1980.03 nr. 202
Levend geloof 1980. 03 nr. 202
De opstanding van Jezus: het hart van ons geloof door Gert Jan Doornink
Jezus leeft
Met grote blijdschap viert de Gemeente van Christus weer Pasen, het feest van de opstanding van Jezus. God is niet dood, maar heeft zich in Jezus Christus als de Levende geopenbaard. Jezus leeft! En wij met Hem! Dat is de grote zekerheid voor elk kind van God. Dat onderscheidt ook het christelijke geloof van alle andere godsdiensten.
Eén van de troeven die de duivel telkens weer uitspeelt, en waardoor in onze dagen velen geestelijk verblind zijn, is de gedachte dat alle wereldgodsdiensten gelijk zijn. Het christendom zou zich niet mogen aanmatigen dat zij het éne ware geloof bezit. Ook de andere godsdiensten zouden van minstens even grote betekenis zijn.
Zelfs sommige christenen denken er zo over. Er zijn zelfs heel wat leidende figuren in de theologische wereld, die niets liever willen dan dat de dialoog met de andere wereldgodsdiensten verder van de grond komt, zodat dit uiteindelijk zal resulteren in één grote, universele wereldgodsdienst.
We vragen ons echter af of christenen die daaraan meedoen, wel ooit iets hebben begrepen van de ware betekenis van het christendom. Immers terwijl iedere andere godsdienst alleen van historische betekenis is, is het christendom ook van actuele betekenis. Want de “grondleggers” van de andere godsdiensten zijn reeds lang gestorven, maar Christus leeft! Hoe weten wij nu dat Christus leeft?
Bewijzen dat Jezus is opgestaan
Ten eerste uit Zijn Woord. De Bijbel beschrijft ons op uitvoerige en duidelijke wijze alles o- ver het lijden, sterven en de opstanding van Jezus. Na Zijn opstanding verscheen Hij meerdere malen aan Zijn discipelen en vele anderen. Handelingen 1 vers 3; Handelingen 13 vers 31; 1 Korinthe 15 vers 5 en 6 (Hand. 01:03; Hand. 13:31; 1 Kor. 15:05-06).
Een tweede belangrijke bewijs is de aanwezigheid van de ware gelovigen in deze wereld! Hun getuigenis is dat Zijn Geest met onze geest getuigt dat wij kinderen Gods zijn. Romeinen 8 vers 16 (Rom. 08:16). Eens was Jezus lichamelijk op aarde, maar nu is Hij geestelijk in Zijn kinderen op aarde.
Als de oprichters van de andere wereldgodsdiensten dan dood zijn, hoe is het dan mogelijk dat deze godsdiensten na zoveel eeuwen nog steeds standhouden, en zelfs hun invloed uitbreiden? Bij de beantwoording van deze vraag moeten we met twee dingen rekening houden. In de eerste plaats zegt Gods Woord reeds dat velen de duisternis liever dan het licht hebben. in de gelovigen heeft, ontbreekt er vaak nog veel aan de zichtbaarheid van de levende Jezus in hen.
Vele wedergeboren christenen leven nog op de wijze zoals men onder het oude verbond leefde. We zien dat bijvoorbeeld gedemonstreerd in het feit dat velen zich liever bezig houden met allerlei gebeurtenissen die zich afspelen rondom het aardse, natuurlijke Israël. In plaats van dat men zijn plaats bewust is in het “geestelijke Israël’ — de Gemeente —, waar bekeerde joden en bekeerde heidenen van gelijke betekenis zijn, want Gods Woord zegt dat er geen onderscheid is. Romeinen 3 vers 22; Romeinen 10 vers 12; Kolossenzen 3 vers 11 (Rom. 03:22; Rom. 10:12; Kol. 03:11).
Wie wil denken en leven zoals men onder het oude verbond dacht en leefde, heeft nog niets van het evangelie begrepen. Als theologen hun onderdanen “onder de wet” houden, in plaats van hen alleen “de genade en de waarheid” van Christus te prediken, misleiden zij hun volgelingen. Jezus kwam om de wet te vervullen! Aan het kruis van Golgotha riep Hij het uit: “Het is volbracht!”. Hij overwon de satan. Hij stond op uit de dood. Hij was de grote Triomfator! Daarom is de opstanding van Jezus het hart van het geloof van de ware Gemeente van Christus.
Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde
Wat was het geheim dat de eerste christenen zo’n geweldige doorbraak in het rijk van satan bezorgde? De proclamatie, onder de zalving van de Heilige Geest, dat Jezus was opgestaan uit de doden! Dat zal ook de christenen van de eindtijd tot overwinnaars maken! Het is een grote misvatting dat er nu een ander evangelie gebracht zou moeten worden dan toen. “Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid” Hebreeën 13 vers 8 (Heb. 13:08) .
