1978.02 nr. 179

Levend Geloof 1978.02 nr. 179

Waar woont God? Door Gert Jan Doornink

“De God, die de wereld gemaakt heeft en al wat daarin is, die een Heer is van hemel en aarde, woont niet in tempels met handen gemaakt, en laat Zich ook niet door mensenhanden dienen, alsof Hij nog iets nodig had, daar Hij zelf aan allen leven en adem geeft”(Hand. 17:24-25).

Waar woont God niet?

Wanneer ons de vraag gesteld wordt, waar wij wonen, hebben wij daar direct een antwoord op. Vrijwel iedereen heeft een vast adres. Daar wo­nen en leven wij. Dat is onze verblijfplaats om te wonen en te relaxen. Daar voelen wij ons, als het goed is, gelukkig.

Op de vraag, waar God woont, geeft Paulus in Handelingen 17 in de eerste plaats het antwoord, waar Hij niet woont. Hij zegt het zeer duidelijk: “God woont niet in tempels met handen gemaakt”. In welk verband zei Paulus dit? Met het oog op wat hij zag in de stad Athene, de geweldige af­goderij daar. Paulus was in Athene terechtgeko­men op zijn tweede zendingsreis.

Athene was een belangrijke stad in die tijd uiteraard ook nu nog als hoofdstad van Grieken­land maar in de tijd Van Paulus’ was het een zeer belangrijk centrum van cultuur en weten­schap. Het was gelegen aan de voet van de heu­vel Acropolis. Er waren vele tempels, waarvan sommige tot op de dag van vandaag bewaard zijn gebleven. De mensen geloofden in allerlei god­heden. Paulus bestreed dit zogenaamde polythe­ïsme en verkondigde het monotheïsme. Immers hij had de ene waarachtige God leren kennen, geopenbaard in Jezus Christus.

Dat Paulus goed op de hoogte was van de cultuur en de wetenschap, van de inwoners van Athene, blijkt onder andere uit het feit dat hij één van hun dichters (Aratus) citeerde. (Hand. 17:28).

Wat Paulus deed in Athene

Paulus zou geen dienstknecht van God zijn, als hij met de armen over elkaar heen bleef zitten. Integendeel, we lezen hoe zijn geest in hem geprikkeld werd bij het zien van zoveel afgods­beelden… en nu komt het: daarom ging hij aan het werk! (Let speciaal op het woordje: daarom.). Hij hield dagelijks in de synagoge besprekingen en later voor het gerechtsgebouw van Athene, de areopagus. Handelingen 17 vers 17 (Hand. 17:17) zegt het duidelijk dat hij dit dagelijks deed. Ook alle andere Nederlandse Bijbelvertalingen spreken daarvan, in dezelfde bewoordingen, zoals alle dagen, elke dag en dagelijks. Paulus was dus volhardend en ons hier in ten voorbeeld. Als we nu letten op de inhoud van Paulus toespraken, dan valt het al spoedig op dat hij hetzelfde evangelie bracht, wat ook Jezus verkondigde: het volle evangelie. Hij bracht het evangelie van Jezus en van de opstanding. Handelingen 17 vers 18b. (Hand. 17:18b) Zijn boodschap resulteerde in een dringende oproep zich te bekeren tot de levende God. Jullie moeten van je dode vormen dienst bevrijd worden en dit is alleen mogelijk door de opgestane Jezus te aanvaarden, was het centrale thema van zijn boodschap.

God woont in mensenharten

De inwoners van Athene werden geroepen te geloven in Jezus en Hem toe te laten in hun hart. Dat is tevens het antwoord op de vraag, als God niet woont in tempels met handen gemaakt, waar Hij dan wel woont. Het is een heel simpel ant­woord: God woont in mensenharten.

God woonde in het hart van Paulus, omdat hij geloofde in Jezus. God woont in uw en mijn hart als wij geloven in Jezus. Het is zeer be­langrijk dat wij dit goed inzien. Want dan begrijpen wij ook wat Paulus daar in Athene bedoelde als hij daarover sprak. Lees eens goed wat Paulus daar zegt in Hand. 17:24-28. Hij legt uit dat wij van het geslacht van God zijn. Immers wij zijn gemaakt naar het beeld van God. Wij waren bijna Goddelijk. Maar de zonde maakte scheiding tussen ons en God.

Paulus legt uit dat, omdat wij van het geslacht van God zijn wij daarom ook niet moeten menen dat God gelijk is aan goud of zilver of wat dan ook, of dat we God op een bepaalde plaats moe­ten zoeken Paulus zei: Jullie zijn helemaal op de verkeerde toer, jullie zien het helemaal verkeerd…. zoals helaas ook in onze dagen velen nog een totaal verkeerde voorstelling van God hebben.

Denk ook aan wat Jezus zelf daarover zegt in het gesprek met de Samaritaanse vrouw in Johannes 4. Als deze vrouw op een gegeven ogenblik vraagt naar de plaats waar God aanbeden moet worden, antwoordt Jezus in deze duidelijke be­woordingen: “Geloof Mij, vrouw, de ure komt, dat gij noch op deze berg, noch te Jeruzalem de Vader zult aanbidden. Gij aanbidt, wat gij niet weet; wij aanbidden, wat wij weten, want het heil is uit de Joden; maar de ure komt en is nu dat de waarachtige aanbidders de Vader aanbidden zullen in Geest en in waarheid; want de Va­der zoekt zulke aanbidders; God is Geest en wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in Geest en waarheid”(Hand. 04:20-24) .

De plaats van samenkomst is daarom ook veel minder belangrijk, dan de wijze waarop. Als honderd onbekeerde mensen in een prachtige kerk bij elkaar zijn en drie kinderen Gods in een oude schuur, dan is God bij de gelovigen in die oude schuur. God woont daar waar Zijn kin- deren zijn, want waar twee of drie verenigt zijn in Zijn Naam, daar is Hij! Natuurlijk is het fijn dat er om praktische redenen goede gebouwen en ruimten zijn om samenkomsten te kunnen houden, maar de gebouwen of kerken op zich hebben geen enkele waarde, wat de beleving van het geloof betreft.

God woont in Jezus en Jezus in ons

God woont in mensenharten. Zoals God woont in Christus, woont Christus in ons. Kol. 01:18-19 zegt, dat Hij het Hoofd van het Lichaam, de Ge­meente is. “Hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden, zodat Hij onder alles de eerste geworden is. Want het heeft de ganse volheid behaagd in Hem woning te maken”. Dat is het ge­heim. Door te geloven in Jezus is Hij komen wo­nen in ons hart. (Ef. 03:17).

God woont dus in Jezus en Jezus in ons. Maar hoe? Heeft Hij een deel van ons hart, of heeft Hij ons helemaal? Is Hij alleen maar kostganger of inwonend of een familielid, dat zo af en toe eens overkomt? Stel dat u een van uw kinderen in een apart kamertje zet en geen gemeenschap meer met hem wilt hebben. Dat is toch een onge­zonde toestand! Toch gebeurt dit maar al te vaak in geestelijk opzicht.

De Bijbel zegt in 1 Joh. 01:03 dat onze gemeen­schap met de Vader is en met Zijn Zoon Jezus Christus. Hij wil de totale woning van ons le­ven betrekken. Dit komt ook tot uitdrukking in ons getuigenis in deze wereld. Want naarmate onze overgave aan Jezus volkomen is, heeft ook ons getuigenis van Jezus betekenis en uitwer­king. Jezus behoort dus alle kamers van ons geestelijk huis te hebben betrokken.

Als wij gaan verhuizen, gaan we ons nieuwe huis volledig inrichten. Er is wel eens geldgebrek, zodat we een of twee kamers eerst nog niet in­richten, maar dit geldt niet in geestelijk op­zicht! Bij Jezus is leven en overvloed. En ook al gaat een verhuizing wel eens niet altijd even gemakkelijk, uiteindelijk komt alles op zijn plaats. Dat behoort ook in geestelijk op zicht te gelden. Sommige mensen hebben jaren­lang moeite met iets. Ongehoorzaamheid en onge­loof zijn vaak grote struikelblokken. Laten we toch goed beseffen, dat pas als de Heer ons geestelijk huis volledig heeft kunnen inrichten hij ons ten volle gebruiken kan in Zijn dienst. En dat wil de Heer. Dat zien wij in deze ge­schiedenis van Paulus’ verblijf in Athene.

Wat Paulus deed, behoren ook wij te doen!

Terwijl Paulus in Athene wachtte op Silas en Timótheüs, werd zijn geest in hem geprikkeld, toen hij zag, dat de stad zo vol afgodsbeelden was” (Hand. 17:16). Daarom ging hij aan het werk!

Daarom vraagt de Heer ook van u en mij actief te zijn in dienst van de Meester! Of raakt uw geest niet geprikkeld bij het zien van de vele afgoden van onze dagen? Nu kunnen we gaan pro­testeren, we kunnen comités gaan oprichten te­gen dit en tegen dat, maar de beste remedie en het meest in overeenstemming met de wil van God is: de verkondiging van het Volle evangelie! Zoals Paulus dat deed in Athene: “God dan ver­kondigt, met voorbijzien van de tijden der onwetendheid, heden aan de mensen, dat zij allen overal tot bekering moeten komen: omdat Hij een dag bepaald heeft, waarop Hij de aardbodem rechtvaardig zal oordelen door een man, die Hij aangewezen heeft, waarvan Hij voor allen het bewijs heeft geleverd, door Hem uit de doden op te wekken”(Hand. 17:30-31).

Wat is het gevolg, van deze prediking? Bij Paulus zien wij drieërlei resultaten. Daar zijn spotters, die lachen over de opstanding der doden, zoals ook vandaag velen achter de “God-is- dood theologie aanlopen. Dan zijn er de neutralen. Zij zeggen: “Wij zullen u hierover nog wel eens horen”. Ook die komen wij tegen in onze da­gen. Maar er zijn er ook die tot geloof komen’ “Doch enige mannen sloten zich bij hem aan, en kwamen tot geloof, onder wie ook Dionysius, de Areopagiet, en een vrouw, genaamd Damaris, en anderen met hen” (Hand.17:34).

Hetzelfde gebeurt in onze dagen. Als wij getrouw zijn, (als de Heer volledig in ons woont!), zul­len de vruchten zeker niet uitblijven. Daarom laten het ook wij de mensen toeroepen: Maak uw geloof los van verkeerde leerstellingen en tra­dities of wat dan ook, en leer de levende God in Jezus Christus kennen en wordt daardoor voor altijd gelukkig!

 

Levend geloof journaal door Gert Jan Doornink

Fusie tussen Volle Evangelie groepen

Twee groeperingen van ge­meenten in de Nederlandse Pinksterbeweging, de “Volle Evangelie Gemeenschap Ne­derland” en de “Federatie van Volle Evangelie Gemeen­ten in Nederland” hebben op een gezamenlijk gehouden vergadering in januari de belangrijke beslissing ge­nomen samen te gaan. De nieuwe benaming van de beide gefuseerde organisaties zal zijn: “Stichting volle evangelie gemeenten in Nederland”. Voorzitter is Evangelist Hans Koornstra.

Overigens heeft de nieuwe stichting niet de bedoeling een sterke organisatie op te bouwen, maar wel het geestelijk contact tussen voorgangers, oudsten en verdere medewerkers te be­vorderen, elkaar te waarde­ren, te respecteren en zo­veel als mogelijk is te helpen.

Met dat doel worden ver­schillende voorgangers en werkersvergaderingen gehouden. De eerstvolgende op 22 april, 10 uur te Hilversum, Oranjelaan 1.

Om ook de gemeenteleden bij het landelijk aspect te be­trekken, wordt op tweede Paasdag, 27 maart, een conferentie voor gemeenten en belangstellenden gehouden te Rotterdam, met als spre­kers o.a. de evangelisten Richard Heidema en Dries Nauta. Verdere inlichtingen bij het secretariaat van de V.E.G.N., te IJmuiden.

Massale doopdienst in China

Ontstaan er in China kansen voor het evangelie en gaat het zogenaamde bamboegordijn langzaam open? Berichten van de laatste tijd wijzen in die richting. Zo meldt ”De Telegraaf” van 24 februari dat China zijn grenzen open gaat stellen voor toeristen, zij het nog mondjesmaat. Dat de Gemeente van Jezus Chris­tus in China nog steeds niet dood is blijkt uit een be­richt in “Trouw” van 23 fe­bruari van EPS uit Honkong waarin melding wordt gemaakt van een massale doopdienst: Uit het bericht: “Kortgele­den zijn in een bepaalde streek in China honderd men­sen gedoopt zonder dat de overheid dit trachtte te beletten. “Dit is bekend ge­maakt in het blad China Talk van de verenigde Methodisti­sche kerk in Honkong. In het blad stond een gesprek met een jonge christin in China, mejuffrouw Wong, wier gehele familie christen is.

Mejuffrouw Wong komt van het platteland en vertelde dat in haar dorp verscheidene christenen wonen, die zater­dags bijeenkomen voor bijbel studie en bespreking van de culturele revolutie. “Zover ik weet heeft niemand in ons dorp daar last van gehad” zei ze. Zij deelde mee dat ook onder de partijkaders christenen zijn. “Soms vroe­gen zij ons niet te luid te zingen tijdens onze huis- dienst, maar overigens deden zij hun eigen werk en wij deden het onze”.

De christenen komen gewoon­lijk op zaterdag bijeen, om­dat dit de vrije dag is. De dienst bestaat uit zingen, bidden en Bijbellezen en preken. Iedereen doet hier­aan mee. Bij de recente doopplechtigheid in haar streek werden honderd jonge­ren en ouderen gedoopt. Eén van de plaatselijke partij­leden schertste dat zij wel eens een kou konden oplopen en dat de christenen daarom moesten vermijden al te jonge kinderen en bejaarden te dopen. Dan zouden zij de volgende dag op ziekenrap­port moeten. Mejuffrouw Wong vertelde dat niets misliep en niemand kouvatte.

De Chinese jonge vrouw ver­telde voorts dat in het huis regelmatig avondmaal gevierd wordt en dat de kerk niets te maken had met buitenlan­ders. Onder de kerkleden zijn er die regelmatig het land doorreizen om andere gemeenten te bezoeken en te zorgen voor begeleiding en onderricht onder nieuwe gemeenteleden .

Nieuwe film over drugs­bestrijding

Waarom zijn er zoveel mis­lukkingen in de opvang van drugsverslaafden? Wat ont­breekt er? Waarom vindt slechts 2-6% genezing, on­danks de beste doktoren, psychologen en analisten? Deze vragen worden gesteld op een folder welke de nieuwe film “The Jesus factor” met Charles Colson aankondigt. Op maandag 6 maart organiseert “Teen Challenge Nederland” in Den Haag een perspremière van deze nieuwe film over de opvang en begeleiding van drugverslaafden in “Teen Challenge” centra. Tevens zal hier een samen­vatting van het onderzoek­rapport, waarop deze film is gebaseerd worden bekend gemaakt.

Teen Challenge is ontstaan in 1958 in New York, door het werk van ds. David Wilkerson, die zich het loc van de losgeslagen jongeren in New York aantrok. Hij ver­ruilde zijn plattelandsge­meente voor de getto’s van de New Yorkse achterbuurten, en hielp jongeren uit een leven van ‘gangs’, drugge­bruik en alcoholisme over te stappen naar een nuttiger bestaan. Velen bleken een langdurige begeleiding nodig te hebben in een opvangcen­trum of boerderij.

Het Nederlandse Teen Chal­lenge werk is in 1967 naar voorbeeld hiervan opgericht, en vormt nu een zelfstandig samenwerkingsverband van een aantal ontmoetingscentra voor jongeren en een opvang­centrum voor jongens (sinds 1973) en voor meisjes (sinds 1977) in Haarlem. Hier wordt (voor zover mogelijk) de­zelfde aanpak gebruikt als in de Amerikaanse centra.

 

Wat baat het een mens  door Judith

Inleiding

Welk een ernstige waarschuwing ligt in dit Schriftgedeelte besloten. Hier is de Leermeester aan het woord.

Die duidelijk te kennen geeft dat de keuze van de wil, het belangrijkste is.  Wat triest om op het eind van je leven tot de conclusie te moeten komen dat je “door de bomen het bos niet meer hebt gezien” en het voornaamste hebt gemist.

Het woord “gemist” geeft zo’n gevoel van leegte, de plank misgeslagen te hebben en je (levens) kans en ver­keerd te hebben afgewogen.

Maar mag je dan geen idealen koesteren; geen wensen of verlangens hebben? Integendeel’. Ps. 037:004 zegt: “Ver­lustig u in de Here, dan zal Hij u geven de wensen van uw hart”. Het ligt klaar om weggegeven te worden, maar ….staat God boven aan de lijst of is Hij “nuttig tot op zekere hoogte?” Zijn er andere dingen (carrière, vriendschapsbanden e.d.) die het geloof in Hem in de weg staan?

Ontvangen we niet alles uit Zijn hand (gezondheid, geluk, geld, enz.)? Is Hij niet de milde Gever aller dingen? Waarom niet de eer te geven aan Diegene wie die toekomt?

Een boodschap in klare taal. Je hoeft geen verborgen verliezer te zijn; de mogelijkheid om te kiezen is aanwezig. Hebt u al gekozen? Het zal u nimmer berouwen

God boven alles te hebben gesteld. Zijn aanbod is van levensbelang: in Christus is ons eeuwig leven geschonken

 

Wat baat het een mens (gedicht) door Judith

Matteüs 16:26

Al zou een mens het meest’ bezitten

Van alle rijkdom hier op aard,

Hij zou toch weer kunnen verliezen,

Hetgeen hij moeizaam had vergaard.

 

Al lag de wereld aan zijn voeten,

Al kende hij geen zorg of pijn…

Hij zou in ’t oog van God verloren

’t Meest te beklagen schepsel zijn.

 

Al zou hij zich van alle dingen

in ’t leven hebben vergewist…

Hij zou – indien hij God niet kende –

Het beste deel hebben gemist.

 

Wat zou ’t een mens uiteindelijk baten

Wanneer hij héél de wereld won,

Maar schade – aan zijn ziel berokkend

Geheel niet meer herstellen kon?!

 

Gods Woord tegenover de duivel door J. Noë

“Biedt weerstand aan de dui­vel, en hij zal van u vlie­den” (Jak. 04:07).

Offensief van satan

Broeders en zusters. Ik zal met dit artikel wel eens in herhalingen vervallen, van wat ik in vorige artikelen heb aangehaald, maar het is goed, dat daar nog eens op benadrukt wordt.

We leven in een tijd (eind­tijd) waar de machten der duisternis onder aanvoering van satan een groot offen­sief hebben ingezet. Wat al­zo in de wereld en in het bijzonder ook in ons land gebeurt, daar kun je niet blind voor zijn. Wetteloosheid, zedeloosheid, schaam­teloosheid, vandalisme, baldadigheid, misdadigheid, ge­weld, occultisme, verslaving aan alcohol en drugs, alsme­de goddeloosheid en valse leer en afval in de diverse kerken en groeperingen, neemt ongekende vormen aan. Nu praat ik niet eens over oorlogsdreiging, kernwapens, enz. Gods Woord zegt ons duidelijk de dingen, die ge­beuren gaan.

Hoe handelen wij?

We weten wat ons te wachten staat, maar ook hoe de ware kinderen Gods zullen gaan handelen. Behoren wij tot die categorie? In Romeinen 8 staat: Met reikhalzend ver­langen wacht de schepping op het openbaar worden van de zonen Gods. Dat zijn dus de ware volgelingen van Christus, de heerscharen van overwinnaars, die, in onwan­kelbaar geloof, het Woord Gods hanteren tegenover de duivel met zijn machten.

Zoals reeds eerder dikwijls gezegd, het is voor de kin­deren Gods een strijd in de hemelse gewesten. Daar wordt in geloof door de kracht van de Heilige Geest het uitge­vochten. De resultaten wor­den dan ook zichtbaar hier op aarde.

De Heer beproeft ons

De Heer traint en loutert ons door allerlei beproe­vingen die op ons afkomen, opdat wij te zijner tijd bestand zullen zijn tegen alle aanvallen van satan met zijn trawanten, in wel­ke vorm ze ook tot ons ko­men, in onze geest (gedach­ten), lichaam of door al­lerlei omstandigheden om ons heen. Hij wil ons op dat geestelijk niveau bren­gen, waardoor wij in alle situaties in staat zijn, als een rots in de branding te staan, onwankelbaar, het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig, zodat de machten der duisternis zich te pletter lopen tegen onze geestelijke wapenrusting.

Ik zal nu eens voorbeelden nemen van zulke beproevin­gen. Om te beginnen iets, dat nogal eens voorkomt, namelijk bang zijn om ziek te worden. Er behoeft zich maar iets voor te doen, bijvoorbeeld: “Je zit in de tocht” of “Het is nogal slecht weer, waardoor men­sen ziek worden”, of de ge­dachte komt naar boven en je zegt: “Als ik nu maar niet ziek wordt”. Hierdoor, broeders en zusters, heb je satan al voet gegeven.

En dan het volgende voor­beeld. Satan valt ons in­derdaad in ons lichaam aan, we voelen ons beroerd, we hebben pijn en/ of er doen zich verschijn­selen voor, die nu niet di­rect bemoedigend zijn. (Ik kan hiervan meespreken, om­dat ik vroeger dienaangaan­de heel wat heb meegemaakt). Hoe reageren we nu? We weten door het Woord, dat Je­zus al onze zonden en ziek­ten gedragen heeft, dat Hij satan met zijn trawanten heeft verslagen en ontwa­pend en met Zijn kostbaar bloed ons verlost heeft van satans macht, dat wij door Zijn striemen genezen zijn geworden, geest, ziel en lichaam, en dus een nieuwe schepping zijn geworden, een tempel van God.

Op welk niveau leven wij?

Van ons geestelijk niveau ( hangt dus nu af hoe wij re­ageren. Ik zal vier voorbeelden nemen.

1 – We worden angstig, ner­veus, down, klagen en pra­ten er over met anderen, roepen de dokter, bidden en laten ook voor ons bidden en handen opleggen.

2 – We raken niet zo van streek, maar roepen toch de dokter, bidden en laten voor ons bidden en laten ons de handen opleggen.

3 – We hebben even een zwak moment, maar gaan daarna di­rect tot de tegenaanval o- ver, het Woord Gods hante­rende, volharden in gebed en laten ons zonodig de handen opleggen.

4 – We blijven volkomen rus­tig, volharden in gebed, hanteren in onwankelbaar ge­loof het Woord Gods en weerstaan iedere aanval van satan, wetende dat hij moet wijken.

Laten we nu onszelf eens af­vragen, tot welke categorie we behoren en in hoeverre satan kans heeft gezien vat op ons te krijgen. Bij wie was gebrek aan vertrouwen en geloof?

De tactiek van satan

Satan werkt altijd op onze zintuigen (gevoel, horen, zien, enz.) en tracht daardoor onrust, angst en twij­fel in ons hart te zaaien, om zodoende ons geloof aan het wankelen te brengen.

Denk maar eens aan Petrus, toen hij over het water naar Jezus liep. Zodra satan hem dwong naar de golven en de wind te kijken was het met hem gedaan en begon hij te zinken. En wat zei Jezus tot hem? Kleingelovige, waarom zijt gij gaan twijfelen?

Een goede les voor ons, broeders en zusters! We moe­ten wandelen in geloof en niet in aanschouwen. Het ge­loof wordt wel beproefd, maar nooit beschaamd. Paulus zegt: Ik schaam mij het evangelie niet, want het is een kracht Gods tot behoud, voor een ieder die gelooft! (Rom. 01:16).

We zijn in Christus door de Heilige Geest bekleed met Goddelijke macht, kracht, gezag en heerlijkheid, de ganse volheid Gods is via Christus in ons. We zijn medearbeiders en kunnen dus de machten der duisternis in alle omstandigheden  en met autoriteit tegemoet treden en overwinnaars zijn!

Vragen uit de praktijk

Nu wil ik enige kwesties behandelen, die in de praktijk voorkomen en die wij toch eens onder de loep moeten nemen.

1 – Jezus zegt in Marcus 16 “Leg zieken de handen op en ze zullen genezen worden”. Jacobus 5 zegt: “Is er ie­mand bij u ziek? Laat hij dan de oudsten roepen, op­dat zij over hem een gebed uitspreken en hem met olie zalven in de Naam des Heren en het gelovig gebed zal de lijder gezond maken en de Here zal hem oprichten”.

Dit zegt dus het woord. Als de genezing dus niet ge­schiedt, ligt het of aan de zieke, of aan degene die de handen oplegt of aan beiden. Er kunnen verschillende oorzaken voor zijn, waar­door de werking van de Hei­lige Geest geblokkeerd wordt. Het kan zijn, dat wij niet zuiver tegenover de Heer staan en een en an­der opgeruimd moet worden, maar in vele gevallen is het een gebrek aan geloof en kracht. We doen zodoende de Naam des Heren schade aan.

2 – Broeder, mag. ik nu wel naar een dokter gaan, als ik ziek ben. Deze vraag houdt in, dat de zekerheid des geloofs in het Woord ontbreekt, anders was die vraag nooit gesteld. Ik raad deze broeders of zus­ters dan aan om wel naar een dokter te gaan, om niet in een kramptoestand te ko­men, met alle gevolgen van dien en de Heer te bidden om dat geloof dat genezing brengt.

3 – Broeder, het kan wel eens Gods wil zijn, dat ik ziek ben. Hij kan wel eens anders handelen, Hij is souverein. Dit is volkomen on­juist. Het is nooit de wil van God dat je ziek bent. God kan nooit tegen Zijn Woord ingaan. Door zo’n redenering wordt de grond on­der je voeten weggeslagen en heb je geen houvast meer. Tussen het toelaten van God en de wil van God is een groot verschil.

4 – Een kind van God komt op nog vrij jeugdige leeftijd door een ongeval of bijvoor­beeld door een hartaanval plotseling om het leven. Dit zijn moeilijke gevallen. God alleen weet het “waarom” en “waardoor”. Ik voor mij kan echter niet geloven dat het de wil van God is geweest, maar dat satan kans heeft gezien toe te slaan. Petrus zegt niet voor niets: “Wordt nuchter en waakzaam, uw te­genpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden”. Paulus onder vond ook de kracht van de tegenstander, toen hem belet werd naar de Thessalonicenzen te gaan.

Broeders en zusters, tot zo­ver dit artikel. Ik eindig met Openbaring 2:26-28:

“En wie overwint en mijn werken tot het einde toe be­waart, hem zal ik macht ge­ven over de heidenen; en hij zal hen hoeden met een ijze­ren staf, als aardewerk wor­den zij verbrijzeld, gelijk ook Ik van mijn Vader ont­vangen heb, en Ik zal hem de morgenster geven”.

Amen! God zegene u!

 

De zonde van de homoseksualiteit door H. J. Glasbergen

Bevrijding is genezing

In “Vuur”, het blad van de charismatische beweging, staat een artikel over de bevrijding van een homo­fiel. Het verhaal is van Ruth Carter, zuster van de president van Amerika. De­ze vrouw staat in een be­diening en heeft een zeer positieve opstelling over genezing en bevrijding.

Het verhaal wordt negatief door de noot van de “Vuur” redactie. Deze negatieve opstelling moet zeker die­nen doordat velen in ker­kelijke kringen zich mede schuldig maken aan deze zonde, en zelfs predikanten deze zondige levenswijze openlijk belijden en er deel aan hebben. Zij be­roepen zich dan op de lief­de in Jezus Christus geo­penbaard. Alsof homofilie en lesbisch zijn (uit de zuivere bron van ‘liefde) tot een onzindelijke en seksuele gemeenschap zou leiden. Dit zegt een krom en verdraaid geslacht.

De “Vuur”-redactie zegt dat zij met hun homofilie dik­wijls moeten leren (samen) leven. En dan te bedenken dat homofilie een zonde is die God een gruwel is.

Ongeveer tien jaar geleden schreef een bekend predikant uit “Vuur”-kringen dat de wetenschap en de kerk wegen zocht om tot een oplossing voor deze homofilie te ko­men. Toen wij hem schreven dat de oplossing van deze problemen 2000 jaar geleden al openbaar is geworden door het volmaakte offer van Je­zus Christus, is hij boos geworden op ons. De weten­schap zegt dat 3% van deze erfelijk belast zijn. Nu is erfelijk belast zijn, uit dezelfde bron als de homofi­lie, de duivel, zo ook de homoseksualiteit.

Dit is de stand

Na ongeveer 15 jaar “charis­matische beweging” zijn de inzichten en de opstelling in deze zaken nog dezelfde. Er klopt iets niet. Dit kun­nen toch niet de priesters zijn, waar Petrus van spreekt? (1 Petr. 02:09). On­derwerpt u aan God; Hij we­erstaat de hoogmoedige. Gij die innerlijk verdeelt zijt en naar buiten één wilt zijn. (Jak. 04:06). Jezus zegt tot de overspelige vrouw: Ga heen, en zondig niet meer. (Joh. 08:11).

Dit zouden de woorden kunnen zijn voor de homofiel, om tot bevrijding te komen.

Maar dan moet je er wel bij vertellen hoe dat mogelijk is, wat dan betekent, je eigen leer aan te, vallen, die zegt dat wij maar arme zondaars blijven tot de dood.

De ongehoorzaamheid aan Gods Woord, brengt de mens in verwarring en verkrom­ming. Zij willen een weg gaan op hun voorwaarde en wat past in hun uitgedachte leer. Om duidelijk te zijn: Zij schrijven God de wet voor.

Jezus genas allen die door de duivel overweldigd waren. Hij had elke dag met onreine geesten te maken. Hij dreef de boze geesten uit. (Luc. 13:32). En Hij noemde hen ook bij de naam. De mensen die Jezus in de vrijheid stelde en bevrijdde van onreine geesten, maakten zich ook schuldig aan hoererij en homoseksualiteit. Deze gruwel is al van de beginne ge­weest. Lees de brief van Paulus aan de Romeinen, Rom. 01:18-31. Denk aan Sodom!

Verheerlijk God… ook met uw lichaam

Paulus schrijft dat zij, hoewel zij God kenden, Hem niet als God hebben verheer­lijkt of gedankt. Maar het was duister geworden in hun onverstandig hart. Dit waren geen onwetenden en nu is het niet anders. Het liegt er niet om. Ze hebben zelfs Gods Woord misbruikt tot verdediging (de liefde). Be­werende wijs te zijn, zijn zij dwaas geworden. Zij heb­ben God vervangen en aller­lei vreemde leer in de plaats gesteld van Gods Woord. Wij leven in een an­dere tijd, is het meest voorkomende excuus God moet zich maar aanpassen bij deze ontwikkeling.

Daarom heeft God hen overge­geven aan onreinheid en li­chamelijke hartstochten, waarbij het lichaam onteerd wordt. Zij hebben de waar­heid Gods vervangen door de leugen. Het schepsel (de be­geerte van hun lichaam) bo­ven de Schepper gesteld.

