeten.

Toch spelen juist deze dingen zich af in die kringen waar men zeer godsdienstig is. Men gaat levenslang ter kerke maar tot zekerheid van het geloof komt men niet. Nu, juist voor deze mensen zal de krijgsbazuin geblazen moeten worden. Men zal tot hen moeten zeggen dat het de duivel gelukt is hun buiten het Koninkrijk der hemelen te gouden, door gebruik­making van vrome geesten en leugengeesten, die de leer van Jezus Christus verdraaien, waardoor deze geen uitwerking meer heeft.

Zij zullen gehoorzaam moeten worden en de appel van de boom des levens moeten eten, zoals die ons in Jezus Chris­tus gegeven is. Iedereen wil op zijn eigen wijze zalig worden, maar men komt al spoedig tot de ontdekking dat al­les blijft zoals men was. Jezus echter belooft aan een ie­der die in Hem gelooft op de wijze zoals de schrift zegt, dat hij een nieuwe schepping zal worden. Zie het oude is voorbij gegaan, het nieuwe is gekomen. Dan zal men in overéénstemming met Gods Woord gaan belijden dat men door dit geloof gerechtvaardigd wordt en dat men vrede met God ontvangt. Wij dan gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God, door onze Here Jezus Christus.

Er is maar een evangelie

Vrome geesten en leugenmachten die onze medemensen er onder houden, zullen aan de kaak gesteld moeten worden, dat wil zeggen openbaar gemaakt moeten worden. Wij zullen moe­ten terugkeren naar de leer der vaderen, de apostelen. Paulus zegt daarvan in (Gal. 01:06-10) dat er maar één evangelie is en dat een ieder die een ander evangelie brengt vervloekt is. (Gal. 01:09)- “Gelijk wij vroeger reeds gezegd hebben – zegt Paulus – zeg ik thans nog eens; Indien iemand een evangelie predikt, afwijkend van hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt.

Ook Jezus Zelf zei tegen Zijn discipelen: Leert hun dan onderhouden alles zoals Ik u het geboden (geleerd) heb. Hij was het vleesgeworden Woord en Hij openbaarde ons Gods wil. Daarom zullen wij dan ook in deze eindtijd moeten terugkeren naar het Woord van God en trouw gaan onderhouden alles wat Hij ons geboden heeft. Hij wil van ons geestelijke mensen maken. Mensen die weer horen en verstaan wat de wil des He­ren is. Uitgaande, goeddoende en genezende alles wat de dui­vel verminkt en verziekt heeft.

Naar de overwinning

Lauwe mensen zijn natuurlijke mensen. Zij geloven nergens in of zij moeten het eerst zien. Zij zijn als de tien ver­spieders in het land Kanaän. Zij zien in het beloofde land om zich heen en komen dan huilende tot de bekentenis dat het allemaal wel mooi is maar dat het nooit wat wordt. De mens is maar een sprinkhaan, een nietig wezen die alleen de boel maar kaal kan vreten. Hij is echter in zijn natuurlijk den­ken verblind, omdat hij in de veronderstelling verkeert dat hij het zelf moet doen.

Wij belijden echter, dat Jezus Zelf ons voorgaat. Hij is het Hoofd van Zijn volk. Hij is de Geestelijke Leider die Zijn volk naar de overwinning zal leiden.

Natuurlijke mensen zijn nooit extreem, zij drijven altijd met de stroom mee. Zij doen datgene wat de grote massa ook doet en zij willen geen weg gaan waarop zij door de Heer ge­heiligd zullen worden.

Herstel door Gods Geest

Geloof is geen inspanning, maar is Vertrouwen op Gods almacht. Gods Geest, de Geest van Jezus die Hem heeft op­gewekt, zal ook onze sterfelijke lichamen levend maken. Gods Geest geeft herstel. En als de mens weer gaaf is ge­worden krijgt hij een geestelijk lichaam. Dan zullen wij zijn zoals Hij is.

Het plan Gods is veel zonen tot heerlijkheid brengen. Dat is een leven, waard om te leven. Niet meer opgesloten in systemen en leringen van mensen, maar leven tot lof en eer van Zijn Haam.

Het nieuwe deeg

Hij verlangt naar de lof en dank van onze lippen, omdat Hij ons een nieuw leven heeft geschonken. Daarom, lezers en lezeressen, doet het oude zuurdesem uit uw midden weg en wordt een nieuw deeg. Handel en wandel zoals Hij het ons geleerd heeft en kom tot de daad. Geef antwoord aan Hem.,

Hij die u roept is getrouw, Hij zal het doen, want Hij is een Waarmaken van Zijn Woord.

Indien u vragen hebt, indien u gebed wenst, of indien u gedoopt wil worden, schrijf ons dan. Hij zal ons de weg openen, opdat al de wensen van uw hart vervuld zullen worden.

 

Het allerergste

Daniël, ons zoontje van zes, is de laatste tijd nog al bezig met het begrip “oorlog”.

Laatst op een morgen in de auto zei hij: “Papa, kan er vandaag wel oorlog komen?”.

Ik zei; “Dat zou niet te hopen zijn, oorlog is iets verschrikkelijks. Dat zou het allerergste zijn wat ons zou kunnen overkomen….”

Zijn reactie: “Dat is niet het allerergste…..Het allerergste zou zijn als de Here Jezus dood zou gaan!”.

Ja, daar staan wij nooit meer bij stil. Stel eens een moment voor dat dit zou gebeuren. In één seconde zou heel ons geloof wegvallen. We zouden geen houvast meer hebben…

Gelukkig weten wij dat zo iets niet mogelijk is. Hoe­veel te meer zullen wij Hem dankbaar moeten zijn, dat Hij leeft tot in alle eeuwigheid.’

Jezus ging eens de dood voor ons in…..

Maar Hij bleef niet in de dood.

Hij overwon de dood’

Toen Jezus stierf op Golgotha en het uitriep “Het is volbracht!”, werd satans macht verbroken. Hij werd ont­troond en overwonnen.

Schijnbaar had satan de overwinning behaald, maar in werkelijkheid was het de overwinning van God’

Want Jezus stond na drie dagen op uit de dood en nu leeft Hij tot in alle eeuwigheid….. en wij die in Hem ge­loven met Hem!

1975.03 nr. 156

Levend Geloof 1975.03 nr. 156

Twijfel nooit aan Jezus opstanding door Gert Jan Doornink

De Paas proclamatie.

Jezus leeft en wij met Hem! Dit is de “Paasproclamatie” van de Gemeente van Jezus Christus! In het hart van elk kind van God is de zekerheid dat Jezus leeft. Hij of zij is im­mers zelf het bewijs. Door te geloven in Christus heeft de levende Heer woning gemaakt in ons hart. Zijn Geest getuigt met onze geest dat wij kinderen Gods zijn.

De satan probeert op alle mogelijke wijze de aandacht van de levende Heer af te leiden. Hij heeft daarvoor allerlei pijlen op zijn boog.

Ieder jaar weer verschijnen er rond Pasen in allerlei bladen en tijdschriften artikelen waarin het verhaal van Je­zus’ lijden, kruisiging en opstanding wordt aangevallen. Zo­genaamde” exclusieve story’s” proberen de grootste gebeurtenis uit de geschiedenis een heel andere inhoud te geven en afbreuk te doen aan de waarheid. Het feit dat de verhalen elkaar tegenspreken is op zichzelf al een bewijs dat ze niet waar zijn.

Ook de theologische wetenschap probeert afbreuk te doen aan de werkelijke betekenis van Jezus’ overwinning op de dood. Zeker, men viert wel Goede Vrijdag en Pasen, maar de werkelijke kracht van Jezus’ opstanding en Zijn betekenis voor vandaag wordt verloochend.

Men heeft een afkeer van werkelijke openbaringen van de levende Heer. Als Christenen zich in gehoorzaamheid laten dopen door onderdompeling en gedoopt worden met de Heilige Geest, als de Geestesgaven gaan functioneren en er gelooft en gepredikt wordt dat Jezus ook nu nog bevrijdt en ge­neest, gaat er bij hen een rood lampje branden.

Zelfs in sommige Pinkster- en Volle Evangelie groepen en gemeenten zien we hoe in dit opzicht water in de wijn wordt gedaan.

Jezus is niet veranderd

In feite betekent het echter een twijfel aan de opstan­ding van Jezus! Immers, Hij is de onveranderlijke levende Heer! Wat Hij toen deed, wil Hij nu doen! “Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid”(Heb. 13:08).

De satan verheugt zich er over wanneer kinderen Gods gaan ’twijfelen aan de opstanding van Jezus! Hij weet dan dat zo’n broeder of zuster uitgeschakeld is als instrument in Gods hand

Ook al belijdt Hij nog wel met zijn mond dat Jezus gestorven en opgestaan is voor onze zonden, door zijn onge­hoorzaamheid getuigt hij van het tegendeel.

Jezus heeft gezegd: “Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil mijns vaders, die in de hemelen is” (Matt. 07:21).

De twijfel is een grote vijand

Waarom kennen vele kinderen Gods geen overwinning? Waarom ontvangen zij niet datgene waarvoor zij bidden? Is het niet daarom, dat zij meer twijfelen dan geloven?

De apostel Jacobus heeft het zo duidelijk gezegd, dat wij moeten bidden in geloof, “in geen enkel opzicht twijfelende, want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt. Want zulk een mens moet niet menen, dat hij iets van de Here ontvangen zal, innerlijk verdeeld als hij is, ongestadig op al zijn wegen”. (Jak. 01:06-08).

Geen twijfel, maar geloof’        

In deze eindtijd behoort de Gemeente van Jezus Christus een overwinnende gemeente te zijn. Jezus heeft op Golgotha bewezen dat Hij Overwinnaar is, dat Hij alle macht heeft in hemel en op aarde.

Daarom weg vrees, twijfel, angst! Weg depressies, moede­loosheid, ziekte! Wij zijn met Jezus méér dan overwinnaars, als wij niet twijfelen, maar geloven!

 

Van de redactie

Het was de bedoeling dat dit nummer van “Levend Geloof” voor Pasen zou verschijnen. Door bijzondere omstandigheden konden wij dit echter niet realiseren. Mijn vader is n.l. op 27 maart door de Heer Thuis gehaald.

U ontvangt dit nummer wat als verschijningsmaand “maart” heeft, eerst thans. Omdat “Levend Geloof” sinds september weer iedere maand is verschenen, leek het ons goed de regelmatige verschijning niet te onderbreken. Wij hopen de achterstand in de verschijning zo spoedig moge­lijk in te halen.

Het aprilnummer van “Levend Geloof” verschijnt over drie ‘weken.

 

Waaruit bestaat het evangelie door Jan W. Companjen

“Dezen heeft God ten derde dage opgewekt en heeft gegeven, dat Hij verscheen, niet aan het gehele volk, doch aan de getuigen, die door God tevoren gekozen waren, aan ons, die net Hem gegeten en gedronken hebben, nadat Hij uit de doden was opgestaan en Hij heeft ons geboden het volk te prediken en te be­tuigen, dat Hij het is, die door God is aan­gesteld tot rechter over levenden en doden. Van Hem getuigen alle profeten, dat een ie­der, die in Hem gelooft, vergeving van zon­den ontvangt door zijn naam.

Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, viel de Heilige Geest op allen, die het woord hoorden. En al de gelovigen uit de besnijde­nis, die met Petrus waren meegekomen, ston­den verbaasd, dat de gave van de Heilige Geest ook over de heidenen was uitgestort, want zij hoorden hen spreken in tongen en God grootmaken. Toen merkte Petrus op: Zou iemand het water kunnen weren, om deze te dopen, die evenals wij de Heilige Geest heb­ben ontvangen? En hij beval hen te dopen in de naam van Jezus Christus” (Hand. 10:40-48).

Duidelijke taal

In 1 Korinthiërs 15 lezen wij in de eerste vier verzen in duidelijke taal waaruit het evangelie van Jezus Christus bestaat. Paulus zegt daar; Houdt het vast zoals ik het u verkondigd heb, namelijk Christus is gestorven voor onze zonden en Hij is begraven en ten derde dage opgewekt naar de Schriften. Zo is er dan geen veroordeling meer voor hen die in Christus Jezus zijn. Zie hier enkele uitspraken van Pau­lus. De laatste zin kunnen wij vinden in (Rom. 08:01).

In dit artikel wil ik speciaal een woord richten tot die broeders en zusters die het moeilijk hebben met hun geloof. Zij worden veelal heen en weer geslingerd door allerlei wind van leer die van mensen komt. Van die leer zullen wij, in­dien wij willen groeien, afstand moeten nemen. Paulus zegt, op gezag van zijn Zender, dat Jezus Christus gestorven is voor onze zonden. Wie dit offer aanvaardt, heeft eeuwig le­ven.

Maar er volgt meer. Jezus is ook, volgens de Schriften, ten derde dage opgewekt. Bij die opwekking van Jezus begint ons opwekkingsleven.

De kern van de boodschap

De opwekking van Jezus, en dat Hij nu als onze Middelaar aan de rechterhand Gods zit, is de kern van de boodschap die wij door middel van “Levend Geloof” willen verspreiden.

Jezus is Heer en Hij bestuurt Zijn Lichaam, de Gemeente. Hij wil ons ook nu daar alles voor geven, zoals Hij dat ook in het begin deed en waarover ons in Handelingen 10 gesproken wordt.

De grote drempel voor velen is nog steeds Golgotha. Wat is daar voor u gebeurd? Ons antwoord moet dan zijn? Jezus stierf daar voor mijn zonden. Hij heeft het daar voor mij volbracht. Indien ons antwoord “ja” is, dan in dat spoor ook verder. Hij is opgewekt en Hij zal zich ook nu nog aan een ieder van ons openbaren.