Feitelijk is het onbegrijpelijk dat er nog steeds kinderen Gods zijn die op oudtestamentische wijze hun geloof willen beleven. Daarmee keren zij in feite terug tot de tijd voor Pinksteren. Alsof we de wereldklok terug kunnen zetten! Bovendien spelen ze hiermee de duivel in de kaart, die er alleen maar belang bij heeft als de heerlijkheden van het nieuwe verbond, ons in Christus geschonken, verborgen blijven.
Voor ons geldt, dat wij genaderd zijn “tot de berg Sion, tot de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem, en tot tienduizendtallen van engelen, en tot een feestelijke en plechtige vergadering van eerstgeborenen, die ingeschreven zijn in de hemelen, en tot God, de Rechter over allen, en tot de geesten der rechtvaardigen, die de voleinding bereikt hebben, en tot Jezus, de Middelaar van een nieuw verbond, en tot het bloed der besprenging, dat krachtiger spreekt dan Abel” Hebreeën 12 vers 22 tot en met 24 (Heb. 12:22-24).
We vieren Pasen in 1980 na Christus. Het is daarom totaal onmogelijk om naar Gods wil de levende Christus te beleven, als we in onze gedachtewereld nog betrokken zijn in de denkwijze van het oude verbond.
Maar kunnen we uit het oude testament dan als christenen niets leren?, zal men zich afvragen. Vanzelfsprekend wel, zelfs heel veel. Ook het oude testament is voor de gelovige van onschatbare waarde. Maar we moeten het op de juiste wijze interpreteren, dat wil zeggen geestelijk. Denk alleen reeds aan de geweldige geestelijke lessen die we kunnen trekken uit de geschiede- nis van het joodse volk.
Het oude testament is de voorafschaduwing van het nieuwe testament. De komst van Jezus was de vervulling van wat reeds in het oude verbond was aangekondigd. Hij kwam om de werken van satan te ontmaskeren en te overwinnen. Zonde, ziekte, angst, twijfel, vrees, enz. , alles werd door Jezus overwonnen, met als apotheose de overwinning van de dood, toen Hij na Zijn kruisdood begraven wérd, maar na drie dagen opstond uit de dood.
De overwinning van Jezus is ook onze overwinning!
“Hij heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd” Kolossenzen 2 vers 15 (Kol. 02:15). De grandioze wijze waarop Paulus de opstanding van Jezus beschrijft, doet iedere waarachtige christenen het uitjubelen van vreugde: Hij leeft en wij eveneens! Want ook wij zijn betrokken bij deze opstanding.
Hij was de Eersteling die werd opgewekt van hen die ontslapen zijn. 1 Korinthe 5 vers 20 (1 Kor. 15:20). Straks zal ook ons vergankelijk lichaam onvergankelijkheid aandoen.
“Is er een natuurlijk lichaam, dan bestaat er ook een geestelijk lichaam. Aldus staat er ook geschreven: de eerste mens, Adam werd een levende ziel; de laatste Adam een levendmakende geest. Doch het geestelijke komt niet eerst, maar het natuurlijke, en daarna het geestelijke. De eerste mens is uit de aarde, stoffelijk, de tweede mens is uit de hemel. Gelijk de stoffelijke is, zijn ook de stoffelijke mensen, en zoals de hemelse is, zijn ook de hemelse mensen. En gelijk wij het beeld van de stoffelijke gedragen hebben, zo zullen wij het beeld van de hemelse dragen” 1 Korinthe 15 vers 44 tot en met 49 (1 Kor. 15:44-49).
Paulus liet er geen enkele twijfel aan te pas komen dat de opstanding van Jezus, het hart van zijn geloof was. Dat beheerste heel zijn leven in dienst van de Meester. Daarom was hij ook geen moment bang voor de vijand. Die was immers door Jezus overwonnen!
De waarachtige christen van deze tijd zal ook weer ten volle gaan ontdekken en beleven dat hij deel mag hebben aan de totale overwinning van Jezus over satans macht. Want ook voor hen staat één ding als een paal boven water: de opstanding van Jezus is het hart van ons geloof!
Lof en prijs door J. Noë
“Wie lof offert, eert Mij, en baant de weg, dat Ik hem Gods heil doe zien” Psalm 50 vers 23 (Ps. 050:023).
Dit is een leerrijk gedeelte uit Psalm 50. Er staat in Gods Woord heel wat over vreugde, loven, prijzen, jubelen, juichen en verblijden. Zo staat er in Psalm 84 vers 3 (Ps. 084:003): “Mijn hart en mijn vlees jubelen tot de levende God”. En in Psalm 98 vers 4 (Ps. 098:004): “Juicht de Here, gij ganse aarde, breekt uit in gejubel en psalmzingt”. En ga zo maar door.
