1975.12 nr. 153

Levend Geloof 1974.12 nr.153

Van de redactie

Opnieuw is een jaar bijna voorbij! Het 13e jaar voor wat betreft de verschijning van “Levend Geloof”. We zijn blij en dankbaar dat ons blad sinds september weer iedere maand verschijnt.

Dankbaar zijn we ook voer de spontane hulp die we sinds enige tijd ontvangen van de fam. G. van de Vosse uit Wapen­veld, die thans het vergaren, vouwen, nieten en afsnijden verzorgen.

Ook uit verschillende andere plaatsen werd ons hulp aan­geboden. Het zijn even zovele bewijzen dat “Levend Geloof” door velen gewaardeerd wordt. In de loop der jaren is het blad – ondanks zijn eenvoudige verschijningsvorm – bij ve­len een vaste plaats gaan innemen in de geestelijke lectuur wereld. De Heer heeft ons steeds weer door Zijn Woord en Geest geleid, om het Evangelie uit te dragen, waarvoor Hij ons in Zijn grote genade de ogen geopend heeft, namelijk Het Volle Evangelie.

Dit is hetzelfde evangelie wat ook Jezus en de apostelen brachten en waardoor de eerste Christengemeente groeide en bloeide.

Dit is ook het enige evangelie wat in deze eindtijd in overeenstemming is met de wil van God, want Jezus zei in (Matt. 24:14) “Dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn”.

Dit evangelie hopen wij ook in het 14e verschijningsjaar van “Levend Geloof” uit te dragen. Daarbij willen wij ons niet exclusief opstellen, omdat dit on-Bijbels is! Wij zijn ons terdege bewust dat Gods Geest niet alléén werkt via ons blad.

Anderzijds willen wij ook waakzaam zijn door niet te verslappen. Het is bedroevend te moeten constateren dat heel wat volle evangelie- en pinksterpredikers en groepen, terwille van samenwerking met gelovigen die afwijzend staan tegenover belangrijke facetten van het volle evange­lie, water in de wijn doen. De Heer heeft ons de ogen ge­opend voor het volle heil in Christus en nu dragen wij ook de verantwoordelijkheid dit volle heil uit te dragen!

Wij geloven dat de levende Heer, redacteur zowel als medewerkers, wijsheid en inspiratie zal geven bij het samenstellen en schrijven van de artikelen voor ‘’Levend Ge­loof” en dat de lezers en lezeressen er door opgebouwd zullen Worden.

Wij zijn dankbaar voor alle gebeden en andere steun die wij uit de lezerskring ontvangen en twijfelen er niet aan of “Levend Geloof” zal in 1975 meer vruchten afwerpen dan ooit tevoren.

Verder is het de bede van ons hart dat iedere lezer en lezeres rijk gezegend zal worden in 1975, niet alleen via ons blad, maar ook in het persoonlijk-, gezins-, maat­schappelijk- en gemeenteleven. Ook al zullen er beproe­vingen komen, laten we allen overtuigd zijn van de Goddelij­ke waarheid, dat wie op Hem zijn geloof bouwt, nooit beschaamd uit zal komen!

Een oud Gezangvers begint met de regel: “Uren, dagen, maanden, jaren; vliegen als een schaduw heen.,…” Hoe wordt dit juist in deze jachtige eindtijd bewaarheid! Het lijkt wel of alles in een stroomversnelling is geraakt.

Voor een kind van God houdt dit in dat hij waakzaam moet zijn óm niet uit de rust van Christus gebracht te worden. Dit is geen “valse rust”, maar doet ons onbe­vreesd en krachtdadig voorwaarts gaan op de éne weg, de weg van Jezus! Laten we actief zijn in dienst van de Meester, die ons kocht met Zijn dierbaar, kostbaar bloed.’

Zo mogen wij elkaar rijk gezegende Kerstdagen en een voorspoedig 1975 toewensen! 

 

Kerst-tragedie gedicht door Judith Jacobs

”Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld, die geeft,

geef Ik hem u” (Joh. 14:27).

 

En de vrede Gods die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden in Jezus Christus”(Filip. 04:07)

 

Het wachten is nog steeds op vrede…

Men zingt het graag elkander toe

Men bidt het zelfs in vroom verwachten,

Maar ’t hart is koud en leeg en moe.

 

En wie blijft zoeken op de aarde,

Wordt spoedig onuitsprekelijk moe;

Want wie de “Vorst der vrede” uitsluit,

Komt nimmer aan die blijdschap toe.

 

Maar die gelooft, die geeft Hij vrede…

Die zingt met ’t harte, blij te moe –

Het “Eer zij God”, en leeft verwachtend

Naar de komst van Jezus Christus toe.

 

O Heer, doorbreek het nacht’lijk duister,

Kom spoedig met Uw koninkrijk;

Daal neer met majesteit en luister.

Kom,… sticht Uw hemels vrederijk.

Levend geloof in Gods woord:

“Het geloof nu is de zekerheid van de dingen, die men hoopt,’ en het bewijs van de dingen, die men niet ziet” (Heb. 11:01).

“Zonder geloof is het onmogelijk God welgevallig te zijn” (Heb. 11:06).

“Laat ons oog alleen gericht zijn op Jezus de leidsman en voleinder des

geloofs” (Heb. 12:02).

“Want gelijk het lichaam zonder geest dood is, zo is ook hot geloof zonder werken dood” (Jak. 02:26).

“….Maar hij moet bidden in geloof, in geen enkel opzicht twijfelende, want wie twijfelt…..moet niet menen dat hij iets- van de Here ontvangen zal, inner­lijk verdeeld als hij is” (Jak. 01:05-06).

Hebt geloof in God (Mark. 11:22)

“Alwat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal u geschieden” (Mark. 11:24).

“Wij wandelen in geloof, niet in aanschouwen” (1 Kor. 05:07).

“Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven” (Joh. 03:36)

 

Waarom Jezus geboren werd door Gert Jan Doornink

Wat betekent Kerstfeest voor u?

Ongetwijfeld hebt u een antwoord op bovenstaande vraag. Als u een kind van God bent weet u dat Jezus, de Zoon van de levende God niet alleen in Bethlehem ‘s stal geboren werd, maar ook in eigen hart.

Als u een eenvoudig opinieonderzoekje instelt onder uw familieleden, buren en kennissen, over de ware betekenis van het Kerstfeest, zult u echter al spoedig ontdekken dat slechts weinig mensen beseffen wat het Kerstfeest werkelijk betekent.

Natuurlijk weten heel wat mensen wel dat het gaat on de herdenking van de geboorte van Jezus als de Zoon van God, maar wat dit inhoudt ontgaat de meesten.

Zelfs heel veel kinderen Gods weten niets af van het werkelijke doel van Jezus’ komst op aarde. Zij hebben zich een bepaalde voorstelling van Jezus gemaakt. Zij weten dat Jezus hun ziel gered heeft voor de eeuwigheid. Uiteraard is dat geweldig, maar dat is niet het enige, hoe belangrijk ook. God wil dat we Jezus leren kennen zoals Hij werkelijk is en dat we wandelen in Zijn voetstappen.

Een kind van God behoort Jezus te kennen als Degene die alle macht heeft in hemel en op aarde, als Degene die een volkomen verlossing heeft teweeggebracht, als Degene die overwinning wil geven over zonde en ziekte, over vrees en twijfel.

Vele kinderen Gods hebben zich een karikatuur-voorstelling van Jezus gemaakt. Heel vaak is dat veroorzaakt door jarenlange boodschappen te beluisteren van theologen die Jezus niet persoonlijk kennen, laat staan Jezus in Zijn volheid.

Daarom is het zo belangrijk dat iemand die het evangelie brengt, ook het volle evangelie brengt, anders heeft hij in feite een evangelie dat afwijkt van het in de Bij­bel geopenbaarde Goddelijke evangelie.

Het geestelijk voedsel van een kind van God moet niet alleen bestaan uit “melkvoeding”, maar naarmate hij of zij geestelijk groeit ook uit “vaste spijs ‘. Immers ook Jezus zelf bleef niet als baby in de kribbe te Bethlehem liggen, groeide op tot volwassen man.

Kerstfeest is daarom nooit een op zich zelf staand iets. Het is het begin’ Jezus werd geboren èn gezonden’ “Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, op­dat Ik voor de waarheid zou getuigen”(Joh. 18:37).

Jezus geboorte was het begin van de grote opdracht die Hij moest vervullen. Laten wij daarom als kind van God niet oppervlakkig Kerstfeest vieren en onder ogen zien waarom Jezus werkelijk geboren werd. Er zijn in dit verband drie belangrijke redenen uit Gods Woord aan te wijzen.

Jezus geboorte is bewijs van Gods liefde

1.Jezus werd geboren omdat God liefde is’ (Joh. 03:16) zegt: “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn enig­geboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem ge­looft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe”.

God zond het Allerliefste wat Hij bezat naar deze werelds Zijn eniggeboren Zoon! Jezus geboorte is het grote bewijs van Gods liefde. Ondanks de zondeval bleef God Zijn schepping liefhebben. Niet de duivel heeft het laatste woord, maar Jezus. We weten dat de eindvernietiging van satan nog moet plaats hebben, maar reeds nu is, het door geloof in Jezus Christus mogelijk overwinning over satan te behalen, op wel­ke wijze deze zich ook manifesteert.

Jezus verbrak satans macht

2.Daarom is de tweede reden waarom Jezus geboren’ werd dezes om de macht van satan te verbreken. Zijn optreden was vol gezag en autoriteit. Ziekte en zonde, demonen en vrome geesten, kortom op welke wijze .satan zich ook openbaarde, Jezus had kracht en volmacht.

Jezus handelde in opdracht van Zijn hemelse Vader. God had Zijn schepping van oorsprong goed en volmaakt geformeerd. Door het zenden van Zijn Zoon was daar voor ieder mens de mogelijkheid gekomen om door het geloof in Jezus onder het juk van satan uit te komen. Welk een”victorie1

“Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou”(1 Joh. 03:08). Halleluja]

Jezus, het grote voorbeeld

3.Jezus werd geboren om ons een voorbeeld na te laten. Dat is de derde reden. (1 Petr. 02:21) zegt dat elk kind van God geroepen is. Waarom? Om dezelfde dingen te doen die ook Jezus deed. Is dat mogelijk? Ja. God vraagt nooit iets onmogelijks. Als Hij iets van ons vraagt geeft Hij ons ook de mogelijkheden om het te kunnen uitvoeren. Christus heeft ons een voorbeeld nagelaten…… Opdat wij in Zijn voetstappen zouden treden (1 Petr. 02:21).

Laten wij bij de herdenking van Jezus’ geboorte beden­ken dat Jezus thans niet meer in een lichaam van vlees en bloed op deze wereld is, maar wel geestelijk vertegenwoordigd is in Zijn gemeente. Vol van de Heilige Geest vervult deze verder de grote opdracht. Zoals Jezus eens gezonden was in deze wereld, zo is thans Zijn Gemeente gezonden.

Niet om een verwaterd schijn-evangelie uit te dragen, maar het evangelie zoals ons dat geopenbaard is in het Woord van God.

Dan vieren wij geen oppervlakkig Kerstfeest, naar wor­den wij op Kerstfeest 1974 door de Heilige Geest, krachtdadig aangespoord ons volledig in te zetten voor Koning Jezus.

 

Onderzoek u zelf door H. J. Glasbergen

Laten wij aanbidden

Hij kwam met gejuich, door de engelen Gods. En de engel zeide tot hen; weest niet bevreesd, want zie ik verkondig u grote blijdschap die heel het volk zal ten deel vallen: u is heden de Heiland geboren, namelijk Christus de Here. Ere zij God in de hoge, vrede op aarde, bij mensen des welbehagens.

Vrede met God is voor de mens het hoogste goed, dan wor­den deze woorden waar: weest niet bevreesd, maar blij dat Je­zus Christus de Heiland is, dat Hij mijn Heiland is, mijn Vriend tegen wie ik alles mag vertellen. Hij die volkomen betrouwbaar is, zegt: vreest niet, ook tegen u, tegen ieder met Kerstfeest 1974. “Weest niet bevreesd, want Ik ben met u tot aan de voleinding”.

Dan gaat dit gebeuren. Hij zal komen met gejuich, toen in het verborgene, dan zichtbaar voor Gods volk, niet één volk, maar de Gemeente van Jezus Christus, niet een organisatie, maar de Bruid van Jezus Christus, geen huilers, maar juichers, geen jankers, maar dankers.

En alle knie zal zich buigen en eer betuigen, want Jezus Hij is Heer. Hij is Heer, tot eer en glorie van God de Vader en als Hij kont zal Zijn Gemeente zijn zonder vlek of rimpel, daar jagen wij naar in de kracht Gods.

Daarom juichen wij nu al, want als het grote feest komt, dan zullen weer engelen komen on met ons in een volmaakt koor te zingen en Zijn Naam te prezen. Ere zij God in de gan­se schepping en het gehele universum zal Zijn Naam prijzen in gejubel, Jezus, Hij is Heer.

Wat een uitzicht, door inzicht, wat een visie, als je dicht bij Hem leeft en met Hem wandelt als Noach, vol gerech­tigheid.

Looft de Here, want Hij is goed

Wat leven vele kinderen Gods nog als bedelaars, net een Vader in de hemel die ons de ganse volheid geschonken heeft in Jezus Christus. Wat moeten wij daar nog aan toevoegen? Onze eigen ijver, inzichten, wijsheid, kennis of organisatie?

Wij hebben een afkeer van dit woord, in plaats van eenheid in Christus, wordt de scheiding steeds groter: Komt laten wij aanbidden die Koning… maar gescheiden van elkaar.

Als Gods kinderen in Nederland, elk voor zich, het God­delijke leven in hun leven toelieten en zich werkelijk lie­ten leiden door Gods Geest, “Die zal Mij verheerlijken zegt Jezus in (Joh. 16:12-15), was de gespletenheid van Gods wedergeboren volk gauw voorbij.

De discipelen kwam ‘op een dag bij Jezus om Hem te zeggen: Heer, er is iemand die het Koninkrijk Gods predikt in Uw naam, buiten ons om, buiten onze organisatie om… hoe durft hij! Het simpele antwoord van Jezus is erg teleur­

stellend voor deze georganiseerde. “Indien Hij dit doet in Mijn naam, laat hem dan, wat gaat u dat aan. Probeer het eens in de liefde, elkander verdragende, naar wat Ik u leer: Het koninkrijk Gods is gerechtigheid, liefde, Blijdschap en vrede. Wandelt zo als ik wandel en leg af, alle jagen naar erkenning, positie, eer of eerste plaats. Let eens op het belang van de andere, en niet op je eigen belangrijkheid, sterf eens aan uzelf, wat je van een ander verwacht. In (Filip. 02:01-18) zegt Paulus: Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was. Hij heeft zich vernederd en heeft de gestalte van een dienstknecht aangenomen. En doe bij dit alles de liefde aan, als de band der volmaaktheid. En de vrede van Christus, tot welke gij immers in één lichaam geroepen, zijt,  regere in uw harten.

Zijn goedertierenheid duurt tot in eeuwigheid

Als wij terug zien op wat dit jaar is gebeurd in het volle evangelie in Nederland, en in ons eigen leven, is deze vraag aan de orde: “Ben ik het Heer, die tekort geschoten ben tegenover mijn broeders en zusters; ben ik het Heer?” “En zij begonnen bedroefd te worden”(Matt. 26:20-25),

“Ik ben het toch niet, Here, die vergeten is dat ik het met mijn broeder en zuster goed moest maken en avondmaal vie­ren?” Al heb ik alleen maar verkeerd gedacht…..

“Gij dan geheel anders, gij hebt Christus leren kennen”, zegt Gods Woord. Wij zijn niet van onszelf en zullen onze Meester moeten behagen en Zijn Naam niet ten schande naken.

“Ben ik het Here, als ik zwijg, als Uw Naam wordt gehoond en bespot in Nederland?”. En zou God niet bedroefd zijn als Hij ziet, hoe wij elkaar verguizen.

“Neen, wij niet broeder, wij gaan rustig onze “eigen” weg “. Vooral rustig, werden wij maar onrustig. “Ik ben het toch niet Here, die ander is het”. Wij gaan rustig door.

Wee hen die het geweten hebben, die Zijn Woord kennen en het niet doen.

Jezus heeft geboden dat wij elkander lief zouden hebben en niet onszelf zouden zoeken. We zullen ons moeten afvragen of de Heer zich in ons kan openbaren, zodat de wereld rondom ons overtuigd wordt dat Jezus Dezelfde is.

Wij hebben dezelfde God dan Mozes, Abraham, Jozua, Gideon, David, Paulus en Petrus. ‘Wij zullen ons af moeten vragen of wij alleen leven om de grote daden Gods bekend te naken aan hen die hongeren en dorsten naar vrede en gerechtigheid, hen die geen antwoord krijgen op hun vragen. Wij hebben de sleu­tel der kennis gekregen on hen de weg te wijzen. Maar nu wordt het moeilijk om te zeggen: “Zie naar ons…..”

Hoe zullen zij geloven als zij het niet gehoord hebben en geen uitweg zien bij al die verwarrende geluiden. Er zijn ve­le stemmen die zeggen: Bij ons is het’ Loop het niet na Je­zus zegt: Het gaat om het Koninkrijk Gods’.

Heb ik gezwegen toen ik noest spreken; heb ik gesproken toen ik moest zwijgen? Zijn dit de gedachten onder de kerst­boom of hebben wij deel aan de boom des levens, aan Hem die zijn leven gaf voor ons?

Laat ons gebed zijn: “Uw wil geschiede in mijn leven”. Wij hebben niets neer te verliezen, maar alles te winnen. Waarom gaat Gods volk niet gezamenlijk de straat op, met twee aan twee naar de huizen, in opdracht van Jezus? Zo is het be­gonnen met Pinksteren, zo zal het eindigen. In steden, dor­pen en streken trokken zij uit. (Luc. 10:01-20).

Zijn wij werkelijk getuigen van Jezus?

Wij hebben een boodschap van Jezus Christus: “Bekeert u, want de tijd is kort”. Dan is er geen excuus meer. En de Meester zal zeggen: “Gij goede en getrouwe dienstknecht”. Niet met betoon van wijsheid, kennis en inzichten, maar met betoon van Geest en kracht. Niet onze groepering of or­ganisatie, onze belangrijkheid, naar ontdaan van alle luis­ter die wij onszelf hadden aangemeten.

De Heer vraagt van ons dat wij een hart vol liefde en bewogenheid, geduld en vrede zullen hebben voor hen die Hem niet kennen.

Laten wij in 1975 gehoorzaam zijn en een werkelijk ge­tuige van Jezus Christus.

Kom ik in “pinksterbeweging, mijzelf niet achtende. Ben ik verbonden aan de rivier des levens (Ez. 47:01-12), of ben ik een zijarm of moeras, een stilstaand water waar geen leven in is?

Hij gaf ons een goede wijngaard on goede vruchten op te brengen. Zijn wij werkelijk geslaagd? Wij die dezelfde Geest hebben ontvangen die Jezus uit de doden deed opstaan? Woont de Heilige Geest in de gemeenten in Nederland of zijn er nog andere geesten werkzaam in dit lichaam? God verscheurt namelijk niet, Hij heelt alleen en maakt vrij van alle banden. Hij kocht ons met Zijn bloed en gaf ons volmacht om de werken te doen die Hij deed. Hij maakte ons tot een heilige natie, een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, om de grote daden Gods te verkondi­gen on Hem te eren en te aanbidden in Geest en waarheid.

Laten wij ons dan ook koninklijk gedragen, onze afkomst waardig. Want zonder Hem zijn wij niets. Wij zijn uit de duisternis geroepen tot Zijn wonderbaar licht en in ontfer­ming aangenomen. De schepping – dus ook Nederland – wacht op het openbaar worden van de zonen Gods.

Hij werkt door Zijn Gemeente, Zijn Lichaam, wij weten het allen zo goed. Hij is in ons, bij ons en zal ons niet verlaten… Al had ik alle kennis en alle geloof, maar had de liefde niet, ik was niets. De liefde is niet opgeblazen.

Jaagt naar vrede met allen en heiliging

Ben ik het Here, die voor Kerstfeest vrede aanbiedt aan ieder die deze vrede wil ontvangen? Wil ik de minste zijn? Opdat zij allen één zijn, zoals Wij één zijn Vader, opdat de wereld gelove dat Gij Mij gezonden hebt, bad Jezus’ in (Joh. 17:01-26).

Wij hebben een Hogepriester die voor ons pleit en zal bidden tot de Vader, vergeef het hen; terwijl wij weten wat wij doen, wat een genade.