Gods herstellingswerk

Lees nu het boven dit artikel staande Schriftgedeelte nog eens aandachtig over. Wij hoeven geen lange preken aan te horen, maar ja zeggen op Zijn Woord. Wij moeten wat Hij zegt, met ons gehele hart aanvaarden.

Indien wij dit doen zal ook van ons de Heilige Geest be­zit nemen en Zijn herstellingswerk in ons beginnen. God de Vader heeft Jezus als opgestane Heer aangesteld als Doper in de Heilige Geest. Hij is het die alle dingen hersteld. Hij is de grote Hersteller, die alle dingen nieuw wil ma­ken. Indien wij blijven steken bij Golgotha, zijn wij net als de Israëlieten in de woestijn. Een volk van God op weg naar het beloofde land, doch men komt niet verder als de woestijn waar het dor en dood is. Men moppert en zucht en men twijfelt er aan of men wel ooit het beloofde land binnen zal gaan.

Gehoorzaamheid gevraagd

Paulus zegt? Hij is opgestaan en Hij wil uw Heer en Mees­ter zijn en u dopen met Zijn Geest. Indien het goed is zal het ook nu zo moeten zijn, dat, terwijl u deze woorden leest, de Geest Gods u in bezit neemt. Begin er vandaag eens mee antwoord te geven, met uw hart, en te zeggen: Heer ik geloof, ik wil deelgenoot worden van Uw leven, en gehoor­zaam worden aan alles wat u van mij vraagt.

U kunt er zeker van zijn dat uw leven zal gaan, verande­ren, want Hij leeft en Hij zal Zijn kracht ook in u gaan openbaren. Hij wil niets liever, Hij wil Zijn kracht in uw zwakheid openbaren. Dan zult u al spoedig tot de ontdekking komen dat u geestelijk steeds meer ruggengraat krijgt en dat de duivel door u kan worden weerstaan, ook als die werkt door mensen die u tegen komt en die door allerlei vroom ge­praat het goede zaad willen wegpikken. Het zijn net raven, vertegenwoordigers van dood en verdoemenis.

Geen ander evangelie    

Weerstaat de duivel en hij zal van u vlieden. Gods Woord is de waarheid en niet dat wat de mens zegt als dit in dui­delijke tegenspraak is met hetgeen Paulus ons hier als het Evangelie van Jezus Christus doorgeeft.

In Galaten zegt Paulus het nog sterker. Daar zegt hij: Een ieder die een ander evangelie verkondigt, dan dat wij u verkondigd hebben, die is vervloekt. Zij die u dan ook in twijfel brengen moeten zich dan ook maar eens afvragen in wiens dienst zij staan. Zij zijn zonder meer een spreekbuis van de duivel, die niet wil dat mensen behouden worden.

Richt uw hoofden op want Gods Woord is de waarheid en wie op Hem zijn geloof bouwt, zal nimmer beschaamd uitkomen.

Indien u vragen hebt, wij willen u graag helpen. Wij ma­ken u geen lid van één of andere organisatie, maar wij brengen u in contact met de levende Heer, die wij persoon­lijk kennen. Zit u met de doop in de knoop, ook dat is een onderdeel van het geloof in Jezus, het is een getuigenis van een sterven en opstaan met Hem. Lees daar Romeinen 6 nog maar eens op na, ook dat woord is voor nu.

Jezus Christus is en blijft Dezelfde, bij Hem is geen zweem van ommekeer. Het is nu nog net als toen. Petrus en Paulus zouden ook heden ten dage dezelfde toespraak houden en op dezelfde wijze handelen. Zij waren mannen die handel­den in overeenstemming met hun Zender. Zij onderhielden al­les wat Hij hun geboden had.

Ook wij willen dat leven weer gaan uitdragen en ons ver­trouwen stellen op Hem die gezegd heeft; Indien gij Mijn Woord hoort en doet, dan hebt gij uw huis op de steenrots gebouwd. Die steenrots is Hij Zelf en op Hem willen wij hopen en vertrouwen, tot verheerlijking van Zijn Naam.

Slavernij of vrijheid door H. J. Glasbergen

Het Pascha in Egypte

De uittocht uit Egypte was een overwinning en bevrijding uit de slavernij voor het volk van God.. Dit volk werd door God geheiligd, apart gesteld in de woestijn. In dit door God geheiligde volk, waarin Hij zich zou verheerlijken, was geen plaats meer voor het oude zuurdeeg.

Zijn grote Naam zou bekend worden over de ganse aarde. Dit volk van slaven, de minste onder de bewoners van de aarde van die tijd, was geroepen in Abram tot een volk van priesters, een heilige natie. (Ex. 19:06).

De eerste liefde

“Het woord des Heren kwam tot mij: Ga, predik ten aanho­ren van Jeruzalem: Zo zegt de Here: Ik gedenk de genegen­heid van uw jeugd, de liefde van uw bruidstijd, toen gij Mij gevolgd waart in de woestijn, in onbezaaid land; geheiligd was Israël de Here, de eersteling zijner opbrengst; allen die daarvan wilden eten, zouden schuld op zich laden, on­heil zou over hen komen, luidt het woord des Heren”. (Jer. 02:01-03).

Mozes werd door God benoemd als leraar en leider. Voor hem was Henoch, Noach en Abram rechtvaardig en onberispe­lijk. De wet van God was in hun hart.

Dit was de reine, heilige gemeenschap die God bedoelt met de mens. Zo wil God alles schenken aan Zijn uitverkoren  volk, wat naar Zijn wil leeft. Zijn grote liefde gaat uit naar de mens, die geroofd is uit Zijn hand.

Dit volk, dat met God een volk van overwinnaars moest zijn, werd een volk van klagers en huilers, die zo nodig naar de vleespotten van Egypte terug wilde, naar de slaver­nij.

God was bij hun in wolk- en vuurkolom. Hij gaf water, brood en vlees; leven en overvloed. Maar zij maakten zich afgoden en verontreinigden zich telkens weer. Dit geslacht zou het beloofde land niet ingaan en in bezit nemen, door hun ongeloof en ongehoorzaamheid.

De wet

God gaf hun een wet in de woestijn, maar zij werden wetsovertreders. Een nieuw geslacht, van beneden de 20 jaar, ging het land in bezit nemen. Jozua was de nieuwe door God aangewezen leider. Het oude was voorbij, de woes­tijn lag achter hen. Zij hadden hun lessen geleerd, ten­minste. Zij mochten Kanaän in bezit nemen.

Gods trouw werd bevestigd in een groot wonder, de her­haling van de Schelfzee. De Jordaan komt droog te staan en het volk kan overtrekken. Priesters bij uitnemendheid stonden onbeweeglijk in de bedding van de rivier, de ark op hun schouders.

Ook het geknakte riet en de walmende vlaspit trokken mee. Gods opdracht was dit land volkomen te zuiveren van alle afgoderij, onreinheid en wetteloosheid.

Jericho

Jericho was de vuurproef voor het volk, om in volkomen gehoorzaamheid een stad in te nemen, met meters dikke mu­ren, in geloof dat God Zijn belofte waar zou maken.

Zes dagen uitgelachen, de zevende dag zevenmaal om de stad en met het geluid van de horens en gejuich van het volk vielen de muren. Zij namen de stad in bezit, het volk klom over de muren, recht voor zich uit, zonder elkander te hinderen, zonder kritiek.

Niet met huilen en boete doen storten de muren van het rijk der duisternis in, maar met een rein en geheiligd volk van priesters.

In Hem en uit Hem is de Bruidsgemeente mede’ overwinnaar. Als dit volk bijeen is, dan loven en jubelen zij in blijd­schap Zijn grote Naam. Huilen en jammeren hebben met zonde te maken. Jezus weende bij het graf van Lazarus, toen Hij zag wat satan Zijn vriend had aangedaan, ten dode toe.

Gideon

Gideon versloeg het grote leger van Midian en Amalek, met driehonderd man, gewapend met kruiken en hoornen. Zij juich­ten voor hun God – onze God – en het tienduizenden tellende grote leger werd vernietigd. In de natuurlijke wereld zou zoiets onmogelijk zijn.

Jezus weende toen Hij Jeruzalem zag, wat Hem verworpen had. Hij wist wat zou komen, omdat zij Gods tijd niet opge­merkt hadden.

Als het vlees bevredigd wordt, heeft God echter niets aan sentiment, emotie en wenen. Als wij roemen doen wij dat in Zijn Naam, in Zijn kracht. Paulus en Silas gingen in de kerker zingen en God prijzen, terwijl hun lichamen kapot geslagen waren en God deed een wonder tot bevrijding, maar ook tot verheerlijking van Zijn Naam.

De Bruidsgemeente is een feestgemeente. Zij heeft de sla­vernij de rug toegekeerd, haar wandel is in het licht, van alle smetten vrij.

Het juk is verbroken

Het juk is verbroken, de ketenen en banden zijn losge­maakt, de gevangenis is open. Als God Job onderwijst, zegt Hij: “Terwijl de morgensterren tezamen juichten, en al de zonen Gods jubelden”(Job 58:07)

Zij die nog onderdrukt worden door de zondemachten, moe­ten zich laten bevrijden; of zij hebben de zonde lief.

“Juicht de Here, breekt uit in gejubel” (Ps. 098:004). Dit is onze redelijke eredienst. “Mijn hart juicht in de Here”, (1 Sam. 02:15). Toen David de ark terughaalde, juichte en ju­belde hij en het gehele volk: God was weer in hun midden.

Waar God kan wonen met Zijn volmaaktheid, kan alleen feestvreugde zijn. Als wij wenen doen wij dat uit bewogen­heid met de ander, die Hem nog niet kent. Maar dit doen wij in de binnenkamer, zonder brede gebedsriemen.

Het Lam is geslacht

Komt laat ons feestvieren,, zegt Paulus. Er is ons een Lam geslacht. (1 Kor. 05:06-08). Het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt. Het Lam Gods dat waardig is de boekrol te openen. (Openb. 05:09-12). Het Lam dat geslacht is, is waardig te ontvangen de macht en de rijkdom, en de wijsheid en de sterkte, de eer, de heerlijkheid en de lof!

De verlosten staan voor Gods troon en juichen en jubelen met reine hemden omhoog. Geen dode vormendienst, geen tabernakelleer, geen enkele leer van mensen, geen slaven van de zonde, geen organisatie of federatie, maar de hoge weg met Jezus Christus, die de minste is geworden, en wij met Hem.

Wij zijn geroepen elkander in liefde te verdragen, in één lichaam, één Here, één geloof, één doop, één God en Va­der van allen, die is boven allen, door allen en in allen. (Ef. 04:01-16). Wij hebben niets meer met een leer en invloed van mensen te maken, maar zijn door God geleerd.

Verblijd u!

Verblijd u ten alle tijde, in de Here.’ Wij hebben een blijde boodschap van reinheid en waarheid. Mensen en dieren die aards gericht zijn, lopen met hun hoofd omlaag. Het volk van God loopt met het hoofd omhoog, vandaar is zijn verwachting. Hoe groot wij ook van God mogen denken, Hij is groter. Wij zijn met God verzoend door het bloed van Je­zus Christus, het volmaakte offer. Hij zegt dat onze zonde en schuld vergeven, maar ook vergeten zijn. Hij zegt: Ziet niet achterom, weent niet. Ik leef en gij zult leven, tot eer en glorie van Zijn Naam!

Wij zijn gezanten van Christus, een nieuwe schepping. Wij functioneren in het Koninkrijk Gods. Het Koninkrijk Gods bestaat uit gerechtigheid, liefde, blijdschap en vre­de .

Liefde is een veel misbruikt woord en wordt in veel kringen niet meer gebruikt. Maar zonder de liefde van Chris­tus is het evangelie dood.

De bruiloft des Lams

In (Openb. 19:06-10) wordt gesproken over de bruiloft des Lams. Het is Gods wil dat Zijn huls vol wordt. Hij geeft Zijn dienstknechten opdracht uit te trekken naar de wegen, ste­den en dorpen.

Dit is de Bruidsgemeente van de eindtijd, de werkers van het laatste uur, die hun eerste liefde niet verzaken. Zalig zij die genodigd zijn! “Laten wij blij zijn en vreugde bedrijven en Hem de eer geven, want de bruiloft des Lams is gekomen en zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt; en haar is gegeven zich met blinkend en smetteloos fijn linnen te kle­den, want dit fijne linnen zijn de rechtvaardige daden der heiligen” (Openb. 19:07-08).

Wij staan niet aan de klaagmuur, maar roemen in Hem. Veel mensen spreken over zichzelf nogal tevreden. Maar een gehoorzaam kind van God is niet tevreden over zichzelf, die weet dat er bij God altijd meer is om uit te delen, niet voor zelfgebruik.

Het Koninkrijk Gods is niet iets geheimzinnigs, iets duisters, integendeel. Het is simpel en eenvoudig voor een kind te begrijpen. Maar je moet wel een kind willen worden. Het eenvoudigste middel is wel dit: Met Paulus te zeggen: Alles schade te achten om Hem – Jezus – te kennen.

Jezus vond zichzelf ook niet zo belangrijk. In Hem was een brandende begeerte de wil van Zijn Vader te doen. Hij zegt: Als Ik roem, dan wil Ik Mijn Vader eren.

Als wij zullen roemen, zullen wij roemen in Jezus Chris­tus. “Niet gij hebt Mij, maar Ik heb u uitgekozen en u aan­gewezen”. Dit is het Pasen wat wij mogen vieren. Hij is op­gestaan en is aan de rechterhand van de Vader. Hij leeft en wij met Hem. Halleluja!

Zingt de Here een nieuw lied; Zijn lof in de gemeente der vromen. Looft God in Zijn heiligdom, in de gemeente. Alles wat adem heeft, love de Here! Halleluja! (Ps. 150:001-006).