Als wij Gods Woord verkrach­ten, laat Hij ons los. Wij weten toch beter. Zij erken­nen God niet en worden ver­vuld van ongerechtigheid, boosheid, slechtheid, moord, twist, enz. Zij zijn laste­raars en zelfs haters van God. Denk aan het homofielen feest in oktober j.l. in Amsterdam, onder super lei­ding van ons aller Mies. Zij zijn hun ouders ongehoorzaam en onverstandig, zonder barmhartigheid en genade­loos. Daar weten wij ook van.

Er is geen excuus

Daarom, o mens, wie u ook bent, er is geen veront­schuldiging. Zonde is een besmettelijke ziekte, zo ook homoseksualiteit. En het zal steeds meer toenemen. Dan is de vraag van deze, wat is zonde? Als je Gods wetten niet erkent, kan je ook niet zondigen. Dit is de vrij­brief om met je leven en li­chaam te doen wat je wilt. De Bijbel zegt dat zonde is: Je leven niet te geven aan Jezus Christus, de enige rechtmatige Eigenaar. Het doel van elk mens is Gods Naam verheerlijken. Dit kan nooit anders dan uit de Heilige Geest.

God vraagt niet van ons of wij naar een kerk gaan, waar dan ook de homofielen kunnen zitten, maar: ben je van mij? Hij is een heilig God. Hij is onze Eigenaar en Hij zal ons leren hoe wij moeten leven. Jezus heeft zich la­ten kruisigen voor elke ho­mofiel en lesbische vrouw. Hij stelt maar één voorwaar­de – voor ieder op te brengen – en die is: Geef Mij die puinhoop die je van je leven hebt gemaakt. En Ik zal er een tempel van maken, rein en heilig. Heb daarom de zonde niet lief, want dit is de weg naar de afgrond. Mensen van “Vuur” of van welke groep ook: Laat je do­pen in water en de Heilige Geest. Dit is een daad van gehoorzaamheid. Niet de sy­node heeft het oordeel, maar het Lam Gods, voor de wereld geslacht. Daar horen ook de homoseksuelen bij en allen die Hem gehoorzaam zijn ge­worden. Gij zijt van Chris­tus     tenminste, als de Geest van Christus in u woont! Dan gaat het vuur branden, tot eer en glorie van Zijn Naam!

Hieronder volgt de inhoud van de brief die br. Glasbergen schreef aan de heer Meeldijk, medewerker van “Vuur”. Van de publicatie van deze brief is de heer Meeldijk op de hoog­te. Hij had er geen bezwaar tegen. Bovendien heeft br.

Glasbergen een goed gesprek met hem gehad. – red.

 

Brief aan de heer Meeldijk door H. J. Glasbergen

Rijsbergen, 28-1-’78 Geachte Heer Meeldijk, In “Vuur”, januari 1978, le­zen wij op blz.16-17: “Gene­zing der herinnering” door M. Meeldijk. Het verhaal van Ruth Carter en de genezing van een homofiel.

Noot van de redactie van “Vuur”: “Dit positieve ver­haal willen wij bepaald niet zien als een dogma voor ho­mofielen. Zoals een gene­zingsgetuigenis niet betekent dat alle zieken genezen worden. Zo betekent dit niet dat alle homofielen zo gene­zen worden, maar zij zullen met hun homofilie dikwijls moeten leren (samen)leven”.

Dit betekent een vrijbrief, of excuus voor homofielen om in hun zondige levenswij­ze te volharden; die God een gruwel is. Dit zeggen de vrome geesten. En dit zou dan de boodschap zijn voor de kerk van Jezus Christus?

De woorden van Jezus: Ook Ik veroordeel u niet. Joh. 08:11, worden misbruikt, en met opzet verkracht, want Hij zegt ook: Ga heen en zondig niet meer.

De wetenschap erkent dat ho­mofielen niet geboren worden maar gemaakt door een ver­keerde opvoeding. Zo ook verworven op een latere leeftijd. Het verhaal van deze jongen is een bewijs, die werd misvormd tussen 9 en 14 jaar.

Er was een oorzaak en een begin. Zo ook in Nederland, waar de homofielen en lesbi­sche slachtoffers komen uit ongelovige, maar ook uit kerkelijke gezinnen, waar geen enkel inzicht is in de geestelijke wereld, zo ook de kerkelijke leiders. De duivel infiltreert in ons denken, en daardoor in ons lichaam. De kronkel zit niet in het lichaam, zoals velen denken. Rom. 01:18-32 is voor deze tijd. Vele jonge mensen met een lege ziel, worden zo overweldigd door de onreine geesten, volkomen weerloos als zij zijn, gaan zij vol­komen de duisternis in.

Reinig eerst de binnenzijde van de beker, dan wordt hij ook van buiten rein. Door het negatief gericht geloof en uit de leer van de kerk, kan er nooit een overwinnend leven aan, over de machten der duisternis.

Elk mens dat zijn leven aan Jezus geeft (letterlijk) en een discipel van Hem wordt, maakt Hij tot een nieuwe schepping, de wedergeboren mens. Onder goede geestelij­ke leiding wordt deze mens hervormd in zijn denken, en zal hij of zij, weer een normaal, natuurlijk leven kunnen leven. Er zijn veel’ getuigen. Veel homofielen zijn al gelukkig getrouwd, door de kracht Gods bevrijd van alle onreine machten, door welke zij overweldigd waren. Deze bevrijding heeft niets met wetenschap te ma­ken, maar is Gods wil, en tot eer en glorie van Zijn Naam. Hij maakt ons vrij van de zonde machten. Eerst dan kunnen wij leven met Hem in een reine, heilige ge­meenschap. Eerst dan zijn wij overwinnaars met Chris­tus.

Je kunt je eigen weg gaan, en de zonde liefhebben, die christenen zijn er ook. Het grote lek van deze is, dat zij zich niet onderwerpen aan Gods Woord. Rom. 06:01-14 spraakt niet alleen over de doop, maar ook over het sterven en begraven van de oude mens. Om op te staan tot een nieuw leven; door  de kerk vergeten. God kan een mens niet veranderen, die het zo goed weten en Hem willen onderwijzen. Als wij niet gehoorzaam worden, laat Hij ons los, en blij­ven geestelijke tobbers.

Hij heeft ons een wil, ver­stand en een hart gegeven, om ons bewust aan Hem te onderwerpen. Het is Zijn wil dat wij heersen over de duivelse machten der hel. Zijn gemeente (kerk) zijn tempels van de Heilige Geest, en God is een heilig God.

Daar is geen plaats voor homofielen en lesbische mensen die (samen)leven. Een dergelijke leer is een hoon aan God en aan het bloedof­fer van Christus. Dit is een onheilig vuur, een vuur niet geschikt voor het reukoffer altaar.

Arme overweldigde zondaren in hun moeras te laten zit­ten, met veel vrome woor­den, heeft niets met de liefde van Jezus Christus te maken, maar is onmacht.

Alleen de waarheid kan ons vrijmaken, zegt Gods Woord, dit is enkel positief. Je­zus Christus maakt nu nog alle homofielen en lesbi­sche mensen vrij van zonden. Maar niet zij die “Here, Here” roepen, maar doen de wil van de hemelse Vader. Al­leen zij die tot Hem komen op Zijn voorwaarde, stelt Hij in vrijheid. Wij spre­ken uit ervaring, niet uit theologie, wat de mens niet kan helpen.

Eén vraag nog: Wordt Gods Naam verheerlijkt in de ‘noot van de redactie’?

Gods zegen toegewenst.

  1. J. Glasbergen, Rijsbergen.

1978.01 nr. 178

Levend Geloof 1978.01 nr. 178

Wees sterk! Door Gert Jan Doornink

Eén van de kenmerken van het evangelie van Je­zus Christus is, dat het een boodschap is die oproept om sterk en krachtig te zijn. De kracht van God behoort tot uiting te komen in het le­ven van iedere gelovige. Zoals Jezus Christus Overwinnaar was over satan, zo zijn ook wij met Hem overwinnaars! Een waarachtig volgeling van Jezus Christus kan met Paulus danken dat het waar is, wat deze apostel eens schreef aan de Gemeente te Korinthe: “God zij gedankt, die ons te allen tijde in Christus doet zegevieren” (2 Kor. 02:14).

Gods kracht is in iedere gelovige werkzaam door de Heilige Geest. Het is daarom geen “natuur­lijke kracht”, want voor een kind van God heeft het woord ‘kracht’ een geheel andere betekenis dan voor iemand die niet gelooft. Uiteraard heeft ook hij te maken met de verschillende vormen van natuurlijke kracht in het dagelijkse leven. Maar voor hem is er een andere dimensie van kracht bijgekomen, de geestelijke kracht, waarvan God zegt, dat we zonder deze kracht niet optimaal kunnen functioneren als instru­ment in Zijn hand. Vlak voordat Hij deze aarde verliet zei Jezus: “Gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult Mijn getuigen zijn….”(Hand. 01:08).

Daarom willen wij 1978 verder doorgaan, door te vertrouwen op Gods kracht in iedere situatie en bij al het werk wat wij als Zijn kinderen in Zijn dienst mogen doen. Zoals God eens sprak door middel van de profeet Haggaï, spreekt Hij ook tot ons: “Wees sterk, Zerubbabel, luidt het woord des Heren, en wees sterk, Jozua, zoon van Jozadak, hogepriester, en wees sterk, al gij volk des lands, luidt het woord des Heren, en gaat aan het werk, want Ik ben met u, luidt het woord van de Here der heerscharen, overeenkoms­tig het woord dat Ik u beloofd heb, toen gij uit Egypte toog, en mijn Geest in uw midden stond: Vreest niet” (Hagg.  02:05-06).

Laten we krachtig zijn in de Here en in de sterkte Zijner macht! (Ef. 06:10).

 

Notities door Gert Jan Doornink

Cliff Richard en de gospelsongs

“Ik ben niet bang voor rock en roll”. Onder deze titel komt in het decembernummer van “Aktie”, het maandblad van “Youth for Christ”, een interview voor met Cliff Richard, de bekende Engelse popzanger.

Over zijn bekering zegt Cliff Richard: “Ik kwam in contact met het geloof, toen ik nog samen met The Shadows speelde. Ongeveer vijftien jaar geleden was Brian boeking nog lid van de groep. Hij was Jehova’s getuige. Hij interesseerde me voor de bijbel en de bijbel interesseerde me voor het christendom. Van­af dat moment heb ik met veel mensen over het ge­loof gepraat. En twaalf jaar geleden kwam ik tot de ontdekking, dat ik echt in Jezus was gaan geloven. Toen zei ik: “Jezus’, ik weet nu dat U er bent. Alstublieft, kom in mijn leven”. Ik ben ervan over­tuigd, dat Hij vanaf dat moment in mij leeft”.

De meesten van onze lezers zal het bekend zijn dat Cliff Richard behalve evangelieliederen ook gewone wereldse liederen zingt. Hijzelf geeft daar de vol­gende verklaring voor: “Lange tijd hebben de men­sen gedacht, dat rock en roll niet gecombineerd kon worden met christendom. Sommige mensen denken dat rock en roll slecht is. Maar muziek op zichzelf is nooit slecht, muziek is neutraal. Het gaat er al­leen om wat wij ervan ma­ken. Als christen kan ik rock en roll zingen en zo God verheerlijken. God be­handelt ons christenen als individuen. Van sommigen wil God dat ze alleen maar gospelmuziek zingen. Fijn. Maar ik zing ook gewone songs. Wie kan mij uitleg­gen, dat ik daar verkeerd aan doe? Ik kan niet voor iemand anders antwoord ge­ven, een ander ook niet voor mij. Daarom is het zo belangrijk, dat we bidden. God zelf moet ons duidelijk maken wat Zijn wil voor ons leven is. Voor ieder mens zal Gods weg met hem weer anders zijn. Ik doe bij­voorbeeld heel ander werk dan Billy Graham, maar toch werken we met hetzelfde doel. 7>o is het ook in de muziek: de ene zingt die liederen, de andere die”.

Cliff Richard vervolgt: “Gospelsongs bereiken vrij­wel nooit de hitparade. In Amerika zijn ze met de gos­pelmuziek veel verder dan hier, maar zelfs daar lukt het niet. Met christelijke muziek val je niet goed bij de critici. Als zij de gospelmuziek eens gewoon als muziek gingen beschouwen, waren we al een stuk ver­der. George Harrison zingt in zijn songs over het Boeddhisme – niemand stoort zich eraan, Seals and Croft zingen over het Bahai-geloof – niemand stoort zich eraan; waarom mag een christen dan niet zingen over wat hij gelooft? Het gaat er toch om of zo ’n lied goed is of niet. Zo’n song als Why should the Devil have alle the Good Music, dat is toch een fan­tastisch rocknummer. De mensen moeten eens objectief naar de gospelmuziek luisteren en tot de conclusie komen, dat het gewone songs zijn. Ik geloof, dat de aversie tegen gospelmu­ziek een gevolg is van het feit, dat Jezus een beroep doet op de mensen”. Tot zo­ver Cliff Richard.

Op deze laatste opmerkingen willen we toch even inha­ken. Inderdaad zijn wij het met de opmerking eens, ‘dat de tegenstand tegen gospel­muziek vanuit de wereld, vooral veroorzaakt wordt, doordat men de inhoud van de liederen niet wil aan­vaarden. Maar dan hoeft men zich ook niet druk te maken of de liederen al of niet de hitparade bereiken.

Iemand die de Heer werke­lijk dient zal eerder be­spotting en vervolging moe­ten incasseren, dan waarde­ring en bewondering.

Daarom heb ik persoonlijk meer waardering voor zangers en zangeressen die de showbusiness radicaal de rug hebben toegekeerd. Zo­als in Nederland Gert en Hermien. Of zoals het ook in Nederland bekende Noors-Amerikaanse zangeres­je Evie Tornquist, die in “Gouden Schoven” zegt: “Er bestaat een ongelooflijke behoefte om mensen voor Christus te winnen, maar voor mij bestaat er maar één manier: de natuurlijke en de eerlijke. Om de men­sen eerst met een trucje te lokken en dan toe te slaan is mijn stijl niet. Er zijn er die wereldse en geeste­lijke nummers in hun con­certen combineren, en ik wil niets in hun nadeel zeggen, maar persoonlijk ligt mij dat niet”.

“Wandelt door de Geest en voldoet niet aan het bege­ren van het vlees”, zegt Paulus in Galaten 5. Als vleselijke elementen over­heersen, in de presentatie van gospelsongs, vraag ik mij af wat het effect is van een dergelijke “evangelieverkondiging”. Dan sluit het alleen maar aan bij de muzikale gevoelens van onbekeerden, zonder dat het hen oproept tot be­kering.

Evangelist Ben Hoekendijk vertelt in “Opwekking” hoe hij onlangs in Musis Sacrum te Arnhem watjes bij de kassa kreeg uitgereikt bij het concert dat de gospel­zanger Larry Norman daar gaf. “Opwekking”: “En ze waren wel nodig. Tegenwoor­dig geldt voor zo’n concert niet de vraag: was het mooi maar vooral: was het hard?”

Deze en andere onnatuurlij­ke elementen zijn niet tot eer van de Heer en behoort iedere waarachtige christen af te wijzen. Gelukkig zijn er ook talrijke oprechte gospelzangers en zangeres­sen en groepen, die op “normale” wijze optreden en vooral ook veel jonge men­sen bereiken. Maar ik ge­loof dat ze het best tot hun recht komen, en vrucht­baar zijn in dienst van de Meester, als ze een onderdeel vormen van de samenkomsten, campagnes en conferenties waar het woord in al zijn volheid gebracht wordt door met de Heilige Geest gezalfde predikers.

 

Openbaren wij het Koninkrijk Gods? door H. J. Glasbergen

Het koninkrijk Gods

Om geestelijk volwassen te worden, hebben wij goed voedsel nodig. En we moeten hongeren en dorsten naar gerechtigheid. Naar de mate wij geven, zullen wij ook ontvangen. In het Konink­rijk Gods is leven en over­vloed, bij Hem is geen te­kort.

Het eerste koninkrijk (het paradijs) is weggenomen van de mens. Koning Jezus is met Zijn rijk teruggekomen om alles te herstellen, wat geroofd was van de eerste mens. Hij zegt: Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid en alles wat wij nodig hebben in dit le­ven, zal ons geschonken worden. (Matt. 06:25-35).

Alles is bij God, maar dan ook letterlijk alles, dat is de ganse volheid Gods, ons in Jezus Christus ge­schonken.

Dit Koninkrijk Gods komt men alleen binnen door we­dergeboorte, door geboren te worden uit water en Geest, uit God geboren. Wie langs deze Goddelijke weg binnenkomt, en daarin func­tioneert, is daarin voor eeuwig bevestigd. Het voor­beeld van het mosterdzaadje is het meest duidelijke, hoe de groei in het Konink­rijk Gods plaats vindt. Zo ook het doel. De rechtvaardigen moeten groeien tot een boom der gerechtigheid, om veel vrucht te dragen en voor velen een schuilplaats te zijn tegen de boze mach­ten.

De rijksgenoten van het Ko­ninkrijk zijn rein en hei­lig en vormen een volk dat groeit naar een staat van vlekkeloosheid en zonder – rimpel. Dit volk is van de beginne Gods doel geweest. Wat in de tijd van Noach gebeurd is, is voor ieder duidelijk. Hij wil een volk dat geestelijk volwassen is, naar het beeld van onze Meester. “Deze zijn het, in wie Ik Mijn welbehagen heb”. Zoals Hij van de Zoon sprak, zo spreekt Hij ook van de gemeente. Onze Koning is aan de troon van de Vader en Hem is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde. En Hij heeft de gemeente be­trokken in het plan van God. Hij heeft niet alleen de vijand onttroond, maar deze ook onderworpen aan de kracht van de Heilige Geest die in ons woont. Met Hem zijn wij overwinnaars. Zo is ook Zijn troon in de harten van Zijn kinderen, waar Hij woont met de Vader.

Jezus alleen, ook in dit nieuwe jaar

Het is niet belangrijk wat wij doen, maar wat laat ik Hem doen in mijn leven. Dit is geen weg die men ten de­le kan gaan, dit is de weg van totale overgave. Dit is geen weg van verlossing en vergeving alleen, maar een erkenning dat onze oude mens tot niets goeds in staat is. Hij alleen kan iets moois van ons maken.

Het Koninkrijk Gods heeft bevrijde mensen nodig, die leven door de kracht van de Heilige Geest. God wil trots zijn op Zijn volk, zie wat Hij van Job zegt tegen de duivel. Henoch wandelde met God. Abraham werd een vriend van God genoemd. Hij vraagt van ons of wij Hem erkennen als de Koning van onze le­vens. Hij op de troon en wij zelf er af. Dan zullen wij goede vruchten dragen, verbonden aan de Wijnstok: Jezus. Mensen die zeggen te geloven en een eigen weg gaan, kennen Hem niet en ma­ken Hem tot een leugenaar. Dan zijn wij voor de wereld nog wel christelijk, maar voor God een christen lijk, do­de takken, die weggeworpen zullen worden. (Joh. 15:01-08).

Geroepen en gezonden

De vruchten zijn dichtbij, in uw huis, de buren, in uw werkkring of uw zaak. Er zijn nog duizenden gelovige mensen, met een oprecht hart, die onder een bedek­king liggen. Het is Zijn wil dat zij Hem zullen ken­nen, zoals wij Hem mogen kennen. Ga bidden voor deze I mensen en vraag of God deze op uw weg wil brengen. Wij mogen een brug zijn, alleen moeten wij geen bezwaren hebben als zij over ons heen lopen, daar is een brug voor.

Deze mensen hebben verge­ving nodig en bevrijding van zonde, die zij erkennen als machthebbende. Ook voor hen is er genezing, naar lichaam, ziel en geest. Het is niet hun schuld dat zij zo zijn, maar de schuld van de herders, die de sleu­tel der kennis hebben wegge­nomen, zo zij deze ooit heb- i ben bezeten.

Nederland is een groot zendingsveld, waarvoor wij de verantwoording dragen. Als wij het niet vertellen en waar maken, wie moet het dan doen?

Drink u vol met het levende water, maar reinig eerst de beker. Begin 1978 met alle oude geschillen op te rui­men. Laten wij met een geo­pend hart, elkaar vergeven en vergeving vragen. Dat is dan de eerste nederlaag die de duivel zal krijgen in het nieuwe jaar. Dan kunnen wij ook elkander ontmoeten op de P.E.K. conferentie, zonder onze ogen neer te slaan voor elkander. Dit is de wil van God, dat wij elkander liefhebben, niet ten koste van de waarheid, maar in gerechtigheid.

Nederland is, als nooit te­voren, in geestelijke nood. Kom eens in Brabant en Lim­burg luisteren, wat de men­sen geloven en hun geleerd wordt. Dan zien wij letter­lijk dat de letter doodt en alleen de Geest levend kan maken. Een evangelie wat dood is, geeft geen zeker­heid en geeft een geloof uit fatalisme. Het is dan één grote tragedie, want je hebt geen enkele zekerheid, na de dood weet je pas, waar je bent. De grote leu­gen, dat men ook na de dood hersteld zal worden, wordt graag geloofd. Jezus’ leer kennen zij echter niet. Hij zegt dat de mens hier ver­zoend moet zijn met God de Vader.

Zij weten niet dat er een Geest is, die getuigt met onze geest, dat wij kinde­ren Gods zijn. Althans, zegt Paulus, indien de Geest van Christus in u woont. Deze Geest hebben wij ontvangen, de Geest van het zoonschap, door welke wij roepen: Abba, Vader. (Rom. 08:15). En Hij die de harten doorzoekt, weet onze bedoelingen en kent onze begeerten. Wij spreken van Hem, omdat wij vol zijn van Hem en niet kunnen zwijgen.

Wij zullen hen terug moeten eisen., die geroofd zijn uit Zijn hand. Dit is de wij van God in 1978, in de eerste plaats in ons eigen huis: Nederland. Of Nederland gaat ten onder in wetteloosheid en immoraliteit, of het Ko­ninkrijk Gods wordt openbaar in Zijn volk, wat Hij kocht met Zijn bloed. Hij alleen is belangrijk. Laat u volko­men vernieuwen, opdat wij beelddragers van Hem worden.

 

Levend geloof journaal door Gert Jan Doornink

Geloofsvervolging in Rusland -2-

In aansluiting op het arti­kel in “Levend Geloof” van november, lezen wij in “Trouw” van 12 januari on­der de kop: “Acties tegen Sovjet-pinkstermensen” het volgende: “In lokale kran­ten in de Sovjet-Unie is een campagne begonnen tegen de leiders van de groep pinkstermensen, die te ken­nen hebben gegeven dat zij het land willen verlaten.

Er worden openbare lezingen tegen hen gehouden, waarin zij in diskrediet gebracht worden. Onbekenden hebben sommige van hun woningen aangevallen. Enkele pink- stermensen die een emigra­tieverzoek hebben ingediend zijn door de geheime poli­tie KGB verhoord. Hun werd in overweging gegeven hun verzoek in te trekken. Er zijn nu naar schatting 10.000 mensen, waaronder ook baptisten, die willen emigreren.

Geen kans om te emigreren

In Nachodka in het Verre Oosten kregen enkele pinkstermensen in juli de toezegging dat hun toegestaan zou worden te emigreren. Verschillende verzoeken werden echter teruggezonden omdat zij onleesbaar of niet correct ingevuld wa­ren. Op correct ingevulde verzoeken kreeg de aanvra­ger slechts een negatief antwoord.

In november 1976 kreeg het gezin Grigori Vasjtsjenko, die het initiatief had genomen tot de emigratiebeweging, bericht dat zij na korte tijd een toestemming zouden krijgen. Zij betaalden 3500 roebel (bijna tienduizend gulden) als kosten voor het afko­pen van hun nationaliteit, maar sindsdien werd hun e- migratieverzoek toch weer afgewezen.

Teneinde aandacht te trek­ken van de conferentie in Belgrado gingen 46 pinkstermensen in Nachodka in oktober in hongerstaking. Zij hielden die vol totdat de conferentie eind vorig jaar werd verdaagd.-

Oral Roberts bouwt genezingscentrum

De vooral uit de jaren vijftig en zestig bekende Amerikaanse evangelist 0- ral Roberts, gaat in Tulsa (Oklahoma) een genezingscentrum bouwen, waar­in medische bekwaamheid en gebedsgenezing gecombi­neerd zullen worden. Ro­berts denkt, aldus een be­richt in “Trouw”, aan drie goudkleurige torengebouwen waarvan één zestig verdie­pingen hoog. Het zieken­huis zal 777 bedden tellen en er komt een staf van totaal 5000 mensen. Kosten van de bouw: 240 miljoen gulden. Gehoopte opening: in 1981. In Tulsa is ook de Oral Roberstuniversiteit, waarvan de evange­list president is.

 

Pelgrimsreize inleiding door Judith

Wat is heerlijker dan een nieuw jaar te beginnen met Jezus’. Hij die gezegd heeft: “Ik zal u nimmer begeven of verlaten”, gaat als de grote Onzienlijke aan onze zij.

Elk huis heeft een kruis, elk hart haar eigen smart”; is maar al te waar. Wat doen we met dat (dagelijks) kruis en die (persoonlijke) smart? In de wereld zegt men gauw: “Daar kan niemand je bij helpen, dat moet je zélf verwerken”. Dat is dan de “hulp” die je krijgt de genadeslag.

Christenen weten beter: ze weten bij Wie ze terecht kunnen in nood en zorg; ze weten dat de macht van het gebed groot is (de inspraak) want “het gebed van de rechtvaardige vermag veel” (Jak. 05:16).

Daarom is het kindschap Gods zo ’n rijk bezit: de weten­schap dat de Vader elke dag naar je omziet en Zijn trouw zich iedere dag over je heen welft (Ps. 108:005) maakt je sterk en blij. Het is deze (innerlijke) kracht die je de moed geeft verder te gaan.

Wie gelooft, vertrouwt; en wie vertrouwt laat over aan Hem die wijzer is en de toekomst kan overzien.

Geloof is realiteit. Door je geloof wordt je gedragen en boven de moeilijkheden uitgetild. Gelooft u dat?

Dan is de start van 1978 goed en een goed begin.

Vreugde en dankbaarheid zullen het hart vervullen. ‘ Jegens wie? De Onzienlijke’.

Gaan wij biddend èn dankend het nieuwe jaar door met Jezus?

 

Als ziende de onzienlijke door Judith

1 Joh. 08:02; Heb. 11:27

Ik wandel op de peIgrimsreis

Met Jezus, mijne Heer;

Als ziende de Onzienlijke:

Hij sterkt mij, telkens weer.

 

Ik draag door Zijn gena gesteund,

Met Hem het daaglijks kruis;

Als ziende de Onzienlijke:

Hij brengt mij veilig thuis.

 

Ik weet dat ‘k eenmaal werd gekocht,

Met Christus’ dierbaar bloed;

Als ziende de Onzienlijke:

Hij richt mijn wank’le voet.

 

En als ik straks gekomen ben,

Bij de stad van zuiver goud,

Zal mijn oog Hem zien: d’ Onzienlijke,

Op Wie ‘k hier heb vertrouwd.

 

Voorwaarts Christenstrijders door Jan W. Companjen

“En zij (de Emmaüsgangers) spraken met elkaar over al­les wat voorgevallen was. En het geschiedde, terwijl zij daar over spraken en van gedachten wisselden, dat Jezus zelf bij hen kwam en met hun mede ging. Maar hun ogen waren bevangen, zodat zij Hem niet herken­den. …” (Luc. 24:14-16).

“En het geschiedde, toen Hij met hen aanlag, dat Hij het brood nam, de zegen uitsprak, het brak en hun toereikte. En hun ogen wer­den geopend en zij herken­den Hem” (Luc. 24:30-31).

Keerkring

Een nieuwe periode breekt aan, het eerste nummer van 1978 ligt weer voor u. “Le­vend geloof”. Wat zal dat geloof u dit jaar brengen? Zeer veel mensen draaien mee in de molen van het le­ven. Men zegt daar wel eens van dat dit een “malle mo­len” is, met allerlei verrassingen, door toevallig­heden en niet te overzien. Anderen draaien mee in de steeds maar weer volgende natuurlijke perioden van lente, zomer, herfst en winter. Kerkelijk heeft men het jaar weer anders inge­deeld en spreekt men over het “kerkelijke jaar”. Men kan ook in de cirkel draai­en van kerst-goede vrijdag- Pasen en pinksteren. Ieder jaar is dan het kerstfeest weer het eerste grote feest, door de andere gevolgd en min of meer uitbundig ge­vierd, al naar gelang men het daarop volgende feest zelf “innerlijk” beleefd heeft.

Maar toch, geliefde lezers, is het een keerkring waarin men blijft ronddraaien, zoals alles in het natuurlij­ke leven een ronddraaien is. U heeft maar zeven (7) kalenders nodig om een eeu­wigdurende kalender te krijgen, dat wil zeggen dat u uw kalender van 1977 maar 6 jaren behoeft te bewaren, hij is toch weer volkomen nieuw als u het jaar 1977 verandert in 1983.

Omhoog

Toch behoren wij Christenen niet aan deze natuurlijke gang van zaken gebonden te zijn. Wij hebben namelijk dé weg gevonden. Die weg draait niet rond, zodat wij weer bij het beginpunt uit­komen. Neen, die weg gaat steeds verder omhoog.

Die weg heeft een gericht doel, waarin alle natuur­lijke wetten doorbroken worden en het natuurlijke door het geestelijke wordt overwonnen.

Het verwondert mij steeds weer, dat er zo weinig mensen zijn die vooruit kunnen kijken. Veel mensen zweren het oude leven af. Zij hebben zichzelf, door onderdompeling en bewust, laten dopen en zijn uitge­trokken uit het land Egypte, het land der dienst­baarheid. Maar zij blijven toch een woestijn-christen. Ze zijn vleselijk gebleven en verlangen steeds weer terug naar de vleespotten van Egypte. Zij eten zich in da woestijn dood aan het vlees, dat wil zeggen zij zien niet vóóruit, maar achterom.

Overwinning

Wij moeten in deze dan ook de gezindheid krijgen van Christus. Hij zei: Hebt goede moed, Ik heb de we­reld overwonnen! Dat wil zeggen: Mijn strijd zal de overwinning brengen, on­danks alles wat nog komen moet.

De mens zoekt in wezen een gemakkelijk leven en geen strijd. Maar een Kanaän- Christen neemt het uit Christus en dat geeft strijd. In Christus was God de Vader altijd Overwinnaar en gaande op de weg van Je­zus, volgend Zijn spoor, zullen wij ook overwinnaars moeten worden of zijn.

