1974.09 nr. 150

Levend Geloof 1974.09 nr. 150

“Mij ontbreekt niets!”

“De Here is mijn herder; ‘mij ontbreekt niets”

Deze hartenkreet van David in Psalm 23 mag ook de onze zijn. Ieder waarachtig kind van God weet dat Jezus is geko­men om leven en overvloed te brengen (Joh. 10:10). Hij mag dit dagelijks ervaren. God is een goede God! Onze Vader is een rijke Vader!

Het is foutief te denken dat wij in geestelijke armoede behoren te leven. We zijn reeds nu rijk in Hen! Al Gods be­loften zijn, in Jezus Christus, ja en amen!

Wel is het van groot belang er op te letten, dat het “mij ontbreekt niets”, wordt voorafgegaan door “de Heer is mijn Herder”. Is Hij werkelijk bewust onze Herder’ en Leidsman?

Alleen volkomen toewijding aan Hen, maakt ons deelgenoot van alles wat Hij beloofd heeft in Zijn Woord. “Des Heren ogen .gaan over de gehele aarde, om krachtig bij te staan hen, wier hart volkomen naar Hem uitgaat” (2 Kron. 16:08). Let op het woordje “vólkomen”,

De oudtestamentische voorwaarden en beloften voor Gods volk, zijn ook rechtsgeldig voor het nieuwtestamentische volk van God, de Gemeente; “Indien gij aandachtig luistert naar de stem van de Here, uw God, en doet wat recht is in zijn’ ogen, en uw oor neigt tot zijn geboden en al zijn inzet­tingen onderhoudt, zal Ik u geen enkele van de kwalen opleggen-, ‘die Ik de Egyptenaren opgelegd heb; Want Ik de Here ben uw Heelmeester” (Ex. 15:26).

“Gij zult de Here, uw God, dienen; dan zal Hij uw brood en uw water zegenen en Ik zal ziekte uit uw midden verwijderen” (Ex. 23:25)

“Sla acht op Mijn Woorden,’ neig uw oor tot mijn uitspra­ken; laat ze niet wijken, uit uw ogen, bewaar ze diep in uw hart. Want zij zijn Leven voor wie ze vinden, genezing voor hun ganse lichaam” (Spr. 04:20-22).

 

Het fundament door A. Brasz. (5)

Bijbelstudie over de zeven fundamentsstenen.

Een leer van dopen (Heb. 06:02) de derde fundamentssteen.

de Geestesdoop _

De grote doper

Als er ergens gesproken wordt over “de Doper”, dan gaan onze gedachten onwillekeurig uit naar de mens: “Johannes de Doper”. En dat doen wij niet alleen, maar dat zelfde over­komt bijna alle mensen. Wonderlijk is daarbij dat, deze grote figuur toch niet de grootste doper is waarover de Bijbel spreekt.

Wij denken meestal aan de zoon van Zacharias en Elisabeth, maar de Bijbel gewaagd in al de vier evangeliën van een veel grotere Doper. Laten wij eens kijken wat Matteüs verhaalt. (Matt. 05:11-12): “Ik doop u met water tot bekering maar Hij die na mij komt is sterker dan ik; Ik ben niet waardig Hem zijn schoenen na te dragen; Die zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur”.

Die grotere doper is Jezus, en van Hem wordt gezegd: “Hij zal u dopen met de Heilige Geest, en met vuur”. Er zijn twee dingen die Johannes de Doper beklemtoond:

1° Hij (Jezus) is de Zaligmaker, Hij neemt de zonden weg.

2° Hij doopt met de Heilige Geest.

Twee aparte zaken.

“En ik kende Hem niet, maar Hij die mij gezonden had om te dopen met water, die had tot mij gezegd: op wie gij de Geest ziet nederdalen en op Hem blijven, deze is het, die met de Heilige Geest doopt. En ik heb aanschouwd, dat de Geest ne­derdaalde als een duif uit de hemel, en Hij bleef op Hem. En ik heb gezien en getuigd, dat deze is de Zoon van God”.

Op wie je de Geest ziet neerdalen, die doopt met de Heilige Geest.

Wat is dopen?

Waarom wordt er hier toch gesproken over dopen met de Heilige Geest? Het Bijbelse begrip van dopen is totaal ondergedompeld worden, geheel overspoeld worden, een nietig schepsel ondergaand in een grote vloed.

Zo is het de bedoeling Gods ook met de Heilige Geest. Hij wil u zó overspoelen dat de Heilige Geest alles is en de mens, de mindere, geheel omvat wordt. Denk aan de Pinkster­dag in Jeruzalem. De Heilige Geest heeft de overhand. Ik moet minder worden en Hij moet meerder worden. Niet ik moet de weg aangeven, maar de Heilige Geest, en alleen als ik be­reid ben zo de Heilige Geest te Ontvangen, wil Jezus mij do­pen met de Heilige Geest. Hij doopt in de vloedstroom van de Heilige Geest die God geeft, als het ware in stromen van levend water. Eerst zullen de stromen van levend water u om­spoelen, en daarna belooft de Heer, zullen stromen van le­vend water uit u gaan.

Wanneer?

Maar wanneer? Dat vroegen de discipelen zich ook af. Wanneer zal Hij mij dopen met Zijn Heilige Geest en met Zijn vuur?

Twaalf discipelen koos Hij, en ze volgden Hem. Ze ver­wachten dat Hij hun zou dopen, indachtig de woorden van Johannes de Doper. Deze had hun immers gezegd dat Jezus onein­dig veel belangrijker was dan hij, en dat Jezus wel na hem zou komen, maar dat Jezus zou dopen met de Heilige Geest.

En ze gaan achter Hem aan en wachten af. Ze zien het wa­ter van Kana veranderen in wijn. Ze zien, op bevel van Jezus de koorts wijken bij de schoonmoeder van Petrus. Melaatsen worden gereinigd, kreupelen lopen, doden worden opgewekt, blinden gaan zien, doven horen en duivelen worden uitgewor­pen. Ze horen Hem zeggen: “De Geest des Heren is op Mij, om verlossingen te doen”. Ze geloven Hem en hun geloof wordt versterkt van dag tot dag.

Eens op een dag roept de Heer de twaalven bij zich en zégt: Jullie hebben Mij dit alles zien doen, zie Ik geef jullie ook macht en gezag on hetzelfde te doen. Ga nu, werp duivelen uit, geneest de zieken, en reinigt de melaatsen.

En de discipelen gingen…

In blijdschap kwamen ze terug en zeiden: Zelfs de duive­len waren ons onderworpen in Uw Naam.

Om hen te bewaren voor hoogmoed, en ons voor de gedachte dat deze opdracht maar een éénmalige gebeurtenis was in de schepping die alleen maar voor de twaalf discipelen zou weggelegd zijn, riep de Heer zeventig anderen en gaf hen dezelfde opdracht. Als u bijvoorbeeld denkt dat u in ’t- bij­zonder een uitverkorene van de Heer bent, dan zult u spoe­dig zien dat vele anderen ook door de Heer gezegend en ge­bruikt worden. Elia was ook zo’n man die dat dacht, en hij kreeg ook zijn terechtwijzing.

Drie, jaren lang ging het zo door met de discipelen. Ze zullen tegen elkaar gezegd hebben: “Johannes heeft toch gezegd, geprofeteerd, ‘Hij die na mij komt zal u dopen met de Heilige Geest’. En nu is Johannes reeds onthoofd, Jezus is hier bij ons, maar wanneer komt nu die doop? Of…. .hebben wij die doop al ontvangen?. . . .Was het soms die opdracht en die macht die wij kregen om uit te gaan, duivelen uit te werpen on zieken te genezen? Was dat soms de doop met de Heilige Geest? Maar Jezus heeft toch niet gesproken dat Hij hen toen doopte, maar dat Hij hen macht en gezag gaf”.

Toen kwam de ure dat Jezus hen voorbereidde dat Hij gekruisigd, ja zelfs gedood zou worden. Ze konden het niet begrijpen. Ze konden Jezus niet meer missen in hun leven, en ze wilden het ook niet.

Maar de Heer zei: “Als Ik niet heenga kan Ik jullie de Trooster niet zenden”.

Ze begrepen het niet…

Het gebeurde zoals Hij het hen voorzegt had. Daar hing Hij als gekruisigde, en het leven vloeide uit Hem weg. En nog had Hij niemand gedoopt met de Heilige Geest. Toch had Johannes gezegd: “Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur”.

Jezus stierf, werd in een graf gelegd, en… de opstan­ding kwam. De discipelen zijn bijeen achter gesloten deuren, uit vrees voor de Joden. En dan is plotseling Jezus daar.’

Zo is het vaak in je leven, als je het niet meer weet… dan is Jezus er.

Zo ook bij de ‘discipelen, Hij stelt Zijn volgelingen ge­rust: Vrede zij ulieden. Gelijk Mijn Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u. En na dit gezegd te hebben, blies Hij op hen en zei: ontvang de Heilige Geest.

Toch sprak Hij geen woord over dopen. Zou Johannes dat nu bedoeld hebben?

Hij had het verlossingswerk voltooid.- Hij had alle macht in hemel en op aarde. Hij had de macht om de Heilige Geest mee te delen aan Zijn discipelen.

Nog vijftig dagen

Nog vijftig dagen moeten ze verder, en in al die dagen is er door hen geen enkel wonderwerk gebeurd. Toch had Jezus gezegd: “Zoals de’ Vader Mij gezonden heeft, zend Ik u”.

Hoe had Zijn Vader Hem in de wereld gezonden? Jezus werd eerst geboren uit de Geest en op dertigjarige leeftijd ge­doopt in de Geest daar ergens bij de Jordaan bij Johannes.

Jezus, uit de Geest geboren, kon niet de opdracht van God volbrengen en tot een goed einde brengen, als Hij niet eerst werd gedoopt net de Heilige Geest. En Hij wist het. Eerst na die doop begint het grote werk van Jezus.

Niemand kan de opdracht van God volbrengen zonder de doop met de Heilige Geest. Zelfs Jezus kon dat niet. Hij had nooit Zijn bediening kunnen beginnen of voortzetten als Hij niet eerst werd gedoopt net de Heilige Geest.

Zo ook Zijn volgelingen. Niemand kan de taak hem van Gods­wege opgedragen, volbrengen, of hij moet door de Heilige Geest gevolmachtigd en bevestigd worden.

Ontvang de Heilige Geest had Hij gezegd tot Zijn discipe­len, naar een paar weken later zei Hij tot diezelfde volge­lingen: “Gij moogt Jeruzalem niet verlaten, naar moet blijven wachten op de belofte van de Vader die gij van Mij gehoord hebt, want Johannes doopte met water, maar Gij zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet vele dagen na deze”.

Voor de eerste maal

Tien dagen later gebeurde het. “En eensklaps kwam er … uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren, en er ver­toonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich ver­deelden, en het zette zich op een ieder van hen en zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken”.

Voor de eerste maal dat Jezus de mensen doopt in de Heilige Geest.

Jezus is de doper. Dat had Johannes gezegd. Drie jaar lang hadden de discipelen gewacht op deze bediening. Hij ging eerst naar de Vader en toen Hij daar ter rechterhand gezeten was, werd de belofte van de Vader vervuld.

Het volmaakte voorbeeld

Hoe ontvangt de mens de Heilige Geest? Alleen door Je­zus Christus. Hij had de Heilige Geest aan Zijn discipelen gegeven, maar op die dag van Pinksteren, was er een over­weldigende macht van de Heilige Geest, die de mens totaal in bezit nam hij werd gedoopt in de Heilige Geest.

De lichamen van hen waren werkelijk vervuld net de Heilige Geest, hun zielen waren totaal gedoopt in de Geest zodat hun verstand niet meer heerste, maar de Geest en Hij zelfs de tong, die niemand kan temmen, in beslag nam en daarmee God verheerlijkte net nieuwe tongen.

Dit nu was hot volmaakte voorbeeld, van wat.er gaat ge­beuren als Jezus doopt in de Heilige Geest. En (Heb. 11:08) ‘ zegt ons laconiek: “Jezus Christus is dezelfde gisteren, heden en tot in eeuwigheid”. Dus Hij is nog Doper, en Hij blijft Doper in de Heilige Geest.

Jezus kon die doop niet nissen, anders zou Hij Zijn op­dracht niet kunnen uitvoeren. Met de discipelen was het al evenzo. Ook wij hebben, die doop nodig, anders kunnen wij onze opdracht niet volvoeren.’ Is het daarom niet dat zovelen wel goed willen, maar dat het resultaat zo pover is?

Hebreeën 6 leert ons dat de Geestesdoop bij het fundament be­hoort, en zonder dat het fundament is voltooid kan er niet verder gebouwd worden, laat staan het gehele bouwwerk vol­tooid worden.

Als je sommigen hoort getuigen lijkt het of ze zeggen willen, dat zij zolang hebben doorgeleden tot zij ten laatste de Heilige Geest ontvingen. Er wordt al teveel be­klemtoond! “Wat heb ik gedaan”.

Getuig van Jezus

Jezus heeft gezegd: Wanneer jullie gedoopt zijn in de Hei­lige Geest, zul je kracht ontvangen… Nadat je gedoopt bent… en wees dan Mijn getuige. Getuig niet van jezelf, doch van Jezus. Men kan zichzelf niet dopen. Wat je zelf kunt doen, is eerbiedig het water in stappen, je handen gevouwen als in een bede. Je bent dan al met de helft van je lichaam in het water, je voelt het, je voelt de stroom, maar… een ander moet je dopen. Zo ook met de Geestesdoop.

Jezus is de doper net de Heilige Geest. Tien jaar later gebeurde hetzelfde in het huis van Cornelius. Terwijl Petrus nog bezig was net de prediking, viel de Heilige Geest op hen. Hij vertelde later! Toen gebeurde net hen, wat er net ons gebeurd is op de Pinksterdag. Hoe wisten de Joden, dat de heidenen ook de Heilige Geest ontvingen? “Want zij hoorden hen spreken in tongen, in vreemde talen”. Jezus blijft de Do­per, en de gevolgen zijn ook dezelfde. Mijn vriend, waarom zou u deze zaak dan niet nastreven? Bent u bang voor de ge­volgen?

Twintig jaar na Pinksteren komt Paulus in Efeze en zien wij dat, als hij voor de mensen bidt, zij de gave van God ont­vangen en ook in tongen sproken.

Wij dringen die tongentaal niet op als zijnde het summum, maar wij willen u goed doen verstaan, dat het een gevolg is van een heerlijke en machtige zegen, die ieder kind van God, dat voor Hen werken wil, en de werken doen wil die Jezus deed, ontvangen moet om de kracht te hebben die Jezus had.

Als u Zijn dienstknecht of dienstmaagd wilt zijn, raden wij u aan: Laat Jezus u dopen in de Heilige Geest!

 

Brandende pijlen

De gelovige die werkelijk actief is in dienst van de Meester, ervaart dat hij als een soldaat in de voorste frontlinies staat. Dit betekent dat, hij heel vaak het doelwit is van de tegenaanvallen van vijand.

Maar een waarachtig gelovige behoort bij het leger van de Overwinnaar, Jezus Christus. Wat de vijand ook doet, hij zal alle aanvallen kunnen weerstaan…. .als hij tenminste waakzaam is en gehoorzaam aan Gods bevelen.

Bij de, “geestelijke wapenrusting”, die Paulus be­schrijft in Efeze 6, wordt gesproken over’ “het schild des geloofs” waarmee wij “al de brandende pijlen van dé boze kunnen doven”.

Geloof is de sleutel tot de overwinning bij iedere aanval van de vijand. Geloof, is vertrouwen. Vertrouwen in Gods beloften, in Gods Woord en in het vleesgeworden Woord, Jezus Christus. Zij’ vormen samen het schild waar de pijlen van de vijand niet kunnen doorkomen.

Ook al zijn déze pijlen nog zo scherp en brandend, zij worden gedoofd en tegengehouden door, het schild, des ge­loofs. Gods Woord zégt: Al de brandende pijlen….”., geen enkele uitgezonderd.

Eens heeft Jezus gezegd: “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde” (Matt. 28:18).

Daarom zal een met het schild des geloofs bewapend: kind van God, overwinnend voorwaarts kunnen gaan in de Naam van Jezus.

Want de brandende pijlen’ van satan kunnen’ hen niet, treffen!

“Wie op de Here vertrouwt, is onaantastbaar!” (Spr. 29:25).

 

De volle weg met Jezus door H.J. Glasbergen

“Maar alles wat mij winst was, heb ik om Christus’ wil schade geacht. Voorzeker, ik acht zelfs alles schade, om­dat de kennis van Christus Jezus, mijn Here dat alles te boven gaat” (Filip. 03:07-08). Nog nooit hebben wij het genoegen gehad een “preek” te horen over deze woorden van Paulus. Dat de theologie, daarover zwijgt is mij nu duidelijk gewor­den.

Maar wij dan, geheel anders, wij hebben Christus leren kennen. Over (1 Kor. 04:09-15) heb ik alleen-maar spottend ho­ren spreken, wat voor zichzelf spreekt.

Is het lek bij ons?

Nu blijkt dat de beloften van Jezus Christus – die allen “ja en amen” zijn – niet zo feilloos functioneren als wij zo graag zouden zien, zou dit toch moeten leiden tot zelfon­derzoek, niet tot onderzoek van de ander.

Paulus corrigeert zichzelf telkens weer, maar durft ook de ander terecht te wijzen .”Daarom zijn er onder u vele zwak en ziekelijk, en er ontslapen niet weinigen (voor hun tijd) omdat zij het lichaam van Christus niet onderscheiden” (1 Kor. 11:27-32).

De wonderen en tekenen zullen de gelovigen volgen, is één van de vele beloften van Jezus. Daar Hij niet liegen kan, moet er ergens een lek zijn, en dat moet bij ons zijn.

Ziekte is door de zonde in de wereld gekomen, leert de Bijbel. Wat niet inhoudt dat elke zieke, blinde, lamme, etc. een grote zondaar is.

Jezus bracht het Koninkrijk Gods op aarde, naar de wil van de Vader. In dat Koninkrijk is alles volmaakt en zij die de Koning erkennen als hun Heiland, Verlosser en Heel­meester, groeien naar het beeld van Hem ‘die ons Zijn broeders noemt.

Jezus leerde Zijn discipelen alles prijs te geven, zono­dig een voetveeg te zijn en de minste te zijn. “Leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart”. Jezus gaf op­dracht het evangelie van het Koninkrijk Gods te verkondi­gen en de zieken te genezen en boze geesten uit te drijven. (Luc. 09:01-06; Matt. 10:05-08; Hand. 05:12-16; Hand. 19:11-12).

Een genezing op sabbat

Zou dit een antwoord kunnen zijn? Jezus komt te Bethesda waar een menigte zieken ligt te wachten op genezing wat uiteraard geen verheffend gezicht is. Als de engel Gods kwam van tijd tot tijd, was er genezing. Om welke reden weten wij niet. Jezus sprak een man aan die reeds 38 jaar ziek was en zei tot hem: “Wilt gij gezónd worden?”. (Jezus zag wat in de mens was). Zijn antwoord is: “Here, ik heb niemand die mij helpt als de engel komt en het water in beweging brengt” (Joh. 05:01-18).

Dan zegt Jezus tot hem: “Sta op, neem uw matras op en wandel”. En terstond werd de man gezond en werd tevens een wetsovertreder omdat hij “werkte” op sabbat. De vrome joden zagen hem liever ziek, dan dat hij met een matras op zijn rug liep. Hij wist niet eens wie hem had genezen. Je­zus vond deze man in de tempel en sprak: “Zie, gij zijt gezond geworden, zondig niet meer, opdat u niet iets ergers overkome….”

Na 38 jaar ziek te zijn geweest waren dit keiharde woorden. Het doet ons denken aan de geschiedenis van Kaïn en Abel. (Gen. 04:01-12). De zonde ligt als een belager aan de deur van je hart. Maar ik geloof, dat als een mens wer­kelijk gaat begrijpen wat Jezus ons als een erfenis gaf – het Koninkrijk Gods – dat wij overwinnaars over de zon­de worden.

Deze man werd gelijk een getuige van Jezus. Het is de zonde die scheiding maakt, zelfs voor de mens die wederge­boren is.

Schuld en lijden (Luc. 13:01-05)

Pilatus liet Galileeërs doden om hun bloed met zijn, of­fers te vermengen en de góden-te behagen. Jezus’ antwoord was: “Meent gij dat deze Galileeërs, omdat zij dit lot hebben ondergaan, grotere zondaars waren dan de andere? Of meent gij, dat die achttien, op wie de toren bij Silóam viel en die er door gedood werden, schuldiger waren dan alle andere mensen, die in Jeruzalem wonen? Neen, zeg Ik u, maar als gij u niet bekeert, zult gij allen evenzo omkomen”.

Als de mens zich niet bekeert en gehoorzaam wordt .aan het Woord .van God, leeft hij in het machtsveld van de boze, met alle gevolgen van dien, zegt Jezus. De duivel, de overste van deze wereld, is gekomen om te vernietigen. Je­zus Christus is de Koning over de gehele schepping en is gekomen om te helen, te herstellen en te bevrijden van deze overste der wereld.

Het zaad Gods kan niet zondigen, dat is de kracht van het Koninkrijk. “Wie Zijn Woord bewaart, in die is waarlijk de liefde Gods volmaakt”(1 Joh. 02:03-06). Zij leven in het cen­trum van Gods wil en zoeken- zichzelf niet. Zij vragen niet om erkenning (“koninklijke goedkeuring”). Zij zoeken geen bekendheid, maar erkenning door Jezus Christus. “Ik ben van boven”, zei Jezus tegen de Joden, “gij zijt van beneden”. Van wie zijn wij? Is ons hart niet verdeeld?

Zijn wij blij dat wij het Koninkrijk Gods waardig bevon­den zijn, dan vraagt dit ook van ons onberispelijk te zijn. Durven wij met David te belijden: “De Here deed mij naar mijn gerechtigheid”, en wat nog volgt (Ps. 018:021-052).

Wij weten dat veel mensen in Pinksteren en het zich noe­mende volle evangelie teleurgesteld zijn, wij hebben ook zelf zo onze ervaringen. Velen zijn teruggevallen in de zo­genaamde charismatische beweging en komen op een dood spoor te staan. Maar er is maar één evangelie en dit is uit Pink­steren. (Hand. 02:14-40). Al het andere is namaak.

Jezus Christus stelt nooit teleur en Zijn, plannen falen niet en Zijn Heilige Geest zal Hem verheerlijken. De Vader, het Woord en de Heilige Geest zijn de getuigen in de hemel en deze drie zijn één en er zijn drie getuigen op aarde, de Geest en het water en het bloed. Deze drie zijn ook één (1 Joh. 05:06-10). Een ieder die dit belijdt – en niets anders – is onze broeder in Jezus Christus.

Het oude zuurdeeg.

Het Koninkrijk Gods zal nooit koninklijk goedgekeurd worden, niet eerder dan dat Koning Jezus komt en alle ko­ninkrijken zullen vergaan, met alle ménselijke troontjes. Deze koning erkennen wij als Hij die alle macht heeft in he­mel en op aarde, Hij die zegt: Volg Mij, maak je los van het oude zuurdeeg, wat alleen maar tegenhoudt.

God wil zich verheerlijken in Zijn volk, kinderen moeten opgroeien tot zonen, tot alle goede werken in staat, in de kracht Gods. Zijn volk “behoort Zijn wil te openbaren, niet op onze voorwaarden, maar op Zijn voorwaarden.

Hij wil Zijn overwinning zichtbaar maken in de nieuwe mens, Zijn Geest behoort één te zijn met onze geest (Ef. 02:14-22). Dat heeft niets met vleselijke verlangens te ma­ken, maar alleen met het doel van God, Zijn veelkleurige wijsheid te openbaren in de mens.

De charismatische beweging in de kerken is genade van God en wij zijn verblijd dat er leven is en hopen en bidden dat velen tot de volle kennis der waarheid zullen komen. Het gevaar is nu al te zien, namelijk dat, alle theologen – die deel hebben aan deze beweging – zo- benadrukken, dat ieder in zijn eigen kerk moet- blijven. Nieuwe wijn doet men echter niet in oude zakken. Dit zijn de kerken waar de men­sen geleerd wordt tolerant te zijn tegenover vele ongerech­tigheden en grove zonden, al willen wij hier de R.K. van afzonderen. God laat zich door niemand de wet voorschrij­ven en de Heilige Geest zal heus geen kerkleer van wie ook bevestigen. Er wordt – zoals altijd veel besproken, maar de kinderdoop – een uitvinding van mensen – -komt niet aan de orde, dan kom je aan de kerkelijke macht. Wij hebben veel gesprekken met deze Geest vervulde mensen gehad en wij wisten dan beiden dat er een muur was tussen ons. Zou dit het werk zijn van de Heilige Geest, waarvan Jezus zegt: Ik wil dat zij allen één zijn, zoals wij één zijn, Vader. (Joh. 17:11-25).

Oecumene

Er is maar één Kerk, het Lichaam van Christus, welke niet gebonden is aan leerstukken en onfeilbare uitspraken. Als deze geestesbeweging zich werkelijk liet leiden door Gods Geest’ en zelf gehoorzaam werd, was er maar één leer, de leer van Jezus. Kerk, bekeer u tot de levende God, zoals Jezus deed (Matt. 04:17) zoals Johannes de Doper (Matt. 03:01-03) zoals Petrus (Hand. 02:14-40). Jezus Christus was geko­men voor de Zijnen, Hij sprak niet tegen ongelovigen. Johan­nes en Petrus ook niet met Pinksteren. –

Heren theologen predikt dit, vol van Gods Geest, in uw kerken, priesters van de r.k. kerk, zwijgt niet langer. Wee hen die geweten hebben en nochtans niet geloofd hebben. Ga eens voor God gezamenlijk op de knieën, en door de Heilige Geest geleid: “Wat moeten wij doen, Jezus Chris­tus?” Zullen er geen duizenden oprechte mensen in de kerken in hun hart getroffen worden en vragend “Wat moeten wij doen, mannenbroeders?” Dan kunt u vol oprechtheid antwoor­den: “Bekeert u, en een iedér late zich dopen en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen”.

Dan begint het Pinksterfeest opnieuw en u mag uw kinde­ren meebrengen. Die mogen dan zien hoe. ‘zij later zich ook kunnen én mogen laten dopen. Nu zijn zé reeds geheiligd in de ouders.

“Laat u behouden uit dit verkeerde, geslacht”. “En de be­houdenis is in niemand anders dan in Jezus Christus”. U heeft niets te verliezen, naar alles te winnen.” Zeg met Esther: “Kom ik om, dan kom ik om. Waarom moet er een schéiding zijn tussen ons en veel lieve-broeders én zusters  zelfs in onze families, door een leer van theologen, die God de wet willen voorschrijven hoe het allemaal zal gaan in de toekomst, als die er nog is tenminste. Moet de zonde van ‘Nederland zo hoog wórden dat God er niet meer overheen kan zien?

Het Koninkrijk Gods wordt openbaar en in dit Koninkrijk komt men alleen door wedergeboorte, niet net wijsheid of theologie. Laten wij feest vieren met een vers deeg. (1 Kor. 05:06-08).

Deze beweging zal verstarren als er geen doorbreek komt. Wij kennen mensen die al 15 jaar op weg zijn en geen stap verder komen dan kérkelijke gesprekken. Dit zijn de pootje baders die met hun tenen in het water komen. Als er een pinkstergolf komt, gaan ze gauw terug naar hun oude’ plaats. Dit zijn de mensen die de levensrivier ingaan tot hun enkels, die een verdeelde weg gaan.

Ezechiël 47 laat ons de stroom van levend water zien van uit het altaar, je mag er inzwemmen en het is er gezond. Maar laat je niet verleiden on in een moeras of zijarmpje te gaan zwemmen, waar geen leven is. De vraag zal nooit gesteld worden: “Van welke kerk ben je geweest?”, naar: “Was je van Mij”. Die van Hem zijn kennen geen nevelen en muren, maar die roepen: “Kom over en help ons om de mensen in nood te brengen aan de voeten van Jezus”.

“En de Geest en de bruid zeggen: kon.’ En wie dorst heeft kome, om wie wil, neme het water des levens on niet”.

De genade van onze Here Jezus zij met allen.

 

De Bijbel (2)

Wat daar allemaal in staat… Bijvoorbeeld: Hoe God ons gemaakt heeft. Niet uit het niets, naar Hij maakte ons uit de aarde.’ Alles wat in ons lichaam voorkomt, is ook in de aarde te vinden. Hij bouwde ons en Hij gedenkt nu nog dat wij stof zijn. Maar Hij blies Zijn leven in ons. (Gen. 02:07).

Hij heeft ons bijna Goddelijk gemaakt. “Ik verblijd mij over Uw Woord, als iemand die rijke buit vindt” (Ps. 119:062). In de Bijbel lezen we, dat God wel gebaande wegen voor ons heeft aangelegd, die wij kunnen verkiezen om te gaan. De Bijbel is Gods (taal)tuin,. waarin wij met Hem mo­gen wandelen in de avondkoelte. Hij heeft alle voorzienin­gen getroffen die wij nodig hebben, on Hen te kunnen die­nen. Om het doel te bereiken.

De Bijbel zegt, hoe we moeten zaaien en hoe te oogsten. Dat schapen geschoren moeten worden en hoe duur een paard is……Maar ook hoe duur wij zijn, onze ziel is meer waard dan alle schatten der aarde.

Bewaar Zijn woorden diep in uw hart, want zij zijn le­ven voor wie zo vinden en genezing voor het gehele li­chaam. En wie Zijn Woord bewaart, in die is de liefde Gods volmaakt.

 

De goede Herder (Psalm 23) door Judith

“Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij”

Ik zal niet vrezen, want’ Gij gaat –

Voor immer aan mijn zij;

Ik zal niet beven, want Gij zijt

Te allen tijd met mij.

 

Moet ‘k door een dal van duisternis –

Of moeit’ en tranen heen –

Dan mag ik weten “Trouwe God,

Gij laat mij nooit alleen”.

 

Want zij het leven of de dood,

Gij ‘gaat nog steeds vóóraan;

Wat kan mij deren zo ik slechts

Achter U aan mag gaan?!

 

Ik zal U loven, want Uw stok –

En staf vertroosten mij;

Ik zal U eren, want mijn Schild

En sterkte, Heer’, zijt Gij.

 

One way day nadert

In de Julianahal van de Jaarbeurs te Utrecht wordt op zaterdag 12 oktober de derde “one way “day” gehouden. Toen twee jaar geleden evangelist Ben Hoekendijk zijn plan voor een “one way day” lanceerde bij enkele andere leidinggevende broeders kreeg hij niet direct enthousiaste bijval. Toch wist Ben Hoekendijk zich in dé wil van de Heer en de eerste one way day werd reeds’ bezocht door 4000 jongeren. Vorig jaar waren het er 8000. En dit jaar verwacht men minstens 10000 bezoekers.

Een voorbereidend comité, onder leiding van Henk Ver­heul en Peter Vlug, verzet bergen werk om deze massale ont­moetingsdag van Jezus jeugd te doen slagen. De totale kosten worden beraamd op f 50.000,- Toch is dé toégang gratis, zelfs het fraai uitgevoerde programmaboekje wordt gratis verspreid. Men verwacht door vrijwillige offers de kosten te kunnen dekken. Er is bovendien een speciaal “one way day fonds”opgericht, waarvoor het gironummer van “Opwekking” ten dienste staat.

Op 10 oktober wordt een landelijke gebeds en vastendag gehouden, want de “one way day” zal ongetwijfeld als een magneet fungeren voor onbekeerde jongens en meisjes.

 

Programma “One way day”:

10.00 – Opening zaal. Zangdienst o.l.v. Wies Hoekendijk. Optreden “The Burning Candles”. Spreker Ben Hoekendijk.

Middagprogramma:

14.00 – Zangdienst o.l.v. Wies Hoekendijk. Optreden van “The Lighters” “De geheimzinnige stoel”. Spreker Nico van Biljou.

Eerste optreden van “Choralema” uit Zweden. Spr. Joh. Prinsel.

Avondprogramma:

19.00 – Musical “Living Waters” van “Choralerna” Slotboodschap Ben Hoekendijk.

 

Overwinning door Gert Jan Doornink

Overwinning is een fascinerend woerd. Wie wil niet graag overwinnaar zijn, wie wil niet de overwinning behalen? Als kind voelen we ons de koning te rijk als we een spel hebben gewonnen of als de rapportcijfers uitwijzen dat wij de beste van de klas zijn.

Overwinnaar zijn speelt ook in het verdere leven een overheersende rol. In de sport wordt de overwinnaar beju­beld en verafgood. Op ieder terrein is het streven van de mens gericht op de overwinning. Heel vaak gaat dat ten koste van de medemens, ‘door “te werken net de elle bogen” of soms door “over lijken te gaan”.

In de ogen van God heeft dit alles echter geen enkele waarde. Gods Woord zegt: “Wat baat het een mens, als’ hij de gehele wereld wint, naar zichzelf verliest of zelf schade lijdt?”(Luc. 09:25). “De wereld gaat voorbij en haar begeren, naar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid” (1 Joh. 02:17). Wat dit laatste betreft: Hier raken we de kern van de zaak: De wil van God doen.

De natuurlijke mens kan echter Gods wil niet doen. Immers iemand die niet bekeerd en wedergeboren is, leeft nog in de zonde, is in de nacht van satan. Hij kan misschien in de wereld wel allerlei “overwinningen” behalen, naar dat is alles van voorbijgaande aard. Het is surrogaat.

Zodra iemand door bewust gelóóf in Jezus Christus een kind van God is geworden, treedt hij een nieuwe -geestelijke – wereld binnen. Een wereld van onbegrensde mogelijk­heden, als tenminste de factor “geloof” gehanteerd wordt.

“Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping: Het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen”(2 Kor. 05:17). Dit nieuwe leven in Christus vindt zijn basis in het volbrachte werk van Jezus Christus aan het kruis van Golgotha. Daar behaalde Jezus de grootste overwinning uit de wereld geschiedenis. Daar overwon Jezus de nacht van satan. Toen Hij het uitriep: “Het is volbracht'” had de duivel schijnbaar de overwinning behaald. Maar in werkelijkheid betekende het zijn nederlaag en was het de overwinning van God. Jezus bleef namelijk niet in het graf, naar stond op uit de dood. Hij overwon dood en hel.’

Wie in Hem gelooft, mag delen in Zijn overwinning. Iede­re keer weer opnieuw.’ Dit is het heerlijke van het Chris­ten zijn. Ook over de kleine dingen mogen wij overwinnaar zijn, zonde en ziekte, twijfel, vrees en zorg hebben geen recht meer het leven van een kind van God te beheersen. Jezus heeft gezegd: “Zie, Ik heb u macht gegeven om op slangen en schorpioenen te treden en tegen de gehele le­germacht van de vijand; en niets zal u enig kwaad doen” (Luc. 10:19)

Vele kinderen Gods leven in de nederlaag. Bij iedere aanval ven de vijand gaan zij tegen de vlakte. ‘Dit is niet naar Gods wil. Zo is het beeld van Jezus in de gelovige niet zichtbaar en zijn wij niet ten volle bruikbaar in dienst van de Meester. Immers de wereld let er op of wij datgene wat wij proclameren zelf beleven. Daarom behoort ons leven in beslag genomen te worden door die ene gedach­te: Hoe wordt de overwinning van Jezus in mijn leven gerea­liseerd?

Paulus – om een Bijbels voorbeeld te noemen – kende de overwinning in zijn dagelijks leven. Hij schrijft aan de ge­lovigen te Rome over de vele dingen die hij beleefde en zegt dan: “Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars” door Hem,’ die ons heeft liefgehad” (Rom. 08:37).

Het geheim van Paulus’ overwinning schuilde in zijn onvoorwaardelijke overgave aan zijn Heer en Meester. Paulus gelóófde.

Alleen door het geloof kunnen ook wij overwinnaars zijn, zoals Johannes zo duidelijk tot uiting brengt in Zijn brief: ‘En dit is de overwinning, die de wereld overwonnen heeft: ons geloof”(1 Joh. 05:04).

 

De boodschap van het Volle evangelie kunt u beluisteren over Radio Luxemburg, 208 en 49 m. Iedere zondagmorgen van 7.30 tot 7.45- uur spreekt: Evangelist Joh. Maasbach van Den Haag.

 

Mededelingen redaktie

Door een samenloop van bijzondere om­standigheden kon “Levend Geloof” tot onze grote spijt in de afgelopen maanden niet verschijnen. Met dit nimmer maken wij echter een nieuwe start net de uitgave van ons blad, dat nu weer regelmatig iedere maand uitkomt. Met nieuwe energie en toewijding hopen wij via “Levend Geloof” velen te bereiken met het heerlijke, volle evangelie van Jezus Christus. Wilt u voor deze arbeid bidden en ook proberen door het winnen van nieuwe abonnees het lezersbe­stand uit te breiden.          …

“Pastorale” – Is de titel van het nieuwe gedichtenbundel­tje van onze medewerkster Zr. Jacobs (Judith). Het is het vierde bundeltje’ gedichten van haar dat door ons werd uit­gegeven. De eerste uitgave “Lichtpuntjes” is geheel uit­verkocht. “Alpha en Omega”, deel 1 en 2, is echter nog verkrijgbaar. U kunt bestellen via nevenstaande coupon.

Al zou het de paus zijn’ – Onder deze titel wordt een televisie programma uitgezonden via de KRO over het werk van de bekende evangelist Johan Maasbach op 17 sept, 21.45 u.

 

Levend Geloof – 1974.01-02-03 nr. 149

Levend Geloof 1974.01-02-03 nr. 149

Van de redactie

Eindelijk weer een nummer van “Levend Geloof”! Het heeft deze keer wel erg lang geduurd voor dat we in de gelegenheid waren weer een blad te laten verschijnen!

Hoezeer ons blad ‘gewaardeerd wordt is ons in de afgelopen tijd uit verschillende reacties weer eens. overduidelijk gebleken.

We zijn daar blij en dankbaar voor en geven alle eer en lof. aan Eten die ons tot deze arbeid riep, want Gods Woord zegt; “Onze bekwaamheid is Gods werk” (2 Kor. 03:05)

Het spreekt vanzelf dat wij onze uiterste best doen “Levend Geloof” weer regelmatig te laten verschij­nen. Wij rekenen op uw hulp in deze door u te vragen veel voor deze arbeid te bidden.

Het is eindtijd en we willen en kunnen niet anders dan het heerlij­ke blijde evangelie van volkomen verlossing in Jezus Christus blij­ven uitdragen in deze ondergaande wereld, ook via “Levend Geloof”. Ontvang de hartelijke groeten van uw, in onze Heiland verbonden, redacteur.

 

Wat betekent het evangelie nu voor u

Het evangelie is de blijde boodschap dat Jezus Christus in de we­reld is gekomen on zon­daren zalig te maken. Dat houdt veel meer in dan een eens “in de he­mel -komen”, maar bete­kent reeds nu een totaal nieuw leven, naar geest, ziel en lichaam.

Zoals in het natuurlijk leven is er ook in het geestelijk leven een groei. Het is Gods wil dat dit “nieuwe leven” tot volle wasdom komt.

In gesprekken met kinderen Gods .-over deze geestelijke groei en over de betekenis van het evangelie voor het leven van alle dag, blijkt echter telkens weer hoe weinig er nog beleefd wordt van het evangelie in de praktijk van het dage­lijks leven,

Bij’ velen heeft het “leven” plaats genaakt voor de “leer” terwijl wij uit Gods Woord weten, dat deze twee niet te scheiden zijn.

‘Velen hebben hun eigen visie over de toekomst en verdedi­gen die te vuur en te zwaard. Anderen weten heel veel van het verleden van Christendom en Kerk. “Hadden we naar een opwekking als toen en toen”, is bij hen het gesprek van de dag. “Oude schrijvers” zowel als “geestelijke Science fiction” figuren zijn in. Maar het eerste en allerbelangrijkste waar iedere Christen nee te maken heeft is de dagelijkse beleving van het geloof. Paulus zegt in (Gal. 02:20); “Christus leeft in mij. En voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God”.

Het evangelie is een kracht Gods tot behoud voor ieder die gelooft. (Rom. 01:16). Dat was het in het verleden, dat is het in de toekomst… maar dat geldt ook voor vandaag! Op dit ogenblik, op het nonent.dat u dit leest, is het evangelie een kracht Gods. U die dit leest, gelooft het evange­lie! Ervaar de ware betekenis dat het evangelie van Jezus verlost, bevrijdt en geneest!

 

Rachab (het scharlaken snoer) gedicht Judith Jacobs

Zij woond’ in een vijandig land

En leefde in der zondeband.

Maar door Gods leiding kreeg zij daar

Bezoek van het verspieders-paar.

 

Z’ ontving hen liefderijk en sprak:

’k Verberg u onder ’t stoppelendak;

Ik vraag geen gave in geld of goud

De prijs zal zijn: mijn lijfsbehoud”.

 

Jericho’s val

Toen geen steen meer op de ander lag –

Men het bloedig strijdperk overzag –

Bleek Rachabs huis – zij was een hoer –

Gespaard, dank zij ’t scharlaken, snoer.

 

Zo vindt men slechts in Jezus’ bloed,

Een toevlucht voor het bang gemoed;

Hij is: het Eeuwig Reddingskoord

Voor een ieder die Hen toebehoort……

(Joz. 02:18-21; Matt. 21:31; Joz. 06:25).

Uit het gedichtenbundeltje “Alpha en Omega”.

 

Bij de voorpagina

“Slaat uw ogen op en beschouwt de velden, dat zij wit zijn om te oogsten.” (Joh. 04:35) De oogst is wel groot, naar arbeiders zijn er weinig. Bidt daarom de Heer van de oogst, dat Hij arbeiders uitzende in zijn oogst” (Matt. 09:37-38)

Deze tekst stond ook reeds in het vorig nummer ven “Levend Geloof” afgedrukt. Wij konden toen echter de tekening niet plaatsen, omdat deze bij de PTT was zoekgeraakt, toen wij deze hadden opgestuurd naar Studio Pit te Emmen on er een elektronisch stencil van te laten maken. Na 5 maanden stuurde de PTT bericht dat de tekening gevonden was. Hij was onder een automatische sorteerband blijven zitten en bij het schoonmaken voor de dag gekomen.

Mededelingen:

Evangelische boekwinkel te Zwolle – Broeder J. R. F. Mitchell heeft op vrijdagmiddag 29 maart zijn evangelische boekwinkel “De Kandelaar” te Zwolle geopend. U kunt er Bijbels, boeken, wandversieringen met teksten, ansichtkaarten, luxe post, zangboeken, etc. kopen. Adres: Assendorperstraat 174-1.

Nieuwe plaat “The Lighters” – Van “The Lighters”, het be­kende gospelteam uit Velp verschijnt een tweede grammofoonplaat net liederen als: Elia, Waarom bezorgd, Als het re­gent, De vijgenboom, Psalm 150, Eens op een heuvel…. etc. De plaat “Lighters 2 is later ook als cassette verkrijgbaar. Wordt uitgegeven door “Word Re­cords”, Postbus 8IO65 te Rotterdam. U kunt ook bestellen bij Ad. M. Everaars, Kerkstraat 15, Velp, tel.08502-6692.

Levend Geloof – het blad voor de eindtijd gemeente. “Vraagt gratis proefnummers of neem abonnement voor slechts Fl. 3, per jaar. Schrijf naar Postbus 30, Heerde.

 

Overwinnaars door Dirk A. Wols

Als het waar is dat de zeven brieven aan de zeven ge­meenten in Klein Azië, in het boek Openbaringen, elk zeven kerkelijke tijdperken beslaan, (ik ben niet competent dat te bevestigen of te bestrijden) dan is het wel treffend dat de belofte aan de overwinnaars in het laatste tijdperk der kerkhistorie alle voorgaande beloften overtreft in heer­lijkheid en glorie. De apostel moet immers neerschrijven door de Heilige Geest aan de gemeente te Laodicéa:

“Wie overwint, hem zal ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met Mijn Vader op Zijn troon”.

Vergelijk hiermede de weliswaar heerlijke beloften aan de andere gemeenten, dan zult u zien dat de overwinnaars ‘ van het laatste tijdperk een glorie en heerlijkheid toebe­deeld is, welke onuitsprekelijk is.

De overwinnaars in Efeze zullen eten van de boom des levens, die in het Paradijs is.

De overwinnaars in Smyrna zullen van de tweede dood geen schade lijden.

De overwinnaars in Pergamum krijgen van het verborgen manna en een witte steen en op die steen een nieuwe naam welke niemand weet dan die hem ontvangt.

De overwinnaars van Thyatira zullen macht krijgen over de heidenen en de Morgenster ontvangen.

De overwinnaars van Sardus worden bekleed met witte klederen en Hij zal hun naam belijden voor Zijn Vader en voor Zijn engelen.

De overwinnaars in Filadelfia zullen een zuil worden in de tempel Gods, de gemeente.         

Heerlijke beloften Gods. En zovele beloften Gods als er zijn, die zijn in Christus ja en in Hem amen. Maar hoe heerlijk ook, voor de laatste belofte aan de overwinnaars in Laodicéa heb ik eigenlijk geen woorden. Zij zullen zijn de overwinnaars in de troon. Met Christus zullen zij de troon be­zitten, zoals Christus zit in de troon Zijns Vaders. De troon duidt aan op macht, eer, glorie, majesteit, gezag.

Dc vraag komt op: Wat zijn eigenlijk overwinnaars? De tekst zelf geeft het antwoord. Wij behoeven met Gods Woord in de hand zelf nooit een antwoord te fantaseren, want Gods Woord geeft dat antwoord zélf. Gelukkig, want nu be­hoeven we niet heen en weer geslingerd te worden door al­lerlei leringen van mensen. De tekst zegt: gelijk ook Ik heb overwonnen! Dat zegt Jezus Christus, de Getrouwe Ge­tuige. Het komt er dus op aan dat we inzicht hebben in de wijze, waarop Jezus heeft overwonnen en wat er is gepas­seerd voordat Hij het uitsprak: Het is volbracht.

Dit is er gebeurt: Hij heeft Zijn leven niet liefgehad tot de dood, maar heeft Zich voor ons allen overgegeven. Dit is gebeurt: Hij kwam niet om gediend te worden, maar om te dienen en Zijn leven te geven tot een rantsoen voor ve­len. Dit is gebeurt: Hij heeft gezegd: Leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart en gij zult rust vinden voor uw zielen. (Matt. 11:28) Hij heeft zich vernederd, de gestalte van een dienstknecht aangenomen hebbende, Zich niet schamende ons broeders te noemen. Hij heeft dit alles bezegeld met de waterloop en de doop des Heiligen Geestes, welke Hij zonder mate ontving.

De tekst zegt: Gelijk, precies zoals Ik heb overwonnen. Niet door het bloed te eisen van zijn onderdanen, zoals aardse koningen dat doen, maar door Zijn eigen bloed te ge­ven .

Toch zeker wel voor beste mensen? Nee, precies niet. Hij stierf voor ons toen wij nog zondaars waren en vijanden der verbonden.

Dat zijn overwinnaars. Die het gelijk Hij verstaan. Dit is geen strijd tegen vlees en bloed zoals sommigen verkeerd uitleggen. Vlees en bloed geven we in de dood in de doop, (niet de besprenging). Inzet voor anderen zonder reserve. Dat zijn de overwinnaars. En Hij is uitermate verhoogd, Hij zit in de troon Gods des Vaders. En als wij overwinnen gelijk Hij dan zullen wij uitermate verhoogd worden door te zitten in Zijn troon. Maar dat is geen toekomstmuziek. Dat is geldig voor elke keer dat wij onze dood in de doop daad­werkelijk beleven en dóór leven in al onze werken en wij reeds op aarde gezet zijn tot Koningen en Priesters Gods.

U begrijpt wel, dat overwinnaars niet zijn die er over spreken of schrijven. Dat zou treurig zijn. Dan zouden al­leen de schrijvers onder ons en de predikers onder ons een geweldige voorsprong hebben op hen die deze “kunst” niet machtig zijn. Neen, bij de Here heeft ieder dezelfde kansen. Wie de meeste wil zijn, wie wil tronen met Christus in de troon des Vaders, hij zij aller dienstknecht en aller slaaf. Hij zij de minste van allen. O, hoe was Jezus de minste. Hij had. geen gedaante, noch heerlijkheid en als wij Hem aanzagen, zo was er geen gestalte dat wij Hem zouden be­geerd hebben. Geen koude drukte, geen godsdienstige ceremo­niën, maar dienen, dienen, dienen. Hij paste de voet­wassing toe.

Tenslotte, in Zijn dood sprak Hij uit: Het is volbracht!

Die zichzelf geeft, daar weet de hel geen raad mee. Hij kan hem folteren, uit elkaar scheuren, martelen, vierende­len, maar hij kan die niet overwinnen. Daarom hebben de martelaren bij Hem een wit voetje. Zij hebben alles veil voor Hem. Zij zeggen dat niet alleen, maar zij doen dat ook. Zij geven alles. Merk eens op hoe de martelaars bij Hem op goede voet staan. Zij zijn de parelen in Zijn troon.

Ik moet eindigen. Ik lees nog eens de tekst: “Wie over­wint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met Mijn Vader op Zijn troon”. Dat kunt u alleen door de kracht van de Heilige Geest. Zijn leven het uwe. Hij stierf. Hij stond op. Hij voer ten hemel. Hij zit in de troon. Precies zo U. Als U overwint gelijk Hij. Die ons maakt tot koningen en priesters Gods.

Aan Uw zij, dicht nabij – Aan Uw zij, dicht nabij – Alles, alles wil ik lijden – Mag ‘k slechts zitten aan Uw zij – (in de troon).

 

Eenheid en verscheidenheid door H. J. Glasbergen

Gerechtigheid

“En de verstandigen zullen stralen als de glans van het uitspansel en die velen tot gerechtigheid hebben ge­bracht als de sterren voor eeuwig en altoos” (Dan. 12:01-03).

Recht en gerechtigheid hebben altijd te maken met schuld in de natuurlijke wereld. In de geestelijke wereld is een wet voor Gods kinderen, van een wetgever die zowel de schuld als de vrijspraak vaststelt. Als een vrijgesprokene in het Koninkrijk Gods is, en daarin woont en werkt, dan zul­len de mensen zien uit zijn werken, en horen uit zijn woorden dat hij anders is. “Gij dan, geheel anders, gij hebt Christus leren kennen”.

Zo zijn er ook veel Christenen die zich vrijgesproken we­ten en zich in het Koninkrijk Gods bewegen en werken als een zondagse parkwandeling. Zij vragen veel en krijgen wei­nig antwoord. Zij zijn veel op de bergtop en veel in het dal, omdat zij niet altijd één met Christus zijn op Zijn voorwaar­de. (Joh. 17:01-26); “Opdat zij allen één zijn…..1‘ De wil is bij een ieder, maar de voorwaarden zijn niet op te brengen. Een ieder heeft een denkpatroon, waarin zijn verstand een grote rol speelt, in deze zin “Als zij nu allen dachten zoals ik, waren wij één”.

Het zou wel een troosteloze, grauwe zaak worden, zonder liefde, blijdschap en vrede. Er zou weinig zon zijn, en licht en het einde zou weer zijn, zoals steeds in de geschiedenis: een dode leer. “In de geest begonnen, in het vlees geëindigd. Jezus kiest uit gewone mensen Zijn discipelen, dn wij zien dat er een zichtbaar verschil is in de zichtbare we­reld, maar ook in de geestelijke wereld, het Koninkrijk Gods; Er is verscheidenheid. Er is geen mismaaktheid, nog ziekte in hun midden. Zij leven in de schaduw van de Aller­hoogste.

Het Koninkrijk Gods is binnen in ulieden

Het Koninkrijk Gods bestaat in rechtvaardigheid, vrede en blijdschap. (Rom. 14:17). Dat Koninkrijk is op de berg Sion, het dal ligt er vlak bij. De rechtvaardigen zijn alleen in het dal om de ander te helpen uit liefde die bij de ge­rechtigheid hoort.

Deze leven in gemeenschap met de koning. Zij zijn verstan­dig en waken om in Zijn wil te blijven. In de levende stroom, in de rivier vol water, zoals de profeet dit ziet in de geest in Ezechiël 47. Deze rivier is vol leven, er is geen ziekte of gebrek, vissen leven daar van allerlei soort en overal waar de beek komt, zal alles leven en gezond worden. Er zijn vruchtbomen, allerlei soorten, het loof verwelkt niet en de vrucht raakt niet op. Deze vruchten zijn tot spijs en hun loof tot genezing. Opvallend dat er verschillende vissen zijn en verschillende vruchten, ook weer een deel van Gods veelkleurige wijsheid, waar sommige mensen kleurenblind van worden. Deze rivier is de levensboom, de berg Sion, het Koninkrijk Zijner liefde, het rijk des lichts, waar de troon van God is en het Lam Gods.

En zij die zich gerechtvaardigd weten, strijden de goede strijd met de wapenen der gerechtigheid en sluiten geen compromis met de ongerechtigheid. Hun klederen zijn wit, ge­wassen door het bloed van het Lam Gods. Zij zijn ingegaan door de enge deur, Jezus Christus.

Nu zegt de profeet dat er moerassen zijn en poelen, zijar­men van de rivier, met echt, oppervlakkig, mooi helder. Het spreekt grote woorden en maakt veel lawaai, maar het is dood, er is geen leven. Als wij met God wandelen en in Zijn Koninkrijk mogen arbeiden, luisteren wij alleen naar Zijn stem en alle andere geluiden horen wij, maar het doet ons niets. Met Hem mislukken wij niet en zijn niet moedeloos, wel eens moe, dat mag, zie Elia. (2 Kon. 19:04-08). Er is Goddelij­ke kracht in overvloed en de bron is onuitputtelijk. Er is leven en overvloed.

Gods antwoord op elke vraag

Eenheid met God, zoals Jezus ons Voorbeeld is, behoedt ons voor brokken. Bij Hem is alles volmaakt en vanuit Hem leven wij, uit Zijn denken, uit Zijn plan, uit Zijn overwin­ning. Hem vertrouwen wij. Hij is onze Raadgever, Zijn Geest is in ons, Zijn, liefde is in ons, Zijn heerlijkheid om­straalt ons. De levendmakende Geest herstelt ons lichaam als het aangerand wordt door de duivel. (Rom. 08:11).

Zijn Koninkrijk kome, Zijn wil geschiede in mijn leven, Zijn Naam wordt verheerlijkt in mijn leven, en wij vergeven onze schuldenaren en bidden voor onze vijanden. Wij maken Zijn Naam niet te schande en breken met de ongerechtigheid. Wij zoeken geen eigen troontje of eerste plaats en slaan niet met vuisten op tafel, maar zijn tot rust gekomen aan Zijn voeten. “En hieraan zult gij ze kennen, dat zij liefde onder elkander hebben”. Niet te verwarren met lief doen.

Onze problemen en moeilijkheden zijn bij Hem en voor Hem. Zijn oplossing is onfeilbaar en mislukt nooit, Zijn Woord is volmaakt in zijn uitwerking. Hij zegt? Vreest niet en al Zijn beloften zijn ja en amen.

Mozes was een Godsman, hij moest het met minder doen, hij moest tegen een weerspannig volk zeggen dat hij gezonden was en geroepen tot leider door “Ik ben”. Mozes ging in geloof en overwon. Jezus zegt? “Ik kan niets doen, zonder de wil van Mijn Vader”. Maar bij het graf van Lazarus sprak Hij deze woorden? “Ik weet dat U mij altijd verhoort”.

Bidden naar Zijn wil en leven naar Zijn wil on macht geven over je eigen wil, die niet in staat is, iets goeds te doen in Zijn Koninkrijk. Er moet eerst een nieuwe mens komen, uit God geboren, wedergeboren, dan pas kan de menselijke geest zich onderwerpen aan Gods Geest en in gemeenschap leven met Hem en zijn broeders en zusters. Dit zijn, zij die het grote plan Gods gaan zien van boven naar beneden die vanuit Hem gaan denken, die niet spreken van eigen werk.

Verborgen talenten

God is rechtvaardig en zal een ieder oordelen naar zijn werken on woorden en het oordeel begint bij het huis Gods. Het moet ons benauwen in Nederland dat wij elkander nog steeds in de weg staan door onze kruideniersgeest, waaruit ook “Pinksteren” zich niet heeft kunnen losmaken. Vele talenten komen niet tot ontplooiing in het Koninkrijk Gods, doordat deze overschreeuwd worden door hoogvliegers. De ge­lijkenis ven Jezus spreekt duidelijke taal. De dienstknecht met het ene talent wist dat de Heer rechtvaardig was, maar hard voor de ontrouwen, hij ging zijn talent begraven. Dit is niet de bedoeling van God, die wil dat wij goede vruchten voortbrengen. Het oordeel is hier op aarde en God laat Zijn rechtvaardigheid zien die twee en vijf talenten hebben ge­kregen en winst hebben gemaakt. God wil Zijn eigendom met rente terug.

Hij wil dat ons leven een belijdenis is, niet in formu­lieren en leerstukken, naar met betoon van geest en kracht. . Hij sprake “Laat ons mensen maken naar ons beeld”. De tweede Adam, Jezus Christus, en Zijn volmaakte offer, heeft de kroon der schepping, de mens, weer in Zijn plannen betrokken en een geest van openbaring gegeven. Er is vrede met God en de mensen. Deze mens heeft maar één binding, door de Heili­ge Geest met God de Vader en niets kan hem scheiden van de liefde van Christus. Hij is de God van hen die rusten in Zijn Woord, die geen kramp hebben, die geborgen zijn in Zijn almacht en weten wat Zijn wil is.

Heeft u geen talenten? God heeft overvloed. Als de mens zich onderwerpt aan Zijn wil, dan krijgt hij talenten, één of meer, en in Hem zullen deze winst brengen, heil aan de men­sen, genezing naar geest, ziel en lichaam, omdat in het li­chaam van Jezus Christus geen tekort is. Dan durven wij met David zeggen: “De Here heeft mij vergolden naar mijn gerech­tigheid” (Ps. 018:051-052).

Gods kracht en heerlijkheid

De hele schepping is vol van Zijn heerlijkheid en vol­maaktheid. En deze majesteit en glorie moet zichtbaar worden in Zijn volk – de Gemeente – duur gekocht en betaald. Die zal 1 zijn zonder vlek of rimpel, stralend, nu al heilig, een volk van priesters en koningen, om te heersen over de machten der ) hel, geen huilers, maar juichers, op een rots gebouwd, niet met trillende benen en vol wijsheid, maar de voeten ge­schoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vre­de s, vol van Zijn kracht. Verbonden met Zijn Schepper met ban­den der liefde tot in eeuwigheid, want niets zal ons schei­den van de liefde Gods.

Zoals in Jezus Christus en Zijn discipelen, zal ook de almacht van God zich openbaren in Zijn Gemeente, in deze eind­tijd. De bewijzen zijn er al. Veel Godsmannen en vrouwen kunnen getuigen van wonderen en tekenen die de gelovigen volgen als zij het Lam Gods volgen waar het ook gaat. Dit is Zijn wil; en wie zou die weerstaan?

Elk moment in ons leven staat Zijn almacht tot onze be­schikking om Zijn Naam te verheerlijken, Zijn Geest in ons.

David wist hier van toen hij nog een jongen was. Hij zegt tegen Goliath’. “Ik treed u tegemoet in de Naam van de le­vende God en deze dag zal de: Heer u in mijn macht geven. Want de strijd is des Heren”.

Dit is het grote geheim van het evangelie, in ons spre­ken en werken moet er maar één gedachte zijns “Wordt de Naam van mijn Meester verheerlijkt of zoek ik (soms onbe­wust) mijzelf?”.

Elia wist van die macht. Hij trok zich niets aan van het protocol, toen Naäman met zijn ziek lichaam en duur ge­volg aan de deur stond. Hij laat Gehazi zeggen dat hij zich zevenmaal moet onderdompelen in de Jordaan, dan zou het melaatse lichaam weer gezond zijn. Hij sprak met gezag, zo was ook de leer van Jezus, wat de Joden moesten erken­nen. (Joh. 03:01-03). Hij dreef boze geesten uit en genas de zieken. Dit was zijn dagelijks werk,.

Een evangelie zonder wonderen is een dode leer, een menselijke zaak, dor en saai, grauw en troosteloos. Met ziekte moet je leren leven, sprak de radiopredikant voor de zieken, dan kun je er weer een week tegen. Wij hebben een boodschap voor zieken en gezonden, bewogenheid voor het verlorene, als priesters van de allerhoogste God. Niet in hoogmoed en ijdel denken, naar in hoogheid en wijsheid, door God geleerd.

Het is Zijn Geest met onze geest die overwinning geeft in dit leven, de zwakken dragende en verdragende.

De ganse volheid Gods is ons geschonken in Een en moet openbaar worden in deze verloren wereld, die zichzelf zal vernietigen.

Het is ons erfdeel, wij zijn erfgenamen van de levende God en Zijn Naan zij geprezen tot in alle eeuwigheid. En dit is onze overwinning: ons geloof dat de wereld overwint.

 

Psalm 28 gedicht door Judith Jacobs

Bescherming

“Op Hem vertrouwde mijn hart en ik werd geholpen” (Ps. 028:007).

Mijn hulp zoek ‘k slechts bij Jezus,

De Rots van mijn behoud;

Voor mij heeft Hij gestreden,

Op ’t ruw Calvarie-hout. 

 

Mijn kracht vind ’k slechts in Jezus,

Mijn Pantser en mijn Schild;

Zijn vaandel heeft verwonnen,

Zijn Woord de strijd gestild.

 

Mijn heil is ’t bloed van Jezus,

Door Hem ben ik gekocht;

Hij heeft in dood en leven

De satan overmocht.

Ik blijf maar dicht bij Jezus,

Hoe groot is Zijn gena;

Het zijn God’s eeuw’ge armen –

Die dragen, vroeg en spa.

           

Koning Jezus door Jan W. Companjen

Ieder huis wordt door iemand gebouwd — en de bouwheer van alles is God, Mozes was inderdaad getrouw in heel Gods ‘ huis, maar als dienaar, om te getuigen van de woorden die God zou spreken. Christus echter is getrouw als zoon, aangesteld over het huis van God. En dat huis zijn wijzelf, als wij tenminste vasthouden aan de blijde zekerheid van onze hoop’.

Was het eerste verbond zonder fout geweest, dan had men niet omgezien naar een tweede (een nieuw verbond). Maar God laakt hun fouten (zij die van het oude verbond zijn) met de woorden: “Er komen dagen, zegt de Heer, dat Ik met het huis van Israël en het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten. Het zal anders zijn dan het verbond dat Ik met hun vaderen sloot, toen Ik hen bij de hand vatte om ze uit Egyp­te te leiden, want zij hebben zich niet gehouden aan Mijn verbond en Ik heb Mij niet meer om hen bekommerd, zegt de Heer. En zó zal Mijn verbond zijn dat Ik met het huis van Israël zal sluiten, zegt de Heer: Mijn wetten prent Ik in hun geest en Ik grif ze in hun hart: Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn. Dan zal niemand meer een ander on­derrichten noch zeggen tot zijn broeder: Ken uw Heer, allen zullen zij mij kennen, van de kleinste tot de grootste, Door te spreken van een nieuw verbond heeft Hij het eerste verouderd verklaard, en alles wat oud en bejaard wordt staat op het punt te verdwijnen”

(Heb. 03:04-06; Heb. 08:07-13) – Willibrord vert.)

Een nieuw tijdperk

Het is met het lezen van een boek vaak zo dat de één het prachtig en de ander er totaal niets aan vindt. Sommigen vinden een oorlogsboek prachtig, anderen vinden er ’to­taal niets aan, ja worden er onpasselijk van als ze zoveel menselijk leed van dood en verderf onder ogen krijgen.

Zo is het ook met het Woord, van God, de Bijbel. Het wordt in allerlei variaties gelezen. Als oorlogsboek en als geschiedenisboek, begrepen en onbegrepen. Toch zal het alle lezers opgevallen zijn dat bij de komst van Jezus Christus, de Bijbel en de mensen die er bij betrokken waren, een andere dimensie, een ander tijdperk zijn binnengegaan.

De periode van de wet, aan Mozes gegeven op de berg Sinaï, wordt afgesloten. De wet wordt in Christus vervuld. Het bouwwerk van Mozes, van wet en offer en van een Godshuis gemaakt zoals Mozes dat op de berg Sinaï getoond was, had zijn functie vervuld. Het was namelijk een afbeelding en schaduw van het hemelse dat met Christus komen zou. (Heb. 08:05). Zo had het eerste (oude) verbond een tabernakel met daarin o.a. de ark des verbonds en de stenen tafels waarop de wet Gods gegrift was.

Bij het verrichten van hun dienst kwamen de priesters (de dienstknechten des Heren) alleen maar in het voorste ge­deelte van de tent. In het tweede gedeelte (het heilige der heilige) kwam alleen de hogepriester en dan nog slechts éénmaal per jaar en dan niet zonder bloed. Hiermede gaf de Heilige Geest te kennen, dat de weg naar het heiligdom nog niet open lag.

Bij het offer op Golgotha scheurde dit voorhangsel van boven naar beneden (Matt. 27:51). De geheimenissen van het oude verbond werden openbaar gemaakt. Hoeveel te meer dan het bloed van stieren en bokken, zal het bloed van Christus ons bewustzijn reinigen van dode werken, om de levende God te gaan dienen, op de wijze, zoals Christus ons dat geleerd heeft. Hij is het vleesgeworden Woord van het Nieuwe Ver­bond Hij is niet binnen gegaan in een heiligdom met handen genaakt, een afbeelding van het ware. Neen, Hij is de hemel – de onzichtbare wereld – binnen gegaan, ons ten goede, om voor het aangezicht van God te verschijnen (Heb. 09:24). En zoals Jezus, toen hij hier op aarde was en in de zichtbare wereld zijn werk deed, met de Vader verbonden was, zo mogen wij thans met Hen verbonden zijn.

Hij de Middelaar van God en van de mensen, geeft ons de verlossing door zijn bloed en Hij is de Hoeksteen van het nieuwe bouwwerk Gods, een tempel heilig in de Here, in wie ook gij (indien gij dit wilt) mede gebouwd wordt als levende stenen tot een woonstede Gods in de Geest. (Ef. 02:21-22).

God die rijk is aan erbarming, heeft om Zijn grote liefde aan ons te openbaren,, ons levend gemaakt met Christus, hoe­wel wij dood waren, (dat wil zeggen; geestelijk dood) door de door ons. gepleegde overtredingen. Door genade Zijn wij behouden en heeft Hij ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten om ons het geheimenis van Zijn wil te laten kennen (weten).

De mannelijke rijpheid

Indien wij zien dat Christus ten hemel is gevaren om al­les tot volheid te brengen dan zullen wij ook zien dat wij mogen opwassen tot de mannelijke rijpheid, de gehele omvang van de volheid van Christus. (Ef. 04:13). Dan gaan wij het boek van God, de Bijbel, begrijpen en dan zien wij wat Hij met heu nieuwe verbond bedoeld heeft, namelijk persoonlijke leiding door de Heilige Geest.

Zoals het hoofd met spieren en banden en net zenuwen, met het lichaam verbonden is, zo wil Hij met ons verbonden zijn. Zo wil Hij ons de wet van het nieuwe verbond in het hart en in het verstand leggen. Zoals Hij de Vader kende, zullen wij Hem kennen en daarop aansluitend de Vader in Hem. Zo zal Vader, Zoon en Heilige Geest in (de Gemeente) het Lichaam van Christus, één geheel zijn. Mensen uit één stuk, die in Christus weten wat de wil van de Vader is. Wat is het toch een geweldig iets dat de Bijbel werkelijkheid in het leven van ons mensen kan worden. In Christus heeft God ons laten zien, dat Hij het vleesgeworden Woord is, hoe Hij de mens gedacht heeft en door geloof in Hem, de Adam van het nieuwe verbond, mogen wij Hem gelijkvormig worden. Dat is de ge­loofsweg die wij gaan mogen en die wij biddend mogen ontvan­gen met de bede; Heer, mij geschiede naar Uw Woord.