 

Meditatie bij het kruis door Judith Jacobs (gedicht)

“Hosanna”, had men luid geroepen –

En kleed’ren voor Hem uitgespreid;

Guirlandes hadden zij gevlochten,

Luid-juub’lend werd Zijn komst bereid.

 

“Grijp Hem”, klonk in de “hof van lijden”

In keet’nen werd Hij weggebracht;

Pilatus kon aan Hem niets vinden,

Toch moest Hij als een lam geslacht.

 

“Kruis Hem”, de kreet sloeg dankbaar over,

Het vonnis was toen gauw geveld;

Een doornenkroon, om ’t hoofd gewonden,

Zo werd God’s Zoon ten toon gesteld.

 

O Christus, bij Uw kruis gekomen,

Kan ik slechts knielen aan Uw voet;

Hoe zal ik ooit Uw liefd’ doorgronden,

De prijs van Uw vergoten bloed.

(Mark. 11:09; Mark. 14:44; Mark. 15:14)-

 

Hoe staat het met de gemeenten door J. Noë

Geliefde lezers! Dit is een belangrijk onderwerp.’

Hoe staat het met de verschillende gemeenten heden ten dage?

Op welk geestelijk niveau staan zij?

Is er werkelijk een geestelijke groei te be­speuren?

Is er een fijn contact tussen de leden onder­ling?

Is de vrucht van de Geest, liefde, blijdschap, vriendelijkheid, zachtmoedigheid, enz. merk­baar?

Functioneren de geestelijke gaven, zoals tongentaal, profetieën, openbaringen, bevrijdingen, genezingen, enz.)?

Of is het zo, dat van dit alles weinig of niets meer te bespeuren is, doordat de Heilige Geest is bedroefd en Hij zich niet kan ontplooien, met alle gevolgen van dien en ve­len zwak en ziek zijn en zelfs daardoor sterven, 1 Korinthe 11?

In verband hiermede wil ik u attent maken op gedeelten uit de Openbaring van Johannes, n.l. uit hoofdstuk 3 (brief aan Sardes en Laodicéa).

Aan Sardes;

(Openb. 03:01) “Dit zegt, Jezus, die de zeven Geesten Gods, Heilige Geest en de zeven sterren, engelen der gemeenten, heeft”. Ik weet uw werken, dat gij de naam hebt, dat gij leeft, maar gij zijt dood”.

Aan Laodicéa”.

(Openb. 03:15-16) “Dit zegt de Amen, de getrouwe en waarachti­ge getuige getuige, het begin der schepping Gods, Jezus; Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet. Waart gij maar koud of heet! Zo dan, omdat gij lauw zijt en noch heet, noch koud, zal Ik u uit mijn mond spu­wen”.

Nu, u ziet wel, Jezus windt er geen doekjes om, dit zijn rake woorden. In beide gemeenten is er heel wat, dat abso­luut fout is. Men trachtte door allerlei uiterlijke dingen de indruk te wekken dat het wel in orde is, maar het is slechts schijn. Schijnheiligheid. Men is goed begonnen, maar zo langzamerhand is men afgegleden en hebben de wer­kingen van het vlees weer de overhand gekregen.

Dat kan dus zijns ongeloof, ongehoorzaamheid, geestelij­ke hoogmoed, verkeerde leringen, onverdraagzaamheid, lief­deloosheid, afgunst, kwaadsprekerij, onreinheid, overspel, bedrog, wereldgelijkvormigheid, occultisme, enz.

Tweeërlei fundament

Jezus zegt in Matthéüs 7 en Lucas 6 in “Tweeërlei fundament:

“Wat noemt gij Mij Here, Here, en doet niet wat Ik zeg? Een ieder, die tot Mij komt en mijn woorden hoort en ze doet, Ik zal u to­nen wien hij gelijk is. Hij is gelijk aan iemand, die bij het bouwen van een huis diep gegraven en het fundament op de rots gelegd heeft. Toen een watervloed kwam en de stroom tegen dat huis aansloeg, kon hij het niet aan het wankelen brengen, omdat

 

het goed gebouwd was. Doch wie hoort en het niet doet, is gelijk aan iemand, die een huis op de grond bouwt zonder fundament. Toen de stroom daar tegenaan sloeg, stortte het ter­stond in en het huis werd één grote bouwval”.

Zie verder ook de Bergrede van Jezus in (Matteus 5, 6 en 7)

Paulus zegt in (Rom. 12:02):

“En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt onderkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene”

Verder waarschuwt Paulus in 1 Korinthe 5, grove zonden in de gemeente.

“Uw roem deugt niet. Weet gij niet, dat een weinig zuurdeeg het gehele deeg zuur maakt? Doet het oude zuurdeeg weg, opdat gij een vers deeg moogt zijn; gij zijt immers ongezuurd. Want ook ons paaslam is geslacht: Christus. Laten wij derhalve feest vieren, niet met oud zuurdeeg, noch met zuurdeeg van slechtheid en boosheid, maar met het ongezuurde brood van reinheid en waarheid”.

Verder waarschuwe’ Paulus, o.a. in Timótheüs, en Petrus ernstig voor de dwaal leraars.

Och broeders en zusters, laten alle bovenstaande woorden goed tot ons doordringen. Paulus zegt tegen de Galaten; “Och onverstandige Galaten, gij zijt begonnen in de Geest, ein­digt gij nu in het vlees?”.

Laten wij ons dus voor alles, in het bijzonder wat de leer betreft, onder de leiding van de Heilige Geest stellen. Denk er om, satans zal alles proberen om de gemeenten ten val te brengen. Hij mobiliseert daarvoor zijn hele strijd­macht en wetende waar de zwakke plekken van de gemeenten en van ieder lid . afzonderlijk zitten, zal hij daar al zijn aanvallen op richten

Dus als er in de gemeente iets niet in orde is, wordt wakker, onderzoek waar de fout(en) is (zijn)en werpt het oude zuurdeeg en het zuurdeeg van slechtheid en boosheid er uit. Jezus zegt in vers 2 en 3 van de brief aan Sardes: “Wees wakker en versterk’ het overige, dat dreigde te sterven, want Ik heb geen van uw werken vol bevonden voor mijn God. Bedenk dan, hoe gij het ontvangen en gehoord hebt, en bewaar het en bekeer u. Indien gij dan niet wakker wordt, zal Ik komen als een dief en gij zult niet weten, op welk uur Ik u zal overvallen”.

Jezus gaat door met Zijn ernstige waarschuwingen. Houd vast wat gij ontvangen on gehoord hebt en bewaar het. Weersta dus de boze in geloof en hij zal van u vlieden. Als wij dat niet doen, komen wij zeer zeker in de duister­nis terecht. Denk ook arm de gelijkenis van de wijze en de dwaze maagden.

In Epheziërs 5 geeft Paulus de gemeente de nodige ver­maningen. Hij zegt o.a. in (Ef. 05:05-06):

“Hiervan moet gij doordrongen zijn, dat in geen geval een hoereerder, onreine of geld­gierige, dat is een afgodendienaar, erfdeel heeft in het Koninkrijk van Christus en God. Laat niemand u misleiden met drogredenen, want door zulke dingen komt de toorn Gods over de kinderen der ongehoorzaamheid”.

Verder lezen wij in vers 7 t/m 12 o.a.:

“Wandelt als kinderen des lichts, toetst wat de Heer welbehaaglijk is en neemt geen deel aan de onvruchtbare werken der duisternis, maar ontmaskert ze veeleer”.

En in vers 14 en 15:

“Daarom heet het: ontwaak, gij die slaapt en sta op uit de doden en Christus zal over u lichten”.

In vers 15

“Ziet dus nauwlettend toe, hoe gij wandelt”.

Vers 17: “Tracht te verstaan, wat de wil des Heren is”. Enz.

In de gemeente van Sardes waren gelukkig nog enkele personen die hun klederen niet hadden bezoedeld en Jezus zegt: “Zij zullen met Mij in witte klederen wandelen omdat zij het waardig zijn”. Wat kunnen de gemeenten heden ten dage hierop zeggen?

Wat de gemeente van Laodicéa betreft, zegt Jezus in de verzen 17 tot en met 20:

“Omdat gij zegt: Ik ben rijk en ik heb mij verrijkt en heb aan niets gebrek, en gij weet niet, dat gij zijt de ellendige en jammerlijke en arme en blinde en naakte, raad Ik u aan van Mij te kopen goud, dat in het vuur gelouterd is, opdat gij rijk moogt worden, en witte kle­deren, opdat gij die aandoet en de schande u- wer naaktheid niet zichtbaar worde,” en ogen- zalf om uw oogleden te bestrijken, opdat gij zien moogt. Allen, die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig Ik5 wees dan ijverig en bekeer u. Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien ie­mand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal “bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij”.

Gods wil: Een overwinnende gemeente

De gemeente verbeeldt zich op geestelijk gebied heel wat te kunnen presteren, maar in feite is ze geestelijk zeer zwak. Als de beproevingen komen, blijkt hun geloof nog zeer wankel te zijn en zijn zij niet bestand tegen de aanvallen van de duistere machten. Jezus raadt hen aan bij Hem goud te kopen, dat in het vuur gelouterd is, “opdat gij rijk moogt worden”. Bij goud dat gelouterd is, is al het vuil er uit. Bit slaat op het geloof, dat door het vuur der beproe­vingen gelouterd en krachtig gemaakt wordt, waardoor men in staat is iedere aanval van satan en zijn trawanten te weer­staan. Petrus zegt ook in zijn eerste brief, (1 Petr. 01:06):

“Verheugt u daarin, ook al wordt gij thans, indien het moet zijn, voor korte tijd door al­lerlei verzoekingen bedroefd, opdat de echt­heid van uw geloof, kostbaarder dan verganke­lijk goud, dat door vuur beproefd wordt, tot lof en heerlijkheid en eer blijke te zijn bij de openbaring van Jezus Christus”.

Wij worden geestelijk getuchtigd, omdat de Heer ons liefheeft, (lees ook Hebreeën 12) en ons wil brengen op het geestelijk niveau waar Hij ons hebben n.l., namelijk: Hij wil een gemeente die onberispelijk is, zonder vlek of rim­pel. Hij klopt bij ons aan de deur van ons hart en als wij de deur openen en ons geheel aan Hem overgeven, wil Hij in ons komen wonen en maaltijd met ons houden, lees ook Psalm 23.

Jezus zegt in (Joh. 14:23):

“Indien iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren en mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem konen en bij hem wonen”.

U ziet, dit zijn andere woorden, maar ze hebben dezelfde betekenis. Hoe wonderbaar!

Nu komen we aan het geweldige slot van de beide brieven.

Aan Sardes:

“Wie overwint, zal aldus bekleed worden met witte klederen? en Ik zal zijn naam geenszins uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor mijn Vader en voor zijn engelen” (Openb. 03:05)-

Aan Laodicéa:

“Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, gelijk ook Ik heb over­wonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon”. (Openb. 05:21).

Lieve lezers, is het niet groots en machtig wat de Heer ons beloofd als wij volharden en overwinnen in de strijd tegen de machten der duisternis,,

Dat kunnen wij nooit uit ons zelf, maar daartoe zijn wij alleen in staat door, in en met Jezus Christus, de grote Overwinnaar, die alle macht heeft in hemel en op aarde. Halleluja!

“Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt!’.”

 

De Bijbel (6)

De Bijbel is een getrouw Woord en waard om aangenomen te worden. Waard om gelezen te worden en daardoor tot geloof te konen. Want het geloof komt door het horen; prediking.

Onderzoeken is zelf lezen, of met anderen samen. Hoe neer we onderzoeken, hoe wijzer we worden. Allerwege wordt kennis verzameld. Neem de wetenschap, sterrenkunde, bijvoor­beeld. Er worden steeds meer sterren ontdekt en wondere banen en standen in die oneindige ruimte.

Zo is het met de Bijbel ook, hoe meer we zoeken, hoe meer we vinden. De Bijbel is de schatkamer van God. De Bij­bel zegt: Van klein tot groot zullen ze God kennen. En de kennis des Heren zal de aarde bedekken, zoals de zee haar bodem bedekt.

Laten we elkaar aansporen om te horen, te lezen, te onderzoeken, te zoeken en te vinden. Jezus zegt: Wie zoekt, vindt? wie bidt, ontvangt; wie klopt, zal opengedaan worden.i

Neem de Psalmen, neem de Spreuken, wat een kostbare opstapeling van edelstenen uit de schatkamer van de Schepper van hemel en aarde. Neem de evangeliën, de Handelingen der apostelen, de brieven, enz.

Maar bovenal: Neem Jezus op Zijn Woord en doe alles, zei Maria, doe alles wat Hij zegt.

“Komt laat ons jubelen voor de Here, juichen ter ere van de rots onzes heils. Laat ons met lofzang voor Zijn aangezicht komen, ter ere van Hem juichen bij snarenspel. Want de Here is een groot God, een groot Koning boven alle góden. Treedt toe, laten we ons buigen, knielen voor de Here onze Maker, Want Hij is onze God, en wij zijn het volk dat Hij weidt, de schapen Zijner hand…..Och, of gij heden naar Zijn stem wilt horen!”

1975.02 nr. 155

Levend geloof 1975.02 nr. 155

Wat doen wij met ons geloof door Gert Jan Doornink

Er zijn veel kinderen Gods die het geloof als iets abstracts, iets onwezenlijks beschouwen. “Je hebt het of je hebt, het niet”, is hun redenering. Zeker, ze geloven wel in het bestaan, van God en als kind van God weten ze dat zij door te geloven in het volbrachte werk van Jezus Christus behouden zijn.

Dit “behouden zijn” houdt dan in een geloof in de eeuwig­heid, die echter pas bij de dood begint. Terwijl de Bijbel zegt, ‘dat “behouden zijn” veel meer inhoudt. Iemand die Je­zus aanvaardt, wordt een nieuwe ‘schepping, het nieuwe leven wat hij van Christus ontvangen heeft, begint te groeien om uiteindelijk tot volle wasdom te komen.