In Openbaring vinden wij dat zo kernachtig uitge­drukt in de briefjes aan de gemeenten: “Wie overwint, die zal gegeven worden om te eten van de boom des le­vens en die zal eten van het verborgen manna en die zal ook geen schade lijden, maar worden een zuil in de tempel Gods”. Die overwin­naars zullen met Christus op de troon zitten. Wie een oor heeft, die hore wat de Geest tot de gemeente zegt.

Strijd

Door vele verdrukkingen zullen wij het Koninkrijk Gods binnengaan, dat wil zeggen dat de overwinning bevochten moet worden. De duivel wil dat wij de moed opgeven en het doel uit het oog verliezen. En ons doel is de verovering van heel Kanaän.

Begin daarom dit jaar eens met de belijdenis dat u een rechtvaardige bent. Dat u gekocht en betaald bent door het bloed van het Lam, Jezus Christus. Zet u er voor in om het doel Gods te bereiken. De meeste mensen willen wel wonderen, maar geen strijd. Als de natuur­lijke mens gestreeld wordt, is er iets niet in orde. God vraagt meer. Hij wil ons geheel bezitten naar geest, ziel en lichaam.

Het grootste wonder Gods is niet een genezing van een ziekte, maar een genezing van de gehele mens. Herstel naar geest, ziel en li­chaam. Herstel van de geest naar Gods beeld houdt het herstel van de rest in. Ons geloof moet dit jaar gaan groeien, moet krachtiger en sterker worden. Geloof dat toeneemt, neemt toe in kracht, in omvang en in woorden Gods die wij spre­ken.

Reis

Ja, broeder, zult u zeggen, maar daarvoor zal er toch iets moeten gebeuren. Ja, inderdaad, maar daarvoor hoeft u niet in de hemel op te klimmen of in de diepte af te dalen. Ga met Jezus op reis. Ga zoals de Emmaüs­gangers op reis gingen. Zij spraken met elkaar over al­les wat voorgevallen was en zij waren er vol van.

Toch kenden zij Hem niet. Ook niet toen zij, op weg zijnde naar huis terug, gezelschap van Hem kregen. En dan moet u eens opletten hoe kostelijk zich die ge­schiedenis dan ontwikkeld. Hij zei: Wat zijn dat toch van gesprekken, die gij zo met elkaar hebt? Zij bleven met somber gezicht staan en Kléopas zegt dan: Zijt gij de enige in Jeruzalem, die niet weet wat daar gebeurd is? Waarop Jezus zegt: Wat is daar dan gebeurd? En zij zeiden: Jezus, de Nazarener, een profeet, een machtig man in werk en woord, is door onze overpriesters en oversten veroordeeld en ge­kruisigd. Wij echter leef­den in de hoop dat Hij het was die Israël verlossen zou van de ons omringende vijanden. Nu zijn er wel vrouwen die zeggen dat zij Hem gezien hebben en dat Hij leeft, maar wij en an­deren die naar het graf zijn geweest, hebben wel een leeg graf gezien, maar Hem hebben zij en wij niet gezien.

Ontknoping

Dan komt de ontknoping. Je­zus zegt: O, onverstandigen en tragen van hart, dat gij niet gelooft alles wat door de profeten gezegd is. Moest de Christus dit niet lijden om in Zijn heerlijkheid in te gaan? En Hij begon bij Mozes en al de profeten en legde hun uit (Het was een geestelijke zaak) wat in al de Schriften op Hem be­trekking had.

Zij dronken Zijn woorden op en werden door die woorden van binnenuit nieuwe schep­pingen, die het Woord Gods gingen verstaan. Er moest echter nog meer gebeuren, want nog steeds herkenden zij Hem niet die met hen ging. Hij wilde dan ook ver­der gaan, toen zij op hun ’ plaats van bestemming waren aangekomen. Hij deed ten­minste alsof Hij verder wilde gaan! Maar zij dron­gen sterk bij Hem aan opdat Hij zou blijven.

En Hij ging binnen om bij hun te blijven (vers 29).En het geschiedde dat toen Hij met hen aanlag en het brood nam, de zegen uitsprak, en het brood brak en hun toe­reikte, hun ogen geopend werden en zij herkenden Hem. Hier, bij het vieren van het avondmaal, werd Hij openbaar.

Volkomen

Geliefden, dat is nog zo. Het nieuwe verbond is in Zijn bloed. Is gelegen in Zijn offer op Golgotha.

Daar ligt het nieuwe be­snijdeniswonder, de besnijding van het hart. Daar wordt het nieuwe Godsvolk geboren. Het nieuwe volk Gods wordt in Christus openbaar.

Ga met Hem de weg in 1978. Trek uit uw land der dienstbaarheid en ga met Hem verder een rechte baan, die steeds verder omhoog voert. Ga een nieuwe verse weg, die u een volkomen mens zal maken.

Dat is geen weg zonder strijd, want u zult recht­streeks met de satan en zijn trawanten te maken krijgen. Maar wij zullen niet boven vermogen verzocht worden. Hoe verder wij ko­men, hoe feller de aanval­len van de duivel, maar wij zullen geen strijd hoeven te strijden die boven ons vermogen ligt. Daar staat Hij zelf borg voor.

Het Woord Gods zal echter daardoor in ons toenemen en evenredig opwassen. De vrouw (de Gemeente van Christus in alle groepen en kringen) werd zwanger van het Woord Gods. Zij werd als het ware er overvol van. Uit haar zullen de Zonen Gods geboren worden.

Boodschap

Geliefden, dat is uw roe­ping en dat mag uw doel zijn. Indien u deze dingen gaat zien, zal de strijd u veel lichter vallen. Velen strijden thans nog een strijd van het niet begrij­pen waartoe alles nodig is. Maar er gebeurt thans al reeds zo verschrikkelijk veel in de onzichtbare we­reld. Wij hebben een bood­schap om tot een levend geloof te komen. Een bood­schap die wij kunnen zien en krijgen door met Chris­tus zelf op weg te gaan.

Wij zullen het uit het Zij­ne nemen en het u verkondi­gen. Dat Woord maakt sterk en krachtig en geeft mensen die weer op hun voeten ko­men te staan.

“En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke! Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden”(Joh. 07:37-39).

Dit feest is aanstaande en in 1978 gaan wij daar doel­bewust naar toe, elkaar op­bouwende in liefde en waar­heid. Amen.

 

Onberispelijkheid door J. Noë

“Gij zult onberispelijk staan tegenover de Here, uw God” (Deut. 18:13).

Onberispelijk zijn in een wereld van ongerechtigheid

Broeders en zusters, weet u, dat dit woord ‘onberis­pelijkheid’ nauw verband houdt met eerlijkheid, rechtschapenheid, rechtvaardigheid en heiligheid? Met het be­gin van het nieuwe jaar leek het mij daarom wel belangrijk weer eens,(ik heb namelijk jaren geleden hier ook eens over geschre­ven) onze aandacht te bepa­len bij dit onderwerp, om­dat wij in een wereld le­ven, waar ongerechtigheid hoogtij viert en dit zelfs doorgedrongen is in kerken en groeperingen, met alle gevolgen van dien.

Gods Woord geeft ons genoeg waarschuwingen hieromtrent en vooral wat betreft de eindtijd. Als kinderen Gods mogen wij geen enkele gemeenschap hebben met ongerechtigheid. Wij moeten nuchter en waakzaam zijn.

Boven aangehaalde woorden uit Deuteronomium geeft God als waarschuwing voor Isra­ël, als zij Kanaän zouden binnentrekken. De bewoners van Kanaän namelijk dienden de afgoden en de machten der duisternis (onder ande­re occultisme) hadden daar vrij spel. Niettegenstaande deze waarschuwing is Israël toch in de greep van de de­monische machten gekomen en is daardoor van God afgewe­ken .

“Wie mag bij God verkeren?” zegt Psalm 15. “Hij die onberispelijk wandelt en doet wat recht is en waarheid spreekt in Zijn hart”. Lees verder deze psalm eens goed na.

Het is Gods absolute wil, dat wij steeds onberispelijk staan tegenover Hem en onze naaste, in ons denken, spreken en daden. Je krijgt soms de indruk dat sommigen niet beseffen, dat God al­les weet, ziet en hoort en dat niets voor Hem verborgen is. (Lees Psalm 139).

Kleine vosjes die de wijngaard willen bederven

Ik zal nu eens enige voor­beelden aanhalen, waarbij wij moeten oppassen, dat wij ons er niet aan schul­dig maken. Het zijn ook soms de kleine vosjes, die de wijngaard bederven.

– Als je gevraagd wordt om iets voor de Heer (ge­meente) te doen en je schuift het af door te zeg­gen (of te denken): Ik heb geen tijd, terwijl je er wel tijd voor hebt. (De tv is dikwijls ook in derge­lijke gevallen een duchtig wapen van satan).

  1. a) Om je (bijvoorbeeld tijdens een gesprek) een houding te geven of je prestige te bewaren, zeg je dingen, die niet juist, dus onwaar zijn.
  2. b) Ook overdrijven is in feite een leugen.

– Onvriendelijkheid te­genover broeders en zusters of de vriendelijkheid is slechts schijn, daar je in je hart er niets van meent.

– Als je met een broeder of zuster een kwestie hebt gehad en je zegt, dat je hem of Waar vergeven hebt, maar in je hart is dat niet het geval.

– Liefdeloosheid.

– Je doet je in de ge­meente voor als een kind van God, maar in je dage­lijks leven, in je gezin of daarbuiten is hiervan niets te bemerken.

– Het niet nakomen van beloften.

– Het onjuist voorstellen van zaken (algemeen).

– In het zakenleven het niet zo nauw nemen met de waarheid.

– Het onjuist invullen van belastingformulieren.

– Smokkelen (vakantiegangersI).

– Verder allerlei andere werkingen van het vlees, bijvoorbeeld ongehoorzaam­heid, wrok, afgunst, ja­loersheid, boosheid, drift, agressie, hoogmoed, trots, onreinheid, gierigheid, kritiek, roddelen, enz.

(Zie ook Galaten 5).

In de nieuwe levenswandel is geen plaats voor schijnheiligheid

Broeders en zusters, hoe kan een gemeente ooit goed functioneren, als bovenge­noemde ongerechtigheden nog steeds plaats vinden. Er is dan zoveel schijnheiligheid. Leest u eens goed Ef. 04:17-32 over de nieuwe levenswandel:

Dit zeg ik dan en betuig ik in de Here, dat gij niet langer moogt wandelen zoals ook de heidenen wandelen, in de ijdelheid van hun denken, verduisterd in hun verstand, vervreemd van het leven Gods om de onwetend­heid, die in hen heerst, om de verharding van hun hart. Zij hebben zich immers in hun verdoving overgegeven aan de losbandigheid om gretig winst te slaan uit allerlei onreinheid.

Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen. Gij toch hebt van Hem ge­hoord en zijt in Hem onder­wezen, gelijk dit de waar­heid is in Jezus, dat gij, wat uw vroegere wandel be­treft, de oude mens aflegt, die ten verderve gaat, naar zijn misleidende begeerten, dat gij verjongd wordt door de geest van uw denken, en de nieuwe mens aandoet, die naar de wil van God gescha­pen is in waarachtige ge­rechtigheid en heiligheid.

Leg daarom de leugen af en spreekt waarheid, ieder met zijn naaste, omdat wij le den zijn van elkander. Ge­raakt gij in toorn, zondigt dan niet: de zon mag niet over een opwelling van uw toorn ondergaan; en geeft de duivel geen voet. Wie een dief was, stele niet meer, maar spanne zich lie­ver in om met zijn handen goed werk te verrichten, opdat hij iets kan meedelen aan de behoeftige. Geen liederlijk woord kome uit uw mond, maar als gij een goed woord hebt, tot opbouw waar dit nuttig is, opdat zij die het horen, genade ontvangen.

En bedroeft de Heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing. Alle bitterheid, gramschap, toorn, getier en gevloek worde uit uw midden geban­nen, evenals alle kwaadaar­digheid. Maar weest jegens elkander vriendelijk, barm­hartig, elkander vergevend, zoals God in Christus u vergeving geschonken heeft”.

Dit zijn toch zeer duide­lijke woorden, zou ik zo zeggen. De gemeente, en ie­der voor zich in de gemeen­te, moet zich steeds aan een zelfonderzoek onderwer­pen. We moeten steeds in nauw contact met de Heer blijven en bidden om kracht van de Heilige Geest, om stand te kunnen houden te­gen de aanvallen van de sa­tan, zodat wij in staat zijn om ons waardig het evangelie van Christus te gedragen.

Ps. 084:012 zegt:

“Want Here God is een zon en schild, de Here geeft genade en ere; het goede onthoudt Hij niet aan hen die onberispelijk wandelen”.

Is dat niet wonderbaar? Hij schenkt ons thans alle din­gen in Christus Jezus en doet ons ten alle tijde in Hem zegevieren. God zegt: Weest heilig, want Ik ben heilig. Daartoe moeten wij de gehele wapenrusting Gods aandoen. (Efeze 6).

Ik eindig nu met Ef. 01:03-06: “Gezegend zij de God en Va­der van onze Here Jezus Christus, die ons met al­lerlei geestelijke zegen in de hemelse gewesten geze­gend heeft in Christus. Hij heeft ons immers in Hem uitverkoren voor de grond­legging der wereld, opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn voor Zijn aan­gezicht. In liefde heeft Hij ons tevoren er toe be­stemd als zonen van Hem te worden aangenomen door Je­zus Christus, naar het wel­behagen van Zijn wil, tot lof van de heerlijkheid Zijner genade, waarmede Hij ons begenadigd in de Geliefde”.

 

Genezing zonder medicijnen door Piet van Zutphen

“In Coventry (Engeland) was ik uitgenodigd om tot een groep dominee ’s en doctoren te spreken over het thema: Genezing zonder medicijnen’. De bedoeling was, dat ik over goddelijke genezing zou spreken, maar om het interessant te maken, was deze titel ge­kozen. Er waren er onge­veer 60. Een geweldige kans dus. Toen ik begon duidelijk te maken, dat de titel niet erg gelukkig gekozen was, omdat ik niet tegen de hulp van doctoren enz. ben, vroeg iemand of ik dan voor goddelijke ge­nezing was. In een flits liet de Heer mij zien, dat er geen andere genezing is dan Goddelijke.

Doktoren kunnen helpen, maar niet genezen. Dat bracht meer openheid en er werd zeer aandachtig geluisterd. En de Naam van Jezus verheer­lijkt”.

(Evangelist Piet van Zutphen in zijn contactbrief).

 

Het kruispunt door Judith

(Am. 04:12 De grote vraag Pred. 12:07)

Als het je tijd is, ga je toch…

Hoe vaak hoor je die slogan niet;

’t Is waar! Maar is het ook bekend –

Wat straks de eeuwigheid u biedt?

 

Al bent u nog zo’n atheïst,

Elk lichaam zal tot stof vergaan-

of u het prettig vindt of niet:

De ziel – Gods adem – blijft bestaan.

 

Het leven is een autobaan

Waarop een ieder jachtig rijdt;

Gods liefde plaatste op die weg –

Een bord met “Stop”! En: “Wees bereid”.

 

Wend op het kruispunt toch uw stuur,

Naar die ene goede, kant-

Een gewaarschuwd men…die telt voor twee

De keus ligt in uw eigen hand.

 

Als het je tijd is, ga je tóch…!”
Maar wie heeft dit dan ooit ontkend?!

‘k Bid dat Gods Geest u nu onthult,

Waar ge in de eeuwigheid straks bent.

                                    

 

1977.12 nr. 177

Levend geloof 1977.12 nr. 177

Licht in de duisternis door Gert Jan Doornink

Wie het Kerstgebeuren (de geboorte van Jezus Christus in Bethlehems stal) in een paar woor­den wil samenvatten, komt tot deze conclusie: Het licht kwam in de duisternis.

Het evangelie van Johannes beschrijft de ge­boorte van Jezus ook in deze bewoordingen: “In de beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in de beginne bij God. Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding ge­worden, dat geworden is. In het Woord was le­ven en het leven was het licht der mensen, en het licht schijnt in de duisternis en de duis­ternis heeft het niet gegrepen. Er trad een mens op, van God gezonden, wiens naam was Jo­hannes; deze kwam als getuige om van het licht te getuigen, opdat allen door hem geloven zouden. Hij was het licht niet, maar was om te getuigen van het licht. Het waarachtige licht, dat ieder mens verlicht, was komende in de wereld”. (Joh. 01:01-09).

Scheiding tussen licht en duisternis

De geboorte van Jezus Christus was een gewel­dig grote gebeurtenis in het plan van God met Zijn schepping. Het was niet de eerste grote gebeurtenis van Gods plan met deze wereld. Op­vallend is dat ook in het scheppingsverhaal van Genesis 1, deze “licht in de duisternis”- gebeurtenis zo’n centrale en belangrijke plaats inneemt. Lees Gen. 01:01-04 er maar op na: “In de beginne schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren. En God zei: Er zij licht; en er was licht. En God zag dat het licht goed was, en God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis”.

Opvallende zijn de woorden: “God zag, dat het licht goed was”. In het scheppingsverhaal ke­ren telkens de woorden: “God zag dat het goed was”, terug. De eerste keer dat deze woorden gebruikt worden staat er bij: “God zag dat  het licht – goed was.

Ik denk zo, dat toen God zag dat Zijn Zoon ge­boren werd in de stal van Bethlehem, Hij weer hetzelfde gezegd of gedacht zal hebben, al stellen wij het vaak anders voor. “Een kind in doeken gewikkeld…. liggende in een kribbe…. omdat voor hem geen plaats was in de herberg”. Een verschrikkelijke situatie, zeggen wc dan, en dat nog wel voor de Zoon van God….

We zien dan echter over het hoofd, dat Hit alles volledig lag opgesloten in de wil en het plan van God. Immers de Zoon van God werd Zoon des mensen. Hij ging de volle weg die God had bepaald, tot en met het kruis van Golgotha en de opstanding uit de doden. Daarom zag God dat ook de geboorte van Zijn Zoon goed was!

Nadat God gesproken had: “Er zij licht”, was Zijn tweede scheppingsdaad dat “God scheiding maakte tussen het licht en de duisternis”(Gen. 01:04). Ditzelfde zien wij terug in het leven van Zijn Zoon Jezus Christus, het Licht der wereld. Ook Hij maakte scheiding tussen licht en duisternis. Zijn boodschap had de radicale inhoud: “Wie niet vóór Mij is, is tegen Mij”.

Jezus zei van Zichzelf dat Hij het Licht der wereld was en dat degenen die Hem volgen, nim­mer in de duisternis zullen wandelen. Waar Gods licht verschijnt is geen plaats voor duisternis. God houdt niet van een schemertoe­stand. Het is bij Hem of het één of het an­der. “Niemand kan twee heren dienen, want hij zal of de een haten en de ander liefhebben, of zich aan de een hechten en de ander minachten; gij kunt niet God dienen en Mammon”(Matt. 06:2

Wandelen in het licht betekent: Jezus volkomen volgen

Daarom is het evangelie ook een boodschap met een radicale inhoud. Het gaat er om of wij Hem volkomen willen volgen, want anders worden wij opgeëist door de machten der duisternis en zijn wij onbruikbaar en onvruchtbaar in dienst van de Meester.

Wat zijn er een kinderen Gods die vleselijk leven en gebonden zijn; zij willen zich niet laten bevrijden van hun gebondenheden, of bepaald zonden niet loslaten omdat zij (ook al zullen zij dat veelal niet toegeven) de duisternis liever hebben dan het licht.

Nu zijn er die zeggen: Ja maar heeft dat niet te maken met de geestelijke groei? We kunnen van een baby in het geloof toch niet hetzelfde verwachten als van een volwassene in het ge­loof? Men ziet dan over het hoofd, dat de geestelijke groei in de eerste plaats te maken heeft met de geestelijke strijd en het opwas­sen tot zonen Gods, waartoe ieder kind van God geroepen is. We zullen leren moeten te strij­den, niet tegen vlees en bloed, maar “tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de bo­ze geesten in de hemelse gewesten”(Ef. 06:12). Als we de Heer oprecht volgen maakt de prak­tijk van het geloofsleven ons daarin bekwaam.

Maar als de basis niet goed is, als een kind van God gebonden is, kan hij onmogelijk opti­maal functioneren in het plan van God. Als wij bij een baby of kind in de natuurlijke wereld een ziekte of afwijking constateren, laten wij het toch ook niet aan zijn lot over met de ge­dachte: Dat komt later als hij opgroeit, wel in orde. Neen, dan stellen wij alles in het werk om zo’n baby of kind gezond te krijgen. Hoe belangrijk is het in ons geestelijk leven, dat wij gezonde kinderen Gods zijn, zodat wij onze geestelijke plaats hebben ingenomen en van daaruit strijden. Waar het licht is, is geen plaats voor de duisternis. God haat de duisternis, want zoals de duisternis een een­heid vormt met de satan, is God één met het licht. God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis.

De scheiding tussen licht en duisternis voltrekt zich in deze tijd.

Iedereen is het er over eens dat wij in de eindtijd leven. In deze eindtijd voltrekt zich de scheiding der geesten. En ook u en ik zijn daarbij betrokken. Openb. 22:11: “Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht; wie vuil is, hij worde nog vuiler; wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd”.

Heel de nieuwtestamentische boodschap, alle brieven van de apostelen, zij er op gericht dat wij als lichtdragers, ook werkelijk het volle licht zullen verspreiden. De Efeziërs- brief zegt dat “Christus Zijn Gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord, en zo zelf de Gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zó dat zij hei­lig is en onbesmet” (Ef. 05:25-27).

Wij zijn geen vreemdelingen en bijwoners meer, zegt de Efeziërsbrief op een andere plaats, maar “medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods, gebouwd op het fundament van de aposte­len en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is. In Hem wast elk bouwwerk, goed ineensluitend, op tot een tempel, heilig in de Here, in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest”(Ef. 02:19-22) .

Waar de duisternis verdreven is door het licht kan de Heilige Geest zich ten volle ontplooi­en. Daar openbaart zich de heerlijkheid Gods! Daar komt Gods plan met Zijn schepping tot volle openbaring.

Dat geldt dus in de eerste plaats voor de in­dividuele gelovige. Want als de individuele gelovige niet volledig in het licht staat, komt er van de gemeenschap der gelovigen niet veel terecht. Zou de huidige situatie in de Gemeente van Christus niet veroorzaakt zijn, doordat velen in de “schemering” blijven, en niet in het volle licht durven treden? Wat te denken dat sommige geestelijke leidslieden het zelfs gevaarlijk vinden om te spreken over onderwerpen als “gebondenheid”, “geestelijke groei”, etc. Alsof wij geen bekering en weder­geboorte hebben beleefd en nog natuurlijke mensen zijn. Schuwt men het licht, omdat men zelf liever in de duisternis wil blijven?

Wij zijn geroepen om in de voetstappen van Jezus te treden. Wij behoren ons bewust te zijn dat wij als burgers van het Koninkrijk der hemelen behoren te functioneren en dat wij geroepen zijn om in de voetstappen van Jezus te treden. Jezus, die geen ogenblik de duisternis uit de weg ging, maar die sprak: “Satan, ga achter Mij..” In de kracht van Woord en Geest wierp Hij de­monen uit, genas Hij de zieken en vergaf de zondaren hun zonden. Hij maakte de mensen wer­kelijk gelukkig, door hen in het volle licht van God te brengen en hen op te roepen in dat licht te blijven.

Nogmaals: De scheiding der geesten voltrekt zich  maar ook binnen de Gemeente van Je­zus Christus! Wie de volle weg met Jezus wil bewandelen – en elk kind van God wordt daartoe opgeroepen – wordt in een bepaalde hoek geduwd of krijgt een bepaald etiket opgeplakt. Dit alles wordt veroorzaakt doordat men zelf niet de volle weg wil bewandelen.

Kerstfeest: Het Licht schijnt in de duisternis maar velen hebben de duisternis liever dan het licht. Wat een tragiek. Wij bidden dat dit artikel uw ogen mag openen, dat wij God slechts kunnen behagen als wij wandelen in het licht met Jezus!

Eens kreeg de Gemeente te Laodicéa deze waar­schuwing: “Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet. Waart gij maar koud of heet! Zo dan, omdat gij lauw zijt en noch koud noch heet, (omdat gij in de schemering leeft), zal Ik u uit mijn mond spuwen”(Openb. 03:15-16). Laten wij deze waarschuwing ter harte nemen en niet wandelen bij het licht van een kaarsvlam­metje of van een zaklantaarn waarvan de batte­rij bijna leeg is, maar laten wij in de volle schijnwerpers van Gods tegenwoordigheid komen!

Jezus zei in de Bergrede: “Gij zijt het licht der wereld. Een stad, die op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Ook steekt men geen lamp aan en zet haar onder de korenmaat, maar op de standaard, en zij schijnt voor allen, die in het huis zijn. Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, ver­heerlijken” (Matt. 05:14-16).

Wie wel eens op vakantie in het buitenland is geweest, weet dat steden die op een berg lig­gen, in de verte reeds opvallen, door het vele licht dat zij verspreiden. Zo is het ook in geestelijk opzicht. Wij zijn op een berg ge­plaatst – onze geestelijke plaats is in de he­melse gewesten, Ef. 02:06 -. Van hieruit strijden wij en functioneren in het Koninkrijk van God.

Jezus zegt dat wij het licht der wereld zijn en dat wij ons licht moeten laten schijnen voor de mensen. Maar dan moet dit licht ook volop branden. In een kamer met 10 lichtpunten heerst een schemertoestand als er maar één (schemer)lampje brandt! Een stad die getroffen wordt door een elektriciteitsstoring, en plot­seling in het donker komt, doordat het contact met de centrale is verbroken, valt niet meer op!

Daarom verspreidt een kind van God dat voldoet aan het begeren van het vlees, dat gebonden is, dat vijandig staat tegenover de volle boodschap, niet het volle licht, van het evan­gelie.

Maar, als wij vrij zijn, als wij de volle boodschap uitdragen, als wij ons laten leiden door de Heilige Geest, zijn wij lichtdragers en lichtverspreiders in de ware betekenis van het Woord. Dat is Gods wil voor u en mij!

 

Notities door Gert Jan Doornink

25 jaar geleden…,

Vorige maand was het 25 jaar geleden dat wij door Gods genade Zijn kind werden. Het was op 17 novem­ber 1952 – wij waren toen 22 jaar – dat God Zijn hand op ons leven legde. Die datum zullen we nooit vergeten.

In Vorchten (een klein dorpje op de noord-oost-Veluwe met 150 inwoners) zijn wij opgegroeid en gingen traditiegetrouw naar de Hervormde kerk. Waren daar ook lid van en deden mee aan allerlei jongeren activiteiten van deze gemeente, zoals CJMV en “Jonge Kerk”. Als se­cretaris van de “Jonge Kerk” nodigden we meestal iedere maand een dominee uit om een inleiding te houden over een of ander onderwerp.

Op die bewuste 17 november 1952 was uitgenodigd Ds. W. A. Plug – inmiddels over­leden – destijds oprichter en leider van “De Hezenberg”, een conferentie- en retraitecentrum te Hattem. Ds. Plug was in zijn jonge leven gegrepen en tot bekering gekomen door de zogenaamde Möttlinger opwekkingsbeweging, die in de vorige eeuw in Duits­land was ontstaan door het werk van Ds. Blumhardt en voor velen tot grote zegen was. Jan van Gijs heeft er een boekje over geschre­ven.

Ds. Plug sprak die avond over het onderwerp “Ge­loof, gebed en genezing”, naar aanleiding van Jakobus 5. Dit onderwerp was mede actueel geworden door het tournee wat in die da­gen de Duitse fabrikant- evangelist Hermann Zaiss in ons land hield.

Ds. Plug bracht die avond naar voren dat Jezus niet alleen de ziel wil redden, maar ook het lichaam wil genezen. Dat was volkomen nieuw voor ons. Hoewel we in de loop der jaren vele preken hadden gehoord, was het die avond dat we wer­den gegrepen door de bood­schap.

Het werd de grote verande­ring in ons leven. De bood­schap die de Heer Ds. Plug in het hart had gegeven liet ons niet meer los. En enige tijd later gingen wij thuis op onze slaapka­mer op onze knieën om te bidden: “0, Heer, wees mij zondaar genadig….” Ik geloofde in het volbrachte werk van Jezus Christus en werd een kind van God.

Want Gods Woord zegt: “Al­len, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden”(Joh. 01:12).

Uiteraard kunnen wij veel vertellen over ons leven als kind van God in die 25 jaar. Misschien dat wij er bij gelegenheid nog eens uitvoeriger op terug komen. Wel willen wij nog het volgende doorgeven bij dit “jubileum”: Wij zijn nog even blij en gelukkig als toen wij tot geloof kwamen! Nog steeds zijn wij de Heer ontzettend dankbaar voor het grote wonder wat Hij in ons le­ven heeft gedaan. We mogen het nieuwe leven in Chris­tus kennen en dat geeft een rotsvaste zekerheid in deze eindtijd. Wij mogen – evenals vele andere waarachtige christenen – ervaren dat Jezus steeds heerlijker en rijker wordt als we Hem kennen en de geestelijke weg bewandelen.

 

Kerstfeest 1977 door Jan W. Companjen

Het Woord is vlees gewor­den en het heeft onder ons gewoond en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de Eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid” (Joh. 01:14).

De kracht van het woord

Het Woord is vlees geworden, dat is een geweldige uit­spraak. Dat Woord van God dat sprak in de beginne. Dat hemel en aarde schiep door de kracht die in dat Woord zat, werd in de volheid der tijden, in Christus Jezus, vlees en bloed.

Het mag ons niet ontgaan dat Jezus ook uit de kracht van dat Woord verwekt werd in de maagd Maria. Toen de en­gel des Heren bij Maria kwam en haar meedeelde dat zij door de Heilige Geest overschaduwd zou worden, sprak zij de opmerkelijke woorden: “Mij geschiede naar Uw Woord”. Maria aanvaardde de boodschap Gods en doordat “aannemen” kon zij Gods Zoon uit haar doen geboren wor­den.

Geliefde lezers en lezeres­sen, dat Woord heeft door de gehele geschiedenis heen van hét volk van God, klaar en duidelijk geklonken uit de mond der aartsvaders (onder andere bij de zegening van hun zonen) en van de profe­ten. (Het Woord onder andere door Elia en Elisa gesproken was vol van Goddelijke kracht).

Daarom staat er ook geschre­ven in Heb. 01:01, dat God eertijds vele malen en op vele wijzen, tot de vaderen gesproken heeft in de profe­ten, maar dat Hij nu in het laatst der dagen tot ons ge­sproken heeft in de Zoon (Jezus Christus), die Hij gesteld heeft tot Erfgenaam van alle dingen.

Deze Jezus, de afstraling van Zijn heerlijkheid en de afdruk van Zijn wezen, die alle dingen draagt door het woord Zijner kracht, heeft, na de reiniging der zonden tot stand te hebben ge­bracht, zich gezet aan de rechterhand van de Majes­teit in de hoge.