De duivel, de overste van deze zienlijke wereld, tracht ons natuurlijk van deze weg af te houden. Toen Jezus bij Zijn verzoeking in de woestijn ook deze weg wilde gaan, bood de duivel Jezus de gehele wereld aan. Hij zou koning over de hele wereld worden. Ook de Joden waren open poorten voor deze duivelse list. Menigmaal wilden ze Jezus, zelfs met geweld, koning maken. Maar Jezus ging hier niet op in. Hij had een andere, een Hemelse opdracht, die tot doel had dat er een nieuw Godsvolk zou geboren worden, die de wetten Gods in hun harten en in hun verstand hebben gegraveerd. Daarvoor is wedergeboorte en geestesdoop nodig. De belofte van de Vader aan Jezus was een nieuw volk, dat zou gaan op­trekken in de kracht van de Heilige Geest. Dat volk zou uitgaan en overwinnen en dat zal gaan uitlopen op een grote maar zegevierende oorlog in de hemelse gewesten. (Openb. 12:07) “En er kwam oorlog in de hemel: Michaël en zijn engelen hadden oorlog te voeren tegen de draak. (Engelen zijn gedien­stige geesten ten dienste van hen die het heil zullen beërven. (Heb. 01:14) Ook de draak en zijn engelen voorden oorlog, naar hij, de duivel met zijn trawanten, konden geen stand houden en hun plaats in de hemel werd niet meer gevonden. Enige verzen verder lezen wij dan dat het Koninkrijk Gods open­baar wordt. De duivel wordt neergeworpen door het volk Gods dat de nieuwe opdracht heeft verstaan, dat onze strijd niet tegen vlees en bloed is, doch tegen de overheden en machten in de hemelse gewesten.

Zij zullen overwinnen door het bloéd van het Lam en door het woord van hun getuigenis, (woorden gesproken op gezag van de naam van Jezus). Zij hebben hun eigen “IK” leven van bou­wen en werken in de zienlijke wereld, niet liefgehad tot aan het einde van hun leven, maar zijn ingegaan in de werkelijke tempel van God, het hemelse Jeruzalem. Dat hemelse Jeruzalem zal na Zijn volbrachte taak, op de aarde nederdalen.

Broeders en zusters, laten wij er acht op slaan en niet, net als de Israëlieten, in de woestijn blijven steken. Met hun ark, met hun verbond en wetgeving. Ze bouwden een kalf en verheugden zich over de werken hunner handen toen Mozes nog maar enkele dagen uit hun gezicht verdwenen was. Zij moesten góden hebben die vóór hun uittrokken. (Ex. 52:01-06). Later, in het beloofde land, toen alles nog wat rommelig was en de ves­tiging in het beloofde land nog wat meer “volkomen” moest worden, riepen zij met dezelfde woorden om een koning. Ook toen Samuël zei dat het aanstellen van een koning tot gevolg zou hebben, dat zij in dienst van die koning zouden komen te staan en dat zij voor hem de koning, de oogst zouden binnen halen, dat zij tienden zouden moeten betalen, enz., enz., rie­pen zij nog: Neen, neen, er moet een koning komen, dan zullen wij net zijn als alle andere volken. Onze koning zal ons rich­ten, vóór ons uitrukken en onze oorlogen voeren. (1 Samuël 8).

Ziet dan toe, dat gij Hem, die spreekt, niet afwijst. Want als genen niet ontkomen zijn toen zij Hem als koning afwezen hoeveel te minder wij, als wij ons afwenden van Hem die uit de hemelen spreekt (Heb. 12:25).

Wat voor huis zult gij mij bouwen, zegt’ de Heer, of wat is de plaats mijner rust? Laten wij afleggen alle last en zonde die ons zo licht in de weg staan en met volharding de wedloop lopen, die voor ons ligt. Laat ons oog daarbij alleen gericht zijn op Jezus de Leidsman, en voleinder des geloofs.

 

Levend Geloof – 1973.11-12 nr. 148

Levend Geloof 1973.11-12 nr. 148

Redactie en medewerkers wensen alle lezers en lezeres­sen een voorspoedig 1974 toe.’ Dit “voorspoedig” heeft voor de Gemeente van Christus een Bijbelse grondslag, namelijk (Joh. 10:10) waar Jezus sprak dat Hij gekomen is om leven en overvloed te brengen. Ieder kind van God dat met een op­recht hart de Heer dient, zal dit ook in dit nieuwe jaar ervaren, ook al zal ons geloof van tijd tot tijd op de proef gesteld worden.

(Jak. 01:02-04) zegt: “Houdt het voor enkel vreugde, mijn broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt, want gij weet, dat de beproefdheid van uw geloof volharding uitwerkt. Maar die volharding moet volkomen doorwerken, zodat gij vol­komen en onberispelijk zijt en in niets te kort schiet”.

Laten wij daarom in 1974 volhardend doorgaan met de ver­kondiging van het volle evangelie. Het is Gods wil want: “Dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn” (Matt. 24:14). Jezus liet daaraan voorafgaan: “Maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden”.

Ook wat de “Levend Geloof-arbeid betreft, willen wij, in opdracht van onze Meester, doorgaan, met de verspreiding van het werkelijke evangelie. Meerdere plannen zijn in voorbe­reiding, waarover binnenkort mededelingen volgen.

Helaas waren wij in het afgelopen jaar door verschillen­de omstandigheden niet in de gelegenheid ons blad regelma­tig te laten verschijnen en moest ook dit nummer weer ge­combineerd worden.

Dit laatste vindt zijn oorzaak in het feit dat wij ‘mo­menteel bezig zijn met een verhuizing/verbouwing. In de loop van deze maand hopen wij hiermee klaar te komen. Ook voor “Levend Geloof” betekent dit een belangrijke verbete­ring. We hebben dan namelijk de beschikking over een veel ruimer kantoor, terwijl er ook veel meer ruimte is voor drukkerij, magazijn, etc. Wij zijn erg dankbaar dat dit de “Levend Geloof” arbeid ten goede komt. Wilt u ook voor deze arbeid blijven bidden?

Gods rijke zegen toegewenst!  

P.S, Enkele artikelen ademen door de late verschijning nog de Kerstsfeer. Gelukkig weten wij dat het voor een waarach­tig kind van God niet alleen Kerstfeest is op 25 en 26 de­cember!

 

Jezus

Zaterdag 13 oktober kwamen in Rotterdam duizenden jonge­ren bijeen om hun grote favorieten de “Rolling Stones” te: kunnen bewonderen en zelf geïnfecteerd te raken door dit optreden uit de hel, zoals zelfs de wereldse pers zich uit­drukte. Deze aan drugs verslaafde popgroep wordt voortdurend begeleid door een dokter, omdat ze zich steeds ziek en moe voelen. Wat kan men ook anders verwachten bij zo’n de­monische hysterie.

Zaterdag 13 oktober was er nog een andere plaats in ons land waar duizenden jongeren bijeen waren. Het was in Ut­recht waar in de Julianahal de “one way day” werd gehouden. Hier geen satanische hysterie maar grote blijdschap over de velen die bevrijd werden uit satans macht ‘en het échte geluk in Jezus leerden kennen.

Waarom wij deze twee gebeurtenissen op één dag naast el­kaar zetten? Om u er op te attenderen hoe de scheiding der geesten in volle gang is. (Openb. 22:11) zegt: “Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht; wie vuil is, hij worde nog vuiler;…..wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer recht­vaardigheid; wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd”.

In deze tijd zien wij dit voor onze ogen in vervulling gaan. En ieder mens is er bij betrokken……ook u!

Maar aan welke kant staat u? Aan de kant van Jezus of aan de kant van satan? Bent u in het licht of inde duister­nis? Bedenk dat er geen tussenweg is. Jezus heeft gezegd: “Wie niet voor Mij is, is tegen Mij” (Luc. 11:23) en “Niemand kan twee heren dienen of hij zal of de één haten en de ander liefhebben”. (Matt. 06:24)

In deze tijd wordt van ieder mens een radicale keuze’ ver­wacht…. .Kies vóór Jezus.’ Hij schenkt vrede, blijdschap, le­ven, overvloed, kracht, gezondheid, liefde en overwinning.’ (Ook vervolgingen.’ – maar dat is tijdelijk, straks wacht de’ eeuwige heerlijkheid.’)

Daarom aarzel geen moment, stel het niet uit totdat het fatale “te laat” daar is, maar aanvaard Jezus.’ Doe het nu!

 

Energiecrisis

De alom om zich heen grijpende energiecrisis veroorzaakt bij velen een lichte paniek. Veel mensen komen tot ontwaken uit de welvaartsroes. Is er dan toch weer een andere tijd op komst?

De tijd waarin wij leven doet denken aan de gelijkenis die Jezus vertelt in Lucas 12 over de “rijke dwaas”. Een man die het in elk opzicht voor de wind ging en die slechts één doel voor ogen had: Meer bezit, meer genot. “Dit zal ik doen……”(Luc. 12:18). Zoals ook vandaag velen spreken…… Maar dan zien wij het tragisch slot: “Gij dwaas, in deze eigen nacht wordt uw ziel van u afgeëist en wat gij gereed­gemaakt hebt, voor wie zal het zijn? Zó vergaat het hen, die voor zichzelf schatten verzamelt en niet rijk is in God” (Luc. 12:20-21).

De welvaart van het vrije westen is even wankel en broos, als wat ons in deze gelijkenis wordt verteld. Het kan plot­seling afgelopen zijn…..en wat dan??? Arm de mens die Je­zus niet kent en dus niet rijk is in God. Want vele malen erger dan de materiële energiecrisis, is de geestelijke energiecrisis, waarin velen zich bevinden.

Alleen als wij Jezus aanvaard hebben als onze volkomen Verlosser en Leidsman, ervaren wij welk een geweldige kracht­bron er in ons leven is gekomen. Paulus zegt dat het evange­lie een kracht Gods tot behoud is voor een ieder die gelooft, (Rom. 01:16), en dat het Koninkrijk Gods niet bestaat in woorden, maar in kracht! (1 Kor. 04:20)                      

Deze krachtbron in ons leven gaat echter pas ten volle functioneren als wij vervuld zijn met de Heilige Geest, want Jezus sprak: “Gij zult kracht ‘ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt” (Hand. 01:08).

Zoals op het natuurlijk vlak de energie- pas gaat functioneren als wij de lichtknop omdraaien, het gaspedaal indrukken, etc., zo geldt dit ook in geestelijk opzicht.

Vele kinderen, Gods beleven een. geestelijke energiecri­sis, en dat is niet naar de wil van God. Op het natuurlijk terrein is de energiecrisis wellicht moeilijk op te lossen, maar op het geestelijk terrein is de oplossing wel voorhanden. Deze oplossing ligt opgesloten in het woord: “Gehoorzaamheid”. Daar waar de bereidheid wordt gevonden ge­hoorzaam de Heer te volgen, de geestelijke weg te bewande­len, het Koninkrijk Gods uit te dragen, gaat de Goddelijke krachtbron in volle werking treden.

Jezus heeft gezegd: “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde” (Matt. 28:18). “In Hem woont al de volheid der godheid lichamelijk;…..en gij hebt de volheid verkregen in Hem, die het hoofd is van alle overheid en macht”(Kol. 02:09)

Is de overwinnende kracht van Jezus in uw leven reeds zichtbaar? Werkt zij zodanig door in uw leven, dat u. de “mannelijke rijpheid” bereikt? Dan slaat ook vanuit uw leven de vonk van Gods almacht en liefde over in de levens van anderen.

 

 

Kerstfeest 1973 door J a n W. Companjen

“Want mijn ogen hebben Uw heil gezien, dat Gij bereid hebt voor het aangezicht van alle vol­ken: Licht tot Openbaring voor de heidenen en heerlijkheid voor uw volk Israël” (Luc. 02:30-52). (Uit de lofzang van Simeon).

Wat betekent kerstfeest voor u?

Kerstfeest, een feest dat bewust of onbewust, alom ge­vierd wordt. Vele weken voordat die dagen aanbreken worden er al toebereidselen gemaakt om dat feest te laten slagen. Het is een feest van intimiteit. Alles om je heen is somber, niet voor niets spreekt men over: “de donkere dagen voor Kerstmis”. Geen wonder dat men het innerlijk, in huis, ge­zellig wil maken. Versiering en kaarslicht verhogen de stemming en menigeen denkt terug aan een kerstfeest van vroeger toen ook alles zo knus was en er gezongen werd van de “herdertjes” en “stille nacht, heilige nacht”. Het is zo veelal een gezellig feest en een fijne afleiding in een lan­ge winter.

Maar nu de vraag: Wat blijft er innerlijk voor u van dat kerstfeest over? Met andere woorden: Wat is er voor u tot stand gekomen toen Jezus geboren werd en wat is er innerlijk voor u werkelijkheid geworden?

Waarom werd Jezus geboren?

Hij kwam om de gevolgen van de zondeval te herstellen. Hij kwam als zoon van Adam, maar ook als Eerstgeborene van een nieuw geslacht, de nieuwe Adam, heilbrengend voor alle vol­ken. Aldus staat er ook geschreven (1 Kor. 15:45 v.v.): “De eerste mens, Adam, werd een levende ziel; de laatste Adam een levendmakende geest. Doch het geestelijke komt niet eerst, maar het natuurlijke en daarna het geestelijke. De eerste mens is uit de aarde dus stoffelijk, de tweede mens  is uit de hemel. Gelijk de stoffelijke is, zijn ook de stoffelijken, en zoals de hemelse is, zijn ook de hemelsen. En gelijk wij het beeld van de stoffelijke gedragen hebben, zo zullen wij het beeld van de hemelse dragen”.

Een nieuw goddelijk geslacht

Om tot die werkelijkheid te kómen is het kerstfeest voor ons geworden. De engelen in het veld bij Bethlehem wisten hiervan: De vrees van de herders werd omgezet in activiteit toen zij de boodschap hoorden van de engel die zei: Weest niet bevreesd, want zie, Ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk zal ten deel vallen; U is heden de Hei­land geboren, namelijk Christus, de Heer. Hierin zit het grote geheim, dat er bij de komst van Jezus, een nieuw God­delijk geslacht geboren werd.

Hij is de eerstgeboorte onder velé broeders. Of zoals in (2 Kor. 05:17) staat: “Zo is dan wie in Christus is een nieu­we schepping: het oude is voorbijgegaan, zie het nieuwe is gekomen”. En dit alles is uit God, die door Christus ons met zich verzoend heeft en ons (als gevolg daarvan) de bediening der verzoening gegeven heeft.

Daarom zou ik u allen willen toeroepen: Mens kom tot uw bestemming. Aanvaard het heil in Christus ons gegeven. Hij is ons tot Christus en Heer gegeven en uw gehoorzaamheid aan God zal daaruit moeten blijken.

Is Jezus in uw hart geboren?

Hij is de boom des levens. Om tot het leven te komen, zult u van déze boom moeten eten. U zult Zijn kruisdood, als offer voor uw zonden moeten aanvaarden en Hem daarvoor dank­baar zijn. Hij is het offerlam dat de zonde der wereld weg­droeg, maar Hij is daardoor ook de Heer. Hij heeft uw leven omgezet van duisternis in licht, van droefheid naar vreugde en van nederlaag, naar overwinning.

Daarom is het geloof in Jezus zo’n indringende zaak. Het is niet een geloof dat er als een fatsoensnorm bijkomt, neen het is een geloof dat niéuwe mensen geeft. Door het geloof in Hem wordt men door wedergeboorte een nieuwe schepping.

Daarom als met het komende kerstfeest Jezus voor de tiende of de 70e keer voor u in Bethlehem wordt geboren, maar nog nimmer in uw hart, dan zijt gij nog verloren

Zoals in de dagen van Jezus…

De klok is bijna rond. De uitdrukking: “Eerst de jood en dan de Griek”, gaat ook hier rop. Zoals het was in de gods­dienstige wereld in het land Israël tijdens de geboorte van Christus, vroom en wettisch, met farizeeën en Sadduceeën, rechtzinnige en vrijzinnigen. De Sadduceeën loochenden im­mers de opstanding en het bestaan van engelen en geesten. Al deze dingen vindt men heden ten dage in het dagelijkse kerkelijke geloofsleven terug. Zoals Jezus toentertijd door de joden werd verworpen, zo wordt hij thans door de zogenaamde christenheid in de heidenwereld verworpen.

Men wil wel godsdienstig zijn. Wettisch en vroom, of mo­dern als de Sadduceeën, zonder opstanding tot een nieuw le­ven en zonder engelen als dienende geesten voor hen, die het heil beërven of gelovende in boze machten en krachten waarvan o.a. in Efeziërs 6 zo duidelijk sprake is.

In Efeze 6 worden wij aangemoedigd om de geestelijke wa­penrusting aan te doen om te kunnen strijden tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. Die geesten die er op uit zijn om iederéén, ja juist degenen die geloven, te vloeren door ziekte en aantasting van de geest buiten werking te stellen. Ja satan met zijn legerscharen weet het wel. Bij de komst van Jezus begon de afbraak van zijn rijk. Bij de ver­zoeking in de woestijn bood hij Jezus de heerschappij over heel de aarde aan. Hij wilde zowaar de wens van het hele joodse volk vervullen en Jezus tot een groot aards koning maken. Dan zouden de rollen omgekeerd worden en zou niet langer Rome maar Jeruzalem hoofdstad van de wereld zijn, met koning Jezus op de troon van David in een glorie zoals dat ten tijde van koning Salomo het geval was.

Maar Jezus ging hier recht tegenin en zei dat Hij alleen God wilde dienen. (Zijn Koninkrijk was niet van deze we­reld. Toen liet de satan Hem met rust en zie, de engelen kwamen en dienden Hem.

Welke weg kiest u???

Zo is het ook nu nog. Het is kiezen tussen een godsdienstig leven met aardse verwachtingen en aardse maatstaven. Een geloof van het verstand en de menselijke rede, waarin de mens uitmaakt wat kan en niet kan. Waarin de mens, mens blijft tot aan dood met al zijn zonden en wonden.

Of het is kiezen voor de weg van Jezus, toetreden tot Zijn hemels Koninkrijk, waar wel strijd is, o ja heel veel zelfs, misschien is er wel nergens zo veel oorlog, maar waar de weg omhoog voert, waar de mens wordt opgevoed tot mens uit één stuk en tot christenen, dat wil zeggen navolg­ers van Christus, die zelfstandig met hun Heer en Zender, verbonden zijn.

Langs die weg mogen wij opgroeien tot alle volheid Gods. Ja tot Zonen Gods, waar de hele schepping naar zucht. Zoals Jezus uit Maria geboren werd, zo wil Hij ook uit Zijn Li­chaam, de Gemeente, geboren worden. Hij wil zich daarin openbaren en tot volheid komen. Dat is Kerstfeest. Dat is een feest van God met ons en Christus in ons.

Door geloof en door de Heilige Geest

Velen zullen zeggen: Dat kan niet, dat is uitgesloten, een mens is een mens en hij is een natuurlijk wezen, die op de aarde, met beide benen-op de grond thuis hoort. Men­ heeft geen geloof in de Geest Gods, men ziet op eigen kracht, zoals de verspieders die het land Kanaän gingen verspieden er geen geloof voor hadden dat, dat beloofde land, door hun veroverd kon worden.

Alleen Jozua en Kaleb hadden een andere geest, zij ge­loofden dat alles mogelijk, was als dit door God zelf be­loofd was. Zo heeft Jezus, als het vleesgeworden Woord, ons Gods wil duidelijk gemaakt. Hij heeft ons de weg geopend en geopenbaard hoe wij Hem gelijkvormig kunnen worden, namelijk door Zijn Geest. De Geest van Christus, die Zijn lichaam opwekte,’ zal ook onze sterfelijke lichamen levend maken, door die éne en zélfde Geest. “Want Hij die geboren is en zij die uit die Geest geboren worden zijn allen uit Een. (Heb. 01:11). Door één Geest tot één lichaam gedoopt, waar­van Jezus het Hoofd is ‘ Dat Lichaam zal opwassen want daarvoor heeft Hij Zijn leven gegeven en heeft Hij alles vol­bracht .

Om die reden, buig ik mijn knieën voor de Vader,’ naar wie alle geslacht in de hemel en op aarde genoemd wordt, opdat Hij u geve, naar de rijkdom Zijner heerlijkheid met kracht gesterkt te worden door Zijn Geest- in de inwendige mens, opdat Christus door het geloof in uw harten woning make. Ge­worteld en gegrond in de liefde, zult gij dan, samen met al­le heiligen, in staat zijn te vatten (te begrijpen) hoe groot de breedte en lengte en hoogte en diepte is, en te kennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot alle volheid Gods.

Dat Heil heeft Hij voor u en mij volbracht. Dat licht tot openbaring wat onze toekomst is, heeft Simeon reeds gezien. Hij kon heengaan in vrede want hij had de vervuller van het Woord Gods gezien. Aan die vervulling mogen wij deel hebben. Dan kunnen wij met blijdschap het nieuwe jaar tegemoet tre­den, omdat de toekomst des Heren is. Hij zal ons de toekomst openbaren en ons steeds verder op weg helpen opdat wij steeds meer en betere geestelijke Christenen worden, tot verheerlij­king van Zijn Naam.

Krachtig tot overwinnen,

Trekt ’t Woord de wereld door.

In smetteloos wit linnen,

volgt uw gemeente ’t spoor.

De kroon, aan U gegeven,

verwerft ook zij gewis.

Door ’t Woord dat geest en leven,

trouw en waarachtig is.

 

Het fundament Bijbelstudie over de zeven fundamentsstenen door A Brasz (4)

Een leer van dopen (Heb. 06:02) – (de 3e fundamentssteen)

De woorden “leer van dopen” wijzen ons op het feit dat er meerdere dopen zijn. Het betreft de waterdoop of de doop in water,.. …en de doop in Geest en vuur.

Beide dopen zijn zo belangrijk dat Gods Woord deze tot zulk een fundamentele waarheid maakt, dat men zonder deze als basis aanvaard te hebben, nimmer verder kan bouwen. Immers een gebouw zonder een deugdelijk fundament, scheurt en stort ineen, daarbij meeslepende alles wat zich in de onmiddellijke nabijheid bevindt. “En…. .zijn val was groot”, zegt Jezus van het huis wat op de zandgrond gebouwd was, zonder een hecht fundament.

De waterdoop

Deze maal willen wij stilstaan bij de waterdoop, waarover grote misverstanden zijn gerezen. Discussie en woordenstrijd brengen ons dan ook niet veel verder, maar….. “brengen verderf aan allen die er naar horen” (2 Tim. 02:24). Wat zou; ons dan ook beter kunnen voorlichten dan de Bijbel? Heeft Gods Woord autoriteit voor u? O, mijn vriend, laat het een volstrekte leidsman voor u zijn. Begin er niet aan te tor­nen, want lees eens wat (Openb. 22:18-19) ons heeft te zeggen.

Twee waterdopen

In het Nieuwe Testament vinden wij twee waterlopen, na­melijk, ten eerste, de doop van Johannes, de doop tot bekering. Deze doop der bekering vinden wij beschreven in Matteus 5, Markus 1, Lucas 3 en Johannes 1 en 3. De mensen moesten zich la­ten dopen, omdat zij tot het besef kwamen dat zij tot dan een zondig leven hadden geleid. Deze doop vond plaats tot op het moment dat Jezus Christus de wet vervulde op Golgotha.

En het is daarom dat die 2e doop spreekt over de funda­mentele waterdoop. In het gehele verdere Nieuwe Testament wordt over deze tweede doop gesproken, met uitzondering van die éne keer dat Paulus in Efeze komt, en er blijkt iets mis te zijn. Als Paulus namelijk aan de Efeziërs vraagt óf’ zij de Heilige Geest ontvangen hebben, dan zijn zij verbaasd en zeggen dat zij zelfs niet van de Heilige Geest gehoord hebben. Paulus onderkent de oorzaak en concludeert: dan was er hier geen waterdoop. Toen hij er naar vroeg, verklaarden zij hem dat zij gedoopt waren met de doop van Johannes (de Doper).

Paulus zei toen.’ Johannes doopte een doop van bekering en zei tegen het volk dat zij moesten geloven in Hem die na hem kwam, dat is Jezus. En toen zij dit hoorden lieten zij zich dopen in de naam van de Here Jezus.

Toen Paulus hen daarna de handen oplegde, kwam de Heili­ge Geest over hen en zij spraken in tongen en profeteerden.

Duidelijke taal

Paulus wees hen en ons de weg, maar ook Petrus is heel duidelijk in (Hand. 02:38 toen hij zei: “Bekeert u en een ieder late zich dopen op de naam van Jezus tot verge­ving van uw zonden, en gij zult de gave van de Heilige Geest . ontvangen. Want voor u is de belofte (de gave van de Heili­ge Geest) en voor uw kinderen en voor allen die nog verre zijn (uw nageslacht)”.

Petrus schenkt klare wijn, hij kon dat omdat hij het uit de eerste hand had. Hij ….. had de Here Jezus horen zeggen: “Wie gelooft en zich laat dopen zal behouden worden”(Mark. 16:16). Let eens op de volgorde: eerst geloven en dan do­pen.

Paulus zei: bekeren, dit is je omkeren op de weg die je nu gaat en je keren naar Jezus toe, Hem je zonden belijden, geloven dat Hij ze wegdoet, en dan je laten dopen.

Ook Filippus vertelt ons in (Hand. 08:37) hoe God het bedoelt. De kamerling spreekt: “Zie daar water, wat is er te­gen dat ik gedoopt wordt?” Het antwoord was kort en krach­tig: “Indien gij van ganser harte gelooft”.

Ook hier: eerst… geloven en dan… dopen. En Filippus deed niets verkeerd, want Gods vriendelijk aangezicht was op hem gericht. Hij bevestigde Zijn knecht door hem een reis te doen maken, die voor onze moderne begrippen nóg fantastisch is.

Steeds zien wij dat er eerst geloof moet zijn in dié Ver­losser die van alles ons vrijmaakt. Geloof in Jezus. Jezus, de Heiland, die de schuld wegdraagt voor een ieder die in Hem gelooft.

De kinderen van de gevangenbewaarder

Maar hoe zat het dan met dat gezin van die gevangenbe­waarder te Filippi, die zich allen lieten dopen? Hoe zat dat met die kinderen van die gevangenbewaarder?…..

Even zien, vrienden, in (Hand. 16:33-34), waar staat: “En hij liet zichzelf en al de zijnen terstond dopen, en hij ver­heugde zich dat hij met zijn gehele huis tot het geloof in God gekomen was”.

Dan moeten die kinderen niet meer zo klein geweest zijn, want ze kwamen zover, dat ze geloven gingen dat Jezus hen verlossen wilde. Dan moesten zulke kinderen tot een leef­tijd zijn gekomen dat zij het verkondigde evangelie begrijpen en aannemen konden. Het waren dus beslist geen onmondige baby’s meer.

God verlangt eerst geloof bij ieder mens, en dan de be­reidheid zich te laten dopen.

De besnijdenis

Hoe zit het dan met die besnijdenis? De Here Jezus werd op de achtste dag besneden, en op de 35ste dag werd Hij voorgesteld in de tempel. In zijn dertigste jaar kwam Hij bij Johannes de Doper en vroeg – niettegenstaande Hij besneden was – toch om de doop door onderdompeling. Wij weten ‘dat Johannes het niet zag, en meende dat het juist anders om moest. Johannes meende dat de Heer Jezus hem zou moeten dopen. Doch Jezus zei: “Laat af Johannes, want aldus be­taamt het ons alle gerechtigheid te vervullen”. Jezus zegt als het ware, niet over discussiëren, maar doen (de wil des Vaders).

Paulus was een farizeeër, besneden op de achtste dag. (Filip. 03:05)- Hij werd op de weg naar Damascus aangesproken door Jezus. “Ik ben Jezus die gij vervolgt” (Hand. 09:05). Paulus vernedert zich en zegt: “Here, wat moet ik doen?”.

Dan krijgt Paulus instructies van de Heer en later van Gods dienstknecht Ananias. God betoont Zijn genade, om door handoplegging van Ananias, Paulus het gezicht terug te schenken. Later spoort de Heilige Geest, door de mond van Ananias, Paulus aan: “Wat aarzelt gij nog?……sta op, laat u dopen” (Hand. 22:16).

Beiden – Jezus en Paulus – eerst besneden en daarna ge­doopt. Vrienden, de besnijdenis was het teken van het oude verbond. Van God met Abraham. De doop, de waterdoop door on­derdompeling, is het teken van het nieuwe verbond. Als u geen van beide hebt vervuld, waarop wilt u dan aanspraak maken? U hebt noch het teken van het oude, noch van het nieuwe verbond!

Het teken van het nieuwe verbond

Wat betekent eigenlijk dit teken van het nieuwe verbond? Tegen de Romeinen en over hun hoofd heen spreekt Paulus tot ons in (Rom. 06:03) en verder: “Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood… opdat… gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen. Want… indien wij samengegroeid zijn met hetgeen gelijk is aan Zijn dood, zullen wij het ook zijn met hetgeen gelijk is aan Zijn opstanding”.

Wij moeten met Hem sterven en begraven worden, en evenals Hij, in vernieuwing des levens verrijzen. Begraven betekent in het graf gaan en dan moet dat graf gesloten of afgedekt worden. Zand erover. Totaal weg.

Jezus verrees als een nieuwe gedaante uit dat graf, zo zullen ook wij als een nieuwe schepping verrijzen, na de dood in de doop (vers 3). En dit moet gebeuren “opdat….. aan het lichaam der zonde (de oude ik) zijn kracht ontnomen zou worden (6). Wie zo gestorven en begraven is, is rechtens vrij van de zonde (7). Met andere woorden: die heeft er recht op vrij te mogen zijn van zonde. “Wij weten dat Christus nu Hij uit de doden is opgewekt niet meer sterft; de dood heeft namelijk geen zeggenschap meer over Hem”. “Zo moet het ook voor u vaststaan dat gij wel dood zijt voor de zonde (zonde heeft dan principieel geen zeggenschap meer over u). Maar dat gij levend zijt voor God in Christus Jezus. (11)

“De zonde zal over u geen heerschappij voeren, want gij zijt niet onder de wet maar onder de genade”. (14)

(Kol. 02:12) zegt: “Gij zijt met Hem begraven in de doop; in Hem zijt gij ook mede opgewekt door het geloof aan de wer­king Gods”.

(Gal. 03:26-27) kwalificeert Christenen: “Allen zijn zonen van God door geloof in Christus Jezus, want….. diegenen die zo in Christus gedoopt zijn, hebben zich met Christus bekleed”.

Wij moeten zelf beslissen

Evenals Gods Woord ons voorhoudt dat wij onszelf moeten bekeren, zegt het ons, dat wij ons zelf in beweging moeten stellen om ons te laten dopen.

Iedere keer moet het van de mens uitgaan, God gaf de mens een vrije wil, en nu moet de mens beslissen wat hij wil. Jozua wist dat al heel vroeg en hij wekt ons allen op met de woorden: “Kiest dan heden, wie gij dienen wilt”.

De Heilige Schrift vertelt ons dat ten tijde van Noach de gehele zondige wereld onderging in water, helemaal be­dolven onder het water. De zondige wereld had het verdiend, en… zijn wij beter? .

Doch (1 Petr. 05:21) roept voor ons uit: “Als tegenbeeld redt u thans de doop”. Die doop is dus een redmiddel van de zon­de. “En een bede van een goed geweten”.

Wat zijn wij eigenlijk? Actieve of passieve Christenen? Jezus roept ons allen op om actief te worden in dienst van Hem. O, kiest dan heden….. Bent u zwak? Wordt actief, dan snelt God u te hulp. (David-Goliath). U hebt het zelf in de hand “om uw roeping en verkiezing te bevestigen” (2 Petr. 01:10). Niet wie roept: Here, Here, en niet doet hetgeen ik zeg, maar wie doet de wil des  Vaders, zegt Jezus.

 

Een weg door Dirk A. Wols

Vader en kind

De engel, geliefden, die de geboorte aankondigde van Jo­hannes de Doper zei van hem, dat hij voor het aangezicht des Heren zou uitgaan in de geest en de kracht van Elia en va­ders en kinderen met elkaar zal verzoenen en ongehoorzamen op de rechte weg terugbrengen om zó het volk vóór te berei­den op de komst van de Heer. (Luc. 01:17) in omgangstaal.

Dat we leven in de dagen van voorbereiding op de komst van de Here zal wel niemand onder ons meer betwisten. Daar weten alle vrije groepen van en zelfs in de kerken ontmoeten we klanken, die eerlijk erkennen dat we leven in apocalypti­sche tijden, dat wil zeggen vlak vóór de wederkomst van Jezus Christus. In ieder geval is de lucht zwanger van ver­wachting van grote dingen die weldra staan te gebeuren. Want ieder voelt: “Zó kan het niet lang doorgaan”.

Hoe het moet met de verhouding vader en kind, wie dan ook mag het weten, maar ik niet. Er is spanning tussen. Een va­der, die het niet langer uit kan houden, het huis uitgaat en in de diepe duisternis roept om zijn kind, van wie hij niet weet waar hij zit, historisch, niet ver van onze woonplaats, en de hoge toon tussen vader en zoon die niet alleen het generatieverschil benadrukt, maar de totaal andere wereld waarin beiden leven. De één nog met de oude zedelijke en geestelijke moraliteit gegrond op de Heilige Schrift, al dan niet verbonden met de vreze des Heren. De ander losge­slagen, met de vrije moraal, vrije seks, vrije opvattingen, vrije dit en vrije dat. Hooglopende twisten in bijna ieder huis met opgroéiende kinderen, waar wij als Christenen, als wij alles hij de Here brengen en voor Zijn voeten leggen, eigenlijk niet veel van afweten. De enorme explosies op geestelijk terrein brengen alles, dus ook de verhouding vader en kind, in opschudding en zetten alles letterlijk en figuur­lijk op zijn kop.