De vrede van Jezus gaat alle verstand te boven. Hebben wij deze vrede met God en de mensen, onszelf vergetende hoe belangrijk wij zijn, onszelf prijsgevende om Hem te beha­gen. Zijn wij bedroefd om deze gespletenheid, want dit is het. Heel het maatschappelijk leven gaat kapot, door onze verdeeldheid. Er heerst een geest die verscheurd en ver­deeld en zo alles krachteloos maakt. Hebben deze geesten ook geen kans gezien bij ons te infiltreren? Velen zijn in de Geest begonnen en in het vlees geëindigd, laten wij ons­zelf niets wijs maken.

Wij hebben de wapens der gerechtigheid, wij kunnen over­winnen in de kracht Gods, als wij onszelf overwinnen. Wij leren zoveel aan onze mensen, zodat zij vol van wijsheid zijn, vergetende dat afleren van “eigen” wijsheid het belangrijkste is. De discipelen moesten alles afleren en afleggen zelfs visvangen, om vissers van mensen te worden. Een vat dat vol is van zichzelf, kan niets meer bij. Paulus achtte alles schade om Hem te kennen. Jezus alleen.

Het Lichaam van Christus is een organisme, geen organisa­tie, hoe goed bedoeld. Wij moeten met Kerstfeest stralende sterren zijn in een wereld van duisternis. Het moet ons al­len toch pijn doen, om wat verscheurd is. “Het is niet mijn schuld, broeder, maar de ander”. Wij zijn allen schuldig. Een ieder wil de ander accepteren op zijn voorwaarde, op zijn inzichten en vanuit zijn positie, die zo belangrijk is in eigen ogen dan.

Wij hebben de sleutel

Ben ik een reukoffer voor Zijn aangezicht? Ben ik het leem en is Hij de Pottenbakker? ‘      .           .

Ben ik de graankorrel die sterven-moet?

Wat doen wij in het nieuwe jaar? Op de oude weg door­gaan? Uw Koninkrijk kome, vol van gerechtigheid, liefde, blijdschap en vrede. Dit behoort de wens te zijn van elk kind van God, die zichzelf niet zoekt.

Een ieder onderzoeke zichzelf voor Gods aangezicht. Vraag God of u misschien op een heilloze weg bent. “Ik ben het toch niet, Here?”

En als het nu die ander is, dan wil ik de minste zijn, naar Uw Voorbeeld, toen u Petrus vroeg, zonder verwijt: “Hebt gij Mij lief?” Dan kunnen wij naar waarheid zeggen: “Gij weet alles Heer, Gij weet dat ik u lief heb”.

Verneder u voor God en de mensen met Kerstfeest 1974 en het zal feest zijn in de hemel, tot eer van God, in de ,men­sen een welbehagen,

Weest te allen tijde overvloedig in het werk des Heren! (1 Kor. 15:58).

 

Wat de Bijbel zegt over Jezus

Nu we toch aan het Kerstfeest vieren zijn, is dat een mooie gelegenheid om eens te zien wat er in de Bijbel staat over het Kind in de kribbe, dat Jezus genoemd moest worden

Op de tweede bladzijde in de Bijbel wordt Hij al be­loofd. Dus is Hij de Beloofde.

Verder; Abrahams zaad, Davids zoon, Zoon van God en Zoon des mensen.

Een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven en de heerschappij rust op Zijn schouders.

Men noemt Hem:

Wonderbare Raadsman,

Sterke Held, Gods,

Zoon van de eeuwige Vader,

Vredevorst,

Vredegebieder,

Stichter van het Koninkrijk Gods op aarde, Emanuel, God met ons,

De Knecht des Heren,

De Gezondene des Vaders.

Hij was ook de Man van smarten, vertrouwd met ziekten. ‘Nochtans onze ziekten nam Hij op zich en door Zijn strie­men is ons genezing geworden”.

Hij is het Lam Gods dat de zonden der wereld wegnam. Zelf was Hij zonder zonde.

Het heilig Kind Jezus, geboren in Bethlehem naar de Schriften.

De Redder der wereld,

De Verlosser,

De Verzoener van onze zonden,

De Bevrijder van gebondenen,

De Heiland,

De Genade Gods verschenen, heilbrengend aan alle mensen,

Het Licht der wereld,

De Weg,

De Waarheid en

Het Leven.

De Wonderwerker, rondgaande en genezende al­len die door de duivel overweldigd waren. De Geneesheer der kranken, De Doper met de Heilige Geest, De Goed Nieuwsbrenger, De Volbrengen van Gods wil.

De Messias,

De Koning der koningen,

De Koning van het gans heelal,

De goede Herder,

De Brons des levens.

De Stiller van de storm.

De Hersteller aller dingen.

De geliefde Zoon, waarin God Zijn welbehagen had.         ,           •

De Hogepriester, Be Borg en Middelaar.

De Christus,

Gezalfde,

Jezus van Nazareth,

Roos van Saron.

Lelie der dalen, Ceder van Libanon.

Blinkende Morgenster.

Voleinder van ons geloof.

De liefde Gods,

De Rots der eeuwen, Be Heer der Heren.

De Gekruisigde, wat meer is de Opgestane uit het graf.

De Opgevarene, zittende ter rechterhand Gods.

De Overwinnaar, over satan en zijn ganse rijk.

De Overwinnaar over zonde, ziekte, dood, hel en graf, het rijk der duisternis, de duivel, de draak, de aloude slang, de hole legermacht van de vijand.

Jezus, de Eerste en de Laatste, de Alpha en de Omega.

De Zaligmaker.

De Eerstgeborene uit de dood,

De Overste van de koningen der aarde, die Bie is en die was en die komt.

De Man op het witte paard met het tweesnij­dend zwaard.

Eens mensen Zoon temidden van zeven gouden kandelaren.

Hij is de Levende, levend tot in alle eeuwigheid,

Hij heeft de sleutels van de dood en het dodenrijk.

Hij noemt ons broeders

Hij is onze Herder en Leraar.

Hij is de Heilige, de Waarachtige.

Hij is de nieuwe Adam.

Hij is de Erfgenaam van alle dingen.

De Afstraling van Gods heerlijkheid. De Afdruk van Zijn wezen.

Hij is de Wijsheid Gods

Hij is de Hoeksteen

Hij is de wortel en het geslacht van David

Hij is de blinkende morgenster

En Hij zegt: “Ik kom spoedig”.

Hij is de komende Bruidegom.

En de Geest en de bruid zeggen: Kom haastig, Here Jezus”. Amen.

 

Oud en nieuw in Gods woord

“Niemand zet een niet-gekrompen lap op een oud kledingstuk; want de ingezette lap scheurt iets af van het kleding­stuk en de scheur wordt erger. Ook doet men jonge wijn niet in oude zak­ken; anders harsten de zakken en de wijn loopt weg en de zakken gaan ver­loren; maar men doet jonge wijn in nieuwe zakken en beide blijven samen behouden”

(Matt. 09:16-17).

“Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbij­gegaan, zie, het nieuwe is gekomen”

(2 Kor. 05:17).

“Liegt niet meer tegen elkander, daar gij de oude mens net zijn praktijken afgelegd, en de nieuwe aangedaan hebt, die vernieuwd wordt tot volle kennis naar het beeld van zijn Schepper, waar­bij geen onderscheid is, maar alles en in allen is Christus”. (Kol. 02:09-10).

 

Wat zal 1975 brengen?

Aan het einde van ieder jaar wordt een stroom van ver­wachtingen voor het komende jaar uitgesproken, Allerlei politici, deskundigen zowel als ondeskundiger, willen ons vertellen wat 1975 ons zal brengen.

Daarbij komen nog de talrijke waarzeggers en helder­zienden die op occulte wijze hun verwachting te beste ge­ven. Wat dit laatste betreft, het lijkt wel of de mens die Jezus niet kent, steeds meer in de greep van deze werkers van satan komt. Een stroom van bladen heeft als vast onderdeel de horoscoop en velen voelen zich aangetrok­kén om er zich door laten te beïnvloeden.

De ware Christen weet dat het eindtijd is. Hij ziet het als één van de vele tekenen, dat de scheiding der geesten in volle gang is. Hij raakt echter door een en ander niet verontrust.

En wat de toekomst betreft: Hij tast niet in het duis­ter. Het is de Heilige Geest die hem leidt in alle waar­heid. Jezus zelf noemt in Joh.15:15 als één van de aspec­ten van de Heilige Geest, de verkondiging van de toekomst.

Dat is wat anders dan de negatieve misleiding van de waarzeggende geesten van satan. Een kind van God dat de Heer met heel zijn hart volgt, zal nimmer in de duister­nis wandelen. Hij is niet bevreesd voor de toekomst, want de Heilige Geest voorspelt hen, zowel in de kleine als in de grote dingen, wat er gaat gebeuren.

Ook heeft hij de rotsvaste zekerheid, dat ook al komen er beproevingen van tijd tot tijd, Jezus altijd met hem is. “Hij zal ons niet begeven, noch verlaten”. Ook niet in 1975 Voorwaarde is echter: gehoorzaamheid. Wees een getuige van de levende Heiland en u zult ook het komende jaar ervaren dat Jezus’ belofte waar is: “Ik ben met u al de dagen, tot aan de voleinding der wereld” (Matt. 28:20).

 

De ruiter op het witte paard gedicht door Judith Jacobs

(De verschijning)

Wie is het Wezen, dat verschijnt,

Gezeten op het witte paard?

Wie is die Ruiter die, geducht,

de volken om Zich henenschaart?!

 

Hij was Die eens geboren werd

In een donkere en schaam’le stal;

Reeds toen knielden de wijzen neer

Voor koning Christus van ’t heelal!

 

Hij was Degeen die stierf aan ’t kruis,

Wiens naam zo maat’loos werd gekrenkt;

Reeds eerder ‘wierf Hij zich de kroon,

Werd ook Zijn kleed van bloed doordrenkt.

 

Hij is: der aller koning Heer,

Die nu als God’s Gezalfde komt….

Hij is: Waarachtig en Getrouw,

Voor Wie elk’ mensenmond verstomt. (Openb. 19:11-16; Openb. 01:07).

 

1974.11 nr. 152

Levend Geloof 1974.11 nr. 152

Wie is Jezus

De Bijbel geeft antwoord

Door alle eeuwen heen is de vraag: “Wie is Jezus?” duizenden en nog eens duizenden malen gesteld. Ontelbaren hebben getracht een antwoord te geven op deze vraag. Vele boeken, brochures en artikelen zijn aan dit onderwerp gewijd.

De één noemt Jezus de grootste profeet aller tijden een ander noemt Hem een grote wonderdoener of een “superster”. Velen stellen Hem op één lijn met leiders van andere grote godsdiensten.

Er is slechts één boek dat een duidelijk en betrouw antwoord geeft op de vraag: Wie Jezus is”. Het is het woord van God, de Bijbel.

In de Bijbel wordt ons geopenbaard wie Jezus is, wat Hij deed en van welke betekenis Hij is voor de mens van vandaag.

Jezus is de Zoon van God

Jezus is de Zoon van de levende God. Velen hebben moeite zich een voorstelling van God te maken. Het begrip “God” is voor hen iets abstracts, iets onwezenlijks. Nu zegt de Bij­bel ook dat niemand ooit God heeft gezien, maar….. “de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen”(Joh. 01:08). Jezus is namelijk de afstraling van de heerlijkheid Gods en de afdruk van Zijn we­zen. (Heb. 01:03a).

Toen Jezus lichamelijk op aarde was, stelde Hij op een gegeven moment de vraag aan Zijn discipelen, wat de mensen dachten wie Hij was. We lezen namelijk in (Matt. 16:15-16): “Toen Jezus in de omgeving van Caesaréa Filippi gekomen was, vroeg Hij zijn discipelen en zeide: Wie zeggen de mensen, dat de Zoon des mensen is? En zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper; anderen: Elia; weer anderen: Jeremia, of één der profeten. Hij zeide tot hen; maar gij, wie zegt gij dat Ik ben? Simon Petrus antwoordde en zeide: Gij zijt de Christus, de zoon van de levende God!”

Dit was het enig juiste antwoord en is ook nu nog de ab­solute waarheid.’

De Middelaar van het nieuwe verbond

De Bijbel is verdeeld in een oud en een nieuw testament. Wie als “nieuweling” in de Bijbel gaat lezen ontdekt al spoedig dat er een groot verschil is tussen het oude en het nieuwe verbond.

Bij de tabernakel- en tempeldienst van het Oudtestamentische volk van God, ging de hogepriester eenmaal per jaar het zogenaamde ”heilige der heiligen’’ binnen, on op het verzoendeksel van de ark dierenbloed te sprenkelen, waardoor verzoening tot stand kwam voor de zonden van het volk. Het was alles echter tijdelijk en onvolkomen.

Een radicale verandering kwam er door de komst van Je­zus. Toen Hij aan het kruis van Golgotha hing en de zonde van de gehele wereld droeg, gebeurde er ook in de tem­pel te Jeruzalem iets. Het voorhangsel van de tempel scheur­de van boven naar beneden in tweeën. Dit voorhangsel vormde de afscheiding tussen het heilige en het heilige der heili­gen. In dit laatste deel mocht het gewone volk nooit binnen komen, alleen de hogepriester eenmaal per jaar.

Maar Jezus was de Middelaar van het nieuwe verbond (Heb. 09:15). Bloed van stieren en bokken was niet meer nodig. Hij gaf Zijn eigen bloed.’

Wat er in de onzichtbare wereld gebeurde, toen Jezus de overlieden en machten ontwapende en onttroonde, kwam in de zichtbare wereld tot uiting bij het scheuren van het voor­hangsel. De tempeldienst had afgedaan. De weg naar de troon van God was vrij! Ieder mens kan nu rechtstreeks tot God naderen om vrede te ontvangen. Jezus opende deze weg!

De Weg, de Waarheid en het Leven

“Jezus zeide: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij” (Joh. 14:06).

Ongetwijfeld één van de meest indrukwekkende uitspraken van Jezus. Hier is geen misverstand mogelijk, iedere twijfel wordt uitgebannen. Wie is Jezus? Hij is de Weg! Hij is de waarheid! Hij is het Leven!

Miljoenen mensen zijn in onze dagen terecht gekomen op allerlei wegen, waarop zij trachten “het geluk” te vinden. Zij volgen de wegwijzers van satan, waardoor zij terechtko­men in occulte leringen, dwaal leringen, verslavende midde­len, maar vinden niet de ware vrede. Het zijn doodlopende wegen. Zij hebben niets net de ware Godsdienst te maken, ook al worden zij onder het mom van “waarheid” geprocla­meerd

Alleen Jezus is de Waarheid. Alleen Hij schenkt het echte Leven. Alleen Hij is de enige Weg.

“Niemand komt tot de Vader dan door Mij”, (Joh. 14:06) heeft Jezus met grote volmacht gezegd! Een ieder die het anders voor wil stellen spreekt de taal van de vader der leugen: de dui­vel. Vrede met God is alleen mogelijk door geloof in Jezus Christus.

Hij kwam om de nacht van satan te verbreken! (1 Joh. 03:08): “Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard,….. opdat Hij de werken des duivels verbreken zou”.

Jezus bediening

Wie wil ontdekken wie Jezus is, vindt een schat van gege­vens in de vier evangeliën. Zijn geboorte, Zijn leven en bediening, Zijn lijden en kruisdood, Zijn opstanding en hemel­vaart worden door de vier evangelisten; Mattéus, Marcus, Lucas en Johannes duidelijk beschreven.

Voordat Jezus Zijn bediening van drie en een half jaar begon, werd hij verzocht door de duivel, die Hem met het Woord van God ten val probeerde te brengen. Maar Jezus weerstond de satan ook met Gods Woord uitgesproken onder de zalving van de Heilige Geest. Voordat Hij in de woestijn geleid werd, waar Hij 40 dagen door de duivel verzocht werd was Jezus namelijk gedoopt in de Jordaan en gezalfd met de Heilige Geest. Daarom was Zijn optreden in de kracht des Heiligen Geestes.

In (Hand. 10:38) staat dat God Hen met de Heilige Geest en met kracht heeft gezalfd en dat Hij is rondgegaan, weldoen­de en genezende allen, die door de duivel overweldigd wa­ren.

Jezus openbaarde de wil van God. Hij verkondigde het Ko­ninkrijk Gods en bracht in praktijk wat Hij verkondigde.

Toen Hij in Nazareth, de stad waar Hij was opgevoed, naar de synagoge ging, las Hij voor uit het boek van de profeet Jesaja: “De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen; en Hij heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te ver­kondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid, om te verkondigen het aangename jaar des Heren”(Luc. 04:18-19). Daarna sloot Hij het boek en zei: “Heden is dit Schriftwoord voor uw oren vervuld” (Luc. 04:21). Met andere woorden: Wat jullie horen dat ga Ik doen!

Na aanvankelijke instemming komt al spoedig de haat op­zetten van de Godsdienstige leiders van die tijd. De Fari­zeeën en Schriftgeleerden kwamen in verzet. Zij spraken over God en Gods wetten, naar leefden er zelf helemaal niet

naar. Hun positie kwam in gevaar en we weten waar die haat uiteindelijk in resulteerde.

Jezus ging echter, dwars door alles heen, verder. Hij kon niet anders. God had Hem gezonden. Hij was de Vertegen­woordiger van het Koninkrijk Gods. En ieder mens die in het geloof tot Hen kwam, werd werkelijk gelukkig, doordat Hij hen bevrijdde uit satans nacht.

Jezus is nog Dezelfde!

“Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid’ (Heb. 13:08).

Er zijn sommigen die wel geloven in de gebeurtenissen uit de eerste tijd van het Christendom en Jezus’ bediening op aarde, maar die menen dat het toen afgelopen was. Teke­nen en wonderen? Dat was voor de tijd dat de Gemeente ontstond, naar daarna was het voorbij…..

Wat een misverstand! Waar vinden we dat vermeld in Gods Woord? Het tegendeel is waar. Jezus is dezelfde, gisteren ……naar ook vandaag en tot in eeuwigheid. Dit betekent dat Hij de dingen die Hij toen deed, ook nu wil doen. Hij is niet veranderd.

Zoals Hij destijds zondaren hun zonden vergaf, zieken genas, gebondenen bevrijdde en de mensen werkelijk gelukkig maakte, zo wil Hij het ook thans doen!

Voorwaarde is slechts geloof. Vertrouwen dat Hij een Waamaker is van Zijn beloften. Ieder die in het geloof tot Hem kont, zal ervaren dat Hij de onveranderlijke is! Hij is gekomen om leven en overvloed te brengen. (Joh. 10:10)

Kent u Jezus?

In de eindtijd waarin wij leven, komt het er op aan dat wij Jezus leren kennen zoals Hij werkelijk is. Het heeft voor de mens geen enkele waarde, als hij al een bepaalde voorstelling van Jezus heeft, zonder te weten wie Hij werkelijk is.

Paulus, die op zo’n radicale wijze tot geloof in Christus was gekomen, wist dat het er om ging Jezus werkelijk te “kennen”.

Hij schrijft aan de Filippenzen in hoofdstuk 3, hoe hij voor zijn bekering naar de wet onberispelijk was en naar zijn ijver een vervolger van de gemeente.

“Maar alles wat mij winst was, heb ik om Christus’ wil schade geacht. Voorzeker, ik acht zelfs alles schade, omdat de kennis van Christus Jezus, mijn Here, dat alles te boven gaat. Om zijnentwil heb ik dit alles prijs gegeven en houd het voor vuilnis, opdat ik Christus moge winnen, en in Hem moge blijken niet een eigen gerechtigheid, uit de wet, te bezitten, naar de gerechtigheid door het geloof in Christus, welke uit God is op de grond van het geloof. (Filip. 03:07-08)

Dit alles om Hem te kennen en de gemeenschap aan zijn lijden om de kracht zijner opstanding, of ik, aan zijn dood gelijkvormig worden­de, zou mogen komen tot de opstanding uit de doden”(Filip. 05:07-11).

ledere volgeling van Jezus in deze eindtijd zal ervaren dat hij pas een waarachtig volgeling van Jezus is, als hij leeft uit de opstandingskracht van Jezus, dus als hij een overwinnende Christen is. En als hij “gemeenschap heeft aan Zijn lijden”.

Dit laatste is in feite een logisch’, gevolg van het waar­achtig volgen van Jezus. Immers de haat van de duivel richt zich op diegene die Jezus radicaal volgt. Evenals Jezus zelf door de duivel gehaat werd.

Maar Gods Woord zegt dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die over ons geopen­baard zal worden, (Rom. 08:18).

“Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord, en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben”(1 Kor. 02:09).

Hebt u Jezus werkelijk lief? Kent u Jezus? Volgt u Hem met geheel uw hart?