Lofprijzing behoort uit het hart te komen
Het is zo belangrijk, omdat het de wil van God is en Hij er welbehagen in heeft, als wij Hem met ons gehele wezen eren. Het ware lofprijzen komt uit het hart voort en wel door de gemeenschap met God, in en door Jezus Christus. Dan ben je in staat in de moeilijkste omstandigheden, in welke vorm die ook tot ons komen (of waarin wij verkeren) , of het nu is door allerlei gebeurtenissen of door aanvallen in het lichaam, God te bejubelen met de zekerheid in het hart, dat God Zijn woord en beloften waar zal maken. Ik zal eens een paar bekende voorbeelden uit Gods Woord aanhalen, waaruit dit blijkt.
1.De belegering en val van Jericho. (Jozua 6).
God geeft Jozua richtlijnen hoe hij de stad moet innemen. Hij zegt onder andere: Op de zevende dag moet gij zevenmaal om de stad heentrekken en de priesters zullen op de horens blazen. Wanneer men op de ramshoorn de toon aanhoudt, dan moet het gehele volk een luid gejuich aanheffen en de stadsmuur zal ineen storten en het volk moet daarop klimmen, ieder recht voor zich uit. En zo gebeurde het ook.
2.Het dal der lofprijzing. 2 Kronieken 20 vers 19 tot en met 34 (2 Kron. 20:19-34).
Juda is omringd door een hele sterke legermacht van Moabieten en Ammonieten.
Koning Josaphat was bevreesd geworden en riep met het hele volk de Here aan. En de Here gaf het volgende antwoord: “Wees niet bevreesd voor deze grote menigte, want het is geen strijd van u, maar van God” (2 Kron. 20:15). En God gaf hen verdere instructies.
Toen de dag was aangebroken loofden Josafat en al zijn mannen de Here en op het moment van het gejubel werden de vijandelijke legers door God vernietigd.
3.De gevangenbewaarder van Filippi. Handelingen 16 vers 19 tot en met 34 (Hand. 16:19-34).
Paulus en Silas waren, na mishandeld en gegeseld te zijn, in de binnenste kerker van de gevangenis opgesloten. Midden in de nacht echter baden Paulus en Silas en zongen Gods lof en plotseling kwam er een zware aardbeving. Alle deuren van de gevangenis gingen open en de boeien van de gevangenen raakten los. De gevangenbewaarder raakte in paniek en wilde zelfmoord plegen, maar Paulus voorkwam dat. Het gevolg was dat de gevangenbewaarder met zijn gezin tot geloof kwamen.
Met deze gedeelten uit Gods Woord wil ik aantonen hoe wonderbaar Gods wegen zijn, als wij handelen naar zijn wil. Paulus en Silas gingen niettegenstaande hun miserabele toestand, de Here loven en prijzen en gaven de duivel geen voet. De zekerheid was in hun hart dat God zou voorzien.
Broeders en zusters, dit is God kennen en dat kunnen we alleen bereiken door en in Jezus Christus, onze Leidsman en Voleinder des geloofs en de kracht van de Heilige Geest. Als kinderen Gods dienen we te wandelen in geloof en niet in aanschouwen, 2 Korinthe 5 vers 7 (2 Kor. 05:07),(niet met onze zintuigen dus), het woord des levens vasthoudende.
Hebreeën 10 vers 19 tot en met 24 (Heb. 10:19-24) zegt: “Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, langs de nieuwe en levende weg, die Hij ons ingewijd heeft, door het voorhangsel, dat is, zijn vlees, en wij een grote priester over het huis Gods hebben, laten wij toetreden met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, met een hart, dat door besprenging gezuiverd is van besef van kwaad, en met een lichaam, dat gewassen is met zuiver water. Laten wij de belijdenis van hetgeen wij hopen onwankelbaar vasthouden, want Hij, die beloofd heeft, is getrouw. En laten wij op elkander acht geven om elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken”.
Is dat niet wonderbaar? Zoals ik al zo dikwijls gezegd heb: God doet alle dingen medewerken ten goede voor hen die Hem liefhebben. Romeinen 8 vers 28 (Rom. 08:28). God wil Zijn doel met ons bereiken en daarom gaan wij door velerlei beproevingen (verzoekingen van de duivel) heen. Als wij dit steeds voor ogen houden, dan kunnen wij de Here ook te allen tijde, ook in de zwaarste verdrukkingen, loven en prijzen. Halleluja!