In de geest en de kracht van Elia

Vóórdat Jezus kwam in het vlees als een kindje trad Johannes de Doper op in de geest en de kracht van Elia. Hij wierp de banbliksem op alle eigengereide, oppervlakkige, niet tot de kern doordringende godsdienst. Hij predikte geen religie of dogmatiek maar de levende Here, met een levende ver­houding van het hart. En vóórdat Jezus komt in heerlijkheid zal wederom Elia komen, dat wil zeggen niet in de persoon, maar de geest en de kracht van Elia om de banbliksem te werpen op alle vrome godsdienst maar de levende Here te verkondigen, die is en die was en die komt.

Tussen haakjes, we denken bij deze Elia dus niet aan één bepaald mens. Er zijn er nogal wat in Nederland die zichzelf nogal exclusief vinden en opdrachten hebben om over de gehe­le wereld het evangelie te verkondigen, zomaar in hun een­tje. Maar dit is een truc van de duivel. Niemand kan ooit de gehele wereld beslaan en niemand zal bereiken dat de gehele wereld zijn stem zal horen alleen, maar tezamen met alle heiligen, met allen die optreden in de geest en de kracht van Elia zal dit evangelie van het Koninkrijk verkondigd worden over de gehele aarde. Halleluja.

One way day

We waren in de gelegenheid de avondbijeenkomst te bezoe­ken van de one way day in de Utrechtse Jaarbeurs, Julianahal op 13 oktober. Daar waren 10.000 bezoekers tegen de verwach­ting van 6000. Velen zeggen, een oppervlakkige bijeenkomst met veel handgeklap en mooidoenerij. Het zal er zeker geweest zijn. Maar ook: Het was niet alleen oppervlakkig, het ging óók de diepte in, zoals Ben Hoekendijk het voortreffelijk uitdrukte. De critici vergeten dat er nu eenmaal óók een op­pervlakte moet zijn én een diepte. Men kan niet afsteken naar de diepte of men zal het moeten doen via de oppervlak­te. Het vorig jaar waren wij helaas verhinderd, maar dit jaar zagen we iets van die geest en die kracht van Elia, ver­zoening tussen vaders en kinderen. Er werd getuigd over verlossing door Jezus’ bloed van gruwelijke zonden, maar ‘Jezus verloste radicaal. Maar ook werd getuigd van de ene weg om staande te blijven en niet in alle kwaad te komen. De macht om te blijven staan.

Hóe worden vaders en kinderen verzoend? Door Jezus én Zijn kracht. De vaders horen weer over de oude moraal, maar ge­kleed in een sterk persoonlijke verhouding tot Jezus Chris­tus door de doop in de Heilige Geest. En de kinderen horen het óók en zij staan met de handen in dé hoogte en velen in ware aanbidding te zingen van Jezus. De geloofsbelijdenis; van die dag werd vele malen gezongen:

Niemand anders dan Jezus,

niemand anders dan Hij

kan mij verlossen van zonden vrij.

In al mijn zorgen, is Hij nabij mij

Niemand anders dan Jezus,

niemand anders dan Hij.

En dan zeggen wij: Prijs de Here, op deze wijze worden de harten der vaderen gekeerd tot de harten der kinderen en de harten der kinderen tot de vaderen en mijn hart vloeide – over van lof en dank. Ik had de tekst (Luc. 01:17)? reeds ontvangen’ van de-Here om over te schrijven in “Lévend- Geloof’, maar ik had niet kunnen denken dat. Hij Mij zulk een rijke zegen zou schenken om er over te schrijven in lof, dank en aanbidding. One way, slechts een weg, Jezus Christus.

Opwekking onder de jeugd

En het werd ons duidelijk door de Geest Gods: Nederland beleeft wéér sinds 1972 (de-eerste one way day) een opwek­king, voornamelijk onder de jeugd. God geeft Nederland wéér een kans. …

Sinds Osborn is de opwekking gaande, maar zoals te ver­wachten, heeft de duivel een krachtig tegenoffensief geopend en de opwekking verzandde in afscheiding, separatisme en ex­clusiviteit. Niet het opkomen van vele groeperingen met di­verse opdrachten des Heren die vervuld moesten worden was een teruggang, integendeel, maar het niet van God komende besef dat men het alleen was en het alleen moest doen was de dood in de pot.

God werkt verscheiden, dat zullen we moeten leren, maar Hij doet dat niet gescheiden. Hij laat niemand uitschakelen die door Hem is ingeschakeld, maar zelfs, o goddelijke iro­nie, geeft Hij meerdere eer aan hetgeen misdeeld is in het lichaam.

De boodschap voor deze tijd

We wisten door de Geest Gods; dit is weer een kans. Wat zal het worden? Goed, heel goed, mits we als Christenen ons lesje geleerd hebben en niet zo gewichtig en exclusief doen, mits wij vooral elkander lief blijven hebben zoals Jezus ons heeft liefgehad. Want dit is de boodschap van deze tijd; love as I loved you (heb lief zoals Ik U heb liefgehad). Want hieraan onderkennen wij dat wij uit de dood overgegaan zijn in het leven, als wij de broeders liefhebben.(Johannes)

Alles is in een crisissituatie. Intellectueel, politiek, milieu on noem maar op, de sterren vallen van de hemel naar het Woord des Heren, maar de geest en de kracht van Elia zullen terugkeren, zijn teruggekeerd om zonder omwegen te verkondigen: Zo gaat het niet langer, maar het moet zo. One way. Een weg.

13 oktober moge ons geleerd hebben, niet one way maar one way days. Alle dagen levend in de liefde van God door Jezus Christus en liefde tot de broeders. Alles wat uit God geboren is, overwint de wereld, want dit is de overwinning die de wereld overwint, namelijk ons geloof. Het levende ge­loof, dat door de liefde werkt. Want als we de liefde van Jezus niet hebben dan is alles een luidende schel geworden. En zal ook deze opwekking weer verzanden in liefdeloosheid en scheidingsdrang. De kerken hebben ons dit wel geleerd, maar laten wij tezamen én de kerken leren dat niemand scheide wat God samengevoegd heeft.

“Slaat uw ogen op en beschouwt de velden, dat zij wit zijn om te oogsten” (Joh. 04:35)…….”De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig. Bidt daarom de Heer van de oogst, dat Hij arbeiders uitzende in zijn oogst”(Matt. 09:57-58).

 

Kermis of kerstfeest gedicht door Judith Jacobs

“Hij kwam tót het zijne en de zijnen hebben Hem niet aangenomen”(Joh. 01:11).

De laatste maand is aangebroken,

De “donk’re dagen”, vangen aan;

De lampen worden aangestoken

Want ’t licht is van ons weggegaan.

 

Straks zullen kerstklokken weer luiden,

Zij kondigen een boodschap aan;

Maar in deez’ wereld – vol geluiden

Wordt Uwe stem niet meer verstaan.

 

Wij zijn zozeer van ’t aards gebeuren,

Zo weinig van Uw feest vervuld;

Uw komst vindt slechts gesloten deuren,

Er ’s geen begrip voor Uw geduld.

 

God, help ons in dit korte leven,

Dwars door de “kermis” van ’t bestaan,

De kerstmis-viering te beleven:

Uw hemels’ liefde te verstaan.

 

 

One way day impressies door Gert Jan Doornink

13 Oktober 1973 zal voor vele duizenden jonge mensen als een onvergetelijke dag de geschiedenis ingaan. Het was een gloriedag voor het Koninkrijk Gods, deze, door evangelist Ben Hoekendijk georganiseerde “One Way Day”, waarvan wij enkele impressies willen weergeven.

We doen het in de + en – vorm, dat wil zeggen, zoals er bij een autotest positieve en negatieve eigenschappen wor­den genoemd, zo’ willen wij van deze dag positieve en nega­tieve dingen noemen. Wij willen hieraan direct toe­

voegen dat de enkele negatieve dingen die wij vermelden, niet bedoeld zijn als afbrekende kritiek, maar misschien als suggesties kunnen dienen om er op de derde “One Way Day” – die reeds gepland is in oktober 1974 rekening mee te houden.

Eerst dan een greep uit de vele “pluspunten”.

1.De bijzonder tactvolle en van Goddelijke wijsheid getuigende leiding van Ben en Wies Hoekendijk.

2.Het organisatietalent van Peter Vlug, die bergen werk achter de schermen verzette. (Geassisteerd uiteraard door medewerkers/sters van het Opwekkingsteam en bijna 500 broe­ders en zusters).

3.De ƒ 30.000- onkosten die vlot uit de 5 collecten (in iedere meeting één) bijeenkwam, zonder onnodig gebedel.

4.Het podium met op de achtergrond het alles domine­rende, fraai gekalligrafeerde woord: Jezus! Hij was de cen­trale figuur op deze dag.

5.Het fraai uitgevoerde programmaboekje met volledige informatie.

6.De “Oswald Smithstraat” met de vele stands, waarbij de een bleek er veel meer werk van gemaakt te hebben dan de andere. Een schat van informatie.

(Misschien een tip voor 5 en 6: De stands te nummeren en in een volgend programmaboekje een opgave te doen van de ver­schillende stands).

7.De gemiddeld 8000 bezoekers, waarbij opviel dat: 80 a 90 % uit jongeren beneden de 25 jaar be­stond!

Het overgrote deel bleef tot het einde der sa­menkomsten, ondanks het feit dat velen nog een grote reis voor de boeg hadden. (De aankomst van de bus in Zwaagwesteinde (Fr.), bijvoor­beeld, was 2 uur ’s nachts).

8.De goed geplande aanvangstijden en pauzes.

9.De vurig gebrachte prediking van de broeders Frinsel, Goedhart en Ben Hoekendijk, die de grote slottoespraak hield. Er werd geen water in de wijn gedaan, maar een radicale, po­sitieve volle evangelie boodschap gebracht, zonder fanatis­me. Ook Nico van Biljouw in de ochtenddienst was geweldig.

10.Het optreden van de “Burning Candles”, “The Lighters”, “The Pelgrims”. De “Children of the day”, uit U.S.A. in de avondmeeting was duidelijk favoriet bij de jeugd. Maar wij willen ook beslist niet het optreden van “The Lightbearers” en “The Messengere” in de Oswald Smithstraat vergeten!

11.De 450 die voorbede vroegen en deskundig werden op­gevangen .

Zo zouden wij door kunnen gaan, maar alvorens een”slot­commentaar” te geven eerst nog enkele “minpunten”.

1.Door de te uitgebreide vraaggesprekken met Bob Meyer, Pater Koopmans en Majoor Bosschardt kwamen de sprekers en de getuigenissen in de middagsamenkomst in de verdrukking, althans zo kwam het bij mij over. Een vurig gebrachte pre­diking kan ook tè kort zijn.’ Misschien is één – maar dan iets langer gebrachte – boodschap in de middagdienst voldoende.

2.Te weinig getuigenissen. Er zijn, ook in het afgelopen jaar, talrijke jongeren bevrijd uit de méést, demonische bin­dingen. Waarom hoorden wij in feite alleen die jonge broe­der uit Stuttgart?

3.De aangekondigde afsluiting van de aktie: “Occultis­me neen/Jezus ja”, kwam te weinig tot zijn recht. Alleen broeder Frinsel betrok dit terrein er in zijn boodschap even bij.

Nu een korte slotbeschouwing over deze “One Way Day”. On­getwijfeld gaat men deze “vreugdedag-nieuwe-stijl” vergelij­ken met de “volle evangelie vreugdedagen” uit’ de jaren ’60. De eerste jaren trokken deze dagen duizenden mensen, maar zij liepen, door de verdeeldheid in de Pinksterbeweging, geleidelijk in bezoekersaantal achteruit en verdwenen uitein­delijk geheel.

Bij de opwekking uit de jaren ’50 en ’60 was vooral ook de oudere generatie betrokken, thans zijn het vooral de jon­geren die worden gegrepen door het Evangelie van Jezus Christus (Jezusbeweging!), maar ook de ouderen zijn zeer ze­ker niet uitgeschakeld. Althans dat deel dat werkelijk op­recht de Heer blijft volgen. Velen zijn helaas teruggevallen.

Een grote samenkomst als de “One Way Day” heeft bewezen dat de tijd van massameetings nog niet voorbij is. Ook Billy Graham, Osborn, cs. trekken nog steeds duizenden. Naast de vele, kleinere, minder in het oog vallende, samenkomsten hebben massasamenkomsten hun eigen belangrijke taak en func­tie , zoals:

-Er komen onbekeerde jongeren op af, die niet op een gewone samenkomst komen.

-De publiciteitsmedia schenken er aandacht aan.

-Het versterkt je geloof en blijdschap met zo­vele kinderen Gods samen te zijn.

-Het geeft nieuwe contacten.

-Het is een bewijs dat de Gemeente van Jezus Christus nog springlevend is.

Vele jongeren (en ouderen!) op zoek naar geluk, komen tot de ontdekking dat welvaart, vrije tijd, drugs, sport, tv, enz. slechts surrogaat—genotsmiddelen zijn van voorbijgaande aard en dat het enige “alternatief” wat werkelijk gelukkig maakt, het geloof in en het dienen van Jezus is!

Eenmaal aangeraakt door en vervuld met de Heilige Geest zal de ware gelovige in deze eindtijd daarom ook in vuur en vlam staan voor Jezus. Want er is slechts one way – één weg ……Jezus!

 

Licht of duisternis door H. J. Glasbergen

Zie, hier is de Christus

“Want er zullen valse Christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zodat zij, ware het mogelijk, ook de uitverkorenen zouden verleiden”(Matt. 24:22-28). Geloof hen niet en loop hen niet na, deze engelen der duisternis. Uit het oosten komen dit jaar vele góden en oppermeesters, “wezens” die West-Europa bin­nenkomen, om zich te laten zien en bewonderen. Zij vertel­len en leren hoe hoog zij al gestegen zijn op een geestelij­ke ladder die niet naar het Koninkrijk Gods zal leiden.

Babygezichten met een zoete glimlach kijken je aan, vol van verleiding. De Dalai Lama, hoofd van het boeddhisme van de Tibetanen, – ontvangen door de paus! – laat zich koning- god noemen. Met een enorme grijns over zijn gezicht probeert hij zijn levensfilosofie aan de man en vrouw te brengen, meest aan jonge mensen, zoals in Amsterdam. Meer er waren nogal wat’ moeilijkheden door de taalbarrière én zijn arme gave van het woord. Hij spreekt slecht Engels en verder al­leen zijn taal, maar hij is nog jong. Hij is dan ook maar de veertiende reïncarnatie van Boeddha, dus wat wil je.

Maar dan God te kennen door onze Heer Jezus Christus! Om Hem te ontmoeten behoef je geen pelgrimsreizen te maken naar heilig verklaarde plaatsen. (Heilig verklaard, door mensen uiteraard). Jezus kan men alleen aanbidden in Geest en waar­heid. (Joh. 04:21-24). Want de Vader zoekt zulke aanbidders, in deze heeft Hij welgevallen.

Het boeddhisme zegt niet de enige waarheid te bezitten en is in zijn levensleer zeer tolerant. Ook weer een zeer groot verschil met onze God, die de enige absolute Waarheid is, en niet tolerant tegen elke afgoderij in-welke vorm dan ook.

Aflaten gemakkelijk verkrijgbaar

1975 is het kerkelijk jaar voor de Rooms Katholieke ge­lovigen om een volle aflaat te krijgen, dat wil zeggen zondenvergeving, op een erg simpele voorwaarde. De gelovige moet in een vastgestelde periode naar een kathedrale of an­dere aangewezen kerk gaan, om daar een gezamenlijke gods­dienstplechtigheid bij te wonen, een vrome dienst te hou­den, gezamenlijk het ‘onze Vader’ te bidden, de geloofsbelij­denis, en dan met de aanroeping van Maria te besluiten. Nu eenvoudiger kan het toch niet, het is voor jong en oud.

Wat is dit alles in volkomen tegenspraak met Gods Woord en de woorden van Jezus Christus die zegt: “Niemand komt tot de Vader dan door Mij”. Hij is het Hoofd der Kerk, de Gemeente.

Voor de zieken is er een andere regeling, maar geen gene­zing. Zij moeten hun gebeden en lijden opofferen om een vol­le aflaat te krijgen. Maar niet de dode Bijbel (het Woord van God) maar de levende paus bepaalt het geloof, zegt kardinaal Seper. De gelovigen kunnen de volle aflaat verdienen vanaf de eerste advent 1975 totdat het heilige jaar begint. Aldus goedgekeurd en ondertekend door de paus en kardinaal Poupiné. En toch heb je hier geloof voor nodig., de moeder­kerk zegt het, en die regelt alles, van de wieg tot het graf.

Wat zegt de Bijbel van deze het eeuwig leven betreffende dingen? Het belangrijkste is dat wij het niet kunnen ver­dienen, maar dat het offer van Jezus Christus de mens kan redden als hij deel aan Hém heeft, en door de Heilige Geest hebben wij gemeenschap met de Vader en de Zoon Jezus Chris­tus. (1 Joh. 01:04). Zijn bloed reinigt ons van alle zonde. (Een volle aflaat). Hij is onze Hogepriester. (Heb. 09:11-22). Hij is het volmaakte Offer. (Heb. 10:10). (Heb. 10:19-31) moet voor ons allen die Hem zoeken, een ernstige waarschu­wing zijn. Wij kunnen niet straffeloos Gods wetten terzijde stellen.

De Rooms Katholieke kerk kan geen mensen gebruiken die zelfstandig gaan denken of een eigen mening hebben. Geen en­kele persoonlijke visie of zelfstandig geloof is bij de traditiegelovige te vinden. Er wordt voor hun gedacht en geloofd, de waarheid ‘hun waarheid’ wordt van bovenaf geleerd en zelfs de geestelijken lopen aan deze leiband. Onze er­varingen zijn altijd dezelfde in gesprekken met Rooms Katho­lieke geestelijken: geen enkele kennis van Gods Woord en een zich beroepen op de sacramenten der kerk, als het gena­demiddel , een pure uitvinding van mensen en niet vanuit Gods Woord. “De behoudenis is in niemand anders dan in Je­zus Christus en is een persoonlijke zaak en geen massa-artikel.

Een nieuw geluid

Tienduizenden Rooms Katholieken in Amerika komen samen in Bijbelstudie- en gebedsgroepen in de huiskamers en getui­gen dat zij een nieuw persoonlijk geloof hebben ontvangen door Gods Woord te onderzoeken en eigen te ken. Zij wor­den gedoopt in de Heilige Geest en spreken in nieuwe tongen, zonder het gezag van de kerk aan te tasten.

Deze pinksterchristenen zijn voor vele Rooms Katholieke geestelijke leiders, die hier zelf ook deel aan hebben, een nieuwe levende weg, daar zij zien dat het de mens verandert.

Deze vernieuwingssamenkomsten breiden zich uit met een snelheid die nooit van mensen kan zijn, het is als in de eerste dagen met Pinksteren: en God voegde dagelijks toe. Aanbidding met opgeheven handen, zingen met handgeklap, vol­komen Bijbels, maar ook volkomen nieuw.

De mensen zijn hongerig omdat velen niet meer geboeid werden door een dode formule die hun geen enkele geloofser­varing gaf. Nu weten zij dat dit’ het is, waarvan Petrus sprak met Pinksteren. (Hand. 02:15-16).

Hongeren en dorsten naar gerechtigheid

Deze zullen verzadigd worden, zij zullen geen stenen meer voor brood krijgen. God ziet het hart aan en weet van het verlangen van ieder mens. In de geestelijke wereld krijgt een ieder naar zijn begeerte, ten goede of ten kwade.

Natuurlijk ligt niet alles in volgorde bij deze tiendui­zenden oprechte Rooms Katholieke gelovigen, maar dat was ook niet met de eerste 120 en duizenden anderen te Jeruza­lem. Ook waren de Samaritanen, die zich bekeerden en de Hei­lige Geest ontvingen, nog niet geestelijk volwassen, een vrucht moet namelijk groeien. Daarvan kunnen vele pinkster- mensen getuigen die al jarenlang op weg zijn.

Wel komen deze Rooms Katholieken tot de ontdekking dat wat hun geleerd is door de kerk, volkomen in strijd is met Gods Woord. Voor velen zal dit een enorm probleem zijn, maar God zal ook daarin voorzien. Dit is het werk van de Hei­lige Geest en daar is geen tekort of verwarring. Het zal ook hen leren dat er maar een ware Gemeente is, geboren uit de Heilige Geest, uit God geboren. Geen “drie formulieren”, leer van Rome of “twaalf geloofsartikelen”, maar de Geest van God getuigt van de Waarheid en dat wij kinderen Gods zijn (Rom. 08:01-17). Dit is de Goddelijke drie-eenheid, Die geen aanvulling van mensen behoeft. Zij die daarin geloven, zijn arme, domme, beklagenswaardige mensen.

Waar Jezus komt inwonen met Zijn herstellende Geest, wordt alles gezond, maar hoeveel mensen onderwerpen zich aan Gods Geest? Vele, zich noemende gelovige Christenen, zijn bang voor de waarheid, Gods Woord, die hun laat zien wie zij zijn in hun vlees. Eens zullen zij toch alles moeten losla­ten, met de hakken over de sloot, zegt de natuurlijke mens, of wij hebben tevergeefs geleefd, wij hebben God, onze Va­der, niet verheerlijkt in ons leven, door Jezus Christus.

Vrede met God

Vrede is de roep van de mens, en zij gaan niet naar de Vredevorst, die de mens verzoent met God de Vader, om zo de eeuwige vrede te ontvangen die werkelijk waarde heeft. (Joh. 14:17; Rom. 05:01-06).

Verblijdt u te allen tijde, bidt zonder ophouden in Geest en waarheid, in Jezus’ Naam. Er is ons geen andere Naam gegeven, geen Maria of overleden heilige, geen Boed­dha, Mohammed, etc. Allen zijn dood, maar Jezus Christus leeft en is aan de troon van de Vader.

Ook wij zijn uit de duisternis tot Zijn licht gekomen en het is voor ieder die komen wil. Daarom verblijden wij ons om de Rooms Katholieke gelovigen die gaan zien wat de Waarheid is. Over heel de wereld leeft het en zal het niet ophouden bij landsgrenzen. Het is de wil van God dat allen tot de kennis der waarheid komen. Het Woord van God is niet dood, maar levend en krachtig en het zal niet ledig terug­keren, maar doen wat God wil.

Mensen hebben schermen opgetrokken tussen God en de mens, door theologie en leringen van blinde leidslieden.

God blaast met Zijn Geest alle mist en stof weg van Zijn Woord en uit het menselijk denken. Hij gaat Zijn schepping – de mens – terugeisen wat geroofd is uit Zijn hand. Het Woord zal ons leren dat, wie op Hem zijn geloof bouwt nooit beschaamd uit zal komen, maar wie op een mens vertrouwt, on­der Gods toorn komt (Jer. 17:01-05). De Heilige Geest is on­feilbaar on zal de mens tot een overwinnend leven leiden. Geen slaaf meer van de zonde, want zonder heiliging zal niemand de Heer zien.

De tijd is voorbij van traditiegeloof, de mens zal in deze eindtijd moeten kiezen: vóór of tegen Hem. Hij staat aan de deur en Hij klopt om in uw leven te komen, om te herstellen wat kapot is in uw lichaam, huwelijk, gezin, fa­milie, etc. Het Lam Gods dat alle zonde wegneemt en stort in een zee van vergetelheid, Hij maakt alle dingen nieuw. Wacht niet tot morgen, Hij wacht al zo lang, ook op u.

Het is de tijd van Gods kinderen om te getuigen van Hem, Jezus, die gekomen is om alle vroomheid en schijn heilig­heid aan de kaak te stellen van hen die aan godsdienst doen. Het oordeel begint bij het huis Gods, wat zal het einde zijn van hen die ongehoorzaam blijven aan het evange­lie ‘Gods? (1 Petr. 04:17) De wereld wordt verscheurd door haat door mensen die dienstknechten zijn van de bron van alle leugen, haat, ongerechtigheid en duisternis; hij’ die gekomen is om te roven en te stelen. De protestborden blij­ven nu met de dienstknechten thuis, nu duizenden mensen elkander vermoorden in een (heilige) oorlog in het oosten. Was het bewogenheid of haat die de mensen’ deed protesteren tegen de oorlog in Vietnam? Zij begrijpen nog niet hoe een onzichtbare machthebber de wereld regeert en de mensen tot slaven degradeert. In de hele maatschappelijke samenleving is dit te zien, van hoog tot laag, opgejaagd, ziek, egoïs­tisch, verslaafd, de een de ander zijn wil opleggend, ja­gend naar geld en bezit, zich uitlevend in allerlei onrein­heid en een tegennatuurlijk, door de wereld erkend, leven.

Er komt een derde wereld, (een nieuwe hemel en een nieuwe aarde), maar dan van de Bron van alle gerechtigheid, van Jezus Christus, die met recht kan zeggen: Ik maak alle din­gen nieuw.

Hij, Jezus Christus, de blinkende Morgenster, de Koning en Heerser van de schepping, het Koninkrijk Gods.

Levend Geloof – 1973.10 nr. 147

Levend Geloof 1973.10 nr. 147

Geen andere naam

“De behoudenis is in niemand anders, want er is ook on­der de hemel geen andere naam de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden”(Hand. 04:12).

Deze woorden van de apostel Petrus zijn vandaag nog even actueel als in de tijd waarin ze werden uitgesproken. Pe­trus wist waarover hij sprak: hij had die ene naam als een geweldige realiteit in zijn leven ervaren. Hij was een vol­geling van Jezus geworden en toen Jezus niet meer lichame­lijk aanwezig was, werd hij op de Pinksterdag vervuld met de Heilige Geest. Daardoor had hij een dagelijkse ervaring van Jezus, de Zoon van de levende God.

Door die Naam had hij de zekerheid dat hij behouden was en hij wenste iedereen diezelfde zekerheid toe.

Bent u behouden en weet u wat het behouden zijn inhoudt? Het houdt veel meer in dan alleen “in de hemel komen”. Het betekent reeds nu een totaal nieuw leven, een radicale ver­andering, een volkomen verlossing,

Paulus zegt het zo duidelijk in (2 Kor. 05:17): “Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping: het oude is voor­bijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen”.

Wat andere Godsdiensten ook beweren, wat een verwaterd naam-Christendom ook mag zeggen, er is geen andere Naam, om dit nieuwe leven te beleven, dan de Naam van Jezus!

Alleen door Hem ontvangt u vrede met God, wordt u behou­den, worden uw zonden vergeven, wordt u genezen van uw ziekte en bevrijd uit satans macht.

Alleen Hij is een volkomen Verlosser naar geest.,’ ziel en lichaam.

Aanvaard Hem en ervaar de geweldige realiteit van de levende Jezus!

 

Woord en Geest

Wij waren erg blij dat wij binnen het tijdsbestek van enke­le dagen in twee totaal verschillende volle evangelie bla­den een artikel lazen over de onlosmakelijke verbondenheid van Gods Woord en de Heilige Geest in het leven van een kind van God.

Het is een aambeeld waarop wij ook in onze artikelen reeds jaren hebben gehamerd. Woord en Geest zijn niet te scheiden. Laten wij één van beiden los, dan raken wij onher­roepelijk op een dwaalweg.

Woord en Geest kunnen wij het beste vergelijken met een roeiboot. Als wij op de ene roeispaan “Woord” zetten en op de andere “Geest”, en we gaan, roeien, zullen we beide spa­nen moeten gebruiken, anders gaat het “scheef”.

In geestelijk opzicht geldt hetzelfde. Wie alleen Gods Woord hanteert, zonder leiding van de Heilige Geest, wordt een fanatieke letterknecht. En Gods Woord zegt dat de let­ter doodt, maar de Geest levend maakt.’ Talrijke niet gelovigen, dwaalleringen, sekten, occulte stromingen, hanteren Gods Woord en brengen velen in verwarring, zelfs van de echte gelovigen. De ware gelovige, die onder de zaling van de Heilige Geest staat, zal door de gave van het onder­scheiden der geesten kunnen onderkennen of hij te doen heeft met “vrome geesten”, “leergeesten”, occulte geesten” etc. Daarom behoort een kind van God vervuld te zijn met de Heilige Geest.

Ook hier geldt echter dat eenzijdigheid gevaarlijk is. Wat is er al niet geestelijk geruïneerd doordat iemand meende te handelen onder “de leiding van de Heilige Geest’.’ De Heilige Geest wil leiding geven aan ons leven, maar la­ten wij alle openbaringen, profetieën, enz. eerst toetsen aan het Woord van God. Iets wat tegen de Geest Van de Bij­bel ingaat, behoort onherroepelijk terzijde te worden ge­steld. Dat behoedt ons voor fanatisme en dwaling. Het gaat om Gods Woord èn de Heilige Geest. Beiden zijn noodzakelijk voor een goed functioneren als gelovige in Gods plan.

 

Het mosterdzaadje door Judith Jacobs

Gij sprak over het mosterdzaad,

’t Had geen gestalte noch gewaad;

Dank zij een klein doch sterk geloof,

‘Verwon het elke diepe kloof.

 

’t Had zelf geen kracht om te bestaan,

Maar Gij ziet slechts in Jezus aan;

Wie tot U komt schenkt Ge om niet,

Geloof is: wat genade biedt.

 

Gij weet wat elke ziel behoeft,

Uw liefd’ is het die haar beproeft;

Uw hand voorziet in elke nood –

Nog rijkelijk van vis en brood.

 

Heer, maak mij als een mosterdzaad,

Dat elk verstand te boven gaat;

Vervul mij met Uw kracht en gloed

’t Geloof dat bergen wijken doet.

 

(toevoeging web-master: de tekst van een liedje wat in Hoogeveen in  gemeente de Bazuin wordt gezongen: gedicht van Jan Fluit)

Ik ben een nietig mosterdzaadje.

Ik ben bijzonder klein.

Als men mij zou bekijken

dan zou ’t wel duidelijk zijn.

Dan zullen ze wel zeggen,

nou die stelt niet veel voor.

Wat klein en onbeduidend,

die zal niets bereiken hoor!

 

Dus kun je wel begrijpen,

ik wil niet in de grond.

Als men mij wilde zaaien

dan is er niemand die mij vond.

Men zou mij vast vertrappen,

vernielen of zoiets,

‘k blijf liever op mijzelf hoor.

Al ben ik dan ook niets.

 

Ik ben een mosterzaadje,

dat vind ik heel erg fijn.

‘k Zit vol van mogelijkheden,

dus zal ik heel wat zijn.

Ik krijg takken en ook bladeren

en wortels in de grond,

‘k zit vol van levenskracht

dus ik wou dat men mij vond.

 

Ik wil gezaaid gaan worden,

zodat zichtbaar wordt.

Wat in mij was verborgen,

een boom die niet verdort.

Waar vogels in gaan nest’len

in de mooie groene kruin.

De grootste der gewassen,

een sieraad in Gods tuin.

 

Het fundament, bijbelstudie over de zeven fundamentstenen door A Brasz (3)

Geloof in God – Hebreeën 6. (De 2e fundaments steen)

Als God ons in Zijn Woord voorhoudt, dat “geloof in God” de tweede vereiste is die na de “bekering van dode werken” ons gehele wezen moet doordringen, dan is dit een zeer be­langrijke fundamentele waarheid. Dat klopt precies, aange­zien Gods Woord de Waarheid is, en er geen waarheid is bui­ten God en Zijn Woord, en ten andere omdat “geloof in God” een kwestie is van to-be-or-not-to-be, een zaak waarmee je staat of valt.

Eerst moeten wij ons even herinneren dat hier gesproken wordt in de nieuwe bedeling, onder het nieuwe verbond in het bloed, waarbij dat kostbare bloed van de Heer Jezus ge­vloeid heeft voor “allen” die Hem (Jezus de Christus) aangenomen hebben.

Dat bloed wies bij hen alle ongerechtigheid weg, (zonde, schuld, slavernij, ziekte, onreinheid) opdat zij rein en recht voor de Vader zouden kunnen staan in Christus Jezus.

Hij wil dat de vrijgekochte zal verder gaan op de nu in­geslagen weg, dat deze zal groeien, en geestelijk volwassen worden. Volgelingen die niet altijd aan de melk behoeven te blijven, maar die door innerlijke groei geschikt zullen wor­den om de vaste spijze te nuttigen.

Hij wijst ons daarom de weg van opbouw, voor ons geeste­lijke leven. Zoals het rekenen, het lezen en schrijven, voor het hedendaagse, een noodzaak is waar niemand meer buiten kan, zo is ‘voor een kind van God noodzakelijk dat er een fundamentele basis is, zonder welke het onmogelijk is, geestelijk verder te leven.

De tweede steen; Geloof in God

Wij hebben reeds, ervaren dat bij de bekering, wij gereinigd en geheiligd worden door het bloed van Jezus. Doch Jezus verlangt méér van Zijn Gemeente (bruid) als reinheid.

Een mens,… geschapen, naar Gods beeld en gelijkenis, verwacht van zijn aardse bruid ook nog heel wat meer als al­léén maar reinheid.

De Hemelse Bruidegom (Jezus) verwacht ook veel meer van de Zijne, de Gemeente.

Hij verwacht alles van u en mij……en een waarachtige, liefhebbende bruid heeft haar bruidegom zo innig lief, dat zij in alle dingen, de wensen van zijn ogen af leest, en zich haast om het Hem naar de zin te maken. Hem welgevallig te wezen is het doel van haar zijn. Want ze verlangt zo intens naar Hem, zoals Hij verlangt naar haar.

Zo leven beiden, Bruidegom en Bruid, vol blij verlangen naar die dag toe, de dag van het grote feest,… de één­wording… de Bruiloft des Lams.