Belijd Hem uw zonden. Neem Hem aan als uw Verlosser en Bevrijder, Aanvaard het nieuwe leven wat Hij u uit genade schenken wil.

U zult er nooit geen spijt van krijgen, maar een alles­overheersende vrede en blijdschap zal uw leven vervallen.

 

De Heer is mij Herder (getuigenis) door Gert Jan Doornink

(Het getuigenis van Joop Holterman)

Onlangs ontvingen wij van zr. Holterman-Mannes uit Soestdijk, een bewerking van Psalm 25 van haar man, br. Joop Holterman, die een jaar geleden – op 2 december 1973 – door de Heer werd Thuis gehaald in Zijn Heerlijkheid. (Op de volgende bladzijden treft u dit artikel aan).

Door de onregelmatige en late verschijning van “Levend Geloof”, hebben wij destijds geen aandacht geschonken aan het heengaan van br. Holterman, die zo’n grote plaats in­nam in de harten van zeer velen.

Dit laatste bleek wel het duidelijkst door de overweldi­gende belangstelling op de dag van de begrafenis. In de uitvaartdienst gaf br. Herman ter Welle op aangrijpende wijze door wat het leven van br. Holterman beheerste. Ontroerend was het moment toen br. Ter Welle de Bijbel van br. Holterman overhandigde aan diens zoon. Deze Bijbel, vol aantekeningen en onderstrepingen, was letterlijk “stuk” ge­lezen.

Sinds ik in 1964 voor het eerst kennis maakte met br. Holterman, heb ik vele indringende gesprekken net hem gehad waarvoor ik erg dankbaar ben, ook al botsten onze meningen nog al eens.

Velen in nood werden door br. en zr. Holterman opgevan­gen. Of het nu een eenvoudige bosarbeider of een ontwikkeld intellectueel was, br. Holterman nam alle tijd om, soms tot midden in de nacht door te praten en…..de problemen aan de levende God bekend te maken. Wij zouden vele namen kunnen noemen van hen die tot geloof in Christus en levens­vernieuwing kwamen, maar dat zou geheel in strijd zijn met zijn leefwijze, die wars was van alle eigen eer en roem.

Het was de allesoverheersende liefde van Christus die Zijn leven in beslag nam, waardoor hij een gedrevene werd en voor zo velen tot een levende wegwijzer van Christus was.

Psalm 23 bewerkt door J. Holterman

De Heer is mijn Herder; mij zal niets ontbreken. Niets – radicaal. Niet’, niet veel, doch: niets!

-Mij zal geen rust ontbreken, want Hij voert mij zachtkens aan zeer stille wateren.

Mij zal geen vergeving ontbreken, want Hij ver­kwikt mijn ziel.

Mij zal geen leiding ontbreken, want Hij leidt mij in het spoor der gerechtigheid om Zijns Naams wil.

Mij zal geen gezelschap ontbreken, want al ging ik ook in een dal van de schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt bij mij.

Mij zal geen troost ontbreken, want Uw staf en Uw stok, die vertroosten mij.

Mij zal geen voedsel ontbreken, want Gij richt een tafel toe voor mijn aangezicht, tegenover mijn tegenpartijders.

Mij zal niets ontbreken in dit leven, want mij zullen het goed en de weldadigheid volgen, al de dagen mijns levens.

Mij zal niets ontbreken in de eeuwigheid, want ik zal in het huis des Heren verblijven tot in lengte van dagen.

Wie mag zeggen; “De Heer is mijn Herder”, zegt daarmee niet nu zal ik nooit meer tegenslag hebben, nooit geldelijke zorgen, nooit huwelijksmoeilijkheden, nooit opvoedingspro­blemen.

Maar hij zegt wel: in al deze noden en moeite is de Heer. En als Hij er is, dan is het goed. Ook al gaat de weg, waarop Hij ons leidt, in tegen vlees en bloed.

Wie van harte belijdt: de Heer is mijn Herder, hoort door het rommelen van aardschokken, door het knetteren van hemelvuur, door het dreunen van explosies heen, hemelse koren bemoedigende melodieën zingen, vindt een weg door brandend hete woestijnen en andere onherbergzame oorden.

Aan dit van harte belijden: de Heer is mijn Eerder, gaat de klacht wegens Godsgemis vooraf, gelijk aan Psalm 23, Psalm 22 vooraf gaat, dat wil zeggen de lijdenspsalm: “Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?” Dit gaat vooraf aan de Psalm van het Geloofsvertrouwen.

We zien in Psalm 22 en 25 rechtstreeks Messiaans, met andere woorden in Psalm 22 horen wij Christus klagen zijn “de Profandis” en in Psalm 23 zien wij Christus “de Triomfator”, die als de Herder Koning, de Zijnen regeert, leidt, onderhoudt, troost en beschermt.

Als altijd loopt ook thans de prediking op Christus uit. Buiten Hem is God een verterend vuur. (Heb. 12:29). In Hem ingelijfd, is de Heer onze Herder, die de lammeren in Zijn schoot draagt en de zogenden zachtkens leidt. Hij gebruikt mensen als middelen om Zijn Herder-Ambt uit te oefenen. In de maatschappij in het algemeen, in de gemeente, in de ge­zinnen. Bovenal schenkt Hij aan een man zijn vrouw en aan de vrouw haar man, opdat zij onder toezicht van de Opper­herder elkander tot hand en voet zouden zijn. Elkander in alle dingen, die tot het natuurlijke leven behoren, zouden steunen, bij staan, bovenal elkander telkens bij inzinkingen en twijfelmoedigheden zouden wijzen op De Steun en de Bij­stand, die nooit tekort schiet en tot Wie een mens zich in gebed te allen tijde wenden mag:

Wil mij ook voortaan schragen,

door Uw grote kracht,

mij in Uw armen dragen,

door duisternis en nacht,

mij hulp en troost verlenen,

als alles mij begeeft

tot Gij mij voert daarhenen,

waar nooit een hart neer beeft.

 

Brief uit Curaçao

Wij ontvingen van broeder Bart Elling, Box 503, Curaçao een brief met het verzoek extra exemplaren van “Levend Geloof” te sturen omdat het hun toegezonden nummer, wat doorgegeven werd aan anderen voor verschillenden tot zegen was. Uiteraard voldoen wij gaarne aan dit verzoek. Reeds vele jaren sturen wij gratis veel extra nummers van “Levend Geloof naar verschillende landen, o.a. ook Indonesië. Dit wordt ons mogelijk gemaakt door extra giften van lezers waarvoor we uiteraard erg dankbaar zijn.

Wat br. Elling betreft: Deze is reeds vele jaren een hard en toegewijd werker in Gods Koninkrijk. In Nederland o.a. bekend uit tent campagnes en conferenties en als bijbelschool leraar en voorganger van de Pinkstergemeente te Stadskanaal. Enkele jaren geleden vertrok broeder Elling naar de West, waar hij eerst in Suriname en thans op Curaçao, de Heer mag dienen.

Een deel van zijn brief willen wij gaarne doorgeven.

 

Als de bouwers actief zijn…

We zijn hier op Curaçao om te dienen, te midden van veel verwarring en teleurgestelde christenen. We weten dat de vijand altijd actief wordt als de Heer ook gaat werken. Het is nog precies zoals in de dagen van Ezra en Nehemia. Toen de bouwers actief waren met de bouw van het heiligdom, kwam ook de vijand in actie. Helaas zien wij ook vandaag dat de vijand soms raak kan toeslaan, omdat de gelovigen niet waakzaam zijn. En de vijand niet doorhebben. Nadat de vijand dan zijn oogmerk heeft bereikt en de gelovigen heeft uit elkaar gedreven, gaat men vaak elkaar de schuld geven en de oorzaak zoeken bij de anderen. Ook zelfs deze beschuldigingen gebruikt de satan weer om nog grotere kloven te maken tussen de ge­lovigen.

We zien hoe langer hoe meer hoe belangrijk het is dat we duidelijk Gods weg zien en niet steeds de negatieve dingen in het oog houden.

Honger naar de dingen van de Heer

Temidden van de verwarringen mogen we zien dat de Heer toch doorgaat met Zijn werk. Hij bouwt Zijn Gemeente en maakt de Zijnen klaar naar Zijn plan.

Overal in de wereld zien we ook weer honger naar de din­gen van de Heer. Het hart van de mens wordt immers niet be­vredigd in de moderne sensaties. Vele jonge mensen zien dit duidelijk en daarom zoeken zij iets anders, iets reëels.

We zagen in Canada en Amerika een groot werk van de Heer, vooral onder jonge mensen. Misschien dat sommige “nuchtere” christenen in Holland wat sceptisch staan tegen­over deze movements, maar we hebben gezien de levensvernieuwingen en blijdschap bij velen.

Vooral zien we dat de gelovigen overal meer tot aanbidding komen. In sommige diensten is de aanbidding de hoofd­zaak en, neemt de meeste tijd van de dienst.

De gemeenten, die het geheim van de aanbidding kennen, zijn meestal de gezondste gemeenten en ook vaak de grootste gemeenten.

De aanbidding is een nieuwe ontdekking van de christenen en sluit zich volkomen aan bij de aanbiddingen in het Oude Testament. Denk aan de Psalmen van David, enz. Er staat in de Engelse vertaling dat Job zelfs in zijn verdriet over verlies, de Heer ging aanbidden. (Job 01:20)”

 

Eindtijd tekenen door H. J. Glasbergen

Als Paulus ons wijst op de tekenen die zich in de eindtijd zullen openbaren, en wij de wetteloosheid zien van onze tijd, geloven wij dat de komst van Jezus Christus dichtbij is.

(2 Thess. 02:01-17).

Er zijn en komen wetten van mensen, die Gods wetgeving . volkomen belachelijk maken en de wetsovertreders zelfs be­schermen. Een overheid die dichtbij het atheïsme is, al zijn er nog zich noemende christelijke partijen die deel hebben aan de regering.

De toenemende immoraliteit, het zedelijk verval, aangemoedigd door wettelijke erkende en beschermde verenigingen, zo­als de N.V.S.H. en C.O.C., is een gruwel voor God en een aan­fluiting voor deze mede regerende politieke partijen, die de Naam die zij zeggen te belijden tot hoon en spot maken.

Een geest uit de afgrond, die alle levenswaarden en het leven zelf veracht, zoals huwelijk, gezin, ongeboren leven, maakt zich meester van de moderne, nihilistische mens. “Laten wij heden genieten en alle geboden overtreden, want morgen sterven wij….. is het parool.

Het begint op de scholen, bij het jonge groen. De opstel­ling van een soort leraren, die God verwerpen, verpest de geest van veel jonge kinderen. Het is een geraffineerde hersenspoeling, verdraaid en verkromd moeten deze kinderen dan klaargemaakt worden voor de derde wereld, waar gerechtig­heid zal zijn voor ieder, tenminste dat geloven deze wijsgeren, die geloven in zichzelf.

Abortus is actueel op dit moment, kinderen die volgroeid zijn in de moederschoot tot 18 weken, wie weet nog verder, het is nog voor de moeder nog voor de wetenschap die deze dingen bedrijft een bezwaar. Waar is de grens van deze moordpartijen, als de maatschappij en de regering hieraan medeplichtig zijn?

Wij zwijgen in alle talen, wij hébben het veel te druk met ons zelf, ijveren om zo nodig erkend te worden door de­ze overheid, wat nog gelukt ook, als je maar bereid bent tot het compromis.

Een geest van verderf heerst in Nederland, de zonden rijken tot de hemel, terwijl het Woord van God, wat wij zeggen te kennen boven de anderen, ons leert, dat hen die het ge­weten hebben en gezwegen hebben, dubbel gestraft zullen worden.

De christelijke partijen buigen zich in alle richtingen, om de gunst van de kiezers niet nog meer te verliezen. Wij hebben het zo druk met zielen winnen voor ons eigen stand­punt en om elkander te bestrijden, dat duizenden kinderen oneer druk van boven af geestelijk vermoord worden.

In plaats van te jagen God te behagen, worden wij in de stroom van ongerechtigheden volkomen meegesleurd en weten wij niet meer hoe wij ons op moeten stellen tegenover deze machten. Als wij werkelijk één waren, zoals Jezus Christus één was met de Vader (dit is Zijn wil en ook mogelijk), zou God dan niet bij machte zijn om Nederland wakker te schudden uit zijn doodslaap?

Niet in organisaties, door mensen weer georganiseerd met hun hang naar erkenning van de wereld, maar één in de Geest van God, in Zijn liefde groeiende naar de band’ der volmaaktheid. Lees Gods Woord, van de tijd, van de Richteren, toen het volk in afgoderij en vele andere zonden verviel, en toen zij zich bekeerden was God telkens weer vol van genade en liefde on te vergeven en de vensters van de hemel open te zetten?

Is God dan niet dezelfde, wij zijn toch geheel anders. Wij hebben Jezus Christus bron kennen, maar zijn ook kerkje aan het spelen, net allo gevolgen van dien. Die zegt Hem te ken­nen en zwijgt is een leugenaar, zegt Gods Woord.

Als je niet bij een bepaalde groepering bent aangesloten wordt je niet erkend. Wij hebben onze naamkaarten afgelegd, omdat wij gezien hebben dat dit niet de wil van God is een merkteken van de mens te dragen. Nu worden wij niet verdra­gen, wel niet openlijk, mar wel voelbaar.

Het Lichaam van Jezus Christus is een organisme en geen organisatie. Alles verachtende om Hem te kennen. Wat in de   praktijk wil zeggen, dat Hij op de troon is van je hart. Als wij werkelijk Hen moeten openbaren in Nederland, wat één groot zendingsveld is, zullen wij terug moeten aan de voeten van Jezus, waar Hij ons zal leren, en de tekenen en wonderen zullen de gelovigen weer volgen.

Als wij geen beelddragers worden van Hen in deze samenleving, zal de goddeloosheid Nederland totaal overspoelen.

Toen minister Van Agt zijn beleid verdedigde in de tweede kamer, en enige détails noemde van abortus in de klinieken, onder andere dat kinderen aan stukken gesneden worden van­uit het moederlichaam, toen schuimbekten en tandenknarsten de voorstanders van deze moordwaanzin. Het deed mij denken aan de dood van Stéfanus. (Hand. 07:54-60). Alleen de stenen ontbraken nog in de tweede kamer…..

Gods volk, probeer je naam waardig te gedragen, het gaat om de eer van God, en niet om onze onbelangrijkheid, al voe­len wij onze belangrijkheid zo goed.

Hij gaf ons Zijn Geest, de Geest der Waarheid, niet voor onze organisatie of groepering, maar om Zijn Naam te ver­heerlijken. (Joh. 16:12-15). Hij alleen!

 

Jacobs droom gedicht door Judith Jacobs

(De geloofsladder)

De zon ging voor hen onder,

Hij rustte op een steen;

Maar daar gebeurde ’t wonder;

God hoorde zijn gebeen.

Hij sprak: ‘”k Zal u bewaren,

Uw voet, voor diepe val;

Omringen u gevaren,

’k Zal met u zijn in ’t dal…..

Vrees niet en klim naar boven,

Vat moed en zie Mij aan;

Al kan uw hart niet loven,

‘k Wacht u op ’t eind der baan….

En Jacob heeft zijn wegen

De Here toevertrouwd;

Hij heeft – die plaats ten zegen

Een huis voor God gebouwd.

Toen alles leek verloren.

Heeft hij Zijn God aanschouwd;

Daar werd in ’t hart geboren –

’t Geloof, dat nooit berouwt…..

Heer, leer mij U vertrouwen,

Geef, dat in nood en strijd,

Uzelf mijn hart zult bouwen:

De tempel, U gewijd.

Ja, ‘k heb het niet geweten,

Ik zag U Heer, niet staan;

Gij had me niet vergeten:

Ge zag me lang reeds aan.

Mijn voet zal ‘k vaak bezeren,

Ge wilt dat ‘k zal verstaan

Om op de weg te léren,

En Gij gaat zelf vóóraan.

O laat Uw kracht mij schragen,

Vervul mij met die moed:

’t Geloof dat – zonder vragen –

Uw roepstem volgen doet.

En mag ik straks belanden,

Dan weet ‘k door alles heen:

Het waren Heer, Uw handen,

’k Roem Uw gena alleen.

(Gen. 28:10-22; Heb. 11:01).

 

1974.10 nr. 151

Levend Geloof 1974.10 nr. 151

Eeuwig leven!

Wie in de Zoon (Jezus) gelooft,, heeft eeuwig leven, zegt Gods Woord. Het is de rotsvaste zekerheid voor elk kind van God dat dit waar is.

In onze dagen wekt het begrip “eeuwig leven” bij velen associaties op net denkbeelden uit het verleden. Conserva­tief en vroom gedoe dat reeds lang heeft afgedaan…. Wie gebruikt er nu nog zo’n ouderwetse uitdrukking als “eeuwig leven”?…. Wie gelooft daar nu nog in?…. Het is toch reeds lang wetenschappelijk bewezen dat de Bijbel waarin deze woorden vele malen voorkomen niet wetenschappelijk verantwoord is en dus onbetrouwbaar…. De Bijbel is im­mers maar een boek van een bepaalde godsdienst zoals er vele bestaan….

Zo redeneert de mens die Jezus niet kent en dus in de macht van satan is.

Toch is “eeuwig leven” iets dat reeds direct als iemand van een zondaar een kind van God is geworden, wordt vast­gelegd in het hart van de gelovige. Als wij door persoonlijk geloof in Jezus Christus een kind van God zijn geworden, volgt daaruit dat wij ook “eeuwig leven” hebben ontvangen.

Eeuwig leven, dat wil zeggen een leven waaraan nooit meer een einde komt. Duizenden jaren en nog eens en nog eens…. Onvoorstelbaar heerlijk vooruitzicht voor elk kind van God’

Ook voor u? Of bent u nog geen kind van God? Wacht dan geen moment langer en neen nu de beslissing om door geloof in Jezus Christus eeuwig leven te ontvangen.

Gebed: “Vader in de hemel. Ik kom tot u als zondaar, maar die vanaf dit moment een nieuw leven met U wil begin­nen. Ik belijd mijn zonden en geloof dat u ze gedragen hebt aan Golgotha ‘s kruis. Ik dank u voor het nieuwe, eeuwige leven dat U mij thans uit genade schenkt. Amen”.

 

Wie geloof zaait, zal wonderen oogsten door Gert Jan Doornink

“Wat een mens zaait, zal hij ook oogsten”(Gal. 06:07) Deze waarheid vindt zijn basis in de Bijbel, het levende Woord van God.

In natuurlijk opzicht is het een vanzelfsprekende zaak dat iemand die bijvoorbeeld tarwe zaait, ook tarwe oogst. Nu laten wij bijkomende factoren als bemesting, bewer­king, onkruidbestrijding, etc. even buiten beschouwing.

In geestelijk opzicht behoort het eveneens een van­zelfsprekende zaak te zijn dat na het zaaien uiteindelijk de oogst volgt. Maar wat zaaien wij en hoe zaaien wij?

Gods woord is het zaad

Wij weten uit de gelijkenis van de zaaier dat het zaad het Woord van God is. Wanneer we het Woord van God in al zijn volheid uitdragen, mogen wij in ‘t geloof er zeker van zijn dat het vrucht zal dragen. “Wanneer het eenmaal tijd is., zullen wij oogsten, als wij niet verslappen” (Gal. 06:09)

Toch schijnt, het wel of heel wat kinderen Gods de fac­tor ‘geloof’ geheel over het hoofd zien, terwijl God toch zo nadrukkelijk stelt dat het zonder geloof onmogelijk is Hem welgevallig te zijn. (Heb. 11:06.)

Waar zijn de wonderen?

Velen zien uit naar wonderen. Het zij in eigen leven of in dat van anderen. Zij bidden of God in zal grijpen in hun nood. Velen zijn in financiële nood, anderen hebben ernstige gezinsproblemen of worden geteisterd door ernstige ziekten. Zij bidden tot God om een wonder, maar er gebeurt weinig of niets.

Wat is de oorzaak? Wij willen voorop stellen dat Paulus, wanneer hij zegt? “Wat- een mens zaait, zal hij ook oogsten” er onmiddellijk op laat volgens “Wie op de akker van zijn vlees zaait, zal uit zijn vlees verderf oogsten, maar wie op de akker van de Geest zaait, zal uit de Geest eeuwig leven oogsten”(Gal. 06:08).

Bidden wij in het geloof?

Een Christen behoort dus overgegeven, geleid door de Hei­lige Geest te leven. Dit houdt ook in: Door het geloof. Ge­brek aan geloof is één van de voornaamste oorzaken van het niet ontvangen van datgene wat de Heer ons schenken wil.

