Mensen naar Gods beeld en gelijkenis (Duurt 05-02-2012)
Mensen naar Gods beeld en gelijkenis
Gen.1:26: En God zei: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de hele aarde en over al het kruipend gedierte dat op de aarde kruipt.
Het gaat om het eerste stukje: Laat Ons mensen maken naar ons beeld en onze gelijkenis. En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hen. Man en vrouw schiep Hij hen.
Welk woord mis je in het laatste regeltje, wat wèl in het eerste staat?
Gelijkenis
Dus Adam was nog niet de gelijkenis van God; wèl het beeld.
God schiep een natuurlijk mens, uit stof, dat is de materie van de aarde. Want het natuurlijke komt altijd eerst; daarna het geestelijke.
Dus Adam en Eva waren hartstikke zuiver, zondeloos, prachtige mensen. Maar dat is het natuurlijke.
Nadat ze lang genoeg rond gelopen hadden, begon hun aandacht toch naar hemelse dingen uit te gaan; want alleen het zichtbare voldoet niet.
Dan moeten ze eigenlijk opnieuw geboren worden, want zonder opnieuw geboren te worden, of ‘boven’ geboren te worden, zie je dat hele Koninkrijk van God niet; om deel te krijgen aan de hemel, aan het Koninkrijk van God.
Op dát moment dat hun gedachtenwereld dáár naar uitging…., toen sloeg de duivel toe. Want hij spiegelde ze voor: je zult als God zijn.
Nou, als God zijn, dat leek ze wel wat; kennende goed en kwaad.
Jezus, de betere Adam, leidde ook eerst een natuurlijk leven tot z’n dertigste.
Maar er staat: Hij groeide op in wijsheid bij God en mensen.
Dus Hij was een beminnelijk mens, een prachtkerel, een vriendelijke man, een echt medemens.
Marcus 8:34-35: Hij riep de schare, met zijn discipelen, tot Zich en zei tot hen: als iemand achter Mij wil komen, (nou, wie wil dat niet?) die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volgt Mij.
Want een ieder die z’n leven wil behouden, die zal het verliezen; maar wie z’n leven verliezen zal om Mijnentwil, en om des evangelies wil, die zal het behouden.
Over dit stuk heb ik nog nooit een toespraak gehoord; het gaat wèl over het volgen van Jezus.
Dus ik wil er maar eens wat gedachten op loslaten, want daar stáát natuurlijk nogal wat!
Jezus is ook opnieuw geboren. Hij was eerst een natuurlijk mens. Toen is Hij geestelijk geworden, geboren uit water en Geest.
Hij liet zich dopen, als bad van die wedergeboorte, en onmiddellijk kreeg Hij ook de Geestesdoop.
Waterdoop en Geestesdoop horen bij elkaar. Daar moet je nooit te vroeg mee beginnen.
Maar Hij wèrd dus, op dát moment dat die duif in Hem neerdaalde, een geestelijk mens. Dat is een geheim. Dè Christus!
Christus betekent Gezalfde.
Onmiddellijk daarna is Hij veertig dagen verzocht. Hij heeft het enorm benauwd gehad.
Veertig is een symbolisch getal in de bijbel. Er gebeurt zó vaak iets na veertig dagen, veertig weken, veertig jaar….,
altijd veertig.
Waarom dan veertig? Omdat veertig weken ook een draagperiode is voor een baby.
Er vindt een verandering plaats, een bevruchting en een openbaring.
Dat veertig heeft ook een diepere betekenis.
Hij komt dus als herboren uit al die verzoekingen. Hij stapt uit die woestijn tevoorschijn, uit die eenzaamheid, uit al die verzoekingen; ga er maar aanstaan.
Want wat heeft Hij gedaan? Op dat moment heeft Hij Zichzelf verloochend.
En verloochenen betekent ‘ontkennen’.
Als Petrus Jezus verloochent, zegt hij: ik ken die vent niet. Ontkennen dus.
Jezelf ontkennen; dat vergt heel wat denk-kracht om dat te bedenken, en aan de andere kant is het voor een kind te snappen.
Maar op dat moment begon Jezus Zijn wandel in de hemel. Vóór die tijd deed Hij dat niet.