De bruid moet dit alles geloven, zij moet geloven dat de Bruidegom het hoogste met haar voor heeft, de echte bruid kent geen reserves meer ten opzichte van haar Bruide­gom. Hij, Jezus Christus, is de ideale, de volmaakte Brui­degom.

Daarom wordt van de bruidsgemeente onvoorwaardelijk ge­loof geëist, geloof door liefde werkende. Dit geloof in God is dus niet zomaar een geloof, zoals er zo vele zijn.

De ‘bewoners van Jericho geloofden in de God van Israël, want zij wisten dat Hij hen door de Schelfzee had geleid, …en schrik was op hen gevallen. (Joz. 02:09). Dat geloof was hén niet tot nut.

De Mohammedanen geloven in God en zeggen; Mohammed is zijn profeet, en Jezus was ergens een klein profeetje, een goed mens. (Zonder Jezus, Gods Zoon, kan niemand behouden worden.) Ook dit geloof is niet het ware, alle dezen zijn verloren.

De joden geloven in God en verwerpen gelijktijdig Zijn eniggeboren Zoon. (Jezus zegt; “Niemand komt tot de Vader dan door Mij”). Ook dit geloof is dus vergeefs en zonder nut.

De farizeeërs en Schriftgeleerden geloofden in God en zij veroordeelden Zijn Zoon Jezus tot het kruis. Jezus noemde hen witgekalkte graven, van ‘binnen vol dorre doodsbeende­ren, van binnen vol van de dood. Hun geloof stelt hen lijnrecht tegenover God de Vader.

De boze geesten geloven ook in God en zij sidderen, ver­telt (Jak. 02:19). Met dat geloof in God worden zij voor eeuwig verdoemd.

Er is maar één wijze waarop wij moeten geloven in God, dat is zoals de Schrift zegt en zoals Hebreeën 6 ons als fundamentsstuk voorhoudt.

En dat is Hem aanvaarden, alsmede alle woord hetgeen uit Zijn mond is uitgegaan. Als Hij zegt dat wij geen baby’s met melkvoeding mogen blijven, maar moeten opwassen tot zonen, die de vaste spijze ‘kunnen nuttigen, dan moeten wij geloven in God en alle woord wat Hij heeft gesproken. Hiernaar moe­ten wij ons leven richten, alsook onze daden. Geloof uit liefde werkende.

Wat voor geloof in God houdt u er op na?… Onderzoek uzelf, en vraag het u eens af, is dat wat ik heb, het fundamentele geloof, wat God eist??

Is het dat geloof waarvan (Mark. 01:15) spreekt.” “De tijd is vervuld, bekeert u en gelooft, het evangelie” en: “Weest niet bevreesd, geloof alleen”.

Die blijde boodschap, van de behoudenis door Jezus, die van zondaren en verschoppelingen, kinderen Gods maakt, hen verder opvoeden wil tot zonen Gods, ja zelfs tot erfgenamen van de ganse volheid Gods.

Jezus, de Heer, Hij schaamde zich niet hen broeders te noemen, en Gods Woord noemt Hem de eerste onder vele broe­deren.

Wilt u zich ook niet door valse schaamte en valse be­scheidenheid laten verleiden, alsof dit een te grootse toe­komst zou zijn.

God de Vader gaf Zijn Zoon voor u óver. Als u dat gewel­dige geschenk durft accepteren, accepteer dan ook de aan- vulling van God op dat geschenk, namelijk dat u een zoon en een erfgenaam mag zijn van de ganse volheid Gods. Doende de werken die u Jezus zag doen. Maar vergeet niet dat niet u, maar Jezus in u, dan werkzaam is. U als zoon en erfgenaam moet minder worden en Jezus in u moet meer worden.

Hij de Zoon onder de zonen. Hij de eerste onder vele broederen. Hij werd de mensen in alle dingen gelijk, uitge­nomen de zonde. U mag in alle dingen op Hem gelijken, in woord en in daad. “De dingen die Ik doe, zult gij ook doen, en grotere dan deze”.

Doordat Hij in u wil wonen en werken, bent u het niet die het doet, maar Jezus die in u woning gemaakt heeft. Daarom moet ook niet de mens eer ontvangen, maar God in u die het deed.

Jezus’ zegt: “Ik doe de dingen die Ik de Vader zie doen”. En op twaalfjarige leeftijd: “Moest Ik niet zijn in de dingen Mijns Vaders?”

Onze opdracht is: Doen de dingen die we Jezus zagen doen (Mark. 16:16), dat is één worden met de Bruidegom.

Titus noemt dit: “Het geloof der uitverkoren Gods”, en wat verder op spreekt hij, dat je eerst dan gezond bent in het geloof. Dit is het echte geloof van de uitverkorene, de bruid van het Lam. De uitverkorene die haar Heer wil beha­gen. Zonder geloof kan niemand God behagen.

Let wel……. De uitverkorene, de bruid(sgemeente) is niet dezelfde als de genodigde of de bruiloftsgast. Zeker de vriend van de Bruidegom verheugt zich met de Bruidegom, de gasten,           zij verheugen zich met de Bruidegom, maar…. …. zij zijn niet de uitverkorene.

De bruid neemt de belangrijkste plaats in bij de Bruide­gom, Hij geeft haar de belangrijkste plaats in Zijn Wezen. En zij: zij gelooft alles wat Hij zegt.

zij doet alles wat haar Heer, de Bruidegom, gelast.

zij doet het zonder morren en klagen, want het is im­mers haar Heer die het haar opdraagt.

zij doet het uit liefde, met een volledige overgave. En dat maakt haar tot de uitverkorene.

Wat moet de Bruidegom met een altijd tegenstrevende aan­staande? Kunnen die twee ooit één worden? Zij is Hem eenvou­dig niet waard.

Zo zien wij dat alleen dat het fundamentele geloof, ge­worteld en gegrond in het diepst van ons wezen, ons onver­wrikt vasthoudend aan alle woord Gods, ons plaatst in de rijen der “Uitverkorene”.

Toen de Israëlieten uit Egypteland trokken vierden zij het Pascha. Daarbij moesten zij het gehele Paaslam met kop, schenkels en ingewanden op het vuur braden en eten.

Dit paaslam was een symbool van Jezus, en hierin is een aanwijzing voor ons, dat ook wij, evenals de Israëliet des­tijds, niet kunnen volstaan, dat van het Paaslam tot ons te nemen wat ons wel lekker smaakt, naar het gehele Paaslam. Ook datgene wat ons op het eerste moment niet zo lekker of aangenaam lijkt. (Met kop, schenkels en ingewanden).

Dat is de smaad, de hoon en de vervolging.

Als wij dit alles niet achten om Jezus’ wil, dan brengt het als vrucht de heiliging.

En als wij lust hebben in Gods Woord, zullen wij met blijd­schap en vreugde alle Woord Gods tot ons nemen, ook dé woorden die Hij sprak met betrekking tot Zijn Gemeente.

Wij behoeven geen selectie toe te passen op de woorden van onze Heer.

Want Zijn Woord is volkomen, het is af, het is compleet, niet te verbeteren.

Want het Woord van onze God is tot in alle eeuwigheid, het Woord van onze Bruidegom. Hem danken wij. Hem loven wij. Hem prijzen wij. Hem beminnen wij. Daar Hem verlangen wij. Met Hem zullen wij zijn verenigd voor eeuwig en altoos. Amen!

 

Bijbelstudie over het geloof (2) door Gert Jan Doornink

Geloof is bewijs

“Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet” (Heb. 11:01).

Het tweede deel van deze “gouden tekst” over de beteke­nis van het geloof zegt dat het geloof het bewijs is van de dingen die men niet ziet”. Met andere woorden wordt hier hetzelfde gezegd als in het eerste deel. Het is alsof de schrijver extra de nadruk wil leggen, op het feit dat iede­reen ér toch maar goed van doordrongen zal zijn wat geloof betekent.

Geloof is een bewijs….. In het dagelijkse leven is een leven zonder “bewijzen” ondenkbaar. Als we een auto, een koelkast of een televisietoestel kopen, ontvangen we een “garantiebewijs”. De fabrikant staat er borg voor dat het­geen hij verkoopt, ook werkelijk goed is, of anders wordt het gerepareerd of ontvangt men er een nieuwe voor in de plaats. We zouden het zeer onlogisch en onverstandig vin­den iets zonder garantiebewijs te kopen, zeker als het om duurdere dingen gaat. We willen “zekerheid”. We mogen niet met een auto de weg op zonder rijbewijs. Eerst moeten we bewezen hebben dat we auto kunnen rijden. Diploma’s zijn be­wijzen dat we iets geleerd hebben.

Op het natuurlijke vlak is het ondenkbaar te leven zon­der geloof in de “zichtbare bewijzen”. Hoeveel te meer is  het noodzakelijk als Christenen geloof in de onzichtbare dingen openbaar te maken.

God geeft garantie

Geloof is een bewijs….. en wat zo heerlijk is: God zelf staat garant voor het in vervulling gaan, van alles wat we in overeenstemming met Zijn wil vragen. Én we leren Zijn wil kennen uit Zijn Woord.

Op het natuurlijke vlak gebeurt het soms dat een fabri­kant zijn garantie niet na kan komen, omdat hij failliet is gegaan. Dit is ondenkbaar op het geestelijke vlak. “God kan niet failliet gaan”. Al Gods beloften zijn in Jezus Christus ja en amen! Zijn Woord houdt stand tot in alle eeuwigheid!

Hij vraagt slechts geloof. Vertrouwen dat wat Hij gespro­ken en beloofd heeft waar is. Aanvaard daarom in het geloof alles wat Hij u geven wil!

Geloof is gave van God

Iemand zal opmerken: “Alles goed en wel. Ik heb Gods Woord, ik weet dat Zijn beloften waar zijn, en dat ik geloven moet, om ze in ontvangst te nemen of in vervulling te doen gaan. Maar… hoe kan ik geloven; hoe moet ik geloven?”

Het antwoord vinden we weer in de ‘Bijbel, het onfeilbare Woord van ‘God. Paulus schrijft n.l. aan de Gemeente te Rome over “de mate van geloof, dat God elkeen in het bijzonder heeft toebedeeld” (Rom. 12:03).

Niemand kan zeggen: “Ik kan niet geloven”. We kunnen ‘ niet God tot een leugenaar maken. Hij heeft ons “geloof” gegeven. Het is een geschenk! “Want door genade zijt gij be­houden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God” (Ef. 02:08).

Geloof moet groeien

Geloof is als een zaadje dat in de grond wordt gestopt, en dat uiteindelijk vrucht oplevert, dertig-, zestig- en honderdvoudig. Het moet “groeien”. Het moet van een zwak geloof – een geloof dat aangetast wordt door twijfel, vrees, ongeloof – een overwinnend geloof worden.

Want: “dit is de overwinning, die de wereld overwonnen heeft: ons geloof” (1 Joh. 05:04).

 

Macht over satan

Het is een heerlijke zekerheid voor elk kind van God te weten dat hij macht bezit over de satan. Jezus heeft ge­zegd: “Zie, Ik heb u macht gegeven om op slangen en schor­pioenen te treden en tegen de gehele legermacht van de vijand; en niets zal u enig kwaad doen”(Luc. 10:19).

Het is Jezus zelf die de overwinning op satan, heeft be­haald. “Hij heeft de overheden en machten ontwapend en open­lijk ten toon gesteld en zo over hen gezegevierd” (Kol. 02:15) “Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de wer­ken des duivels verbreken zou”(1 Joh. 03:08).

De overwinning die Jezus over satan heeft behaald behoort toe aan elk kind van God. Immers wij zijn geroepen om in de voetstappen van Jezus te treden. Weliswaar moet de eindvernietiging van satan nog plaatshebben, maar in het geloof mogen wij reeds nu overwinnaars zijn.

Wordt dit ook in uw leven gerealiseerd? Het is de wil van God voor elk van Zijn kinderen, want wie een werkelijk volge­ling van Jezus wil zijn, zal ook hetzelfde leven openbaar willen, maken wat Jezus had. Hij ging het land door, weldoen­de en genezende allen, die door de duivel overweldigd wa­ren. (Hand. 10:38).

Hij bracht in praktijk, wat Hij verkondigde. Welk een verschil met de farizeeër en Schriftgeleerden. Zij spraken over God en Godsdienst en probeerden de wetten aan het volk op te leggen, naar leefden er zelf helemaal niet naar„ in feite waren zij met hun uiterlijke vroomheid en schijn-gods- dienst een grote belemmering voor hen die werkelijk gelovig wilden worden. Maar er waren gelukkig ook velen die door dit masker heen keken toen zij het optreden van Jezus zagen en gingen vergelijken. In (Matt. 07:29) staat: “Hij leerde hen als gezaghebbende en niet als hun Schriftgeleerden”.

Dit is ook van het grootste belang voor elke gelovige van de eindtijd. Schriftkennis alleen is niet voldoende. Wij zullen, onder de zalving van de Heilige Geest, gezag over de duivel moeten openbaren. Alleen zo functioneren wij als een instrument in de handen van de levende God.

 

Eenheid en verscheidenheid in de evangeliën door H. J. Glasbergen

Als wij de vier evangeliën, Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes, lezen, zien wij wat Jezus Zijn discipelen leerde en na Zijn opstanding nog veertig dagen leerde. (Hand. 01:01-08). De laatste opdracht van Jezus bij de hemelvaart, komt bij ieder anders over, naar met elkaar komen zij tot een Goddelijke volmaaktheid. Een volmaakt testament voor de gemeente van Jezus Christus, geboren uit de kracht van de Heilige Geest.

Veel is er verloren gegaan door leringen van mensen, maar door de nood gedreven, gaan er veel stemmen op in de kerken om terug te keren naar het begin, de eerste liefde. De nood in Nederland is ontstellend, en heel de bevolking gaat ijskoud haar gang, jagende naar genot en bezit, als roofdieren.

Duizenden jonge mensen, die God niet kennen, sterven als ratten in de grote steden in de wereld door het vergif; heroïne. Van de zogenaamde soft drugs naar heroïne is maar één stap, maar voor de gebruiker betekent het de dood. En wij verlichte Nederlanders bezitten een zekere Mevr. Vorrink, die de softdrugs wil legaliseren, dus vrijgeven. Duizenden bezorgde ouders zijn op zoek naar hun minderjarige kinderen en vele van deze jongeren zien hun ouders nooit meer en sterven te jong. Deskundigen moeten toegeven dat de waarschuwing twee jaar terug waar is geworden en staan nu machteloos. De prijs van de zonde is de dood. Amsterdam betaalt al een prijs voor de jonge mensen die zij vinden in smerige kelders of zolderkamertjes.

Matteüs

Mattheüs brengt de belangrijkste boodschap over; eerst de overwinning proclamatie van Jezus: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Alle helse machten zijn Hen onderworpen. Een uitdagen aan de overste der wereld en rusten in het Woord van God voor Zijn volk.

“Maakt alle volken tot Mijn discipelen”, niet tot meelo­pers, tot hen die het wel geloven of niet, “en doopt hen in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb”.

Als ik op het kerkelijke erf kijk, dan is er letterlijk niets van overgebleven wat Jezus leerde. Als je mensen uit de 57 bestaande kerken van Nederland vraagt: “Wat is de leer van Jezus?”, moeten zij beschaamd zwijgen.

Als je Rooms-Katholieken vraagt: “Wie is het hoofd der kerk?”, zeggen zij; de paus, maar Jezus zegt: “Ik ben het Hoofd van de Bruidsgemeente”. Petrus zegt: “Komt tot Hem…. de levende Steen, “de Rots”, bij God uitverkoren.

Wij zijn in het Lichaam van Christus een uitverkoren ge­slacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk Gode ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, Jezus. (1 Petr. 02:01-10).

De geestelijke armoede van de kerk is vreselijk, een ieder probeert iets te brengen wat voor ieder aanvaardbaar is. Ve­len hongeren en dorsten naar gerechtigheid. Vele mensen – ook in het volle evangelie – laten zich liever bedienen, dan dienaar te zijn.

Er is vrijheid voor iedereen, naar niet in het Lichaam van Christus. Wie in Christus wil zijn, in Zijn Lichaam, is niet meer van zichzelf, maar is gekocht en betaald. Zijn li­chaam is een tempel van Gods Geest. (1 Kor. 06:19). Indien Zijn Geest niet in u woont, behoort u Hem niet toe. (Rom. 08:09).

Markus

Deze begint te zeggen dat Jezus hen hun ongeloof verweet en hun hardheid van hart, omdat zij niet geloofden in Zijn opstanding. Dan zegt Jezus: Verkondigt aan de gehele schepping het evangelie, Mijn leer. Wie gelooft en zich laat dopen niet ‘dope’! zal behouden worden. Als tekenen zullen de gelovigen volgen. In Mijn Naam zullen zij boze geesten uit­drijven, in nieuwe tongen zullen zij preken, op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden. (Mark. 16:16-19).

De mens bevrijden van de boze geesten, door de weten­schap bekend, maar niet herkend. De strijd en twist die door deze boodschap is ontstaan is groot, en de kerk weet er geen raad mee. Maar Jezus heeft gezegd, dat de gelovige deze wonderen zouden volgen en niet de redetwister.

De hel verzet zich tegen de leer van Jezus, die wil dat de mens totaal bevrijd wordt van de duivel, naar ziel, geest en lichaam. Altijd zal hij mensen vinden die door ongeloof dit enige evangelie zullen bestrijden. Petrus zegt van Jezus: Hij is rondgegaan, weldoende en genezende allen die door de duivel overweldigd waren, want God was met Hem. (Hand. 10:59).

De discipelen hebben geleerd en gezien hoe het moest, in geloof, uitgaande in volkomen gehoorzaamheid. Een evangelie zonder wonderen is een dode letter. Wij hebben een levende God, die nog dezelfde is, die het goede wil, het volkomens voor Zijn kinderen.

De Nederlandse bevolking wordt steeds zieker, meer dan 10 procent komt jaarlijks in een ziekenhuis, gevolgen van de bevrijding der menselijke geesten. De taboes zijn opge­ruimd….. en zij leefden nog kort en doodongelukkig. Onze christelijke prins Bernhard is beschermheer van een boeddhistische tempel. Vrijheid voor ieder is de leus. Ook Salomo offerde aan de afgoden op de hoogte en diende God.

Duizenden mensen genezen over heel de wereld door de kracht Gods, omdat zij geloven dat Zijn beloften aan de dis­cipelen, waar zijn, hoeveel beloften er ook zijn, ze zijn ja tot eer van God. En voor ieder die gehoorzaam is aan het Woord van God en het gelooft, zegt Hij: Amen. (2 Kor. 01:20-22). Hij heeft Zijn zegel op ons gedrukt, om Zijn. Naam te verheerlijken.

Kortgeleden waren er televisiebeelden van pelgrims in Portugal. Een levensgroot Mariabeeld, dood als steen, werd op wieltjes verreden naar een plaats van bepaalde handelin­gen, die moesten bevestigen dat dit gebeuren uit God was.

Veel oprechte mensen worden naar een plaats gelokt waar iets te halen is wat zij thuis niet kunnen ontvangen. Weerzinwek­kende taferelen zien wij: mensen met kapotte benen en voeten, tot bloedens toe kruipende op hun knieën, soms kilometers ver. Zij leggen deze martelgang af, denkende Gode welgeval­lig te zijn. Het is een gruwel voor God. Zij denken dat zij nog iets moeten toevoegen aan het volmaakte offer van Jezus Christus. (Heb. 10:01-18).

Ook in Zuid-Italië gebeuren deze mensonwaardige zaken elk jaar, onder oppertoezicht van Rome. Het is godsdienst, naar heeft niets met God te maken. Zij zullen ons haten om deze woorden. Jezus zegt; Zij hebben Mij zonder reden gehaat. (1 Petr. 04:12-15).

Lucas

Alles wat in de wet en de profeten staat geschreven over Jezus, was in vervulling gegaan. Toen opende Jezus hun ver­stand, zodat zij de Schriften begrepen. Als God ons Zijn Woord niet openbaart, komt er een spraakverwarring en komt de menselijke wijsheid in plaats van de kracht Gods. Paulus zegt: Ik heb het door openbaring ontvangen. Bij Jeruzalem beginnen, het heil is uit de Joden, voor vele gelovigen een groot struikelblok. “Ik doe de belofte Mijns Vaders op u ko­men. Maar gij moet te Jeruzalem blijven, tot gij bekleed- wordt met kracht uit de hoge”. Daar hebben de meeste theologen geen tijd voor, acht jaar hogeschool, diploma van vakbekwaam­heid, een hoofd vol wijsheid, maar geen kracht.

Maar het hart van de mens heeft een levende Heiland nodig, een levensbron om uit te leven, nu, in dit natuurlijke leven. Jezus’ werk was zichtbaar in het natuurlijke leven, het ge­nas en veranderde de mens. Wij kennen mensen die heel hun le­ven in de kerk zitten, maar er verandert niets. Als het evangelie de mens niet verandert, dan is er iets niet in or­de net de mens. Jezus wist waarvan Hij sprak, Hij kon niets doen zonder Zijn Vader te verheerlijken in wonderen en teke­nen. God moest verheerlijkt worden. Dat is nog niet veran­derd, het werkt nog precies zo als 2000 jaar geleden.

Als dit evangelie aan de ganse schepping is verkondigd, dan zal Hij wederkomen op de wolken. In grote blijdschap keerden zij terug naar Jeruzalem, God lovende, met grote blijdschap wachtende op de dingen die Jezus beloofd had en met Pinksteren in vervulling ging. (Luc. 24:44-55). In de pinksterpreek spreekt Petrus niet tegen Godmoordenaars, maar zegt: Het ganse huis Israëls moet weten dat die Jezus die zij gekruisigd hebben de Christus is en dat God Hem tot Heer heeft gesteld over de ganse schepping, niet aan tijd of plaats verbonden. De discipelen vragen: Wat moe­ten wij doen? En Petrus zegt dat deze Jezus Christus is ge­storven en opgewekt, dat Zijn bloed is vergoten voor alle zondaren, dat alle offerdiensten voorbij zijn. “Voor u is de belofte en voor uw kinderen – “de Joden” – en voor allen die verre zijn”. Eén God, één Heer, één volk, het bloed gekochte volk, Zijn Gemeente. Niets uit de mens, maar alles uit God, één Lichaam.

Johannes

Deze wordt de apostel der liefde genoemd, zijn brieven getuigen daarvan. “En onze gemeenschap is met de Vader en met Zijn Zoon, Jezus Christus. Indien wij zeggen dat wij ge­meenschap hebben met Hem, wandelen wij in licht en waarheid”.

Johannes besluit zijn boek met het verhaal van het her­stel van Petrus na diens verraad. (Joh. 21:15-21). Als Jezus na de opstanding maaltijd heeft gehouden met de discipelen, zegt Hij tot Petrus tot driemaal toe: Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij waarlijk lief?. Terwijl Jezus wist dat het hart van Petrus volkomen naar Hem uitging. Driemaal verloochend, driemaal beproefd. Weid Mijn lammeren, de kleintjes weiden; ten tweede: schapen houden, op weg bren­gen en ten derde maal vraagt Jezus: Hebt gij Mij lief? Dan wordt Petrus bedroefd en zegt: Here, U weet alles, U weet dat ik U liefheb. Toen sprak Jezus tot hem: Weid Mijn scha­pen. Petrus is geslaagd, hij mag de schapen weiden, om ver­zadigd te worden in grazige weiden.

Deze herders door God geleerd, waren vol van kracht uit de hoge, zoals in (Hand. 05:12-16) beschreven is. (Hand. 08:04-12; Hand. 19:11-12). Is God dan veranderd? Hij is nog dezelfde, Zijn kracht en heerlijkheid wordt nog altijd geopenbaard door de mens, die bewust is van Hem afhankelijk te zijn. Deze mens kont niet in eigen naam, niet in naam van kerk of organisatie.

Het plan van God is in Jezus Christus geopenbaard. “Het Koninkrijk Gods is bij ons”. Het zal geopenbaard worden in Zijn volk, wat Hij kocht net Zijn bloed. Zijn liefde blijft uitgaan naar de mens, Zijn schepping, die geroofd is door de leugenaar en moordenaar.

De mens heeft een wil, een geest en verstand gekregen, om bewust deel te hebben aan Hem, een geest om gemeenschap te hebben met Zijn Geest, om de twee tot een nieuwe mens te scheppen. Zijn verstand om winst te maken met de talenten die God geeft om vrucht te dragen.

God wil geen marionetten, maar persoonlijkheden, die zich goed bewust zijn waarvoor zij verantwoordelijk zijn.

Een volk van priesters die Hem dienen in het heilige der heiligen, die een zegen zijn voor anderen, die ook mogen ze­genen in Zijn Naam.

Dit is door de verscheidenheid; beschreven door de disci­pelen; ‘de veelkleurige wijsheid Gods, die niet is geïnspi­reerd door mensen, maar gedreven door de Heilige Geest.

De discipelen wisten volkomen afhankelijk te zijn van Hem, die onze gerechtigheid, liefde, vrede en blijdschap is. Het Koninkrijk Gods zal met kracht baanbreker en ons geloof zal de wereld overwinnen.

 

Spelen door Dirk A. Wols

Goddelijke oorsprong

Mijn Kramers Ned. Woordenboek zegt, dat spelen o.a. is zich vermaken, een spel doen. Mijn Trommius heeft diverse teksten, die op spelen betrekking hebben, op vermaken of zich laten vermaken.

(Ps. 104:024-026) leert ons, dat God alles gemaakt heeft ermee te spelen; om zich te vermaken met het geschapene. Het’ spelen is van Goddelijke oorsprong. Eens was Jezus een troe­telkind bij Hem, spelende voor Zijn aangezicht. (Spr. 08:30) uit de St. vertaling.

Wat is het leven zonder spel. Spelen is goed want het is in Gods Beeld en Gods schiep de mens naar Zijn. Beeld en naar zijn gelijkenis. Maar het spelen moet binnen het raam van Gods bedoelingen blijven. Het leven zonder spel is niet te denken. Het spel van de baby met de moeder, het spel van broertjes en zusjes, het spel tussen verliefden en verloofden, het spel tussen man en vrouw, het spel van de grootouders met hun kleinkinderen, zo is het leven vol spel, alles in zijn eigen soort

De roep om herstel

Hij maakte alles zeer goed, maar ten tijde van de zond­vloed berouwde het de Here dat Hij de mens gemaakt had en het smartte Hem aan Zijn hart. Het was niet meer om het spel. Hij kon met Zijn schepping en schepsel niet meer spelen, Zich er niet meer in vermaken. En als het spelelement er niet meer is, dan is er iets scheef in de relatie, er is iets fout, dan roepen die scheve verhoudingen weer om herstel, opdat het weer moge worden als toen er nog werd gespeeld. Als het kind zich verschuilt voor zijn ouders en zij niet meer kunnen spe­len, dan moet er iets hersteld worden, vernieuwd, hernieuwd.

Gods berouw

God speelde met Zijn Zoon en Zijn schepping. Totdat het spelelement ging ontbreken en Hij berouw kreeg omdat Hij de mens gemaakt had, die onder leiding van de duivel mode spel­breker werd tussen God en Zijn schepsel. De satan had het spel reeds verbroken in de geestenwereld en de lucht was zwanger van onheil.

Het duivels spel is gericht op stelen, slachten en ver­delgen, om Gods spel te verstoren, om Gods plan te disharmoniëren. Daarom moet ik wel eens lachen…..door de tranen heen. Daarom moet ik wel eens erkennen dat satan iets ver­hinderd heeft.

God speelt niet meer. Het spel is uit. Maar iets nieuws kwam ervoor in de plaats. Namelijk de strijd om het herstel. De wederoprichting aller dingen. Opdat het weer worde als het geweest is en God weer kan spelen met Zijn schepsel en Zijn schepsel weer met Hem.

De herstelde verhouding

Maar wat praat ik. De profeet zegt: “Een kind is ons ge­boren, een Zoon ons gegeven”. Nu. Die de verbroken verhou­ding weer hersteld heeft. Daar gingen nog eeuwen overheen voordat het zover was. Daarom, als God aan het herstel is begonnen, behoeven wij met spelen niet te wachten, totdat Hij het voleindigd heeft. En die het laatst lacht, lacht nog al­tijd het best. En Die in de hemel is, lacht. (Ps. 002:004). Lach met Hem in de Meerdere dan Izak. (Gen. 21:06).

In de belofte juichen we profetisch: “Hij heeft alle din­gen hersteld. Looft den Here. Verlustig U in den Here. Ver­maak U in den Here, Speelt wél met vrolijk geschal. (Ps. 053:003)

Ik zal dan de Here psalmzingen, omdat Hij het gedaan heeft. Looft den Here want Hij is goed, Zijn goedertierenheid duurt tot in eeuwigheid.

Gods oordeel over de werken

Hij herstelt niet alleen alle dingen, maar Hij betrekt ons mede in dat herstel. Hij wil daarom, dat wij het geschondene helen, ons inzetten voor wat niet meer aan Gods doel beantwoord. Het oordeel van de Zoon des Mensen over hen die altijd bezig zijn geweest in het herstellen van wat niet goed was, is zonder meer gunstig. Matteüs 25 zegt duidelijk, welk karakter het oordeel Gods zal dragen. Die geen barmhar­tigheid gedaan heeft, die niet alvast begonnen is met te herstellen wat niet goed was, die het niet eens geprobeerd hebben, zij worden verwezen naar de Godverlatenheid.

Het oordeel Gods gaat over de werken, niet over het aan­tal gesproken woorden of preken of geschreven artikelen. Waarom gaat Gods oordeel over de werken? Wel, omdat een ge­loof zonder de werken een dood geloof is. Geen levend geloof maar ‘dood.

De werken volgen hen na. Matteüs 25 leert, dat het voeden van de hongerige, het laven van de dorstige, vreemdelingen huis­vesten, naakten kleden, zieken bezoeken en gevangenen opzoe­ken, zich het lot aantrekken van weduwen en wezen, Gods welgevallen heeft.

God zoekt het verlorene

Want dit is het Beeld Gods, dat Hij het verlorene zoekt. Hierin krijgt Hij in ons gestalte en woont Zijn Geest in ons als wij zó bezig zijn met Zijn werk.

Maar, zult u zeggen, dat moet je niet letterlijk nemen. Dat is geestelijk bedoeld. Jawel, maar de dingen die gezien worden zijn geworden uit de onzienlijke dingen. Wat hier zich zichtbaar geschonden is, is ook onzichtbaar in slechte staat. Wie niet zichtbaar wil herstellen, kan en wil dit ook niet in de onzichtbare wereld. God heeft de wereld ons gege­ven, niet om haar aan haar lot over te laten en als de weldoorvoede niet wil, ga dan tot de kreupelen en de verlamden en de misdeelden, zij zullen het Huis vullen met feestgedruis. De Bruiloft zal doorgaan en het spel hervat, het huis vol met aanzittende gasten.

De proef op de som

Iemand zei tegen mij God staat klaar met armen vol genade en Hij kan het niet meer kwijt. Maar er zijn vele bekeerlingen in de derde wereld en velen in Israël die Jezus vinden. Wie in de zichtbare wereld herstelt, zal mede rijke vrucht dragen in de onzichtbare. Want het zichtbare is de proef op de som. Want als ik zeg, God lief te hebben, die ik met het oog niet gezien heb en mijn broeder haat, dan lieg ik, omdat ik mijn broeder gezien heb en God niet en ik deze twee niet van elkander kan en mag scheiden.

Jezus leerde ons: Als ge een maaltijd houdt, roep dan niet uw vrienden en geburen. Zij hebben om u weer te nodigen. En wat voor nut heeft dat? Neen, als ge een maaltijd houdt, roep dan de armen, de kreupelen en de verlamden, het uit­schot, en ge zult zalig zijn, want zij hebben niet om u te vergelden, maar het zal u vergolden worden in de opstanding der rechtvaardigen.

De gezindheid van Jezus

Water in zee brengen is een volslagen nutteloze bezig­heid en voor God niet in tel. Jezus vulde altijd wat ledig was. Dat wij zó leven. Dat déze gezindheid in ons is, welke ook in Christus Jezus was. Hij was met ontferming bewogen over de schare zonder herder, over de dolende mens.

Eens zal de Here ons vragen stellen. Niet, of we lid wa­ren van die of die kerk of gemeenschap. En welke terminolo­gie we gebruikten, of we tot het halve- of volle evangelie behoorden. Dat telt bij Hem allemaal niet mee.

Maar Hij zal vragen stellen of wij Zijn barmhartigheid hebben uitgewerkt in dit leven. En of wij die barmhartigheid metterdaad hebben beoefend.

Er lopen heden ten dage vele koningen rond en weinig dienstknechten. Paulus schreef het reeds aan de Korinthiërs, dat zij zich zonder hem koning gemaakt hadden. Maar Jezus is niet gekomen om gediend te worden maar om te dienen. En de discipel is niet meerder dan zijn Meester. Het koningschap is verenigd met het priesterschap, maar koningschap zonder priesterschap is een nutteloos iets, geen vrucht voor God en geen vrucht voor de mensen.

Werk in de wijngaard

Geliefde lezer, wat komen we weinig mensen tegen die het gevonden hebben. Zij hopen op betere dagen. Zij blijven hunke­ren naar iets onbestemds. Zij wachten op God, op wat Hij door Zijn Geest doen gaat. Maar daarvoor heeft Hij ons Zijn Geest niet gegeven, om te wachten op Hem, maar om Zijn werk te doen en voort te zetten, want ziet, de Landman wacht op de koste­lijke vrucht.

Als God nu wacht op de mens en de mens wacht op God dan gebeurt er nooit iets bijzonders.

Maar als we werken in Gods Wijngaard naar Zijn wil in het raam van Zijn herstelplan, dan maakt Hij het kleine enorm groot. Dan vermenigvuldigt Hij onze zwakke krachten.

