1976.09-10 nr. 167

Levend Geloof 1976.09-10 nr. 167

De schuilplaats gedicht door Judith Jacobs

(Heer, waar dan heen..,.?)

(Ps. 091:014-015; Ps. 050:015)

Heer, waar dan heen met alle vragen.

Als ’t water tot mijn lippen stijgt?

Als donk’re wolken samenpakken

Het naad’rend noodweer mij bedreigt?

 

Naar welke plek zou ’k moeten vlieden?

Er is geen schuilplaats in de nood:

Geen hulp of redding kan men bieden

In ’t eenzaam strijdperk van de dood.

 

Toch hoef ik Heiland niet te vrezen

Want Gij beveelt Uw eng’len wacht:

Door Uwe liefd’ en zorg omgeven

Ben ’k veilig in de donkerst’ nacht.

 

Heer, waar dan heen? Met alle vragen

Voert ieder pad slechts naar U heen’

Gij laat – in d’ ure der beproeving –

Die Uw Naam kennen: nooit alleen”.

 

Wie beïnvloed de menselijke geest? Door Gert Jan Doornink

De grote strijd die zich afspeelt tussen God en satan gaat om de beïnvloeding van de menselijke geest. Daarbij is een groot verschil. Terwijl God probeert de menselijke geest te beïnvloeden in positieve zin, probeert satan het in negatieve zin. Omdat satan slechts één doel voor ogen heeft, namelijk de vernietiging van de mens, zodat er geen vrede mogelijk is tussen God en mens, zal hij alles op al­les zetten om dat doel te bereiken. Hij gebruikt hiervoor alle mogelijke middelen: lectuur, radio, televisie en last- but-not-least de woorden die onwedergeboren mensen recht­streeks spreken tot hun medemensen, waarmee ze dagelijks in contact komen.

Maar wat voor satan geldt in negatieve zin, geldt voor God in positieve zin. Gods doel voor de mensheid is: her­stel van de verbroken verbinding, vrede, blijdschap, geluk, openbaring van het nieuwe leven.

Nu zou men vermoeden dat de mensen ‘en massa’ vrede met God zoeken. Immers wie zoekt nu ongeluk in plaats van geluk? Wie wil niet graag eeuwig leven?

Helaas is dit niet het geval. Velen hebben de duisternis liever dan het licht. Velen laten zich liever verblinden door de vader der leugen en blijven onder zijn invloed.

Ook denken velen dat onder invloed van satan uitkomen onmogelijk is, dan alleen misschien bij de dood en hopen dan op hun sterfbed op eeuwig leven. Terwijl de Bijbel toch duidelijk zegt dat wij reeds nu eeuwig leven ontvangen als wij geloven in het volbrachte werk van Jezus ..Christus.

Positieve beïnvloeding

Voor hen die het nieuwe, eeuwige leven van Jezus Christus hebben ontvangen is het daarom zo uitermate belangrijk dat zij met grote kracht in Jezus’ Naam proclameren dat Jezus de Verlosser is naar geest, ziel en lichaam. Dat Hij nieuw le­ven schenkt, een leven waarin geen plaats is voor het werk van satan, maar waarin God Zijn herstellend en vernieuwend werk kan doen.

Iedere Christen, ieder wedergeboren mens, be­hoort een spreekbuis te zijn van de levende God om de menselijke geest te beïnvloeden in positieve zin’. God doet Zijn werk thans door de Gemeente, waartoe allen behoren die gereinigd zijn door het bloed van Jezus.

Maar dan moet ook bij de leden van die Gemeente het wer­kelijke verlangen zijn om de volheid en de overwinning van Jezus Christus, te openbaren. Want het geraffineerde van de duivel is en velen zien dit willens en wetens over het hoofd, dat hij ook de wedergeboren mens probeert in negatieve zin te beïnvloeden, zodat deze geheel of gedeeltelijk uitgeschakeld wordt. Als instrument in Gods hand. Vandaar de oproep van Paulus in (Kol. 03:01-03). Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods. Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op aarde zijn. Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God.