Dat deed Hij pas ná die wedergeboorte en ná de Geestesdoop.
Want deze beminnelijk en vriendelijke man deed z’n mond open en zei ineens allerlei dingen over het Koninkrijk Gods.
Hij zei tegen de mensen: Het Koninkrijk Gods is dichtbij gekomen.
Waar is dat dan? Nou, dat was in Hem!
Hij kwam de mensen nabij.
Het Koninkrijk Gods was in Hem!
En op dat moment, toen Hij Zijn mond open deed over dit evangelie, toen kreeg Hij vijanden. Die had Hij vóór die tijd niet.
Maar tóen kreeg Hij ze.
Ik kan wel een paar voorbeelden noemen van dat vijandige gedrag.
Hij had nog maar nauwelijks iets gezegd over het Koninkrijk Gods in de synagoge, of ze wilden Hem van een rots afgooien.
Hoe komt dan nou ineens?
Hij zette de onzichtbare wereld in beweging!
Zolang Hij z’n mond hield en een vriendelijke man was, was er niks aan de knikker. Maar Hij begint over het Koninkrijk Gods….., en de vijanden in de hemel worden wakker.
Mensen vertelden dat Hij een verbond had gesloten met de duivel. Hij werd vreetzak genoemd, een wijnzuiper, Samaritaan,
dus allochtoon, je bent niet één van ons, je hoort er niet bij.
Hij werd bespot, uitgelachen, er is heel wat om Hem afgegniffeld….
En onverstoorbaar ging Hij door!
Of ze liepen met stenen in hun handen, want Hij moest gestenigd worden.
En hoeveel doodsbedreigingen Hij wel niet gehad heeft….
Tegenwoordig zou er nog haatmail bij komen.
Heel veel mensen hebben zich wezenloos aan Hem geërgerd. Vooral de religieuze geesten, die ergeren zich het snelst.
Dat kwam omdat Hij Zichzelf ver-loochende. Hij zei dat Hij de Christus was; dat wist Hij. Dat hield Hij ook geheim.
Dan heb je jezelf ontkend. En al die dingen die ik net noemde, dat is lijden. Dat is echt lijden om de Naam èn om het evangelie.
Dat kruis lag op de grond, en op het moment dat Hij Zichzelf verloochende, nam Hij dat kruis op.
Dat is de consequentie, de voorwaarde.
Marc. 8:34b: Hij verloochene zichzelf, neemt zijn kruis op, en volgt Mij.
Dus als je Jezus wilt volgen, dan heb je voorwaarden: zelfontkenning, en dat kruis, dat daar ligt, en dat is een bewuste daad, dat neem je òp je.
Dat kruis pak je op en je gaat er mee aan de sjouw. Want dat is lijden, dat is vervloeking; want je krijgt dan met de tegenstander in de onzichtbare wereld te maken, en die werkt via de mensen.
Dát is wat!
Ondertussen kreeg Hij wel Gods identiteit, dank zij de Geest die in Hem woonde.
Hij werd een gelijkenis! Hij zegt dan ook: wie Mij ziet, die ziet God!
Nou, dan moet je echt niet zo op het zichtbare letten. Als je Mij ziet, dan zie je God.
Petrus speekt daarover: je hebt deel aan de Goddelijke natuur.
In het Grieks staat daar een woord wat betekent: oorsprong, karakter, aard.
Dus als je jezelf verloochent, en je hebt de Geest ontvangen, dan begin je Gods aard te krijgen. De Goddelijke oorsprong.
Nu zei Hij: Ik kan uit Mijzelf niks doen. Maar je kan toch lezen en schrijven en een tekening maken, je kan timmeren, drempeltjes leggen, het dak repareren, vissen…, dat kun je toch allemaal?
Maar in verband met het Koninkrijk Gods kon Hij niks doen, helemaal niks. Hij was helemaal afhankelijk van de Geest.
Hij zegt ook ergens: Mijn leer is niet van Mij, maar van degene die Mij gezonden heeft. Ik heb echt alles ontvangen wat niet uit Mijzelf is. Dat is dus het gevolg van zelfverloochening.