“Daarom houdt geloven niet op, zodra wij Jezus hebben aan­genomen, ” maar dan begint het eigenlijk pas. De Heer vraagt een dagelijks geloofsleven. Paulus drukt het zo uit in (Gal. 02:20): “Voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God”.

Geloven is onontbeerlijk voor onze geestelijke groei en is naar de wil van God, want zonder geloof is het onmogelijk God welgevallig te zijn (Heb. 11:06).

Paulus schrijft aan de Gemeente te Rome over de mate van geloof, dat God elkeen in het bijzonder heeft toebedeeld. (Rom. 12:03). Geloof is een geschenk ven God! (Ef. 02:08).

Hebt u de Heer wel eens gedankt voor dit kostbare ge­schenk? Of hebt u het, bij wijze van spreken, zo maar in de kast gelegd, zonder er naar om te zien?

Gód heeft Zijn kinderen in Zijn grote liefde niet zo maar geloof gegeven. We zullen het moeten gebruiken. Hij wil dat we ten volle zullen functioneren in Zijn plan.

Dit plan omvat deze woorden: “Wees Mijn getuige! Maak door woord en daad, bekend dat Ik gekomen ben om leven en overvloed te brengen, dat Ik gekomen ben on satans macht te verbreken en on de mensen werkelijk gelukkig te maken!”

Als wij een getuige van Hem zijn, ontdekken wij al spoe­dig dat dit onmogelijk kan zonder geloof. God vraagt dage­lijks dingen van ons, die we ónmogelijk zouden kunnen doen als we op de omstandigheden zien.

De vijand haat het als een kind van God een functione­rend geloofsleven heeft. Hij probeert hem hiervan af te brengen door aanvallen van vrees, twijfel, ongeloof, etc.

Maar een kind van God met een werkzaam geloof, laat zich niet intimideren, maar klemt zich vast aan Gods beloften!

We spreken over een functionerend en over een werkzaam geloof. Maar dit zou in feite overbodig moeten zijn, want “geloof” op zichzelf drukt reeds “actie”, “beweging” uit.

Helaas doen velen niets net hun geloof. De apostel Jakobus maakt daarom een duidelijk onderscheid tussen een dood en een levend geloof.

Als wij de grote nood rondom ons zien, zou er veel neer geloofsbeleving moeten zijn. Ondanks alle materiële wel- vaart is de geestelijke nood en verwarring ontstellend groot. De duivel maakt hier een handig gebruik van en steeds neer mensen raken vaster in zijn greep .dan ooit te­voren .

Als u echter een kind van God bent die zich volledig in wil zetten voor de zaak van Honing Jezus, wees dan een gelovige in de werkelijke betekenis van het woord!

De weg van geloof gaan betekent vaak een eenzame weg. Een niet begrepen of niet geaccepteerd worden door mede­broeders en zusters die deze weg niet willen gaan. Toch is het deze weg, die wij als eindtijdchristen behoren te gaan, wil God Zijn doel net ons leven bereiken.

 

Storm op zee door Judith Jacobs (gedicht)                                     

“Wat voor Iemand is deze, dat ook de winden en de zee Hem gehoorzaam zijn?” (Matt. 08:27).

Een storm steekt op, de wolken jagen;

De hemel ziet er dreigend uit.

’t Is angstig, want de wind wordt sterker,

En onheilspellend klinkt ’t geluid.

 

Mijn kleine boot danst op de golven,

Lang overleven zal zij ’t niet;

Eén ding kan ‘k doen: de Meester wekken,

Hij slaapt zo vast, Hij weet het niet

 

“Ach Here, kom toch snel ter hulpe,

Merkt Gij het niet dat wij vergaan?

Hoe kunt Ge in deez’ ure sluim’ren,

Het water zal dra binnenslaan”.

 

“Mijn kind, te midden van de ruwe baren,

Ben Ik in nood en zorg nabij;

Vrees niet, Ik zal het voor u klaren,

Mijn hand regeert het levenstij”.

 

De hoop en het geloof door J Noë

“De God nu der hope vervulde u met lou­ter vreugde en vrede in uw geloof, om: overvloedig te zijn in de hoop, door; de kracht des Heiligen Geestes”.

(Rom. 15:13);

Geliefde lezers! In aansluiting op mijn vorig artikel: “De  ware medearbeiders Gods”, wil ik het nu hebben over de hoop, die wij als kinderen Gods moeten hebben. Dit is een uitermate belangrijk onderwerp, omdat de hoop onverbrekelijk verbonden is met het geloof, zoals dat in bovenstaande machtige tekst ook wordt benadrukt.

Als je niet gelooft, of niet geloven wilt, is het van­zelfsprekend dat je niet kunt verwachten dat God Zijn Woord en beloften aan je waar zal maken. God doet dit wel aan diegenen die met een oprecht en gelovig hart tot Hem komen… Alle beloften Gods zijn in Christus ja en amen!

Bidden met twijfel in je hart is in feite een belediging’ voor God. Het is een gebrek aan vertrouwen in Hem en hier­mede bedroeven wij Hem. Dit komt nog al eens voor, o.a. bij genezing van ziekten of bij problemen, moeilijkheden of andere noden op allerlei gebied, terwijl Zijn Woord toch dui­delijk zegt dat Hij al onze krankheden in Jezus Christus zal genezen en Hij in al onze noden naar Zijn rijkdom heerlijk zal voorzien in Christus Jezus.

Als je de mensen hierop attent maakt zeggen ze ‘dikwijls: Ik geloof wel, maar….. en dan krijg je een heel relaas. Hen tracht naar, eigen goeddunken een oplossing te vinden met alle gevolgen van dien

Bij God bestaat in dit verband geen ‘maar’, Hij wil ons gehele vertrouwen in Hem, waardoor Hij Zijn Woord ‘gestand’ kan doen en Zijn Heerlijkheid in ons kan openbaren.

In het begin van ons geestelijk leven is ons geestelijk niveau echter nog niet zo hoog.. God reikt dan altijd ons Zijn behulpzame hand als Hij ziet dat ons hart volkomen naar Hem uitgaat.

(Heb. 11:01) zegt: “Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet”.

En Paulus schrijft in (Rom. 8:24):

“Maar hoop, die gezien wordt, is geen hoop, want hoe zal men hopen op hetgeen men ziet? Indien wij echter hopen op hetgeen wij niet zien, verwachten wij het met volharding”.

Dit is waar het op aankomt: Volharden in geloof, met de zekerheid in je hart, dat je ontvangen zult dé dingen waar­voor je bidt (mits je bidt naar Zijn wil) en waarop je hoopt onwankelbaar vasthoudende aan Zijn woord. “Mij geschiedde naar uw woord!!.”

(Heb. 10:23) zegt: “Laten wij de belijdenis van hetgeen wij hopen onwankelbaar vasthouden, want Hij, die beloofd heeft, is getrouw”.

Houdt deze woorden voor ogen, als de machten der duis­ternis op je afstormen in je lichaam, of door allerlei andere omstandigheden, om je je geloof te ontnemen. Door de kracht van de Heilige Geest worden we in staat
gesteld te volharden en de duistere machten te weerstaan en kunnen we die diepte en rijkdom verstaan van de woorden van de tekst die in het begin van dit artikel vermeld staat

Paulus zegt in (Rom. 05:03-05) “Maar wij roemen ook in de verdrukkingen, daar wij weten, dat de verdrukking volharding uitwerkt, en de volharding beproefdheid en de beproefdheid hoop, en de hoop maakt niet beschaamd, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest”.

Geliefde lezers, laten deze woorden in uw hart gegrift staan, wat u ook overkomt. Wandel in het geloof en niet in aanschouwen, hoe moeilijk het soms ook mocht zijn. Laten de ogen gericht zijn op Jezus, in wie God alle dingen schenkt.

Ik eindig nu met de volgende teksten uit hoofdstuk 1 van de brief van Jacobus. (Jak. 01:02-04) “Houdt het voor enkel vreugde, mijn broeders, Wanneer gij in velerlei verzoekingen valt, want gij weet, dat de beproefdheid van uw ge­loof volharding uitwerkt. Maar die volharding moet volkomen doorwerken, zodat gij volkomen en onberispelijk zijt en in niets te kort schiet”.

(Jak. 01:12) “Zalig is de man, die in verzoeking volhardt, want, wanneer hij de proef heeft doorstaan, zal hij de kroon des levens ontvangen, die Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben”.

God zegene u allen!

 

De volle waarheid door H. J. Glasbergen

Het eerste geslacht

God schiep de mens naar Zijn beeld. Als man en vrouw schiep Hij hen. En God zegende hen en sprak: Weest vruchtbaar en wordt talrijk, vervult de aarde en onderwerpt haar.

Hij gaf de mens een wil, opdat hij God zou behagen, naar Zijn wil en Hij in liefde en heerlijkheid zich zou verlusti­gen in Zijn volmaakte schepping: de mens.

Er was reinheid, heiligheid en vrede, volmaaktheid en le­ven en overvloed. Er was een boom des levens en een boom van kennis van goed en kwaad.

Alles wat het oog zag, was hun geschonken door God. Al­leen van’ één boon mochten zij niet eten, de boom van kennis van goed en kwaad.

Toen kwam de duivel, die hun onderworpen was en verleidde Eva willens en wetens tot ongehoorzaamheid. En Eva gaf haar man, Adam, te eten van deze verboden vrucht. Het excuus van Eva: “De slang heeft mij verleid” en Adam- “De vrouw heeft mij verleid”, was een leugen, want zij wisten wat zij deden.

Het excuus is er altijd

Maar God verwerpt deze verontschuldigingen, met de woorden van Jezus: Zij hebben Mijn Woord en het Woord is bij hen en woont bij ons of in ons.

De heilige gemeenschap was verbroken. God kan geen ge­meenschap hebben met de duisternis. De duivel wordt ver­vloekt, dus dit hoeft niet meer. Zie de mens is geworden als Onzer, kennende goed en kwaad. Laat hij ook niet van de boom des levens eten, zodat hij in eeuwigheid zou leven.

En God zond hén weg en stelde de cherubs met het vlammen­de zwaard voor de ingang van het paradijs. Er was een schei­ding gekomen tussen God en de mens. God werd gehoond en be­spot door de nachten der duisternis, zij die uit de hemelen zijn geworpen.

De eerste moord

De eerstgeborene van Adam en Eva liet zich verleiden bewust zijn broeder Abel te doden, ondanks dat God hen waarschuwde dat dit de begeerte was van de duivel.

En dit geslacht verspreidde zich over de aarde. De reu­zen uit de voortijd waren de hekkensluiters van het bederf. God zag dit boosaardig geslacht en zei: Ik ga al waar een levensgeest in is verderven. Henoch was een vriend van God en Hij nam hem op. Toen de Here zag dat de boosheid van de mensen groot was op aarde, en al wat het voortbracht slechts boosheid en afgodendienst was, en vol geweldenarij, berouwde het Hem dat Hij de mens gemaakt had.

God zocht een rechtvaardige

Hij zag Noach, deze was rechtvaardig en onberispelijk in zijn wandel. Noach wandelde met God en Hij maakte hem Zijn plannen bekend: Ik zal de mensen van de aardbodem uitroei­en en reinigen met water. Het gehele huis van Noach werd behouden in één rechtvaardige.

Toen de ark klaar was, sprak de Here tot Noach; Ga in de ark, gij en uw gehele huis, want Ik heb uw geslacht voor Mijn aangezicht rechtvaardig bevonden

Na de zondvloed, waardoor Zijn eigen schepping vernietigd werd en het Hem smartte in Zijn hart, sprak God tot Noach en zijn zonen: Weest vruchtbaar en talrijk en vervult de aarde en Hij zegende hen.

Noach bouwde God een altaar en offerde Hem een rein offer; “mens en dier was rein”, en de mens leefde in gemeen­schap met God.

Het tweede geslacht

En weer wordt bewust de heilige, reine gemeenschap met God verbroken door Cham, de zoon van Noach, hij bespotte zijn vader, Een vloek van Noach over Cham was weer de grote val, De geslachten van de zonen van Noach verdeelden zich op aarde.

De aarde nu, met heel zijn bevolking, was één van taal en spraak en had gemeenschap met de afgoden.” Laat ons een toren bouwen in een stad tot de hemel en laten wij ons een naam maken, opdat wij niet over de aarde verstrooid worden.

Dit tweede geslacht was volkomen van God vervreemd en leefde in gemeenschap net de afgoden. De mens wilde als God zijn en zocht macht in de astrologie: Het staat in de ster­ren, de wekelijkse horoscoop is zo oud als de mensheid. Maar God maakte hun kennis tot dwaasheid.

Spraakverwarring, toen en nu

Ook op geestelijk gebied is er spraakverwarring. God ver­breekt alle plannen van de mensen die eigen eer zoeken.

Hij verstrooit hen over de aarde. Een ieder schept zich een god en past die in een eigen leer, gevolg: verwarring met een verduisterd verstand en levende slavernij der zonde,

In alle vormen maken de mensen zich góden, van goud en zilver, ijzer en steen, van hout en papier, zon, maan en sterren en dragen het teken van hun god als sieraad.

Gods ogen zoeken weer een rechtvaardige in dit boosaar­dig, menselijk geslacht en vindt Abram uit Ur der Chaldee­ën. God zegt togen Abram: Ik zal u een land wijzen en u ze­genen en u tot een groot volk maken. Wat een genade en ge­duld van God, maar ook wat een smart.