Bedenk de dingen die boven zijn.

Ons oude leven is gestorven, het is met Christus begraven in het watergraf. Wij zijn met Christus opgewekt, het nieuwe leven is in ons. Welnu, Paulus zegt, als dat zo is, zoek en bedenk dan de dingen die boven zijn. Laten we satan geen voet geven, opdat God ten volle zijn werk in en door ons kan doen. We zijn betrokken bij een strijd op leven en dood. Maar het is een geestelijke strijd. Laten we dit niet over het hoofd zien. Paulus zegt, want we hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten (Ef. 06:12). De menselijke geest is alleen in positieve zin te beïnvloeden als wij geestelijk strijdend, denken en handelen! Laten we daar als kinderen Gods een actief aandeel in hebben!

 

 

 

Met Hem meer dan overwinnaar door H. J. GLASBERGEN

Zekerheid

De mens, die verzoend is met God, door onze Heer Jezus Christus, heeft de zekerheid dat hij een nieuwe schepping gaat worden als hij zich hier naar uitstrekt. De wil van de mens speelt hierin een grote rol.

Naar de mate waarin men de gezindheid van zijn Meester wil volgen en uitdragen zal hij ook ontvangen. Zo wordt de mens een nieuwe schepping uit Gods Geest. En drie getuigen ven “hem” in de hemel en drie getuigen van “hem” op aarde.

Nu horen wij in het volle evangelie veel overwinningskreten en liederen, maar velen weten vaak niet wat zij dan wel overwonnen hebben. Als wij werkelijk zijn wat wij zeg­gen, is de vraag aan de orde wat dan de schuld is van de grote verdeeldheid die nog steeds groter wordt.

En toch belijden wij terecht: Dit is het volle evangelie, er is geen ander. Niemand schaamt zich, niemand voelt zich schuldig. Tegen wie strijden wij? Wij geloven Gods Woord als de enige waarheid en hebben allen gelijk, dacht ik. Toch roept niemand in de woestijn van verwarring: Laten wij het beloofde land in bezit gaan nemen en het Huis Gods gaan bouwen, want dit is Zijn wil. (Hagg. 01:07).

Rekening

Het excuus weet ik; Wat is de winst als je dit naar bui­ten brengt? Niet: Wat is het verlies als wij het zo laten? Eens komt de rekening, dat staat vast. (Heb. 04:12-13). Het oordeel begint bij het Huis Gods en wee hen die het geweten hebben.

Alles wordt bedekt, niet met de mantel der liefde, maar met het Woord van God. Ieder voelt zich onschuldig en gaat rustig door, zijn eigen weg, zijn eigen werk! Allen zijn gedoopt in water en gedoopt in de Heilige Geest en dat geloven wij. Maar die Heilige Geest is al lang weg, anders wa­ren die scheuringen door de Heilige Geest veroorzaakt. En dat geloven wij toch niet of zou dit ook kunnen?

Vrucht

Want de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap en vre­de. Is deze Geest, die uit God is, dan niet dezelfde Geest die in Jezus Christus was en niet meer in staat meer te doen dan wij bidden en beseffen? Dienen wij Hem in heiligheid en gerechtigheid voor Zijn aangezicht, al onze dagen?(Luc. 01:75) Zijn wij een heilige natie, een volk Gode ten eigendom?

(1 Petr. 02:09).

De Heilige Geest is bedroefd weggegaan, toen Hij al die belangrijke mensen zag dié in de wijngaard arbeiden. Zij zeggen: Wij arbeiden al zo, lang en hebben dus veel meer rechten. Wij hebben veel meer te openbaren en doen dat ook.

Wijsheid

De veelkleurige wijsheid wordt in het lichaam openbaar. Niet in een bepaalde kerk, gemeente of groepering. God staat boven alle dingen. Maar gij, o mens, wij zijt gij, dat gij God zou tegenspreken? Of heeft de pottenbakker niet de vrije beschikking het ene voorwerp tot eervol en het an­dere tot alledaags gebruik te maken?(Rom. 09:19; Rom. 09:25).Wie zijn wij eigenlijk buiten Hem? God laat zich door niemand onder­wijzen, maar wie wil er nu leem zijn?