Wij hebben niet genoeg om zo’n grote schare te voeden, noch geestelijk, noch naar het lichaam. Maar als Zijn zege­nende hand erover is, dan vermeerdert Hij het onze.

Doe mee met Gods spel

Dat is een kostbaar en goddelijk spel. God kan weer spe­len in Jezus Christus. Doe mee met dit spel en zet alles op alles. Uw inzet, uw inbreng … en dan Zijn inbreng. Uw in­breng, uw beurt en Zijn beurt. Het is verrassend. Het is groots de volheid die Hij op deze wijze schenkt.

Velen verheugen zich als de aarde vol zal worden van de kennis des Heren. Zijn Geest alles zal doordouwen. Voor de toekomst.

Maar is uw inbreng daarbij, het gedaan hebben wat gij kunt doen? Want deze heerlijke toekomst zal zeker waar wor­den, maar als vrucht- van onze inbreng in dit spel Gods.

Uw beurt … Zijn beurt … Uw beurt … Zijn beurt … Uw inbreng … Zijn inbreng …

Ik wens u een rijk gezegend spel met Hem wiens Haam is Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwen. De Geest Gods wone rijkelijk in uw harten, en wees er zeker van, Hij houdt Zijn Woord ten allen tijde. Halleluja.’

 

Van de redactie

Tot onze grote spijt kon “Levend Geloof” enkele maanden niet verschijnen. Doordat wij reeds geruime tijd achter waren in de verschijning en de datering daardoor ook steeds achter liep, werd besloten dit nummer als oktobernummer uit te geven. We beginnen dus thans met een schone lei. Dit nummer werd uitgebreid tot 32 pagina’s.

Wilt u ook voor de “Levend Geloof arbeid bidden? Het blad is in de loop der jaren voor velen tot grote zegen geweest. Wij willen in gehoorzaamheid aan Zijn opdracht doorgaan met de verkondiging van het heerlijke, volle evangelie.’

 

De tempel Gods door Jan W. Companjen

“Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont? Zo iemand Gods tempel schendt, God zal hem schenden. Want de tempel Gods, en dat zijt gij, is heilig!”

(1 Kor. 03:16).

Voorbeeld

Reeds vele malen hebben wij er de nadruk op gelegd dat het oude testament (het verbond met het volk Israël) ons tot voorbeeld is geschied. Door deze natuurlijke voorbeel­den moeten wij inzicht krijgen in de geestelijke wereld, het Koninkrijk van God.

Zowel in het oude als in het nieuwe verbond (oude en nieuwe testament) formeerde God zich een verbondsvolk dat begint bij één man Mozes en Jezus.

Reeds voor Mozes was God ook al bezig met het volk Is­raël, maar dat is een hoofdstuk apart. Abraham is de vader van alle gelovigen. Abraham moest uit het geloof leven. Er was geen wet of ander Gods-voorschrift en daarom werd Abraham, evenals wij, door het geloof gerechtvaardigd.

Geloof

De brief aan de Galaten behandelt dit zo nadrukkelijk omdat wij, evenals Abraham, uit het geloof moeten leven. (Gal. 03:02) en volgende verzen zegt: “Dit zou ik van u (Galaten en tegenwoordige gelovigen) willen weten. Hebt gij de Geest ontvangen ten gevolge van werken der wet, of van de prediking van het geloof? Zijt gij zo onverstandig? (Gal. 03:05). Die u de Geest schenkt en krachten onder u werkt, doet Hij dit ten gevolge van werken der wet of van de prediking van het geloof? Op dezelfde wijze (dus door middel van het geloof) heeft ook Abraham God geloofd en het is hém tot ge­rechtigheid gerekend’. Gij bemerkt dus, dat zij, die uit het geloof zijn, kinderen van Abraham zijn”.

Daarom staat er ook geschreven dat in Abraham alle volken gezegend worden. Want allen, die het van werken der wet verwachten (dat wil zeggen, de wet van Mozes trachten te on­derhouden) liggen onder de vloek van die wet; want er staat geschreven:1‘Vervloekt is een ieder die aan het hout hangt”.

Zo is de zegen van Abraham (om uit het geloof te kunnen leven) tot de heidenen gekomen in Jezus Christus, opdat wij de belofte des Geestes ontvangen zouden door het geloof. (Gal. 03:13-14).

Besnijdenis

Gaan wij nu verder met Mozes als bouwer van het oude ver­bond. Mozes kreeg van God het uiterlijke teken van de be­snijdenis. Men behoorde tot dat volk indien dit teken was aangebracht. Voor men het beloofde land binnentrok werd ie­dereen besneden. Dit was een Goddelijke opdracht. Voor men uittrok uit het land Egypte was iedereen van het mannelijke geslacht reeds besneden en God trok voor hen uit de woestijn in. Door strijd en verdrukking, door te leren afhankelijk te zijn van Gods wegen, konden zij beelddragers Gods worden.

Helaas, bij de intocht in het beloofde land lieten zij het afweten. Zij gingen op hun zelf zien, zagen de reuzen en de forten die zij in het beloofde land moesten overwinnen. Maar ze konden het geloof niet opbrengen dat zij mét Hem overwin- naar zouden zijn. Door hun ongeloof kwamen zij allen om in de woestijn. De jongeren, die in de woestijn geboren waren wer­den vervolgens besneden, waarna ze als een nieuwe generatie het beloofde land binnentrokken.

Strijdend kwamen zij verder. Tot bij koning David het hoogtepunt in de natuurlijke wereld bereikt werd. De plaats van bestemming is bereikt, de tenten worden opgeborgen en er worden huizen gebouwd. Het is dan ook helemaal geen wonder dat David er om vraagt om ook voor God een huis, ‘een tempel, te mogen bouwen.

Tempelbouw

David zelf woont in een paleis, het beloofde land is ver­deeld en een ieder heeft zijn woonstede gevonden. Dan komt de profeet Nathan bij David en zegt: “De Here zal u een huis bouwen. Wanneer uw dagen vervuld zijn om tot uw vaderen te gaan,, dan zal Ik uw nakomeling na u doen optreden, een van uw zonen en Ik zal zijn Koningschap bevestigen. Die zal Mij een huis bouwen en Ik zal zijn troon voor immer bevestigen. Ik zal Hem tot een Vader zijn, en hij zal Mij tot zoon zijn; Mijn goedertierenheid zal Ik niet van hem doen wijken, zoals Ik hem van uw voorganger heb doen wijken. Ik zal hem voor immer in Mijn huis en in Mijn Koninkrijk aanstellen en zijn troon zal vast staan voor eeuwig. (1 Kron. 17:11-14).

Zie hier de toespitsing naar de tempelbouw. Koning David krijgt een duidelijke boodschap van God dat zijn nakomeling, de Messias, hét Huis Gods zal gaan bouwen. Lees de boodschap van Nathan er nog maar eens goed op na. Dit kan niet anders dan op Jezus Christus slaan. Zijn troon staat immers vast voor eéuwig!

Toch is er, in afwachting van de komst van deze Tempelbouwer, plaats voor een natuurlijke tempel, een stenen ge­bouw van God. Als afbeelding van de komst van die andere tempel, gaat koning Salomo die tempel bouwen. Het is een machtig gebouw en als afbeelding hoe het straks ook zal zijn, vol van de Geest des Heren.

Maar was dit nu het doel waarvoor Abraham uit Ur der Chaldeeën uitgetrokken was??? Was dit hét beloofde land??? Toen Abraham uittrok zocht hij een beter, Dat is een hemels vader­land. Hij zocht en verwachtte een stad met fundamenten, waarvan God de ontwerper en bouwmeester is.

Inzicht

Zij hebben echter die belofte, die zij in het geloof zagen, niet verkregen omdat God met ons allen iets beters voor had. Zonder het nieuwe verbondsvolk kunnen zij en wij niet tot de volmaaktheid komen (Heb. 11:40). Daartoe is de geestelijke doorbraak nodig.

Langs de weg van wedergeboorte van natuurlijke naar geestelijke mensen kunnen wij inzicht krijgen in die geestelijke dingen. Dan krijgen wij inzicht in het Woord van God, de Bij­bel, en zien dat het oude, wettische leven” in Christus vervuld is. Dat alles nieuw geworden is en dat de schaduw werkelijkheid geworden is. Dat wij als kinderen Gods levende stenen zijn tot opbouw van een geestelijk huis, een Tempel Gods, “heilig in de Here”.

Dat het niet meer door kracht of door geweld geschied, door middel van oorlogen, enz., maar dat de boze machten in de hemelse gewesten, dat wil zeggen in de onzienlijke we­reld, ja ook als ze van de mens bezit genomen hebben, mogen en kunnen opgeruimd worden op gezag van de Naam van Jezus.

Koninkrijk

Daarom zei Jezus in het hogepriesterlijk gebed: “Vader, Ik dank U dat Ik hun Uw Naam heb bekend gemaakt: de Naam van Jezus, opdat zij op gezag van en op geloof in die Naam de wereld zullen bevrijden en overwinnen.

Zoals in een natuurlijk, werelds Koninkrijk gehandeld en recht gesproken wordt op gezag van de koning of koningin, zo wordt er ook gehandeld en gewandeld in hot Koninkrijk van Koning Jezus.

Er is slechts één voorwaarde: Men moet ingezetene van dat koninkrijk zijn. Uw naam moet opgeschreven staan in de registers van de burgerlijke stand van dat Koninkrijk. U moet zich daar gevestigd hebben en zich geschaard hebben on­der de wet van deze Koning Jezus, wiens wetten niet zwaar en wiens lasten licht zijn. U moet daar binnenkomen zoals u bent. Alleen, zonder vader en moeder en ook niet door vader en moeder, men moet binnen komen en zich persoonlijk aan Hem overgeven.

Zoals Mozes door God werd aangewezen om Israël uit het land der dienstbaarheid uit te leiden, zie o.a. (Hand. 07:35-37) zo heeft God de Vader ook Jezus gezonden om nu, in de volheid der tijden, een ieder die in Hem gelooft, ook uit te leiden en het eeuwige leven te geven. Want hij of zij, die in Hem gelooft, heeft het eeuwige leven.

Dan wordt alles nieuw. Na de verlossing van de zonde­schuld door het bloed van Jezus, is men een rein vat gewor­den en kunnen wij weer alles terug ontvangen wat ons door do zonde ontvallen is, namelijk: Gods Geest. Zoals Jezus zelf met Gods Geest vervuld was, mogen wij het als Zijn Lichaam en Verbondsvolk ook zijn. Die Geest, die in Hem was, wil ook uw. sterf olijke lichaam levend maken’. Dat is het geweldige van het nieuwe verbond. Niet meer een God die in donkerheid woont, maar een nieuw, Goddelijk leven in ons.

Daardoor kunnen wij net Gods Geest getuigen dat wij kinde­ren Gods zijn. Daarom zal de tijd ook komen dat alle oude overleveringen, die nog hun oorsprong vinden in het oude ver­bond, opgeruimd worden. Zij zijn schaduw en zullen evenals de tempel in Jeruzalem afgebroken worden. Wij leven al reeds in de overgangstijd. Al het oude staat op instorten en een ie­der die hierop zijn geloof heeft gebouwd, zal nimmer be­schaamd uitkomen. Die heeft zijn huis op de steenrots gebouwd, dan kunnen de stormen van de eindtijd komen, dat huis staat vast en dan zal de wereld en ook Israël zien wie zij doorsto­ken hebben. Dan zal Hij zich in ons verheerlijken en zal Je­zus zich in Zijn volk in volle kracht openbaren.

Werkelijkheid

Het voornemen des Heren zal door zijn hand (het volk Gods) voortgang hebben. Dan zullen wij zien en ervaren dat het moeitevol lijden van Jezus alles, ja totaal alles, in zich had. Hij, de eerstborene onder vele broeders is dé Koning waarover Nathan reeds tot koning David sprak. In Hem is de tempelbouw werkelijkheid geworden. En Hij zelf is de Bouwer van dat huis. Zie Heb. 03:06).

Waarin leeft u?? In de schaduw of in de werkelijkheid?? In de schaduw of in de werkelijkheid?? In de schaduw is uw leven vol vraagtekens. Men weet niet of men een kind van God is, men weet niet of men de Geest ontvangen heeft en men weet het doel van het leven niet.

Jezus is dé Weg, dé Waarheid en hét Leven. Bij Hem be­gint het duister op te klaren, ja zullen wij zelfs niet meer in de duisternis zijn.

Naar dat volle licht zijn wij op reis. Gaat u mee?? Zo ja, ruim dan alle schaduwen op en kom tot de werkelijkheid. Want weet gij niet dat gij Gods tempel hoort te zijn? Die Tempel staat onder Zijn persoonlijke bescherming en die tempel is heilig. Amen.

 

Aanval of verdediging

Een bekend spreekwoord zegt dat de aanval de beste ver­dediging is. Hoe belangrijk is dit ook in geestelijk op­zicht. Het is de satan gelukt vele kinderen Gods tot “nederlaag-christenen” te degraderen. Maar dat niet alleen. Vele kinderen Gods, die wel weerstand bieden zijn toch te veel in de verdediging en daardoor onvruchtbaar in dienst van Honing Jezus. Zij beseffen niet hoe juist het zoeven geciteerde spreekwoord, is. Zij zijn verontrust, proteste­ren tegen de verschrikkelijke toestanden in de wereld maar wat stellen zij er tegenover?

De Bijbel roept iedere Christen op tot de aanval. Je­zus zei: “Predikt het evangelie”. Geloof en handel dien­overeenkomstig. Geloof moet bewezen worden uit de werken, want een geloof zonder werken is een dood geloof, zegt Jakobus.

Wie als Christen in de aanval is, zal al spoedig ont­dekken en ervaren, hoe de duivel niet meer infiltreren kan, ondanks het feit dat hij misschien wel feller wordt aangevallen dan ooit.

Het spreekt vanzelf dat een aanvallende Christen bewa­pend moet zijn. Maar wij weten dat – zoals Paulus zegt in 2 Korinthe 10, de wapenen van onze veldtocht niet vleselijk zijn, maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken.

Iedere deelnemer aan de veldtocht voor Koning Jezus behoort geestelijk bewapend te zijn. Efeze 6 spreekt over het aandoen van de geestelijke wapenrusting.

Nu zal men zich afvragen: Mag een Christen zich dan nooit verdedigen? Natuurlijk wel. Er staat niet voor niets geschreven, dat wij weerstand moeten bieden aan de duivel, opdat hij van ons zal vlieden.

Maar een Christen die alleen maar in beslag genomen wordt door de verdediging staat er naast. Het gaat erom dat wij daadwerkelijke getuigen van Jezus zijn. Daarom: Onbevreesd in de aanval! Met Jezus zijn wij meer dan overwinnaars!

 

Levend Geloof – 1973.04-05 nr. 146

Levend Geloof 1973.04-05 nr. 146

Wie Jezus Christus heeft leren kennen, weet dat hij in een totaal andere wereld is terecht gekomen. De Bijbel zegt dit trouwens ook. Paulus schrijft aan de gelovigen in Efeze dat zij geheel anders zijn, omdat zij Jezus Christus hebben leren kennen. (Ef. 04:20).

In (2 Kor. 05:17 staat: “Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieu­we is gekomen”.

Bent u in Christus? Gelooft u in Hem? Is Hij de Heer van uw leven? Worden uw gedachten in beslag genomen door de vraag: “Hoe kan ik Christus in mijn leven openbaren”?

Het gaat er om dat het “andere leven” – het nieuwe le­ven in Christus – merkbaar is bij de mensen waarmee wij da­gelijks in contact komen.

Niet dat nu iedereen laaiend enthousiast over ons zal zijn. Er zullen verschillende reacties komen: spottend, fel afwijzend, maar ook waarderend en verlangend ook dit nieu­we leven te bezitten.

Belangrijk voor ons is echter dat wij ons – hoe de re­acties ook zijn – niet zullen schamen voor het evangelie van Jezus Christus.

Jezus heeft gezegd: “Want een ieder, die zich voor Mij en voor mijn woorden zal schamen, voor die zal de Zoon des mensen zich schamen…..”(Luc. 09:26),

De mensheid is niet gelukkig als zij geen kennis heeft aan het andere, het nieuwe leven in Christus. Het is de taak van de waarachtige Christen, dit “andere leven” te openbaren! Zoals een magneet aantrekkingskracht bezit, zo zal ook het kind van God, dat de Heer volkomen dient, als een “geestelijke magneet fungeren. Mensen in nood, mensen op zoek naar geluk, zullen dan vrede en rust, blijdschap en overwinning vinden bij de Bron van alle leven: Jezus Christus!

 

Pinksteren door Jan W. Companjen

Storm

Pinksteren. Een feest van een nieuw begin. Het oude le­ven dat afgestorven was, komt opnieuw uit. Alles is fris en groen. Sprankelend nieuw leven, zowel op het natuurlijke als op het geestelijke terrein. De winter die achter ons ligt heeft van alles gebracht: kou, sneeuw en vooral veel wind. Alles wat niet zo best meer was, werd geveld door het stormgeweld. Maar ook datgene wat niet goed gegrondvest was werd omver geworpen. Grote, machtige bomen, waarvan de wor­tels niet zo erg diep in de grond zaten, moesten het ont­gelden. Vele duizenden, ja miljoenen vielen met veel ge­raas .

Zo ook in het geestelijke leven. Oude vermolmde vestin­gen, o.a. van overleveringen en tradities, gingen te gron­de. Ze werden omvergeblazen door de winden Gods, de Heilige Geest.

De boodschap die Jezus zelf bracht betreffende het bouwen op zand of op de steenrots, wordt weer actueel, want wie op Hem zijn geloof bouwt, zal nimmer beschaamd uitkomen. Hij heeft zijn huis op de steenrots gebouwd.

Zo is het alles ook ten tijde van Jezus gegaan. Hij kwam in de winter der Joodse geschiedenis. Alles was koud en naargeestig gebonden aan de leer der vaderen, die door farizeeën en Schriftgeleerden door star wettisisme werd onderhouden. Toen kwam Jezus en de storm brak los. Hij ging tegen al­le tradities in en deed maar alles wat in Zijn hart opkwam. Hij genas op zondag zieken en liet op zondag de discipelen van de korenaren van het veld eten. Hij reinigde de tempel en zei dat deze afgebroken zou worden.

Gezag

Hij noemde God Zijn Vader en maakte Zichzelf tot Gods Zoon. Nou, nou, dat is nogal wat. Hij had een leer van gezag en sprak de boze geesten aan of het kleine knechtjes waren, die naar Hen luisterden moesten en nu komt de klap op de vuurpijl.

Hij vertelde dat hij al die dingen, en dat waren er nogal wat, van God zelf geleerd had. Hij deed geen ding of Hij had het van de Vader geleerd, zei Hij. Hoe kan dat nu??

Schriftgeleerden hadden jaren en nog eens jaren in de Schriften gestudeerd en zouden zij het dan niet weten?? Zou die timmermanszoon met zijn volgelingen van vissersmannetjes en een tollenaar het beter weten?

Ja, Hij is wel in Bethlehem geboren en daar zou de Messias ook inderdaad geboren worden. Maar dit kan hij niet zijn. Als dit de Messias was, dan zou hij zich aansluiten bij het puur echte Joodse geloof en één van hun worden. Dan zou Hij zich laten opnemen in hun Joodse Godsdienst. Dan zou Hij de tempel gaan herstellen in al zijn macht en glorie, met offerande en verering van God die in die tempel woont.

Schaduw

Jeruzalem was toch de heilige stad waar de tempel Gods stond met de tabernakel? Had God zelf niet gezegd dat Hij in die tempel woonde en dat dat hét Godshuis was?

En zij begrepen het niet en zij zagen het niet in dat dit alles schaduw was geweest en dat bij de komst van Christus de wet en de profeten vervuld werden.

Hij kwam om alles wat door de duivel overweldigd was, te herstellen, maar Hij ontmoette in de menselijke geest zijn felste tegenstander.

De mens was in het oude verbond een natuurlijk wezen en handelde en wandelde overeenkomstig dit feit. Omgang met God vond plaats via een speciaal daartoe door God zelf aanwezen persoon, Mozes, Jozua, een richter of een profeet.

Ten tijde van de koningen, moest men iemand hebben, die zichtbaar voor het volk uittrok, zoals dat ook bij de omrin­gende volken van het land Kanaän was. Daarom speelden de profeten een zeer grote rol in het wel en wee van het volk Israël. Denk maar aan Elia en Elisa en niet te vergeten, Samuël.

Tempel

De tempeldienst met zijn morgen- en avondoffer, met zijn wasvat en schuldaltaar, was gericht op het grote offerlam: Jezus Christus, die niet als een offerlam de schuld droeg van hem of haar die het offer bracht, doch die de schuld van de gehele wereld op zich nam. Zijn bloed wast ons rein van alle zonden.

Dit begreep men niet en dit begrijpt men nog niet. Net als ten tijde van de Joden ziet men thans in de heidenwe­reld zich dezelfde dingen herhalen. (Eerst de Jood en dan de Griek, gaat ook hier op).

Men ziet dezelfde opbouw van het godsdienstige leven. De tempel der Joden vindt men thans gesymboliseerd in de St. Pieter te Rome. Een machtig bolwerk, waarin God zelf woon­achtig is.

Ook de protestanten doen hetzelfde. De kerk, liever gezegd het kerkgebouw, is ook een heiligdom, een Godshuis, ’s Zondags trekt nog jong en oud het feestkleed aan om naar Gods huis te gaan. Daar op die plaats doen wij aan Godsdienst, daar is het stemmig en daar gaat men God ont­moeten.

Maar Jezus zegt: Waar er twee of drie samen zijn in Mijn Naam, daar ben Ik in het midden, daar is Mijn Gemeente, daar is Mijn Lichaam, dat is Mijn Kerk.

Besnijdenis is nu doop geworden, men heeft een verbonds­volk geformeerd op de wil van vader en moeder en op het ge­loof van de kerk, dat wil zeggen op het geloof van een an­der. Maar God heeft alleen maar kinderen en geen kleinkinderen. Hij vraagt een persoonlijk antwoord en niet een be­vestiging van datgene wat vader en moeder gedaan hebben. (Daar komt het woord kerkelijke bevestiging vandaan, men bevestigt de daad van vader en moeder die het kind ten doop hebben gehouden).

Aldus klimt men de schaapskooi binnen. Jezus zegt! Ik ben de Deur, indien iemand binnen wil komen, moet hij binnen gaan via Mij, want Ik ben de deur van de schaapskooi. Wie Mij aanneemt en mijn offer aanvaart, is waarlijk vrij, want het nieuwe verbond is in Mijn bloed.

Voetwassing

Dat bloed wast vrij van alle zonden en als antwoord daarop mogen wij ondergaan in de doop als een getuigenis van een goed geweten. Die zich aldus gewassen heeft, is rein.

Daarvan spreekt ook de voetwassing. Jezus geeft daarmee in een diepe ’betekenis te kennen, dat Zijn discipelen, Zijn volgelingen, vrij zijn van alle zonden. Zij hoeven zich alleen maar de voeten te laten wassen. Van binnen en van buiten zijn ze rein, alleen het vuil van de dagelijkse wandeling, van het dagelijkse leven hoeven zij af te laten wassen. En dat doet Jezus ook.

Indien u Bijbels en nieuwtestamentisch gelooft en daar naar handelt, zult u ook een nieuwtestamentisch antwoord ontvangen, namelijk een gereinigd vat, dat weer drager kan worden van Gods Geest.

Herstel

Dan wordt u een levende steen tot opbouw ven een geeste­lijk huis, een tempel Gods die alles IN zich heeft, omdat Christus zelf hiervan de Bouwmeester is.

Hij is getrouw in de bouw van Zijn Huis. Wilt u getrouw zijn, opdat Hij u gebruiken kan op de wijze zoals God dit zelf bedoeld heeft.

Ongehoorzaamheid was de oorzaak tot afval van God. Ge­hoorzaamheid zal de weg terug openmaken. De weg naar de boom des levens ligt dan geheel voor ons open. Daar stroomt ook de boom des levens met de genezende bomen aan zijn oe­vers. Daar is het volkomen herstel voor de mensheid.

Hij wacht op de terugkeer van de verloren zoon die nu nog uit de varkenstrog mee eet. Maar alles is gereed, alles is volbracht. Bekeert u tot Hem die in u alles wil vernieuwen en tot een nieuwe schepping wil maken. Maar dat gaat alleen langs de weg die Hij hiertoe zelf bepaald heeft.

Ook thans is gehoorzaamheid beter dan offerande. Dat is geen wet en dat is ook geen tirannie, want na uw antwoord wordt u vrijgelaten. Dan bent u een vrijgekochte des Heren en hebt u een nieuwe wet in uw binnenste ontvangen, die ver uit gaat boven de wet van Mozes, die op steen gegraveerd was.

Dan zult u werkelijk Pinksteren kunnen vieren. Dan zijn alle christelijke feesten werkelijkheid voor u. Dan is Christus vóór u geboren, vóór u gestorven en opgestaan, maar ook UT u gekomen met Zijn Geest, opdat u in nieuwheid des Geestes zult opwassen tot alle volheid Gods.

Loofhuttenfeest

Dan trekken wij samen, jood en heiden, op naar het aller­grootste feest, het Loofhuttenfeest, het dankfeest van de oogst.

Dat is het grootste en meest vrolijke feest, waarop zelfs de oudjes weer jong worden. Te samen mogen wij daar naar toe leven.

Onze samenkomsten moeten daarop ook ingesteld zijn. Wij zijn een overwinnaars volk en wij zijn de generatie waarin alles geschieden zal wat de Heer voorzegt heeft.

Geestesdoop

Wij laten ons daarom niet meer opsluiten in kerkers, maar gaan de krijgsbazuin blazen. Door zo te doen, zullen wij de wereld rijp mogen maken voor de grote Geestesdoop, want zoals de wereld eens overdekt was met water (waterdoop ten tijde van Noach), zo zal de wereld eens overdekt zijn met de Geest Gods.

En dat gaat nu gebeuren. Het vleselijke leven heeft zijn volle bevrediging gevonden, alles wordt tot het maximum be­vredigd.

Nu komt de Geest aan de beurt, omdat de innerlijke hun­kering blijft en die kan alleen door Jezus bevredigd worden.

Antwoord

Zijn wij klaar om een antwoord te geven??

Heel de schepping zucht naar de openbaring van Jezus in u en mij!.’

 

Is uw geloof al beproefd door Gert Jan Doornink

“Hierna gebeurde het, dat God Abraham op de proef stelde… (Gen. 22:01). (Lees dit hoofdstuk verder tot en met vers 18).

Gods verbond met Abraham

Abraham neemt in de Bijbel een zeer bijzondere en belangrij­ke plaats in. In (Gen. 12:01-03) lezen wij over een machtig ver­bond dat God sloot met Abraham. Hij moest alles verlaten en gaan naar het land dat God hem zou aanwijzen. God beloofde dat Hij Abraham geweldig zou zegenen en ten zegen zou stel­len. Als in Genesis 17 dit verbond herhaald wordt, legt God vooral ook de nadruk op het feit dat dit verbond niet alleen voor Abraham persoonlijk was, maar ook zou doorwerken via zijn nageslacht. “Do zal mijn verbond oprichten tussen Mij en u en uw nageslacht in hun geslachten, tot een eeuwig verbond”. (Gen. 17:07).

Wij zijn kinderen van Abraham

Weet u wat nu zo geweldig is? Dat dit verbond ook geldt voor ons nieuwtestamentische christenen.’ Paulus beschrijft het duidelijk en uitvoerig in Galaten 3. Zij die uit het ge­loof zijn, zijn kinderen van Abraham, zegt vers 7. De belofte die God deed aan Abraham is ook voor ons: “En de Schrift, die tevoren zag, dat God de heidenen uit geloof rechtvaardigt, heeft tevoren aan Abraham het evangelie verkondigd: In u zullen alle volken gezegend worden. Zij, die uit het geloof zijn, worden dus gezegend tezamen met de gelovige Abraham”. (Gal. 03:08-09). “Indien gij nu van Christus zijt, dan zijt gij zaad van Abraham, en naar de belofte erfgenamen”(Gal. 05:29)

God stelt ons op de proef

Ieder kind van God is een erfgenaam en mag in het ge­loof aanspraak maken op de beloften van God. Ja, Gods Woord verklaart nadrukkelijk dat hoevele beloften Gods er ook zijn, in Hem (in Christus) is het Ja”(2 Kor. 01:20). Al Gods beloften zijn voor ons… maar dan zullen wij ook moe­ten voldoen aan de voorwaarden die God stelt om deze belof­ten in ontvangst te kunnen nemen. Wij zullen de Heer werke­lijk moeten volgen en een leven van geloof openbaar moeten maken.

Abrahams geloof werd op de proef gesteld, omdat hij een echte gelovige was. Ook ons geloof zal zo nu en dan op de proef gesteld worden als wij tenminste werkelijk geloof hebben. Daarom vermaant Paulus in (2 Kor. 15:05) “Stelt uzelf op de proef, of gij wel in het geloof zijt, onderzoekt uzelf. Of zijt gij niet zo zeker van uzelf, dat Jezus Christus in u is? Want anders zijt gij verwerpelijk”.

Abraham had gemeenschap met God

Abraham – de “vader der gelovigen” – kende een leven van diepe gemeenschap met God. Dat blijkt wel uit deze geschie­denis. God had een “vertrouwelijk gesprek” met hem. Hij ver­stond de stem van God.

Vele kinderen Gods hebben moeite met het verstaan van Gods stem. Ongehoorzaamheid en het niet bereid zijn de Heer volkomen te dienen, zijn vaak de oorzaken van het niet ver­staan van Gods sten. Toch zegt Gods Woord dat onze gemeen­schap is met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus (1 Joh. 01:05).

Als deze gemeenschap verwaarloosd wordt, kunnen wij ón­mogelijk Gods sten duidelijk verstaan, We gaan twijfelen en raken in verwarring. Daarom dient deze gemeenschap steeds weer opnieuw bevorderd te worden door gebed en on­der de leiding van Gods Geest de Bijbel te onderzoeken.

Abraham stond vroeg op

Toen God aan Abraham vroeg zijn zoon ten offer te bren­gen, zal er ongetwijfeld een schok door hem zijn heengegaan. Zou God, het allerliefste wat hij bezat, zijn enige zoon als offer vragen? Toch was hij gehoorzaam. Hij stond, vroeg op en trof voorbereidingen.

Reeds uit dit vroege opstaan bleek zijn gehoorzaamheid. Om iets goed te doen moeten we ons voorbereiden. Dat geldt voor de gewone dingen, maar ook voor de geestelijke dingen. Velen denken dat alles vanzelf gaat en laten alles aan het toeval over, als het de geestelijke dingen betreft. Uit deze levenshouding spreekt nonchalance. Het getuigt niet van een overge­geven leven.

Laten we Abraham ten voorbeeld nemen en laat zijn geloofs­leven ook ons inspireren ordelijk en correct te leven.

God ging met Abraham tot het uiterste

Genesis 22 vertelt ons geen bijzonderheden over de gedach­ten van Abraham. Wat zal er allemaal door hem heen zijn ge­gaan? ‘Maar wel lezen wij dat Abraham tot in alle onderdelen van Gods opdracht gehoorzaam was.

God ging met Abraham tot het uiterste. Pas toen Abraham zijn hand uitstrekte en het mes nam om zijn zoon te slachten, riep de Engel des Heren dat hij niets moest doen.

Als ons geloof beproefd wordt, zal God misschien ook tot het uiterste gaan, maar nooit zal Hij Zijn beloften breken!

Dat was ook de ware reden dat God Abrahams zoon niet aanvaardde als ‘offer. Lees wat er staat in (Heb. 11:17-19): “Door het geloof heeft Abraham, toen hij verzocht werd, Izak te ten offer gebracht, en hij, die de beloften aanvaard had, wil­de zijn enige zoon offeren, hij, tot wie gezegd was: Door Izak zal men van nageslacht van u spreken. Hij heeft overwogen dat God bij machte was hem zelfs uit de doden op te wekken, en daaruit heeft hij hem ook bij wijze van spreken teruggekregen”.

God wil geopenbaard zien wat wij geloven

De engel sprak: “Strek uw hand niet uit naar de jongen en doe hen niets, want nu weet ik, dat gij godvrezend zijt, en uw zoon, uw enige, Mij niet hebt onthouden”(Gen. 22:12).

Wist God dat dan niet? Natuurlijk wel. Hij weet wat er om gaat in het hart van ieder mens. Voor Hem is niets verborgen. Hij weet alle dingen, naar Hij wil graag geopenbaard zien, wat wij geloven’ God weet wat het beste voor ons is. Hij weet dat het nodig is dat ons geloof nu en dan eens op de proef ge­steld wordt.

Dat is niet gemakkelijk? Het is zwaar voor “het vlees”.

De “oude mens” zal protesteren. Maar heeft de ware Christen het oude leven niet begraven met Christus in het watergraf? En is het nieuwe leven van Christus niet in ons?

Als wij gehoorzaam zijn tijdens de beproeving zullen we ervaren dat de nieuwe mens groeit. En dit is uiteindelijk ook de bedoeling en de wil van God. Wij zullen volwassen Christenen moeten worden, die de “mannelijke rijpheid” hebben bereikt. (Efese 4).

God is liefde

Steeds weer blijkt – ook in deze geschiedenis – dat God een God van liefde is. Toen Abraham zijn zoon niet behoefde te offeren, voorzag God in een ander offer. Abraham zag plotseling een ram die met zijn horens verward was in het struikgewas. Deze gebruikte hij als brandoffer.

Abraham noemde die plaats: “De Here zal er in voorzien” (Gen. 22:14). Heeft dat geen wonderbare betekenis ook voor ons? Dikwijls als ons geloof beproefd wordt, zien wij er geen gat meer in. We denken dat de Heer ons probleem of situatie alleen kan oplossen op een bepaalde manier die wij zelf in gedachten hebben. Maar dat gebeurt meestal niet. Als de oplossing of uitkomst komt, blijkt God reeds lang voorzien te hebben in onze nood. Hij is een Helper, groot van kracht en steeds bereid ons te helpen, of het nu een geestelijke, lichamelijke of materiële nood betreft.