Ik wil eindigen met de volgende verzen uit Gods Woord:
1 Thessalonicenzen 5 vers 16 (1 Thess. 05:16): “Verblijdt u te allen tijde”.
Filippenzen 4 vers 4 tot en met 7 (Filip. 04:04-07): “Verblijdt u in de Here te allen tijde! Wederom zal ik zeggen: Verblijdt u! Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend. De Here is nabij. Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God. En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus”. God zegene u!
Van maand tot maand door Gert Jan Doornink
Geen alcohol in de lijdenstijd
Evenals de evangelische kerk in Hessen en Nassau (Duitsland], hebben hervormde, gereformeerde en christelijk gereformeerde predikanten in Veenendaal in een pastorale brief hun gemeenteleden opgeroepen in de lijdenstijd geen alcohol te gebruiken. In een commentaar van de kerkelijk redacteur van “Trouw” schrijft deze dat hij het altijd al vreemd gevonden heeft dat orthodoxe predikanten, bij wie niet veel door de beugel kan en die proberen zo nauwgezet te leven, er geen bezwaar tegen hebben bij gelegenheden een stevige borrel te pakken. . . . Men weet precies aan te geven wat “werelds” is en wat niet, maar alcoholgebruik werd nimmer als werelds ervaren. De betrokken dominees wijzen alcohol terecht als een “drug” aan en het uitgespaarde geld wil men dan ook voor hulp aan drugsverslaafden gebruiken.
Op zichzelf een lofwaardig initiatief zal men zeggen, ware het niet dat een en ander natuurlijk geen enkele verandering brengt, als men dit alleen maar voor een bepaalde periode wil doen, (tegelijk met de katholieke vastentijd]. Eén van de regels die men bovendien opgesteld heeft is dat men wel anderen een glas mag schenken en wel alcohol mag gebruiken als men in deze periode jarig is, trouwt of een jubileum heeft
Wij geloven dat werkelijke bevrijding van alcoholverslaving (en van iedere andere verslaving] alleen mogelijk is door een nieuw leven met Christus te beginnen. Gods Woord zegt: Wie door Christus is vrijgemaakt, die is waarlijk vrij. En om de werkelijke vrijheid van Christus ook op dit punt blijvend te beleven is bovendien de vervulling met Gods Geest nodig. Paulus zei het reeds: “Bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is, maar wordt vervuld met de Geest” Efeze 5 vers 18 (Ef. 05:18).
Sciensfiction of werkelijkheid
Iedere christen weet dat de duivel talrijke pijlen op zijn boog heeft om de mens onder zijn invloedsfeer te brengen. Eén van deze pijlen is ongetwijfeld de zogenaamde “science fiction”, waarbij de mens in een sensationele en bizarre fantasiewereld wordt binnengeleid, die zich dan in de nabije of verre toekomst zou kunnen voordoen. Veel SF verhalen hebben betrekking op ruimtereizen naar andere planeten; robots en allerlei vreemde wezens spelen daarbij een grote rol. SF is in onze dagen “in”. Talrijke bladen, boeken en bladen speculeren op de zucht naar sensatie en het uitstappen in een droomwereld van vleselijke bevrediging van veel mensen. Er verscheen onlangs zelfs een encyclopedie over dit onderwerp.
Een christen heeft geen behoefte zich op dit terrein te begeven. Voor hem betekent zijn geloof in Christus oneindig veel meer dan wat hij ooit in deze fantasiewereld – zelfs als het waar zou zijn – zou kunnen beleven. Paulus sprak reeds over Gods heerlijkheid, die het deel is van iedere gelovige, door te schrijven aan de Gemeente te Korinthe: “Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben” 1 Korinthe 2 vers 9 (1 Kor. 02:09).
Een christen hoeft ook de werkelijkheid niet te ontvluchten. Zijn werkelijk- heis is Christus! Kolossenzen 2 vers 17 (Kol. 02:17). Die leidt hem door Zijn Geest in alle waarheid en doet in hem, in een wereld waarvan satan nog de overste is, overwinnen. Christus in ons, de Hoop der heerlijkheid!
Fantasie of werkelijkheid door Judith Jacobs
1 Korinthe 15 vers 38 (1 Kor. 15:38)
Als God niet bestaat en de Bijbel een sprookje is, berusten alle daarin opgenomen verhalen op fantasie. In dit verband verwijs ik naar Genesis 3 vers 19 (Gen. 03:19 waar, door de zondeval, de mens wordt aangezegd te zullen sterven als slotfase van het aardse bestaan. Men noemt dit ook wel “de vloek van het paradijs”.
Indien het paradijsverhaal dus op fantasie zou berusten, zou er – rechtlijnig geredeneerd – geen enkel mens sterven en niets is minder waar.