Vernieuwing van denken

Wij hebben vernieuwing van denken nodig, om te kunnen beseffen wat dit inhoudt. Jezus Christus is alles in handen gegeven. Hij, en Hij alleen, is door God de Va­der aangesteld tot de grote Leidsman en Voleinder van hét geloof. Vanaf het mo­ment dat Hij op aarde kwam, kwam er het grote keerpunt dat God weer met Zijn Geest in mensen kon wonen.

Daarom is wedergeboorte ook de kern van het Christelij­ke geloof. Wedergeboorte vindt namelijk ook plaats door het Woord Zijner kracht, dat wil zeggen door het Woord dat in de Naam van Jezus gesproken wordt.

Zie daarvoor eens het op­merkelijke verhaal van de bekering van Cornelius in Handelingen 10. Cornelius, een vereerder van God met zijn gehele huis, kon niet anders tot het volle geloof komen dan door het horen van het Woord van God dat door Petrus gesproken werd. Een engel uit de hemel kwam hem dat speciaal meedelen: Stuur mannen naar Joppe, naar Petrus, en die zal woorden spreken, waardoor gij en uw gehele huis be­houden zullen worden.

(Hand.11:13-15).

En toen Petrus nog maar be­gonnen was te spreken, viel de Heilige Geest op hen.

Dit was een geweldige be­kroning van het geloofsle­ven van Cornelius. En u , kunt gevoeglijk aannemen dat Cornelius, net als de kamerling uit het Moren­land, al zeer vele malen tot zich had laten spreken, onder andere door de pro­feet Jesaja. Daarom wordt het Woord Gods ook het bad der wedergeboorte genoemd. (Titus 03:05).

Kracht en autoriteit

Het opwassen tot zonen Gods houdt daarom ook in, gelief­den, dat wij weer met kracht en autoriteit het Woord van God zullen gaan spreken. Heel de schepping zucht daar naar. Niet tot het openbaar worden van profeten in oudtestamentische zin, maar om zonen Gods, die geboren worden langs de weg Gods, het ge­sproken en geschreven Woord, dat ook weer in ons vlees een werkelijke bele­ving zal worden.

Allen die uit het Woord Gods geboren worden zijn uit Eén. De Geest, die in Jezus Christus, Zoon des mensen, woonde, wil ook in u datzelfde werk doen. Daarom, laat het zó Kerst­feest voor u zijn. Want:

Al was Christus duizend keer in Bethlehem geboren.. …maar niet in uw hart…. dan waart gij nog verloren.

Dat wil zeggen, Zijn komen op aarde heeft u niets ge­geven, waardoor u een ande­re, een nieuwe schepping werd. Tenzij u wedergeboren bent en u tot geloof bent gekomen.

Hij kwam op aarde voor u, om u te formeren tot een nieuwe schepping. Laten wij het komende jaar elkaar gaan opbouwen, gaan her­stellen, opdat Gods Woord in ons tot volheid komt, tot verheerlijking van Zijn Naam.

 

Van de redactie door Gert Jan Doornink

Dit nummer is het laatste nummer van de 16e jaargang van “Levend Geloof”. Met grote dank­baarheid zien wij terug op het afgelopen jaar. Het was namelijk het eerste jaar dat “Levend Geloof” in offsetdruk verscheen, nadat het 15 jaar lang gestencild werd. Een wens van vele jaren was hiermee in vervulling gegaan.

Zoals wij reeds eerder schreven streven wij naar verdere verbetering, maar we blijven te alle tijde prioriteit geven aan de “kwaliteit” van de artikelen. Dat wil zeggen: We willen, onder de leiding van Gods Geest, waakzaam en actief blijven om op gezonde wijze het volle evangelie door te geven!

Daarbij willen wij, samen met onze medewer­kers, de veelzijdige facetten van de heerlij­ke, blijde boodschap, die de Heer ons heeft toevertrouwd, belichten.

Wij willen rekening houden met de verschillen­de categorieën lezers en lezeressen die ons blad kent, te weten “onbekeerden”, “pas-bekeerden” en “geestelijk volwassenen”. Dit komt ook in de verscheidenheid van de artike­len tot uitdrukking. Waarbij wij er steeds naar streven in een voor iedereen begrijpelij­ke taal te schrijven.

Iedereen die ons, op welke wijze ook, steunt, willen wij hartelijk danken en vragen voor 1978 of u vooral ook biddend achter onze ar­beid wilt staan!

Tenslotte wensen wij u rijk gezegende Kerstda­gen en een door Gods Geest en Woord geleid 1978 toe.

Uw, medearbeider in dienst van de Meester,

 

De welvaart door Judith

Met de decembermaand breekt een tijd aan van festivi­teiten. Een ieder brengt deze op zijn/haar wijze door en daar is in wezen ook niets op tegen. Christus zelf zat ook wel aan als gast bij maaltijden.

Toch is er verschil in de manier waarop je voedsel tot je neemt. Een kind van God zou dat moeten (kunnen) on­derkennen omdat de Bijbel daarvan spreekt.

Een feestelijk tintje door gans of kalkoen op tafel te zetten zal niemand kwaad doen; door aan een smul- of zwelgpartij deel te nemen zal de christen wel aanstoot geven.

De Heer leert ons ook niet alleen aan onszelf te denken maar juist naar de armen om te zien. (Het woord “verdelen” in Joh. 06:11). Zijn er dan behoeftig en in Ne­derland? Misschien niet direct in eigen land, maar we weten allen hoe groot de nood allerwege is.

Gedenken wij ook hen die op dit moment “hongeren om een korst droog brood?” Niet alleen met het gebed, maar vooral    ook met een milde gave?’. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan zending in het algemeen, aan bonafide hulporganisaties en dergelijke. Gelegenheid te over.

“Waarom zou je moeten danken voor een bord met eten; je hebt het geld ervoor toch zelf verdiend?”, heb ik vaak in opperste verbazing gehoord. Ja zeker, niets is min­der waar, maar: Wie gaf de gezondheid of de energie daartoe?

Op deze wijze bezien komt alles in een heel ander licht te staan: In het (bezinnende) licht van Gods rijke ge­nade voor de ons geschonken welvaart, die we tot Zijn eer moeten benutten.

 

December meditatie (gedicht) door Judith (1 Kor. 10:31

Er is een groot tekort aan voedsel,

De wereld raakt allengs in nood;

Verbeten vechten vele volken:

Men hongert om een korst droog brood.

 

Vandaag was ik weer “rijk” aan tafel,

Er was veel meer dan vlees en brood;

Gebrek zal er zo gauw niet heersen:

De welvaart is daarvoor te groot.

 

Als ‘k denk aan de ontelb’re velen

Die sterven door gebrek aan brood,

Huiver ik, Heer, voor hun ellende;

Voor mij is er geen hongersnood.

 

Zou ‘k dan mijn hoofd in dank niet buigen –

Voor Uwe zorgen, vroeg en spa?

In ‘ daaglijks brood – mij weer gegeven –

“Proef” ik Uw liefde en gena.

 

Vergeef Heer, dat – door haast gedreven –

Men Uwe trouw en zorgen krenkt –

Door zelfs de Hand niet te gedenken,

Die gave en goed zo mild’lijk schenkt.

 

Leer ons het harte te ontvouwen,

Voor ’t maal, dat Gij ons heden bood;

En hen daarbij steeds te gedenken

Die hong’ren, naar een korst…droog brood.

 

Onze sterkte is in de Heer door J. Noë

Welzalig de mensen wier sterkte in u is, in wier hart de gebaande wegen zijn.

Als zij trekken door een dal van balsemstruiken, maken zij het tot een oord van bronnen; ook hult de vroege regen het in zegeningen.

Zij gaan voort van kracht tot kracht en verschijnen voor God in Sion” (Ps. 084:006-008).

Is Gods sterkte in ons?

Broeders en zusters. Ik wil tegen het einde van het jaar het eens over bovenge­noemd onderwerp hebben, is dit niet een hartverster­kend gedeelte uit Psalm 84? Is ons hart zo op de Here ingesteld, dat, als wij Zijn aangezicht zoeken, wij zeker weten, dat wij Zijn sterkte zullen ontvangen, of beter gezegd, dat Zijn sterkte in ons is?

Ik neem nu als voorbeeld, uit het Oude Testament, David. Zijn leven getuigde ervan. In 1 Samuël 30 staat bijvoorbeeld, dat toen David met zijn mannen naar Ziklag terugkeerde, de Amalekieten de stad hadden verbrand en vrouwen en kin­deren en allerlei buit had­den meegenomen.

Het volk was buiten zich­zelf, kwam in opstand tegen David en wilde hem steni­gen, maar, zo staat er: “David sterkte zich in de Here, zijn God en vroeg Hem om raad. En God gaf hem antwoord. Hij zeide: Ach­tervolg de vijand, verslaat hem en bevrijd de gevange­nen”. En aldus geschiedde.

In zijn psalmen blijkt ook het vertrouwen van David op God, bijvoorbeeld:

Ps. 018:029-030:

“Gij toch doet mijn lamp schijnen, de Here, mijn God, doet mijn duisternis opklaren. Met U immers loop ik op een legerbende in en met mijn God spring ik over een muur”. Ps. 103:020b-021:

“Gij krachtige helden die Zijn Woord volvoert, luisterend naar de klank van Zijn Woord. Looft de Here, al zijn heerscharen, gij zijn dienaren, die Zijn wil volbrengt”.

Blijf standvastig

Dit zijn woorden, die hem uit het hart gegrepen zijn. Let op wat David zegt, namelijk die Zijn woord volvoert en die Zijn wil volbrengt. Dit is zeer belang­rijk. Ook voor de kinderen Gods van het nieuwe ver­bond.

Wij ontvangen van God alle dingen in Christus Jezus, als wij ons leven geheel in geloof aan Hem overgeven, goed luisterend naar Zijn Woord en standvastig blijven.

Jezus zegt in Joh. 08:47: “Wie uit God is, hoort de Woorden Gods”.

En in Joh. 15:08: “Indien gij in Mij blijft en Mijn Woorden in u blij­ven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u gewor­den. Hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt en gij zult Mijn discipelen zijn”.

Nu komt het er dus (ik zeg het nogmaals) op aan, dat wij standvastig blijven in geloof, in welke omstandig­heden wij ook verkeren, het woord des levens vasthoudende en ons niet door onze tegenstanders (de duivel met zijn trawanten) laten, beïnvloeden en verontrusten. In Jes. 07:09 staat:

“Indien gij niet gelooft, voorwaar, gij wordt niet be­vestigd” . Jes. 30:15:

“In stilheid en vertrouwen zou uw sterkte zijn”. Heb. 03:14 zegt:

“Want wij hebben deel gekre­gen aan Christus, mits wij het begin van onze verze­kerdheid tot het einde on­verwrikt vasthouden”.

Dit is toch zeer duidelijke taal zou ik zo zeggen. Heb. 30:38 zegt tevens: “Mijn rechtvaardige zal uit ge­loof leven”.

Onze rijkdom in Christus

Broeders en zusters. We heb­ben in Christus deel gekre­gen aan de Goddelijke na­tuur (2 Petr. 01:04), ons leven is met Christus verborgen in God (Kol. 03:04) en de ganse volheid Gods hebben wij in Christus ontvangen (Kol. 02:10). is dit niet geweldig? Wat een rijkdom!

Als dit alles een realiteit in ons is, dan is in ons hart de gebaande weg en gaan wij voort van kracht tot kracht door de Heilige Geest -die in ons is en die ons het ware leven en de wa­re godsvrucht schenkt. (2 Petrus 1). Dan kunnen wij met de volle zekerheid des geloofs in alle omstandighe­den zeggen: “Mijn sterkte is in de Here”. Hij zal Zijn Woord volbrengen. Halleluja!

Ik eindig met een gedeelte uit de brief aan de Efeziërs, Ef. 02:18-22:

“Want door Hem hebben wij beiden in één Geest de toe­gang tot de Vader. Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar me­deburgers der heiligen en huisgenoten Gods, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, ter­wijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is. In Hem wast elk bouwwerk, goed ineen- sluitend, op tot een tempel, heilig in de Here, in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest”. Amen!

Ik wens u allen gezegende feestdagen toe, alsmede Gods rijke zegen voor 1978.

 

Levend Geloof journaal door Gert Jan Doornink

Psychische milieuverontreiniging

“Wij staan voor een milieu­crisis, die groter is dan alle andere, maar die in tegenstelling tot die ande­re crises (milieuverontrei­niging, grondstoffen, ener­gie) niet wordt onderkend. Dit verontrust mij al jaren en daarom doe ik een beroep op u”.

Dat stelde de emeritus­hoogleraar in de psychia­trie prof. dr. Nico Speyer, toen hij zich onlangs tot “De Telegraaf” wendde met het verzoek om ruimere be­kendheid te geven aan zijn ideeën over wat hij noemde de “psychische milieuver­ontreiniging” .

Terugval van onze westerse beschaving via een vicieu­ze cirkel van normverval, . zonder tijdige opvang door nieuwe normen en waarden, dat is het thema.

Tegenover verslaggever Frits Gonggrijp zei prof. Speyer o.a.:

“Wij hebben met het waswa­ter het kind weggegooid. Na de tweede wereldoorlog hebben we in versneld tempo successievelijk alle oude normen overboord gezet. Wij hebben tenslotte God dood verklaard, de arbeid ontluisterd, de competitie hebben wij als ongezond willen uitschakelen, via onderwijshervorming willen we het zittenblijven en examen doen afschaffen…”

Maar met die reactie op de inderdaad vaak te sterk genormeerde, vaak door hypocrisie en dubbele mo­raal vermolmde “oude” nor­men, hebben wij onszelf beroofd van een aantal es­sentiële vormende en bin­dende waarden. Wij zijn nu in een overduidelijk waar­neembare “psychische milieucrisis” terechtgekomen die ons tenminste even rechtstreeks bedreigt als de “gewone” milieucrisis”.

Vloedgolf

“Wij maken ons terecht steeds meer ongerust over de toenemende agressie, op alle fronten, het toenemen van alcoholisme en drugs­gebruik, toenemen van zelfmoord. Talloze ver­schillende instanties hou­den zich bezig met het bestrijden van de symptomen. De politie moet zich zowel tegen toenemende agressie­ve verdwazing van voetbal­fans als tegen drughandel en om zich heen grijpend terrorisme sterk maken, terwijl wij allemaal in het verkeer vlot van rol verwisselen, van door rood licht rijdende agressors tot slachtoffers, vele duizenden per jaar. Bu­reaus -voor alcoholisme en drugsbestrijding, crisis­centra voor psychische, voor huwelijks- en gezins­moeilijkheden, voor jonge­ren: ze staan allemaal zonder uitzondering voor een aanzwellende vloed­golf” .

Prof Speyer stelt dat ze­ker 25 procent van de men­sen “disfunctioneert” en dat dit aantal steeds meer groeit. Niet dat al die mensen geestelijk gestoord zijn, maar zij komen ge­woon niet meer toe aan een normaal functioneren in de samenleving.

“We zitten allemaal in een ontwikkeling naar een steeds lager frustratie- gevoel. Zo ontstaat een vicieuze cirkel”. Alles wat negatief is, wordt als men het maar lang genoeg meemaakt, als normaal be­schouwd. Prof. Speyer noemt nog het “infantiele gebruik van schuttingtaal, het eenvoudigweg crimineel handelen, omdat men alles wil hebben”, enz.

Draaikolk

Het is “een draaikolk, die de labielere figuren mee­zuigt naar steeds grotere en massalere excessen. Want men is geneigd tot meedoen, men wil behoren tot de in-groep. Men doet mee”, aan agressie op de voetbalvelden, aan mis­bruik van de sociale wet­ten, pressie om eigen wensen te bevredigen, en tenslotte ook aan politiek gekleurd maar vaak op al­lerlei onlustgevoelens ge­ënt terrorisme, kapingen.

De tragiek, dat veel men­sen in deze ontwikkeling als eerlijk gedreven idea­listen offers brengen is groot, omdat zij zelf de nadelen niet inzien, die óók aan door hen voorgesta­ne hervormingen kleven. Hun ongeduld belet hun vaak in te zien, dat een snelle om­wenteling zelden gunstig is, dat alleen via een geleide­lijk maar welbewust veran­deringsproces de nadelen kunnen worden vermeden en de voordelen verworven. Wij zullen nu eerst gezamenlijk moeten komen tot een erken­ning van het fundamentele feit van deze psychische milieuvergiftiging. Hulp aan individuele slachtof­fers, door de vele instan ties waarvan ik er al een paar noemde, is nodig en menselijk gewenst. Bestrijding van de toenemende mis­daad en agressie zal men ook wel moeten voortzetten. Maar ik voorspel dat het allemaal vergeefs is als we niet gezamenlijk die vergiftiging gaan bestrijden”.

Aldus prof. Speyer, die zegt dat er “andere normen moeten komen als men nor­men afschaft”. “Er zal erg veel moeten gebeuren, maar voor alles zal er de erkenning moeten zijn: Wij drijven met onze westerse maatschappij naar een psychische milieu catastrofe als wij aan deze milieuverontreiniging niets doen”.

Commentaar van de redactie

Nat prof. Speyer hier on­derkent kan alleen opgelost worden als de mens komt tot persoonlijke aanvaarding van Jezus Christus, de Zoon van God. Iedere andere op­lossing is een schijn-op- lossing. Het naam-Christen­dom, met haar horizontalis­tische denkbeelden, faalt daarom ook volledig, omdat zij van bekering en weder­geboorte niets wil weten. “Jezus is het Antwoord” wordt als een goedkope slagzin terzijde geschoven, zoals onlangs nog een be­kende kerkelijke hoogleraar deed.

Toch is Hij het Werkelijke Antwoord en het Enige Ant­woord. Wie tot geloof komt in Jezus Christus, ervaart dat alle dingen in zijn leven nieuw worden. En dat niet alleen. Hij mag erva­ren, dat bij het gehoor­zaam volgen van Jezus, het nieuwe leven van Jezus Christus in hem tot volle wasdom komt. “Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping”(2 Kor. 05:17).

Iedere waarachtige gelovi­ge beleeft het dat de gol­ven van negatieve invloe­den, die hem in deze tijd dreigen te overspoelen, geert vat kunnen krijgen op hem of haar. Want Jezus de Rots, houdt hem staande en doet hem leven in vrij­heid, blijdschap) en over­winning ‘.

Nieuws in het kort

Grote zegen door radio radio-samenkomst

De op 20 november door het IKON uitgezonden samenkomst van de “Filadelfia- gemeente” te Zwaagwesteinde, voorganger br. J. W. van Petegem, heeft grote zegen verspreid. Alleen reeds per telefoon kwamen meer dan 30 reacties binnen. waarvan het merendeel noodgevallen. Van de sa­menkomst zijn veel casset­tebandjes verspreid.

Het in deze samenkomst op­tredende gemeentekoor “De Gloriezangers” dat reeds regelmatig elders optreedt o.a. in gevangenissen, zie­kenhuizen en samenkomsten, ontving een uitnodiging van de stichting ” ’s Herenloo- Lozenoord” te Ermelo, waarop 16 februari voor 400 mensen wordt ge­zongen .

Agape liefdemaaltijd 1978

Op zaterdag 11 februari wordt in het Jaarbeurs-congrescentrum te Utrecht voor de derde maal een liefde­maal gehouden, die zoals de uitnodiging aangeeft be­stemd is “voor alle voor­gaande broeders, oudsten en bestuursleden, alsmede hun echtgenoten, van de gehele Nederlandse Pinkster- en Volle Evangelie beweging”. Deze dag wordt georgani­seerd door de werkgroep “Agape” van het organise­rend comité Nederland van de “Pinkster Europa Conferentie” – 1978, welke van 29 juli tot 6 augustus in de Houtrusthallen in Den Haag wordt gehouden. In­lichtingen, zowel over de liefdemaaltijd als over de conferentie, bij het se­cretariaat: Haarlem.

Guus Bringsken 23 januari weer naar Brazilie

Zendeling Guus Bringsken vertrekt op 23 januari 1978 weer naar Mato Grosso in Brazilië. In Januari wor­den nog verschillende af- scheidssamenkomsten gehou­den, te weten in Haarlem, Emmer, Den Haag en Hengelo. Inlichtingen bij de fam. Kuiper, tel. 05400-14501. Twee nieuwe projecten staan in Brazilië op het program­ma, om naast het “gewone” zendingswerk in de nabije toekomst gerealiseerd te worden. Het betreft het verzorgen van radio uitzen­dingen en de aanschaf van een ander en groter vlieg­tuig. Het oude vliegtuig werd verkocht, anders zou het tijdens de verlofperio­de van zendeling Bringsken nutteloos aan de grond hebben gestaan.

De kerk is zendingsveld!

In de kerken is niet alleen veel lauwheid, maar ook veel ongehoorzaamheid. Het eerste zal door vrijwel ie­dereen worden toegegeven. Ook door die kerkleden die het nog goed menen met hun kerk. Het tweede, de “ongehoorzaamheid” , zal echter  niet worden toegegeven, o.a. door eigen ongehoorzaamheid. Wat vaak veroorzaakt wordt door geen inzicht hebben. Daarom is niet alleen de we­reld, maar, is ook de kerk een groot zendingsterrein voor iedere waarachtige christen! Wij zullen probe­ren moeten in de kerken te infiltreren, door bijvoorbeeld persoonlijke gesprek­ken aan te knopen met de voorgangers en de gewone le­den en door volle evangelie lectuur te verspreiden. Je­zus heeft gezegd: “Gij zult Mijn getuigen zijn.          in de gehele wereld”.            en daar horen ook de kerken bij!

Kerstmis

De journaliste Irene Dikkers werd onlangs getroffen door bovenstaande kop boven een artikel in het “Eindhovens Dagblad”. Ze dacht: “Ja, natuurlijk. Dat is een mooie tijd voor bekering: Kerstmis”. De mensen zijn dan ontvankelijk voor de geestelijke dingen….

Bij lezing van het artikel bleek het echter niet te gaan om bekéren, maar om bekeren. Het ging om voetbalbeker-wedstrijden. Haar conclusie: “Er wordt tegen Kerstmis gebekerd, niet bekeerd. We leven in een vreemde tijd….”

Inderdaad, zouden wij er aan toe willen voegen. De wereld is in onze tijd be­ter op de hoogte met békeren, dan met bekéren.

Schreef Paulus niet reeds over de tijd dat de mensen meer liefde zullen hebben voor genot dan voor God?

‘Maar al is bekéren dan een ouderwets woord, toch zal de echte Christen, zolang hij op deze wereld is, ook in deze tijd proclameren: Bekeert u en kom in het licht van Jezus’.

“Tijd van georganiseerde kerk is voorbij”

“De tijd van de georgani­seerde kerk is voorbij. We moeten terug naar de basis. Als het geloof je leven niet verandert, is er niets veranderd. Dan heb je een waterhoofd met een hoop theologie. Op zichzelf ben ik blij met de kerk. Ze komen alleen” zo slecht in beweging. Organisatie en traditie belemmeren de geest. De meeste bewegingen kwamen van buiten de kerk. He­laas is men van de bewe­ging weer een kerk gaan maken. Kijk maar naar de reformatie. Het gevaar is dat de jeugdbeweging weer een instituut wordt. Daar strijden we tegen”. (Evangelist Ben Hoekendijk in een interview met de “Zwolse courant”).

Houvast in woelig water

“Elseviers weekblad” voert momenteel een kampanje on­der het motto: “Houvast in woelig water”. Een kind van God weet echter dat het enige Houvast in deze wereld Jezus is, de Zoon van de levende God. Van Hem heeft Paulus gezegd, – en wij geloven het met hem – dat al de volheid der godheid lichamelijk in Hem woont en….dat wij de volheid verkregen heb­ben in Hem’. (Kol. 02:09).

 

Liefde en Vrede door H. J. Glasbergen

Hij is onze vrede

Vrede zij allen die in Christus zijn en zij die Zijn vrede uit willen dra­gen in een wereld ver­scheurd door haat en ge­weld.

De God des vredes heilige u geheel en al. Wat God ons geschonken heeft in Chris­tus Jezus, kan een ongees­telijk mens nooit begrijpen of beseffen. “Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord, en wat in geen mensenhart is opgeko­men, al wat God heeft be­reid voor degenen, die Hem liefhebben”

(1 Kor. 02:09).

Onze zonden zijn vergeven, maar wat nog meer is: wij zijn vrijgemaakt van de zonden, om Hem te dienen in heiligheid en gerechtigheid al onze dagen.

Dit is Kerstfeest. Niet één keer per jaar, maar elke dag mag je Hem danken en dienen voor wat Hij ons ge­schonken heeft. Eens waren wij niet Zijn volk, maar nu zijn wij heersers over de machten der hel. En wij mo­gen uitdelen aan een wereld dichtbij en ver weg van het brood des hemels, het manna dat nooit opraakt. De bron van levend water, waarin genezing en bevrijding is. Een bron die vol leven is en kracht, die het antwoord is voor elk probleem, als je gehoorzaam wilt worden aan het levende Woord van God. Naar de mate wij uit­geven, zullen wij steeds meer ontvangen. De stroom van levend water blijft helder, als wij verbonden blijven met de troon van God. Dan wordt het Konink­rijk God geopenbaard in de mens op aarde.

Jaag naar liefde en vrede

Op Kerstfeest herdenken wij weer dat Gods liefde en vrede openbaar werd in een mens. Geen supermens, maar een mens zoals u en ik, zegt de Bijbel. Jezus Christus, die van Zijn troon kwam naar de aarde, die verloren was in zonde en schuld. In Zijn uiter­lijk als een mens bevonden, heeft Hij zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja tot de dood des kruises.

“Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de Naam boven alle naam ge­schonken, opdat in de Naam van Jezus zich alle knie zou buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, en alle tong zou belijden: Jezus Christus is Here, tot eer van God, de Vader” (Filip. 02:09-10).

Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was. Dit komt heus niet vanzelf op ons af of in ons, dit kost je alles, zoals Christus ons ten voorbeeld is. Alleen als men wedergeboren is, zal deze gezindheid in ons openbaar worden. De oude mens moet begraven zijn en met Christus gestorven.

Toen Jezus op aarde kwam, was de wereld vol geweld en machtswellust. Het Romeinse keizerrijk kon alleen be­staan door haat, bloed en tranen. Het was als in de tijd van Noach, de boosheid van de mensen was groot. Het was zoals het nu ook is. De haat tegen God, in Zijn Zoon geopenbaard, is zelfs in de top van ons re­geringsapparaat merkbaar. Het compromis is welkom, bij velen die zeggen Chris­tenen te zijn, maar het niet bewijzen.

De grote liefde van Christus

“Om die reden buig ik mijn knieën voor de Vader, naar wie alle geslacht in de hemelen en op aarde genoemd wordt, opdat Hij u geve, naar de rijkdom Zijner heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door Zijn Geest in de inwendige mens, opdat Christus door het ge­loof in uw harten woning make.

Geworteld en gegrond in de liefde, zult gij dan, samen met alle heiligen, in staat zijn te vatten, hoe groot de breedte en lengte en hoogte en diepte is, en te kennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, op­dat gij vervuld wordt tot alle volheid Gods.

Hem nu, die blijkens de kracht, welke in ons werkt, bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij bidden of beseffen, Hem zij de heerlijkheid in de gemeente en in Christus Jezus tot in alle geslachten, van eeuwig­heid tot eeuwigheid! Amen. (Ef. 03:14-21).

Als wij dus eerst het Ko­ninkrijk Gods zoeken, zal Hij ons alle dingen schen­ken. Wij kunnen geen meelo­pers meer zijn in deze tijd. Wie niet vóór Mij is, is té­gen Mij, heeft Jezus gezegd. Het Koninkrijk Gods is voor het volk van God, dat Hij kocht.

Dit was het doel van de komst van Jezus Christus. God kan geen behagen hebben, in een volk wat in zonde leeft, al lopen zij naar de kerk, waar ieder zijn eigen huis dient. Waar de kerken zwijgen bij de gruwelijkste zonden, ook in films, radio en tv. Zoals Paulus zegt in Rom. 01:18-32. Waar één van de meest bekende tv-sterren, de eer heeft het feest van de homofielen en lesbische vrouwen te leiden in Amster­dam in de maand oktober 1977. Het feest in de nacht, begon om 12 uur. Wie sprak er van de werken der duis­ternis? Het edele doel was een stem uit Amerika, die nog durfde te protesteren, het zwijgen op te leggen. Wat in Nederland niet zo moeilijk is en beter be­taald. . . .

De zonde van het volk rijst ten hemel

Kerk, er is geen excuus, voor niemand, zegt God in Zijn Woord. Die Mij zal be­lijden voor de mensen, die zal Ik belijden voor Mijn Vader in de hemel, heeft Jezus gezegd. Als Jezus nu tussen ons zou zijn, zou Hij dan geen reden hebben, om ook nu, tegen deze gene­ratie, met Schriftgeleerden en farizeeën, dezelfde woorden te spreken als toen? (Matth.23:1-29). Er was geen discussie, geen tegenspraak, het was dood­stil. Zou het nu ook zo zijn? Zij gingen wel heen om een plannetje te maken, om Hem te doden. Maar Jezus keek dwars door hen heen en noemde hen bij de juiste naam: huichelaars.

Deze Jezus, die zij gekrui­sigd hebben, zou weer ge­kruisigd worden door blinde wegwijzers, die het volk tot slavernij van de zonde- machten maken. Het zijn dienaren van de machten der hel, geroofd door de leuge­naar en de moordenaar.

Maar, het is volbracht! God zij de lof, de eer en de aanbidding. Hij die rein is worde daarom nog reiner, en hij die vuil is, nog vui­ler, ook nu. Kerstfeest is voor velen het feest van het valse sentiment en ont­aard in een “vreetfeest”.

Voor de waarachtige gelovi­gen is het echter het feest dat God in Zijn erbarmende liefde naar ons omzag. Hij gaf Zichzelf voor u en mij. Dan kun je huilen van blijd­schap, zonder sentiment. Dan kun je het van de daken roe­pen: Jezus Christus is Over­winnaar en wij met Hem. Zijn Woord is in ons. Zijn eeuwig leven is in ons. Zijn Goddelijk leven is in ons.

Het lied der overwinnaars

Groot en wonderbaar zijn Uw werken, Here God. Rechtvaar­dig en waarachtig zijn Uw wegen, Gij, Koning der vol­keren! Wie zou niet vrezen, Here, en niet Uw Naam ver­heerlijken? Immers Gij al­leen zijt heilig….(Openb. 15:01-04).

Eens zullen alle volkeren komen en neervallen in aan­bidding en moeten belijden: Dit is Gods Zoon!

Zij, die hun gewaden gewas­sen hebben en wit gemaakt in het bloed van het Lam, zul­len staan voor de troon van God en een nieuw lied zin­gen. Het is nu nog verbor­gen, maar eens zullen wij zien, van aangezicht tot aangezicht!