Velen spreken over het zoonschap en zijn nog niet eens uit de kinderschoenen. Als wij elkander nog verbijten en niet accepteren, zijn wij Hem niet waardig. Wij kunnen ons verliezen in beschouwingen over het duizendjarig rijk en de buurman mast ons gaat verloren, omdat deze niet uit ons ziet dat Jezus leeft in ons. Jezus had een boodschap voor nu, voor de mens in nood in deze tijd.

Bandeloosheid

In Nederland worden Gods inzettingen met voeten vertrapt door een goddeloze regering. Duizenden kinderen worden door een geprogrammeerde bandeloosheid tot de slavernij gebracht onder de leugen van de vrijheid, door de vader der leugen. En wij zwijgen bescheiden in alle talen, kritiek genoeg in besloten kring.

Als wij teruggaan naar het begin, wat wij toch belijden, dan lees ik in (Hand. 01:02) dat er honderdtwintig mensen bijeen waren, mannen en vrouwen, met Maria en de broeders van Je­zus. Deze lieten de toenmalige wereld weten in alle talen dat Jezus de Christus was en opgestaan was uit de doden en in hen leefde, wat zich openbaarde in wonderen en tekenen. Zijn kracht werd in zwakke mensen volbracht. Zij lieten zien dat Hij alle macht had in de hemel en op de aarde.

Er was nog geen partijschap en scheuring, zij waren één van zin en hadden één doel. Zij waren niet van Paulus of van Apóllos. Christus is niet gedeeld. Er is één God en Va­der, één Naam tot behoudenis: Jezus Christus. Want Hij is goed en Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid!

Doel

En God was met hen en bevestigde Zijn Woord en belofte. Zijn Naam werd verheerlijkt. ”De Heilige Geest zal Mij verheerlijken”(Joh. 16:11). Verheerlijken wij Gods Naam? Dit is het doel van Ons leven. “Laat die gezindheid in u zijn die in Christus was”(Filip. 02:05-11).

Hij heeft zich vernederd voor ons. Zonder ons te verne­deren lopen wij vast in menselijke ijver, goed bedoeld dikwijls, maar waardeloos voor God. Na jarenlang op de weg te zijn, ga je zien wat vleselijke begeerte om God te dienen, kapot maakt en schade doet.

Er was eens een V.E.Z.A., een instrument van God, geleid door oprechte Godsmannen, de Geest van God was in hen en werkte door hen. Duizenden mensen kwamen tot nieuw leven, jonge mensen zijn nu op de zendingsvelden door het werk . . van de Veza, het was een uitdaging aan Nederland.

Afgang

Het was Gods tijd en Zijn werk. Er was gerechtigheid, liefde en blijdschap en vrede. Tot er mensen in het bestuur infiltreerden die niet uit God waren, wat zich uitte in ru­zies en verdeeldheid. Zij wisten het veel beter dan de geroepenen. De Heilige Geest ging bedroefd weg. De totale af­gang was begonnen, het sprookje was uit.

Is dit onze belijdenis, opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn? (Ef. 01:01; Ef. 01:14). Hoeveel werk wordt niet kapot ge­maakt en stil gelegd door mensen die zich geestelijk noemen maar star zijn in hun eigenwaan en geloof in zichzelf. In steden en dorpen zijn deze te vinden. Zij hebben ijver voor God, maar zonder verstand. Gemeenten zonder voorganger en oudsten die geroepen zijn door mensen leiden dan deze groe­pen zonder de kracht van de Heilige Geest, zoutloos en vruchteloos. Het bijbels patroon van onze meester – volmaakt, heilig – is niet hun zaak. De Heilige Geest kan daar geen apostelen, profeten, herders, leraars en evangelisten plaat­sen, want er is geen plaats voor Gods Geest om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, zij doen dit allemaal zelf wel.           