Uit Abram zal een volk gebouwd worden, uit de belofte aan Sara en Abram geboren, dat is het nieuwe plan van God. onder Zijn supervisie zal er een volk, komen, wat Hem zal verheerlijken, wat Gods doel is met Zijn schepping. Hij zal in alles voorzien, een land van leven en overvloed. Dit moet een volk worden Gode ten eigendom, een heilige natie. Exodus 19. (1 Petr. 02:09) vrij van alle afgoden, van elke smet zal God wonen en Zich verheerlijken in Zijn nieuwe schepping.

De belofte aan Abram en Sara wordt bewaarheid, Isaak wordt geboren, ondanks hun ongeloof. Sara heeft zelfs eerst Abram verleid net Hagar, de slavin. Uit Isaak wordt Ezau en Jacob geboren, uit Jacob Israël.

Jacob worstelde met God

“Ik laat u niet los, tenzij Gij mij zegent, want ik heb God gezien”‘. (Pniël). Uit Jacob wordt Israël geboren, met de twaalf zonen en later stammen, die Gods uitverkoren volk zal zijn, temidden van een krom en verdraaid geslacht, dat leefde met de afgoden.

Door ongerechtigheid van de zonen van Jacob valt ook dit geslacht en brengt de schande over het huis Gods. Door ongehoorzaamheid en ongeloof.

Na vierhonderd jaar slavernij zoekt God weer een rechtvaardige, die Hij vindt in Mozes, een rechtvaardig, maar weerbarstig mens, die eerst hervormd moest worden bij de schapen. Dan gaat God dit volk uit de slavernij verlossen uit een land en volk van afgodendienaars, Egypte, die Gods volk vernederde en martelde.

God hoorde hun gejammer, En Mozes mag dit volk na Pascha uitleiden uit de slavernij in vrijheid, naar het beloofde land. Al de volken die de aarde bewonen hebben hun god, naar hun denken gevormd. Maar Israël heeft een levende God, de God van Abram, Isaak en Jacob, die hun zal leiden naar

het beloofde land van vrijheid en nieuw leven. Dit uitverko­ren volk vervalt weer door ongehoorzaamheid en ongeloof in de machten der duisternis en ze sterven voor hun tijd. Ze worden verantwoordelijk gesteld voor hun daden boven twin­tig jaar.

De natuurlijke mens moet bij zijn geloof in God altijd iets zichtbaars hebben, zij scheppen zich afgoden naar hun voorstellingsvermogen. Goud, ijzer, zilver, steen, hout, nu ook papier, moet dan hun geloof opjutten en bevestigen.

Ondanks de geboden Gods: geen gesneden beeld, nog ‘enige’ gelijkenis (Deut. 04:15-20), maakten de joden zich afgoden van goud, of van iets dat zij zich voorstelden in hun ver­ward denken hoe God zal zijn.

De mens is aards gebonden en maakt in zijn denken een god naar wat in hen is. God is echter Geest, en wie Hen aan­bidden moeten Hem aanbidden in Geest en waarheid, want God zoekt zulke aanbidders (Joh. 04:20-24).

De mens zoekt heilige plaatsen, door hem zelf uitgevon­den, en denkt zo God te behagen. (Rome, Mekka, etc.)

Want Ik, de Here, ben een na-ijverig God. Hij begeert ons met jaloersheid. Ga in de binnenkamer, en weent daar voor Gods aangezicht voor alle noden, maar kont samen on Hen te prijzen, Hen te eren en Zijn grote daden bekend te maken.

Een heilige berg

Exodus 19 en 20 laat ons zien dat God geen gemeenschap kan hebben met bloed en vlees (de natuurlijke gelovige). Zij die beelden vormen zijn alle ijdelheid, hun dierbare maak­sels brengen geen baat (Jes. 44:06-28).

De verloste kinderen Gods juichen en aanbidden voor Zijn troon, in de Geest. Er is geen God dan Hij alleen!

Waar de hervormers alle afgoden vernietigden, zien wij zelfs in pinksterkringen in maandbladen, samenkomsten en huiskamers, foto’s, platen en afbeeldingen de muur, de één nog mooier dan de ander die Jezus Christus moeten voor­stellen. Wie wil God uitbeelden in steen, hout of papier?

Het hele universum kan de grootheid en heerlijkheid van God niet bevatten. Saul werd met blindheid geslagen toen hij een stem hoorde: “Ik ben Jezus”. (Hand. 09:03-08). Er is geen beeld of afbeelding van Jezus, het is kits en God een gruwel. Het is één grote leugen. God verbiedt het ons nadrukkelijk.

De wereld maakt van Jezus een superster en verkoopt zijn foto’s. Haar Hij is onze blinkende Morgenster die wij lief­hebben. Zijn Geest getuigt met onze geest dat wij kinderen Gods zijn. (Rom. 08:01-17). Wij bidden: “Abba Vader”, en zijn erfgenamen van Jezus Christus.

Zijn Woord overtuigt en leert ons de volle waarheid Gods. De natuurlijke mens denkt altijd nog iets toe of af te nemen van het Woord van God. Het Koninkrijk is een geestelijke zaak en is in ons door Zijn Geest. Dit is een ervaring en kun je niet aanleren. Dit is voor hen die in Hem zijn. Rein, heilig en onbesmet zien zij uit naar Zijn komst om Zijn bruidsgemeente te halen als Zijn plan vol is

Paulus zegt: “Nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht”(1 Kor. 13:12). Dan zien wij Hem zoals Hij is!

Paulus was opgetrokken in de derde hemel en zag onuit­sprekelijke dingen. Hoe groot wij ook van Hem denken, Hij is nog oneindig groter en machtiger dan wij ons kunnen voorstellen. Hij is het begin en het einde. Eens zal Hij zijn: alles in allen. (Openb. 22:06-21).

 

Diepten van satan door Dirk A. Wols.

We kunnen ons afvragen of het zin heeft over de diepten van satan te schrijven. Anderzijds is het niet verstandig om te zwijgen over geestelijke krachten die er nu eenmaal wel zijn.

De satan is er en valt juist in deze dagen enorm aan. Ve­len kunnen getuigen van zware tijden in hun leven. Persoon­lijk kregen we aanvallen te verduren van zeer ernstige aard, waarin de satan aansluiting zocht met het vlees. Niet altijd kunnen we ons hierin overwinnaar noemen. Onze roem kan slechts alleen in Hem zijn. Hij heeft de pers alleen getre­den en alleen de overwinning behaald op de machten der duis­ternis. De gemeente was daar niet bij toen het centrum van de crisis, bereikt werd. De gemeente – toen de discipelen – was gevlucht.

Geheel alleen is Hij toen de diepten des satans ingegaan. Zó zelfs, dat Hij door de Vader Zich verlaten wist. Hierin kennen wij de diepten van satan; uit van God de Vader verla­ten zijn.

We lezen wel eens dat de Here soms mensen verlaat om te zien wat er in hun hart is. De uitkomst is weinig moedgevend voor de mens. Het loopt schier altijd verkeerd uit en duide­lijk is gebleken dat wij de gemeenschap met Hem brood en broodnodig hebben. Dat we zelf niets zijn en kunnen. Slechts in Hem dragen we veel vrucht, maar overgeleverd aan onszelf is het mar een trieste zaak.

De psalmist zegt ergens: Ik zal in Hem standhouden. Ik zal niet wankelen. Maar toen hij een ogenblik in zichzelf leefde, kwam de satan en overweldigde hem in zijn strikken. Zo verging het David, Simson, Saul, en velen ook uit het nieuwe testament, waaronder Demas en velen die uit ons zijn uitgegaan, zegt de apostel.

Dit alles verschoond ons niet als we uit onszelf gaan leven. Met het voorbeeld van bijbelheiligen voor ons die faalden, lossen we eigen falen niet op. We zullen ons waarachtig hebben te bekeren van onszelf, om met de zonden te breken, hetzij grote, hetzij kleine. Want de satan is er als de kippen bij om ons te sleuren naar zijn diepten. Wij dienen dan ook de beslissingen die God voor ons behoudt, zelf te nemen. Wij moeten ons bekeren, eenmaal, maar ook dagelijks, als we niet uit Zijn gemeenschap leven. Dan kan God met ons verder trekken en Zijn Overwinning in ons voortzetten„

Uit Gods gemeenschap

De diepten van satan zijn er op gericht ons af te trek­ken van Gods gemeenschap. Als hij daarin slaagt, is hij op de goede weg, maar wij op de verkeerde. Het is niet zo mooi met ons gesteld, als wij de diepten van de satan leren ken­nen. Jezus leerde plaatsvervangend satans diepten kennen en Hij werd van God verlaten.

Komen we dus terecht in de diepten van satan, dan gaat .daaraan wat ons betreft vooraf de beslissing on wereld en eigen vlees te dienen. Zou die beslissing er niet geweest zijn dan zou de satan ons niet kunnen trekken in zijn duis­tere gemeenschap.

De invalspoort van de satan is ons vlees, voor zover wij dit niet kruisigden met Hem in de dood. Een vaste geest, gericht op de liefde-inzettingen des Heren, is geen prooi van satans geweld. Steeds kunnen we hiervoor zetten, eigen schuld. Let wel, het gaat hier om aanvallen van satan. Die zullen zeker blijven onder alle omstandigheden. Het gaat er om dat satan ons niet zover krijgt, dat we kennis krijgen aan zijn diepten. Zijn aanvallen moeten direct teniet gedaan worden door het schild des geloofs, waarmee we alle vurige pijlen van satan kunnen uitblussen.

Het is niet nodig om satans diepten te leren kennen bij ondervinding. Daartoe zijn wij niet geroepen. Daartoe heeft Hij ons geen opdracht gegeven. Slechts Hem te volgen in voor en tegenspoed is onze uiteindelijke opdracht. Die we ónmoge­lijk kunnen vervullen als we in satans diepten zijn terecht gekomen.

Aan de gemeente te Thyatira zegt de Amen dat sommigen zeggen dat men eerst de diepten van satan moet leren ken­nen. Als je die kennis hebt, kan je meepraten. Kan je uit ervaring weten waarvan Jezus je verlost heeft. Jawel, maar je raakt ook wat kwijt wat je had, namelijk gemeenschap met God en vrede door Zijn bloed.

Deze prijs is té hoog. Daarom laat Jezus er op volgen, dat we moeten houden wat we hebben totdat Hij komt. En elders vermaant de apostel: Houdt wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme. Want kennis aan de diepten van satan kost je de kroon van je hoofd.

Het kost je je goede naam en de kroon van Zijn tegen­woordigheid. De diepten van satan kost je alles wat vrede en vreugde door de Geest kan geven. En je leert er uiteindelijk niets door. Je leert er door hoe wrang dé vruchten van de satan zijn. Dat is tijdverlies in vergelijking met datgene wat je kon hebben als je niet in satans diepten terecht ge­komen bent.

We wensen alle lezers en lezeressen van “Levend Geloof” van harte toe, dat zij niet in de diepten van satan terecht komen. Maar bereid tot alle goed werk volmaakt toegerust.

Keer terug in Gods gemeenschap

Als er hier of daar iemand is die er toch in terecht gekomen is, zet er dan vandaag een punt achter door een kloek besluit. Verlaat het centrum der diepten van satan, maar doe dat niet in eigen kracht.

Neem een vast besluit en breek met alles wat je gemeen­schap met Hem kan verhinderen. Want het is verloren tijd waarin je geen vruchten kan voortbrengen. Waarin we onnutte­lijk de aarde beslaan. Waarin we verloren zijn voor de dienst aan God en mensen krachtens Zijn gebod om God lief te hebben bovenal en de naaste als onszelf. Neem dan een vast besluit door te zeggen: Ik zal de Here gedurig lijk vrezen. Dat is niet bang voor Heil zijn, maar bang zijn om Hem te mishagen, omdat Hij dat waarlijk niet aan ons verdiend heeft.

In die gedurige vrees uit liefde en ontzag voor Hem kan Hij werken met Zijn rijke gaven en vruchten van de Heilige Geest. In dienst aan God en elkander, ons inzettende voor de dienst aan Zijn Rijk dat is en komt.

In Uw gemeenschap, Here, kiemt er leven. Daar kan ik Hem dienen in een levend geloof. Wees kloekmoedig en ver­saag niet, houdende wat u hebt wat van Hem is. Dat mogen wij niet verliezen door te gaan wandelen in satans diepten hoe vroom dat allemaal ook mogen klinken. En hoe interessant dat allemaal kan zijn, of liever schijnen. Maar ons hart spreke. Dit heb ik van de Here begeerd, dat ik altijd mag wonen in Zijn Huis en Hij in mij al de dagen van mijn leven. Gezegende toekomst en heden, in Hem, geliefden.

 

De Bijbel zegt (5)

Zij die God willen kennen, moeten eerst geloven dat Hij bestaat. Dan is Hij een Beloner voor hen die Hem ernstig zoeken. Hij zal zich laten vinden!

Dan moeten we bidden om de hulp van de Heilige Geest. De Heilige Geest opent de ogen van ons hart, zodat we de Schriften verstaan

Sommigen zeggen; “Ik begrijp er niets van, het zegt me niets”. Zij willen het met hun verstand begrijpen, maar we moeten het in geloof aannemen.

De Bijbel is een leerschool voor het hele leven. Een kind in de eerste klus op school hoeft nog geen wiskunde’ lessen te maken.

Ik bedoel dat je eenvoudig begint met regelmatig de Bijbel te lezen, dan kom je vanzelf verder.

Nader tot God en Hij zal tot u naderen. (Jak. 04:08)

We moeten ons aan de Bijbel – waarin God zelf tot ons komt – onderwerpen en er naar willen luisteren. De woorden moeten we bewaren in ons hart en overdenken.

De Bijbel is het kostbaarste wat God ons, mensen, heeft gegeven. Omdat daar alles in staat wat een mens moet weten.

Het hele plan van God staat er in. Alles over Jezus Christus staat er in. Alles over het bidden, over het ge­loof, over het huwelijk en over het opvoeden van kinderen.