De zegen op de gehoorzaamheid

God zegent iedere gehoorzaamheid. Dat blijkt wel uit het feit dat de Engel van God weer gaat spreken tot Abraham, “omdat gij dit gedaan hebt”, “omdat gij naar Mijn stem gehoord hebt”. God herhaalt als het ware de belofte die Hij aan Abraham deed. Het is een geweldige belofte! Laten we die be­lofte nog eens onder de loep nemen want – nogmaals – Die belofte geldt ook voor ons, Gemeente van Jezus Christus!

1 – “Omdat gij dit gedaan hebt, en uw zoon, uw enige, Mij niet onthouden hebt, zal Ik u rijkelijk zegenen….” Als we ons leven volkomen aan de Heer hebben gegeven zal Hij ons rijkelijk zegenen. In ieder opzicht! Jezus heeft gezegd dat Hij gekomen is om Leven en overvloed te brengen. Maar dan zullen wij Hem ook volkomen moeten dienen, trant de ogen van God gaan over de gehele aarde, om krachtig bij te staan hen wier hart volkomen naar Hen uitgaat.(2 Kron. 16:09).

2 – “En uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren des hemels en als het zand aan de oever der zee….” Hebt u wel eens in een heldere winternacht naar de sterren­hemel gekeken? Kon u de sterren tellen? Neen, u zag steeds weer andere en nieuwe sterren. Zo ook aan het strand. De miljarden en miljarden zandkorrels zijn niet te tellen.

Zo zal het ook zijn net het “nageslacht van Abraham”. Maar al te gemakkelijk wordt, ook in onze dagen, gesproken over de “kleine minderheid” van Christenen. Maar denken we niet te klein van de grootheid van God en wat Hij kan doen? Na­tuurlijk weten wij dat velen de brede weg bewandelen en weinigen de smalle weg. Maar dat betekent nog niet dat wij geen grote dingen van Hem mogen verwachten.

Zeker voor deze /eindtijd geldt dat de Pinksterprofetie van Joel in vervulling gaat. God gaat van Zijn Geest uit­storten op alle vlees. Alle mensen krijgen nog eenmaal een kans zich tot Hem te bekeren. In Matteüs 24 zegt Jezus, sprekende over de eindtijdtekenen, dat het Evangelie van het Ko­ninkrijk Gods in de gehele wereld gepredikt zal worden. Zien wij dit niet in onze dagen voor onze ogen in vervulling gaan? En…..zijn u en ik daar niet bij betrokken!

De Heer werkt door Zijn Gemeente, waartoe alle ware (we­dergeboren) Christenen behoren. Hij wil nog vele mensen trekken uit de duisternis en brengen in Zijn wonderbare licht. Juist nu de zonde en de ongerechtigheid zulk een enorme omvang heeft aangenomen, zal de kracht en de liefde van Jezus zich manifesteren in de gelovigen en zullen velen uit satans nacht verlost worden, want…..Abrahams nage­slacht zal zeer talrijk worden!

3 – ‘.’…..En uw nageslacht zal de poort zijner vijanden in bezit nemen”. Vroeger waren de steden ommuurd. Er bevonden zich een aantal poorten in. Die poorten waren van groot en strategisch belang. Had de vijand de poort onder zijn contro­le of in bezit, dan had hij in feite de gehele stad. Uiter­aard heeft ook dit onderdeel van de belofte aan Abraham voor ons een diepe geestelijke betekenis. Ook wij mogen de poort van de vijand” in bezit nemen. Of deze poort nu bestaat uit zorg, vrees, twijfel, zonde of ziekte, wij hebben de macht ontvangen de vijand te weerstaan om te overwinnen. Jezus heeft gezegd: “Zie, Ik heb macht gegeven om op slangen en schorpioenen te treden en tegen de gehele legermacht van de vijand; en niets zal u enig kwaad doen” (Luc. 10:19)

De Gemeente van Christus heeft in de loop der eeuwen ve­le malen gefaald. In plaats van overwinning was daar altijd weer de nederlaag. Toch is het verbond wat God eens met Abraham sloot, overduidelijk. Wij mogen de poort van de vijand in bezit nemen. De eindtijdgemeente – althans die gelo­vigen die de Heer werkelijk volgen – zal een overwinnende Gemeente zijn.

Overwinnende Christenen

4 – “En met uw nageslacht zullen alle volken der aarde gezegend worden”. Juist als wij “overwinnende Christenen” zijn, als wij het leven van Abraham openbaren, als wij de be­proevingen doorstaan, wordt ook de wereld gezegend. Want dan ziet de wereld het beeld van Jezus in ons, en dat is het waar de wereld op wacht!

Een kind van God dat geen overwinning kent, zal ook niet beproefd worden. Immers hoe zal de Heer ons geloof beproeven, als wij geen geloof openbaren?

kennen wij dat leven van geloof, dat ook Paulus kende en waarvan hij getuigde op verschillende plaatsen, bijvoorbeeld (Gal. 02:20):”Ik leef door het geloof in de Zoon van God”.

Paulus vermaant echter, in (2 Kor. 13:05) onszelf op de proef te stellen, of wij wel in het geloof zijn. Laten wij ons wat minder met het geloof van anderen bemoeien en onszelf afvragen: Volg ik Jezus volkomen? Ben ik onder alle omstan­digheden gehoorzaam?

Dan gaat de Heer ook ons geloof beproeven. Als wij dan standhouden en gehoorzaam zijn, komen we zeer beslist ster­ker te staan in de geestelijke strijd. Onze geestelijke wortels gaan dieper de grond in en we zijn meer bruikbaar in dienst van de Meester!

 

Het Woord van God door H. J. Glasbergen

“Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten, tekenen en bedrieglijke wonderen, en met allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden. En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de leugen geloven”(2 Thess. 01:09-11).

Occultisme

De duivel komt als een engel des lichts en velen zullen verleid worden. Door een charmante mijnheer en juffrouw werd een aardig spelletje door middel van de tv in de huiskamers gebracht, voor groten en ook voor kinderen. Het spelletje met de dierenriem, een spel met de dood, erger dan vergif, en het werkt op lange termijn.

Enige tijd geleden bracht deze heer en dame die “ook niet beter weten”, voor miljoenen kijkers een stunt in de huiskamers, die elke wetenschap van de zwaartekracht be­lachelijk maakt.

Een hypnotiseur, zegt de wereld met een mooi woord, maar in werkelijkheid een dienstknecht van de duivel, zegt de Bijbel, vraagt een aantal amateurs, zo maar vrouwen en man­nen uit de pretzaal, zich te lenen voor zijn tovenarij. (Deut. 18:09-14).

Wat ‘gebeurt hier eigenlijk?, is de vraag. De spelers en speelsters moeten aan een doodgewone houten tafel gaan zitten, waar de tovenaar een kruis op tekent. De vorm van het kruis is altijd bij deze gelegenheden, een kruis met een cir­kel, het teken van de duivel. De medewerkers moeten hun vingertoppen losjes op de tafel laten fusten als zij aan de tafel zitten, hun gedachten concentreren op het kruis en geloven dat er iets gaat gebeuren, want zonder geloof ge­beurt er niets. Eén saboteur kan de zaak laten mislukken.

De tafel gaat niet direct zweven, er moet eerst gemeen­schap komen met de boze geesten. En dan gebeurt het wonder. De tafel blijft zo maar aan de vingertoppen van de medespe­lers hangen, tegen alle wetten in.

De gevolgen van deze gemeenschap met de boze ziet men niet direct. De demonen komen in de mens wonen en leiden het leven van deze. Vroeg of laat worden deze mensen door ziekte, ongevallen of zelfmoord vernietigd.

De duivel heeft maar één doel: de mens van God te schei­den en zo tot zijn slaaf te maken. Het spiritisme werkt net eender, maar dan in de duisternis: het kruis en de Bijbel op tafel en dan de geesten oproepen van de dierbare overlede­nen

Dan komt het grote bedrog: de gemeenschap met de demonen komt, doordat deze de stemmen nabootsen van de overledenen. Arme, misleide mensen, want doden horen en spreken niet. Heel deze gemeenschap is God een gruwel. De séances worden bezocht door mensen die zeggen in God te geloven, en ook nog dikwijls lid van een kerk zijn.

Satan gaat rond als een briesende leeuw

Petrus zegt in (Hand. 10:38) dat Jezus alle zieken genas die door de duivel overweldigd waren. Ziekte is het werk van de duivel. Als iemand gelooft dat ziekte van God komt, moet hij of hij niet naar de dokter gaan en medicijnen inne­men. Want dat is dan tegen Gods wil.

Petrus wist dat er maar één vijand was van de mens: de duivel. Dat hebben de kerken na 2000 jaar nog niet begrepen, ondanks alle theologie en wijsheid. Want dan zouden zij de zieken genezen en het geheim van het Koninkrijk Gods begre­pen hebben.

Met synodale en pauselijke uitspraken geneest de zieke niet. Honderden jaren lang is de mens geleerd dat deze een zondaar blijft tot zijn dood, waardoor satan vrij spel had over geest, ziel en lichaam. Indien het Christenvolk geleid was door herders naar Gods wil, zou. alles veel anders zijn.

God zegt in (Ex. 25:20-26): “Ho zal alle ziekten uit uw midden wegdoen”. Bus de ziekte was er. Jesaja 53 zegt dat met de komst van Jezus ook ons ziekteprobleem opgelost zou wor­den door de leugen – de duivel – te ontmaskeren.

De duivel bezit de meeste macht, daar waar Gods Woord verkracht wordt en ontkend als de waarheid en daar waar geen kennis en inzicht is. Paranormalen en andere normalen en abnormalen doen erg geheimzinnig en onzinnig en vertellen din­gen die al zo oud zijn als de mensheid. Argumenten, verward en verdraaid, en altijd negatief, nooit een oplossing voor de mens is dan het resultaat.

Gemeenschap met dierbare overledenen, gebeden tot gestor­ven heiligen, bloemen en brandende kaarsen op graven der overledenen, God wil het niet. Laat de doden hun doden begra­ven, zegt Jezus. Saul pleegde zelfmoord, na gemeenschap met een dode geest(1 Sam. 28:07-14; 1 Sam. 31:01-06).

De duivel is geen mythische figuur of een verzinsel, maar een realiteit, waar je met een universitaire wijsheid niets van begrijpt. Hij doet altijd zijn best on zich te verbergen, wat hem goed gelukt is in mensen die door hem overweldigd zijn en onwetend slaven zijn.

Waarzeggers, helderzienden, kwakzalvers, magnetiseurs, kruidendokters, zij komen met vroomheid en goedheid de mensen helpen, meestal tegen geld.

Zwarte magie, toverdokters, duivelspriesters, verdovende middelen, zij brengen ziekte, angst en zelfmoord. Maar de volksgezondheid en de geestelijkheid slapen rustig door

Een yoga-“professor” liet zich kruisigen en bleef twee dagen zonder bloedverlies aan het kruis, wat moet bewijzen dat de menselijke geest over het lichaam kan heersen. Voor ons echter een bewijs, dat als je dienstknecht van de duivel bent, je ook macht van hem krijgt om wonderen te doen.

Satan weet zich altijd te verbergen. Als Jezus een stomme geest uitdrijft, laat de duivel door zijn dienstknechten, de belachelijke beschuldiging maken dat Jezus door de duivel de boze geesten uitdrijft. (Luc. 11:14).

Jezus lacht niet om de duivel en erkent zijn macht. Hij noemt hem de overste der wereld. Hij gaat ook niet argumen­teren met de duivel, maar zegt: “Er staat geschreven….” (Matt. 04:01-11).     ,           .

De natuurlijke ‘mens-krijgt met alle wijsheid, der wereld geen inzicht in het rijk der duisternis en in het Koninkrijk Gods, het is voor hem verborgen. Elk mens moet de wetten van zijn land kennen die hem beschermen, maar de wetten in de on­zichtbare wereld zijn hen een raadsel, ook voor miljoenen zich noemende Christenen. Daarom zijn velen ziek en sterven voor hun tijd. De duivel is erg goed bevriend met mensen die “ook” aan Godsdienst doen. Relikwieën, heilige beelden dra­gen, het kruiskussen, voor beelden en beeldengroepen knie­len, gewijde voorwerpen, bezweringen, zegenen van voorwer­pen, beschermheiligen, etc. Het is afgoderij (Deut. 12:01-04). Het oude testament staat vol van deze afgoderij, waar ook de Joden zich mee besmetten. Er zijn nog vele andere vormen en voorwerpen te noemen waardoor er gemeenschap is met de dui­vel.

De haat der wereld

De grote haat gaat van de duivel uit, alweer via mensen, naar hen die de mensen voorlichten vanuit Gods Woord, hen die door Gods Geest zijn werken ontmaskeren en verbreken.

Ook in volle evangelie kringen zegt men soms dat je niet te veel aandacht moet schenken aan de duivel. Dat is nu precies zijn bedoeling, tiaar Jezus is onze Leraar. Hij was ge­zonden met de opdracht de werken van satan te openbaren en te verbreken en openlijk ten toon te stellen.

Dienstknechten van satan zijn vaak erg lieve en vrome men­sen, die net erg goed bedoelen. Erkennen deze mensen dat alleen het volmaakte offer van Jezus Christus en Zijn vergo­ten bloed ons reinigt van alle zonden? Erkennen deze, dat alleen door Hem en in Hem eeuwig leven is? Erkennen zij de Bijbel van kaft tot kaft als het Woord van God en gezagheb­bend? Erkennen zij dat alleen de wedergeboren mens uit de Heilige Geest het Koninkrijk Gods binnengaat? Zo niet, weet dan dat de zaak niet zuiver is, want Jezus Christus alleen is de Deur, de Weg, de Waarheid en het Leven. En buiten Hem is geen waarheid, hoe mooi en vroom het ook overgebracht wordt.

Hoeveel kinderen worden niet een prooi van de verleidelijke, onschuldig lijkende spelletjes, die voor de duivel, juist de toegang zijn om bezit te nemen van deze. De priester of dominee ziet er geen kwaad in: “Je moet niet overal spo­ken zien”.

Jezus zegt dat de duivel een leugenaar en een moordenaar is, met een miljoenenleger van slaven. Wij hebben een Geest van het zoonschap ontvangen, waardoor wij bidden: “Abba Va­der”, (Romeinen 8).

Deze alleen verrichten priesterdiensten in het heilige der heiligen en pleiten voor hen die hongeren en dorsten naar gerechtigheid. En zij zullen verzadigd worden. Wie zal uitverkorenen Gods beschuldigen?

Gij zult niemand Vader noemen, dan God alleen. Laat u ook geen leidslieden noemen, want één is uw Leidsman: Christus. (Matt. 25:09-11).

Laat u leiden door de Waarheid en niet door de leugen en gij zult leven hebben en overvloed.

 

In memoriam Jan Witvoet door Gert Jan Doornink

Op 61 jarige leeftijd nam de Heer tot zich in Zijn Heer­lijkheid, broeder Gerrit Jan Witvoet te Meppel. Uit de grote belangstelling voor de begrafenis op 5 april, die onder leiding stond van br. J. van Petegem uit Zwaagwesteinde, bleek welk een belangrijke plaats br. Jan Witvoet in de harten van velen had ingenomen.

Br. Witvoet was één van de pioniers van de Pinksterbe­weging in Meppel en groeide in de loop der jaren uit tot een belangrijke steunpilaar van de Pinkstergemeente “Sion”. Voorganger br. Henk Bosch verliest in hem zijn naaste mede­werker. Zijn vele talenten stelde hij alle in dienst van Gods Koninkrijk. Wij denken aan zijn subliem orgelspel en bovenal aan zijn vurige, dynamische prediking, waardoor hij ook in talrijke plaatsen buiten Meppel bekend werd en tot grote zegen was. Toch was waarschijnlijk zijn opvallendste eigen­schap wel de “trouw” die hij steeds betoonde. In de crisis­perioden van de gemeente bleef hij op de bres staan. Alleen reeds in dit opzicht zal hij een inspirerend voorbeeld voor velen blijven. Terecht was in het bericht van zijn heengaan (Matt. 25:21) als tekst opgenomen.      

 

Veilig in Gods hoede door J Noë

(Ps. 016:007-011):

“Ik prijs de Here, die mij raad heeft gegeven, zelfs bij nacht onderwijzen mij mijn nieren.

Ik stel mij de Here bestendig voor ogen; omdat Hij aan mijn rechterhand staat, wankel ik niet.

Daarom verheugt zich mijn hart en juicht mijn ziel, zelfs mijn vlees zal in veiligheid wonen; want Gij geeft mijn ziel niet prijs aan het do­denrijk, noch laat Gij uw gunstgenoot de groeve zien.

Gij maakt mij het pad des levens bekend; overvloed van vreugde is bij uw aangezicht, liefelijkheid is in uw rechterhand, voor eeu­wig. “

Kleinood

Lieve lezers! Deze hele psalm van David is een kleinood. Als opschrift van deze psalm staat: “Het zalig lot der vro­men”. Nu het zijn inderdaad woorden die je versterken. Zo zijn er zoveel van die psalmen. David was, hoewel hij onbe­grijpelijke dingen heeft gedaan, een man die God oprecht lief had en op Hem vertrouwde. Hij stelde zich de Here be­stendig voor ogen en luisterde naar Zijn stem. Hij wist, dat als Hij de Heer trouw bleef en Hem gehoorzaamde, de Heer hem terzijde zou. staan en hem niet zou. begeven en niet zou. ver­laten en zelfs zijn vlees in veiligheid zou. wonen.

Hij had dit ervaren en ik kan mij dan ook zo goed voor­stellen, dat zijn hart vol blijdschap was en zijn ziel juich­te. (Ps. 091:001-002) zegt; “Wie in de schuilplaats des Allerhoogsten is geze­ten, vernacht in de schaduw des Almachtigen.

Ik zeg tot de Here: Mijn toevlucht en mijn vesting, mijn God, op wie ik vertrouw”.

Overgave

Lieve lezers, we zullen ervaren in ons leven, dat als wij ons geheel en al aan Hem overgeven, (dus niets achterhouden), Hij ons koestert in Zijn liefde en dat Hij ons, zoals Zijn Woord zegt, in Christus alle dingen zal schenken. (Rom. 08:32).

Er is lente in de ziel, welke verbinding met God heeft. Dat heerlijke, nieuwe leven, doorstroomt je dan met kracht, vervult je hart met blijdschap en doet je volharden in alle beproevingen.

Als er twijfel en angst is in ons hart en wij onzeker zijn door gebrek aan geloof en wij ons door allerlei omstan­digheden laten beïnvloeden, (dat wil zeggen, wij wandelen dus niet in geloof, maar in aanschouwen), dan is terecht voor ons van toepassing wat Salomo zegt in (Spr. 24:10):

“Betoont gij u slap ten dage der benauwdheid, dan komt uw kracht in het nauw”. (Spr. 25:26);

“Een troebel gemaakte fontein en een verontreinigde bron, zo is de rechtvaardige die voor de goddeloze wankelt”.

Nu, dat zijn rake woorden. Als ons hart in vol geloof en vertrouwen op de Heer gericht is, dan kunnen wij beamen, wat in (Jes. 50:15) staat: “In stilheid en vertrouwen zal uw sterkte zijn”.

Jezus was steeds in volkomen verbinding met de Vader en Hij wist, dat bij alles wat Hij zei en deed, de vader er achter stond.

De discipelen ontvingen deze kracht Gods eveneens door de Heilige Geest en zo moet het ook met ons zijn. Jezus zegt bij de opwekking van Lazarus:

“Heb Ik u niet gezegd, dat gij, indien gij gelooft, de heerlijkheid Gods zult zien”.

Dat is dus niet alleen wat ons persoonlijk betreft, maar ook wat wij onder de leiding van de Heilige Geest doorgeven aan anderen.

Ik eindig nu met (2 Petr. 01:03-11)

“Zijn goddelijke kracht immers heeft ons met alles, wat tot leven en godsvrucht strekt, begiftigd door de ken­nis van Hem, die ons geroepen heeft door zijn heerlijk­heid en macht; door deze zijn wij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd, opdat gij daardoor deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur, ontkomen aan het ver­derf, dat door de begeerte in de wereld heerst.

Maar schraagt om deze reden met betoon van alle ijver door uw geloof de deugd, door de deugd de kennis, door de kennis de zelfbeheersing, door de zelfbeheersing de volharding, door de volharding de godsvrucht, door de godsvrucht de broederliefde en door de broederliefde de liefde (jegens allen).

Want als deze dingen bij u aanwezig zijn en overvloedig worden, laten zij u niet zonder werk of vrucht voor de kennis van onze Here Jezus Christus. Want bij wie zij niet zijn, die is verblind in zijn bijziendheid, daar hij de reiniging van zijn vroegere zonden heeft vergeten. Beijvert u daarom des te meer, broeders, om uw roeping en verkiezing te bevestigen; want als gij dit doet, zult gij nimmer struikelen.

Want zó zal u rijkelijk worden verleend de toegang tot het eeuwige Koninkrijk van onze Here en Heiland, Jezus Christus”.

“Laat ons oog alleen gericht zijn op Jezus, de Leidsman en Voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke vóór Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet ach­tende en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods” (Heb. 12:02).

 

Het Levend water gedicht door Judith Jacobs

(Ontmoeting bij de bron)

Zij was van ver gekomen,

Opdat zij bij de bron –

Het water kon gaan scheppen,

Haar kruik weer vullen kon.

 

En Jezus zag haar komen

Hij kende haar gemoed;

Haar leven, door de zonde,

Was welhaast leeg gebloed.

 

Hij vroeg een kleine laaf’nis,

Een teug voor lichaamsdorst;

Zijn ogen hadden daarbij

Haar geest en ziel doorvorst.

 

Daar bij de bron van Sichar,

In een simpel dorpstaf’reel,

Kwam een keerpunt in dat leven

Jezus vulde het geheel!

 

Zij heeft niet kunnen zwijgen:

Het verhaal ging in het rond;

Als een stroom van levend water

Vloeiden woorden uit haar mond.

 

Heer, ’k weet, dat ‘k steeds mag komen,

Ondanks alle schuld en scha;

Bron des Levens: onuitputt’lijk –

Is uw liefde en gena.

(Joh. 07:38; Joh. 04:04-30).

 

1973.02-03 nr. 145

 

Levend geloof 1973.02-03 nr. 145

Is geluk te koop

“Met geld is alles te koop”. Een bekend gezegde, waarmee men duidelijk wil maken dat, als men maar voldoende geld heeft de mogelijkheden on­begrensd zijn. Maar geluk is niet te koop! Misschien wel het schijngeluk wat de wereld biedt, naar dat gaat alles voorbij. Met de dood is immers alles uit. Er is een ander geluk. Het werkelijke geluk, dat geen einde heeft, omdat het zijn voedings­bron vindt in God, de Schepper van hemel en aarde.

Dit ware geluk is niet te koop’ Het is geheel gratis verkrijgbaar!!! Het wordt u aangeboden door de leven­de God. Hij zond Zijn Zoon, Jezus Christus, naar deze wereld, om de mensen werkelijk gelukkig te maken!

Wie in Hem gelooft, zal niet verloren gaan, maar eeuwig leven ontvangen! “Wie Jezus heeft, hééft het leven!” Jezus kwam om leven en overvloed te brengen! Ook voor u!

Vertrouw uw leven Hem toe! Geloof dat Hij ook voor u satan heeft overwonnen en alle dingen nieuw wil maken!

Bedenk echter wel dat Gods liefdesaanbod om Zijn Zoon te aan­vaarden, en daardoor het nieuwe leven in Christus deelach­tig te worden, weliswaar geheel gratis is…….maar niet altijd doorgaat.

Het is nu nog genadetijd! U leeft nog op deze wereld. Maar spoedig kan dit voorbij zijn. Dan is het “te laat”! Aanvaard Hem daarom nu. Buig uw knieën en bid: “Hemelse Vader, Ik wil op dit ogenblik mijn zonden be­lijden en geloven dat Uw Zoon ze gedragen heeft aan het kruis van Golgotha. Ik wil een nieuw leven begin­nen en geloven dat Gij nu komt wonen in mijn hart. Ik aanvaard u nu als mijn Verlosser en Bevrijder en weet dat ik een kind van God geworden ben en eeuwig leven heb ontvangen. Help mij op de nieuwe weg een getrouw getuige van U te zijn en vul mij met Uw Geest. Amen”.

 

De kracht Gods door J. Noë

Lieve lezers! God wijst ons de weg hoe wij Zijn kracht kunnen ervaren, namelijk

1 – Door Zijn Woord.

2 – Door het Bloed.

3 – Door de Heilige Geest.

4 – Door de wonderbare Naam van Jezus.

Dit alles houdt nauw verband met elkaar. Ik zal nu in het kort deze onderwerpen gaan behandelen.

De kracht van het woord

(Jes. 55:11)

“Alzo zal Mijn Woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn: het zal niet ledig tot Mij wederkeren maar het zal doen wat Mij behaagt en dat vol­brengen, waartoe Ik het zend”,

(Luc. 01:37)

“Want geen Woord dat van God komt, zal krachteloos wezen”.

Dit geldt zowel voor het gesproken als het geschreven Woord. Let wel op, het betreft zowel de zegen, die we van God zullen ontvangen, als wij geloven in Zijn Woord en daar­naar nauwgezet handelen, als ook de duisternis, waarin wij terechtkomen, als wij dat niet doen. In het Oude Testament kunnen wij dat, wat Israël betreft, duidelijk, lezen en in het Nieuwe Testament laten de woorden en daden van Jezus en Zijn discipelen aan duidelijkheid niets te wensen over. Hoe wonderbaar zijn de woorden die aan (Jes. 55:11) voorafgaan, na­melijk in (Jes. 55:10):

“Want zoals de regen en de sneeuw van de hemel neerdaalt en daarheen niet weerkeert maar doorvochtigt eerst de aarde en maakt haar vrucht­baar en doet haar uitspruiten en geeft zaad aan de zaaier en brood aan de eter, alzo zal Mijn Woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn”.

Wat een machtige vergelijking. Wat God zegt gebeurt onherroepelijk, het zal volbrengen waartoe Hij het zendt,’ zo­wel wat Zijn woorden in het Oude- en Nieuwe Testament be­treft, als wat Hij door de profeten heden ten dage zegt.

God sprak bij de schepping en het was er. God sprak tot Israël en het gebeurde, dingen die het menselijk verstand te boven gaan. God sprak door de engel Gabriël tot Maria, dat zij door de kracht van de Heilige Geest een zoon zou krijgen en Maria zeide: “Mij geschiedde naar Uw woord”.

Toen Jezus door de Heilige Geest naar de woestijn werd geleid om verzocht te worden door de duivel, verwees Hij de duivel naar het Woord. Jezus geloofde in datgene wat Zijn Vader gezegd had en handelde daarnaar. Jezus sprak door de Geest geleid en tekenen en wonderen gebeurden, duivelen werden uitgeworpen, zieken werden genezen, doden opgewekt, de natuur bedwongen, enz.

Denk ook eens aan de wonderbare visvangst, waarbij Petrus zei: “Maar op Uw woord zal ik de netten uitzetten”, en het wonder gebeurde. Jezus sprak over nieuwe geestelijke wet­ten, waaraan wij moeten voldoen om het Koninkrijk Gods deel­achtig te kunnen worden. Denk maar eens aan de Bergrede in Matteüs 5,6 en 7.

Al deze woorden van Jezus moeten een realiteit in ons worden. Zalig die het woord Gods horen en bewaren. (Luc. 11:28). Jezus zegt aan het slot van Zijn Bergrede (Matt. 07:24-27); tweeërlei fundament:

“Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots. En de regen viel neer en de stromen kwamen en de winden waaiden en stortten zich op dat huis, en het viel niet in, want het was-op de rots gegrond­vest. En een ieder, die deze mijn woorden hoort en ze niet doet, zal gelijken op een dwaas man, die zijn huis bouwde op het zand. En de regen viel neer en de stromen kwamen en de winden waaiden en sloegen tegen dat huis, en het viel in, en zijn val was groot”.

Verder zegt Jezus in (Joh. 05:24) “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie mijn woord hoort en Hem gelooft, die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, want hij is overgegaan uit de dood in het leven”.

En in (Joh. 15:07) “Indien gij in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u geworden”.

Dit geldt dus voor alles, wat Jezus Zijn discipelen en ons geleerd en geboden heeft, dus ook wat de bevrijding van machten, gebondenheden, en genezing betreft. “Leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb”(Matt. 28:19b).

Ik eindig nu dit deel met de woorden van Paulus in (Rom. 01:16):

“Want ik schaam mij het evangelie niet. Want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft”!

De kracht van het bloed

Het bloed neemt in Gods Woord wel een zeer belangrijke plaats in. In het bloed zit de ziel, het leven, en daarom is het zo waardevol, zo uiterst belangrijk.

God laat ons in Zijn Woord zien dat alleen door het uit­storten van het bloed, door middel van een offer, er moest dus een leven geofferd worden, toenadering tot Hem mogelijk is. In het Oude Testament was het door het offeren van die­ren; in het Nieuwe Testament was het Jezus als Lam Gods, het offer. Het bloed van Jezus werd uitgestort, dus Hij heeft Zijn leven gegeven.

1 – Tot verzoening en reiniging van onze zonden, betreft de oude mens.

2 – Tot heiliging en vereniging met God, betreft de nieuwe mens.

3 – Tot bevrijding van en overwinning op satan.

Ik heb hierover reeds uitvoerig geschreven in het april/ meinummer in 1967. Ik wil echter op de volgende Schriftgedeelten nog de aandacht vestigen:

  1. Wat de vereniging met de Vader betreft: (Joh. 06:53-57):

Jezus dan zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij gij het vlees van de Zoon des mensen eet en zijn bloed drinkt, hebt gij geen le­ven in uzelf. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem opwek­ken ten jongste dage. Want mijn vlees is ware spij s en mijn bloed is ware drank. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem” Gelijk de levende Vader Mij gezonden heeft en Ik leef door de Vader, zo zal ook hij, die Mij eet, leven door Mij”.

(Heb. 10:19-22):

“Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid be­zitten om in te gaan in het heiligdom door het bloed, van Jezus, langs de nieuwe en levende weg, die Hij ons ingewijd heeft, door het voorhangsel, dat is, zijn vlees, en wij een grote priester over het huis Gods hebben, laten wij toetreden met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des ge­loofs, met een hart, dat door besprenging gezui­verd is van besef van kwaad, en met een lichaam, dat gewassen is met zuiver water”.

  1. Wat bevrijding van en overwinning op satan en zijn trawanten betreft:

(1 Petr. 01:18-19); buiten het reeds aangehaalde Johannes 6: “…..Wetende, dat gij niet met vergankelijke dingen , zilver of goud, zijt vrijgekocht van uw ijdele wandel, die u van de vaderen overgeleverd is, maar met het kostbare bloed van Christus, als van een onberispelijk en vlekkeloos lam”. (Openb. 05:09-10):

“En zij zongen een nieuw gezang, zeggende: Gij zijt waardig de boekrol te nemen en haar zegels te openen; want Gij zijt geslacht en Gij hebt hen voor God gekocht met uw bloed, uit elke stam en taal en volk en natie; en Gij hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters, en zij zullen als koningen heersen op de aarde”.

Wij zijn dus door het bloed van Jezus vrijgekocht van de macht van satan. Wij zijn dus, door en in Christus, het eigen­dom geworden van God de Vader. Halleluja!

Jezus heeft door Zijn offer de overheden en machten ont­wapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezege­vierd. (Kol. 02:15). Dus het is voor ons volbracht. Wij moeten dus strijden de goede strijd des geloofs en volharden in het geloof.

“Zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis en zij hebben hun leven niet liefgehad tot in de dood” (Openb. 12:11).

Daar is kracht, kracht, wonderbare kracht, in het dierba­re bloed van het Lam!!!

De kracht van de Geest

Door de doop met de Heilige Geest ontvangen wij de Godde­lijke kracht, doordat wij deel hebben gekregen aan de Godde­lijke natuur. (Rom. 08:16) zegt; “Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn”. Jezus zegt in Handelingen 1: “Gij zult kracht ontvangen, als de Heilige Geest ever u komt en gij zult Mijn getuigen zijn”.

Dat wil dus zeggen – zoals reeds gezegd onder ‘de kracht van het Woord’ – al de tekenen en wonderen, welke Jezus ge­daan heeft na de doop met de Heilige Geest dus, de werken des duivels verbreken, zullen wij ook doen. Als Jezus in ons hart woont, getuigt Hij van Zichzelf in ons. Jezus zegt: “In­dien gij gelooft, de werken die Ik doe, gij zult ze ook doen, en nog grotere dan deze”.

(Rom. 08:11):”En indien de Geest van Hem, die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in u woont, dan zal Hij, die Christus Jezus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke li­chamen levend maken door Zijn Geest, die in u woont”.

Deze Geest geeft niet alleen kracht over de machten, die onze eigen ziel, geest, gedachten en lichaam aanvallen, te. weerstaan, maar ook – zoals reeds gezegd – om anderen te bevrijden en te genezen. De Geestesgaven, 1 Korinthe 12 en 14, gaan functioneren en de vrucht van de Geest wordt zicht­baar, Galaten 5.

4 – De kracht van de wonderbare naam van Jezus

a – Verbinding met de Vader

Het Johannes-evangelie is een wonderbaar evangelie en schrijft over deze materie zeer uitvoerig. In (Joh. 14:06-07) zegt Jezus:

“Ik ben de weg en de waarheid en het leven; nie­mand komt tot de Vader dan door Mij. Indien gij Mij kendet, zoudt gij ook mijn Vader gekend hebben. Van nu aan kent gij Hem en hebt gij Hem gezien”…

Als wij handelen naar de wil van God, zal Hij in Christus ons alle dingen schenken. (Rom. 08:32)

“…..Want Ik ga tot de Vader; en wat gij ook vraagt in mijn naam, Ik zal het doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt worde. Indien gij Mij iets vraagt in  Mijn naam, Ik zal het doen”.