Lichaam

Jezus zegt van Zijn Woord dat het als zaad is. Als dit zaad de grond niet ingaat om te sterven, kan het geen vrucht vóórtbrengen, dan verdroogt de levenskiem. Hij spreekt over stromen van levend water, van de Heilige Geest, Zo heeft een gemeente het levende water nodig. Waar vlese­lijke werken zijn en domme hoogmoed, kan en wil God niets doen, daar kan Hij Zijn Naam niet verheerlijken.

Verblind in hun ijver zonder verstand, brengen zij geen vrucht op. Buiten het lichaam – het Bijbelse voorbeeld – is er geen leven, het wordt steriel. Sprekers die allen een eigen geluid vóórtbrengen maken de verwarring nog groter in zich noemende volle evangelie kringen. Hele gemeenten zijn verdwenen, kwijnen weg of staan op een laag pitje zonder getuigenis. Zou dit Gods weg zijn en Zijn wil?

Talenten

God erkent geen vleselijke werken. Doe het werk waartoe je geroepen bent, of wacht tot God je roept. De Heilige Geest maakt geen fouten. Een ieder heeft talenten van God gekregen om in het Lichaam van Jezus Christus, de Gemeente, te dienen. Niemand is onbelangrijk op zijn plaats, maar wel door God aangewezen en niet zelf georganiseerd. De een acht de ander uitnemender dan zichzelf.

De wereld om ons heen hongert en dorst naar gerechtigheid, ook de wereld direct om ons heen. “Geeft gij hen te eten”, zegt Jezus. Dit is de opdracht: “Gij zult Mijn getuigen zijn”. Wie zal het anders moeten zeggen dan wij, want dit is het evangelie en het antwoord op de nood van de mens van deze tijd.

Dienstknecht

Durf en wil een steen zijn van een onzichtbare muur van het Huis Gods. Niet erkent door mensen, maar door God ge­kend: “Gij goede en getrouwe dienstknecht…..” Dit zijn de schatten die alle verstand te boven gaan.

Gelukkig zijn er nog veel gemeenten op Bijbelse grond gebouwd, waar de mens herstelt naar geest, ziel en lichaam. Dit zijn de overwinnaars door Jezus Christus, de zonen Gods, die zichzelf onderworpen hebben aan de wil van de Meester.

 

5e One way day

Grote demonstratie van 15.000 jongeren voor christelijk karakter van Nederland

Utrecht- “Wij hebben samen gebeden dat ons land weer een christelijke natie wordt ‘ . Dat stond in een telegram dat evangelist Ben Hoekendijk zaterdag 23 oktober namens 15.000 jongeren in de Utrechtse Jaarbeurs naar de leden van de Tweede Kamer stuurde. Voor de vijfde keer hield hij zijn jaarlijkse zogenaamde ‘one Way Day’ die meer bezoe­kers trok dan ooit tevoren. Zij kwamen uit de meest uiteen­lopende kerkelijke richtingen. De dag stond in het teken van gebed voor land en volk onder het motto “Terug naar de Bijbel”. Behalve naar de Tweede kamer werd ook een telegram gezonden naar het koninklijk paar, waarin o.m. werd gezegd: We geloven dat alleen een terugkeer tot God ons land voor verdere ontwrichting kan bewaren”.

Jezus maakt vrij’

In het telegram aan het parlement stond dat de One Way Day een demonstratie was voor het behoud van het christe­lijke karakter van Nederland. De Kamerleden werd verzocht voorstellen te steunen, ‘die blijk geven van geestelijke weerbaarheid en die gegrond zijn op de Bijbelse moraal.

In de volle Julianahal zaten ’s middags de duizenden jongeren twee aan twee, op stoelen of op de gronde te bid­den. Ook deden zij Bijbelstudie over het thema: “werkelijk vrij zijn’, aan de hand van vragen en verwijzingen naar Bijbelteksten in het programmaboekje.