Toen ik hier meer en meer over nadacht, werd ik steeds blijer. Hoe meer ik mezelf verloochen, hoe meer de Geest de ruimte krijgt.
Er staat in Marc.8:35: .. wie z’n leven zal verliezen…, daar staat in het Grieks een woord wat betekent ‘doden’ hoor! En als het goed is, heb je dat allemaal al gedaan. Want toen jij je in water liet dopen, is dat het bad van de wedergeboorte, maar we weten ook heel goed dat dat een graf is.
Ons leven is mèt Christus begraven en ook weer opgestaan. Je bent dus begraven in de dood. En toch ben je weer opgestaan.
Daarom is die waterdoop niet iets wat je zomaar effe doet om bij een club te horen. Of dan te zeggen: ja, dan ben je tenminste gered of zo….Wat een onzin!
Het gaat erom dat je je bewust wordt dat je gestorven bent en dat je weer opstaat.
Natuurlijk heb je je menselijke bezigheden; je relaties, je werk… Maar dat speelt geen rol in verband met het Koninkrijk Gods.
Bijvoorbeeld als je als kind verschrikkelijk ontkend bent: ‘wat ben jij er voor één, wat doe je hier?’ Die ontkenning van het kind-zijn is een ramp voor een kind.
Je zou de eerste niet zijn die suïcide pleegt.
Maar als je opnieuw geboren wordt, hemels geboren, ben je door een nieuwe vader en een nieuwe moeder met open armen ontvangen. Je bent gewenst! En dát doet je herstellen. Je wordt bevestigd. En je zult jouw leven behouden.
Je wordt in de hemel opgevoed, met al je geestelijke gaven die hier functioneren.
In Hebr. 6 staan de fundamenten van het geloof, maar dat is een wat ongelukkige vertaling: het eerste onderwijs aangaande Christus…. Dat is zo’n hufterige vertaling. Er staat letterlijk: het woord van het begin van de Christus in je. Daarna worden die zes dingen genoemd.
Dus de Christus is bezig Zich te vormen. Je hebt de beginnetjes te pakken, en dat gaat verder.
Het begin van de Christus! Dié vormen de fundering van je geloof.
Het woord van de oorsprong van de Christus in je. Dat is wat!
Draait het nou om jezelf of draait het om de Christus ìn je?
Als het draait om de Christus in je, komt het met jezelf vanzelf goed, want je zal het behouden.
Er zijn wat misverstanden hoe ik over psychologie en psychiatrie denk. Laat ik het nòg een keer vertellen.
Ik vind het geweldige wetenschappen, psychologie en psychiatrie. Het is geweldig wat die lui presteren om een mens weer op z’n voeten te krijgen. Gigantisch mooi! Hoe kun je daar nou tegen zijn? Maar dat zeg ik niet.
Zij zetten de dingen voor jou op een rij.
Ze kunnen de scherven van je ziel benoemen. Ze kunnen je stoornissen duiden en aanwijzen.
Zodat je zegt: ach, zit dat zó? Oh, nou begrijp ik waarom ik toen zo handelde, want toen is dat en dat gebeurd.
Enfin, ik vat het allemaal maar even in een paar zinnen samen. Dus het is geweldig wat die lui doen.
Máár….! De genezing, om het weer tot één geheel te maken, om de scherven weer bij elkaar te brengen, stoornissen op te heffen…, de genézing, zo zie ik het, is uit God!! Zo is het ook bij mij gebeurd!
De genezing, het héél maken van de verdeeldheid, is uit God!
Tjonge, wat ben ik innerlijk verdeeld geweest, zó verschrikkelijk, dat ik ook twijfelde aan mijn eigen leven in mijn puberteit. En die verdeling is opgeheven!
Daarom vind ik die zinnetjes van David zo mooi: Neig mijn hart en voeg het samen.
Het was zó verdeeld; voeg het samen! Opdat ik één word; en geen twee of drie of tachtig.
Paulus zegt ook: ‘ik leef niet meer’. Hè?
Ja natuurlijk, maar ‘ik leef niet meer maar Christus leeft in mij’. En dáár gaat het om, want dát is eeuwig! Dát blijft! Je hele lange leven lang; en dat is lang!