(Joh. 16:23-24) “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, als gij de Vader om iets bidt, zal Hij het u geven in mijn naam. Tot nog toe hebt gij niet om iets gebeden in mijn naam; bidt en gij zult ontvangen, opdat uw blijd­schap vervuld zij”.

b – In de naam van Jezus moeten alle duistere machten wijken

Jezus zegt in (Matt. 28:19a-20b):

“Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde …… Ik ben met u al de dagen tot aan de volein­ding der wereld.”

Is dit niet wonderbaar?! Die Naam van Jezus, de grote overwinnaar, doet alle machten sidderen en de met de Geest vervulde kinderen Gods mogen deze Naam dus met autoriteit gebruiken. Daarom zegt Jezus in (Mark. 16:17-18):

“Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen zij boze geesten uit­drijven, in nieuwe tongen zullen zij spreken, slan­gen zullen zij opnemen, en zelfs indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade doen; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden”.

En nu wil ik eindigen met hetgeen in (Filip. 02:10-11) staat:

Opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, en alle tong zou belijden: Jezus Christus is Here, tot eer van God de Vader”! Amen!!

 

Het woord van God door H. J. Glasbergen

“Al ware het, dat ik profetische gaven had, en alle geheimenissen en alles, wat te weten is, wist, en al het geloof had, zodat ik bergen verzette, maar had de liefde niet, ik ware niets”(1 Kor. 13:02).

De liefde van Jezus Christus zoekt zichzelf niet, zij is blij met de waarheid, alles bedekt zij, alles verdraagt zij, zegt 1 Korinthe 13. Wij spreken echter meer over kennis en in­zichten, dan over de liefde. Wij doen liever gewichtig om in­druk te maken, dan eenvoudig liefde te betonen.

Als de wereld zich hieraan schuldig maakt, wijzen wij met de vinger, terwijl Gods Woord ons leert: een ieder onder- zoeke zichzelf. De liefde praalt niet, zij is niet opgebla­zen, zij kwetst niemands gevoel, zij is niet blij met de ongerechtigheid.

Hoeveel mensen willen in onze dagen de maatschappij niet veranderen, maar er verandert niets. Een droeve zaak zonder uitzicht voor de natuurlijke mens.

Elke pop-, beat-, protest- en liedjeszanger, elke betaal­de grapjas hebben hun “boodschap” gezongen, en gezegd, met een vloek en schuttingwoord, maar er verandert niets bij hun. Grote, holle, lege woorden, arm en leeg en onwaarachtig, ge­sproken door mensen, die in feite niets te zeggen hebben.

De laatste taboes zijn opgeruimd, wij leven in vrijheid en het slavenleger wordt steeds groter. De wereld schreeuwt om vrede, een ieder wil zijn “vrede” opleggen aan de ander en de haat wordt steeds groter. De maskers zijn even af geweest, maar het carnaval gaat weer door en die het hardst schreeuwt heeft gelijk.

De leugenmachten die als engelen des lichts en des vredes komen, blijken vol haat te zijn, als-zij openbaar worden. Nixon is gekruisigd, onze kinderen van 10 tot 16 jaar mogen of moeten, “Nixon moordenaar” roepen en met rookbommetjes gooien. Beroepsbetogers laten hun dienstknechten met spandoeken en borden lopen. Velen lopen met een bord voor hun hoofd, zelfs de kerken trekken mee net de karavaan, van wie? Wij weten pasklaar de oplossing voor Vietnam, Zuid Afri­ka, het negervraagstuk in Amerika; wij hebben een Angola- en een Griekenlandcomité, naar onze eigen problemen kunnen wij niet oplossen, wij hebben het zo druk met de ander.

Een onregeerbaar land, het onderwijs in handen van de re­bellie en lezers van het “rode boekje”, die betogen met van haat verwrongen gezichten, opgehitst door volksmenners. Dat is dan een beeld van de kruideniersgeest in Nederland.

Vrede met God

Wie wil een vredebrenger zijn buiten God om? Hij is onze Vredevorst. Hij die zegt: “Mijn vrede geef Ik u, niet gelijk de wereld die geeft”. De honden huilen en, als je niet mee­huilt ben je een schizofreen. Zou er onder de betogende massa een procent zijn geweest die dezelfde bewogenheid en liefde had als Jezus Christus? De vraag is niet of er men­sen bij waren die lid zijn van een kerk. Maar zo die liefde er niet was, wie vertegenwoordigen zij dan wel? De natuurlijke mens wil in een vrede geloven die nooit zal komen, want een ieder wil zijn vrede op zijn voorwaarde.

De mens zelf moet veranderen door de enige absolute waarheid: Jezus Christus. Heel de wereld ligt in de macht van de boze, de leugen die altijd harder schreeuwt dan de waarheid, die altijd op de eerste rij te vinden is. Geen zeven wereldgodsdiensten, geen wereldraad van kerken, geen wijsheid of wetenschap kunnen vrede brengen. Alleen de we­dergeboren mens, geboren uit Gods Geest en de menselijke geest, kan een vredebrenger zijn. Die brengt liefde, blijd­schap, vrede en gerechtigheid.

Duizenden jonge mensen worden vernietigd door drugs, duizenden levens afgesneden .door abortus, dagelijks ver­moorden mensen elkaar, en dit in ons eigen land, het land van de struisvogels. Als je de aandacht van je zelf wilt afleiden, moet je naar de ander wijzen. Lees de krant, zie film en tv, leg de open Bijbel daarnaast en ontdek dat alles wat gebeurd, is al werd, voorzegt. De kerken zwijgen in alle talen en het volk wordt misleid door klatergoud. De wetteloosheid neemt toe, Jesaja 5 is angstig dichtbij. Hoog­leraren lopen weg en het gezag wordt belachelijk gemaakt en ieder draaft voor zijn eigen huis.

Golda Meïr, op bezoek bij de paus, vraagt zich af hoeveel miljoenen Joden en anderen, in de naam van het kruis, ver­nietigd zijn. Het decadente West-Europa, uitgehold door im­moraliteit en zedeloosheid, is een prooi voor de machten : der duisternis. Nederland is in alle onderdelen van het maatschappelijk en geestelijk leven verscheurd en wij laten ons knechten omdat wij. de liefde niet bezitten, om de ander uitnemender te achten dan onszelf. Geen kerk of sacrament of leer van mensen kan hier verandering in brengen, alleen bekering tot de levende God, terug naar het Woord van God, de Waarheid.

De waarheid

Het Woord van God en de Heilige Geest is de enige autoriteit in de Kerk, Gemeente, van Jezus Christus en de enigste waarborg voor een gelukkige toekomst voor onze jeugd, die kunnen demonstreren, zonder spandoeken, hoe het wel moet. Hij alleen Jezus de Christus, waarvan Petrus sprak: “Wie heeft woorden van eeuwig leven, dan U alleen.’”.

Dit volk zal wandelen in gerechtigheid en heiligheid, niet later, maar nu in deze verloren wereld. Wij steken geen gebalde vuist omhoog, maar wel een vinger: Jezus alleen, één weg, Hij heeft het laatste woord en is het woord. Hij al­leen heeft recht op de mens, Hij gaf Zijn bloed voor een we­reld verloren in schuld. In Zijn Naam zeggen wij: Geef terug wat geroofd is uit Zijn hand.

Wij sluiten geen compromis en zoeken geen eenheid ten koste van de waarheid. Het Koninkrijk Gods is niet deelbaar, en wij zullen niet zwijgen of ophouden aan de gevangenisdeu­ren te schudden. Er is nog veel land overgebleven om in be­zit te nemen zegt (Joz. 13:02). Wij zullen dit beloofde land in bezit nemen voor koning Jezus. Paulus spreekt over het overwinningsleven in de brief aan de Efeziërs, in de hoofdstukken 2, 3 en 4.

Er is maar één evangelie en dat is niet naar de mens, daarom zegt Paulus: Ik wil geen mensen behagen, dan God al­leen. Dit evangelie van het Koninkrijk Gods breekt uit naar alle kanten, een evangelie vol van heil en blijdschap, lief­de en vrede. De kerken zijn moe gestreden en zoeken steun in een soort eenheid, met een aangepast evangelie, voor ieder is er wel wat. Wij hebben geen behoefte ons af te zetten te­gen wie dan ook, maar wij zullen niet zwijgen, omdat wij niet mogen en kunnen zwijgen. Laat je behouden uit dit ver­keerde geslacht, laat je zondige leven reinigen door Zijn bloed, laat je zieke geest en lichaam genezen door Zijn God­delijke kracht. Hij is niet veranderd en Zijn arm is niet verkort. De boom blijft liggen waar hij valt, er is geen la­ter. Laat je de weg wijzen die goed is – Een weg – niet door blinde wegwijzers waarvoor Jezus gewaarschuwd heeft. (Matt. 25:16; Matt. 23:36). Vele theologen verkrachten het Woord van God en maken het krachteloos tot een dode vormendienst.

Nieuw leven door Jezus alleen

Laat Jezus toe in je leven, in je kapotte huwelijk, in je verdriet of problemen. Hij roept ook u. Laat je geen naamknarton opspelden. Dat hoeft voor God geen enkele waarde, Hij weet wat in ons is. (Ps. 139:001-012).

Wij weten waarvan wij spreken en getuigen van wat God heeft gedaan in ons leven. En dat wil Hij voor iedereen doen ook voor u.

Laat je niet langer op een dood spoor zetten, waar geen leven is, maar laat je tot nieuw leven door Hem die zegt: Ik maak alle dingen nieuw.

Als Hij komt om Zijn Gemeente te halen, die niet vuil, on­rein en vol zonde zal zijn, want die zullen achterblijven, maar deze zal zijn zonder vlek of rimpel, met witte klede­ren, gekocht en betaald.(1 Kor. 06:19).

“Zo blijven dan geloof, hoop en liefde, maar de meeste is…..de liefde’”. God heeft u een wil gegeven om te kie­zen. Kies dan heden, wie u wilt dienen!

 

Het fundament Bijbelstudie over de zeven fundamentstenen door A. Brasz

Bekering van dode werken. Hebreeën 6.

De weg die God wijst, cm te komen tot een volmaakt bouw­werk in Hem, een tempel van de Heilige Geest.

Zoals wij in de vorige Bijbelstudie reeds gezien hebben, wil Hij u volwassen, mondig hebben, opdat u de gehele erfe­nis deelachtig kunt worden. En Hij geeft daartoe Zijn voor­waarden, namelijk bouwen op de Rots Christus Jezus met fundamentstenen, zeven stuks in getal. Zeven, de volheid Gods.

De eerste steen, bekering van dode werken, komt niet pas voor in het Nieuwe Testament, maar wij vinden deze basis­steen door de gehele Bijbel.

Vele profeten moesten keer op keer van Godswege het volk vermanen: Bekeert u! Keer op keer werd dit gezegd,…..niet tegen de heidenen in de eerste plaats, maar tegen het ver­bondsvolk. En keer op keer was dat volk op de tenen getrapt, met dat bekeert u……. Ze doodden er zelfs de profe­ten Gods om.

Vindt u dat ergens terug, die gepikeerdheid als er over bekering gesproken wordt? Is het niet zoals Salomo zei: “Er is niets nieuws onder de zon”

Als God in het Oude Testament komt om Zijn volk te bevrij­den, mag Mozes het symbool van de Verlosser zijn. “Bekeert u”, dit is: “verlaat Egypte”. “Laat u dopen”, dit is “de door­tocht door de Rode zee”. “En gij zult de gave des Geestes ont­vangen”, dit is “de doop in de wolk van Gods heerlijkheid, daarna eerst het land van belofte betreden”.

God is een God van orde, niet van wanorde; van vrijheid, doch niet van bandeloosheid. Daarom wil Hij ons niet in het onzekere laten. Hij gaf ons in Zijn Woord vele malen op on­dubbelzinnige wijze te kennen wat Hij wil.

Wij zullen enkele teksten opslaan:

(Matt. 18:03): “Voorwaar, Ik zeg u, wanneer gij u niet bekeert en wordt als de kinderen, zult gij het Koninkrijk der hemelen voorzeker niet binnengaan”.

(Mark. 01:15) “De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods is nabij gekomen. Bekeert u en gelooft het Evangelie”

(Hand. 03:16): “Komt dan tot berouw en bekering, opdat uw zon­den uitgedelgd worden, opdat er tijden van vera­deming mogen komen”.

(Hand. 06:18): “Om hun ogen te openen ter bekering uit de duisternis tot het licht en van de macht van sa­tan tot God, opdat zij vergeving van zonden en een erfdeel onder de geheiligden zouden ontvan­gen, door het geloof in Mij”.

Bekering is een overgave van uw gehele hart en leven aan Christus, nadat u uw zonden eerlijk beleden, en daardoor vergiffenis ontvangen hebt.

De wedergeboorte betekent de aanneming van Gods zijde en het binnen komen van Jezus in uw gereinigd hart.

Van uw zijde geschiedt de vrijwillige overgave. Van Gods zijde de zalige intocht van de Geest Gods in uw ziel.

Een nieuw leven breekt voor u aan, het leven met Christus verborgen in God. U begeert niets anders dan Gods wil te doen en begint in het geloof uw zaken, uw leven, te ordenen, en te bidden om kracht, opdat u de Heer in alles welbehaaglijk kunt zijn.

Dit is maar een zwakke beschrijving van bekering en weder­geboorte. De diepte ervan is niet onder woorden te brengen, omdat de werking van de Heilige Geest aan een zondaarshart doorleeft moet worden, wil men verstaan de diepe aandoening die je doortrilt in die uren. En dit is van zulk een heili­ge intensheid, dat het nimmer onder woorden gebracht kan wor­den.

Wij lezen (Luc. 15:11-24). Wat hier voor vandaag bovenuit steekt is,…… de daad van de mens: “En hij stond op en keerde naar zijn vader terug”, en wat de vader er op zegt: “Mijn zoon was dood, en hij is weer levend geworden”.

Velen is ons zo verwarde land, vinden bekering zo’n hope­loos ouderwets begrip, zo ouderwets dat je het niet meer kunt gebruiken. Totaal uit de tijd zeggen zij. Anderen vinden dat bekering alleen voor uitverkorenen is weggelegd, “Het moet je krachtdadig gegeven worden, want anders is het niet echt”, zeggen deze’. .

Wat betekent het volgens Gods Woord, de Bijbel? Niets an­ders dan…….opstaan en naar de Vader gaan. Bekering is ja zeggen tegen God. Het is een zich omdraaien op de oude weg, nu naar Hem toe, en Hem aanspreken in gebed,…..”Vader, ik heb gezondigd……”

Dit moet de mens altijd zelf doen. U moet zich zelf beke­ren. Omkeren.

Wat de Vader dan doet? Hij wordt met ontferming over ons bewogen. Hij komt ons tegemoet in Zijn Zoon, Jezus Christus, die HIJ ons geeft als geschenk, gave, om onze persoonlijke Verlosser te zijn. Hij haalt ons binnen in Zijn Koninkrijk en dan wordt het feest. Groot feest. Wij ontvangen het beste kleed: Gods heil en gerechtigheid (Jes. 61:10). Wij ontvangen de zegelring, met het zegel van de Heilige Geest (Ef. 01:13). De schoen die wij aankrijgen, brengt de bereidheid om van Hem te getuigen (Ef. 06:16). Hij geeft ons zonder verwijt (Jak. 01:05), in volle blijdschap.

Het jawoord van God is onze wedergeboorte.

Sommige bekeerden weten dat hun zonden vergeven zijn, doch weinigen verstaan dat zij er ook van verlost zijn. Zij zitten nog zo vast aan het vlees, aan sommige verkeerde gewoonten, aan hoogmoed, aan wrok, aan zelfzucht           en vult u het zelf maar verder in. Ze zijn nog gebonden met grafdoeken.

Graf doeken??….. Wij lezen in (Joh. 11:44) als de overleden en reeds begraven Lazarus op het bevel van Jezus naar buiten komt: “De gestorvene kwam naar buiten, de voeten en de han­den gebonden met grafdoeken, en er was een zweetdoek om zijn gelaat gebonden. Jezus zeide tot hem: Maakt hem los en laat hem heengaan”.

Eerst als wij losgemaakt zijn van ons zondige ik, kunnen wij pas heengaan om te getuigen van Jezus. Enkelen menen hieruit te moeten concluderen dat iedereen die zich bekeert, nog vrij­gemaakt moet worden van bindingen. Dit klopt niet. Alleen wanneer een mens demonisch gebonden is, moet hij vrijgemaakt worden in de Naam van Jezus. (Mark. 16:16): “Werpt duivelen uit”. Maar iemand die bezeten is door demonische machten, is zo geketend dat hij zich vaak niet bekeren kan, en alleen nog in zijn angst – een noodschrei – om hulp kan roepen. Denk aan de bezetenen van Gardara.

Hoe zit het dan met degenen die zich waarachtig bekeer­den? Zijn zij ook werkelijk verlost?

(Matt. 12:29): “Hoe kan iemand het huis van de sterke, sa­tan, binnengaan en zijn huisraad roven, als hij niet eerst die sterke heeft gebonden, dan eerst zal hij diens huis plunderen”.

(Luc. 11:22): Maar wanneer iemand, die sterker is dan hij, satan, hem aanvalt en overwint, rooft deze zijn wapenrusting, waarop hij, de boze, ver­trouwde en verdeelt zijn buit”.

Nu dit geweldige feit heeft plaatsgevonden op Golgotha, waar Jezus zegevierde en de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld, te kijk gezet tot spot, heeft en zo over hen heeft gezegevierd.

Daar heeft Jezus de vijand overwonnen en allen vrijgemaakt en verlost die Hem hebben aangenomen. Daar bent u losgemaakt van de vleselijke bindingen en lusten, op het machtswoord van Jezus. Zijn werk daar was voor eens en voor altijd vol­doende, want’ Zijn werk is een volmaakt werk. Het is volbracht. Onze Heiland kwam als Vergever, maar ook als Ver­losser.

Alleen hen die door hun eigen onvoorzichtige wandel onder de heerschappij en druk van satan zijn gekomen, die zó geke­tend zijn dat zij niet eens meer vrij kunnen kiezen, zo als God hen van het begin der schepping gemaakt had, die moe­ten, in opdracht van de Here Jezus, door Zijn volgelingen losgemaakt worden. Die volgelingen handelen dan in geloof, …..en de Heer bevestigd.

U bent dus door het volmaakte werk van Jezus op Golgotha verlost, zodat u nu vrij van die zonde bent. De zonde zal niet meer over u heersen. (Rom. 06:14). Maar u mag als kind van God heersen over die zonde. En als u en ik dan goed be­seffen welk offer Jezus voor ons bracht, dan -wijzen wij de zonde de deur. “Dan hebben wij niet meer van doen met nala­tigheid”, (Heb. 10:39).

(Gal. 05:24) zegt: “Want wie Christus Jezus toebehoren, heb­ben het vlees, hun eigen, met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd.

(Gal. 02:20): “Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, dat is, niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad, en Zich voor mij heeft overgegeven”.

(Luc. 05:32 en Luc. 05:56-59) zegt ons: “Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen maar zondaars tot be­kering. En niemand scheurt een lap van een nieuw kledingstuk af om die op een oud kle­dingstuk te zetten…..en niemand doet jonge wijn in oude zakken”.

Hier spreekt de Heer van een fout die door vele gelovi­gen gemaakt wordt. Zij willen wel van het kleed der Gerech­tigheid Gods, dat Christus ons geeft een stuk afsnijden om daarmee hun eigen gerechtigheid en zelfheiliging op te lappen. Maar dat gaat nu eenmaal niet. Daarmee versnijdt men de zegen des Heren en men ontvangt niets. Nieuw en oud pas­sen niet bij elkaar. Het oude heeft afgedaan. Wat veroudert en verjaart, is niet ver van verdwijning. (Heb. 08:13). Oude zure melk kun je niet opknappen door er verse melk aan toe te voegen, het is niet te gebruiken en waardeloos. Nieuw en oud passen niet bij elkaar. Voor het oude moet een nieuw hart in de plaats komen, waarin de nieuwe wijn van het God­delijk Evangelie kan worden uitgestort. Christus alleen is onze rechtvaardigmaking en heiliging.

Bekering is een daad die door genade en leiding van de Heilige Geest van ons zelf moet uitgaan. “Bekeert u en ge­looft het evangelie” (Mark. 01:15). “Nadert tot God en Hij zal tot u naderen”(Jak. 04:08).

Niet blijven zitten en kermen en klagen over uw zonden, maar vluchten tot Jezus, met eerlijke schuldbelijdenis, in het geloof dat Zijn bloed u reinigt van iedere zonde.

Op de schuldvergeving volgt de wedergeboorte. Deze we­dergeboorte is de opstanding van de nieuwe mens, namelijk het herstelde beeld van God in de gevallen mens onder de werking van de Heilige Geest.

De zondaar is geen zondaar meer, het hart is gereinigd en totaal vernieuwd, … en de Geest Gods heeft woning daarin gemaakt. Deze dingen moeten ervaren worden, en zijn niet met het verstand te verklaren.

Een vergissing die ook wel eens wordt gemaakt, is dat men zegt: Waarom zou ik mij moeten bekeren? Er is niets op mijn leven aan te merken. Men meent dan dat dit alleen is voor moordenaars, dieven, overspelers en vergeten dat wij als zondaars geboren zijn en reiniging behoeven door het bloed van Jezus. Al de góddelozen, en hen die zo sterven, dus hen allen die de genade van Christus door Zijn zoen­bloed verworpen hebben, worden straks bij de tweede opstanding opgewekt uit hun graven. Tot zolang worden zij bewaard voor het oordeel Gods. (Openb. 20:06) zegt: “Zalig hij die deel heeft aan de eerste opstanding.

(Job 14:12) zegt van de góddeloze doden: “Totdat de heme­len niet meer zijn, ontwaken zij niet”. Zij blijven er totdat hemel en aarde vergaan zijn. Bewaart voor de dag des oor­deels, en het is verschrikkelijk dan te vallen in de han­den van de levende God.

Voor dezulken geldt wat in (Openb. 20:15) staat: “En wan­neer iemand niet bevonden werd geschreven te zijn in het boek des levens, werd hij geworpen in de poel des vuurs”.

In Openbaring 2 komt de vermaning aan al de christelijke gemeen­ten, dat óók zij zich dienen te bekeren van dode werken. Dode werken dat zijn werken van ons vlees. Ons vlees dat in feite dood en begraven dient te zijn en te blijven. Begraven in het watergraf waarin wij met onze Heiland, mochten sterven aan ons oude ik. (Kol. 02:12).

En die werken van het vlees zijn:

“Hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, veten, twist, afgunst, uitbarstingen van toorn, zelfzucht, tweedracht, partijschappen, nijd, dronkenschap, brasserijen en dergelijke, waarvoor ik u gewaarschuwd heb, dat wie dergelij­ke dingen bedrijven, het Koninkrijk Gods’ niet zullen beërven”, (Gal. 05:20).

Nu wij ons echter bekeerd hebben tot de levende God, zul­len onze werken geïnspireerd worden door de Geest des le­vens, die in ons woning heeft gemaakt door Christus Jezus. Het zullen zijn de werken van de Geest:

“Liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vrien­delijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing” (Gal. 05:22). Amen.

 

Mededelingen.

Bij de tekeningen – Twee flitsen uit het leven van Jezus. Voorpagina; Jezus ontvangt de doop met de Heilige Geest, na in de Jordaan gedoopt te zijn door onderdompeling. Achter­pagina: Jezus roept de eerste discipelen Hen te volgen.

Grammofoonplaat van “The Lighters” – Medio april verschijnt de eerste L.P. van Gospelteam “The Lighters”. U kunt nu reeds uw bestellingen opgeven aan: Uitgeverij Gideon, Hoornaar of telefonisch. Kosten ƒ 15,~ + portokosten.

“Bethel”-Bijbelweken – Uitgaande van de Volle Evangelie Gemeente “Bethel” te Boskoop worden er ook dit jaar weer Bijbel studieweken gehouden, telkens van maandagmorgen t/m zaterdagmorgen, t.w. 25 – 23 april; 25 -50 juni; 6 – 11 augustus. Kosten ƒ 100.- per persoon, ’s Morgens en s avonds is er Bijbelstudie, het overige gedeelte van de dag kan naar eigen keuze worden ingedeeld, terwijl er ook en­kele uitstapjes worden georganiseerd. Verdere inlichtingen en opgave: Burgemeester Coleinstraat.

 

Bescherming Gods of oordeel Gods door Dirk A. Wols

Koning Benhadad van Syrië voelde na zijn laatste avontuur met Israël niet zo veel meer voor een confrontatie met het leger van Israël. (1 Kon. 20:25 v.v.) Het was nog wondergoed afgelopen met hem omdat Achab het niet zo nauw nam met Gods gebod om alles wat onder de ban Gods was te slaan met de scherpte des zwaards.

Drie jaar lang was er nu rust tussen Israël en Syrië, Aram, maar opeens komt Achab op het onzalige idee, om Ramoth in Gilead op de Syriërs terug te veroveren. 1 Koningen 22. Josafat, de godvruchtige koning over Juda, besluit mee ten strij­de te trekken maar wil eerst het woord des Heren vernemen of God er zijn goedkeuring aan hecht. Daar weet Achab wel raad mee. Niet minder dan 400 profeten treden aan, die een­stemmig verklaren om op te trekken en God zal Ramoth in Gilead aan Israël teruggeven.

Maar Josafat weet wel, dat dit niet het woord des Heren is. Hij vraagt of er soms nog niet een man is die een pro­feet is. Jawel, zegt Achab, dat is Micha, maar die profe­teert nooit goed over mij, maar alleen maar onheil.

Josafat staat er op, dat hij gehaald wordt. De bode zegt tegen Micha: Profeteer nu ook goed, de anderen doen het ook, dan val je niet zo uit de toon. En Micha profeteert ook goed. Het is niet leuk, om altijd naar kwaad te moeten spreken en dat nog wel over de koning des lands. Waar “blijf je als onderdaan als je altijd kwaad spreekt over de eerste des lands? Promotiekansen heb je immers nooit. Dus …

Maar Achab vertrouwt het niet. Hij bezweert Micha, de waarheid te spreken en niets dan de waarheid. Dan zegt Mi­cha: Ik zie geheel Israël als schapen zonder herder, koning. Zie je wel, triomfeert Achab, heb ik het niet gezegd deze profeteert altijd kwaad over mij?

Bekeren

Nog was het tijd voor Achab om zich te bekeren. Want wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen. Wie de rechten en inzettingen des Heren met voeten treedt, zal geen vrede hebben. Zo God vóór ons is, wie zal dan tegen ons zijn? Maar bij Achab zien we: Zo God tégen ons is, wie zal dan vóór ons zijn?

God is tegen Achab. Dat blijkt uit wat Micha verder ver­telt: “Ik zag de Here op Zijn troon zitten. Alles was aan zijn rechter en linkerhand. Het ganse hemelheir. Engelen en demonen. De Here vraagt: Wie zal Achab verleiden zodat hij optrekt en sneuvelt in Ramoth in Gilead?”

Wij weten, dat uit Gods hand alleen het goede komt. We willen eigenlijk niet anders horen. We horen gaarne over Gods liefde en geduld. En een ieder die nog iets durft te zeggen over Gods toorn, kijken we wat scheef aan.

Maar God straft en oordeelt en gebruikt daarvoor zijn in­strumenten. Een geest komt naar voren. Hij zegt, dat hij Achab zal verleiden. Hij vertelt van zijn plan, cm een leugen­geest te worden in de mond van al zijn profeten.

Geestenwereld

De Here geeft er Zijn goedkeuring aan en zegt erbij: “Gij zult hem verleiden en zult er ook toe in staat zijn”. Want een leugengeest spreekt niet altijd de waarheid maar in dit geval had hij geen woord teveel gezegd. Het was geen groot­spraak van hem. Hij kon doen wat hij zei.

We zien hier door de profeet Micha even achter de scher­men van de geestenwereld. God regeert maar doet dat via Zijn schepsel. God Zelf bewoont een ontoegankelijk licht en nie­mand heeft ooit God gezien. Maar God heeft macht over al de geesten, ook over de kwade machten.

Over demonen doen allerlei verhalen de ronde als zouden die beesten zomaar op een mens aanvallen en binnenvallen en overspringen. Gods Woord weet daar niet van. Hij legert een onoverwinlijke legermacht rondom hen die Gods wil betrach­ten. Die uit God geboren is, bewaart zichzelf en de boze vat hem niet.

Risico

Maar als een mens buiten Gods wil leeft, zoals Achab, dan leeft hij buiten die bescherming Gods. Dan is daar niet die legerschare Gods. Dan beveelt Hij zijn engelen niet dat hij zijn voet aan geen steen zal stoten. Dan is daar het ri­sico, dat de Here op een kwade dag zal zeggen: Wie zal…. verleiden, om hem of haar te zetten op gladde plaatsen.

Wij bidden in het Onze Vader: En leidt ons niet in ver zoeking. Dat doet God nooit. Jacobus zegt, dat wij verzocht worden uit de zuiging en verlokking van eigen begeerten. God voert ook niemand ten kwade. Ook Achab niet. Het is Achab zélf die uiteindelijk alle onheil over zich brengt. Geen duister noodlot treft hem maar het rechtvaardig oor­deel Gods over zijn zonden en invoering van de afgodendienst aan de Baal. Hijzelf had dit hoorspel in de hemelse gewes­ten kunnen voorkomen. Over Josafat, die wandelde in de we­gen des Heren, wordt zulk een vierschaar niet gespannen. En voor hen die God liefhebben zullen alle dingen medewerken ten goede.

Bescherming

Als we onder Gods bescherming staan, dan gaat alles heus niet zonder strijd. Paulus was een man van uitnemende open­baringen des Heren. 1 Korinthe 12. Wat deze man gepresteerd heeft grenst aan het ongelofelijke. We kennen eigenlijk geen tweede zo. En hij wist dat zelf ook. Als hij gaat roe­men, naar het vlees onwijs geworden zijnde, dan is hij in ei­gen ogen zeer en zeer voortreffelijk.

Het gevaar van zelfverheffing is geenszins denkbeeldig. Tenslotte is hij ook een mens, en God ziet dart ook. Daarom zond God die doorn in zijn vlees. Het was een engel des sa­tans die hem mot vuisten sloeg. Zodra dat vlees weer eens zag op hetgeen Gods genade in zijn vlees vermocht en zich wilde opheffen daarover…. .pats. … .daar sloeg de engel des satans toe en sloeg hem neer. Een plezierige bezigheid voor die engel des satans om die Paulus op gezette tijden een lesje te leren.

Maar Paulus stond onder Gods bescherming. Dus onder Gods eigen woord, dat hem alle dingen zouden meewerken ten goe­de. Ook die met vuisten slaande engel des satans. Welnu, zegt de Here, zó alleen bereik Ik Mijn doel met je, want Mijn kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid.

Na die tijd gaat Paulus roemen, maar niet meer in zijn kracht, maar in zijn zwakheid. In smaadheden, vervolgingen, noden, benauwenissen, terwille van Christus. Want als ik zwak ben, dan ben ik machtig. Zijn kracht wordt in zwakheid , volbracht.

We zien vele malen, dat mensen zich verheffen. Zelfs dienaren Gods die een “gewoon” mens geen blik meer waardig keuren. Zij denken bij zichzelf: Is dat niet…..dat Ik ge­bouwd heb. Hoe jammerlijk kan alles in elkaar storten. Geen steen blijft dikwijls op de andere van het trotse gebouw.

Maar als de satan slaat met vuisten, dan blijft men wel klein en zwak. Zijn kracht is vele malen sterker dan onze vleselijke kracht. Als de satan het weer eens laat voelen dat we tegen hem niets vermogen, dan weten we ons oneindig zwak. Dan hebben we alleen nog maar de roem in de kracht des Heren. Zorg, dat uw stukken goed staan. Want daar in het hemels gewest speelt zich wat af. Als u onder Gods be­scherming staat, geen kwaad zal u deren. Maar als de be­scherming Gods is weggenomen, dan hebben wij samrt op smart te vrezen. Maar, prijst de Here, wie alleen op Hem mag zien en afzien van eigen spierballen en eigen verworvenheden of vroegere verworvenheden in de weg des Heren, maar telkens met Hem de verse en levende weg mag gaan, is veilig en wél geborgen. Die kan in een levend geloof Hem hartelijk omhel­zen. Het oordeel Gods is gedragen in Christus Jezus, het gericht Gods trof de Onschuldige en mits wij zwak blijven in onszelf zal Zijn kracht in die zwakheid worden volbracht. In Zijn kracht vermocht Paulus alle dingen. En Hij is niet ver­anderd, maar is Dezelfde nu.

Wie in de wil des Heren staat,

heeft grote vree en deert geen kwaad.

 

Elia gedicht door Judith Jacobs

(De weg van Karmel naar Horeb)

Onversaagd en onverschrokken,

Staande voor God’s aangezicht,

Had hij in de naam des Heren

Een grote slachting aangericht.

 

Naar ’t getal van Isr’els stammen

Had hij ’t altaar God’s hersteld;

Baals macht werd toen gebroken:

Was hij niet dè grote held?!

 

Weldra moest hij zich verschuilen,

’t Beeld van hem in de woestijn –

Toont ons een verslagen Godsman,

Gans verteerd door nood en pijn        

 

Maar een engel daalde neder,

Vulde hem met nieuwe kracht,

Toen trok hij gesterkt naar Horeb

Waar hij door God werd verwacht.

 

Bij die hemelse ontmoeting

Heeft hij ’t vuur opnieuw gesmaakt,

Want ’t is eeuw’g’ en heil’ge liefde

Die de moede ziel bewaakt.

 

Heer, ben ik terneergelegen,

Is thans de woestijn mijn lot,

Voer mij in de geest naar Horeb:

Nog zijt Gij: Dezelfde God!

(1 Kon. 18:22 – 1 Kon. 19:19).