Het evangelie is het antwoord

’s Morgens had Ben Hoekendijk de jongeren opgeroepen zich niet te laten meeslepen met hun omgeving. “Wees waak­zaam. Je omgeving dicteert je ten aanzien van kleding, haardracht, taalgebruik en andere misschien vrij onschuldi­ge zaken. Durf als het nodig is alleen te staan. Je omge­ving moet niet jouw, maar jij moet je omgeving beïnvloeden”, aldus Ben Hoekendijk, die het “ruggengraatloze gepraat in dit land” hekelde.

‘Een biddende minderheid kan het land veranderen. Het evangelie is het antwoord op de crisis van Nederland’ . “Hij stelde de Bijbelse figuren Ester en Daniel, die een belangrijke rol speelden voor de toekomst van het Joodse volk, ten voorbeeld voor de naar hem luiste­rende menigte” ten voorbeeld voor de naar hem luisterende menigte. “De toekomst van het Nederlandse volk rust mede op jouw schouders. Ons land hoeft niet verder weg te zinken in economische crisis, cha­os en immoraliteit”.

Een “evangelische beurs”, waar zo’n 80 christelijke orga­nisaties zich met stands presenteerden, een 600 man tellend koor met orkestbegeleiding (dat speciaal voor deze dag gecomponeerde liederen zong) en geloofsgetuigenissen van verscheidene jongeren waren opmerkelijke onderdelen van de ma­nifestatie. ’s Avonds zong en sprak de voormalige Engelse popzanger Len Magee, die na een stormachtig leven christen is geworden. Ook een voormalige hoofdrolspeler uit de Neder­landse cast van de musical “Hair” vertelde hoe hij enkele jaren geleden tot geloof was gekomen.

Duizend jongeren in de nazorgruimte en een groot financieel wonder

Meer dan duizend jongeren bezochten in de loop van de dag de zogenaamde “nazorgruimte” om te kennen te geven dat zij tot geloof wilden komen of om over andere geestelijke noden te praten en te bidden. Een groot aantal pastorale werkers stond daarvoor voortdurend ter beschikking. ‘Dit is een geestelijke revolutie in ons land” riep Ben Hoekendijk ’s middags uit. Vandaag wordt er historie gemaakt. Ons volk mag het weten: Er is een jeugd die opstaat, opdat het land zal worden gereinigd”.

Behalve de kosten van de dag. f.90.000 – brachten de jongeren nog f.12.000- voor een computer t.b.v. Wycliffe Bijbelvertalers en f.15.000,- voor een kerkje op het eiland St. Martinique bijeen. “Een groot financieel wonder’ aldus Ben Hoekendijk.

Johan Th. Bos.

 

Mijn woning. Gedicht door Judith Jacobs

De eeuwige God is u een woning en onder u zijn eeuwige armen”(Deut. 33:27). Ja zelfs de haren van uw hoofd zijn alle geteld”. (Luc. 12:07)

Ik weet: de haren van mijn hoofd

Zijn door Godzelf geteld;

Geen macht is er die keren kan

Wat Jezus heeft gesteld.

 

Als Hij mijn veil’ge woning is

Waar ‘k in verkeren mag.

Zal dat mijn rust en vreugde zijn

Ook op de kwade dag.

 

Zijn eeuw’ge Vaderarmen zijn

Gedurig onder mij

En wat er ook gebeuren zal

Hij is mij steeds nabij

 

Ja, die verzeek’ring is mijn kracht

Geeft vrede voor ’t gemoed;

Te weten: dat ik ben gedekt

Door Jezus’dierbaar bloed.

 

 

De verdediging van Stefanus door Jan W. Companjen

‘ Zoals wij afgesproken hebben zullen wij het dit keer hebben over de verdediging die Stéfanus uitsprak tegen zijn veroordelers. Stéfanus stond bekend als een man vol van Geest en wijsheid. Hij was een echt handelend christen. In (Hand. 06:08) lezen wij o.a. dat Stéfanus, vol van genade en kracht, wonderen en grote tekenen deed onder het volk. Desalniettemin moest hij opgeruimd worden omdat hij de bestaan­de zeden niet onderschreef, maar de leer van Jezus Christus verkondigde, met alles wat daaraan verbonden was.