Wij wensen alle lezers en lezeressen van “Levend Ge­loof” een Kerstfeest toe, waarin Hij centraal staat. Mogen onze harten gezuiverd zijn van elk besef van kwaad en de gezindheid van Christus openbaar maken, zodat wij Hem dienen met de totale inzet van ons le­ven!

1977.11 nr. 176

Levend geloof 1977. 11 nr. 176

Bid en geloof door Gert Jan Doornink

Vroeger kon men in vele huizen een wandspreuk tegenkomen met het opschrift “Ora et Labora”. Deze Latijnse woorden betekenen: “Bid en werk”. Velen menen dat deze woorden aan de Bijbel ont­leend zijn. . . . maar de combinatie “bid en werk” als zodanig komt in de Bijbel niet voor! Na­tuurlijk zijn er talrijke teksten die ieder af­zonderlijk over bidden en werken spreken, maar in combinatie treft men deze woorden niet aan. Alleen in Matt. 26:41 komt men de woorden van Jezus tegen, die Hij sprak tot Zijn discipelen in de Hof van Gethsemané: “Waakt en bidt”.

In de Bijbel wordt bidden wel heel vaak in ver­band gebracht met. . . . geloof! Een naar de wil van God functionerend geloofsleven is trouwens ondenkbaar zonder gebed. Terwijl omgekeerd, bidden alleen uitwerking heeft als het met geloof gepaard gaat.

Jak. 05:16 zegt: “Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan verleend wordt”. En een rechtvaardige is iemand die door het geloof leeft!

Jezus zegt: “Hebt geloof in God. Voorwaar, Ik zeg u, wie tot deze berg zou zeggen, hef u op en werp u in de zee, en in zijn hart niet zou twijfelen, maar geloven, dat hetgeen hij zegt, geschiedt, het zal hem geschieden. Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal u geschie­den” (Mark. 11:23-24).

Wat een heerlijke zekerheid is het te weten dat God te alle tijde de gelovige gebeden van Zijn kinderen verhoort. Vandaar deze vraag: Gaan ook in uw leven “bidden” en “geloven” hand in hand?

 

De scheiding der geesten door Jan W. Companjen

 

“Zo zijt gij dan geen vreem­delingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heili­gen en huisgenoten Gods, ge­bouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is. In Hem wast elk bouwwerk, goed ineen- sluitend, op tot een tempel, heilig in de Here, in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest” (Ef. 02:19-22).

De organisatie verdwijnt

Broeders, zusters, vrienden, wij hebben het de laatste keren veelvuldig gehad over kerk en gemeente. Velen uwer zullen gedacht hebben: nu daar blijft niet veel van over. Dat is ook inderdaad juist gedacht. De kerk als organisatie, de gemeente als organisatie, is gedoemd te verdwijnen.

Zij heeft in het verleden een zelfde functie gehad als het volk Israël vanaf de uittocht uit Egypte, (het Pascha en het bloed van het lam aan de deurposten en de bovendorpel van de huizen waarin men het paaslam at), tot aan de komst van Jezus Christus in de kribbe te Bethlehem.

Het begon goed, een ieder at toen hij of zij uittrok, het paaslam zoals het was in zijn geheel, (zie Ex. 12:09-10), op het vuur gebraden, met kop, schenkels en inge­wanden. Er mocht niets van overblijven en indien dit toch het geval was, dan moest dit met vuur worden verbrand. Het offer Gods werd in zijn geheel aan­vaard.

Nu, wij weten hoe het met het volk Israël gegaan is. Mozes leidde dat volk uit onder wonderen en tekenen. Maar reeds in de woestijn verheugden zij zich in het werk hunner handen en keer­den God de rug toe. Zij wa­ren, zoals in Hand. 07:51 staat (Stéfanus zei dit): Hardnekkigen en onbesnedenen van hart en ogen, die zich altijd verzet hadden en nog deden tegen de Heilige Geest.

Wat doet de Heilige Geest?

De Heilige Geest bouwt de Gemeente van Jezus Christus. Door die Geest worden wij tot een lichaam gemaakt, sa­mengevoegd en gebouwd tot een goed ineensluitend bouw­werk, tot een tempel, heilig in de Heer.

Organisatie scheidt mensen, als er broederbanden worden verbroken, zijn er organisa­torische krachten aan het werk. Wij hebben in onze voorgaande artikelen er op willen wijzen dat daarin zeer grote satanische krach­ten werkzaam zijn. Indien namelijk de éénheid in Chris­tus openbaar gaat worden, zal ons niets meer onmoge­lijk zijn. De Geest van Christus, die wil wonen en werken in het Huis Gods, de Gemeente als Lichaam van Christus, zal ook herrijzen en dan zal onder andere de jood zien wie zij doorstoken hebben. Dan zal Hij verheer­lijkt worden, (“want daarin wordt de Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt”, Joh. 15:08), in Zijn heiligen, om op die dag, met verbazing aanschouwd te worden in al­len die tot geloof gekomen zijn.

Het is daarom bittere nood­zaak dat ook onze oude tem­pels afgebroken worden. Dit steunen op vorm en organisatie, op natuurlijke in plaats van op geestelijke dingen, is er tot op de dag van van­daag de oorzaak van dat een Geestelijk volk van God niet tot ontwikkeling kon komen. De kerkelijke wetten gaan boven het Woord van God. Men is de mens meer dan Gode ge­hoorzaam. Zoals Jezus dat reeds zei: “De ijver voor uw huis (bezittende vorm) zal Mij verteren”.

God heeft geen kleinkinderen

De ijver om te zorgen dat iemand tot een kerk behoort, komt voort uit de oudtestamentische gedachte dat men door geboorte in een in God gelovend gezin tot de kerk­gemeente behoorde. Onze he­melse Vader heeft echter geen kleinkinderen, dat wil zeggen alleen maar kinderen die door Hem zelf verwekt zijn tot nieuw leven. Daarom wordt Hij Vader genoemd = Verwekker.

Dit werd door de kerk ten tijde van Jezus niet begre­pen, (zie Joh. 3, het gesprek met Nicodémus) en dat wordt heden ten dage nog niet be­grepen. Om tot het volk Gods te behoren hebben wij weder­geboorte nodig. Daar is per­soonlijke overgave en een persoonlijk antwoord voor nodig.

Dat dit bij ons gelovigen is gebeurd getuigen wij met on­ze doop. Als gelovigen in Christus Jezus zijn wij met Hem gestorven (aan ons oude leven) en opgewekt tot een nieuw leven. Want wie ge­storven is, is rechtens vrij van de zonde. Indien wij dan met Christus gestorven zijn, geloven wij, dat wij ook met Hem zullen leven. Dit leven is werkelijkheid. Dit leven is het leven. Ik wil u dan ook met Paulus toeroepen: (Rom. 06:12-14) “Laat dan de zonde niet langer als koning heersen in uw sterfelijk li­chaam, zodat gij aan zijn begeerten zoudt gehoorzamen, en stelt uw leden niet lan­ger ten dienste van de zon­de, maar stelt u ten dienste van God, als mensen die dood zijn geweest, maar thans leven. Immers de zonde zal over u geen heerschappij voe­ren, want gij zijt niet on­der de wet, maar onder de genade”. Als wij deze woor­den lezen, zien wij toch wel zeer duidelijk dat het op het kerkelijk erf is misge­gaan .

Ontwaakt, gij die slaapt!

Volgens de Galatenbrief is er maar één Evangelie, name­lijk het Evangelie van Jezus Christus. Indien iemand een ander Evangelie verkondigt, dan is die vervloekt. Met andere woorden: Jezus Chris­tus bracht de boodschap die de mens verlossing brengt, die de mens zekerheid geeft en opwekt tot een nieuw le­ven.

Het evangelie terugbrengen naar oudtestamentische ge­bruiken, door onder de wet te gaan leven en de kerk als Godshuis te zien, in plaats van zelf een Godshuis te zijn door de inwoning van Zijn Geest, heeft tot op de dag van vandaag tot gevolg gehad dat de massa van de gelovigen geestelijk dood zijn. Hier geldt de oproep uit het gezangvers: “Ont­waakt, gij die slaapt en sta op uit de dood en Christus zal over u lichten”.

Als Christus Zijn licht over ons uitstort betekent dat, dat Hij bezit van ons neemt. Daarvoor is het nodig dat u Zijn bloedoffer aanvaardt. Dat bloed dat voor u en mijn zonden gevloeid heeft. Daarom is onze avondmaalsbeker zo belangrijk. Daar in die beker vinden wij Zijn eenheid. Die zit niet in de (kinder)doop, die zit niet in het dienen van je naaste. Die wordt alleen maar gevon­den in het aanvaarden van het gestorte bloed op Golgotha. Daar in dat bloed, uit dat bloed, wordt het nieuwe verbondsvolk geboren. Daarom is de kinderdoop als ver­bondsgedachte ook zo verwer­pelijk. Dit kerkelijk gebeu­ren, waarop straks de we­reldkerken elkaar ook zullen vinden, is een daad die plaats vindt uit de wil van een man of vrouw, of uit beide. Dit heeft echter met het doel van de doop als ge­tuigenis van een goed (een geheiligd geweten) niets te maken.

Een hardnekkig zuurdesem

Dit zuurdesem is zeer hard­nekkig. Een zeer bekend predikant als Ds. Toornvliet, die toch wel een blijmoedige boodschap brengt, zit ook met dit probleem zwaar in de knoop. Het trieste van dit alles is echter wel dat het niet gezien wordt.

Enige jaren geleden, toen er veel over de zogenaamde “grote doop” geschreven werd, zei Ds. Toornvliet hiervan dat hij de kinder­doop beschouwde als een trouwring. Deze ring werd als het ware bij de doop van het kind, door God de Vader, aan het kind gegeven met de belofte: Hier is Mijn huwelijksverklaring, hier is Mijn verbondsbelofte, je hoort er nu bij . . . .

Zie hier de oudtestamentische verbondsgedachte, waar­door er voor een persoonlijk aannemen van Christus geen plaats meer is. Men hoort er toch al bij, men is toch al een nieuwe schepping en men heeft toch al de Geest van Christus ontvangen.

Er mankeert maar één ding aan. Men moet geloven dat men die bij die doop ontvan­gen heeft!! Daar zit nu juist, geliefden, het grote addertje onder het gras. Ge­liefde lezers en lezeressen, wij ontvangen alleen maar een nieuw leven door geloof in Hem, die de opstanding en het leven is. Een ieder die Hem aangenomen heeft, heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden. Er is geen andere rechtvaardi­ging mogelijk dan langs de weg van het geloof in Jezus Christus. Dat verbond moet een persoonlijke verbondssluiting zijn. Dan en dan alleen krijgen wij de verbondsring in handen.

De boodschap die scheiding brengt

Deze boodschap van persoon­lijk geloof in Jezus Chris­tus, van het bewust weten dat Jezus onze Verlosser en Koning is, die ons gedoopt heeft in Zijn Geest, opdat wij zelf een woonstede Gods kunnen zijn, wordt steeds doordringender gehoord. Zij zal, deze boodschap, met de daarop aansluitende bood­schap dat wij met Hem geze­ten zijn in de hemelse ge­westen, er voor zorgen dat de zonen Gods openbaar zul­len worden en dat er schei­ding zal komen tussen de Gemeente van Christus en de valse kerk, de grote hoer, die door de eeuwen heen Gods volk heeft verleid en van de volle gemeenschap met Hem heeft afgehouden.

Gods Geest werkt, wat onder andere uit het volgende mo­ge blijken: Ds. Toornvliet, hierboven reeds genoemd, ging dit jaar in Zwitser­land met vakantie. Op de zondagmorgen ging hij naar de kerk, de kerk was afge­laden, maar dominee kreeg gelukkig een stoel in één der gangpaden. De predikant die sprak begon met een (kinder)doopdienst, waarbij hij de gehele gemeente be­trok. Hij had tot tekst een woord uit 1 Petrus, waar staat dat wij altijd reken­schap moeten afleggen van de hoop die in ons is.

Hij was, volgens Ds. Toorn­vliet, een oprechte en eer­lijke prediker. Hij vertel­de aan het begin van de preek dat hij het erg moei­lijk had gehad, bij het ma­ken van de preek. Hij had hem ’s zaterdagsavonds klaar gehad, maar had hem zo niet kunnen houden, waarop hij hem had ver­scheurd. Hij had de gehele nacht doorgewerkt, maar was er niet mee klaar gekomen. Hij riep clementie in omdat het allemaal niet zo af was. Hij was, blijkens het woord dat hij sprak, een bewogen man. Hij was bewogen met al­les: luchtvervuiling, kern­centrales, honger onder miljoenen, enz. Het was, volgens Ds. Toornvliet, een eerlijk woord, van een man die bewogen was met het lot van de wereld.

Een geheel ander geluid

Nauwelijks had hij echter amen gezegd, of er klonk een heldere stem van een jong iemand door de kerk: “Sehr geëhrte Herr Kollege”. Aanvankelijk dacht Ds. Toorn­vliet dat iemand de predi­kant wilde feliciteren, maar alras bleek dat geheel anders te zijn. De stem sprak dat hij voorganger was ergens in Oost-Friesland (Duitsland). Deze pre­dikant vertelde dat hij de hoop van Christus in zich droeg en dat hij die hoop uitstraalde. Voorts zei hij dat verkondigd moest worden dat Christus de enige weg is. God is wel liefde, zei hij, maar dat de mens wel voor de keus stond om Jezus Christus persoonlijk aan te nemen. Zij die Hem aannemen werden het eeuwige leven deelachtig en zij die Hem niet aannamen: de eeuwige verdoemenis (de verwerping). Tot hen zal Jezus zeggen: Ik heb u nooit gekend.

Ds. Toornvliet was min of – meer ondersteboven van dit gebeuren. Hij vond het een rechtstreekse aanval op een oudere collega met als achtergrond: Ik heb het en u niet. In een gesprek na de dienst in een zaaltje naast de kerk met mensen uit vele plaatsen uit Europa, ging het gesprek nog even door.

Er werden diverse dingen ge­zegd, onder andere door Ds. Toornvliet. Dat God zo’n verdriet heeft omdat Hij Zijn kinderen kwijt is. Na­tuurlijk stond de jongere predikant er fel tegenover.

Alleen Jezus is het antwoord

Twee uiterste polen en bei­den predikant. En toch. Wie heeft er hier het meest ge­lijk? Als wij momenteel naar het land kijken waar de jon­ge predikant vandaan komt, dat is Duitsland, dan zien wij dat er in dat land nog nooit en te nimmer zoveel voorspoed is geweest. Ze zijn zeer rijk en hebben aan geen enkel ding gebrek. U weet dat allen. Er zijn luchtvervuilingen en kern­centrales, maar zijn dat de dingen die de nood van deze wereld aanduiden? Dan staan zij die naar de “derde we­reld” wijzen veel sterker, daar is onvrijheid (?), men heeft geen eigen koning en/ of regering. In Oeganda heeft men die wel, Amin, de grote man en is men daar ge­lukkig? Zijn dat de dingen waarover geestelijke leiders moeten spreken?

Ds. Toornvliet en vele andere predikanten zullen er aan moeten gaan wennen dat ze weersproken zullen worden. God heeft inderdaad verdriet om deze wereld, maar dat komt omdat zij, de mens, niet Zijn kinderen willen, worden. Hij is ze niet kwijt, Hij heeft ze nog nooit gehad.

De kerk is inderdaad tot datgene gekomen wat die jon­ge predikant uit Duitsland ook nog zei, tot iets wat gereinigd moet worden. Jezus reinigde de tempel, hij gooide de wisseltafels om en dreef de bankiers met een gesel van touwtjes naar bui­ten. Een ieder die een op­recht hart heeft, is bewogen met de nood van deze wereld, maar die wordt inderdaad slechts in Jezus opgelost.

Voor de grote wereldproble­men hebben wij Christus no­dig en de leiding van Zijn Geest. Die Geest zal ons brengen tot de volle waar­heid en het volle inzicht. Het probleem zit zonder meer in het niet zien van de lei­ding van de Geest. Indien deze broeder uit Duitsland niet in die kerk was geweest was het een dienst geworden van jaknikkers. Eerst een doopdienstje, daarna een verkondiging van de grote wereldnood, waar men zonder het antwoord “Christus” niet uitkomt. De dominee uit Zwitserland deed er een week en een nacht over en nog was hij er niet. Deze man was eerlijk, hij zei het tenmin­ste. Maar daarom kreeg hij ook een antwoord uit de he­mel, door middel van die “sehr geëhrte kollege”.

Gods Geest werkt weer!

De Geest van Christus werkt weer, jongeren gaan weer op hun benen staan, zie maar eens naar de opkomst van jongerendagen van Ben Hoe­kendijk en de E. 0. Deze jon­geren zullen geen jaknikkers meer zijn. Zij zullen zien en ervaren dat zij die tot het Lichaam van Christus be­horen – dat is de ware Ge­meente en de ware Kerk – geen grenzen meer kennen tussen huidskleur en landen, tussen rijk en arm, tussen eerste, tweede en derde we­reld. Om enkele voorbeelden te noemen: De strijd tussen de broedervolken Joden en Arabieren en tussen lerse protestanten in Noord Ierland en katho­lieken, zullen ophouden zo­dra zij elkaar IN Jezus vin­den.

Dan vecht men niet meer op oud-testamentische wijze om een grens. Dan vallen alle grenzen weg en onthoudt broeders en zusters: Er zijn geen grenzen aan Jezus’ macht. Hij zal het doen. De scheidslijnen die door “Ba- bel” door alles is heenge­trokken, zullen met de val van “Babel” wegvallen. Hij, Jezus Christus, is de Hersteller van alle dingen. En wij, die mogen opwassen tot zonen Gods, zullen met Hem mede herstellers zijn. Doe geen oude wijn in oude zak­ken. De oude zakken hebben hun dienst gedaan.

De kern van het geestelijke leven

Jezus kwam niet voor niets op deze aarde. Hij is de kern van het geestelijke leven. Om Hem draait alles. Alle Godsdienstigheid buiten Hem om heeft geen zin. Kijk om u heen en wordt nuchter. Schleyer werd in Duitsland begraven, hij was een slachtoffer van terreur en geweld. Hij kreeg een rouw­dienst in een grote R. K. kerk met vele gasten. Drie tegenstanders, onder andere Baader, die zelfmoord pleegden, kregen ook een rouwdienst. Zij in een Lu­therse kerk.

Geliefden, al deze mensen zullen elkaar nooit vinden buiten Jezus Christus om. Zij allen zoeken de schuld bij die ander en hebben het aannemen van Jezus Christus nooit tot een persoonlijke daad gemaakt. Zeer waar­schijnlijk waren zij echter wel gezamenlijk als kinderen zogenaamd gedoopt.

Dit laatste heeft, volgens Paulus, totaal geen zin. Het komt er slechts op aan dat wij een nieuwe schepping zijn en dat kunnen wij al­leen maar door Jezus Chris­tus en Zijn Geest te aan­vaarden, worden. Ik kies de weg van Jezus! U ook?

 

 

 

Reacties door de redactie

De Bijbelse waarheid

Br. J. de W. te Kampen schrijft: “De laatste tijd krijgen we “Levend Geloof” van een zuster in de ge­meente te lezen. We zijn er erg blij mee. Niks geen hoog vliegerij, maar gewoon de Bijbelse waarheid. Heel fijn!!! Nu wil ik zelf lid

worden. . . . En ik wil een paar geschenkabonnementen geven. . . . “

 

Anonieme brief

Wij ontvingen een schrijven (kanttekeningen bij artike­len van br. Companjen), met poststempel Arnhem. Naam en adres ontbreken echter, zo­wel in de brief als op de enveloppe. Als de afzender zich bekendmaakt willen wij gaarne reageren.

 

Levend geloof journaal:

Geloofsvervolging in Rusland

 

Steeds meer berichten ver­schijnen er de laatste tijd over vervolging van gelovigen in de Sovjet-Unie. Zo wordt in een bericht van AFP opgenomen in “Trouw” van 30 september j. 1. mel­ding gemaakt van de grote onrust die er is ontstaan onder de leden van de Pink­sterbeweging na de uitvaar­diging van de nieuwe Sovjet-Russische grondwet.

Niet erkend

De Pinksterbeweging wordt door de overheid in Sovjet- Rusland niet erkend. Ver­spreid in kleine groepen o- ver de gehele Sovjet-Unie schat de Pinksterbeweging zelf haar aanhang op onge­veer 500. 000.

De grote Sovjet-Russische en­cyclopedie schrijft dat de leden van de Pinksterbewe­ging “onbelangrijk” in aan­tal zijn en dat zij “anti­sociale propaganda ver­spreiden” .

“Trouw” schrijft dat afge­vaardigden van verscheidene Pinkstergemeenschappen eind september naar Moskou reis­den om er westerse corres­pondenten te ontmoeten en hun uiteen te zetten, hoe zij vervolgd worden en hoe emigratie voor hen de enige hoop is.

Wat denken deze mensen in het westen te vinden? Het nieuws, dat hun bereikt van de emigranten is goed, zeg­gen zij. En in elk geval, materiële aangelegenheden zijn voor hen niet belang­rijk. Zij willen leven vol­gens het Woord van God.

Eenvoudige mensen

Over de ontmoeting in Mos­kou schrijft AFP o. a. : “In het kleine appartement van een dissident, in aanwezig­heid van Nobelprijswinnaar Andrej Sacharov en van een orthodoxe priester, die hen de steun van het “comité voor de verdediging van de rechten van de gelovigen in de Sovjet-Unie” kwam toe­zeggen, waren afgevaardig­den uit Litouwen, de Oekra­ïne en zelfs uit Nachodka, uit het verre oostelijke deel van de Sovjet-Unie.

Het zijn eenvoudige mannen, vastbesloten en gehard door jaren opsluiting in kampen of gevangenissen. Zij zijn dertig tot vijftig jaar oud en voor het merendeel vader van een groot gezin. Negen tot tien kinderen zijn in gezinnen van de Pinksterbeweging niet ongebruikelijk.

Het is juist om de toekomst van hun kinderen, dat deze mensen het meest bezorgd zijn. De nieuwe grondwet zegt ondubbelzinnig: “Er bestaat in de Sovjet-Unie één enkel opvoedingssysteem in dienst van de communis­tische opvoeding” (artikel 25, terwijl in de tekst die nu nog van kracht is, alleen gesproken wordt over het “recht van de burgers op onderwijs”.

Godsdienstvervolging

Ten tijde van Stalin, zo vertellen de leden van de Pinksterbeweging, werden onze kinderen van ons weg­gehaald, opdat zij niet zouden opgevoed worden in een godsdienstige sfeer. Ook nu weer worden in de Russische kranten bij de “voorstellen tot wijziging van het ontwerp” brieven van lezers gepubliceerd, waarin gevraagd wordt om een verbod om “minderjari­gen aan te sporen tot gods- dienstbeoefening” of zelfs zonder meer om een verbod van “fanatieke sekten”.

Talrijke gezinnen, veront­rust en ontmoedigd door de intimidatiemaatregelen en de sancties die tegen hen worden genomen, vragen om uit te wijken. Zij beroepen zich daarbij op de akkoor­den van Helsinki.

In Nachodka, in het uiterste oosten, waar een ge­meenschap van ongeveer dui­zend leden van de Pinkster­beweging zich twintig jaar geleden heeft gevestigd, verjaagd door godsdienst­vervolgingen in verscheide­ne steden van de Sovjet-Unie, hebben deze gezinnen al hun hoop gevestigd op de conferentie van Belgrado over de toepassing van de akkoorden van Helsinki.

Hongerstaking

Om hun verzoek kracht bij te zetten begonnen de leden van de Pinkstergemeente van Nachodka op 4 oktober een hongerstaking, in groepen van zestig personen en voor perioden van tien dagen. Geloofsgenoten in de Oekra­ïne, de Baltische staten en de streek van Krasnodar, in het zuiden van Rusland, hebben hierbij hun steun toegezegd.

De vastbeslotenheid van de gemeenschap van Nachodka is te verklaren door de onder­drukking, die zij te ver­duren heeft. De eerste do­cumenten, die deze groep had willen sturen naar de Verenigde Naties, tien jaar geleden, werden door de KGB dat is de Russische geheime dienst, in beslag genomen en de schrijvers gingen de gevangenis in. Onlangs nog werd een bedehuis, dat in een particulier appartement was ingericht, vernield door mensen die leuzen rie­pen, waarin de leden van de Pinksterbeweging werden uitgemaakt voor Amerikaanse spionnen.

In bioscoopzalen en jeugd­centra organiseert de over­heid talrijke openbare de­batten, waarin de mensen van de Pinksterbeweging worden voorgesteld als mon­sters of als agenten van de CIA. Een lid van de gemeen­schap liet de westerse cor­respondenten een programma van dit jaar zien van een reeks debatten met filmbeelden in Nachodka over dit onderwerp.

Volgens getuigenverklaring­en van mensen uit de streek van Rowno (in west-Oekraïne) waar zeshonderd gezinnen zouden hebben gevraagd om te emigreren, of van lieden uit Vilnius (Litouwen), zouden leden van de Pinksterbeweging die hun uit­reisvisum aanvragen het slachtoffer zijn van zeer sterke druk, van willekeu­rige afdankingen, van be­dreigingen uit hun huis ge­zet te worden en verschil­lende andere dingen.

Pinkster Bijbelschool in Brazilië

Enige tijd geleden werd te Bras Cubas het nieuwe ge­bouw van de Pinkster Bijbel school geopend. Deze bij­belschool staat onder lei­ding van de Nederlandse zendeling Henk de Kock, die samen met zijn vrouw Connie reeds vele jaren zegenrijk werk verricht in dit reus­achtige land van Zuid-Amerika.

Het werk van de “Pinkster Bijbelschool Brazilië” wordt in Nederland verzorgd door een gelijknamige stichting, waarvan br. J. van Egmond, te Aalten, secretaris is. Vele duizenden guldens zijn in Nederland bijeengebracht voor dit geloofswerk.

“Het is inderdaad ons geloof dat de stimulans is om kracht en energie te hebben om al dit werk te verzet­ten. Geloof is geen ver­vangingsmiddel voor hard werken. Echt geloof activeert. Passief geloof is dood”, schrijft br. De Cock die binnenkort met verlof naar Nederland komt.

2000 kinderen in zomerkampen

Bijzonder grote belangstel­ling was er de afgelopen zomer weer voor de evangelisatie-kinderkampen van de stichting “In de Ruimte” te Soest, directeur br. Herman ter Welle. Niet minder dan 2000 kinderen namen deel aan de verschillende vakantieweken welke in juli en augustus werden georgani­seerd.

Therapieboerderij geopend

Onder grote belangstelling, 500 broeders en zusters uit het gehele land waren ge­komen, werd op zaterdag 1 oktober de geheel verbouwde therapie boerderij van de vereniging “Tot Heil des , Volks” te Veelerveen (Gr. geopend. Deze boerderij on­der leiding van het echt­paar br. Jac. de Graaf en zr. A. de Graaf, vormt een onderdeel van het werk on­der de verslaafden, uit­gaande van “Tot Heil des Volks”, directeur br. J. J. Frinsel. Behalve deze boer­derij bevindt zich in Am­sterdam het crisiscentrum en in Heeten het buitencen­trum. Daarnaast zijn er nog de jeugdhotels en het werk onder homofielen van dit zegenrijke werk dat vorige eeuw werd opgericht door de bekende Ds. Jan de Liefde in de binnenstad van Am­sterdam.

Leo Harris overleden

Op 57 jarige leeftijd is, tengevolge van een hartaan­val, plotseling overleden de bekende Australische op- wekkingsprediker Leo Har­ris. Hij was in Australië de bekendste prediker van het volle evangelie. Vele gemeenten zijn direct of indirect door zijn predi­king ontstaan.

Leo Harris is in Nederland vooral bekend geworden door zijn geloofsopbouwende boekjes: “Satan overwonnen”, “Gezag en autoriteit”, “Gemeente in actie”. Geloof is kracht” en “God geneest van­daag”. De boekjes werden destijds vertaald door de, ook reeds overleden, Ds. Harry Visser. Deze Hervorm­de predikant kwam in Austra­lië in aanraking met de boodschap die Leo Harris bracht. Ds. Visser werd la­ter zelf prediker van het volle evangelie.

“Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet” (Heb. 11:01).

 

Wat is wedergeboorte? 3 Door H. J. Glasberg

Dit is het derde en laatste artikel over het onderwerp: “Wat is wedergeboorte?”. Er zijn nog al reacties bin­nengekomen, zowel voor als tegen deze leer van Jezus. Dat hadden wij verwacht.

Jezus is ons voorbeeld ge­worden, hoe de mens weder­geboren wordt. Jezus zegt niet tegen Nicodémus: De Farizeeën en Sadduceeën be­keren zich en laten zich dopen, (Matt. 03:01-12), dan zijn zij wedergeboren. Maar Hij wijst op Zichzelf en zegt: “Tenzij iemand ge­boren wordt uit water en Geest, kan hij het Konink­rijk Gods niet binnengaan” (Joh. 03:05). Ook Johannes wijst op Jezus als hij zegt “Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur”. Bij de Farizeeën en Saddu­ceeën was er geen echte be­kering en wedergeboorte, omdat zij geen vruchten voort brachten die aan de bekering beantwoorden. (Matt. 03:07-08).

Het is de bedoeling dat het veel mensen tot zelfonder­zoek zal brengen. 1 Korinthe 13, Gal. 05:22 en Kol. 03:12-17 kunnen ons helpen. Als u een oprechte goedwillende Pinkster Christen bent, jaagt dan naar dit doel, zonder ophouden, dan zult u ook dit niveau bereiken.

Als wij zeggen wedergeboren te zijn, moet dit uit ons leven blijken. Als wij boos worden en weglopen van elkaar, zijn wij wel het meest vleselijk van alle, ook al roepen we: Here, He- re. De prijs is hoog, maar laten we bereid zijn die te betalen. Jezus leerde Zijn discipelen: Zij hebben Mij gehaat en zij zullen ook u haten. Maar verblijdt u, wanneer zij liegende aller­lei kwaad van u spreken. Een discipel staat niet bo­ven Zijn Meester.

De woestijn

Als Jezus gedoopt is en de Heilige Geest heeft ontvan­gen, wordt Hij door de Geest in de woestijn geleid om verzocht te worden. Daar be­gon Zijn lijdensweg. Na 40 dagen vasten en bidden kreeg Hij honger, zoals elk na­tuurlijk mens. Wat daar ge­leden en gestreden is door een mens met een totaal ver­zwakt lichaam, kunnen wij niet begrijpen. De hoon en spot van de duivel, die het Woord van God gebruikte als een gesel, was meedogenloos.