Dus hoe meer de Christus ruimte in je krijgt, hoe méér je wordt wie je bènt.
Want waar ga je dan op lijken? Je gaat op je Vader lijken.
Dus je bent niet alleen een beeld, maar je wordt ook een gelijkenis.
Gelijkenis is een prachtig woord hoor.
Het zijn allemaal verhalen, verhaaltjes van Jezus, en Hij hoopte dat de mensen door de gelijkenissen heen naar de werke-lijkheid zouden kijken.
Hijzelf was natuurlijk de mooiste gelijkenis. En wie door Hem heen keek, zag de Vader. Want daar draaide het bij Jezus altijd om.
Hij zei: het gaat om de Vader.
Wat is nou de overeenkomst tussen een rups en een vlinder, als je ze allebei zo eens naast elkaar zet, de rups en de vlinder.
In welk opzicht lijken ze op elkaar? Nou, helemaal niet! Maar het is toch hetzelfde wezen! Daar gaat het om, het is hetzelfde wezen.
Dat is iets heel wonderlijks, maar het kan! Dat uit je rupsenbestaan een totaal nieuw leven zich ontspint. Dat verschil is zó groot en het is onherkenbaar
En toch is het hetzelfde wezen! En het gaat om dat wezen van je.
In Hebreeën staat: de verwezenlijking
van de hoop die in ons is.
En welke hoop is in je? Dat is die verwachting; hoop is verwachting.
En God zit te wachten op wat Hij er in geplant heeft, totdat dat er uitkomt: de verwezenlijking van de Christus in ons!
En tegelijkertijd hou je het verborgen. Daar hebben de mensen niks mee te maken.
Als de mensen beginnen te schreeuwen: ‘wij zijn de zonen Gods waarop de schepping wacht’, dan loop ik hard weg! Daar geloof ik helemaal niet in. Nee, het is een verborgen zaak, en dát is de kunst om het verborgen te houden.
De Christus begint Zich, door de Geest, in je te ontwikkelen; het krijgt handen en voeten; woorden; het krijgt de ruimte.
En wat krijgt dan de ruimte? Daarna kun je het nl. openbaren; dat is de wijsheid van God.
Jezus wordt de wijsheid Gods genoemd. Daar hebben we het op de laatste bijbel-studieavond over gehad.
Die wijsheid Gods was er al vóórdat de aarde geschapen werd, want dat was Gods eigen wijsheid. Dat is in de hemel ontstaan.
En die hemelse wijsheid, die een kind kan snappen, werd door Jezus belichaamd.
Dat zag je uiterlijk niet aan Hem af. Nee, het is de verborgen wijsheid Gods. Dat kunnen we nog eens openbaren.
Kerst betekent Christus. Dát vind ik nog eens een kerstfeest: dat de Christus langzamerhand openbaar wordt in je leven. Want we worden bóven opgevoed. We verzamelen daar ook allerlei schatten, schitterende dingen, en die schatten blijven altijd bij je.
En als je daar vol van bent, en je hebt aardig wat verzoekingen doorstaan, en je bent daar opgegroeid, in de hemel, in het Koninkrijk Gods; dan gaat zich dat lang-zamerhand openbaren. En dát is neer-dalen.
Tijdens het natuurlijke leven van Jezus wandelde Hij op aarde. Na z’n weder-geboorte wandelde Hij in de hemel.
En daarna zegt Hij: Dit is het brood dat is néérgedaald (dat zegt Hij zes keer achter elkaar) voor jullie.
Dus wij dalen op een goeie dag néér!
Dat betekent: we brengen het hoge naar de lage aardse gewesten. Daar brengen we het naartoe.
Schitterend!
Dan heb je ook woorden van eeuwig leven; en niet van tijdelijk geroddel.
Als je woorden hebt van eeuwig leven, dan krijg je vijanden. Maar dat kruis heb
je erin verdisconteerd. Dat hou je vast. Tegenwerking krijg je tóch! Op alle mogelijke gebied.
Jezus kreeg het zelfs via z’n eigen discipelen.
Petrus zei: dat overkomt U niet hoor!
Toen zei Jezus: Satan, wegwezen, achter me, want je staat me in de weg!
Christus moest lijden; dat hóórt bij het christen-zijn.