We vinden er alles in over de liefde tot God en de naaste, over leven en dood, over de opstanding en het eeu­wige leven.

En ook over krachten en machten, over engelen die ons ten dienste staan.

Verder over hemel en aarde en ook over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

Be Bijbel vertelt ons ook over verlossing en heil, over genezing en overwinning.

Ook over de wederkomst van Jezus vertelt Gods Woord ons.

De Bijbel zegt ons wie Jezus is. . (Zie “Levend Geloof” van december j.l.).

Maar de Bijbel zegt ons ook wie de mens is. In Psalm 8 staat: Hij heeft hen bijna goddelijk gemaakt. (Ps. 008:006)

Dat is Zijn plan, dat we volmaakt zullen zijn, een ge­meente vormende zonder vlek en rimpel.

God wil dat Zijn gemeente volkomen toegerust zal zijn, tot alle goed werk bereid.

Hij zal het in en door ons volbrengen. Als we aandach­tig luisteren naar Zijn Woord.

Laat het Woord van God de hoogste Autoriteit in ons le­ven zijn.

 

Het hemelse Jeruzalem door Jan W. Companjen

“Want wij zijn de besnijdenis die door de Geest Gods Hen dienen, die in Christus Jezus roemen en niet op vlees ver­trouwen” (Filip. 05:05).

Eindpunt

Lezeressen en lezers, wij leven in de eindtijd. Alles om ons heen wijst er op dat een bepaalde periode in de mensheid wordt afgesloten. Wederom staat een volheid der tijden voor de deur en als afsluiting daarvan zullen de Zonen-Gods openbaar worden.

Is het niet opmerkelijk dat overal mensen komen open te staan om de volheid van Christus te ontvangen? De bedoel dan bij deze volheid niet alleen de doop in de Heilige Geest, dat is het begin pas, neen, ik bedoel dat de mens weer inzicht krijgt waar het werkelijk op aan komt. Name­lijk volwassen worden in het geloof en Jezus Christus, gelijkvormig worden door werkelijk een Geestelijke weg te gaan. Door in de Geest Gods Hem te dienen en niet op vlees te vertrouwen.

Het allergrootste wat wij daarbij nodig hebben is de onderscheiding der geesten. Er is verschrikkelijk veel in de loop der eeuwen door mensen opgebouwd. Eén grote toren, als de toren van Babel, waarin een ieder zijn eigen huisje of straatje heeft en men meent dat men daarin veilig is.

Babel

Het is de moeite waard om eens biddend te onderzoeken wat dat Babel, met al zijn spraakverwarring, in het verleden en nu voor ons betekent. Het is altijd een plaats van o.a. occultisme, gevangenschap en mensverheerlijking geweest. Het is een groot huis van bewaring, waarin de mens er onder wordt gehouden. Het ergste is echter dat de grote massa van de goedwillende gelovigen dit zelf niet weten.

Toen Israël in Babel gevangen zat, zie Daniël 1, werd zij teruggevoerd naar het land Sinear, uitgesproken het land Sinear, waaruit Abraham was uitgeleid. In die geschiedenis van Daniël kunnen wij de gehele eindtijd terug vinden. Babel speelt daarin een grote rol, evenals in Openbaring, waarin ook over Babel als de grote hoer wordt gesproken.

Het unieke in Daniël is – let daar goed op!! – dat Daniël en zijn vrienden wisten dat zij in ballingschap waren. Zij weigerden op te gaan in de Babylonische godsdienst, naar bleven gericht op de stad Gods, Jeruzalem (Dan. 06:11) en op de herbouw van datgene wat daarin verwoest was.

Die gerichtheid was uniek en zij hadden unieke gevolgen. Lees daar het boek Daniël maar eens op na. Nu, in deze tijd mogen, ja moeten wij ook een Daniëlfiguur zijn. Ons oog moet gericht zijn op het hemelse Jeruzalem.

Jeruzalem

In (Heb. 03:01) lezen wij- “Daarom, heilige broeders, celgenoten der hemelse roeping, richt uw oog op de apostel en hogepriester onzer belijdenis, Jezus, die getrouw is je­gens Hem, die Hem heeft aangesteld”.

In diezelfde Hebreeënbrief lezen wij ook dat wij genaderd zijn tot de berg Sion, tot de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem. Zoals in het boek Daniël alle Israëlieten bogen voor de góden in het land Babel (met uitzondering van drie; zo buigt ook thans de grote massa (vaak nog onbewust) voor de góden die door mensenhand in het geestelijk Babel gemaakt zijn. Wat dunkt u, is de kerk c.q. de gemeente zoals die momenteel reilt en zeilt een woonstede Gods?? Of zou er toch iets anders bedoeld zijn dan wij dat in het algemeen zien?

Gemeenschap

Het doel van ons Geestelijk leven is: persoonlijke onge­deelde intieme gemeenschap met Christus en van daaruit le­ven tot lof en eer van Zijn Naam, tot zegen van onze mede­mens. Jezus kwam op deze aarde om de werken van de duivel te verbreken. In Zijn Naam mogen wij dit werk voortzetten.

Elke groep, elke gemeenschap, iedere kerk is doel, wan­neer deze het object is geworden waar het geestelijk leven om draait. Allereerst dient er na onze bekering gemeenschap met Christus te ontstaan en vandaar uit zullen wij verder moeten gaan leven met achterlating van alles.

Abraham bleef in Haran steken door alle ballast die hij uit het land der Chaldeeën meegenomen had. Nadat zijn vader overleden was kwam hij pas in het land dat hem door God be­loofd. was.

Over die ballast zullen wij onze medemens moeten gaan aanspreken. Veel mensen uit de kerk, ook uit de R.K. kerk, worden gedoopt met de Heilige Geest. God geeft hun ook Zijn Geest opdat zij op weg zullen gaan. Maar wat gebeurt er? Zij blijven in Babel en blijven hun afgoden dienen. Lees hun getuigenissen eens. De spraakverwarring is daar nog nooit zo groot geweest. Men heeft er iets ‘bij ontvangen en gebruikt dat zonder zich te gaan richten op het hemelse Jeruzalem. Op z’n best verhuist men van het ene ‘straatje naar het andere in Babylon. In dat zijstraatje mag men dan ook best op het kerkelijke erf blijven wonen.

Overwinnaars

Wij zullen echter elkaar moeten gaan vinden bij het her­stel van alle dingen in het hemelse Jeruzalem. Op die weg zullen wij de wonderen gaan ervaren die Daniël en zijn vrienden ook ondervonden.

Door de vurige oven van de eindtijd héén zullen wij overwinnaars zijn en de wereld zal tot de erkenning komen dat Jezus honing en Heer is. Broeders en zusters, richt uw hoofden op en durf het aan met honing Jezus als Leidsman. Daar mogen wij naar jagen en wij mogen’ er naar grijpen om dat wij ook door Jezus Christus gegrepen zijn.

Broeders en zusters; “Ik voor mij acht niet, dat ik het reeds gegrepen heb, naar één ding doe ik; vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus. Laten wij dan allen die volmaakt zijn, aldus gezind zijn en indien gij op enig punt anders gezind zijt, God zal u ook dit openbaren: naar het­geen wij bereikt hebben, in dat spoor dan ook verder”. (Filip. 03:12-16)

Tronen, machten, krachten zullen dra vergaan waar de heil’gen samen vastgeworteld staan. Niets kan ons weerhouden, jagend naar het eind. Glorie voor de Schepper, nu en voor altijd.

 

1975.01 nr. 154

Levend Geloof 1975.01 nr. 154

Het volle heil voor ieder! Door Gert Jan Doornink

Dit is de heerlijke boodschap die elk kind van God be­hoort uit te dragen. Dit is de boodschap voor iedereen: “De genade Gods is verschenen, heilbrengend voor alle mensen” (Titus 01:11).

In de brief die de apostel Paulus schreef aan zijn jonge medewerker Titus geeft hij talrijke instructies en waarschu­wingen. Maar zij worden beheerst door de grote opdracht die Titus uit moest dragen; Jezus is gekomen om volle verlossing te brengen voor iedereen.

Dit thema beheerste het leven van Paulus, na zijn radica­le bekering. En dit behoort ook het leven van elk kind van God in beslag te nemen.

Dit is het evangelie voor de eindtijd, waarvan Jezus zei in (Matt. 24:14) “Dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn”.

Aanvaard dit evangelie, geloof er in, “belijd en beleef het, en draag het uit. Laat het een uitstraling zijn van, ons leven: De genade Gods is verschenen, heilbrengend voor alle mensen!

… De genade Gods…

Deze regel uit Paulus brief begint met de woorden: De genade Gods… welk een woord, welk een betekenis: Genade. Genade is een daad van trouw, een bewijs van goedheid.

 

Is het geen genade van God dat Hij het Allerliefste wat Hij bezat, naar deze wereld zond?

“Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe”(Joh. 03:16). Een ieder die in het geloof Jezus aanvaard heeft, weet dat het waar is wat Paulus schrijft: “Door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God”(Ef. 02:08-09). Wij zijn gerechtvaardigd door Zijn genade.(Titus 03:07).

… Is verschenen…

Let op het radicale: is verschenen. Hier is geen twijfel mogelijk. Jezus kwam naar deze wereld om de macht van satan te verbreken. Hij bracht een volkomen verlossing teweeg naar geest, ziel en lichaam, voor een ieder die in Hem gelooft.

 

Laat iedere gelovige hier goed van doordrongen zijn, opdat wij beantwoorden zullen aan het volle doel wat God met Zijn kinderen voor heeft.

Velen die spreken over Jezus’ wederkomst, hebben nog nooit ten volle aanvaard, waarom Hij de eerste keer naar deze wereld kwam, namelijk om als volkomen Verlosser de macht van satan te verbreken!

“Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou”(1 Joh. 03:08).

Dit komt ook duidelijk tot uiting in hot “derde deel” van deze regel uit Paulus’ brief aan Titus:.

… HEILBRENGEND…

Als Gods Woord spreekt over heil, verlossing, bevrijding genezing wordt steeds de volle verlossing bedoeld! Daarom komen we in de oorspronkelijke Griekse tekst ook meestal niet verschillende benamingen tegen, zoals wij die ken­nen, maar slechts het ene’ woord: sozo!

Er zit nog iets geweldigs in deze briefregels namelijk het volle heil is bestemd voor iedereen!

… Voor alle mensen…

Het evangelie is niet bestemd voor een beperkte groep van bevoorrechten of voor een aantal uitverkorenen. Gods liefde is zo groot dat alle mensen er bij betrokken worden, niemand uitgezonderd. “Hij wil niet dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen”(2 Petr. 03:09b).

Dit betekent uiteraard niet dat alle mensen automatisch behouden worden. De zogenaamde leer van de al verzoening is niet uit God. Maar daar is waar de mogelijkheid voor ieder. God vraagt geloof! Zonder geloof is het onmogelijk Hem te behagen, zegt Gods Woord. Er is geen andere weg dan de weg, van geloof in het volbrachte werk van Jezus.

Een paar regels verder schrijft Paulus aan Titus dat Jezus zich voor ons gegeven heeft om ons vrij te maken van alle ongerechtigheid, en voor zich te reinigen een eigen volk, volijverig in goede werken. (Titus 02:14).

Paulus brief aan Titus is nog op vele andere punten leerzaam voor de eindtijd-christen. O.a. wijst Paulus op het “nutteloze en doelloze” om zich bezig te houden met geslachtsregisters, strijd over de wet, twist en dwaze vragen.

Binnen de Gemeente van Jezus Christus wordt vaak veel tijd verknoeid. Tijd die we zo nuttig zouden kunnen beste­den om het volle heil uit te dragen!

Paulus wijst Titus er op dat het gaat om de gezonde leer (Titus 02:01) en de gezonde prediking (Titus 02:08).    –

Laat elke gelovige dit ter harte nemen! Geen extremi­teiten, maar ook geen water in de wijn! Maar- deze bood­schap.’ “De genade Gods is verschenen, heilbrengend voor alle mensen”.

 

Groeien wij geestelijk in 1975?            

1975 is gestart en bij het verschijnen van dit nummer al weer-bijna een maand oud. Als kinderen van God realiseren wij ons dat wij weer een stap verder de eindtijd zijn bin­nengegaan. De scheiding der geesten, die in volle gang is, zal zich ook in 1975 verder voortzetten.

Niet alleen een scheiding tussen gelovigen en ongelovi­gen, tussen allen die door bekering en wedergeboorte beho­ren tot de Gemeente van Jezus Christus en allen die daar niet toe behoren.

Maar ook binnen de Gemeente van Jezus Christus voltrekt zich een scheiding, namelijk tussen hen die de Heer volko­men willen volgen en hen die dat niet willen en daardoor achterblijven of terugvallen.

Nu willen wij niet bij elkaar de “geestelijke thermome­ter” aan leggen, maar ieder onderzoeke zichzelf! Bent u op de geestelijke weg, de smalle weg, de waarachtige weg van Jezus? Of bont u op de vleselijke, brede of op een doodlopende zijweg terechtgekomen?

Is dit laatste het geval, maak dan onmiddellijk rechtsomkeert. Keer terug, zoals eens de verloren zoon terugkeerde tot de vader, die hem liefdevol weer aanvaardde.

Wij zullen als waarachtige kinderen van God in dit nieu­we jaar verder moeten groeien in het geloof. Het is veront­rustend als er geen geestelijke groei is. In het natuurlij­ke leven is het een vanzelfsprekende zaak als iemand op­groeit van baby tot volwassene. Ook in geestelijk opzicht behoort het zo te zijn.

Zoals wij in het natuurlijke leven voedsel tot ons nemen om te groeien, zo behoort het ook in ons geestelijk leven te zijn. Eerst de babyvoeding, maar dan steviger kost!   *

Laten we er op toe zien dat we geen oppervlakkige’ christenen blijven, die uitsluitend van melkvoeding leven. Want juist in deze eindtijd is satan geraffineerder dan ooit en probeert hij elk kind van God, dat niet vol is van Woord en Geest, ten val te brengen en onbruikbaar te maken in dienst van honing Jezus.