Maar in de kracht van de Heilige Geest bleef Jezus Overwinnaar, over alle ver­leidingen van de duivel. De overste der wereld die Adam en Eva had verleid tot zon­de, moest de nederlaag nemen van de mens Jezus, de Chris­tus, geroepen tot redding van de wereld.

De leugenaar en moordenaar moest buigen voor het Woord van God, wat Jezus gebruikte als een zwaard. Ademloos wachtte heel het universum, wat het antwoord zou zijn op de laatste verleiding. Al de koninkrijken en heerlijkhe­den werden Jezus aangeboden door de duivel. En Jezus wist dat de duivel nu de waarheid sprak.

En dan het verlossende ant­woord: Er staat geschreven, gij zult de Here, uw God, aanbidden en Hem alleen die­nen. Toen kwamen de heilige engelen en dienden Hem. Zo alleen, op die voorwaarden, zijn de engelen dienende geesten van ons.

Leugen en waarheid

De wedergeboren mens, die in alle verzoekingen stand hield, was Jezus Christus op aarde. En de ganse volheid Gods is ons in Jezus Chris­tus geschonken. Jezus zei: Ik zeg u, de werken die Ik doe, zult gij ook doen, en nog grotere dan deze, opdat de Vader in de Zoon verheer­lijkt worde. Dat geloven wij toch? (Joh. 14:10-14) .

Wij leven in een wereld – ook in Nederland – waar de leugenaar steeds openlijker optreedt. Hij behoeft zich voor niemand meer te verber­gen. Miljoenen aanbidden het gouden kalf. Duizenden aan­bidden de duivel en belijden hem openlijk als hun God.

Het Woord van God wordt ver­draaid en zo machteloos ge­maakt tot een dode letter. De enorme liefdeloosheid loopt dwars door de kerken, maar ook door de pinkster- kringen heen. Wij zijn niet beter dan onze vaderen, die minder wisten. Als alle pinkstergelovigen werkelijk als wedergeboren christenen zouden leven, zouden er dan zoveel scheuringen en groe­pen zijn en zoveel eigen zaakjes?

Velen hebben geen visie. Er is wel veel vertoon van wijsheid, maar geen betoning van kracht van omhoog. Zijn wij werkelijk in de waarheid als wij elkander vereten, of is dit de leugen? De overste der wereld komt en heeft aan mij niets. . . . Kunt u of ik dit in waarheid zeggen? Hon­derden, zelfs duizenden in pinksteren leven gescheiden van elkaar. Door hoogmoed of vermeend onrecht, kunnen zij niet eens tot een gesprek komen, zoals Jezus van ons verlangt. Niet allen functi­oneren in het Koninkrijk Gods, waartoe wij toch ge­roepen zijn. Gescheidenheid is God een gruwel en nooit Zijn wil.

Herbouwt dit huis (Haggaï 01:03-11)

Drie jaren van wonderen en tekenen waren nodig om de discipelen te leren wat de wil van God de Vader was. Zelfs toen moesten zij nog wachten om kracht te ontvan­gen om tot levend geloof te komen. De vrucht van de ar­beid op aarde was 120 een­voudige mensen. Zij waren angstig verscholen, wachtend op de belofte van hun Here, de Heiland. Zij moesten de heerschappij overnemen van Jezus Christus. Het Konink­rijk Gods moest in hun open­baar worden. Het waren men­sen zoals u en ik en zovele anderen. Zij hebben hun le­ven niet liefgehad en zoch­ten ook geen eer en erken­ning. De wereld zou hen ha­ten, dat was de waarschuwing van Jezus, maar Hij was in hen. Door hun offer, kwam er een leger van Geest vervulde mensen. Zij eerden God. Dit heeft ook Nederland nodig in deze tijd van goddeloos­heid en wetteloosheid. Wij moeten in Pinksteren de wedergeboorte ook werkelijk gaan beleven.

Wedergeboorte kost je alles, maar het is nog veel meer waard. Het is leven en over­vloed. Alleen een volk uit God geboren kan staande blijven in deze tijd. Wij zijn dag en nacht omringd door demonische machten, die ons en hen die ons zijn toe­vertrouwd, willen overweldi­gen. Al denken wij niet ge­lijk, als wij maar in ge­sprek blijven en ons niet van de ander losmaken. Als wij één doel hebben, dat is Gods Naam verheerlijken, blijven wij samen gaan. Dan wordt de veelkleurige wijs­heid van de Heilige Geest in allen openbaar.

Waarheid en liefde

Waarheid en liefde zijn niet te scheiden. Die in de lief­de blijft, blijft ook in de waarheid. Dan zal ook deze liefde openbaar worden aan de wereld, want God is met ons. Indien iemand Mij lief­heeft, zal hij Mijn Woord bewaren, en Wij zullen tot hem komen, en bij hem wonen, en hem tot de volle waarheid leiden, zegt Jezus. (Joh. 14:15-31) .

En deze zullen Zijn Naam waardig gedragen en Zijn overwinning bekend maken van­uit hun leven. Zoals Hij ons aanvaard heeft in Zijn lief­de, zo zullen wij elkander moeten aanvaarden. Deze liefde kan alleen een wedergebo­ren mens opbrengen. En hier­aan zult gij hen kennen, dat zij liefde hebben onder elk­ander. Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijk­vormigheid aan het beeld van Zijn Zoon, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. En die Hij ge­rechtvaardigd heeft, deze heeft Hij ook verheerlijkt.

De kroon der schepping (Psalm 8)

Dit zijn wij in Christus, een volk van heiligen. Geen natuurlijk gelovig volk, maar een volk van wedergebo­ren kinderen Gods, gekocht met het bloed van Jezus Christus. Daar is geen plaats voor de onreine. (Matt. 22:11-13). Eén volk met één Here, geboren uit één Geest, tot eer en glorie van God de Vader.

Ook vol van bewogenheid voor hen die om ons heen zijn en dreigen verloren te gaan. Er zijn duizenden die teleurge­steld zijn in het geloof waar zij in opgevoed zijn. Zij zijn een uitdaging voor ons. Laten wij de wereld uitdagen en laten zien dat Jezus Christus in ons leeft. Wij hebben geen tijd meer voor een kruideniersgeest. Wij leven uit Gods Geest, die de wereld niet kan ontvangen, dus ook niet kan geloven. Niet de geesten van de demo­nen zullen Nederland overwin­nen, maar de Geest vervulde kinderen van de Vader van on­ze Here Jezus Christus.

God wacht op ons. Bij Hem zijn alle dingen gereed, van­af de grondlegging der we­reld. Wij zijn dus gezanten van Christus. En die ons roept is getrouw!

Wij zijn van Christus

De belijdenis van de eerste christenen was: “Wij zijn van Christus”. Zo ook wij. Wij zijn verbonden met God de Vader, door onze Here Je­zus Christus. Deze zijn ook koningen en priesters en dragen goede vruchten. Want Hij die de harten doorzoekt, kent ons begeren. Door de kracht van de Heilige Geest blijft hij trouw. Zijn ge­loof is niet aan omstandig­heden gebonden. Hij onder­werpt zich aan het Woord en heeft eeuwig leven. Ons le­ven is verborgen in God, die eeuwig is. Een wedergeboren mens is tijdloos, zoals God tijdloos is.

Deze drie zijn één

“Want drie zijn er, die ge­tuigen in de hemel: de Va­der, het Woord en de Heilige Geest; en die drie zijn één. En drie zijn er, die getuigen op de aarde: de Geest (die de mens wederge­boren doet worden) en het water (van de volwassendoop, om de oude mens te begraven) en het bloed (de reinigende kracht van het bloed van Je­zus) , en de drie zijn tot één”(1 Joh. 5:7-8). Allen zijn even belangrijk. Men kan het ene niet scheiden van het andere. Men kan het ene niet doen en het andere nalaten.

Het Woord van God is eeuwen­lang verdraaid en krachte­loos gemaakt. Als Jezus alle gerechtigheid heeft vervuld, gebeurt dit alleen door vol­komen gehoorzaam te worden aan de Vader. Hij geeft een weg aan die volmaakt is. Als we wedergeboren zijn, beho­ren we ook tot volwassenheid te komen. Wij kunnen de heilige wetten Gods niet overtre­den en er leringen van men­sen voor in de plaats stel­len.

Als wij het getuigenis van mensen aannemen, maken wij Hem tot een leugenaar. Want God heeft getuigd van Zijn Zoon, de Waarachtige, vol van waarheid. Zijn opdracht is ook nu nog: Maak allen tot Mijn discipelen!

Het zendingsveld is dicht bij huis, in uw straat, dorp of stad. Als wij zwijgen, wie moet dan de mensen overtuigen dat zij Jezus Christus nodig hebben om behouden te worden? Hoe zullen zij geloven, als zij het niet zien in onze le­vens en bemerken aan onze woorden en werken?

Laat die gezindheid in u zijn, welke ook in Jezus Christus was. Opdat wij on­berispelijk en onbesmet zijn, temidden van een ont­aard en verkeerd geslacht. Wees wakker en versterk het overige, dat dreigt te sterven (Openb. 3:2). Hij wacht op ons. Geef u volko­men aan de Schepper, opdat Hij u herscheppen kan en de wedergeboorte zichtbaar wordt in uw leven!

 

 

Notities  door Gert Jan Doornink

 

Het gebed van een rechtvaardige vermag veel

Zondag 16 oktober zat de wereld in grote spanning over de afloop van het gij­zelingsdrama met het Duitse

Lufthansavliegtuig. De fei­ten zijn bekend: ’s Vrijdags daarvoor was op het vakantie-eiland Mallorca, dit vliegtuig met 87 inzit­tenden gekaapt door Arabische terroristen die samenwerkten met de Duitse “Rote

Armee Fraction”, die de Duitse werkgeversvoorzitter Schleyer hadden gegijzeld.

’s Morgens toen wij de zangdienst in Wapenveld leidden, gaf de Heer ons in het hart voor de goede af­loop te bidden, ’s Middags toen wij in Balkbrug spra­ken, bad een zuster in de gemeente daar ook voor. Wij gingen er tijdens de bood­schap even op in. Gods Geest leidde ons door Jak. 05:06 te citeren, waar staat: “Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan verleend wordt”. Wij kregen de volle zekerheid in ons hart dat de gegijzelden het er le­vend af zouden brengen. Ook ’s avonds, toen wij in de samenkomst in Niekerk (Gr) waren, getuigden wij hiervan,

 ’s Maandags, toen de Duitse  gezagvoerder door de terroristen werd doodgeschoten,  werd ons geloof danig aan  het wankelen gebracht. Hadden wij zo maar iets voorbarigs gezegd, waarbij de  wens de vader der gedachte was? En hoeveel oprechte  kinderen Gods zouden niet – evenals wij – gebeden hebben?

En dan komt dinsdag de ge­bedsverhoring ! Grote blijd­schap’. Alle passagiers on­gedeerd bevrijd! Dat deze bevrijding inderdaad een wonder van God was, blijkt wel uit het relaas dat één van de gegijzelden, de Ne­derlandse stewardes Elise van der Eist, aan een ver­slaggever gaf (“De Tele­graaf”, 22 okt. 1977). Op het vliegveld Aden was men door brandstofgebrek ge­dwongen een tussenlanding te maken. Dat wilde men echter niet toestaan. Elise zegt: “We vlogen op enkele meters boven de luchthaven wat later Aden bleek te zijn. Het gehele veld was bezaaid met vrachtwagens om onze landing te kunnen verhinderen, maar onze brandstof was op.

Doorvliegen zou ónmogelijk zijn geweest. Schumann is toen geland op het strand  tussen de rotsen en het  zand. Het is een van de vele onbegrijpelijke wonderen geweest dat we dit er levend hebben afgebracht”.

Waarom wij dit alles schrijven? Om u te attenderen op de kracht van het gebed. Lees in dit verband ook het artikel: “Bid en  geloof”, elders in dit nummer.       

We hebben een levende God,  die een Helper is groot van kracht. Laten we niet den-  ken dat we alleen met onze  eigen problemen of nood, of die van de gemeente, tot Hem mogen gaan. Neen, ook  met de nood van de wereld!  Hij hoort en verhoort!

“Elia was slechts een mens  zoals wij en hij bad een  gebed, dat het niet regenen zou, en het regende niet op het land, drie jaar en zes  maanden lang; en hij bad opnieuw, en de hemel gaf  regen en de aarde deed haar vrucht uitspruit en” (Jak. 05:17-18). Waarom verhoorde  God de gebeden van Elia en  wil Hij ook onze gebeden verhoren? Omdat het gebed van een rechtvaardige veel vermag, doordat er kracht aan verleend wordt!

     

1977.10 nr. 175

Levend geloof 1977.10 nr. 175

Geen ander evangelie dan het volle evangelie! Door Gert Jan Doornink

“Sinds de dagen van Johannes de Doper tot nu toe breekt het Koninkrijk der hemelen zich baan met geweld en geweldenaars grijpen er naar”. (Matt. 11:12)

“Want het Koninkrijk Gods bestaat niet in woor­den, maar in kracht”.

(1 Kor. 04:20)

De boodschap van het koninkrijk

De boodschap van het Koninkrijk Gods is de meest indringende boodschap van alle tijden. Het is een fascinerende boodschap. Het grijpt in diep in het leven van de mens die zich voor deze boodschap openstelt. Het verandert hem radicaal.     

Het is de boodschap van God zelf. Het openbaart het wezen van God. Het is de openbaring van Gods eniggeboren Zoon, Jezus Christus, in en door een mens.

Toen Johannes de Doper op aarde was, kondigde hij de bediening van Jezus aan met deze woor­den: “Bekeert u, want het Koninkrijk der heme­len is nabij gekomen. Hij toch is het, van wie door de profeet Jesaja gesproken werd, toen hij zeide: De stem van een, die roept in de woestijn: Bereidt de weg des Heren, maakt recht zijn paden” (Matt. 03:02-03).

Jezus zelf was de grote Vertegenwoordiger van het Koninkrijk Gods (oftewel Koninkrijk der he­melen) . Meer nog: Hij was het Koninkrijk Gods zelf!

De Farizeeën en Schriftgeleerden meenden dat Jezus gekomen was om een aards Koninkrijk te stichten met grenzen, een leger, enz. Zij schrokken toen zij bemerkten dat Jezus met een geheel andere opdracht naar deze wereld was ge­komen. Zij dachten: Als Jezus onze koning wordt kunnen wij onze posities handhaven. Maar Jezus stelde hun schijn-godsdienst aan de kaak. Zij spraken wel over God en Godsdienst, maar leef­den er niet naar.

Jezus zei: “Gij onderzoekt de Schriften, want gij meent daarin eeuwig leven te hebben, en de­ze zijn het, welke van Mij getuigen, en toch wilt gij niet tot Mij komen om leven te hebben” (Joh. 05:39-40).

Het evangelie met bewijs

Toen Jezus Zijn bediening begon, sprak Hij in de synagoge te Nazareth. Hij begon te lezen uit de boekrol van Jesaja: “De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen; en Hij heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid, om te verkondigen het aangename jaar des Heren” (Luc. 04:18-19).

Toen Hij daarna het boek sloot en “de ogen van allen in de synagoge op Hem gericht waren”, begon Hij met te zeggen: “Heden is dit Schriftwoord voor uw oren vervuld”(Luc. 04:21). Jezus bracht in praktijk wat Hij verkondigde! Hij bracht een evangelie met bewijs van tekenen en wonderen!

Daarom is het zo belangrijk dat dit evangelie (het evangelie van het Koninkrijk oftewel het volle evangelie) in de gehele wereld, in iedere plaats, aan elk mens, verkondigd wordt. Temid­den van de stroom van boodschappers die door de duivel geïnspireerd zijn, is het dit evangelie dat de mensen werkelijk verandert en gelukkig maakt.

Alleen dit evangelie heeft in deze eindtijd waarde. Jezus zelf zei: “En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepre­dikt worden tot een getuigenis voor alle volken en dan zal het einde gekomen zijn” (Matt. 24:14).

Geen ander evangelie

Het zou voor ieder vandaag levend kind van God een duidelijke en vanzelfsprekende zaak moeten zijn, dat het volle evangelie het enige evange­lie is wat Jezus bedoelde toen Hij Zijn grote opdracht bekend maakte: “Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping. . . . ” (Mark. 16:15). Het is onbegrijpe­lijk dat, terwijl de nood zo onvoorstelbaar groot is, sommige kinderen Gods nog een ander evangelie brengen dat het volle evangelie. Geen enkel ander evangelie kan de mens werke­lijk bevrijden uit satans macht.

Nu zal iemand misschien opmerken: “In de Bijbel komt de benaming “volle evangelie” niet voor”. Dan zeggen wij: Dat is juist omdat het in de Bijbel vanzelfsprekend was dat het evangelie “vol” was.

Een ander bezwaar wat men soms tegen de bood­schap van Pinksteren en Volle Evangelie aan­haalt, is dat de vlag de lading soms niet dekt. Natuurlijk weten wij wel dat ook in dit opzicht het spreekwoord waar is, wat zegt: “Het is niet alles goud wat er blinkt”. Niet alles wat zich als “vol evangelie” aandient is werkelijk vol. Het is de duivel soms gelukt extreme of fanatie­ke opvattingen onder het motto “Volle Evangelie” of “Pinksteren” te doen binnensluipen. Maar daarom mag nog niet met het badwater het kind worden weggegooid.

Wees waakzaam!

Wij zullen waakzaam moeten zijn dat er geen wa­ter in de wijn wordt gedaan, terwille van een aanpassen van de boodschap. Paulus bijvoorbeeld was in dit opzicht goed op zijn hoede. In zijn brief aan de Galaten windt hij er geen doekjes om, door te schrijven:

“Het verbaast mij, dat gij u zo schielijk van degene, die u door de genade van Christus ge­roepen heeft, laat afbrengen tot een ander evangelie en dat is geen evangelie. Er zijn echter sommigen, die u in verwarring brengen en het evangelie van Christus willen verdraaien. Maar ook al zouden wij, of een engel uit de he­mel, u een evangelie verkondigen, afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij ver­vloekt! Gelijk wij vroeger reeds gezegd hebben, zeg ik thans nog eens: Indien iemand u een evangelie predikt, afwijkend van hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt! (Gal. 01:06-09). Ook Paulus had kunnen toegeven aan de verlei­ding om niet meer het volle evangelie te brengen, maar een “aangepast evangelie”. Hij sprak echter duidelijke taal: “Tracht ik thans mensen te winnen, of God? Of zoek ik mensen te behagen? Indien ik nog mensen trachtte te behagen, zou ik geen dienstknecht van Christus zijn. Want ik maak u bekend, broeders, dat het evangelie, hetwelk door mij verkondigd is, niet is naar de mens. Want ik heb het ook niet van een mens ontvangen of geleerd, maar door openbaring van Jezus Christus” (Gal. 01:10-12).

Dan vertelt hij van de geweldige verandering in zijn leven, toen het nieuwe leven van Jezus Christus in hem kwam. Paulus was een verkondi­ger van het echte evangelie. Hij wist dat het een realiteit was dat het Koninkrijk Gods niet bestaat in woorden, maar in kracht! Hij wist dat hij Christus zou verloochenen als hij een ander evangelie zou brengen. Aan de Romeinen schreef hij: “Want ik zal het niet wagen van iets anders te spreken dan van hetgeen Christus door mij bewerkt heeft om heidenen tot gehoor­zaamheid te brengen door woord en daad, door kracht van tekenen en wonderen, door de kracht des Geestes” (Rom. 15:18-19).

Dit is duidelijke taal, die ieder vandaag leven­de Christen tot de zijne moet maken. Want we hebben nu nog geweldige kansen om dit evangelie uit te dragen. In hoeveel landen is dit niet meer mogelijk, zonder vervolgd te worden?

Laten onze harten bewogen zijn met de miljoenen door satan gebonden mensen, die slechts op één manier werkelijk gelukkig kunnen worden: Jezus te aanvaarden en Hem te volgen. Maar dan geen Jezus naar eigen inzicht, maar zoals die zo duidelijk geopenbaard in het Woord van God, als de Volkomen Verlosser, als de levende Zoon van God, die alle macht heeft in hemel en op aarde!

“Hij is rondgegaan, weldoende en genezende al­len, die door de duivel overweldigd waren; want God was met Hem”(Hand. 10:38). God zal ook met u zijn, als u dit evangelie uitdraagt, want er is geen ander evangelie, dan het volle evangelie!

 

Van de redactie door Gert Jan Doornink

In het vorig nummer van “Levend Geloof” kondigden wij on­ze “herfstactie” aan. Wij deden een (dringend beroep op onze lezers en lezeressen ons te helpen het aantal abonnees belangrijk uit te breiden. In dit nummer willen wij onze oproep herhalen. U kunt ons helpen door:

-Als u nog geen abonnee bent, of u ontvangt het blad gratis, u op te geven als abonnee a f 12,50 per jaar.

– Eén of meer geschenkabonnementen op te geven. Is er mooier cadeau denkbaar dan een “geestelijk” cadeau?

– Adressen op te geven, waar wij dan drie maanden lang “Levend Geloof” op proef naar toe kunnen zenden.

Adresseer uw brieven en opgaven naar “Levend Geloof”,  te Wapenveld. En als u geen postzegel in huis hebt, zendt dan uw brief ongefrankeerd naar: “Le­vend Geloof”, Wapenveld.

“Levend Geloof” mag thans door Gods genade meer dan 16 jaar de boodschap van het volle evangelie doorgeven. Ve­len waarderen het dat wij in al die jaren niet wezenlijk van koers zijn veranderd. Wij willen, zolang de Heer het vergunt, doorgaan met compromisloos dit heerlijke, blij­de evangelie door te geven.

Temidden van een wereld die hoe langer hoe meer geeste­lijk en moreel achteruit gaat en temidden van een sterke opkomst van oosterse en occulte leringen, is het volle evangelie (het evangelie van het Koninkrijk) de enige boodschap die waardevol is en positieve uitwerking heeft. Laten wij daarom werken zolang het dag is, voordat de nacht komt waarin niemand werken kan.

Uw, in onze Heiland verbonden.

 

Levend geloof journaal door Gert Jan Doornink

20 jaar Filadelfiagemeente Zwaagwesteinde

Zondag 25 september werd in een speciale herdenkingssamenkomst in de Filadelfiakapel te Zwaagwesteinde, het feit herdacht dat 20 jaar ge­leden voor het eerst op zon­dag een volle evangelie sa­menkomst werd gehouden in ca­fé “De Viersprong” te Twijzelerheide.

De Pinkstergemeente “Filadelfia” was hiermee geboren, na­dat in de jaren daarvoor een twintigtal mensen het volle heil in Jezus hadden gevonden en de noodzaak inzagen om gedoopt te worden met de Heili­ge Geest als voorwaarde om een getuige van Jezus te zijn. Onder hen was broeder J. W. van Petegem Gzn. , toen nog Vrij Evangelisch predi­kant te Bergum. Hij zou al spoedig de leiding ontvangen van een opwekkingsbeweging waardoor in de loop der jaren velen tot nieuw leven in Christus werden gebracht.

De Filadelfiagemeente te Zwaagwesteinde groeide uit tot de grootste Pinksterge­meente in het noorden van het land. De gemeente is bijzon­der actief, wat onder andere tot uitdrukking komt in de vele tentcampagnes welke ie­dere zomer in verschillende dorpen worden georganiseerd. Reeds vele jaren wordt iedere morgen om 9 uur een bidstond gehouden in de kapel. Deze kapel werd in 1960 in gebruik genomen en werd onlangs ver­bouwd. Er bestaat een nauwe samenwerking met de Filadelfiagemeente te Dokkum, ter­wijl in verschillende plaat­sen in de omgeving van Zwaagwesteinde regelmatig bidstonden en Bijbelstudies worden gehouden.

Dat de broeders en zusters van de gemeente hun dank­baarheid voor br. Van Petegem niet onder stoelen of banken staken, bleek uit de opbrengst van een spontane inzamelingsactie, bedoeld voor een reis naar Israël, welke aan br. en zr. Van Petegem werd aangeboden.

Op zondagmiddag 20 november om 5 uur, wordt via de radio een rechtstreekse uitzending verzorgd, van een samenkomst van de Filadelfiagemeente uit Zwaagwesteinde.

Agape Bijbel Shop geopend

Op zaterdag 3 september werd in het centrum van Zwolle de “Agape Bijbel Shop” van br. en zr. Hans en Esther Tims geopend.

Deze Bijbelshop is één van de vele zogenaamde evangeli­sche plaat- en boekwinkels welke de laatste jaren wer­den geopend. Waren er enkele jaren geleden nog maar een paar, thans zijn er reeds meer dan 100, verspreid over het gehele land. Naast de boekentafels in de verschil­lende gemeenten, op samen­komsten en op markten, vor­men zij een belangrijke bron van verspreiding van de po­sitieve christelijke bood­schap, in een tijd waarin de wereld overspeeld wordt met propaganda uit het rijk der duisternis.

De “Agape Bijbel Shop” van Hans en Esther Tims werd on­der grote belangstelling en op feestelijke wijze geo­pend. De eerste 100 bezoe­kers ontvingen elk een bos bloemen, terwijl de gospel­groepen “Zijn Getuigen” uit Zoetermeer en “The Children of the Truth” uit Leerdam meewerkten. Evenals de be­kende zangeres Esther Tims. Alle van haar verschenen grammofoonplaten zijn uiter­aard ook in deze Bijbelwinkel verkrijgbaar.

Zojuist is de nieuwe plaat “Als de ranken aan de wijn­stok” verschenen, welke Es­ther Tims zingt samen met Gert en Hermien,

Massale getuigenismars

De meer dan 10. 000 deelne­mers aan de massale getuige­nismars “Voor Jezus”, vorm­den een indrukwekkend hoog­tepunt van de zesde “One Way Day”, welke op zaterdag 22 oktober in Utrecht werd ge­houden.

Het werd een grote overwin­ning op het rijk der duis­ternis. Velen ontvingen de zekerheid dat Jezus het Ant­woord is op iedere nood. In de nazorgruimte werd met on­geveer 700, voor het over­grote deel jonge, mensen ge­beden .

Deze massabijeenkomst, die ƒ 120. 000,- voorbereidings- en organisatiekosten ver­eiste, bracht aan offerga­ven ƒ 140.000,- op, zodat dit geloofswaagstuk van e­vangelist Ben Hoekendijk, ook in financieel opzicht gezegend werd. De ƒ 20.000,- die “over” was, wordt be­steed aan verschillende zendingsprojecten.

Als datum voor de zevende “One Way Day” werd vastge­steld: zaterdag 18 november 1978.

De “Agape Bijbel Shop”, ge­vestigd aan de Tijlspassage 1 te Zwolle, is open op dinsdag, woensdag en vrijdag van 10 tot 18 uur op maan­dag van 13 tot 18 uur; op donderdag van 10 tot 21 uur en op zaterdag van 10 tot 17 uur.  

In memoriam Zr. J. de Jong

Terwijl zij op vakantie was bij haar kinderen in Canada, nam de Heer plotseling in Zijn heerlijkheid tot zich: Zr. J. de Jong-Veenendaal te Heerde. Zij werd 72 jaar.

Onze eerste herinnering aan zr. de Jong dateert van on­geveer 7 jaar geleden, toen zij nog met haar man in Den Haag woonde. Op een avond belde zij op. Ze vertelde hoe zij altijd wonderbaar gezegend werd door “Levend Geloof”. En hoe zij, nu haar man gepensioneerd was, graag in Heerde een huis zou willen kopen. (Ons adres was toen nog: Heerde). Zij kon dan de medewerkers van het blad persoonlijk leren ken­nen en toetreden tot de “Le­vend Geloof” gemeente.

Het was wel even een teleur­stelling voor haar, toen wij vertelden dat “Levend Ge­loof” geen eigen gemeente had en dat de medewerkers niet allemaal in Heerde woonden.

Toch verhuisde de familie De Jong enige tijd later naar Heerde. Zij vond toen haar geestelijk thuis in de Filadelfiagemeente te Wapenveld (voorganger br. J. W. Brem).

Op de begrafenis, die geleid werd door een Geref. predi­kant uit Heerde, vertelde deze hoe hij getroffen werd door haar geloofsgetuigenis. Zr. De Jong nam nooit een blad voor de mond, maar was vol van het Woord van God. Enkele jaren geleden schreef zij enkele stukjes in “Le­vend Geloof” over de beteke­nis van het Woord van God.

Toen zij nog in Den Haag woonde en een kindersamenkomst leidde in een gebouw­tje, waarvan de ramen met planken waren dichtgespij­kerd, moest zij soms eerst de schuttingwoorden van de planken verwijderen. Zij schreef dan de woorden “Jezus leeft” er voor in de plaats.

Dit voorval, één van de vele, typeert het geloofsleven van Zr. De Jong. Zij schaamde zich niet voor het evangelie van Jezus Christus.

 

Wat is wedergeboorte? 2 Door H J Glasbergen

Een ongeestelijk mens, aan­vaardt niet hetgeen van Gods Geest is. Hij kan het ook niet, het is voor hem een dwaasheid. Vlees en bloed kunnen het Koninkrijk Gods niet beërven. (1 Kor. 15:50). Nicodemus was een leraar van Israël en kon het Koninkrijk Gods niet zien, noch binnen­gaan, omdat hij niet weder­geboren was.

Zelfs voor grote mannen Gods uit de oude bedeling was het verborgen, engelen en profe­ten hadden het begeerd te zien. Alleen de Heilige Geest zal ons tot de volle waarheid leiden, dit is Gods weg.

Bij een ieder die het woord van het Koninkrijk Gods hoort, en het niet verstaat door Gods Geest, komt de bo­ze en rooft wat in zijn hart gezaaid is. De tweede is hij die hoort wat de prijs is, maar schiet geen wortel. De derde is hij die gebonden is aan oude dingen, tradities en overleveringen, zo ver­stikt het zaad tussen het on­kruid en is nutteloos voor God.

Maar de wedergeboren mens – uit God geboren – heeft wor­tel, hij is een terebint der gerechtigheid. (Matt. 13:10-24). Hij draagt ook vrucht, zegt Jezus, daar hij verbon­den is aan de levensrivier. Zij achten zichzelf niet.

Zij zullen de kracht en heer­lijkheid Gods openbaren. De pootjesbaders zullen nooit aan het doel van God komen. (Ezechiël 47). Zij hebben ook geen geloof voor deze Godde­lijke opdracht.

Wij moeten wedergeboren zijn uit water en Geest. Met wa­ter bedoelt Jezus niet het natuurlijke water, wat God gaf aan een natuurlijk volk in de woestijn. (Joh. 07:37- 40). Zendelingen die in een geestelijke woestijn staan, weten wat het levende water der wedergeboorte is.

Die Mij liefheeft, blijft in Mij

In de natuurlijke wereld is gemeenschap nodig voor vrucht en geboorte. Zo is ook een reine, heilige ge­meenschap door de Heilige Geest nodig met God, de Va­der en Zijn Zoon, Jezus Christus, in liefde, om we­derom geboren te worden. (Johannes 14).