Als wij tot God “bidden om iets, laten wij dan gelovig bidden. Wij behoren er op bedacht te zijn dat ons gebed niet een soort gebed uit sleur wordt. In bidstonden en samenkomsten kan men soms opmerken hoe sommige gebeden zo automatisch en gevoelloos worden uitgesproken; dat men zich af moet vragen of hier wel de wens tot contact met de levende God aanwezig is. Of wil men zichzelf maar laten horen? Laat ieder zichzelf onderzoeken.

Wees niet bezorgd

Gods Woord zegt. “Weest in geen ding bezorgd, maar la­ten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God” (Filip. 04:06).

De wonderen zullen zeer zeker niet uitblijven als wij in het geloof de beloften Gods accepteren. Uiteraard gaat het niet in de eerste plaats om de wonderen als zodanig, maar God bevestigt Zijn Woord er door.’

Hij is de Eeuwige, Onveranderlijke, Goede God. Hij is een Waarmaker van Zijn Woord en zal Zijn eigen beloften nooit breken’ Het is nog steeds waars Wie in ’t geloof zaait, zal wonderen oogsten!

 

Bij God zijn alle dingen mogelijk door Norman Peale

Verstandelijk en theoretisch geloven de meeste mensen wel, dat God Zijn schepselen helpt, maar niet altijd vragen ze werkelijk die hulp in bepaalde omstandigheden. “Wat kan God in dit bijzondere geval doen?” vragen ze twijfelend. Laten we die negatieve gedachte beantwoorden met de posi­tieve vraag? “Wat kan God niet doen?”.

 

Flitsen van de One way day 1974

Meer dan 10.000 mensen naakten dit jaar de derde “one way day” nee, die op 12 oktober in de Julianahal te Utrecht werd gehouden. Deze, door evangelist Ben Hoekendijk georganiseerde, manifestatie van Jezus jongeren was daardoor gro­ter dan ooit tevoren.

Honderden kwamen bij de verschillende uitnodigingen naar voren on een nieuw leven net Jezus te beginnen of voor de doop net de Heilige Geest. Met hen werd gesproken en gebe­den door 250 nazorg-medewerkers.

De organisatie van deze dag was weer perfect, hoewel niet ieder onderdeel even geslaagd was. O.a. werd de “ge­heimzinnige stoel” geen succes doordat slechts een van de drie kandidaten aanwezig was. Misschien dat men dit onderdeel van het programma beter vervangen kan door wat meer getuigenissen. Evenals vorig jaar waren deze er te weinig.

Hoewel het percentage ouderen ten opzichte van vorig jaar wat groter was, werd het overgrote deel van de duizen­den toch gevormd door jongens en meisjes beneden de 25 jaar, wat uiteraard ook de opzet was. Terecht merkte Ben Hoekendijk in zijn openingswoord op dat deze’ dag een gees­telijke manifestatie was, geen songfestival, geen concert en geen show. “Vele mensen weten niet dat er een machtige opwekking aan de gang is, een geestelijk réveil die niemand kan stoppen. We leven in een overgangsfase naar een nieuwe tijd. In deze eindtijd kont het er op aan Jezus radicaal te volgen.

Dat vele jongeren hiertoe bereid zijn, bleek ook deze dag weer. Velen werden door dé’ Heilige Geest overtuigd, dat alleen Jezus Christus een stralende toekomst geeft.

 

One Way flitsen

Uit de boodschap van Nico van Biljou:

Over de Bijbel: “Of de zonde houd je van dit boek af, of dit boek houd je van de zonde af”, naar aanleiding van een uitspraak van Moody.

We moeten oppassen dat we niet in een soort “consumptie-evangelie” terecht komen. Ons hart moet geraakt zijn. Er moeten dynamische jongelui zijn, die niet alleen bekeerd zijn, maar ook be­reid zijn een discipel van Jezus te zijn”.

(1 Petr. 02:09) heb ik rood onderstreept in mijn Bijbel.

“We zijn vaak zo lauw in eigen groep­jes. Ik daag je uit om op te houden zelf te leven, naar radicaal je aan Jezus toe te wijden”.

De Osweld Smith straat

Voor de Oswald Smith straat was de belangstelling groter dan ooit te­voren, zodat er ook enkele zijstraften waren. Van “Jesus People” tot Bijbelgenootschap”, elke’ “rich­ting” was met een kraampje aanwe­zig, niet om elkaar te beconcurre­ren, naar als veelkleurige wegwij­zers van de éne weg : Jezus.

Heel geweldig.

“Heel geweldig”, was de reactie van ‘ Ans Dokter uit Wapenveld (Gld.) toen wij haar vroegen hoe zij de “one way ‘ day” gevonden had. Zij had o.a. gebeden met jongeren die resp. Baptist, Geref. en Vrijgemaakt waren, maar een nieuw leven met Jezus wilden beginnen. Ans was één van de vier jongeren van de “Philadelphia gemeente” te Wapenveld, die behoorden tot het grote team van 250 nazorgwerkers. Dat dit aantal wel nodig was bleek uit de grote stroom jongeren die naar voren kwam, vooral voor de doop net de Heilige Geest.

Het collecte wonder

De totale kosten van deze massa- samenkomst waren ƒ 60.000,- !

Dit bedrag was voor de avondsamenkomst reeds bij elkaar, zodat nog een collecte voor het “Tearfund” zendingswerk kon worden gehouden, welke ƒ 13.000,- opbracht!

Uit de boodschap van J. Frinsel

“We bepalen ons gedrag naar aanleiding van de reacties van anderen. Jezus heeft zich niet aangepast aan het ge­drag van de mensen”. “Jezus is niet gekomen om ons iets te verbieden, maar om ons iets aan te bieden”.

“De boodschap die wij brengen is de boodschap van de absolute waarheid.

“We zijn in een tijd gekomen, waarin we het alleen zullen moeten doen met het Woord van God”.

 

Een nieuw verbond door Jan W. Companjen

”Jezus echter is, na één offer voor de zonden te hebben gebracht, voor altijd gezeten aan de rechterhand van God, voorts afwachtende, totdat zijn vijanden gemaakt worden tot een voetbank voor zijn voeten. Want door één offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt, die geheiligd worden.

En ook de Heilige Geest geeft ons daarvan getuigenis in (Jeremia 31:31-35), want nadat Hij ge­zegd had: ‘Dit is het verbond, waarmede Ik Mij aan hen verbinden zal na die dagen, zegt de Here: Ik zal mijn wetten in hun harten leggen, en die ook in hun verstand schrijven, en hun zonden en ongerechtigheden zal Ik niet meer gedenken’. Waar dan voor deze dingen vergeving bestaat, is er geen zondoffer meer nodig. (Heb. 10:12-18).

HET WARE OFFERLAM!

De Hebreeënbrief is toch wel een geweldig stuk uit het Woord van God. Klaar en duidelijk wordt er ons in onderwe­zen waar het op aankomt. Zo ook in de bovenstaande teksten. Eerst haalt de schrijver aan ‘waartoe Jezus Christus op deze aarde is gekomen. Hij is het ware Offerlam, waar de offers van het oude verbond steeds heen gewezen hebben. Hij bracht Zijn leven als een offer voor onze zonden voor eens en altijd. Voor gisteren, voor vandaag en voor morgen. Daarom, zegt vers 18 dan ook: Nu er voor deze dingen (zonden en ongerechtighe­den) vergeving bestaat, dat wil zeggen Aanwezig is, is er geen nieuw zondoffer meer nodig.

Jezus heeft het voor onze zonden volbracht. Zoals het door één mens in de wereld gekomen is (door Adam), zo is het ook weer door één mens hersteld, namelijk door Jezus Chris­tus, het Lam Gods dat de zonde der wereld weggedragen heeft.

Er is slechts één voorwaarde aan verbonden, namelijk gehoorzaamheid. Adam en Eva moesten ook gehoorzaam zijn, alles mocht, zij waren volkomen vrij in hun doen en laten. Slechts één ding was hun verboden, namelijk te eten van de boom van kennis van goed en kwaad. Voor die fase waren zij nog niet rijp, daarvoor hadden zij nog niet voldoende ruggengraad. Het kwaad zou nog te veel vat op hun krijgen.

Dat dit zo is moge wel blijken uit het vervolg van de menselijke geschiedenis. Ten tijde van de zondvloed was de wereld al overdekt van geweldenarij. Hoe is dit thans, zijn wij veel verder gekomen met onze menselijke overleggingen Kennende goed en kwaad? De Bijbel is nog volkomen actueel.

Een geweldige keerpunt

Er is echter in de loop der geschiedenis een geweldig keerpunt gekomen, namelijk nu 1974 jaren geleden. Onze jaar­telling is zelfs op dat punt opnieuw begonnen, zo’n grote verandering was dat. De Schepper van hemel en aarde, van de zienlijke en onzienlijke dingen, zond ons Zijn Eigen Zoon als offer voor onze zonden.

Hij volbracht die opdracht en toen ontstond er een nieuw verbond. Het nieuwe verbond in Zijn bloed dat voor ons vergo­ten is. Bij de viering van het avondmaal wordt dit dan ook altijd aangehaald met de woorden uit 1 Kor. 11:25: “Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, doet dit, zo dik­wijls gij die drinkt, tot mijn gedachtenis”.

Hier is het kardinale punt, dat regelrecht op de mens persoonlijk af komt. Dat offerbloed van Jezus moet namelijk persoonlijk door de mens aanvaard worden. Hier ligt namelijk de daad van onze gehoorzaamheid.

De mens heeft het leven in eigen hand genomen en velen ja zeer velen, willen daar ook zelf verantwoordelijk voor zijn. Zij aanvaarden daarom een offer van een ander niet en daarom wordt het zoenbloed van Christus, als Lam Gods, ook terzijde gesteld. Zij blijven als het ware eten van de boom van Adam en Eva, kennende hun eigen goed en kwaad.

Dan was Abel, zijn denken, want zoon van Adam en Eva, reeds veel, verder in hij bracht reeds een bloedoffer. Ook de

Joodse offerdienst, dat een heenwijzen is naar Christus, was doordrenkt met bloed.

Jezus volbracht het echter voor eens en altijd. Hij is het offer dat God de Vader, zelf heeft ingesteld. Bent u gehoorzaam en aanvaart u dat zoenmiddel? Dan is er een weg terug naar het paradijs, waar u mag wandelen met Jezus. Christus als Leidsman. Hij is de Boom des Levens die midden in die hof staat. Lees in dit verband eens Romeinen 5. De verzoening met God door Jezus Christus en zoals vers 19 in dat hoofdstuk zegt (Rom. 05:19): “Want gelijk door de. Ongehoorzaamheid van één mens zeer velen zondaren geworden zijn, zo zullen ook door de gehoorzaamheid van één zeer velen rechtvaardi­gen worden”‘.

Een terugkeer tot God is daarom niet anders mogelijk dan langs de weg die Hij daartoe zelf bereid heeft, namelijk Je­zus Christus. Hij is de Weg, de Waarheid en hét Leven. Daar begint een nieuw leven, het oude leven wordt begraven in de doop en men mag opstaan als een nieuwe schepping.

De weg naar de volheid

Dat is een persoonlijke beslissing en dat begint niet met een daad van vader en/of moeder die een kindje vlak na de geboorte zogenaamd ten doop houden, neen, dat nieuwe le­ven begint met een persoonlijke beslissing: Het aanvaarden van Jezus; Christus als Offerlam en als Heer. Dat laatste is het tweede punt waartoe Jezus op aarde kwam. Hij nam Zijn plaats in de Hemelse gewesten in, dat wil zeggen in de on­zienlijke wereld om Zijn volk, het nieuwe volk van God tot volheid te brengen.

Hij wil alles herstellen en Hij is, zoals in ons Schriftwoord staat, afwachtende, totdat al zijn vijanden tot een voetbank voor zijn voeten worden gemaakt. Hij wacht als het ware af dat Zijn volk, dat is Zijn Lichaam, er rijp voor is om het werk Gods te gaan voleinden. Want Hij die uit God geboren is, en zij die uit Hem geboren zijn, zijn al­len uit één. Door één Geest zijn wij allen tot Zijn Lichaam gedoopt.

Als teken van deze aanvaarding dient de doop, waarin wij vrijwillig ons eigen IK leven afleggen in de dood en met Hem tot een nieuw leven opstaan. Wij strijden niet meer te­gen vlees en bloed, maar tegen de overheden en machten in de hemelse gewesten, die in wezen onze feitelijke tegen­standers zijn. Daarom is het ook een geestelijke strijd. Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden, spreekt de Heer.

Om door die Geest geleid te worden hebben wij de doop des Geestes nodig. Ja, het is noodzakelijk dat wij weer ‘ geestelijke Christenen worden. Dan zal het werkelijkheid worden, zoals het in het Schriftwoord geschreven staat, dat Hij Zijn wetten in ons hart en in ons verstand zal leggen. Dat kan omdat Hij dan volkomen bezit van ons neemt. Ons doen en laten ligt dan onder de werking van Zijn Geest, die alles in allen (die Hem toebehoren) volmaakt.

Een steeds hogere weg

Herstel van alle dingen kan niet anders dan langs de weg die door God bepaald is, plaats vinden. Daarom zullen wij moeten terugkeren naar een volkomen Bijbelse gehoorzaam­heid. Die gehoorzaamheid is kinderlijk, klaar en duidelijk. Daar is groei en opwassing naar een steeds hogere weg.

Ga die weg, trek u niets aan van allerlei theologisch gepraat, dat het Woord Gods krachteloos maakt. Groei van de mens, vermeerdering van de kennis op natuurlijk terrein wordt nooit één mens kwalijk genomen. Men vindt het zelfs geweldig en het wordt met grote letters in de kranten ver­meld.- Groei in de Geestelijke wereld heeft echter heel an­dere gevolgen, dat ondervindt altijd tegenstand. Dan is men hoogmoedig, een geestelijke krachtpatser of een farizeeër.

Uit de theologische hoek moet men nooit en te nimmer volledig begrip verwachten. Soms loopt men een eindje mee, maar e organisatorische ballast is zo sterk dat men nooit ver­der komt.

Organisatie of organisme

Al het schrijven over de doop over de vervulling met de Heilige Geest,

over de kerk en de pinkstergroepen (een heel boek) de open brieven uit de Geref. kerken met de uitroep dat we op een minimum leven wat ons de Heilige Geest te schenken heeft, heeft niets, totaal niets, uitgewerkt.

Het is daarom ook wel klaar en duidelijk gebleken dat het lichaam van Christus (dat een organisme is) totaal niets met een organisatie te maken heeft. De Geest van Christus kan daar niet werken.

Waar de Geest des Heren is, daar is vrijheid daar is geen veroordeling, maar daar gebruikt de Geest des Heren een ieder naar Zijn welbehagen. Daar zijn wij blij met elkaar omdat de eén dit bezit en de ander weer iets anders! Daar ervaren wij dat wij elkander aanvullen en tezamen met alle heiligen mogen en kunnen opwassen tot alle volheid Gods.

Daar begint het leven opnieuw en daar mogen wij openstaan voor de werking van Zijn Geest.

Dat leven is een leven met Hem, die gezegd heeft: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Hem willen wij volgen op de wijze zoals hij het ons zelf geleerd heeft. Dan zullen wij met Hem tot de overwinning komen die Hij zijn volk beloofd heeft.

Bent u reeds inwoner van Zijn Koninkrijk?

Is uw naam reeds opgeschreven in de burgerlijke stand van die stad, het hemelse Jeruzalem, waar Hij ons zelf een plaats bereid heeft. In die stad zijn vele woningen en het is goed wonen bij Hem die onze Heer en Heiland is. Amen

 

Persoonlijk geloof

Jaren geleden werden wij eens getroffen door wat een dienstknecht van God over het geloofsleven zei. Hij wees er n.l. op dat het altijd persoonlijk is. Ieder kind van God bewandelt de geloofsweg alleen, zelfs eigen man of vrouw staan hier buiten.

Dat wil niet zeggen dat er geen “gezamenlijke geloofsbeleving” is. ‘In de gemeente, in gemeenschap met andere kinderen Gods, ‘ wanneer beiden gelovig zijn, is als man en vrouw er een collectief geloof.

Van dit gezamenlijke geloof gaat zelfs een wonderbare kracht uit. Gods Woord, zegt: “Als twee van u op de aarde iets eenparig zullen begeren, het hun zal ten deel vallen van mijn Vader die in de hemelen is. Want waar twee of drie vergaderd zijn in mijn naam (de naam van Jezus), daar ben Ik in hun midden”(Matt. 18:19-20).

Let speciaal op het woordje ‘eenparig’. Beiden moeten geloven. Een ketting is zo sterk als de zwakste schakel. Daarom is het gevaarlijk on ons te verschuilen achter het collectieve geloof van de gemeente, vooral als dit op een laag pitje staat.

In de plaatselijke gemeente wordt ons geloof geactiveerd en vernieuwd, maar dan kont het aan op de individuele ge­hoorzaamheid, op het persoonlijke geloof.’

Een belangrijk facet van het persoonlijk geloof is het feit dat het gericht moet zijn. Een radio die niet op de juiste zender die’ wij willen ontvangen is afgestemd, geeft helemaal geen of een verkeerd geluid. Zo is het ook net ons geloof. Wij behoren geestelijk afgestemd te zijn op het Woord van God en Zijn beloften, op het vleesgeworden Woord van God: Jezus Christus.

Dan ervaren wij dat God Zijn beloften waar maakt in ons leven en dat Hij persoonlijk geloof altijd honoreert!

 

De zoom van Zijn kleed gedicht door Judith Jacobs

(de aanraking)

Men had haar verteld over Jezus,

Van de grote Helper in nood;

Zij drong tot Hem door in volharding

Geen menigte was haar te groot

 

Zij was hem van achtren genaderd,

En zei bij zichzelf: Ja ik weet

Zijn macht is zó groot,

ik weet, dat ik enkel –

Hoef te vatten de zoom van Zijn kleed

 

Zij had haar geloof en vertrouwen,

Gelegd in één simpel gebaar;

De kracht van volkomen verlossing,

Werd zij in haar lichaam gewaar.

 

Nog immer wilt Gij tot ons konen

Als Bevrijder van zorgen en leed

U vraagt ons met ’t hart U te naad ‘ren

En-te vatten de zoom van Uw kleed.

(Mark. 05:25-34; Heb. 11:06).

 

Getuigenis

Broeder T. H. Sprenger te Apeldoorn schrijft:

Bestaan er nog Goddelijke wonderen in deze tijd? Mijn antwoord is? Ja! En ik hoop hiermee een wegwijzer te mogen zijn voor hen die God zoeken.

De Bijbel is de boodschap van God aan de mensen. Het begint met de schepping en het eindigt met de wederkomst van Christus. Het is een boek vol tekenen, wonderen en krachten. Jezus, de Zoon van God, deed grote wonderen, doch ook in onze tijd gebeuren er wonderen in de naam van Jezus Ik heb dit zelf ervaren. Daar echter bekering en wederge­boorte belangrijker zijn dan lichamelijke genezing, wil ik daar in de eerste plaats op wijzen. Het grootste wonder en het beste bewijs, dat God leeft, is zonder twijfel de wedergeboorte. Wat wordt hiermee bedoeld? Het is met weinig woorden gezegd een verandering – een vernieuwing van bin­nenuit.’ Dit geschiedt door de Heilige Geest!

Op de Pinksterdag werd deze belofte vervuld.- de Heili­ge Geest werd toen uitgestort en er kwamen 3000 mensen tot bekering, dus tot nieuw leven.’ Later liep dit uit tot onge­veer 5000. (Hand. 04:04) Dit was een kapitaal wonder, maar ook nu vindt dit plaats, soms massaal, of individueel. In het evangelie’ van Johannes, hoofdstuk 5 heeft Jezus in de nacht een gesprek met Nicodémus, een Farizeeër en overste der Joden. Jezus zegt tot hem? “Tenzij iemand wedergeboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan”. Er moet dus wel meer plaatsvinden, dan het aanvaarden van een leer of religieus gevoel! Hoe wordt iemand wederom geboren en is het voor iedereen? Ja, het is voor iedereen! (Rom. 10:17) zegt; “Het geloof is uit het horen en het horen door hét Woord van Christus”. Bit betreft zowel de prediking, als persoonlijk getuigenis! Wat dit laatste betreft, lezen wij in (Hand. 01:08) “En gij zult Mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judéa en Samaria en tot het uiter­ste der aarde (en in de stad of het dorp waar u woont)”. Als het woord aanvaard wordt, gaat er iets wonderbaars gebeuren, in het hart komt het verlangen naar het nieuwe Goddelijke leven.