Toen Jezus aan het kruis uitriep: “Het is volbracht”, was de betekenis van die woorden dat Hij de vloek der zonde, ziekte en dood had weggenomen (Jesaja 53). Christus leverde het bewijs door na drie dagen op te staan uit de dood: zoals de (natuurlijke) mens in Adam moest sterven, zou de (geestelijke) mens in Christus verrijzen in een nieuw opstandingslichaam. U vindt dat thema behandeld in 1 Korinthe 15. Het is zeer de moeite waard dat hoofdstuk in zijn geheel te lezen en te bestuderen, want het chapiter van “leven en dood” is het beschouwen waard.
Er is echter een voorwaarde: wie opgewekt wil worden in onvergankelijkheid moet wel weten dat dit alleen voor Gods kinderen (Zijn eigendommen) geldt. Wie dit “hoopt” of “gelooft” in de betekenis van “denken” heeft geestelijk nog een belangrijk hiaat op te vullen.
De triomf van de vrijgekochten des Lams bestaat uit volle verzekering, ontvangen door Zijn vergoten bloed als zoenmiddel voor onze zonden en een wedergeboren hart dat klopt in een “vernieuwde mens” waarin Christus’ opstandingskracht leeft.
Welk een troostvolle genade als je aan het graf staat van een dierbare. Geen scheiding voor altoos, maar een weerzien aan de overzij. Voor hen die in Christus Jezus zijn. “Want God maakt alle dingen nieuw”.
Eenmaal … (gedicht) Judith Jacobs
Openbaring 21 vers 4 (Openb. 21:04)
Eenmaal. . . zal er geen dood meer zijn.
Geen rouw en geen gekrijt;
Geen scheiding, zo vol droefenis.
Maar leven tot in eeuwigheid.
Eenmaal. . . zal ook het lichaam zijn –
Verlost van alle strijd;
Het aardse kleed, thans afgedaan,
Tooit God met nieuwe heerlijkheid.
Eenmaal. . . zal worden afgewist,
Elke leed en ied’re traan;
Ze zullen door Zijn liefdehand
Nooit meer kunnen bestaan.
Laat dit dan zijn – schoon felle pijn –
De troost, door God bereid:
Eenmaal zal er, voor wie gelooft,
Een weerzien zijn in d’ eeuwigheid.
Nieuw door de Geest van Christus door Jan W. Companjen
“Onze brief zijt gij, geschreven in onze harten, kenbaar en leesbaar voor alle mensen, daar gij toont een brief van Christus te zijn, door onze dienst opgesteld, niet met inkt geschreven, maar met de Geest van de levende God, niet op tafelen van steen, maar op tafelen van vlees in de harten” 2 Korinthe 3 vers 2 en 3 (2 Kor. 03:02-03).
Het volle leven van God in ons
Bouwt elkander op in het geloof, is één van de belangrijkste opdrachten die wij als christenen met elkaar hebben. Als je om je heen ziet mankeert daar wel het één en ander aan. Opbouwen wil namelijk zeggen: steeds hoger, steeds beter gefundeerd, steeds beter samen een tempel Gods zijn. Uit de artikelen in dit blad, is inmiddels zeker wel gebleken dat wij met deze opbouw bezig zijn. Wij willen graag dat elk mens, jong en oud, een volwassen broeder of zuster van ons wordt in Jezus Christus.
Dat is de eerste stap, de volgende is, opwassen en groeien naar het doel waartoe wij samen geroepen zijn. Daartoe is de tijd rijp. De verlangens die daartoe in ons hart leven zijn er, daar ben ik van overtuigd, door Gods Geest ingelegd (verwekt). Dat is het volle leven Gods in ons en daarvoor willen wij leven, openstaan en vrucht-dragen.
Om tot een volwaardig geestelijk leven te kunnen komen, zullen wij eerst tot een zelfstandig denken en handelen moeten komen. De Geest Gods helpt ons daarin op een geweldige wijze. Daarover heb ik onder andere in het laatste artikel over het hemelse manna geschreven. Wij zullen zelfstandig gevoed moeten worden met het Brood des Levens, Jezus Christus. Johannes 16 vers 13 en 14 (Joh. 16:13-14) zegt daarvan: “Wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen”.
De doorbraak van het echte geestelijke leven
Dat leven is een geestelijk leven. Dat betekent door een leven in gemeenschap met Hem, de dingen gaan verstaan die aanstaande zijn. Er zijn zwart-wit gezien, twee soorten men sen. Die grens loopt door allen heen, ook door de gelovigen. Er zijn
(a) mensen die volgzaam zijn, die militaristisch of niet-militaristisch, jong of oud, achter hun leider aangaan. De leider bepaalt hun denken en voedt hun op. Er zijn ook mensen die niet zo volgzaam zijn,
(b) Zij zijn individualistisch, staan op zichzelf en hebben altijd veel noten op hun zang. Het is niet gauw goed, of – en dat komt ook voor -, men vindt alleen datgene goed wat men zelf denkt en doet.