Jezus noemde vier soorten gelovigen, allen goedwillende, en allen op weg, waarheen? Inmiddels vermenigvuldigd tot 400. Allen goedwillende gelovigen? Als Jezus de prijs noemt», hebben zij allen een geldig excuus. (Luc. 9:59). Het Koninkrijk Gods zegt hun niets, zij geloven in verlossing en vergeving, maar willen niets weten van een Discipelschap. Deze reden is hard, zeggen zij.

God verlangt geen bovenmen­selijke inspanning van ons, maar een duidelijke weg, door de leer van Jezus, om wedergeboren te worden. Deze weg is zelfs met het ver­stand te begrijpen.

Elke leer van de 400 kerken is uit het verstand geboren. Deden zij maar wat in hun belijdenissen staat. Mijn moeder en broeders en zus­ters, zijn zij die het woord horen en gaan doen. (Luc. 08:09). Dit is het grote lek. Zij weten het, maar komen niet tot een volkomen ge­hoorzaamheid, zij schrijven God de wet voor. De weg van de minste weerstand is de prettigste, voor de vlese­lijk levende Christen. Als je Gods weg gaat, zul je ve­len verliezen, maar een dis­cipel staat niet boven zijn Meester. (Matt. 10:39). Deze weg heeft niets met godsdienst te maken.

Een nieuwe schepping in Christus

Dit is geen leer van mensen, maar komt van God de Vader, voor de grondlegging der we­reld. Kunnen wij ons per­mitteren te zingen: “Sinds Jezus nu woont in mijn hart” of: “Zijn Naam is gegrift in mijn hart” en dan vervolgen: “Kom diep in mijn hart, Heer Jezus”? Als wij goed nadach­ten en goed werden voorge­licht wat wij belijden, in ons zingen, zouden wij wel wat voorzichtiger zijn. Vaak zijn het papieren belijde­nissen, evenals de 400 van de genoemde kerken. Alleen als je de woorden doet en ze waarmaakt, is het waarheid.

De wedergeboorte is niet vast te leggen in belijdenis­sen en formulieren. Adam was het beeld van God, hij moest Gods wil openbaren op aarde. Jezus Christus – de tweede Adam – was als mens het beeld van Zijn hemelse Va­der. Beiden zijn het beeld van de wedergeboren mens uit water en uit Geest.

Jezus sprak geen woord wat niet van de Vader kwam. Hij zei: Mijn leer is niet van Mij, maar van Mijn Vader die in de hemel is. En wie in die leer blijft, heeft zowel de Vader als de Zoon. (2 Joh. 01:08-11). Adam was geroe­pen om te heersen over Gods schepping. En Jezus was ook geroepen om te heersen over Gods schepping. En om zich te vermenigvuldigen. Wat A­dam verloren had door-zijn ongehoorzaamheid, herstelde Jezus door Zijn gehoorzaam­heid. Jezus kwam om velen tot zonen te verwekken (Galaten 3). Zijn wil is dat wij zullen groeien tot de manne­lijke rijpheid en de volle kennis van de Zoon Gods en de volheid van Christus. (Ef. 04:12-16).

Wij zijn geroepen om te heersen over de machten der duisternis en vrij te zijn van alle vreemde smetten. Een volk van koningen en priesters. Apart van al wat onrein is. Hij is Koning in Zijn Koninkrijk en Hij woont temidden van Zijn wedergebo­ren volk. (1 Sam. 08:01-22). Gods tent is bij de mensen, die Hem boven alles liefheb­ben.

Omdat zij leringen van mensen leren

“Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is ver­re van Mij” (Matt. 15:08). Hon­derden jaren lang zien wij dit beeld in de wereld, het ergst misschien in Nederland. Vanaf het begin heeft de dui­vel het Woord van God ver­draaid en verkromd. Zelf was hij door hoogmoed gevallen. Zo heeft hij ook de eerste mens verleid. Gij zult als God zijn, zegt de duivel tot Eva en hij beroept zich op Gods Woord.

De Schriftgeleerden en farizeeën bestreden Jezus, van­uit het Woord: de wet en de profeten. Zij hadden zich op de stoel van Mozes gezet en verdraaiden het Woord van God. En Jezus bestreed hen uit hetzelfde Woord. De basis van elke kerk is vanuit Gods Woord, dus volkomen gemoti­veerd. De Schriftgeleerden theologen) doorvorsen de Bij­bel . Aan de hand van hun vi­sie en denkpatroon stellen zij belijdenissen op, formu­lieren en geloofsuitspraken. Deze worden dan op schrift gesteld. Elke generatie heeft zo zijn eigen kerkher­vormers. Van Luther af, de grote hervormer, zijn de kerken gescheiden, verscheurd en verdeeld, tot in de be­lachelijke kleine groepjes, die God een gruwel moeten zijn. En nog barsten deze groepjes en kerkjes de grond uit. De oprichters zijn voor zichzelf begonnen, en stellen zich altijd iets meer exclu­sief op. Een etiket er op ge­plakt ,en er is weer een nieu­we gemeenschap of kerk gebo­ren.

Het lichaam van Christus is niet gedeeld

In stad of land kun je deze vinden, geboren uit de geest van verdeel en heers. God laat zich echter niet inpas­sen in een leer of visie, dus zijn er vele afgoden. Een ie­der die zich schuldig maakt aan deze dingen, stelt zich buiten het Lichaam van Chris­tus. Zij komen ook nooit tot wedergeboorte en volwassen­heid. Hij leerde de voorwaar­den, zo als aan Adam en Eva. Maar na duizenden jaren heb­ben wij nog niets geleerd. In plaats van de duivel het zwijgen op te leggen, probe­ren wij elkander het zwijgen op te leggen, daar zijn dan alle leringen voor nodig. De Schriftgeleerden leven nog, en zijn nog onder ons, en voelen zich nog steeds be­langrijk.

Hij is de Heer der Kerk, Je­zus Christus. Maar welke kerk dan wel? De Heilige Geest verdeelt niet, want een Koninkrijk kan niet tegen zichzelf verdeeld zijn, zegt Jezus tegen de farizeeën. (Matt. 12:22-37). Het Ko­ninkrijk Gods kan niet strij­den en overwinnen als de aan­klager ons dagelijks bij Gods troon kan aanklagen. Laten wij in Pinksteren eens wak­ker worden, want Hij komt spoedig!

Het oordeel begint bij het huis Gods

Het vuur en het hout is er wel, in Pinksteren, maar het offer ontbreekt. (Genesis 22). Vele Christenen staan elke dag aan het altaar, om een offer te brengen voor hun dagelijkse zonden. Dat offer bestaat dan uit vergeving vragen. Aan hun roeping als priester zullen zij nooit toekomen, zo ook niet hun dienst aan het reukofferaltaar.

De ganse volheid is ons in Christus geschonken. Deze volheid kan alleen openbaar worden in wedergeboren men­sen, die bereid zijn het of­fer te brengen waar God be­hagen in heeft: Volkomen gehoorzaamheid.

Deze weg is niet naar het vlees. Alleen door de kracht van de Heilige Geest kan de mens zich onderwerpen aan Gods Woord.

Zij zijn door God geplant. Elke plant, die niet vanuit Gods Koninkrijk functioneert, zal uitgeroeid worden. (Matt. 15:12). Bij de oogst zal de zuivering van de goede en de valse tarwe pas plaats vin­den. Velen, die de waarheid weten en de prijs te hoog vinden, liggen nog onder een bedekking. God heeft echter geen behagen in meelopers.

Onderwerpt u aan God

Onderwerpt u aan God en biedt weerstand aan de duivel. Dan wordt je een overwinnaar over de duivel. God weerstaat de hoogmoedige. (Jak. 04:05-10). Wat hoog is voor de mensen is laag voor God. Jezus Christus heeft ons verzoend met de Va­der. Waar halen wij dar de (hoog)moed vandaan om God de wet voor te schrijven in for­mulieren en leerstukken. Het is Zijn Koninkrijk en Hij is alleen de Koning. Ook van ons hart?

Want Hij is onze Vrede, die de twee één heeft gemaakt, Gods Geest en de menselijke geest. (Ef. 02:11-22). In Hem wast elk bouwwerk, goed ineensluitend, op tot een tempel, heilig in de Here; in wie ook wij mede gebouwd wor­den tot een woonstede Gods in de Geest.

Wilt u het Lam volgen, waar het ook gaat? Zo alleen zijn wij de wedergeboren medewer­kers in het Rijk van Gods liefde. Al de verwarring en verscheurdheid zijn nooit uit God. De leer van de dui­vel is: verdeel en heers.

Alleen zij die door Gods Geest geleid worden zijn zo­nen Gods. Als wij de Geest van het zoonschap hebben, als deze Geest in ons woont en I ons gehele leven beheerst, kunnen wij zeggen wedergeboren te zijn!

(wordt vervolgd)

 

Reis naar Zwitserland door J. Noë

Dit keer, broeders en zus­ters, een kort verhaal over mijn reis naar Zwitserland in september jongstleden. Het wordt echter geen reis­beschrijving, ofschoon ik weer zeer genoten heb van de machtige schepping van God en kris kras door het groot­ste gedeelte van Zwitserland ben gereisd.

Meestal ga ik ieder jaar naar Zwitserland, waar thans ook mijn dochter met haar man en kinderen woont en dan vraag ik de Heer om een deur te openen om van Hem te kun­nen getuigen. Dit is dan ook wel gebeurd, een keer in Bern en in Frütigen.

Ook deze keer had ik de Heer gebeden of het Zijn wil was dat ik zou gaan. Te oordelen naar de aanvallen van onze tegenstander, de duivel, leek het mij niet twijfel­achtig. Ik had dit vroeger meer meegemaakt, onder ande­re op mijn reizen naar Enge­land en Amerika. En als het Gods wil is, zoals nu, dat ik ga, dan zal de duivel met zijn trawanten moeten wij­ken. “Wie God bewaart is wel bewaard!”

Ontmoetingen

Ik maakte dus met mijn doch­ter een afspraak dat ik op maandag 29 augustus zou ko­men. En zelfs op de dag van vertrek ging satan tot een heftige aanval over. Maar, halleluja, Jezus is Overwin­naar! Hij gaf mij de kracht om door te zetten en heeft gedurende de gehele reis op wonderbare wijze van Zijn aanwezigheid blijk gegeven.

De reis begon al goed. In mijn coupé zat een Holland­se dame, die ook naar Zurich reisde. Ik heb met haar fij­ne gesprekken gehad, waarbij Jezus centraal stond. Wij hebben elkaars adres opgege­ven.

Bij mijn dochter ontmoette ik een mij reeds bekende Amerikaanse buurvrouw, waar ik van dacht, dat zij nogal werelds was. Maar Gods wegen zijn wonderbaar. Doordat mijn kleindochter ziek van school naar huis kwam en mijn dochter druk met haar bezig was, bleef ik met haar alleen en had ik een gesprek met haar, waarbij bleek dat zij een gelovige vrouw was.

Toen ik haar een en ander van mij zelf vertelde en zei dat ik een free lance predi­ker van de Pinksterbeweging was, zei ze: Oh, dat is fijn, dan moet u op onze huissamenkomst in Rüschlikon spreken, daar komen ook men­sen van de Pinksterbeweging. Ik stemde daar natuurlijk mee in en we hebben twee samenkomsten gehad, één in het begin en één aan hat einde van mijn reis.

Samenkomsten

De eerste keer heb ik een getuigenis gegeven en enige gedeelten uit de Bijbel aan­gehaald, de tweede keer heb ik een gedeelte uit de Bij­bel behandeld. Het waren fijne samenkomsten en Gods zegen rustte er op. Men vroeg mij om zo spoedig mo­gelijk weer terug te komen, om dan ook voor een grotere groep te spreken.

Tijdens mijn verblijf in In­terlaken heb ik in twee ge­meenten een getuigenis mogen geven, namelijk in In­terlaken zelf, alsmede in Thun, daar niet ver vandaan. Daarna ben ik naar Montreux gegaan om een Hollandse da­me te ontmoeten, die ik het vorige jaar ontmoet had en die een bijbelkiosk had. Ze bleek ook een Pinksterzuster te zijn, maar was nog lid van een Evangelische gemeente, waar ook verschil­lenden gedoopt waren met de Heilige Geest, waaronder de voorganger. Ze probeerde mij in te schakelen voor een spreekbeurt, maar helaas ging dat moeilijk omdat er reeds een zendeling uit Afrika was uitgenodigd. Een volgende keer zou het zeker kunnen.

De schoonzuster van onze Hollandse zuster was een Zwitserse, behoorde ook tot de Pinkstergemeente en woon­de vlak bij Montreux in Les Avants in de bergen. Daar zij kamers verhuurde kon ik voor enige dagen bij haar intrekken. Bij haar thuis hebben we toen een fijne huissamenkomst gehad en daar ik geen Frans spreek, heeft de Hollandse zuster mij ver­taald.

Gesprekken

Vele vruchtbare gesprekken zijn gevoerd en wij ervaar- den Gods zegen. Ook hier werd ik verzocht om weer te­rug te komen, wat mij na­tuurlijk zeer verheugde.

Vanuit Montreux zijn we ook naar Lausanne geweest. Daar hebben wij in de grote be­roemde kathedraal een cha­rismatische bijeenkomst mee­gemaakt en zijn tevens naar een tentcampagne geweest die opgezet was door verschil­lende groepen, waaronder ook Pinkstergroepen. En daar ontmoette ik een mij bekende Pinksterbroeder, waar ik in 1974 gelogeerd had. Het was een blij weerzien en wij zullen contact met elkaar opnemen, zodra ik weer naar Zwitserland kom.

Na vier weken in Zwitserland te zijn geweest, ben ik toen met een hart vol van dank­baarheid aan de Heer naar Holland teruggekeerd. Ja, Hij is wonderbaar!

 

Reacties van lezers

Broeder N de B. te Scheveningen blijkt een fervent aanhanger te zijn van de in 1963 overleden Amerikaanse prediker William Branham. Reeds eerder ontvingen wij een uitvoerige brief van de­ze broeder, welke wij nog persoonlijk zullen beant­woorden .

Br. de B. maakt in zijn brief het volgende overzicht:

1 – Jezus Christus = Chris­tenen;

2 – M. Luther = Pro­testanten;

3 – John Wesley = Methodisten;

4 – Branham – Op deze laatste profeet volgt geen denominatie meer”           

Br. de B. haalt dan Amos 03:08 aan en schrijft dat God steeds een man gebruikt. Want “God spreekt namelijk altijd zo door Zijn knechten de profeten”.

Br. de B. gaat echter geheel voorbij aan Heb. 01:01, waar staat: “Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, heeft Hij in het laatst der dagen tot ons gesproken in de Zoon, die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle din­gen, door wie Hij ook de we­reld geschapen heeft”.

In de Gemeente van Jezus Christus zijn allen geroepen om een getuige van Jezus Christus te zijn! Sommigen van hen ontvangen een be­paalde bediening, zoals o. a. Paulus dat beschrijft in Ef. 04:11-12: “En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraren. . . . om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het Lichaam van Christus, enz. “

Zij hebben dus een speciale taak, maar zijn dus niet “meer” dan de anderen. Dat blijkt ook wel uit het leven van Paulus, die de bediening van apostel had. Hij maakt geen “misbruik” van deze taak, maar blijft “broeder onder de broeders”.

Aan de Gemeente te Rome schrijft hij bijvoorbeeld: “Ik verlang u te zien om u enige geestelijke gave mede te delen tot uw versterking, dat is te zeggen: onder u , mede bemoedigd te worden door elkanders geloof, van u zowel als van mij” (Rom. 01:11-12) .

Paulus wilde ten alle tijde ook van de ander iets leren. Dat is het kenmerk van de ware Christen, of hij nu een apostel is of een “gewone” broeder of zuster.

De NCRV en de magnetiseurs

Een geheel ander geluid kwam van broeder J. N. uit Leeu­warden. Hij schrijft: “Ik heb gejuigd toen ik uw arti­kel las”. Bedoeld wordt het artikel “Pinksteren vandaag” van br. Companjen, waarin deze uitvoerig inging op het programma wat de NCRV uit­zond over de magnetiseurs.

Br. J. N. schreef aan de NCRV een brief met deze inhoud: “Geachte heren. Ik ben diep teleurgesteld over de uit­zending over magnetiseurs. Ik meen vanuit de Bijbel ge­zien, dat God deze dingen veroordeelt. Als wij ver­schillende teksten opslaan uit de Bijbel, worden we hier duidelijk op gewezen. O.a. staat er ook: Wordt niet wereldgelijkvormig. Al­les is tegenwoordig geoor­loofd: Homofilie, abortis, occultisme, enz. Men, kent geen verschil meer tussen goed en kwaad. En wat de NCRV betreft: Laat dat christelijke er maar uit. Maak er maar NRV van. Dat ligt beter en past beter. Tevens bedank ik als lid. Kies heden, wie gij dienen zult. Zal Ik, als Ik weder­kom nog het geloof vinden?”

Ondertussen heeft deze broe­der een uitvoerige brief te­rug gehad van de NCRV. Het is een gezamenlijk antwoord wegens de “overstelpende hoeveelheid brieven” die men over deze uitzending heeft gehad.

Ondertussen blijkt dat men op enkele ondergeschikte punten iets terugkrabbelt, maar dat men verder rustig blijft vasthouden aan het standpunt dat het werk van de magnetiseurs wordt goedgekeurd.

Men maakt onderscheid tussen “echte magnetiseurs” en de niet bonafide magnetiseurs”.

Deze laatste stelt men nota- bene op één lijn met hen die de Bijbelse weg van gebeds­genezing willen gaan!!!

Over de bloedvloeiende vrouw zegt men dat deze een “ma­gisch geloof” bezat, en dat de Heer haar desondanks ge­nas. . . .

Tenslotte schrijft de NCRV dat wij als “verantwoorde­lijke christenen (?) onze plicht hebben als het ware ontmythologiserend en taboe- brekend in deze op te tre­den in onze uitzendingen”.

Uit alles blijkt wel in wel­ke tijd wij leven. Een tijd waarin de scheiding der geesten in volle gang is. Voor de ware Christen is het daarom van het grootste belang dat hij aan de “goe­de kant” staat. Dat wij de geestelijke weg in gehoorzaamheid bewandelen. Zodat we zullen groeien in het ge­loof. Of, zoals broeder Companjen in zijn artikel schreef: Laten wij een vast spoor trekken, zodat wij niet heen en weer geslingerd worden door allerlei wind van leer!

Een radicale koers

Broeder J.A. de B. te Barneveld schrijft: “Uw blad bouwt mijn geestelijk leven erg op, vooral omdat het één (radicale) koers vaart”. Dat hebt u juist gezien, broeder, want de weg die Je­zus ons aanwijst is er één van volkomen volgen. Jezus heeft gezegd: Wie niet voor Mij is, is tegen Mij….Een tussenweg is er niet!

 

“Het Koninkrijk Gods bestaat, niet in woorden maar in kracht!”

(1 Kor. 04:20).

 

Br. J. Krol uit, Leek (Gr. ) reageerde in dichtvorm:

Gods woord is wonderbaar! (gedicht) J. Krol

Wat is Gods Woord toch wonderbaar.

En altijd goed voor iedereen,

Die naar Gods Woord wil horen.

Dat Woord van God is zeker waar

En gaat door heel de wereld heen.

De mens leeft hierbij nooit alleen.

Het Woord van God is altijd waar.

 

Ja, Gods Woord is wonderbaar!

Eens sprak God, “Er zij licht”.

Dat was een wonder van Gods Hand,

Een Meesterwerk van de Hand des Heren.

Geen ander is er ooit geweest.

De Hand Gods heeft dit al verricht.

En kwam in de Schepping dit tot stand.

Hier kan de mens niets aan corrigeren!

Het is alleen het werk van God geweest.

 

Ja, Gods werk is Wonderbaar!

Blijmoedig mag de mens hierop vertrouwen

Het Woord van God is waar en goed.

Als de mens zich ook laat leiden door dat Woord

Kan hij vertrouwend verder gaan.

Hij mag zijn leven hierop bouwen,

’t Woord van God is zeker goed.

Hij mag zijn weg gaan, ongestoord,

Hij zal zijn weg in voorspoed gaan.

 

Ja, Gods weg is Wonderbaar!

God roept door Zijn Woord de mens zo dringend toe, –

Luister goed -, er komt een eeuwigheid.

Deze wereld gaat zeer snel voorbij. . . .

Er komt een eeuwig Hemeloord.

Daarom o mens, wandelt u niet moe,

En raakt de koers niet kwijt,

Ook de tijd voor u komt naderbij,

Gij o mens, wandelt naar Mijn Hemeloord.

Ja, Gods Hemeloord is Wonderbaar!

 

Gods Hoogweg (gedicht) door Judith

Hebr. 12:02

Met Hem alleen (Mark. 09:05-08)

’t Liefst zou ik dicht bij Jezus zijn,

Om bij Hem te verkeren;

Op bergtop en in zonneschijn

Zou niets mij kunnen deren.

 

‘k Zou op die plek, zo hoog en fijn,

Een tent voor Hem gaan bouwen;

Het zou voor mij zo makkelijk zijn

Als ‘k Hem steeds kon aanschouwen.

 

Zijn hand voert mij – dat is gewis –

Wel eens in donk’re dalen;

Maar daar, in diept’ en duisternis,

Blijft Zijn liefde mij omstralen.

 

Gods hoogweg brengt mij vaak daarheen,

Waar ‘k alles moet ontberen;

Want slechts als ’k ben: Met Hem alleen,

Kan Hij mij het meeste leren.

 

 

 

1977.09 nr. 174

Levend geloof 1977.09 nr. 174

Jezus redt en geneest!

Jezus redt! Jezus geneest! Dit is de boodschap die de kerninhoud van het evangelie vormt. Het woord evangelie betekent “goed nieuws” oftewel ‘ “blijde boodschap”. .Het is de grote proclamatie. van de levende God voor ieder mens die dat in geloof wil aanvaarden: Jezus Christus is een volkomen Verlosser!        

Deze boodschap wordt weer met grote kracht in de wereld bekendgemaakt. Door met de Heilige Geest gezalfde dienstknechten, maar ook door met de Heilige Geest gezalfde eenvoudige broeders en zusters. Zij schamen zich niet voor het evange­lie van Jezus Christus, omdat het een kracht Gods tot behoud is voor ieder die gelooft!

Alleen de duivel heeft er belang bij dat aan de­ze boodschap afbreuk wordt gedaan. Dat lukt hem soms ook en we zien dan ook hoe sommigen nalaten te verkondigen dat Jezus redt èn geneest.

Maar de Bijbel – het onvervalste, levende en blijvende Woord van God – zegt het heel simpel en duidelijk dat er volle verlossing is! “Die al uw ongerechtigheden vergeeft, die al uw krankheden geneest” (Ps. 103:003). Jesaja profeteerde reeds over Jezus: “Nochtans, onze ziek­ten heeft hij op zich genomen, en onze smarten gedragen, om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrij­zeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden” (Jes. 53:04-05).

Duizenden gelovigen in onze dagen hebben de waarheid van deze woorden beleefd! Zij zijn, temidden van een wereld van ongeloof, de leven­de bewijzen dat Jezus niet veranderd is. Hij wil ook vandaag datgene doen, wat Hij deed toen Hij op aarde was. Want het is nog altijd de volle waarheid: Jezus redt! Jezus geneest!

Gert Jan Doornink

 

Levend geloof journaal

Getuigenismars tijdens One Way Day

Tijdens de zesde “One Way Day”, een jeugdmeeting die 15.000 jongelui samenbrengt op 22 oktober in de Utrecht­se Irenehal, wordt een mas­sale getuigenismars door Utrecht gehouden. Ben Hoe­kendijk, de leider van deze jaarlijkse manifestatie, vindt dat het getuigenis dat Jezus het antwoord is op de nood van ons volk, op straat gehoord moet worden. De Utrechtse politie verleent volledige medewerking om de massale optocht door de binnenstad te leiden. In sommi­ge gevallen moet het verkeer worden omgelegd of worden stilgezet. Op het Vredenburg wordt juist op die tijd een markt gehouden. Jeugdleiders in het hele land worden ver­zocht met hun groepen te ko­men en spandoeken, spreekko­ren, gitaren en andere mu­ziekinstrumenten in te zet­ten. Deze grote mars wordt tijdens de tweede middagdienst van 4-6 uur gehouden.

’s Avonds is er een bijzon­der programma, waarin het One Way Day-koor, bestaande uit 430 jongelui, plus so­listen en een 15 man tellend orkest de musical “De grote opdracht zal brengen.

De Irenehal, waar de zesde One Way Day gehouden wordt, gaat om 10.00 uur open. De toegang is vrij. Men kan dan de Evangelische Beurs (80 marktkramen) bezoeken. Het programma begint om 11.00 uur. In de middagdienst van 14.00 uur spreekt Nico van Biljouw.

Twee teams van “Opwekking” reizen momenteel door Neder­land en België om presentatieavonden te houden. Er zijn 150.000 pamfletten en raambiljetten gratis be­schikbaar. Voor de nazorg worden 400 jeugdleiders ingeschakeld. ‘

Morris Cerullo in Nederland

Het is nog niet bekend wan­neer de bekende Amerikaanse evangelist Morris Cerullo naar Nederland komt om een campagne te houden. Broeder Cerullo sprak onlangs in Utrecht tot enkele honderden voorgangers en oudsten uit de Pinksterbeweging. Zeven­tien jaar geleden was de thans 45 jarige evangelist ‘ ook in Nederland. Tegenover de organisator van de bij­eenkomst in Utrecht, evangelist Ben Hanegraaff, zei br. Cerullo: “dat hij be­slist niet volgens menselijke plannen naar Holland wil komen, maar zuiver volgens de leiding van de Heilige Geest”.

Billy Graham in Hongarije

Voor het eerst sinds 10 jaar heeft evangelist Billy Gra­ham weer gesproken achter het ijzeren gordijn. Hij was in de eerste helft van september in Hongarije. De eerste bijeenkomst werd ten noorden van Boedapest in de openlucht gehouden. Velen, van de duizenden, waaronder veel jongelui, gingen in op de bekende oproep van Billy Graham om de beslissing voor Jezus te nemen. Bij terug­keer in New York, gaf de be­kende prediker, die in no­vember 59 jaar hoopt te wor­den, de wens te kennen ook graag een bezoek aan de Sowjet-Unie te willen bren­gen.

 

Pinksteren vandaag! door Jan W. Companjen

 

“Stel Gods Heilige Geest niet teleur; met Zijn stem­pel bent u gemerkt voor de dag van de bevrijding” (Ef. 04:30 uit Goed Nieuws). “Breng geen schade toe aan land, zee of bomen, voordat wij de dienaars van onze God op het voorhoofd ge­merkt hebben”(Openb. 07:03).

Eigen visie of Gods visie

Als wij gaan spreken of schrijven over geestelijke dingen, komt het iedere keer weer voor dat er grote spraakverwarringen gaan ontstaan. U kent dat toch wel dat iedereen zijn eigen visie verdedigt. Ik betrap mij er zelf ook wel op en steeds weer moet ik tot de erkenning komen dat een be­paalde visie over het Woord van God de aanleiding tot deze gesprekken was.

Wat deze dingen aangaat, is dit niet alleen zo in het persoonlijke vlak. Men vindt dat ook bij groepen van men­sen die zich rond een be­paalde visie hebben geschaard. Men spreekt wel eensgezind in de groep, maar met de groepe­ringen daarbuiten ligt men voortdurend overhoop. Denk eens aan alle kerkgroepering- en die wij gehad hebben en die allen ontstaan zijn door bepaalde inzichten van één man.

Ook nu zitten wij nog in deze netten (of dit net) van satan gevangen. De duivel kent vele strijdmethoden, maar dit is wel zijn allerbeste. Langzaam maar zeker heeft satan zijn muren opgebouwd en “het volk” zit volkje aan volkje aan ie­ders eigen dis(tafel).

Het ergste van alles is wel dat er nog zo weinig zijn die dit in de gaten hebben. Men blijft formeren en reforme­ren. Ondertussen blijft het Woord Gods krachteloos. Want, lieve vrienden, broeders en zusters, dat is het doel van de duivel, dat het niet ge­beurd dat hét Woord Gods krachtig in ons wordt. De duivel moet voorkomen dat wij de weg van herstel naar Jezus ­terug vinden. Het moet voor­komen worden dat wij de hoge weg gaan ontdekken en dat on­ze strijd is in de hemelse gewesten. Deze geweldige eindboodschap met zijn gewel­dige visie, waardoor mensen weer stevig op hun geestelij­ke voeten komen te staan, de­ze boodschap, wordt al wel gebracht hoor, maar alleen nog maar aan hen die in hun eigen net zitten en – prijs de Heer – aan een aantal die in vrijheid om dat net heen zwemmen.

Het doel van de eindtijdgemeente

Het wordt hoog tijd dat de duivel op dit front een ver­nietigende slag wordt toege­bracht. Zolang dit nog niet gebeurt, wordt er nog op een geweldige manier honger gele­den. Veel kinderen Gods groeien daardoor misvormd op of, en dat is net zo erg, zij komen helemaal niet tot vol­wassenheid.

Ik zou u willen toeroepen: Verbreek die netten, die ge­vangenissen, die u vaak zelf gemaakt hebt en treedt de we­reld, uw broeders en zusters, tegemoet in de kracht van de Naam des Heren en u zult gaan zien dat het zaad, dat de Heer u heeft toevertrouwd, ook elders vrucht draagt. Be­gin bij uzelf en beoordeel die ander eerlijk en oprecht. Is hij of zij er met zijn boodschap op gericht dat u opwast tot alle volheid Gods, tot herstel van alle dingen? Of komt de gemeente, de kerk, het netje op de eerste plaats?

Wij hebben pinksteren ontvan­gen om te kunnen onderschei­den waar het op aankomt. Het goede, welgevallige en volkomene is het doel van de eind- tijdgemeente. Daarom is de bovenstaande tekst uit Efeziërs zo belangrijk. De eindtijdgemeente moet gedoopt zijn met Gods Geest, dan pas kan ze de strijd aan die komen gaat.

In Openbaring staat er ook nog bij dat dan het merkteken aan het hoofd gegeven zal worden, dat wil zeggen dat ons denken in die tijd ver­nieuwd zal worden en dat wij duidelijke inzichten zullen gaan krijgen over al de din­gen die het Koninkrijk Gods betreffen.

In de tijd van het vroege Pinksteren werden ook deze zelfde dingen gezien. Bijvoorbeeld bij de beschrijving van Paulus van het geloof der joden van die tijd. (Rom. 19:02). Zij hebben wel godsijver, maar zij missen het juiste inzicht. De oude vertaling zegt: Een ijver tot God, maar niet met verstand. Paulus sprak ook woorden van gezond verstand. (Hand. 26:25).