Er vindt een wisselwerking plaats. God, die het verlangen wekt, enerzijds, de mens die de verlossing aanvaard anderzijds. Dit is het ogenblik, waarvan Jezus zegt: heden, in onze taal hetzelfde als nu. Zo gij mijn stem hoort, verhardt uw hart niet, maar laat u leiden. In een ondeelbaar ogenblik doorstroomt de Heilige Geest, het hart. Vrede, innerlijke blijdschap, verlossing en eeuwig leven zijn ervaring en zekerheid geworden. In de verkondiging van het evangelie in diverse gemeenten waarin ik voor mag gaan, heb ik vele malen gezien hoe blij en gelukkig de mensen waren, toen Jezus in hun bestaan, in hun leven kwam. Het is waar wat de apostel Paulus zegt in (2 Kor. 05:17). Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping. Het oude is voorbijgegaan, zie het nieuwe is gekomen! Het is waar! Het is waar! Komen tot Christus, betekent het geloof in werking stellen. De volgende Bijbelteksten geven hierop een duidelijk antwoord. Jezus sprak in (Joh, 07:37). Indien iemand dorst heeft, hij kome tot mij en drinke, wie in mij gelooft, gelijk de schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. (Heb. 11:06) zegt, die tot God komt moet geloven dat hij bestaat en een beloner is voor wie hem ernstig zoeken. (2  Petr. 03:09). Hij is lankmoedig jegens u, daar hij niet wil, Dat sommigen verloren gaan, toch dat allen tot bekering komen. (Joh. 01:12). Doch allen die hem aangenomen hebben, hun heeft hij macht gegeven kinderen Gods te worden, die in zijn naam geloven. (Matt. 11:28) zegt: Komt tot mij allen die vermoeid en belast zijn. En, ik zal u rust geven. Ik ben hier wel wat uitgebreid ingegaan op het onderwerp bekering, omdat er mensen zijn, die nimmer tot de daad van overgave komen, terwijl de bijbel heel vaak zegt, bekeer u. Misschien heeft u heden de stem van Jezus gehoord, dan is dit het ogenblik, uw zonden te belijden aan Jezus en hem aan te nemen als uw Heiland en Verlosser!

Goddelijke genezing

Hiermee ben ik gekomen tot hot tweede punt: genezing. Toen ik 25 jaar oud was, werd ik ernstig ziek. Mijn linker long was dermate aangetast dat er geen, of in ieder’ geval weinig, hoop op herstel was. Dit laatste werd er ter bemoediging nog even aan toegevoegd. Ik gaf bloed op en voelde mij doodziek. Toen ik de uitslag hoorde, huilde ik als een kind, want ik had immers de dood voor ogen.

Wij waren nog naar kort getrouwd en al onze idealen wer­den in één keer stuk geslagen. In die tijd verloren wij ook nog ons eerste kind. Het was een hele moeilijke tijd. Het spreekwoord zegt: “Nood leert bidden’ – en dat is waar.’ Ik moet in dit verband denken aan het onderhoud met een gelo­vig internist die zei: “De beste plaats om te evangeliseren is nog altijd het ziekenhuis1‘. Het drong heel diep tot mij door: Er is naar Eén die mij beter kan naken en dat is God! Hij zegt immers in Zijn Woord: “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.’” Op die morgen bad ik ernstig. Ik zei ongeveer het volgende: “God, ik ben nog zo jong en ik ben bang om te sterven, want ik ben niet bereid. Als U mij beter maakt, zal ik U dienen”. Ik was helemaal alleen in de zie­kenkamer en terwijl ik bad, werd er plotseling een hand op mijn hoofd gelegd. Dat was de hand van God! Een genezende kracht doorstroomde mijn lichaam en na 45 jaar ben ik nog steeds gezond. Is dat geen wonder?

Ik heb God gediend in mijn leven. Ik ben 8 jaar diaken geweest in de Vrije Evang. Gemeente en daarna werd ik voor­zitter van de Youth for Christ beweging. Thans ga ik nog voor in Volle Evangelie- en Pinkstergemeenten. Waarom in deze gemeenten? Wel, omdat de kerk te weinig het accent legt op Goddelijke genezing en vervulling met de Heilige Geest.

Gelukkig komt er hier en daar wel verandering in en daar ben ik heel erg blij nee. Ik heb mij dikwijls afgevraagd: “Hoe komt het toch, dat wij in onze tijd zo weinig rekening houden met deze dingen?” Dat Jezus, de Zoon van God, wonde­ren deed, dat wil er nog wel in. De vier evangeliën: Matteüs’, Markus, Lucas en Johannes, staan er vol van. Blin­den werden ziende, doven konden horen, kreupelen werden op­gericht en doden werden opgewekt. Ook de apostelen deden machtige wonderen in de Naam van Jezus.

In (Hand. 05:16) lezen wij, dat alle zieken werden genezen. Doch ook zij; die geen apostel waren, deden wonderen en te­kenen. Van Stéphanus, de diaken, wordt ons in (Hand. 06:08) ge­zegd, dat hij wonderen en tekenen deed onder het volk. Van Filipus, de evangelist, lezen wij in (Hand. 08:07): “Vele ver­lamden en kreupelen werden genezen en er kwam grote blijdschap in die stad”.

Vlak voordat Jezus ten hemel voer, zei hij in Marcus 16 over de gelovigen: “Op zieken zullen zij de handen leg­gen en zij zullen genezen worden” Wij kunnen moeilijk aannemen, dat deze dingen alleen voor die tijd waren, dat is niet zo. Een predikant zei eens tegen een journalist; Wij hebben een dak boven ons hoofd van eeuwen en zijn deze dingen kwijtgeraakt”. Wel geloof ik, dat God de gave, volgens (Heb. 02:04), geeft naar Zijn wil. Wij zullen ons er dus naar uit moeten strekken! In dit verband wil ik nog even wijzen op (Jak. 05:13-14). Daar staat: “Is iemand bij u ziek, laat hij dan de oudsten der gemeente tot zich roepen, opdat zij over hem een gebed uitspreken en hem met olie zalven in de naam des Heren. En het gelovige gebed zal de lijder gezond maken en de Here zal hem oprichten”.

 

 

 Om nu geen vergissing te naken, bedoel ik niet te zeggen

dat men geen dokter mag raadplegen en geen medicijnen mag

gebruiken. Jezus zelf naakte immers ook wel gebruik van de middelen. Hij maakte van het zand slijk en legde het op de ogen van een blinde. Jezus maakte de blindgeborene weer ziende. Dit lezen wij in (Joh. 09:06), Jezus gebruikte dus de middelen. In (2 Tim. 05:22-25) zegt Paulus het volgende: Legt niemand overijld de handen op, heb geen deel aan de zonden van anderen, houdt u rein, drink voortaan niet alleen water, maar gebruik een weinig wijn voor uw maag en voor uw algedurige ongesteldheden”.

Ook in het oude Testament zijn voorbeelden van middelen die- tot genezing hebben geleid. In (Jes. 58:01) staat het volgende: “Tref beschikking voor uw huis, want gij gaat sterven en niet herstellen. Hizkia bad en weende. Toen kwam het woord des Heren tot Jesaja: Ga, en zeg tot Hizkia: ‘Ik heb uw, tranen gezien, Ik zal aan uw levensdagen 15 jaar toevoegen”. Hier volgt nog een voorbeeld van middel tot ge­nezing: “Men neme een vijgenkoek en legge die op de zweer  dan zal hij genezen”.

En als er bij bijbels handelen toch geen genezing plaats vindt, dan is Gods weg de beste, de beste altijd!

Veel vragen blijven ook vaak onbeantwoord, omdat wij deze dingen alleen van onze kant bekijken. Het is belangrijk, dat wij Gods wil leren verstaan. We lezen in (Ef. 05:15-18): “Ziet dus nauwlettend toe hoe gij wandelt……..Maar tracht te verstaan wat de wil des Heren is”.

Van vele genezenen lezen wij in de Bijbel, dat zij God grootmaakten. Van de Gemeente te Korinthe lezen wij. “Daarom zijn er velen onder u ziek en ontslapen er niet weinigen”.

Toewijding – leiding door Gods Geest – en overgave zijn onontbeerlijk.’

Een vraag aan de ongelovigen

Tenslotte heb ik nog een vraag aan hen die niet geloven, dat God bestaat.

Enige tijd geleden, trof ik een artikeltje aan in een krant. Het luidde aldus: Als wij naar de sterren kijken, dan zien wij echter, dat elke ster een vaste loop n een vastgestelde beweging heeft.

De aarde en de planeten draaien om de zon en de hele groep wervelt door het heelal net een snelheid van neer dan een miljoen mijlen.

Toch zijn er, – o wonder van Gods schepping géén bot­singen, géén strubbelingen of moeilijkheden.

Al die sterren bewegen zich geruisloos op efficiënte en geregelde wijze door het luchtruim.

Is het makkelijk te geloven, dat iemand dat niet heeft gemaakt en dat alles maar zo is gebeurd?

Die God wil leren kennen, moet geloven, dat Hij bestaat en dat Jezus Christus in de wereld is gekomen om zondaren te zoeken en zalig te naken.’ “Wie tot God kont, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is’ voor wie- Hem ernstig zoeken” (Heb. 11:06b)

 

De Bijbel -3-

De Bijbel is ook een waardevol boek. Koop het en lees het. Onderzoek het, bestudeer het. Maak het u eigen. Ge­loof dat boek. Het is een testament voor iedereen, die ge­looft God bestaat. Dan is Hij een Beloner voor die Hem ernstig zoeken.

God staat achter Zijn woord en bevestigt het, vervult het. Zijn Woord heeft nog dezelfde kracht als toen Hij het sprak. Zijn Woord is eeuwig. Hij schiep, de hemel en de aarde met Zijn Woord. Hij sprak en de zon, maan en sterren waren er.

De Bijbel geeft antwoord aan de mens en is een boek van wonderen die ook vandaag hun uitwerking hebben. De Bijbel leert ons wat we eten en drinken zullen. Geen bras­serijen en dronkenschap. En wat we aan de aarde moeten doen om vruchten voort te brengen. En wat we moeten doen om het, eeuwig leven te beërven. Neem er kennis van, het is alles te vinden in het Woord van God. De Bijbel zegt wie wij waren, wie wij zijn en wat we worden, naar bovenal wie Jezus is! Halleluja!

 

1974.09 nr. 150

Levend Geloof 1974.09 nr. 150

“Mij ontbreekt niets!”

“De Here is mijn herder; ‘mij ontbreekt niets”

Deze hartenkreet van David in Psalm 23 mag ook de onze zijn. Ieder waarachtig kind van God weet dat Jezus is geko­men om leven en overvloed te brengen (Joh. 10:10). Hij mag dit dagelijks ervaren. God is een goede God! Onze Vader is een rijke Vader!

Het is foutief te denken dat wij in geestelijke armoede behoren te leven. We zijn reeds nu rijk in Hen! Al Gods be­loften zijn, in Jezus Christus, ja en amen!

Wel is het van groot belang er op te letten, dat het “mij ontbreekt niets”, wordt voorafgegaan door “de Heer is mijn Herder”. Is Hij werkelijk bewust onze Herder’ en Leidsman?

Alleen volkomen toewijding aan Hen, maakt ons deelgenoot van alles wat Hij beloofd heeft in Zijn Woord. “Des Heren ogen .gaan over de gehele aarde, om krachtig bij te staan hen, wier hart volkomen naar Hem uitgaat” (2 Kron. 16:08). Let op het woordje “vólkomen”,

De oudtestamentische voorwaarden en beloften voor Gods volk, zijn ook rechtsgeldig voor het nieuwtestamentische volk van God, de Gemeente; “Indien gij aandachtig luistert naar de stem van de Here, uw God, en doet wat recht is in zijn’ ogen, en uw oor neigt tot zijn geboden en al zijn inzet­tingen onderhoudt, zal Ik u geen enkele van de kwalen opleggen-, ‘die Ik de Egyptenaren opgelegd heb; Want Ik de Here ben uw Heelmeester” (Ex. 15:26).

“Gij zult de Here, uw God, dienen; dan zal Hij uw brood en uw water zegenen en Ik zal ziekte uit uw midden verwijderen” (Ex. 23:25)

“Sla acht op Mijn Woorden,’ neig uw oor tot mijn uitspra­ken; laat ze niet wijken, uit uw ogen, bewaar ze diep in uw hart. Want zij zijn Leven voor wie ze vinden, genezing voor hun ganse lichaam” (Spr. 04:20-22).

 

Het fundament door A. Brasz. (5)

Bijbelstudie over de zeven fundamentsstenen.

Een leer van dopen (Heb. 06:02) de derde fundamentssteen.

de Geestesdoop _

De grote doper

Als er ergens gesproken wordt over “de Doper”, dan gaan onze gedachten onwillekeurig uit naar de mens: “Johannes de Doper”. En dat doen wij niet alleen, maar dat zelfde over­komt bijna alle mensen. Wonderlijk is daarbij dat, deze grote figuur toch niet de grootste doper is waarover de Bijbel spreekt.

Wij denken meestal aan de zoon van Zacharias en Elisabeth, maar de Bijbel gewaagd in al de vier evangeliën van een veel grotere Doper. Laten wij eens kijken wat Matteüs verhaalt. (Matt. 05:11-12): “Ik doop u met water tot bekering maar Hij die na mij komt is sterker dan ik; Ik ben niet waardig Hem zijn schoenen na te dragen; Die zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur”.

Die grotere doper is Jezus, en van Hem wordt gezegd: “Hij zal u dopen met de Heilige Geest, en met vuur”. Er zijn twee dingen die Johannes de Doper beklemtoond:

1° Hij (Jezus) is de Zaligmaker, Hij neemt de zonden weg.

2° Hij doopt met de Heilige Geest.

Twee aparte zaken.

“En ik kende Hem niet, maar Hij die mij gezonden had om te dopen met water, die had tot mij gezegd: op wie gij de Geest ziet nederdalen en op Hem blijven, deze is het, die met de Heilige Geest doopt. En ik heb aanschouwd, dat de Geest ne­derdaalde als een duif uit de hemel, en Hij bleef op Hem. En ik heb gezien en getuigd, dat deze is de Zoon van God”.

Op wie je de Geest ziet neerdalen, die doopt met de Heilige Geest.

Wat is dopen?

Waarom wordt er hier toch gesproken over dopen met de Heilige Geest? Het Bijbelse begrip van dopen is totaal ondergedompeld worden, geheel overspoeld worden, een nietig schepsel ondergaand in een grote vloed.

Zo is het de bedoeling Gods ook met de Heilige Geest. Hij wil u zó overspoelen dat de Heilige Geest alles is en de mens, de mindere, geheel omvat wordt. Denk aan de Pinkster­dag in Jeruzalem. De Heilige Geest heeft de overhand. Ik moet minder worden en Hij moet meerder worden. Niet ik moet de weg aangeven, maar de Heilige Geest, en alleen als ik be­reid ben zo de Heilige Geest te Ontvangen, wil Jezus mij do­pen met de Heilige Geest. Hij doopt in de vloedstroom van de Heilige Geest die God geeft, als het ware in stromen van levend water. Eerst zullen de stromen van levend water u om­spoelen, en daarna belooft de Heer, zullen stromen van le­vend water uit u gaan.

Wanneer?

Maar wanneer? Dat vroegen de discipelen zich ook af. Wanneer zal Hij mij dopen met Zijn Heilige Geest en met Zijn vuur?

Twaalf discipelen koos Hij, en ze volgden Hem. Ze ver­wachten dat Hij hun zou dopen, indachtig de woorden van Johannes de Doper. Deze had hun immers gezegd dat Jezus onein­dig veel belangrijker was dan hij, en dat Jezus wel na hem zou komen, maar dat Jezus zou dopen met de Heilige Geest.

En ze gaan achter Hem aan en wachten af. Ze zien het wa­ter van Kana veranderen in wijn. Ze zien, op bevel van Jezus de koorts wijken bij de schoonmoeder van Petrus. Melaatsen worden gereinigd, kreupelen lopen, doden worden opgewekt, blinden gaan zien, doven horen en duivelen worden uitgewor­pen. Ze horen Hem zeggen: “De Geest des Heren is op Mij, om verlossingen te doen”. Ze geloven Hem en hun geloof wordt versterkt van dag tot dag.

Eens op een dag roept de Heer de twaalven bij zich en zégt: Jullie hebben Mij dit alles zien doen, zie Ik geef jullie ook macht en gezag on hetzelfde te doen. Ga nu, werp duivelen uit, geneest de zieken, en reinigt de melaatsen.

En de discipelen gingen…

In blijdschap kwamen ze terug en zeiden: Zelfs de duive­len waren ons onderworpen in Uw Naam.

Om hen te bewaren voor hoogmoed, en ons voor de gedachte dat deze opdracht maar een éénmalige gebeurtenis was in de schepping die alleen maar voor de twaalf discipelen zou weggelegd zijn, riep de Heer zeventig anderen en gaf hen dezelfde opdracht. Als u bijvoorbeeld denkt dat u in ’t- bij­zonder een uitverkorene van de Heer bent, dan zult u spoe­dig zien dat vele anderen ook door de Heer gezegend en ge­bruikt worden. Elia was ook zo’n man die dat dacht, en hij kreeg ook zijn terechtwijzing.

Drie, jaren lang ging het zo door met de discipelen. Ze zullen tegen elkaar gezegd hebben: “Johannes heeft toch gezegd, geprofeteerd, ‘Hij die na mij komt zal u dopen met de Heilige Geest’. En nu is Johannes reeds onthoofd, Jezus is hier bij ons, maar wanneer komt nu die doop? Of…. .hebben wij die doop al ontvangen?. . . .Was het soms die opdracht en die macht die wij kregen om uit te gaan, duivelen uit te werpen on zieken te genezen? Was dat soms de doop met de Heilige Geest? Maar Jezus heeft toch niet gesproken dat Hij hen toen doopte, maar dat Hij hen macht en gezag gaf”.

Toen kwam de ure dat Jezus hen voorbereidde dat Hij gekruisigd, ja zelfs gedood zou worden. Ze konden het niet begrijpen. Ze konden Jezus niet meer missen in hun leven, en ze wilden het ook niet.

Maar de Heer zei: “Als Ik niet heenga kan Ik jullie de Trooster niet zenden”.

Ze begrepen het niet…

Het gebeurde zoals Hij het hen voorzegt had. Daar hing Hij als gekruisigde, en het leven vloeide uit Hem weg. En nog had Hij niemand gedoopt met de Heilige Geest. Toch had Johannes gezegd: “Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur”.

Jezus stierf, werd in een graf gelegd, en… de opstan­ding kwam. De discipelen zijn bijeen achter gesloten deuren, uit vrees voor de Joden. En dan is plotseling Jezus daar.’

Zo is het vaak in je leven, als je het niet meer weet… dan is Jezus er.

Zo ook bij de ‘discipelen, Hij stelt Zijn volgelingen ge­rust: Vrede zij ulieden. Gelijk Mijn Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u. En na dit gezegd te hebben, blies Hij op hen en zei: ontvang de Heilige Geest.

Toch sprak Hij geen woord over dopen. Zou Johannes dat nu bedoeld hebben?

Hij had het verlossingswerk voltooid.- Hij had alle macht in hemel en op aarde. Hij had de macht om de Heilige Geest mee te delen aan Zijn discipelen.

Nog vijftig dagen

Nog vijftig dagen moeten ze verder, en in al die dagen is er door hen geen enkel wonderwerk gebeurd. Toch had Jezus gezegd: “Zoals de’ Vader Mij gezonden heeft, zend Ik u”.

Hoe had Zijn Vader Hem in de wereld gezonden? Jezus werd eerst geboren uit de Geest en op dertigjarige leeftijd ge­doopt in de Geest daar ergens bij de Jordaan bij Johannes.

Jezus, uit de Geest geboren, kon niet de opdracht van God volbrengen en tot een goed einde brengen, als Hij niet eerst werd gedoopt net de Heilige Geest. En Hij wist het. Eerst na die doop begint het grote werk van Jezus.

Niemand kan de opdracht van God volbrengen zonder de doop met de Heilige Geest. Zelfs Jezus kon dat niet. Hij had nooit Zijn bediening kunnen beginnen of voortzetten als Hij niet eerst werd gedoopt net de Heilige Geest.

Zo ook Zijn volgelingen. Niemand kan de taak hem van Gods­wege opgedragen, volbrengen, of hij moet door de Heilige Geest gevolmachtigd en bevestigd worden.

Ontvang de Heilige Geest had Hij gezegd tot Zijn discipe­len, naar een paar weken later zei Hij tot diezelfde volge­lingen: “Gij moogt Jeruzalem niet verlaten, naar moet blijven wachten op de belofte van de Vader die gij van Mij gehoord hebt, want Johannes doopte met water, maar Gij zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet vele dagen na deze”.