Het is toch ook uw verlangen de Heer volkomen te die­nen? U wilt toch ook niets anders dan het beeld van Je­zus openbaar maken? U wilt toch oók uitsluitend geeste­lijk strijden?

“Want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar….. tegen de overheden, tegen de machten, tegen do wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de bo­ze geesten in de hemelse gewesten”(Ef. 06:12).

Ongetwijfeld zal in dit nieuwe jaar de strijd zwaar­der worden dan ooit tevoren. Maar ook zult u ervaren dat wij als kind van God toch steeds aan de overwinnende kant staan, als wij maar geheel en al ons vertrouwen op Hem stellen en geloven dat Zijn beloften waar zijn!

De ware medearbeiders Gods door J. Noë

“….dat gij met de rechte kennis van Zijn wil vervuld moogt worden, in alle wijsheid en geestelijk inzicht,, om de Here waardig te wandelen, Hem in alles te behagen, in alle goed werk vrucht te dragen en op te wassen in de rechte kennis van God”.

(Kol. 01:09b-10)

Lieve lezers, dit is mijn tekst voor u voor 1975. U hebt in lange tijd niets van mij gehoord, maar u begrijpt wel, dit had een oorzaak. Ik heb alles aan de Heer overgelaten en nu ben ik weer, zoals men zegt, in mijn penhouder geklommen.

In de. afgelopen tijd heb ik heel wat door- en meegemaakt. Ik ben door zware beproevingen, lichamelijk en niet lichame­lijk, heengegaan en ook van verdriet ben ik niet bespaard gebleven.

Maar Gode zij dank, die ons ten allen tijde in Christus doet zegevieren; mijn geloof in en mijn vertrouwen op God heb ik door’ alles heen steeds behouden en Hij heeft mij niet be­schaamd. Halleluja!

Ik was er van overtuigd dat deze beproevingen noodzakelijk waren om mijn geloof op de proef te stellen, alsmede dit op hoger niveau te brengen. De zekerheid was in mijn hart, dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die Hem liefhebben.

Nu, ik heb Hem zeer lief en het is mijn vurig verlangen om voor Hem te alle tijde een geur van Christus te mogen zijn, dus dat ik met Paulus kan zeggen: “Ik ben met Chris­tus gekruisigd en toch leef ik, maar niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij”(Gal. 02:20).

Satan, is op mij afgekomen, niet alleen als een brullende leeuw, dan hoor je hem reeds van verre, maar ook listig als een slang en als een engel des lichts. In dit laatste geval moet je wel bijzonder waakzaam zijn.

Ik ben er echter ingetuimeld. Ik werd namelijk voor een feit geplaatst, wat ik helemaal niet verwachtte. Ik heb dit onder de aandacht van de Heer gebracht en door aller­lei gebeurtenissen kreeg ik de indruk dat het Zijn goedkeu­ring wegdroeg.

Evenwel, achteraf bleek dit niet het geval te zijn. Ik heb daarna een zeer moeilijke tijd gehad, het was voor mij een zeer verdrietige periode.

Ik besefte echter, dat de’ Heer dit heeft toegelaten om mij meer geestelijk inzicht te geven en om de listigheid van de duivelse machten beter te kunnen onderscheiden.

Spoedig gaf Hij mij weer vrede en blijdschap in mijn hart. Bij andere aanvallen, en wel zeer hevige van satan en zijn trawanten, maakte de Heer mij op bovengenoemde tekst attent. Wat een rijkdom houdt deze tekst in!

Als wij waarlijk Gods medearbeiders willen zijn, moet de­ze tekst in al zijn onderdelen een realiteit in en voor ons zijn en dit kan alleen worden bereikt door het geloof en door Zijn Geest.

Onze geest moet dus volkomen gemeenschap hebben met de Heilige Geest, zodat wij de lichtste fluistering van Zijn stem kunnen horen en leren verstaan wat Zijn wil is.

Ook Zijn Woord geeft ettelijke malen aan wat Zijn wil is. Laat dit in ons hart gegrift staan.

Ik heb door alles wat ik heb meegemaakt en nog doormaak, veel meer geestelijk inzicht en werd ik meer doordrongen van Zijn wil.

Zoals ik reeds vroeger meermalen heb geschreven, als wij ons hart aan de Heer hebben gegeven en wij vervuld zijn met Zijn Geest, dan zijn wij burgers in de hemelse gewesten, zoals de Schrift zegt, dan leven en strijden wij daar. Wij zoeken dan de dingen die boven zijn en behalen in Christus en door Zijn Geest de overwinning!

Ons leven is met Christus verborgen in God, we hebben deel aan de Goddelijke natuur en het is de wil van God dat wij dat in ons leven laten zien.

Om dat niveau te bereiken moeten wij gelouterd worden. Goud wordt door vuur gelouterd, het vuil wat er in zit wordt daardoor verwijderd.

Zo moeten wij ook door het vuur der beproevingen gelou­terd worden. Deze geestelijke tuchtiging hebben wij als kinderen Gods te ondergaan, het kan pijn en smart veroorza­ken, doch later brengt zij hen, die er door geoefend zijn een vreedzame vrucht, die bestaat in gerechtigheid.

Dus, lieve lezers,’ laat je niet door de machten der duis­ternis beangstigen. Ze zijn verslagen en ontwapend door Christus!! Halleluja!

Onze oude mens met al zijn zonden, werkingen van het vlees en ziekten is met en door Christus aan het kruis genageld en met Hem in Zijn dood begraven.

Paulus zegt, laat het nu voor je vaststaan, dat gij dood zijt voor de zonden, maar dat niet alleen, ook voor alle werkingen des vlezes en alle ziektemachten.

We zijn dus waarlijk vrijgemaakt en laten ons door satan en zijn trawanten geen slavenjuk meer opleggen. In welke om­standigheden wij ook verkeren, laten wij standvastig zijn in geloof en gebed.

Paulus zegt in (1 Thess. 05:17-18): “Verblijdt u te allen tij­de, bidt zonder ophouden, dankt onder alles, want dat is de wil van God in Christus Jezus ten opzichte van u!

Nu kunt u zichzelf wel af vragen: “Hoe kan ik mij verblij­den, als ik, lichamelijk of door andere omstandigheden, ont­zettend veel te verduren heb”. Dat is het geheimenis, name­lijk door de volkomen gemeenschap met uw Heer en Heiland, door Zijn Geest.

Je hebt geestelijk inzicht gekregen en door de kracht van de Heilige Geest ben je in staat je te verblijden in deze beproevingen.

Denk maar eens aan Paulus, wat hij al niet heeft door­gemaakt en hij verblijdde zich in de Heer.

Ik eindig nu met het vervolg van de bij het begin van dit artikel aangehaalde tekst, namelijk met vers 11 en 12 (Kol. 01:11-12) en let goed op wat daar staat:

“Zo wordt gij met alle kracht bekrachtigd naar de macht zijner heerlijkheid tot alle volhar­ding en geduld, en dankt gij met blijdschap de Vader, die u toebereid heeft voor het erfdeel der heiligen in het licht”.

 

Verlossing door Jan W. Companjen

“Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als Verlosser verwachten, die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het aan zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt, naar de kracht, waarmede Hij ook alle dingen zich onderwerpen kan”

(Filip. 03:20-21).

Het koninkrijk Gods

Mozes heeft gezegd: De Here God zal u een profeet doen opstaan uit uw broeders, gelijk mij: naar deze zult gij horen in alles wat hij tot u spreken zal en het zal geschieden, dat alle ziel, die naar deze profeet niet hoort, uit het volk zal worden uitgeroeid. (Hand. 03:22-23).

In de 40 dagen tussen Pasen en Hemelvaart heeft de Here Jezus Zijn volgelingen voortdurend onderwezen betreffende de dingen van het Koninkrijk Gods. Zij kregen onderwijs op een wijze die nimmermeer verbeterd kan worden. Toch moest er eerst Pinksteren voor hen komen, wilden zij woord en inhoud volkomen verstaan. Hun denken was nog steeds aards gericht en zij zochten het nog steeds in een aards koningschap van Jezus.

Prompt vroegen zij dan ook nog vlak voor de opname aan Hem of Hij nog in die tijd het koningschap voor Israël herstellen zou. Jezus antwoordde, dat dit aangelegenheden wa­ren waarover de Vader de beschikking gehouden heeft, dat waren zaken waarover en waarvoor Vader zorgde, maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult Mijn getuigen, zijn ‘ te Jeruzalem, in Judea, in Samaria en tot het uiterste der aarde. Dat laatste was hun opdracht.

Geestelijke mensen

Zij moesten, aangedaan met de Geest Jezus, zijn getuigen, zijn woordvoerders, zijn handen en zijn opvoeders zijn punt aangedaan. Met zijn Geest werden ze zijn lichaam, zijn plaatsvervanger. Van vleselijke mensen werden zij op Pinksteren geestelijke mensen die door de inwonende Heilige Geest verbonden waren met hun hoofd Jezus.

Door die geest in hen werden ze hervormd tot een nieuwe schepping. Ze werden niet meer uiterlijk, aan de hand, door Jezus geleid, doch voor hen trad het nieuwe verbond in werking, waarvan in (Jer. 31:31-34). En (Heb. 08:08-12) gesproken wordt, namelijk dat in het nieuwe verbond de Here zich innerlijk, met een onzichtbare band met zijn volk verbinden zal. Hij zal zijn wetten in hun verstand leggen. En, hij zal die in hun hart en schrijven. Hij zal hun tot een God zijn en zij die zo met hem verbonden zijn, zullen hem tot een volk zijn. En niet langer zullen zijn ieder zijn medeburger leren, zeggende: ken de Here, want allen zullen zij mij kennen, van de kleinste tot de grootste.

Geestelijke uittocht.

Dat volk is ook nu aanwezig. Velen zijn tot bekering gekomen en zijn tot verzoening gekomen met de Vader doordat zij het goddelijke offer aanvaard hebben. Velen hebben niet alleen het offer voor hun zonden ervaren, doch zijn ook tot volle overgave van hun eigen leven gekomen en hebben in de doop daarvan getuigenis afgelegd. Zij aanvaarden Jezus als Verlosser en als Heer en aanvaarden hem als een hun nieuwe meester. Een ieder die hem in zijn leven wil volgen, ontvangt dan ook zijn Geest, want hij geeft die Geest aan een ieder die hem gehoorzaam is. (Hand. 05:32).

Dat volk wordt geleid, maar eerst uitgeleid uit het land der dienstbaarheid, waarvan het gehele leven ven Mozes een geweldige afspiegeling is. Al deze dingen zijn ons tot voor­beeld geschied, opdat wij nu onze Geestelijke uittocht goed zouden leren begrijpen.

Mozes als profeet heeft reeds deze dingen gezien en in (Lev. 25:28-29), waarvan Petrus in (Hand. 05:22-25) spreekt, wordt reeds gezegd dat een ieder die op of in de grote ver­zoendag, die nu reeds 2000 jaren duurt, niet tot verzoening, overgave dat is verootmoediging komt, uitgeroeid zal worden. Hij zal niet uitgeleid worden uit het land der dienstbaar­heid, maar zal slaaf blijven en geknecht blijven door satani­sche machten, die stenen voor brood geven. Zij zullen blijven stenen bakken en daarbij geknecht worden door zogenaamde eigen volksgenoten, die niet kunnen of niet willen inzien dat Jezus kwam tot verlossing van alle vijanden.

Over deze laatsten wil ik het nu niet hebben, zij zijn als het onkruid in de akker. Het lijkt eerst net echt, doch het blijkt dolik te zijn, een soort onkruid dat eerst zeer veel op tarwe lijkt, doch zij hebben een lege aar, het draagt geen vrucht, de bekering waardig.

Neen, ik wil het hebben over het volk dat wel zaad draagt. Lees hierover eens de gelijkenis van het zaad en de akker waartussen ook onkruid groeit, zoals boven omschreven. Jezus antwoordt dat het onkruid moet blijven staan tot aan de eind­tijd, dat is de oogsttijd. Dan zal het onkruid bijeen vérzameld en verbrand worden. Als dit zal zijn geschied, als het verkeerde uit ons midden is opgeruimd, zullen de rechtvaardigen stralen als de zon.

Geestelijke strijd

Dat is in lijnrechte tegenspraak met een verwijdering van de Gemeente, neen, hier wijst alles er op dat de Gemeente als Lichaam van Christus nog een zeer grote taak te vervul­len krijgt.

Het Lichaam van Christus zal hersteld worden en tot zijn doel komen. En de engelen Gods, de strijdkrachten van de zo­nen Gods in de hemelse gewesten, zullen het verkeerde gaan opruimen, gaan samenbundelen en in vuur verbranden.

Tot dit inzicht en tot deze doelstelling- moeten wij ko­men. Onze strijd wordt anders een strijd tegen vijanden, waarbij wij maar zo ergens in de lucht slaan. Wij onderken­nen onze vijanden niet en hebben geen doel voor ogen.

Onze strijd is een geestelijke strijd waarbij het doel is herstel van de mens door geestelijke groei tot de vol­heid van Christus. Opdat wij bij Zijn komst ‘geheel hersteld zullen zijn.

Wij zijn, zegt ons Schriftwoord, burgers van rijk in de hemelen. Veel, ja, zeer veel gelovigen zijn nog steeds aards gericht komen. Zij verlangen naar een vleselijk weerzien van Christus. Als hij er maar is, dan wordt alles goed, dan zal de aarde hersteld worden.