Wat was dan wel het uitzonderlijke dat daar tussen joodse ”gelovigen” zulke grote meningsverschillen ontstonden? Wel dat vond nergens anders zijn oorzaak in dan dat de jo­den hun oude geloof wilden behouden (met tempel en wet) en dat Stéfanus de leer van het Koninkrijk der hemelen verkon­digde. Stéfanus had voor 100% begrepen dat met de komst van Jezus een nieuw begin werd gemaakt. Al het vorengaande was schaduw geweest en was in Christus vervuld. Vandaar dat wij nu kunnen zingen: ”Want nu de Heer is opgestaan, nu vangt het nieuwe leven aan. Een leven door Zijn dood bereid, een leven tot in eeuwigheid”.

Leven in twee werelden

Na de komst van Jezus op aarde en Zijn volbrachte werk, kon de mens weer in twee werelden leven. Hier op deze aarde met beide benen op de grond, maar ook nog – en dat is het werkelijke christelijke leven – in de hemelse gewesten.

Door bevrijding en verlossing van zonde en schuld kon de mens weer, door de doop met de Heilige Geest, gemeenschap hebben met God als zijn hemelse Vader. Hij kon weer gemeen­schap hebben met zijn Schepper en vanuit die gemeenschap vrucht dragen.

Jezus liet ons als het vleesgeworden Woord, Gods wet zien. Hij leefde die als het ware aan Zijn volgelingen voor. En zoals de Vader Hem gezonden heeft, zo zendt Hij ons thans. Hij is het Hoofd van Zijn Lichaam, de Gemeente. Dat Lichaam wil Hij gaan besturen, zoals Hijzelf door de Vader bestuurd werd.

De betekenis van het avondmaal

Deze dingen waren bij Stéfanus geworden als vlees en bloed. Zijn hele wezen was als het ware daarmee doortrokken. Het Avondmaal is hiervan ook een beeld. Het brood (het li­chaam) en de wijn (het bloed van Jezus) worden doordat wij het opeten, dat wil zeggen tot ons nemen, geheel in ons lichaam opgenomen. Nu zoals dat brood en die wijn in onze bloedbaan worden opgenomen, zo wil ook Jezus ons gehele li­chaam, ons gehele wezen, ons gehele zijn naar geest, ziel en lichaam, doortrekken.

Het is dan ook helemaal niet vreemd dat Handelingen 6 af­sluit met de mededeling dat het gezicht van Stéfanus er uit zag als van een engel. Zo, in deze toestand, begon hij zijn verdediging en toen hij uitgesproken was zag hij de hemelen geopend en Christus staande ter rechterhand Gods. Zijn leven eindigde met de woorden: Here Jezus, ontvang mijn geest en Here, reken hun deze zonde niet toe.

Hij gebruikte dezelfde woorden als Jezus op Golgotha. Ook toen was het nog zo dat vele joden echt niet wisten wat zij deden. Vierduizend jaar oud was hun geloof, was dat niet steeds goed gebleken door de eeuwen heen? Ja het was een goede Godsdienst voor de natuurlijke wereld en voor het na­tuurlijke volk van God geweest.

De godsdienst met profetische boodschap

Maar het was bovendien veel en veel meer. Het was tevens een heenwijzing naar de hemelse koning David en een heenwijzing naar het hemelse Jeruzalem. Al deze dingen waren aan Israël tot voorbeeld geschied. Alles had in hun Godsdienst een profetische boodschap. Eerst de gang van zaken bij de aartsvaders en bij Jozef, vervolgens de uittocht uit Egypte en de intocht in Kanaän. Daarop aansluitend de gehele in­stelling van de Godsdienst in de tempel met al zijn symbo­len, de concentratie op Jeruzalem en als kroon van alles het offerlam. Ook elke overheersing door de vijanden die hun omringden en afbraak en opbouw van de tempel is ons tot voorbeeld geschied en juist deze dingen trachtte Stéfanus de joden duidelijk te maken.