Voor de eerste maal

Tien dagen later gebeurde het. “En eensklaps kwam er … uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren, en er ver­toonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich ver­deelden, en het zette zich op een ieder van hen en zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken”.

Voor de eerste maal dat Jezus de mensen doopt in de Heilige Geest.

Jezus is de doper. Dat had Johannes gezegd. Drie jaar lang hadden de discipelen gewacht op deze bediening. Hij ging eerst naar de Vader en toen Hij daar ter rechterhand gezeten was, werd de belofte van de Vader vervuld.

Het volmaakte voorbeeld

Hoe ontvangt de mens de Heilige Geest? Alleen door Je­zus Christus. Hij had de Heilige Geest aan Zijn discipelen gegeven, maar op die dag van Pinksteren, was er een over­weldigende macht van de Heilige Geest, die de mens totaal in bezit nam hij werd gedoopt in de Heilige Geest.

De lichamen van hen waren werkelijk vervuld net de Heilige Geest, hun zielen waren totaal gedoopt in de Geest zodat hun verstand niet meer heerste, maar de Geest en Hij zelfs de tong, die niemand kan temmen, in beslag nam en daarmee God verheerlijkte net nieuwe tongen.

Dit nu was hot volmaakte voorbeeld, van wat.er gaat ge­beuren als Jezus doopt in de Heilige Geest. En (Heb. 11:08) ‘ zegt ons laconiek: “Jezus Christus is dezelfde gisteren, heden en tot in eeuwigheid”. Dus Hij is nog Doper, en Hij blijft Doper in de Heilige Geest.

Jezus kon die doop niet nissen, anders zou Hij Zijn op­dracht niet kunnen uitvoeren. Met de discipelen was het al evenzo. Ook wij hebben, die doop nodig, anders kunnen wij onze opdracht niet volvoeren.’ Is het daarom niet dat zovelen wel goed willen, maar dat het resultaat zo pover is?

Hebreeën 6 leert ons dat de Geestesdoop bij het fundament be­hoort, en zonder dat het fundament is voltooid kan er niet verder gebouwd worden, laat staan het gehele bouwwerk vol­tooid worden.

Als je sommigen hoort getuigen lijkt het of ze zeggen willen, dat zij zolang hebben doorgeleden tot zij ten laatste de Heilige Geest ontvingen. Er wordt al teveel be­klemtoond! “Wat heb ik gedaan”.

Getuig van Jezus

Jezus heeft gezegd: Wanneer jullie gedoopt zijn in de Hei­lige Geest, zul je kracht ontvangen… Nadat je gedoopt bent… en wees dan Mijn getuige. Getuig niet van jezelf, doch van Jezus. Men kan zichzelf niet dopen. Wat je zelf kunt doen, is eerbiedig het water in stappen, je handen gevouwen als in een bede. Je bent dan al met de helft van je lichaam in het water, je voelt het, je voelt de stroom, maar… een ander moet je dopen. Zo ook met de Geestesdoop.

Jezus is de doper net de Heilige Geest. Tien jaar later gebeurde hetzelfde in het huis van Cornelius. Terwijl Petrus nog bezig was net de prediking, viel de Heilige Geest op hen. Hij vertelde later! Toen gebeurde net hen, wat er net ons gebeurd is op de Pinksterdag. Hoe wisten de Joden, dat de heidenen ook de Heilige Geest ontvingen? “Want zij hoorden hen spreken in tongen, in vreemde talen”. Jezus blijft de Do­per, en de gevolgen zijn ook dezelfde. Mijn vriend, waarom zou u deze zaak dan niet nastreven? Bent u bang voor de ge­volgen?

Twintig jaar na Pinksteren komt Paulus in Efeze en zien wij dat, als hij voor de mensen bidt, zij de gave van God ont­vangen en ook in tongen sproken.

Wij dringen die tongentaal niet op als zijnde het summum, maar wij willen u goed doen verstaan, dat het een gevolg is van een heerlijke en machtige zegen, die ieder kind van God, dat voor Hen werken wil, en de werken doen wil die Jezus deed, ontvangen moet om de kracht te hebben die Jezus had.

Als u Zijn dienstknecht of dienstmaagd wilt zijn, raden wij u aan: Laat Jezus u dopen in de Heilige Geest!

 

Brandende pijlen

De gelovige die werkelijk actief is in dienst van de Meester, ervaart dat hij als een soldaat in de voorste frontlinies staat. Dit betekent dat, hij heel vaak het doelwit is van de tegenaanvallen van vijand.

Maar een waarachtig gelovige behoort bij het leger van de Overwinnaar, Jezus Christus. Wat de vijand ook doet, hij zal alle aanvallen kunnen weerstaan…. .als hij tenminste waakzaam is en gehoorzaam aan Gods bevelen.

Bij de, “geestelijke wapenrusting”, die Paulus be­schrijft in Efeze 6, wordt gesproken over’ “het schild des geloofs” waarmee wij “al de brandende pijlen van dé boze kunnen doven”.

Geloof is de sleutel tot de overwinning bij iedere aanval van de vijand. Geloof, is vertrouwen. Vertrouwen in Gods beloften, in Gods Woord en in het vleesgeworden Woord, Jezus Christus. Zij’ vormen samen het schild waar de pijlen van de vijand niet kunnen doorkomen.

Ook al zijn déze pijlen nog zo scherp en brandend, zij worden gedoofd en tegengehouden door, het schild, des ge­loofs. Gods Woord zégt: Al de brandende pijlen….”., geen enkele uitgezonderd.

Eens heeft Jezus gezegd: “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde” (Matt. 28:18).

Daarom zal een met het schild des geloofs bewapend: kind van God, overwinnend voorwaarts kunnen gaan in de Naam van Jezus.

Want de brandende pijlen’ van satan kunnen’ hen niet, treffen!

“Wie op de Here vertrouwt, is onaantastbaar!” (Spr. 29:25).

 

De volle weg met Jezus door H.J. Glasbergen

“Maar alles wat mij winst was, heb ik om Christus’ wil schade geacht. Voorzeker, ik acht zelfs alles schade, om­dat de kennis van Christus Jezus, mijn Here dat alles te boven gaat” (Filip. 03:07-08). Nog nooit hebben wij het genoegen gehad een “preek” te horen over deze woorden van Paulus. Dat de theologie, daarover zwijgt is mij nu duidelijk gewor­den.

Maar wij dan, geheel anders, wij hebben Christus leren kennen. Over (1 Kor. 04:09-15) heb ik alleen-maar spottend ho­ren spreken, wat voor zichzelf spreekt.

Is het lek bij ons?

Nu blijkt dat de beloften van Jezus Christus – die allen “ja en amen” zijn – niet zo feilloos functioneren als wij zo graag zouden zien, zou dit toch moeten leiden tot zelfon­derzoek, niet tot onderzoek van de ander.

Paulus corrigeert zichzelf telkens weer, maar durft ook de ander terecht te wijzen .”Daarom zijn er onder u vele zwak en ziekelijk, en er ontslapen niet weinigen (voor hun tijd) omdat zij het lichaam van Christus niet onderscheiden” (1 Kor. 11:27-32).

De wonderen en tekenen zullen de gelovigen volgen, is één van de vele beloften van Jezus. Daar Hij niet liegen kan, moet er ergens een lek zijn, en dat moet bij ons zijn.

Ziekte is door de zonde in de wereld gekomen, leert de Bijbel. Wat niet inhoudt dat elke zieke, blinde, lamme, etc. een grote zondaar is.

Jezus bracht het Koninkrijk Gods op aarde, naar de wil van de Vader. In dat Koninkrijk is alles volmaakt en zij die de Koning erkennen als hun Heiland, Verlosser en Heel­meester, groeien naar het beeld van Hem ‘die ons Zijn broeders noemt.

Jezus leerde Zijn discipelen alles prijs te geven, zono­dig een voetveeg te zijn en de minste te zijn. “Leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart”. Jezus gaf op­dracht het evangelie van het Koninkrijk Gods te verkondi­gen en de zieken te genezen en boze geesten uit te drijven. (Luc. 09:01-06; Matt. 10:05-08; Hand. 05:12-16; Hand. 19:11-12).

Een genezing op sabbat

Zou dit een antwoord kunnen zijn? Jezus komt te Bethesda waar een menigte zieken ligt te wachten op genezing wat uiteraard geen verheffend gezicht is. Als de engel Gods kwam van tijd tot tijd, was er genezing. Om welke reden weten wij niet. Jezus sprak een man aan die reeds 38 jaar ziek was en zei tot hem: “Wilt gij gezónd worden?”. (Jezus zag wat in de mens was). Zijn antwoord is: “Here, ik heb niemand die mij helpt als de engel komt en het water in beweging brengt” (Joh. 05:01-18).

Dan zegt Jezus tot hem: “Sta op, neem uw matras op en wandel”. En terstond werd de man gezond en werd tevens een wetsovertreder omdat hij “werkte” op sabbat. De vrome joden zagen hem liever ziek, dan dat hij met een matras op zijn rug liep. Hij wist niet eens wie hem had genezen. Je­zus vond deze man in de tempel en sprak: “Zie, gij zijt gezond geworden, zondig niet meer, opdat u niet iets ergers overkome….”

Na 38 jaar ziek te zijn geweest waren dit keiharde woorden. Het doet ons denken aan de geschiedenis van Kaïn en Abel. (Gen. 04:01-12). De zonde ligt als een belager aan de deur van je hart. Maar ik geloof, dat als een mens wer­kelijk gaat begrijpen wat Jezus ons als een erfenis gaf – het Koninkrijk Gods – dat wij overwinnaars over de zon­de worden.

Deze man werd gelijk een getuige van Jezus. Het is de zonde die scheiding maakt, zelfs voor de mens die wederge­boren is.

Schuld en lijden (Luc. 13:01-05)

Pilatus liet Galileeërs doden om hun bloed met zijn, of­fers te vermengen en de góden-te behagen. Jezus’ antwoord was: “Meent gij dat deze Galileeërs, omdat zij dit lot hebben ondergaan, grotere zondaars waren dan de andere? Of meent gij, dat die achttien, op wie de toren bij Silóam viel en die er door gedood werden, schuldiger waren dan alle andere mensen, die in Jeruzalem wonen? Neen, zeg Ik u, maar als gij u niet bekeert, zult gij allen evenzo omkomen”.

Als de mens zich niet bekeert en gehoorzaam wordt .aan het Woord .van God, leeft hij in het machtsveld van de boze, met alle gevolgen van dien, zegt Jezus. De duivel, de overste van deze wereld, is gekomen om te vernietigen. Je­zus Christus is de Koning over de gehele schepping en is gekomen om te helen, te herstellen en te bevrijden van deze overste der wereld.

Het zaad Gods kan niet zondigen, dat is de kracht van het Koninkrijk. “Wie Zijn Woord bewaart, in die is waarlijk de liefde Gods volmaakt”(1 Joh. 02:03-06). Zij leven in het cen­trum van Gods wil en zoeken- zichzelf niet. Zij vragen niet om erkenning (“koninklijke goedkeuring”). Zij zoeken geen bekendheid, maar erkenning door Jezus Christus. “Ik ben van boven”, zei Jezus tegen de Joden, “gij zijt van beneden”. Van wie zijn wij? Is ons hart niet verdeeld?

Zijn wij blij dat wij het Koninkrijk Gods waardig bevon­den zijn, dan vraagt dit ook van ons onberispelijk te zijn. Durven wij met David te belijden: “De Here deed mij naar mijn gerechtigheid”, en wat nog volgt (Ps. 018:021-052).

Wij weten dat veel mensen in Pinksteren en het zich noe­mende volle evangelie teleurgesteld zijn, wij hebben ook zelf zo onze ervaringen. Velen zijn teruggevallen in de zo­genaamde charismatische beweging en komen op een dood spoor te staan. Maar er is maar één evangelie en dit is uit Pink­steren. (Hand. 02:14-40). Al het andere is namaak.

Jezus Christus stelt nooit teleur en Zijn, plannen falen niet en Zijn Heilige Geest zal Hem verheerlijken. De Vader, het Woord en de Heilige Geest zijn de getuigen in de hemel en deze drie zijn één en er zijn drie getuigen op aarde, de Geest en het water en het bloed. Deze drie zijn ook één (1 Joh. 05:06-10). Een ieder die dit belijdt – en niets anders – is onze broeder in Jezus Christus.

Het oude zuurdeeg.

Het Koninkrijk Gods zal nooit koninklijk goedgekeurd worden, niet eerder dan dat Koning Jezus komt en alle ko­ninkrijken zullen vergaan, met alle ménselijke troontjes. Deze koning erkennen wij als Hij die alle macht heeft in he­mel en op aarde, Hij die zegt: Volg Mij, maak je los van het oude zuurdeeg, wat alleen maar tegenhoudt.

God wil zich verheerlijken in Zijn volk, kinderen moeten opgroeien tot zonen, tot alle goede werken in staat, in de kracht Gods. Zijn volk “behoort Zijn wil te openbaren, niet op onze voorwaarden, maar op Zijn voorwaarden.

Hij wil Zijn overwinning zichtbaar maken in de nieuwe mens, Zijn Geest behoort één te zijn met onze geest (Ef. 02:14-22). Dat heeft niets met vleselijke verlangens te ma­ken, maar alleen met het doel van God, Zijn veelkleurige wijsheid te openbaren in de mens.

De charismatische beweging in de kerken is genade van God en wij zijn verblijd dat er leven is en hopen en bidden dat velen tot de volle kennis der waarheid zullen komen. Het gevaar is nu al te zien, namelijk dat, alle theologen – die deel hebben aan deze beweging – zo- benadrukken, dat ieder in zijn eigen kerk moet- blijven. Nieuwe wijn doet men echter niet in oude zakken. Dit zijn de kerken waar de men­sen geleerd wordt tolerant te zijn tegenover vele ongerech­tigheden en grove zonden, al willen wij hier de R.K. van afzonderen. God laat zich door niemand de wet voorschrij­ven en de Heilige Geest zal heus geen kerkleer van wie ook bevestigen. Er wordt – zoals altijd veel besproken, maar de kinderdoop – een uitvinding van mensen – -komt niet aan de orde, dan kom je aan de kerkelijke macht. Wij hebben veel gesprekken met deze Geest vervulde mensen gehad en wij wisten dan beiden dat er een muur was tussen ons. Zou dit het werk zijn van de Heilige Geest, waarvan Jezus zegt: Ik wil dat zij allen één zijn, zoals wij één zijn, Vader. (Joh. 17:11-25).

Oecumene

Er is maar één Kerk, het Lichaam van Christus, welke niet gebonden is aan leerstukken en onfeilbare uitspraken. Als deze geestesbeweging zich werkelijk liet leiden door Gods Geest’ en zelf gehoorzaam werd, was er maar één leer, de leer van Jezus. Kerk, bekeer u tot de levende God, zoals Jezus deed (Matt. 04:17) zoals Johannes de Doper (Matt. 03:01-03) zoals Petrus (Hand. 02:14-40). Jezus Christus was geko­men voor de Zijnen, Hij sprak niet tegen ongelovigen. Johan­nes en Petrus ook niet met Pinksteren. –

Heren theologen predikt dit, vol van Gods Geest, in uw kerken, priesters van de r.k. kerk, zwijgt niet langer. Wee hen die geweten hebben en nochtans niet geloofd hebben. Ga eens voor God gezamenlijk op de knieën, en door de Heilige Geest geleid: “Wat moeten wij doen, Jezus Chris­tus?” Zullen er geen duizenden oprechte mensen in de kerken in hun hart getroffen worden en vragend “Wat moeten wij doen, mannenbroeders?” Dan kunt u vol oprechtheid antwoor­den: “Bekeert u, en een iedér late zich dopen en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen”.

Dan begint het Pinksterfeest opnieuw en u mag uw kinde­ren meebrengen. Die mogen dan zien hoe. ‘zij later zich ook kunnen én mogen laten dopen. Nu zijn zé reeds geheiligd in de ouders.

“Laat u behouden uit dit verkeerde, geslacht”. “En de be­houdenis is in niemand anders dan in Jezus Christus”. U heeft niets te verliezen, naar alles te winnen.” Zeg met Esther: “Kom ik om, dan kom ik om. Waarom moet er een schéiding zijn tussen ons en veel lieve-broeders én zusters  zelfs in onze families, door een leer van theologen, die God de wet willen voorschrijven hoe het allemaal zal gaan in de toekomst, als die er nog is tenminste. Moet de zonde van ‘Nederland zo hoog wórden dat God er niet meer overheen kan zien?

Het Koninkrijk Gods wordt openbaar en in dit Koninkrijk komt men alleen door wedergeboorte, niet net wijsheid of theologie. Laten wij feest vieren met een vers deeg. (1 Kor. 05:06-08).

Deze beweging zal verstarren als er geen doorbreek komt. Wij kennen mensen die al 15 jaar op weg zijn en geen stap verder komen dan kérkelijke gesprekken. Dit zijn de pootje baders die met hun tenen in het water komen. Als er een pinkstergolf komt, gaan ze gauw terug naar hun oude’ plaats. Dit zijn de mensen die de levensrivier ingaan tot hun enkels, die een verdeelde weg gaan.

Ezechiël 47 laat ons de stroom van levend water zien van uit het altaar, je mag er inzwemmen en het is er gezond. Maar laat je niet verleiden on in een moeras of zijarmpje te gaan zwemmen, waar geen leven is. De vraag zal nooit gesteld worden: “Van welke kerk ben je geweest?”, naar: “Was je van Mij”. Die van Hem zijn kennen geen nevelen en muren, maar die roepen: “Kom over en help ons om de mensen in nood te brengen aan de voeten van Jezus”.

“En de Geest en de bruid zeggen: kon.’ En wie dorst heeft kome, om wie wil, neme het water des levens on niet”.

De genade van onze Here Jezus zij met allen.

 

De Bijbel (2)

Wat daar allemaal in staat… Bijvoorbeeld: Hoe God ons gemaakt heeft. Niet uit het niets, naar Hij maakte ons uit de aarde.’ Alles wat in ons lichaam voorkomt, is ook in de aarde te vinden. Hij bouwde ons en Hij gedenkt nu nog dat wij stof zijn. Maar Hij blies Zijn leven in ons. (Gen. 02:07).

Hij heeft ons bijna Goddelijk gemaakt. “Ik verblijd mij over Uw Woord, als iemand die rijke buit vindt” (Ps. 119:062). In de Bijbel lezen we, dat God wel gebaande wegen voor ons heeft aangelegd, die wij kunnen verkiezen om te gaan. De Bijbel is Gods (taal)tuin,. waarin wij met Hem mo­gen wandelen in de avondkoelte. Hij heeft alle voorzienin­gen getroffen die wij nodig hebben, on Hen te kunnen die­nen. Om het doel te bereiken.

De Bijbel zegt, hoe we moeten zaaien en hoe te oogsten. Dat schapen geschoren moeten worden en hoe duur een paard is……Maar ook hoe duur wij zijn, onze ziel is meer waard dan alle schatten der aarde.

Bewaar Zijn woorden diep in uw hart, want zij zijn le­ven voor wie zo vinden en genezing voor het gehele li­chaam. En wie Zijn Woord bewaart, in die is de liefde Gods volmaakt.

 

De goede Herder (Psalm 23) door Judith

“Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij”

Ik zal niet vrezen, want’ Gij gaat –

Voor immer aan mijn zij;

Ik zal niet beven, want Gij zijt

Te allen tijd met mij.

 

Moet ‘k door een dal van duisternis –

Of moeit’ en tranen heen –

Dan mag ik weten “Trouwe God,

Gij laat mij nooit alleen”.

 

Want zij het leven of de dood,

Gij ‘gaat nog steeds vóóraan;

Wat kan mij deren zo ik slechts

Achter U aan mag gaan?!

 

Ik zal U loven, want Uw stok –

En staf vertroosten mij;

Ik zal U eren, want mijn Schild

En sterkte, Heer’, zijt Gij.

 

One way day nadert

In de Julianahal van de Jaarbeurs te Utrecht wordt op zaterdag 12 oktober de derde “one way “day” gehouden. Toen twee jaar geleden evangelist Ben Hoekendijk zijn plan voor een “one way day” lanceerde bij enkele andere leidinggevende broeders kreeg hij niet direct enthousiaste bijval. Toch wist Ben Hoekendijk zich in dé wil van de Heer en de eerste one way day werd reeds’ bezocht door 4000 jongeren. Vorig jaar waren het er 8000. En dit jaar verwacht men minstens 10000 bezoekers.