Zoals u ziet zitten er zowel bij de a- als de b-mensen mogelijkheden tot problemen die een goed functioneren in de weg kunnen staan. Toch zullen we in deze ook nuchter moeten zijn en er ons niet bij neer moeten leggen als wij tot een type behoren die niet bij de volwassen mens past. Ook hier geldt namelijk dat alle natuurlijke dingen doorbroken kunnen worden, indien wij in het geloof ons daarnaar uitstrekken. U zult inmiddels al wel begrepen hebben dat bij de a-types er gevaren dreigen van vervlakking en slaafse volging van de voorman. Een uitzonderlijk voorbeeld zien wij in het volgen van een heel volk (Duitsland) aan hun leider tot in de dood (Hitler). Het is onbegrijpelijk dat een zo’n ontwikkeld land zover kon komen. De b- types mogen dan wat zelfstandiger zijn, ook bij hun is het geen koek en ei. Zij zijn zó zelfstandig dat ze elkaar helemaal niet kunnen vinden en zij blijven als eenheden op hun hoogte staan.
Broeders en zusters, er mankeert dus aan beide types wat, ja zelfs heel veel, namelijk er is gebrek aan leiding door de Heilige Geest. De types zoals die er in de wereld zijn, zijn er ook onder ons. Wij zijn of worden echter opgeroepen tot zelfstandige mensen met ruggengraad, maar ook tot mensen die naar elkaar willen luisteren en aanvullen. Zij die het mens zijn, het beelddrager Gods zijn, van elke broeder of zuster kunnen aanvaarden als zijnde een zelfstandig wezen, die door Gods Geest geleid wordt of steeds meer gaat worden. Dan zal men steeds meer tot de ontdekking komen dat deze ontwikkeling ook te maken heeft met het openbaar worden van de zonen Gods.
God wil zijn volle doel met ons bereiken
Wij moeten als het ware overstappen in een andere trein met een hoger doel. De Hebreeënbrief zegt met andere woorden onder andere : “Het één wordt opgeheven (eindigt) om het ander te laten gelden”, dat wil zeggen, van kracht te laten worden. Dat is de overgang van verbondsvolk naar levende stenen, tot opbouw van een geestelijk huis met ieder een persoonlijke inbreng door middel van de Heilige Geest.
Velen hebben nog steeds moeite met het oude en het nieuwe verbond, het oude en het nieuwe testament. Er zijn allerlei theorieën o- ver opgebouwd. Het is echter, en dat zult u met mij eens zijn, geldend voor het volk van God levend in een bepaalde tijd. Het oude volk van God, Israël, leefde onder de wet, dat was hun richtlijn. Het nieuwe verbond, waaronder wij leven is een geloofsverbond. De wet van Mozes is in Christus vervuld, dat wil zeggen dat in de vervulling van de wet van Christus, de wet van Mozes inbegrepen is. De wet van Christus gaat namelijk verder dan die van Mozes. Mozes zegt: “Gij zult niet echtbreken”, Christus zegt dat men reeds echtbreuk pleegt indien men een vrouw aanziet en begeert. Of: “Gij zult niet doodslaan” (de wet). Maar Jezus zegt: “Een ieder die leeft in toorn tegen zijn broeder zal reeds vervallen aan het gerecht”.
De wet van Mozes, enz. was verbonden met straf. De wet van Christus heeft te maken met liefde. Daarom vergaf Hij de overspelige vrouw haar zonden en veroordeelde haar niet, zoals de omstanders dat wensten. De profeten, die onder de wet geleefd hebben, hebben geprofeteerd, geïnspireerd door de Geest van Christus, over het lijden en triomferen van Christus. Zij profeteerden voor ons en voor nu en over de dingen die nog komen gaan. Zij profeteerden en kwamen, ondanks hun profeet zijn, niet verder omdat zij niet tot volmaaktheid konden komen.
Christus is de erflater.
Hij vervulde alles omdat de Vader Hem alles overgegeven had. Oud wordt oud als je nieuw hebt. Er zijn nog zeer veel oudtestamentisch denkende mensen. Dit heeft tot gevolg dat zij Christus en de Vader niet kennen. Jezus Christus heeft ons de Vader leren kennen. Het werkelijke wezen Gods was verborgen totdat de Geest van Christus kwam als onze leermeester. Toen kwam de mogelijkheid en het inzicht van de scheiding der geesten. Toen konden we gaan zien wat werkelijk van God kwam.
Kan God zijn volle heerlijkheid in ons bewerken?