Geestelijke groei

Maar hoeveel groter heerlijkheid is er voor ons weggelegd, we mogen één geest met hem zijn; ja, zelfs in zo een innerlijke band, dat er een vleselijke samengaan, maar een schaduw is.

Na het heenga van Jezus konden de discipelen, na het ontvangen van de geestesdoop, het werk voortzetten, wat hij begonnen was te doen. (Hand. 01:01). Dit werk zal voortgezet moeten worden tot het alles zal zijn volbracht en alle dingen hersteld zullen zijn.

Bij onze geestelijke opgroei zal hij ons tegemoet komen, want uit dat rijk der hemelen, waarin wij mogen wonen, mogen we van Hem ook verwachten en dan zal Hij ons door de zonde vernederd lichaam volkomen herstellen, verheerlijken, veranderen, zodat het aan Zijn verheerlijk lichaam gelijkvormig zal zijn. Ja, dat zal hij doen naar de kracht, waarmee hij ook alle dingen zich kan onderwerpen. Voortekenen van deze geweldige dingen kunnen wij vinden in Handelingen. Denk eens aan de bevrijding van Petrus uit het gevangenis, aan Filippus en de kamerling. Waarbij Filippus ineens naar Asdod werd overgezet. (Hand. 08:39). De Geest des Heren nam hem weg. En dan nog (2 Kor. 12:03-04) waar Paulus spreekt over onuitsprekelijke dingen die hij gezien en gehoord heeft toen hij werd weggevoerd naar het paradijs.

Indien wij het zicht op deze dingen krijgen, dan gaan wij ook openbaring verstaan. Openbaring 4 begint dan ook met: na deze dingen, van het gemeente tijdperk. En zie er was een deur geopend in de hemel. Dan spreekt Jezus andermaal en zegt: klim hierheen op en Ik zal u tonen wat na dezen geschieden moet.

Geestelijk inzicht

Johannes komt dan in vervoering des Geestes en wordt in­geleid in alles wat daarna de strijd wordt tussen de ware en de valse kerk.

De valse kerk wordt als Babel ontmaskerd. Het heeft als een grote hoer er voor gezorgd dat er steeds een grote ver­warring was, die de aarde met haar hoererij verdierf.

Zij is er steeds de oorzaak van geweest dat de mens niet tot een Geestelijk leven kon komen. (1 Kor. 06:16) zegt: “Wie zich aan een hoer hecht, is één lichaam met haar, maar die zich aan de Heer hecht, is één Geest met Hem”.

Die hoer dat is Babel, maar die éénheid met Jezus Chris­tus is de éénheid van de Geest.

Die door die Geest geleid worden, en dat gaat nu beginnen, zijn zonen Gods. Zij zullen overwinnen door het Bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis

Op die weg naar het Hemelse Jeruzalem bevinden wij ons en op die weg, in dat spoor, willen wij verder gaan, .totdat het zij: Christus alles in allen, tot verheerlijking van Zijn Naam. Amen.

 

Volkomen overgave door H. J. Glasbergen

De laatste dag

Alle groten der aarde hebben hun Kerst- en Nieuwjaars­boodschap gebracht, met veel nietszeggende woorden, vaag en negatief, in mineur.

Er was geen blijde boodschap voor de wereld van 1975- zij hopen als altijd het beste, wat wil zeggen, dat zij zelf niet meer geloven in hun eigen woorden en zeker ook de woorden van anderen niet geloven.

Het is alweer de laatste dag, zeggen de mensen met een beetje weemoed, Maar de laatste dag moet nog komen, zonder herhaling. Veel geluk in het nieuwe jaar, zonder uitzicht of inzicht, gelaten, afwachtende wat het lot brengen zal, maar alles blijft bij het oude. Honderden jarenlang hebben het kerstfeest en de nieuwjaarswensen de mensen niet kunnen veranderen, omdat zij Hem niet willen ontvangen. Hij die zegt: ik maak alle dingen nieuw. Dit is uw jaar als u wilt! Geef mij al het oude wat waardeloos is, dan verandert alles. Doodmoe en moedeloos gaan de mensen de drempel over van 1975. Het heilige jaar der rooms katholieken is een uitvinding van mensen, om nog een organisatie, een kerkelijke leer, nieuw leven in te blazen. Maar ook dit zal de mens niet veranderen, hoe goed bedoeld ook, het is negatief.

Wij geloven niet in mensenwerk, als wij niet uit de werken zien dat deze uit God zijn punt zijn werken zijn goed en volmaakt, enkel positief.

Een derde wereld.

Men spreekt over een derde wereld waar gerechtigheid en rechtvaardigheid zal heersen. Zou er nog een verstandig mens zijn die hierin gelooft? Wij geloven in een nieuwe hemel en aarde, en die zal komen, volgens het woord van God. Er is geen goed in de mens, zegt Paulus, niet één, niemand is er die God ernstig zoekt, niemand die verstandig of rechtvaardig is. Zelfs zij die de woorden Gods zijn toevertrouwd, zijn ontrouw geworden. (Rom. 03:01-20). Ook de zeven grote wereldgodsdiensten hebben de wereld niet veranderd. Ze zijn voor God verwerpelijk, omdat deze godsdiensten zich niet onderwerpen aan Hem. Ze hebben allemaal hun eigen spelregels, waar God zich aan moet onderwerpen. Alle werken van mensen zijn als stro en stoppels die verbrand worden. Alleen de werken Gods, goud en zilver, zijn hem welgevallig.

De ware, gerechtigheid.

In (Filip. 03:02-09), schrijft Paulus over de ware gerechtigheid. Paulus heeft het begrepen. Naar de gerechtigheid der wet was hij onberispelijk. Hij achtte alle schade om Christus te kennen, alles vuilnis om van hem te zijn, zijn eigendom.

qqq

 

 

Dit is er ook voor ons, 1974 vergetende, ons uitstrekkende naar wat voor ons ligt.

Wij zijn op weg naar huis, dit is een zekerheid voor het volk van God. Zij die in gerechtigheid wandelen, verwachten Hem, die zegt:. Ja, Ik kom spoedig, Amen. (Openb. 22:20-21). En met Hem de geroepenen en uitverkorenen en gelovigen. Deze volgen het Lam waar het ook heengaat.

Zijn ogen doorvorsen de gehele aarde om krachtig bij te staan hem wiens hart volkomen naar Hem uitgaat.

Gods verborgen omgang vinden, zielen waar geen vrees in woont. Doorzoek mij Heer, of er bij mij nog een nutteloze of liefdeloze weg is.

Als je God de leiding geeft in je leven, dan zal het goe­de uit Hem openbaar worden.

Hij wil ons helpen, vanuit Zijn Goddelijke kracht, die boven alles is..

Hij is goed en volmaakt. Bij Hem is geen ziekte, onrust of kramp, geen haast of twijfel. O, u weet dat alles, zegt u ga er dan ook uit leven als je van Hem bent.

Hij heeft ons een vrije wil gegeven, wij kunnen zelf de dienst uitmaken, wat wij dan ook meestal doen, kijk eens naar Kaïn. (Gen. 04:06-08).

“Ik ben die Ik ben”

Hij is er, simpel en eenvoudig. Hij zegt tegen Mozes: Ik ben. Mozes was een mens zoals u en ik, maar hij geloofde God op Zijn Woord. Hij ging naar de wereldheerser farao met de wetenschap: God staat achter mij en Zijn Woord is betrouwbaar.

Hij verbreekt Zijn Woord niet. “Indien gij naar Mijn in­zettingen wandelt. (Ex. 23:20-33) Hij zoekt mensen om Zijn plannen met deze wereld te openbaren, Zijn Naam te verheerlijken en Zijn volk tot overwinning te leiden over de machten der duisternis.         

De duivel is de overste der wereld en gaat rond over de aarde. De duivel zoekt een woning, een mens om in te wonen, waardoor hij zijn vernietigend werk kan doen.

Veel mensen zijn een gemakkelijke prooi voor hem door onwetendheid, verkeerde voorlichting of helemaal geen voorlichting.

Van Jezus zeiden de Joden dat Hij de boze geesten uitdreef door de duivel en een naïef en vroom volk gelooft dit nog ook. (Luc. 11:14-22) En de mens van deze tijd ge­looft niet in spoken, wij ook niet. Als ik door de vinger Gods – de Heilige Geest – de boze geesten uitdrijf, dan gaan deze weer een huis zoeken om in te wonen, en zelfs zal hij met zeven boze geesten terugkomen, zegt Jezus. Wie niet voor mij is behoort bij de tegenpartij, de duivel, en wij kennen zijn werken. De duivel moet wijken voor de rechtvaardige, met het woord van God, het zwaard des Geestes.

Dit is geen geestelijke hoogmoed, integendeel maar rusten in het Woord van God, voor hen die tot Zijn rust zijn ingegaan. (Heb. 04:01-13). Deze rust is ons bereid door onze Hogepriester, Jezus Christus. Geheiligd in Hem hebben wij geen georganiseerd heilig jaar nodig. Hij is voor allen die Hem gehoorzaam zijn, tot eeuwig heil geworden.ft

Zij die ziek zijn hebben de Heelmeester nodig

Duizenden mensenzijn ziek en zoeken genezing, maar de Heelmeester laten ze buiten staan. Als de dokter komt wordt hij met vreugde ontvangen, op zijn deskundige raad slikt men alles om te genezen. Daar heb je geloof voor no­dig, dus geloof is er wel bij de mens. Alleen reeds in Nederland zijn meer dan 1800 (achttienhonderd!) geneesmid­delen, voor alles is er iets.

Maar Jezus Christus, van wie geschreven is dat Hij allen genas, die door de duivel overweldigd waren, (Hand. 10:38) laten zij buiten staan. Die past niet in hun denkpatroon, in hun geloofsleven, in hun leer, en leringen van mensen, die hun liever zijn beheersen hun leven. Doodmoe tobben zij door in hun leven. “Tot Mij komen zij niet, want het hart van dit volk is vet geworden.

Keihard door de leer. Ziekte moet je mee leren leven, dat is een kruis, zeggen de mensen, terwijl Jezus zegt dat het werken van de duivel zijn.

Hij heeft de werken der duisternis – de duivel – geopen­baard en over hen gezegevierd en met Hem hebben wij de overwinning.

Een hobbelpaard is een paard, maar het is dood en komt niet vooruit. Zo is het ook met een dood geloof. Levend geloof doet iets, is altijd in beweging, maar niet in een kramptoestand.

De ziektemachten moeten wijken, omdat dit de wil van God is. Maar wordt Gods Naam verheerlijkt in een genezing is de vraag.

Blinde wegwijzers

Veel wegwijzers op straat en aan de huisdeur, wijzen al­lemaal een weg, en ieder die luistert naar deze blinde weg­wijzers komen in een doolhof van leringen terecht.

Wij hebben de sleutel der kennis en wat doen wij, zijn wij werkelijk discipelen van Jezus, dit was Zijn opdracht. (Matt. 28:16-20). Of voelen wij ons te belangrijk voor deze taak?

Jezus deed de werken van Zijn Vader, en deze leer bracht de mens, leven, voedsel, water en genezing. Hij is nog De­zelfde, en waar Zijn discipelen Zijn werken doen is de uit­komst dezelfde.

Waar God woont met Zijn Geest, daar is gezondheid, recht­vaardigheid, liefde, blijdschap en vrede, voor ieder.

Wij geloven in de God van de Bijbel. Zijn Woord, de Waarheid. Hij sprak en het was er. Hij wil ons werkelijk nieuw maken.

U gelooft wel dat u later een verheerlijkt lichaam zult ontvangen, wel ga dan nu God verheerlijken met uw lichaam, (1 Kor. 06:19-20).

Als wij een leven van pijn en ziekte hebben, willen wij graag dat God de zaak gezond zal maken, maar onder onze controle.

Het volle evangelie is het enige ware geloof, dat is ze­ker, zeggen de mensen, maar je moet je verstand gebruiken. Wat zal mijn man of wat zal mijn vrouw zeggen, die gaat ook naar de kerk. Wat zullen mijn kinderen zeggen, of onze vrienden en kennissen?

Veel vragen, en niemand vraagt: Wat zal de Heer Jezus Christus van mij zeggen als Hij komt?

Is God dan niet bij machte, als wij Jezus werkelijk vol­gen, vader, moeder, kinderen, ons hele huis te behouden, als wij werkelijk discipelen zijn van Hem?

Hij is bij machte uit stenen kinderen te verwekken dat is onze God, uw God, als u wilt.

Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Zal Hij ons dan niet al het goede schenken wat wij nodig hebben?

Niets kan ons scheiden van de liefde Gods, als wij ge­hoorzaam -zijn.

Nemen wij God op proef, of beproeft Hij ons’ Hij zegt: Beproef Mij.

Heeft u talenten, begraaf ze niet

Laten wij al de oude rommel van I974, en ook reeds van de eerste weken van 1975 aan Zijn voeten leggen. Geef je leven aan Jezus, dit is: Geven voor nieuw leven.

Ik wil Uw zegen over mijn leven, om een zegen te zijn voor anderen.

Hoe lang leeft u nog, weet u dit? Wilt u met lege handen of nog erger, met vuile handen staan voor God?

Hij weet wie u bent. Wij leven razend snel, maar nog is het dag. Wat onbelangrijk is, is alles tegen de eeuwig­heid.

Mag God werkelijk in uw leven komen, mag Hij op de troon van uw hart en in uw huis wonen? Of laat u Hem bui­ten staan? (Matt. 10:32-42).

De vraag is niet of u ook lid bent van een kerk, of u aan geloof doet.

Maar uw vraag behoort te zijn: Ben ik Zijn eigendom? Is mijn naam in het boek des levens geschreven? U kunt het weten! De eindoverwinning is voor Gods volk. Met Hem zijn wij overwinnaars, op Zijn voorwaarden. Wie heeft anders woorden van eeuwig leven dan Hij alleen!