Een voorbereidend comité, onder leiding van Henk Ver­heul en Peter Vlug, verzet bergen werk om deze massale ont­moetingsdag van Jezus jeugd te doen slagen. De totale kosten worden beraamd op f 50.000,- Toch is dé toégang gratis, zelfs het fraai uitgevoerde programmaboekje wordt gratis verspreid. Men verwacht door vrijwillige offers de kosten te kunnen dekken. Er is bovendien een speciaal “one way day fonds”opgericht, waarvoor het gironummer van “Opwekking” ten dienste staat.

Op 10 oktober wordt een landelijke gebeds en vastendag gehouden, want de “one way day” zal ongetwijfeld als een magneet fungeren voor onbekeerde jongens en meisjes.

 

Programma “One way day”:

10.00 – Opening zaal. Zangdienst o.l.v. Wies Hoekendijk. Optreden “The Burning Candles”. Spreker Ben Hoekendijk.

Middagprogramma:

14.00 – Zangdienst o.l.v. Wies Hoekendijk. Optreden van “The Lighters” “De geheimzinnige stoel”. Spreker Nico van Biljou.

Eerste optreden van “Choralema” uit Zweden. Spr. Joh. Prinsel.

Avondprogramma:

19.00 – Musical “Living Waters” van “Choralerna” Slotboodschap Ben Hoekendijk.

 

Overwinning door Gert Jan Doornink

Overwinning is een fascinerend woerd. Wie wil niet graag overwinnaar zijn, wie wil niet de overwinning behalen? Als kind voelen we ons de koning te rijk als we een spel hebben gewonnen of als de rapportcijfers uitwijzen dat wij de beste van de klas zijn.

Overwinnaar zijn speelt ook in het verdere leven een overheersende rol. In de sport wordt de overwinnaar beju­beld en verafgood. Op ieder terrein is het streven van de mens gericht op de overwinning. Heel vaak gaat dat ten koste van de medemens, ‘door “te werken net de elle bogen” of soms door “over lijken te gaan”.

In de ogen van God heeft dit alles echter geen enkele waarde. Gods Woord zegt: “Wat baat het een mens, als’ hij de gehele wereld wint, naar zichzelf verliest of zelf schade lijdt?”(Luc. 09:25). “De wereld gaat voorbij en haar begeren, naar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid” (1 Joh. 02:17). Wat dit laatste betreft: Hier raken we de kern van de zaak: De wil van God doen.

De natuurlijke mens kan echter Gods wil niet doen. Immers iemand die niet bekeerd en wedergeboren is, leeft nog in de zonde, is in de nacht van satan. Hij kan misschien in de wereld wel allerlei “overwinningen” behalen, naar dat is alles van voorbijgaande aard. Het is surrogaat.

Zodra iemand door bewust gelóóf in Jezus Christus een kind van God is geworden, treedt hij een nieuwe -geestelijke – wereld binnen. Een wereld van onbegrensde mogelijk­heden, als tenminste de factor “geloof” gehanteerd wordt.

“Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping: Het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen”(2 Kor. 05:17). Dit nieuwe leven in Christus vindt zijn basis in het volbrachte werk van Jezus Christus aan het kruis van Golgotha. Daar behaalde Jezus de grootste overwinning uit de wereld geschiedenis. Daar overwon Jezus de nacht van satan. Toen Hij het uitriep: “Het is volbracht'” had de duivel schijnbaar de overwinning behaald. Maar in werkelijkheid betekende het zijn nederlaag en was het de overwinning van God. Jezus bleef namelijk niet in het graf, naar stond op uit de dood. Hij overwon dood en hel.’

Wie in Hem gelooft, mag delen in Zijn overwinning. Iede­re keer weer opnieuw.’ Dit is het heerlijke van het Chris­ten zijn. Ook over de kleine dingen mogen wij overwinnaar zijn, zonde en ziekte, twijfel, vrees en zorg hebben geen recht meer het leven van een kind van God te beheersen. Jezus heeft gezegd: “Zie, Ik heb u macht gegeven om op slangen en schorpioenen te treden en tegen de gehele le­germacht van de vijand; en niets zal u enig kwaad doen” (Luc. 10:19)

Vele kinderen Gods leven in de nederlaag. Bij iedere aanval ven de vijand gaan zij tegen de vlakte. ‘Dit is niet naar Gods wil. Zo is het beeld van Jezus in de gelovige niet zichtbaar en zijn wij niet ten volle bruikbaar in dienst van de Meester. Immers de wereld let er op of wij datgene wat wij proclameren zelf beleven. Daarom behoort ons leven in beslag genomen te worden door die ene gedach­te: Hoe wordt de overwinning van Jezus in mijn leven gerea­liseerd?

Paulus – om een Bijbels voorbeeld te noemen – kende de overwinning in zijn dagelijks leven. Hij schrijft aan de ge­lovigen te Rome over de vele dingen die hij beleefde en zegt dan: “Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars” door Hem,’ die ons heeft liefgehad” (Rom. 08:37).

Het geheim van Paulus’ overwinning schuilde in zijn onvoorwaardelijke overgave aan zijn Heer en Meester. Paulus gelóófde.

Alleen door het geloof kunnen ook wij overwinnaars zijn, zoals Johannes zo duidelijk tot uiting brengt in Zijn brief: ‘En dit is de overwinning, die de wereld overwonnen heeft: ons geloof”(1 Joh. 05:04).

 

De boodschap van het Volle evangelie kunt u beluisteren over Radio Luxemburg, 208 en 49 m. Iedere zondagmorgen van 7.30 tot 7.45- uur spreekt: Evangelist Joh. Maasbach van Den Haag.

 

Mededelingen redaktie

Door een samenloop van bijzondere om­standigheden kon “Levend Geloof” tot onze grote spijt in de afgelopen maanden niet verschijnen. Met dit nimmer maken wij echter een nieuwe start net de uitgave van ons blad, dat nu weer regelmatig iedere maand uitkomt. Met nieuwe energie en toewijding hopen wij via “Levend Geloof” velen te bereiken met het heerlijke, volle evangelie van Jezus Christus. Wilt u voor deze arbeid bidden en ook proberen door het winnen van nieuwe abonnees het lezersbe­stand uit te breiden.          …

“Pastorale” – Is de titel van het nieuwe gedichtenbundel­tje van onze medewerkster Zr. Jacobs (Judith). Het is het vierde bundeltje’ gedichten van haar dat door ons werd uit­gegeven. De eerste uitgave “Lichtpuntjes” is geheel uit­verkocht. “Alpha en Omega”, deel 1 en 2, is echter nog verkrijgbaar. U kunt bestellen via nevenstaande coupon.

Al zou het de paus zijn’ – Onder deze titel wordt een televisie programma uitgezonden via de KRO over het werk van de bekende evangelist Johan Maasbach op 17 sept, 21.45 u.

 

Levend Geloof – 1974.01-02-03 nr. 149

Levend Geloof 1974.01-02-03 nr. 149

Van de redactie

Eindelijk weer een nummer van “Levend Geloof”! Het heeft deze keer wel erg lang geduurd voor dat we in de gelegenheid waren weer een blad te laten verschijnen!

Hoezeer ons blad ‘gewaardeerd wordt is ons in de afgelopen tijd uit verschillende reacties weer eens. overduidelijk gebleken.

We zijn daar blij en dankbaar voor en geven alle eer en lof. aan Eten die ons tot deze arbeid riep, want Gods Woord zegt; “Onze bekwaamheid is Gods werk” (2 Kor. 03:05)

Het spreekt vanzelf dat wij onze uiterste best doen “Levend Geloof” weer regelmatig te laten verschij­nen. Wij rekenen op uw hulp in deze door u te vragen veel voor deze arbeid te bidden.

Het is eindtijd en we willen en kunnen niet anders dan het heerlij­ke blijde evangelie van volkomen verlossing in Jezus Christus blij­ven uitdragen in deze ondergaande wereld, ook via “Levend Geloof”. Ontvang de hartelijke groeten van uw, in onze Heiland verbonden, redacteur.

 

Wat betekent het evangelie nu voor u

Het evangelie is de blijde boodschap dat Jezus Christus in de we­reld is gekomen on zon­daren zalig te maken. Dat houdt veel meer in dan een eens “in de he­mel -komen”, maar bete­kent reeds nu een totaal nieuw leven, naar geest, ziel en lichaam.

Zoals in het natuurlijk leven is er ook in het geestelijk leven een groei. Het is Gods wil dat dit “nieuwe leven” tot volle wasdom komt.

In gesprekken met kinderen Gods .-over deze geestelijke groei en over de betekenis van het evangelie voor het leven van alle dag, blijkt echter telkens weer hoe weinig er nog beleefd wordt van het evangelie in de praktijk van het dage­lijks leven,

Bij’ velen heeft het “leven” plaats genaakt voor de “leer” terwijl wij uit Gods Woord weten, dat deze twee niet te scheiden zijn.

‘Velen hebben hun eigen visie over de toekomst en verdedi­gen die te vuur en te zwaard. Anderen weten heel veel van het verleden van Christendom en Kerk. “Hadden we naar een opwekking als toen en toen”, is bij hen het gesprek van de dag. “Oude schrijvers” zowel als “geestelijke Science fiction” figuren zijn in. Maar het eerste en allerbelangrijkste waar iedere Christen nee te maken heeft is de dagelijkse beleving van het geloof. Paulus zegt in (Gal. 02:20); “Christus leeft in mij. En voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God”.

Het evangelie is een kracht Gods tot behoud voor ieder die gelooft. (Rom. 01:16). Dat was het in het verleden, dat is het in de toekomst… maar dat geldt ook voor vandaag! Op dit ogenblik, op het nonent.dat u dit leest, is het evangelie een kracht Gods. U die dit leest, gelooft het evange­lie! Ervaar de ware betekenis dat het evangelie van Jezus verlost, bevrijdt en geneest!

 

Rachab (het scharlaken snoer) gedicht Judith Jacobs

Zij woond’ in een vijandig land

En leefde in der zondeband.

Maar door Gods leiding kreeg zij daar

Bezoek van het verspieders-paar.

 

Z’ ontving hen liefderijk en sprak:

’k Verberg u onder ’t stoppelendak;

Ik vraag geen gave in geld of goud

De prijs zal zijn: mijn lijfsbehoud”.

 

Jericho’s val

Toen geen steen meer op de ander lag –

Men het bloedig strijdperk overzag –

Bleek Rachabs huis – zij was een hoer –

Gespaard, dank zij ’t scharlaken, snoer.

 

Zo vindt men slechts in Jezus’ bloed,

Een toevlucht voor het bang gemoed;

Hij is: het Eeuwig Reddingskoord

Voor een ieder die Hen toebehoort……

(Joz. 02:18-21; Matt. 21:31; Joz. 06:25).

Uit het gedichtenbundeltje “Alpha en Omega”.

 

Bij de voorpagina

“Slaat uw ogen op en beschouwt de velden, dat zij wit zijn om te oogsten.” (Joh. 04:35) De oogst is wel groot, naar arbeiders zijn er weinig. Bidt daarom de Heer van de oogst, dat Hij arbeiders uitzende in zijn oogst” (Matt. 09:37-38)

Deze tekst stond ook reeds in het vorig nummer ven “Levend Geloof” afgedrukt. Wij konden toen echter de tekening niet plaatsen, omdat deze bij de PTT was zoekgeraakt, toen wij deze hadden opgestuurd naar Studio Pit te Emmen on er een elektronisch stencil van te laten maken. Na 5 maanden stuurde de PTT bericht dat de tekening gevonden was. Hij was onder een automatische sorteerband blijven zitten en bij het schoonmaken voor de dag gekomen.

Mededelingen:

Evangelische boekwinkel te Zwolle – Broeder J. R. F. Mitchell heeft op vrijdagmiddag 29 maart zijn evangelische boekwinkel “De Kandelaar” te Zwolle geopend. U kunt er Bijbels, boeken, wandversieringen met teksten, ansichtkaarten, luxe post, zangboeken, etc. kopen. Adres: Assendorperstraat 174-1.

Nieuwe plaat “The Lighters” – Van “The Lighters”, het be­kende gospelteam uit Velp verschijnt een tweede grammofoonplaat net liederen als: Elia, Waarom bezorgd, Als het re­gent, De vijgenboom, Psalm 150, Eens op een heuvel…. etc. De plaat “Lighters 2 is later ook als cassette verkrijgbaar. Wordt uitgegeven door “Word Re­cords”, Postbus 8IO65 te Rotterdam. U kunt ook bestellen bij Ad. M. Everaars, Kerkstraat 15, Velp, tel.08502-6692.

Levend Geloof – het blad voor de eindtijd gemeente. “Vraagt gratis proefnummers of neem abonnement voor slechts Fl. 3, per jaar. Schrijf naar Postbus 30, Heerde.

 

Overwinnaars door Dirk A. Wols

Als het waar is dat de zeven brieven aan de zeven ge­meenten in Klein Azië, in het boek Openbaringen, elk zeven kerkelijke tijdperken beslaan, (ik ben niet competent dat te bevestigen of te bestrijden) dan is het wel treffend dat de belofte aan de overwinnaars in het laatste tijdperk der kerkhistorie alle voorgaande beloften overtreft in heer­lijkheid en glorie. De apostel moet immers neerschrijven door de Heilige Geest aan de gemeente te Laodicéa:

“Wie overwint, hem zal ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met Mijn Vader op Zijn troon”.

Vergelijk hiermede de weliswaar heerlijke beloften aan de andere gemeenten, dan zult u zien dat de overwinnaars ‘ van het laatste tijdperk een glorie en heerlijkheid toebe­deeld is, welke onuitsprekelijk is.

De overwinnaars in Efeze zullen eten van de boom des levens, die in het Paradijs is.

De overwinnaars in Smyrna zullen van de tweede dood geen schade lijden.

De overwinnaars in Pergamum krijgen van het verborgen manna en een witte steen en op die steen een nieuwe naam welke niemand weet dan die hem ontvangt.

De overwinnaars van Thyatira zullen macht krijgen over de heidenen en de Morgenster ontvangen.

De overwinnaars van Sardus worden bekleed met witte klederen en Hij zal hun naam belijden voor Zijn Vader en voor Zijn engelen.

De overwinnaars in Filadelfia zullen een zuil worden in de tempel Gods, de gemeente.         

Heerlijke beloften Gods. En zovele beloften Gods als er zijn, die zijn in Christus ja en in Hem amen. Maar hoe heerlijk ook, voor de laatste belofte aan de overwinnaars in Laodicéa heb ik eigenlijk geen woorden. Zij zullen zijn de overwinnaars in de troon. Met Christus zullen zij de troon be­zitten, zoals Christus zit in de troon Zijns Vaders. De troon duidt aan op macht, eer, glorie, majesteit, gezag.

Dc vraag komt op: Wat zijn eigenlijk overwinnaars? De tekst zelf geeft het antwoord. Wij behoeven met Gods Woord in de hand zelf nooit een antwoord te fantaseren, want Gods Woord geeft dat antwoord zélf. Gelukkig, want nu be­hoeven we niet heen en weer geslingerd te worden door al­lerlei leringen van mensen. De tekst zegt: gelijk ook Ik heb overwonnen! Dat zegt Jezus Christus, de Getrouwe Ge­tuige. Het komt er dus op aan dat we inzicht hebben in de wijze, waarop Jezus heeft overwonnen en wat er is gepas­seerd voordat Hij het uitsprak: Het is volbracht.

Dit is er gebeurt: Hij heeft Zijn leven niet liefgehad tot de dood, maar heeft Zich voor ons allen overgegeven. Dit is gebeurt: Hij kwam niet om gediend te worden, maar om te dienen en Zijn leven te geven tot een rantsoen voor ve­len. Dit is gebeurt: Hij heeft gezegd: Leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart en gij zult rust vinden voor uw zielen. (Matt. 11:28) Hij heeft zich vernederd, de gestalte van een dienstknecht aangenomen hebbende, Zich niet schamende ons broeders te noemen. Hij heeft dit alles bezegeld met de waterloop en de doop des Heiligen Geestes, welke Hij zonder mate ontving.

De tekst zegt: Gelijk, precies zoals Ik heb overwonnen. Niet door het bloed te eisen van zijn onderdanen, zoals aardse koningen dat doen, maar door Zijn eigen bloed te ge­ven .

Toch zeker wel voor beste mensen? Nee, precies niet. Hij stierf voor ons toen wij nog zondaars waren en vijanden der verbonden.

Dat zijn overwinnaars. Die het gelijk Hij verstaan. Dit is geen strijd tegen vlees en bloed zoals sommigen verkeerd uitleggen. Vlees en bloed geven we in de dood in de doop, (niet de besprenging). Inzet voor anderen zonder reserve. Dat zijn de overwinnaars. En Hij is uitermate verhoogd, Hij zit in de troon Gods des Vaders. En als wij overwinnen gelijk Hij dan zullen wij uitermate verhoogd worden door te zitten in Zijn troon. Maar dat is geen toekomstmuziek. Dat is geldig voor elke keer dat wij onze dood in de doop daad­werkelijk beleven en dóór leven in al onze werken en wij reeds op aarde gezet zijn tot Koningen en Priesters Gods.

U begrijpt wel, dat overwinnaars niet zijn die er over spreken of schrijven. Dat zou treurig zijn. Dan zouden al­leen de schrijvers onder ons en de predikers onder ons een geweldige voorsprong hebben op hen die deze “kunst” niet machtig zijn. Neen, bij de Here heeft ieder dezelfde kansen. Wie de meeste wil zijn, wie wil tronen met Christus in de troon des Vaders, hij zij aller dienstknecht en aller slaaf. Hij zij de minste van allen. O, hoe was Jezus de minste. Hij had. geen gedaante, noch heerlijkheid en als wij Hem aanzagen, zo was er geen gestalte dat wij Hem zouden be­geerd hebben. Geen koude drukte, geen godsdienstige ceremo­niën, maar dienen, dienen, dienen. Hij paste de voet­wassing toe.

Tenslotte, in Zijn dood sprak Hij uit: Het is volbracht!

Die zichzelf geeft, daar weet de hel geen raad mee. Hij kan hem folteren, uit elkaar scheuren, martelen, vierende­len, maar hij kan die niet overwinnen. Daarom hebben de martelaren bij Hem een wit voetje. Zij hebben alles veil voor Hem. Zij zeggen dat niet alleen, maar zij doen dat ook. Zij geven alles. Merk eens op hoe de martelaars bij Hem op goede voet staan. Zij zijn de parelen in Zijn troon.

Ik moet eindigen. Ik lees nog eens de tekst: “Wie over­wint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met Mijn Vader op Zijn troon”. Dat kunt u alleen door de kracht van de Heilige Geest. Zijn leven het uwe. Hij stierf. Hij stond op. Hij voer ten hemel. Hij zit in de troon. Precies zo U. Als U overwint gelijk Hij. Die ons maakt tot koningen en priesters Gods.

Aan Uw zij, dicht nabij – Aan Uw zij, dicht nabij – Alles, alles wil ik lijden – Mag ‘k slechts zitten aan Uw zij – (in de troon).

 

Eenheid en verscheidenheid door H. J. Glasbergen

Gerechtigheid

“En de verstandigen zullen stralen als de glans van het uitspansel en die velen tot gerechtigheid hebben ge­bracht als de sterren voor eeuwig en altoos” (Dan. 12:01-03).

Recht en gerechtigheid hebben altijd te maken met schuld in de natuurlijke wereld. In de geestelijke wereld is een wet voor Gods kinderen, van een wetgever die zowel de schuld als de vrijspraak vaststelt. Als een vrijgesprokene in het Koninkrijk Gods is, en daarin woont en werkt, dan zul­len de mensen zien uit zijn werken, en horen uit zijn woorden dat hij anders is. “Gij dan, geheel anders, gij hebt Christus leren kennen”.

Zo zijn er ook veel Christenen die zich vrijgesproken we­ten en zich in het Koninkrijk Gods bewegen en werken als een zondagse parkwandeling. Zij vragen veel en krijgen wei­nig antwoord. Zij zijn veel op de bergtop en veel in het dal, omdat zij niet altijd één met Christus zijn op Zijn voorwaar­de. (Joh. 17:01-26); “Opdat zij allen één zijn…..1‘ De wil is bij een ieder, maar de voorwaarden zijn niet op te brengen. Een ieder heeft een denkpatroon, waarin zijn verstand een grote rol speelt, in deze zin “Als zij nu allen dachten zoals ik, waren wij één”.

Het zou wel een troosteloze, grauwe zaak worden, zonder liefde, blijdschap en vrede. Er zou weinig zon zijn, en licht en het einde zou weer zijn, zoals steeds in de geschiedenis: een dode leer. “In de geest begonnen, in het vlees geëindigd. Jezus kiest uit gewone mensen Zijn discipelen, dn wij zien dat er een zichtbaar verschil is in de zichtbare we­reld, maar ook in de geestelijke wereld, het Koninkrijk Gods; Er is verscheidenheid. Er is geen mismaaktheid, nog ziekte in hun midden. Zij leven in de schaduw van de Aller­hoogste.