En als wij neerdalen, wordt het openbaar, dát is nou parousia. Simpeler kan niet. En ongelooflijker kan ook niet. Want iedereen verwacht Jezus Christus ergens op een wolk of zo…., met t.v. er bij…, wederkomst…. Onzin!
Daar hebben we het vaak genoeg over gehad. Hij wordt openbaar in zulke dood-gewone mensen zoals wij!
En wie gelooft dát nou….? Hij heeft het tijdens z’n veroordeling al geprofeteerd.
Hij zegt: van nu aan zul je de Zoon des mensen zien, komende in hemelse wolken.
Hij zegt niet: ‘in wolken’; Hij zegt: ‘in hémelse wolken’. En een hemelse wolk zit hier! En dát is nou Zijn komst!! Zijn aan-wezig zijn.
Het is een verschuiving in je denken, maar als je Jezus wil volgen, en wie wil het Lam nou niét volgen, die verloochene zichzelf.
En je neemt een kruis op, want je krijgt wat te horen…., en dàn blijkt dat jij volgt.
Dát is Jezus volgen! Want ik weet niet hoe lang het Lam heeft stil gestaan voor onze gemeente.
Als er geen vaart in zit en het niet opschiet, als er geen move in zit, dan blijft Hij wachten, totdat we weer in beweging komen.
En ik denk dat dit een flinke stap is.
Aanvaardt dus het lijden om Jezus’ wil, om mijnentwil, en om het evangelie, staat er.
Aanvaardt het; er overkomt je niks vreemds.
Het is een vuurgloed, zegt Petrus.
Aanvaardt het lijden om Christus’ wil, en als je het aanvaardt, dan zegt Hij in de Bergrede: dan zul je zalig zijn.
Zalig ben je als ze liegende allerlei kwaad van je spreken. Er zit toch geen kwaad meer in ons? Als ze dan toch kwaad spreken, dan ben jij een gelukkig mens.
Verheug je in dié dingen.
Afgelopen zondag zongen we een lied: U zij de glorie. Daar staat een zinnetje in waarvan ik dacht: wat zit ik hier nou te zingen zeg?
‘In Zijn Goddelijk wezen is mijn glorie groot…’. hèè? Wat een raar zinnetje!
Ik wil het maar omdraaien, en dat is een geheim, maar het moet zijn:
‘in mijn Goddelijk wezen is Zijn glorie groot!’ Want ik heb mijn afkomst te danken aan de Vader. Want we stammen van God af. Dus: in mijn Goddelijk wezen is Zijn glorie groot.
En zo zal ik het voortaan zingen ook.
Ons leven is met Christus in God verborgen; de verborgen God.
In de hele zangbundel van ons wordt maar in één liedje over het kruis gesproken. En het is een dikke bundel.
Maar het gaat me om dat ene laatste zinnetje uit dit lied:
Maar ik zeg: zoek eerst het koninkrijk
en zijn gerechtigheid, en al het and’re komt vanzelf.
“Wees niet bang om je kruis te dragen,
want Hij kent al je vragen,
zelfs al je haren zijn geteld.”
Je moet eens nagaan wat je hier zingt.
Het staat verder nergens in de bundel. Terwijl het een enorme ommekeer in je denken is.
Zoek eerst het Koninkrijk, en als je dat zoekt, verloochen je jezelf.
Al het andere komt echt vanzelf.
Al het andere, en dat is véél hoor!
En wees dan niet bang om je kruis te dragen. Wil je dat?
Voor het woordje volgen staat letterlijk:
‘een weg samen afleggen’.
Jezus volgen is een weg samen afleggen,
‘Ik ben met je’ zegt Hij, ‘tot aan de voleinding’.
Dus als je vlak achter Me bent, dan gaan we samen. Dat is mooi!
Vader, ik ben blij dat Uw eerste gedachte ook Uw laatste gedachte wordt.
Dat U Uw eerste gedachte nooit en nooit hebt losgelaten, en Uw geloof in de mensen hebt geopenbaard.
Dank U wel dat Uw eerste gedachte ook Uw laatste gedachte wordt.
Amen.
Duurt Sikkens d.d. 05-02-2012