Juist inzicht zal ons geopen­baard worden. Laten wij dan ook zo ver zijn, dat wij mede mogen en kunnen ontvangen, de dingen die noodzakelijk zijn om tot volle wasdom te komen.

De scheiding der geesten voltrekt zich

De scheiding tussen goed en kwaad, tussen Gods Geest en de geest van satan, is in volle gang. Dat hebben wij de afgelopen dagen kunnen zien in een uitzending van de NCRV over magnetiseurs. Het doen en laten van deze mensen werd zeer uitvoerig uiteenge­zet en aanbevolen.

Als Christen moeten wij toch weten dat juist deze dingen, deze occulte krachten en machten, onze grote tegen­standers in de eindtijd zijn. Juist om deze zonden, zoals magnetisme, spiritisme, het raadplegen van doden, wiche­laars en waarzeggers (zie Deut. 18:09-15), werden de vol­keren uit het land Kanaän verdreven en uitgeroeid. De maat van hun zonde was vol, door het doen van deze din­gen. Het volk Israël mocht geen omgang c.q. gemeenschap met deze volken hebben. Daar­om was de raad van de waar­zegger Bileam, toen hij het volk van God alleen maar kon zegenen en niet vervloeken, zo doortrapt gemeen. Hij raadde de Moabieten en de Midianieten aan door middel van hun vrouwen, het volk van God tot afgodendienst te verlei­den.

In Openb. 02:14 worden over de­ze verleidingen nog harde woorden gesproken. Wij zien dan ook steeds duidelijker dat aan de ene kant het werk van de Heilige Geest steeds meer openbaar wordt en dat aan de andere kant de duivel met zijn trawanten tot open­baring komt.

Wat de uitzending van de NCRV betreft, bleef er geen enkel vraagpunt meer over voor wel­ke zijde deze radiovereniging gekozen heeft. Eén van de ondervraagde magnetiseurs gaf volmondig toe dat hij “zijn gave” had gekregen door een waarzegster. Nu wordt dit al­les “normaal” gevonden, er is bijna niemand in kerkelijk Nederland die hierop reageert. Het is zelfs zover, dat Ds. v. den Bosch, die een nawoord sprak, de kijkers aanmoedigde om begrip te hebben of te krijgen voor deze lieden, om­dat zij toch de “mensheid” verlichting in hun lijden” brachten. Ik weiger dan ook vanaf dat ogenblik nog te ge­loven dat deze dominee een gezondene des Heren is. Hij is zondermeer een medewerker van satan als hij achter deze dingen staat. Ook zijn gezeg­de dat het aanraken van de zoom van het kleed van Jezus door de bloedvloeiende vrouw een occult gebeuren was, is het klaar en duidelijk bewijs dat Ds. v.d. Bosch het Lichaam van Christus niet onderscheid en dus niet kent. Klaar en duidelijk tekenen de schei­ding der geesten zich af. In­dien hierop in NCRV-kringen dan ook niet wordt gereageerd kan men gerust aannemen dat men daar reeds geestelijk volkomen dood is.

De geestelijke eindstrijd is aanstaande

De grote strijd, broeders, zusters, vrienden, zal dan ook juist op dit punt plaats vinden. Dat zal de geestelij­ke eindstrijd zijn. Velen zien dit nu nog steeds gebeu­ren in het aardse land Isra­ël. Daar zal de eindstrijd gestreden worden, zegt men. Alle beelden die daarvoor in de Bijbel gebruikt worden, en die geestelijk bedoeld zijn, de Bijbel is een geestelijk boek, worden door deze uitleggers op het natuurlijke vlak uitgelegd. Zij vergissen zich en ik roep u op dit te onderzoeken. Lees Openbaring daar eens geestelijk op na. Er ontstond oorlog in de he­mel, dat wil zeggen in de on­zienlijke wereld. Daar in die sferen, (“Daar ruist langs de wolken, een lieflijke Naam. Die hemel en aarde verenigt tesaam”) daar zal de eind­strijd gestreden worden tus­sen de Gemeente van Christus (het Israël Gods, het hemelse Jeruzalem), en de Valse kerk, (de grote hoer, de afvallige kerk, ook wel Babel genoemd), die – zie het vorenstaande – steeds meer in handen van de satan komt.

Het is als met de uittocht uit Egypte. De eerste plagen, die de verdrukking inluidden, werden ook door de tovenaars van de farao geproduceerd. Later houdt hun kennen op en kunnen zij alleen nog maar erkennen dat de Here God is. Zij, het Israël Gods, over­winnen door het bloed van het Lam, (het aanvaarden van Jezus als Lam Gods voor onze zonden) en door het woord van hun (die daarin geloven) ge­tuigenis.

Deze laatste gelovigen zullen navolgers van Christus wor­den. Zij zullen Zijn Woorden als een getuigenis tot deze wereld spreken. Dan pas kan het einde komen. De mens zal bewust kunnen kiezen of de­len. Dat oordeel is nu begonnen bij het Huis Gods, de Ge­meente van Jezus Christus.

Behoort u tot deze gemeente? Dat is niet een oproep tot het toetreden tot een nieuwe kerk. Neen, het gaat nu om het opwassen tot zonen Gods. Daartoe zult u samenkomsten moeten bezoeken om gezamen­lijk opgebouwd te worden. Maar die samenkomsten moeten dan volkomen op dit doel ge­richt zijn. Gemeente van Christus worden en tot volwassenheid komen, dat is onze opdracht. Gaan handelen en wandelen zoals Christus gehandeld en gewandeld heeft.

Dan zal er geen plaats meer zijn voor charlatans, die de kracht van Christus verloo­chenen en de mensen die aan hun zijd toevertrouwd niet herstellen of genezen, maar aan de duivel en zijn tra­wanten overgeven.

Wordt wakker en ga onderken­nen datgene wat goed en waar is. Verlaat die plaatsen waarin u niet opgebouwd wordt in alle waarheid. Ga een vast spoor trekken en u zult tot de ontdekking komen dat u zult opwassen tot een niveau waarbij u niet meer heen en weer geslingerd wordt door allerlei wind van leer. Maar dat u Christus zult leren kennen in alles wat Hij was en nu nog is. Hij is de Hersteller, Hij is de Bevrijder en Hij is de Verlosser. Jezus onze Heer.

 

Oude nummers van “Levend Geloof” door redactie

Zo nu en dan bereiken ons verzoeken om nummers van ou­de jaargangen van “Levend Geloof”. Helaas kunnen wij aan die verzoeken niet meer voldoen. Wel is het de be­doeling verschillende arti­kelen uit vroegere nummers van “Levend Geloof” als af­zonderlijke uitgaven te her­drukken. Te zijner tijd vol­gen daarover mededelingen in “Levend Geloof”.

 

De brullende leeuw door Gert Jan Doornink

Struisvogelpolitiek

Het is niet populair om over de duivel te schrijven. Sommige gelovigen menen zelfs dat we zijn naam beter niet kunnen noemen. Als we maar dicht bij Jezus blijven hebben we met hem niets te maken, zegt men dan.

Men vergeet dat men dan aan struisvogelpolitiek doet. Zoals we op de weg in gevaar komen, als we net doen of er geen verkeersborden en regels bestaan, zo komen we ook geestelijk in gevaar als we net doen of de duivel niet bestaat.

Laten we niet doen als de wereld, die lacht om het bestaan van de duivel. Alleen uit sensatieoogpunt wordt hij af en toe ten tonele gevoerd. Zo is er nu een tweede film over duiveluitdrij­ving in roulatie, waarbij aan alle Bijbelse normen hieromtrent wordt voorbijgegaan en alles er op gericht is, om het op sensatie beluste publiek tevreden te stellen. En uiteraard met als doel er zoveel mogelijk geld uit te slaan. Daarnaast is er de occulte aanbidding in de zogenaamde satanskerken, maar de grote massa ne­geert het bestaan van de duivel.

De overwonnen vijand

Een waarachtig kind van God weet maar al te goed dat de duivel bestaat. Hij heeft er dage­lijks mee te maken. Maar….en laten we dit goed voor ogen houden: Hij heeft geen recht om ons leven te beïnvloeden. Een kind van God weet dat Jezus woont in zijn hart. Dat hij een nieu­we schepping in Jezus Christus is. “Hij die in u is, is meerder dan die in de wereld is”, zegt 1 Joh. 04:04. Hij moet rekening houden met de vij­and, maar het is een overwonnen vijand. “Hij (Jezus) heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk ten toon gesteld en zo over hen ge­zegevierd” (Kol. 02:15).

Nu weten wij dat satans eindvernietiging nog moet plaatsvinden en dat hij nog de overste van deze wereld is. Maar….door het geloof kunnen wij hem weerstaan en overwinnen. Wat gebeurt er als wij weerstand bieden? Gods Woord zegt het zeer duidelijk: De duivel zal van ons vlieden. (Jak. 04:07).

“Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslin­den. Weersta hem, vast in het geloof….” (1 Petr. 05:08-09). De beschrijving die de apostel Petrus hier van de duivel geeft, is niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. De duivel gedraagt zich als een leeuw, op zoek naar zijn prooi. We weten dat de leeuw zich bewust is dat hij de “koning der dieren” is. In de dierenwereld ont­staat angst en paniek als de leeuw begint te brullen! Maar zolang een leeuw nog brult heeft hij zijn prooi nog niet te pakken!

Ook in geestelijk opzicht is dat van grote be­tekenis. We leven in een tijd waarin de duivel op alle mogelijke manieren de kinderen Gods aanvalt. Wat zijn er veel kinderen Gods die zich door hem angst aan laten jagen. En de dui­vel gewillig zijn gang laten gaan om zijn prooi te pakken. En dat terwijl Gods Woord zegt: “Weersta hem, vast in het geloof:”

Geloof overwint

God vraagt niet iets van ons, wat wij niet zou­den kunnen volbrengen. Hij verbindt er wel de voorwaarde aan “vast in het geloof te staan. “Strijdt de goede strijd des geloofs”, zegt 1 Tim. 06:12. Daarom is het nodig dat wij geestelijk bewapend zijn. Alleen dan kunnen wij met succes geestelijk strijden en overwinnen.

Paulus zegt in Ef. 06:11-13: “Doet de wapenrus­ting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels; want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de bo­ze geesten in de hemelse gewesten. Neemt daarom de wapenrusting Gods, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag en om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden”.

 

Is er geen balsem in Gilead? (gedicht) door Judith

(Jer. 08:22 en 1 Petr. 01:25)

Zou er nog balsem zijn in Gilead?

Voor hen, die moede zijn en mat?

Zou soms Gods Woord veranderd zijn,

Nu ik verkeer in nood en pijn?

 

God lijkt ineens zo eind’loos ver,

En aan de hemel schijnt geen ster;

Nochtans is Jezus mij nabij,

Zijn liefd’ en zorg vertroosten mij.

 

Als satan mijn geloof bespot,

Ben ‘k veilig in de trouw van God;

Zijn Geest versterkt mijn zwak gemoed,

Ik weet mij onder Jezus’ bloed.

 

Ja, daar is Balsem nog in Gilead,

Voor hen, die moede zijn en mat!

God blijft – in duisternis en strijd –

Dezelfde tot in eeuwigheid.

 

Gemeenschap met Christus door J. Noë

“God is getrouw, door wie gij zijt geroepen tot gemeenschap met Zijn Zoon Jezus Christus, onze Here” (1 Kor. 01:09).

Broeders en zusters. Hoe won­derlijk is het raadsplan van God. Zoals u ziet, gaat het initiatief van God uit. Ook Jezus in Joh. 06:44: “Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader hem trekke”. Het is Gods wil dat de mens weer in de juiste verhouding tot Hem komt te staan, namelijk on­berispelijk naar geest, ziel en lichaam. Daar heeft Hij Zijn Zoon bij ingeschakeld.

En zodra nu de mens Jezus als zijn Redder heeft aanvaard, kan hij nu alleen door Hem tot God komen. In Joh. 14:06 zegt Jezus: “Niemand komt tot de Vader dan door Mij”.

Wat houdt nu de gemeenschap met Christus in?

  1. Deel hebben aan Zijn lij­den, Zijn kruisdood, Zijn volbrachte werk, de verlossing.
  2. Deel hebben aan Zijn op­standing.
  3. Deel hebben aan de Heili­ge Geest.
  4. Deel hebben aan de over­winning over satan en zijn duistere machten.
  5. Deel hebben aan de Godde­lijke natuur, dus gemeen­schap met God.

 

1.Deel hebben aan Zijn lijden, Zijn kruisdood, Zijn volbrachte werk, de verlossing

Jezus zegt in Matt. 16:24 (Mark. 08:34 en Luc. 09:23): “In­dien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zich zelf en neme zijn kruis op en volge Mij”.

Als wij dus Jezus willen vol­gen, moeten wij ons gehele leven aan Hem overgeven en dienen wij Zijn geboden, als­mede de wijze lessen, die Hij ons heeft gegeven, ook na te volgen. Wij zullen daarbij zeer zeker moeilijkheden on­dervinden. Vijandschap in het gezin, met familieleden en vrienden en eventuele schei­dingen kunnen er het gevolg van zijn. Jezus zegt het zelf, maar we moeten Hem trouw blijven. We moeten ons zelf verloochenen.

We weten dat Jezus op aarde gekomen is, om de werken des duivels te verbreken en Hij heeft dit ook gedaan. Hij ge­nas alle kwalen en ziekten, wierp duivelen uit, wekte doden op en deed eveneens al­lerlei wonderen en tekenen. En Hij volbracht Zijn werk op Golgotha. Daar heeft Hij al onze zonden en ziekten gedragen. Toen Hij riep: “Het is volbracht”, heeft Hij de grote overwinning be­haald en heeft satan met al zijn trawanten verslagen en ontwapend.

Dit alles geschiedde dus voor ons. Dus als wij ons hart aan Jezus geven, moeten wij in het offer van Jezus geloven, het moet een realiteit voor ons worden, dat onze oude mens met al zijn zonden en ziekten met Hem aan het kruis is genageld, dat onze oude mens met Hem vereenzelvigd is in de dood.

Wij getuigen hiervan door ons te laten dopen door onderdom­peling (Rom. 6 en Kol. 02:11). Zijn kostbaar bloed heeft ons verlost van alle machten der duisternis en Zijn striemen is ons genezing geworden (geest, ziel en lichaam).

2.Deel hebben aan Zijn opstanding

Maar wij zijn dan ook vereenzelvigd met Hem in Zijn opstanding. Wij zijn nieuwe scheppingen geworden.

In Rom. 06:04 staat: “Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, ge­lijk Christus uit de doden opgewekt is door de Majes­teit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zou­den wandelen”. (Lees ook in dit verband 2 Kor. 05:17; Kol. 02:12 en Filip. 03:10-11).

Ons leven is nu geheel an­ders geworden en we leven nu in en met en door Christus, in en met God de Vader.

Jezus zegt in Joh. 14:23:”In­dien iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn Woord bewaren en Mijn Vader zal hem lief­hebben en Wij zullen tot Hem komen en bij Hem wonen.

Is dat niet geweldig, broe­ders en zusters? In stilheid en vertrouwen zal onze sterkte zijn. Maar de Godde­lijke kracht ontvangen wij eerst door de Heilige Geest.

3 en 4 Deel hebben aan de Heilige Geest en aan de overwinning op satan met zijn duistere machten.

We weten, dat Jezus eerst na de doop met de Heilige Geest in staat was de werken des duivels te verbreken en te­kenen en wonderen te doen. Hij beloofde de discipelen, dat zij na Zijn dood deze Geest zouden ontvangen en de kracht er van zouden ervaren (Joh. 14:16-31; Joh. 16:05-15; Luc. 24:29; slot Markus, en Handelingen 1). In Handelingen en Markus lezen we ook dat Gods kracht zich op een geweldige wijze openbaarde. En dit geldt voor alle gelovigen.

Maar de Heilige Geest schenkt ons nog veel meer.

a.De negen geestesgaven omvatten niet alleen wat hierboven vermeld staat, maar ook, wat zeer belang­rijk is, de gaven van het woord van kennis, van wijsheid en van het onderschei­den van geesten, alsmede de gave van geloof. Het geloof is in alles het belangrijk­ste. (Zie 1 Korinthe 12 en 14).

b.De negendelige vrucht (Galaten 5). Als nummer één staat daar de Liefde. Ik schrijf dit met een hoofdletter, om­dat hiermee de Goddelijke liefde wordt bedoeld. De apostel Johannes schrijft in zijn evangelie en zijn brie­ven zoveel over deze liefde. Ook haalt Paulus dit aan in 1 Korinthe 13. Door deze liefde kun­nen we zelfs onze vijanden liefhebben en zullen de gaven tot volle ontplooiing komen.

5.Deel hebben aan de Goddelijke natuur, dus gemeenschap met God.

Kol. 03:01-04 zegt: “Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand

 

Gods. Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Want gij zijt gestorven en uw leven is ver­borgen met Christus in God”. 2 Petr. 01:03-04: “Zijn Goddelij­ke kracht immers heeft ons met alles, wat tot leven en godsvrucht strekt, begiftigd door de kennis van Hem, die ons geroepen heeft door zijn heerlijkheid en macht; door deze zijn wij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd opdat gij daardoor deel zoudt hebben aan de Goddelijke na­tuur, ontkomen aan het ver­derf, dat door de begeerte in de wereld heerst”.

Is dat niet wonderbaar, broe­ders en zusters? Zoals Paulus schrijft in zijn brief aan de Efeziërs: Wij hebben een plaats gekregen in de hemelse gewesten en wij zijn huisge­noten Gods. Wij behoren tot het Goddelijke gezin (de Ge­meente) , waar Jezus, onze Ko­ninklijke Broeder, ook deel van uitmaakt.

God zegt: “In Mijn geliefde Zoon woont alle volheid lichamelijk en gij hebt die volheid verkregen in Hem, die het Hoofd is van alle over­heid en macht”.

We zoeken daarom de dingen die boven zijn en de rijke beloften en zegeningen wor­den dan ons deel. Halleluja!

Ik eindig dan met hetgeen staat in Heb. 10:19-24: “Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezit­ten om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, langs de nieuwe en levende weg, die Hij ons in­gewijd heeft, door het voor­hangsel, dat is, zijn vlees, en wij een grote Priester over het Huis Gods hebben, laten wij toetreden met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, met een hart, dat door besprenging gezuiverd is van besef van kwaad, en met een lichaam, dat gewassen is met zuiver water. Laten wij de belijdenis van hetgeen wij hopen onwankelbaar vasthou­den, want Hij, die beloofd heeft, is getrouw”. Amen!

 

Van de redactie

Nu “Levend Geloof” sedert enige tijd in offsetdruk verschijnt willen wij even de balans opmaken. We zijn dankbaar te mogen constateren dat het blad bij velen aanslaat en gewaardeerd wordt. Natuurlijk streven wij naar verdere verbetering. Maar het belangrijkste blijft voor ons de “kwaliteit” van de inhóud, dat wil zeggen wij willen ons onvoorwaardelijk houden aan de grote opdracht van Jezus Christus: De verkondiging van het volle evangelie in al zijn facetten.

Door de nieuwe opzet moeten wij de abonnementsprijs enigszins aanpassen en verhogen. De nieuwe abonnements­prijs wordt thans f 12,50 per jaar. De prijs van losse nummers voor verspreiding blijft echter bij afname van 10 exemplaren en meer ongewijzigd, t.w. f 0,75 per ex­emplaar + porto. Help mee aan de verspreiding van de kostbare boodschap die de Heer ons heeft toevertrouwd: De volle verlossing in Jezus Christus!

In deze herfst willen wij proberen het aantal abonnees belangrijk uit te breiden. Wij doen daarom een dringend beroep op onze lezers en lezeressen ons hierbij te hel­pen door er voor te bidden en te werken. Wat dit laat­ste betreft: Probeer eens een nieuwe abonnee te winnen of geef iemand een geschenkabonnement. Ook stellen wij het op prijs als u ons adressen toestuurt, waar wij “Levend Geloof” 3 maanden op proef naar toe kunnen zenden.

Wij kunnen nog in alle vrijheid arbeiden voor de Heer! Laten we daarom nu de gelegenheid aangrijpen om het heerlijke, blijde evangelie, wat wij via “Levend Geloof in gedrukte vorm door mogen geven, aan velen bekend te maken!

Uw, in onze Heiland verbonden, Gert Jan Doornink

 

Wat is wedergeboorte? Door H. J. Glasbergen

Met schroom gaan wij schrij­ven over de wedergeboorte. Omdat de verwarring over het meest belangrijke voor de mens (die gelooft in het reinigend bloed van Jezus Christus) groot is. Ook om­dat er weinig of helemaal niet over wordt gesproken. Dus is dit bedoeld om een bijbels licht te werpen over deze dingen.

Jezus zegt dat een mens we­derom geboren moet worden, wil hij het Koninkrijk Gods zien en binnengaan. (Johannes 3). Dus zal de natuurlijke mens eerst moeten sterven, (Romeinen 6), voor hij wedergeboren, in het Koninkrijk Gods kan functioneren. Deze zijn, zegt Jezus, niet van de we­reld, zoals IK niet van de wereld ben. Het Koninkrijk Gods en de wedergeboorte zijn niet te scheiden.

Het hele universum, de hemel en de aarde, het zichtbare en het onzichtbare, de heer­sers, overheden, tronen en machten, de duivel en zijn gevallen engelen, staan on­der de heerschappij van koning Jezus. Dat is het ge­heimenis wat thans geopen­baard is aan Zijn heiligen. (Kol. 01:15-29). Dat is voor zondaren en onreinen verborgen. Jezus heeft gezegd: Mij is gegeven alle macht en heerschappij, in hemel en op aarde.

Elk wedergeboren mens zou elke dag moeten beginnen toet deze proclamatie aan de o- verheden in de hemelse ge­westen. Zijn niet velen be­wust of onbewust afgeweken van de leer van Jezus om­trent het Koninkrijk Gods? Zijn wij nog wel van Pink- steren, of werpen wij ons op de kwantiteit? Wat doen wij met Zijn leer?

Deze leer komt van God de Vader

Deze leer is bovendien niet veranderd, het is ook voor nu. Over de wedergeboorte spreekt Jezus maar één keer, maar Zijn leer aan Zijn dis­cipelen was het geheim van het Koninkrijk Gods op aarde wat bij en in ons zou zijn.

De opdracht van de Vader was het heilige der heilige (het paradijs) weer open te stel­len, voor een bloed gekocht volk, de wedergeboren mensen waarin Hij zich wil verheer­lijken en woning in hen ma­ken. Dit is een gehoorzaam en heilig volk, want geen onreine zal in dat Konink­rijk wonen. Het is voor de wedergeboren kinderen Gods. Zij vormen het hemelse Jeru­zalem, een woonstede Gods in de Geest, welke vrij is van elke smet. Dit is onze moe­der. (Gal. 04:27). Vrijgekocht van de vloek der wet.

Mijn leer is niet van Mij

Bekeert u, want het Konink­rijk Gods is nabij gekomen. Dit waren de woorden van Je­zus. Na Zijn opstanding leerde Hij Zijn discipelen over al wat het Koninkrijk Gods betreft. En zij moesten wachten te Jeruzalem op de Heilige Geest. De kracht en de heerlijkheid in de mens kwam tot openbaring en werd zichtbaar in gerechtigheid, liefde, blijdschap en vrede.

Alleen wedergeborenen kunnen functioneren in het Lichaam van Christus, het Koninkrijk der hemelen. Zij spreken Zijn Woorden en doen Zijn werken. Deze dingen, wonderen en te­kenen, gebeuren overal ter wereld. Als wij falen is het niet Gods schuld.

Profeten en rechtvaardigen hebben begeerd te zien, wat wij mogen zien. (Matt. 13:10) Jezus’ opdracht was de wil van God te openbaren. De mens te bevrijden van de zonde- en ziektemachten, waardoor de mensheid overweldigd was, toen en ook nu.

Wij hebben de waarheid ver­deeld in kleine stukjes, en zo het Lichaam, de Gemeente verdeeld en krachteloos gemaakt. Het Koninkrijk Gods werd onzichtbaar. Honderden jaren is het de duivel gelukt de mens wijs te maken dat hij een arme zondaar blijft tot de dood toe. Zo kan hij heersen over de kerken.

Ik drijf de boze geesten uit

“Indien Ik door de vinger Gods, de Heilige Geest, de boze geesten uitdrijf, dan is het Koninkrijk Gods over u gekomen”(Luc. 13:31). Hij was vertrouwd met ziekte en zonde en met een leger van slaven en van geknechten van de dui­vel. Kijk om u heen, iedere dag kunt u deze zien, in woorden en daden. De hele mensheid is ziek en velen sterven voor hun tijd. Omdat zij van God afgeweken zijn.

Jezus openbaarde ons wie de vijand is. Hij heeft hem overwonnen, daardoor kunnen wij met Hem overwinnaar zijn. Hij heeft ons volmacht en de wapens der gerechtigheid ge­geven.

Hij zal Mij verheerlijken!

Dat de Heilige Geest op de Pinksterdag is uitgestort is geen toeval. Het is Gods vol­maakte plan geweest, het was het feest van de tarweoogst, het brood uit de hemel. Voor de jood, natuurlijk brood.

Schaam u niet voor de naam Pinksteren. Het is voor Gods volk de belofte dat wij de kracht ontvangen om als vrij- e (van zonde vrij) deel te hebben ^n Zijn heerlijkheid.

Wilt u deel hebben aan dit Koninkrijk Gods dan zult u alle lange tenen af moeten leggen. Dit kost u alles, maar u krijgt veel meer te­rug: leven en overvloed. Dit is de sleutel der kennis.

Het volle evangelie is: Pinksteren

Geestelijk wandelen is een weg van vallen en opstaan, tot wij volwassen zijn. Velen denken volwassen te zijn als zij bekeerd zijn en willen dan gelijk hun (belangrijke) positie innemen. Hoogmoed is een grote vijand. (1 Tim. 01:03)

De verwarring en onwetendheid is ontstellend. De één zegt, je bent wedergeboren als je bekeerd bent, de ander zegt, je bent wedergeboren als je bekeerd en gedoopt bent, maar het hoeft niet en beschouwen wedergeboorte en doop dus als iets vrijblijvends. Er zijn zelfs in pinksteren lei­ders, die in de samenkomsten de zonden belijden van de week die voorbij is en ver­geving vragen voor          de nog komende zonden. Van de charismatische beweging zeg­gen velen wedergeboren te zijn, maar de doop door on­derdompeling achten zij niet noodzakelijk. Er zijn jonge mensen uil de erkende kerken die nog bekeerd, nog gedoopt zijn en toch zeggen dat zij wedergeboren zijn. Dus zou de wedergeboorte een menselijke zaak zijn. Al met al een enorme verwarring en een leger van wanorde over het hart van het evangelie.

Het enigste woord dat gezag heeft is dat van Jezus Chris­tus. Hij zegt: de mens moet wederom geboren worden, wil Hij het koninkrijk Gods binnengaan! Zijn Woord is de volmaakte waarheid. Hij heeft gezegd: Weest heilig, want Ik ben heilig.

De tempel Gods, dat bent u, is heilig

Zo heilig is God dat Mozes zegt: Ik ben enkel vreze en beving. Dat is onze God, die zich heeft geopenbaard in Zijn volmaakte Zoon, Jezus Christus.

De discipelen van Jezus, die drie jaar door Hem waren ge­leerd, omtrent de geheimenis­sen van het Koninkrijk Gods, waren niet wedergeboren. Zij moesten biddende wachten te Jeruzalem, 50 dagen. Toen de Heilige Geest op de pinkster­dag woning in hen maakte, wa­ren zij wedergeboren uit wa­ter en uit Geest. Zij hadden geen mensenleeftijd nodig, ook geen jaren, om wedergeboren te worden. Door de Heili­ge Geest werden zij innerlijk maar ook uiterlijk totaal vernieuwd. Zij wisten wat hun te wachten stond, maar waren bereid de volle prijs te be­talen, wat hun ook gebeurd is. Wat zij hun Meester had­den aangedaan, zouden ook zij ervaren. Jezus heeft gezegd: Die Mijn discipel wil zijn, zal alles prijs moeten geven, zelfs zijn eigen leven. Zij zullen u haten om Mijns Naams wil en liegende allerlei kwaad van u spreken. En dan moet je nog blij zijn ook. Wij zijn dienaren van Chris­tus, zegt Paulus. (2 Kor. 11:23-29). Over lange tenen ge­sproken…

Maar Gode zij dank, zijn er ook nu nog velen die ervaren wedergeboren te zijn. Bent u één van hen?

Weet u, dat u niet van u zelf bent?

De Heilige Geest overtuigt de mens van zonde, oordeel en gerechtigheid. Maar het is de mens, die met zijn verstand en wil -ja- of -nee- kan zeggen. Als de mens zich bekeerd wordt de bedekking weggenomen. (2 Kor. 05:20). Dan zijn de zonden vergeven en ziet hij de geestelijke dingen in een nieuw licht.

De tweede stap is de volwassendoop. De oude mens wordt begraven in de dood, opdat wij in nieuwheid des levens zouden wandelen. We zijn geen slaaf van de zonde meer. We hebben echter de overwin­nende kracht van de Heilige Geest nodig, want als de mens opstaat uit het water, begint de strijd tegen de duivel pas goed.

Deze mens heeft de liefde en steun nodig van zijn broe­ders en zusters, om staande te blijven. Hij mag ook nog geen leidinggevende positie gaan bekleden.

God geeft de wasdom, naar de mate van de prijs die de mens bereid is te betalen. Als iemand in zijn nieuwe positie nog iets wil vast­houden – en dat zijn er ve­len – blijft hij stilstaan bij Ez. 47:11.

Niemand zet een nieuwe lap op een oud kledingstuk of doet nieuwe wijn in oude zak­ken, zegt de Bijbel. Anders wordt men zelf een “oude zak” die na jaren op weg te zijn, geestelijk nog steeds de­zelfde is.

De farizeeën en Sadduceeën waren bekeerd en gedoopt, maar niet wedergeboren, ge­zien de woorden van Johannes de Doper (Matt. 03:01-12). Stil­staan in de geestelijke we­reld, betekent dat je geen verbinding hebt met de levensrivier. God geeft ons een Geest van openbaring en wijsheid, om op te wassen in de Godsvrucht, tot Zijn lof en eer. (Luc. 01:75). Het doel is dat wij vrucht zullen dragen in de geestelijke we­reld.

“De verstandigen zullen stra­len als de glans van het uit­spansel, en die velen tot ge­rechtigheid hebben gebracht als de sterren, voor eeuwig en altoos” (Dan. 12:03-04).

Vergeet niet “Levend geloof” na lezing door te geven aan anderen!

 

Hans Koornstra

“Voordat ik christen werd, was ik iemand met een verleden, nu iemand met een toekomst”.