Het Koninkrijk Gods is binnen in ulieden

Het Koninkrijk Gods bestaat in rechtvaardigheid, vrede en blijdschap. (Rom. 14:17). Dat Koninkrijk is op de berg Sion, het dal ligt er vlak bij. De rechtvaardigen zijn alleen in het dal om de ander te helpen uit liefde die bij de ge­rechtigheid hoort.

Deze leven in gemeenschap met de koning. Zij zijn verstan­dig en waken om in Zijn wil te blijven. In de levende stroom, in de rivier vol water, zoals de profeet dit ziet in de geest in Ezechiël 47. Deze rivier is vol leven, er is geen ziekte of gebrek, vissen leven daar van allerlei soort en overal waar de beek komt, zal alles leven en gezond worden. Er zijn vruchtbomen, allerlei soorten, het loof verwelkt niet en de vrucht raakt niet op. Deze vruchten zijn tot spijs en hun loof tot genezing. Opvallend dat er verschillende vissen zijn en verschillende vruchten, ook weer een deel van Gods veelkleurige wijsheid, waar sommige mensen kleurenblind van worden. Deze rivier is de levensboom, de berg Sion, het Koninkrijk Zijner liefde, het rijk des lichts, waar de troon van God is en het Lam Gods.

En zij die zich gerechtvaardigd weten, strijden de goede strijd met de wapenen der gerechtigheid en sluiten geen compromis met de ongerechtigheid. Hun klederen zijn wit, ge­wassen door het bloed van het Lam Gods. Zij zijn ingegaan door de enge deur, Jezus Christus.

Nu zegt de profeet dat er moerassen zijn en poelen, zijar­men van de rivier, met echt, oppervlakkig, mooi helder. Het spreekt grote woorden en maakt veel lawaai, maar het is dood, er is geen leven. Als wij met God wandelen en in Zijn Koninkrijk mogen arbeiden, luisteren wij alleen naar Zijn stem en alle andere geluiden horen wij, maar het doet ons niets. Met Hem mislukken wij niet en zijn niet moedeloos, wel eens moe, dat mag, zie Elia. (2 Kon. 19:04-08). Er is Goddelij­ke kracht in overvloed en de bron is onuitputtelijk. Er is leven en overvloed.

Gods antwoord op elke vraag

Eenheid met God, zoals Jezus ons Voorbeeld is, behoedt ons voor brokken. Bij Hem is alles volmaakt en vanuit Hem leven wij, uit Zijn denken, uit Zijn plan, uit Zijn overwin­ning. Hem vertrouwen wij. Hij is onze Raadgever, Zijn Geest is in ons, Zijn, liefde is in ons, Zijn heerlijkheid om­straalt ons. De levendmakende Geest herstelt ons lichaam als het aangerand wordt door de duivel. (Rom. 08:11).

Zijn Koninkrijk kome, Zijn wil geschiede in mijn leven, Zijn Naam wordt verheerlijkt in mijn leven, en wij vergeven onze schuldenaren en bidden voor onze vijanden. Wij maken Zijn Naam niet te schande en breken met de ongerechtigheid. Wij zoeken geen eigen troontje of eerste plaats en slaan niet met vuisten op tafel, maar zijn tot rust gekomen aan Zijn voeten. “En hieraan zult gij ze kennen, dat zij liefde onder elkander hebben”. Niet te verwarren met lief doen.

Onze problemen en moeilijkheden zijn bij Hem en voor Hem. Zijn oplossing is onfeilbaar en mislukt nooit, Zijn Woord is volmaakt in zijn uitwerking. Hij zegt? Vreest niet en al Zijn beloften zijn ja en amen.

Mozes was een Godsman, hij moest het met minder doen, hij moest tegen een weerspannig volk zeggen dat hij gezonden was en geroepen tot leider door “Ik ben”. Mozes ging in geloof en overwon. Jezus zegt? “Ik kan niets doen, zonder de wil van Mijn Vader”. Maar bij het graf van Lazarus sprak Hij deze woorden? “Ik weet dat U mij altijd verhoort”.

Bidden naar Zijn wil en leven naar Zijn wil on macht geven over je eigen wil, die niet in staat is, iets goeds te doen in Zijn Koninkrijk. Er moet eerst een nieuwe mens komen, uit God geboren, wedergeboren, dan pas kan de menselijke geest zich onderwerpen aan Gods Geest en in gemeenschap leven met Hem en zijn broeders en zusters. Dit zijn, zij die het grote plan Gods gaan zien van boven naar beneden die vanuit Hem gaan denken, die niet spreken van eigen werk.

Verborgen talenten

God is rechtvaardig en zal een ieder oordelen naar zijn werken on woorden en het oordeel begint bij het huis Gods. Het moet ons benauwen in Nederland dat wij elkander nog steeds in de weg staan door onze kruideniersgeest, waaruit ook “Pinksteren” zich niet heeft kunnen losmaken. Vele talenten komen niet tot ontplooiing in het Koninkrijk Gods, doordat deze overschreeuwd worden door hoogvliegers. De ge­lijkenis ven Jezus spreekt duidelijke taal. De dienstknecht met het ene talent wist dat de Heer rechtvaardig was, maar hard voor de ontrouwen, hij ging zijn talent begraven. Dit is niet de bedoeling van God, die wil dat wij goede vruchten voortbrengen. Het oordeel is hier op aarde en God laat Zijn rechtvaardigheid zien die twee en vijf talenten hebben ge­kregen en winst hebben gemaakt. God wil Zijn eigendom met rente terug.

Hij wil dat ons leven een belijdenis is, niet in formu­lieren en leerstukken, naar met betoon van geest en kracht. . Hij sprake “Laat ons mensen maken naar ons beeld”. De tweede Adam, Jezus Christus, en Zijn volmaakte offer, heeft de kroon der schepping, de mens, weer in Zijn plannen betrokken en een geest van openbaring gegeven. Er is vrede met God en de mensen. Deze mens heeft maar één binding, door de Heili­ge Geest met God de Vader en niets kan hem scheiden van de liefde van Christus. Hij is de God van hen die rusten in Zijn Woord, die geen kramp hebben, die geborgen zijn in Zijn almacht en weten wat Zijn wil is.

Heeft u geen talenten? God heeft overvloed. Als de mens zich onderwerpt aan Zijn wil, dan krijgt hij talenten, één of meer, en in Hem zullen deze winst brengen, heil aan de men­sen, genezing naar geest, ziel en lichaam, omdat in het li­chaam van Jezus Christus geen tekort is. Dan durven wij met David zeggen: “De Here heeft mij vergolden naar mijn gerech­tigheid” (Ps. 018:051-052).

Gods kracht en heerlijkheid

De hele schepping is vol van Zijn heerlijkheid en vol­maaktheid. En deze majesteit en glorie moet zichtbaar worden in Zijn volk – de Gemeente – duur gekocht en betaald. Die zal 1 zijn zonder vlek of rimpel, stralend, nu al heilig, een volk van priesters en koningen, om te heersen over de machten der ) hel, geen huilers, maar juichers, op een rots gebouwd, niet met trillende benen en vol wijsheid, maar de voeten ge­schoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vre­de s, vol van Zijn kracht. Verbonden met Zijn Schepper met ban­den der liefde tot in eeuwigheid, want niets zal ons schei­den van de liefde Gods.

Zoals in Jezus Christus en Zijn discipelen, zal ook de almacht van God zich openbaren in Zijn Gemeente, in deze eind­tijd. De bewijzen zijn er al. Veel Godsmannen en vrouwen kunnen getuigen van wonderen en tekenen die de gelovigen volgen als zij het Lam Gods volgen waar het ook gaat. Dit is Zijn wil; en wie zou die weerstaan?

Elk moment in ons leven staat Zijn almacht tot onze be­schikking om Zijn Naam te verheerlijken, Zijn Geest in ons.

David wist hier van toen hij nog een jongen was. Hij zegt tegen Goliath’. “Ik treed u tegemoet in de Naam van de le­vende God en deze dag zal de: Heer u in mijn macht geven. Want de strijd is des Heren”.

Dit is het grote geheim van het evangelie, in ons spre­ken en werken moet er maar één gedachte zijns “Wordt de Naam van mijn Meester verheerlijkt of zoek ik (soms onbe­wust) mijzelf?”.

Elia wist van die macht. Hij trok zich niets aan van het protocol, toen Naäman met zijn ziek lichaam en duur ge­volg aan de deur stond. Hij laat Gehazi zeggen dat hij zich zevenmaal moet onderdompelen in de Jordaan, dan zou het melaatse lichaam weer gezond zijn. Hij sprak met gezag, zo was ook de leer van Jezus, wat de Joden moesten erken­nen. (Joh. 03:01-03). Hij dreef boze geesten uit en genas de zieken. Dit was zijn dagelijks werk,.

Een evangelie zonder wonderen is een dode leer, een menselijke zaak, dor en saai, grauw en troosteloos. Met ziekte moet je leren leven, sprak de radiopredikant voor de zieken, dan kun je er weer een week tegen. Wij hebben een boodschap voor zieken en gezonden, bewogenheid voor het verlorene, als priesters van de allerhoogste God. Niet in hoogmoed en ijdel denken, naar in hoogheid en wijsheid, door God geleerd.

Het is Zijn Geest met onze geest die overwinning geeft in dit leven, de zwakken dragende en verdragende.

De ganse volheid Gods is ons geschonken in Een en moet openbaar worden in deze verloren wereld, die zichzelf zal vernietigen.

Het is ons erfdeel, wij zijn erfgenamen van de levende God en Zijn Naan zij geprezen tot in alle eeuwigheid. En dit is onze overwinning: ons geloof dat de wereld overwint.

 

Psalm 28 gedicht door Judith Jacobs

Bescherming

“Op Hem vertrouwde mijn hart en ik werd geholpen” (Ps. 028:007).

Mijn hulp zoek ‘k slechts bij Jezus,

De Rots van mijn behoud;

Voor mij heeft Hij gestreden,

Op ’t ruw Calvarie-hout. 

 

Mijn kracht vind ’k slechts in Jezus,

Mijn Pantser en mijn Schild;

Zijn vaandel heeft verwonnen,

Zijn Woord de strijd gestild.

 

Mijn heil is ’t bloed van Jezus,

Door Hem ben ik gekocht;

Hij heeft in dood en leven

De satan overmocht.

Ik blijf maar dicht bij Jezus,

Hoe groot is Zijn gena;

Het zijn God’s eeuw’ge armen –

Die dragen, vroeg en spa.

           

Koning Jezus door Jan W. Companjen

Ieder huis wordt door iemand gebouwd — en de bouwheer van alles is God, Mozes was inderdaad getrouw in heel Gods ‘ huis, maar als dienaar, om te getuigen van de woorden die God zou spreken. Christus echter is getrouw als zoon, aangesteld over het huis van God. En dat huis zijn wijzelf, als wij tenminste vasthouden aan de blijde zekerheid van onze hoop’.

Was het eerste verbond zonder fout geweest, dan had men niet omgezien naar een tweede (een nieuw verbond). Maar God laakt hun fouten (zij die van het oude verbond zijn) met de woorden: “Er komen dagen, zegt de Heer, dat Ik met het huis van Israël en het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten. Het zal anders zijn dan het verbond dat Ik met hun vaderen sloot, toen Ik hen bij de hand vatte om ze uit Egyp­te te leiden, want zij hebben zich niet gehouden aan Mijn verbond en Ik heb Mij niet meer om hen bekommerd, zegt de Heer. En zó zal Mijn verbond zijn dat Ik met het huis van Israël zal sluiten, zegt de Heer: Mijn wetten prent Ik in hun geest en Ik grif ze in hun hart: Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn. Dan zal niemand meer een ander on­derrichten noch zeggen tot zijn broeder: Ken uw Heer, allen zullen zij mij kennen, van de kleinste tot de grootste, Door te spreken van een nieuw verbond heeft Hij het eerste verouderd verklaard, en alles wat oud en bejaard wordt staat op het punt te verdwijnen”

(Heb. 03:04-06; Heb. 08:07-13) – Willibrord vert.)

Een nieuw tijdperk

Het is met het lezen van een boek vaak zo dat de één het prachtig en de ander er totaal niets aan vindt. Sommigen vinden een oorlogsboek prachtig, anderen vinden er ’to­taal niets aan, ja worden er onpasselijk van als ze zoveel menselijk leed van dood en verderf onder ogen krijgen.

Zo is het ook met het Woord, van God, de Bijbel. Het wordt in allerlei variaties gelezen. Als oorlogsboek en als geschiedenisboek, begrepen en onbegrepen. Toch zal het alle lezers opgevallen zijn dat bij de komst van Jezus Christus, de Bijbel en de mensen die er bij betrokken waren, een andere dimensie, een ander tijdperk zijn binnengegaan.

De periode van de wet, aan Mozes gegeven op de berg Sinaï, wordt afgesloten. De wet wordt in Christus vervuld. Het bouwwerk van Mozes, van wet en offer en van een Godshuis gemaakt zoals Mozes dat op de berg Sinaï getoond was, had zijn functie vervuld. Het was namelijk een afbeelding en schaduw van het hemelse dat met Christus komen zou. (Heb. 08:05). Zo had het eerste (oude) verbond een tabernakel met daarin o.a. de ark des verbonds en de stenen tafels waarop de wet Gods gegrift was.

Bij het verrichten van hun dienst kwamen de priesters (de dienstknechten des Heren) alleen maar in het voorste ge­deelte van de tent. In het tweede gedeelte (het heilige der heilige) kwam alleen de hogepriester en dan nog slechts éénmaal per jaar en dan niet zonder bloed. Hiermede gaf de Heilige Geest te kennen, dat de weg naar het heiligdom nog niet open lag.

Bij het offer op Golgotha scheurde dit voorhangsel van boven naar beneden (Matt. 27:51). De geheimenissen van het oude verbond werden openbaar gemaakt. Hoeveel te meer dan het bloed van stieren en bokken, zal het bloed van Christus ons bewustzijn reinigen van dode werken, om de levende God te gaan dienen, op de wijze, zoals Christus ons dat geleerd heeft. Hij is het vleesgeworden Woord van het Nieuwe Ver­bond Hij is niet binnen gegaan in een heiligdom met handen genaakt, een afbeelding van het ware. Neen, Hij is de hemel – de onzichtbare wereld – binnen gegaan, ons ten goede, om voor het aangezicht van God te verschijnen (Heb. 09:24). En zoals Jezus, toen hij hier op aarde was en in de zichtbare wereld zijn werk deed, met de Vader verbonden was, zo mogen wij thans met Hen verbonden zijn.

Hij de Middelaar van God en van de mensen, geeft ons de verlossing door zijn bloed en Hij is de Hoeksteen van het nieuwe bouwwerk Gods, een tempel heilig in de Here, in wie ook gij (indien gij dit wilt) mede gebouwd wordt als levende stenen tot een woonstede Gods in de Geest. (Ef. 02:21-22).

God die rijk is aan erbarming, heeft om Zijn grote liefde aan ons te openbaren,, ons levend gemaakt met Christus, hoe­wel wij dood waren, (dat wil zeggen; geestelijk dood) door de door ons. gepleegde overtredingen. Door genade Zijn wij behouden en heeft Hij ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten om ons het geheimenis van Zijn wil te laten kennen (weten).

De mannelijke rijpheid

Indien wij zien dat Christus ten hemel is gevaren om al­les tot volheid te brengen dan zullen wij ook zien dat wij mogen opwassen tot de mannelijke rijpheid, de gehele omvang van de volheid van Christus. (Ef. 04:13). Dan gaan wij het boek van God, de Bijbel, begrijpen en dan zien wij wat Hij met heu nieuwe verbond bedoeld heeft, namelijk persoonlijke leiding door de Heilige Geest.

Zoals het hoofd met spieren en banden en net zenuwen, met het lichaam verbonden is, zo wil Hij met ons verbonden zijn. Zo wil Hij ons de wet van het nieuwe verbond in het hart en in het verstand leggen. Zoals Hij de Vader kende, zullen wij Hem kennen en daarop aansluitend de Vader in Hem. Zo zal Vader, Zoon en Heilige Geest in (de Gemeente) het Lichaam van Christus, één geheel zijn. Mensen uit één stuk, die in Christus weten wat de wil van de Vader is. Wat is het toch een geweldig iets dat de Bijbel werkelijkheid in het leven van ons mensen kan worden. In Christus heeft God ons laten zien, dat Hij het vleesgeworden Woord is, hoe Hij de mens gedacht heeft en door geloof in Hem, de Adam van het nieuwe verbond, mogen wij Hem gelijkvormig worden. Dat is de ge­loofsweg die wij gaan mogen en die wij biddend mogen ontvan­gen met de bede; Heer, mij geschiede naar Uw Woord.

De duivel, de overste van deze zienlijke wereld, tracht ons natuurlijk van deze weg af te houden. Toen Jezus bij Zijn verzoeking in de woestijn ook deze weg wilde gaan, bood de duivel Jezus de gehele wereld aan. Hij zou koning over de hele wereld worden. Ook de Joden waren open poorten voor deze duivelse list. Menigmaal wilden ze Jezus, zelfs met geweld, koning maken. Maar Jezus ging hier niet op in. Hij had een andere, een Hemelse opdracht, die tot doel had dat er een nieuw Godsvolk zou geboren worden, die de wetten Gods in hun harten en in hun verstand hebben gegraveerd. Daarvoor is wedergeboorte en geestesdoop nodig. De belofte van de Vader aan Jezus was een nieuw volk, dat zou gaan op­trekken in de kracht van de Heilige Geest. Dat volk zou uitgaan en overwinnen en dat zal gaan uitlopen op een grote maar zegevierende oorlog in de hemelse gewesten. (Openb. 12:07) “En er kwam oorlog in de hemel: Michaël en zijn engelen hadden oorlog te voeren tegen de draak. (Engelen zijn gedien­stige geesten ten dienste van hen die het heil zullen beërven. (Heb. 01:14) Ook de draak en zijn engelen voorden oorlog, naar hij, de duivel met zijn trawanten, konden geen stand houden en hun plaats in de hemel werd niet meer gevonden. Enige verzen verder lezen wij dan dat het Koninkrijk Gods open­baar wordt. De duivel wordt neergeworpen door het volk Gods dat de nieuwe opdracht heeft verstaan, dat onze strijd niet tegen vlees en bloed is, doch tegen de overheden en machten in de hemelse gewesten.

Zij zullen overwinnen door het bloéd van het Lam en door het woord van hun getuigenis, (woorden gesproken op gezag van de naam van Jezus). Zij hebben hun eigen “IK” leven van bou­wen en werken in de zienlijke wereld, niet liefgehad tot aan het einde van hun leven, maar zijn ingegaan in de werkelijke tempel van God, het hemelse Jeruzalem. Dat hemelse Jeruzalem zal na Zijn volbrachte taak, op de aarde nederdalen.

Broeders en zusters, laten wij er acht op slaan en niet, net als de Israëlieten, in de woestijn blijven steken. Met hun ark, met hun verbond en wetgeving. Ze bouwden een kalf en verheugden zich over de werken hunner handen toen Mozes nog maar enkele dagen uit hun gezicht verdwenen was. Zij moesten góden hebben die vóór hun uittrokken. (Ex. 52:01-06). Later, in het beloofde land, toen alles nog wat rommelig was en de ves­tiging in het beloofde land nog wat meer “volkomen” moest worden, riepen zij met dezelfde woorden om een koning. Ook toen Samuël zei dat het aanstellen van een koning tot gevolg zou hebben, dat zij in dienst van die koning zouden komen te staan en dat zij voor hem de koning, de oogst zouden binnen halen, dat zij tienden zouden moeten betalen, enz., enz., rie­pen zij nog: Neen, neen, er moet een koning komen, dan zullen wij net zijn als alle andere volken. Onze koning zal ons rich­ten, vóór ons uitrukken en onze oorlogen voeren. (1 Samuël 8).

Ziet dan toe, dat gij Hem, die spreekt, niet afwijst. Want als genen niet ontkomen zijn toen zij Hem als koning afwezen hoeveel te minder wij, als wij ons afwenden van Hem die uit de hemelen spreekt (Heb. 12:25).

Wat voor huis zult gij mij bouwen, zegt’ de Heer, of wat is de plaats mijner rust? Laten wij afleggen alle last en zonde die ons zo licht in de weg staan en met volharding de wedloop lopen, die voor ons ligt. Laat ons oog daarbij alleen gericht zijn op Jezus de Leidsman, en voleinder des geloofs.