In het oude testament zag men alles wat uit de geestelijke wereld kwam als van God afkomstig. Men begreep het doel van de schepping niet en men had een wet nodig om binnen bepaalde grenzen te blijven. Elia deed bijvoorbeeld vuur van de hemel dalen om mensen te doden. Toen de discipelen dit ook wilden doen, omdat de joden Jezus niet wensten te ontvangen, bestrafte Hij hun. Lucas 9 vers 54 en 55 (Luc. 09:54-55). Dit is verschil van Geest. Elia strafte en Jezus behield de mens. Hij heeft de mensen lief en wil dat zij behouden worden. De geest van Christus is leven. Jezus zegt: Zegen en vervloek niet! Elia, Elisa, Mozes, enz. , hadden macht op oudtestamentische wijze, dat wil zeggen op natuurlijke wijze regeren en slaag uitdelen, (wet en straf). Tot de komst van Christus was dat de weg. Jezus wees een I weg die omhoog voert. Wij mogen op nieuwtestamentische wijze leven en steeds verder komen op de weg die Hij ons door Zijn Geest zal openbaren.
De mens is nog zeer verstrikt in het oudtestamentisch denken. Denk eens aan het zichzelf straffen, zelfkastijding, maar ook je zelf zo schuldig vinden dat het lichaam er ziek van wordt. Ook dat is zelfkastijding. De offerdienst wees naar Christus heen en Hij is het volmaakte offer voor ons. Hij heeft het voor ons volbracht. Geweld, afbraak, ziekte, kastijding, enz. , is nooit uit God. Eenmaal ontmoette Mozes God, namelijk op de berg Sinaï. God kwam in een zachte wind, een verfrissende koelte, en Mozes hield er een stalend gezicht van over, ja zelfs zo dat hij het bedekken moest. Toch kon God hem niets anders meegeven dan een wet op steen.
Zie nu nog eens naar ons tekstgedeelte, hoeveel meer wij ontvangen hebben. Dat is echter niet voor niets gebeurd. Het heeft een Goddelijk doel, namelijk de glans op ons gezicht mag en kan, dit in tegenstelling met Mozes, toenemen van heerlijkheid tot heerlijkheid. Het wezen Gods zal ons steeds duidelijker worden. Wij zijn de tempel Gods. Hij woont in ons en zal door ons en met ons tot Zijn doel komen. Laat u niet langer lasten opleggen die met een leven naar de Geest van Christus niets te maken heeft. Denk vooral aan allerlei vrome opdrachten die u kunnen gaan belasten en onvruchtbaar maken. Het oude is voor degenen die van deze aarde zijn, het wordt antiek en is er aan toe om te verdwijnen. Het nieuwe, het geschonkene in Christus, is voor de hemelsen. Jezus geeft ons macht in de hemelse gewesten en wij weten dat God goed en de duivel slecht en verdorven is.
Wij bestijgen de berg op geheel andere wijze. Wij zijn genaderd tot de berg Sion, de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem. Daar worden wij gezuiverd van leugen en dwaling. De late regen die de oogst rijp maakt, dat is een evangelie van heerlijkheid en blijdschap. Dat is de vervulling van de boodschap van de engelen in de velden bij Bethlehem. Namelijk vrede op aarde en grote blijdschap die aan alle volken ten deel zal vallen.
Kom ga met ons en doe als wij. Jeruzalem dat ik bemin, wij treden uwe poorten in. . . . ! Daar worden wij onderwezen met het hemelse manna en Christus zal in ons tot openbaring komen tot verheerlijking van Zijn Naam. Hij zal verheerlijkt worden in Zijn heiligen en met verbazing aanschouwd worden in allen, die tot geloof gekomen zijn; want ons getuigenis heeft geloof gevonden bij u. 2 Thessalonicenzen 1 vers 10 (2 Thess. 01:10). Kom tot dit geloof, wordt vervuld met de Heilige Geest en wordt met ons een levende steen tot opbouw van zijn huis.
Reacties van lezers door Redactie
Gos is een goede God
In “Levend Geloof” van januari schreef onze medewerker br. Jan W. Companjen in zijn artikel “Hemels manna” onder andere: “Haast het hele christendom weet dat de duivel de overste van deze wereld is. Maar toch wordt nog zeer vaak alles wat slecht is, oorlog, verdeeldheid, kommer, armoede, honger en ellende, gezien als van God de Here afkomstig. De bekende Leger des Heils soldate Eva den Hartog werd één dezer dagen in Thailand geïnterviewd. Zij zei betreffende de verschrikkelijke dingen die zij daar zag: “Ik (Eva den Hartog) begrijp God niet meer. Waarom doet Hij dit?” en: “Ik was ontzettend kwaad op God. Opnieuw vroeg ik mij af of de God, die wij in het Leger prediken, wel een God van liefde is, die wij deze stakkers moeten aanprijzen. Ik dacht: Hij is een God van woede. Waarom laat Hij dit alles toe?”. . .
Tot zover dit citaat uit het artikel van br. Companjen. Een lezeres uit Dordrecht reageerde hierop door ons een knipsel toe te sturen uit “Opwekking”, waarin een brief wordt gepubliceerd die Eva den Hartog schreef naar aanleiding van de publicatie van haar opmerkingen in “De Telegraaf”. Zij schreef: “De Telegraaf” heeft weer eens naast de waarheid geschreven en op deze wijze wordt getracht Gods werk kapot te maken. Mijn vertrouwen in God is sterker dan ooit te voren. Twijfel, vragen, te midden van deze ellende heb ik, maar diep in mijn hart weet ik dat God er is en mij gebruiken kan om Zijn liefde in praktijk te brengen”.
Ons commentaar hierop is: De opmerkingen van broeder Companjen in zijn artikel hadden in geen enkel op, zicht de bedoeling het sociale werk van Eva den Hartog in een verkeerd daglicht te stellen. Daar is iedereen het over eens dat dit goed en nuttig is. Het ging echter om haar uitspraak waarbij aan God de ellende wordt toegeschreven die van de duivel afkomstig is. Een verkeerde opvatting die helaas nog bij zeer veel christenen leeft.
Zoals wel vaker in interviews voorkomt is het best mogelijk dat “De Telegraaf” haar opmerkingen niet juist heeft weergegeven. Wij hebben ook geen enkele behoefte dit blad in bescherming te nemen, maar willen wel opmerken dat het erg vreemd aan doet dat Eva den Hartog in haar brief schrijft dat “De Telegraaf” er weer eens naast zat en op deze manier wordt getracht Gods werk kapot te maken. Wat is namelijk het geval?
In “De Telegraaf” van 25 november 1979 wordt in een groot artikel juist op positie wijze over haar werk geschreven. Het gehele artikel van verslaggever Henk de Mari is in ons bezit en allerlei feiten en bijzonderheden over haar werk worden er in tot uitdrukking gebracht.
We laten nu het oordeel verder maar aan onze lezers over, maar meenden toch ter wille van een objectieve voorlichting een en ander te moeten memoreren. Waar het dus om gaat is dat onze ogen geopend zijn [of worden) voor het feit dat al het goede van God afkomstig is, en al het slechte van satan. Of, zoals Oral Roberts het jaren geleden reeds zei: “De duivel is een slechte duivel, maar God is een goede God”. was om te relaxen. Door uw artikel zijn mijn ogen eigenlijk meer open gegaan voor het kwaad wat met yoga te maken heeft. De wegen des Heren zijn wonderbaar. Vooral de gedichten van Judith vind ik altijd erg fijn. Ik geef “Levend Geloof” altijd door aan andere Hollandse mensen, die het ook erg op prijs stellen. Daar ik de enigste ben in mijn gezin die voor Jezus gekozen heeft, is het vaak moeilijk. Maar door uw blad ontvang ik ook weer kracht. Moge de Heer uw blad gebruiken om nog vele zielen te winnen voor Zijn Koninkrijk”
Brief uit Engeland
Mrs. E. C. W. uit Engeland schrijft: “Graag wil ik ook eens reageren op uw blad “Levend Geloof”. Het is nu ongeveer zeven maanden geleden dat ik voor het eerst “Levend Geloof” in handen kreeg. Ik ontving het als geschenk. De inhoud van uw blad is Bijbels geïnspireerd. Wat je niet van alle christelijke bladen kunt zeggen. Ook het artikel over yoga en mediteren spraken tot mij persoonlijk. Hoewel ik er zelf niet aan deed zag ik er nooit geen kwaad in. En dacht dat het alleen maar was om te relaxen. Door uw artikel zijn mijn ogen eigenlijk meer open gegaan voor het kwaad wat met yoga te maken heeft. De wegen des heren zijn wonderbaar. Vooral de gedichten van Judith vind ik altijd erg fijn. Ik geef Levend Geloof altijd door aan andere Hollandse Mensen, die het ook erg op reis stellen. Daar ik de enigste ben in mijn gezin die voor Jezus gekozen heeft, is het vaak moeilijk. Maar door uw blad ontvang ik ook weer kracht. Moge de Heer uw blad gebruiken om nog vele zielen te winnen voor zijn Koninkrijk.
Bevrijding van demonen
De reacties op het artikel van br. Noë in het januarinummer over het uitdrijven van demonen houden aan. Een voorganger vroeg ons onder andere dit artikel te mogen overnemen in het contactblad van zijn gemeente. Br. Noë hoopt te zijner tijd een vervolgartikel te schrijven over dit belangrijke onderwerp. Van het januarinummer zijn nog een beperkt aantal exemplaren verkrijgbaar.