De schaduwtijd is voorbij

Al deze dingen moesten geschieden. Maar nu is de tijd van de schaduw voorbij. Toen, 2000 jaar geleden, bij Stéfanus en nu bij u en mij. Verstaan wij het wel? Leven wij nu inder­daad naar de Geest en niet meer naar het vlees? Heeft Chris­tus de wet en de profeten voor u vervuld? Of staat u er nog onder? Jezus kwam om hen die onder de wet waren, vrij te ko­pen, opdat wij het recht van zonen Gods zouden krijgen. (Gal. 04:05).

De massa wordt nog steeds in het spoor gehouden door de wet en niet door de Geest van Christus. Men stelt zich daar­toe nog in veel kerken elke zondag bewust op onder de wet. De wet is voor de vleselijke christen. Indien wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest het spoor hou­den. Stéfanus probeert in zijn verdediging de Joden te over­tuigen dat zij van vleselijke gelovigen geestelijke gelovi­gen moeten worden. Gods Geest moet vaardig over hen worden. Niet over één man (de profeet) zoals in het oude verbond, neen over allen.

Daartoe zal het nodig zijn dat de mens zich niet langer verzet tegen de Heilige Geest. Die geest gaat in tegen elke organisatie en tegen elk theologisch denken dat niet gericht is op de doop in de Heilige Geest. Die Geest, die ons na Christus’ komst op aarde geschonken is om weer werkelijk mens te kunnen zijn. Die Geest voert ons naar de volle waarheid. Die Geest heiligt en reinigt en zuivert ons tot goud, zodat wij gereinigd en heilig kunnen leven. Hij is het die alles in allen volmaakt.

Waarover sprak Stefanus?

En nu de preek van Stefanus. Allereerst wordt daar de geschiedenis van Abraham, de vader der gelovigen, verteld. Abraham verliet, op gezag van Gods Woord, zijn land en zijn familie en ging op stap naar het land dat God hem wijzen zou. Meteen begon hier al de duivel een woordje mee te spreken. Toen deze namelijk zag dat Abram niet te houden was maar op pad zou gaan, gaf hij hem de nodige ballast mee. Dat was geen brood, kaas en eieren, maar, je zult er maar opkomen, zijn vader en zijn neef Lot.

Nu is dat meegaan van zijn vader nog niet zo’n grote strop geworden. Die was er alleen maar oorzaak van dat hij halfweg in Haran is blijven steken. Zie (Hand. 07:04) waar staat dat hij zich in Haran vestigde en dat Abram pas in het land der belofte kwam toen zijn vader overleden was. Is dat nu zo erg dat hij zijn vader meenam? Is dat zelfs niet een bewijs dat hij een goede zoon was? Ja dat is alle­maal waar in zoverre als het niet tegen Gods opdracht in gaat. Men moet God liefhebben boven vader en moeder. Men moet de Heer meer gehoorzamen dan je aardse vader. Want ik geloof dat niet in eerste instantie Abram maar vader -Terah en neef Lot er de oorzaak van waren dat zij met z’n allen in Haran bleven steken. Als men daar in Haran aan Abram zou hebben gevraagd: Is dit nu het land waar God je brengen zou? Dan zou hij zeker de schouders opgehaald hebben en gezegd hebben: Ik weet het niet, ik weet het niet of ik er al ben, of: Ik weet niet of ik alles wel zo zeker weet.

Het was alles door belemmeringen die hij zelf meegenomen had, een groot vraagteken gebleven.

Tradties kunnen belemmerend werken

Zie dit nu ook eens geestelijk. Alle oude overleveringen kunnen ook u van veel geestelijke vooruitgang afhouden. Vele tradities kunnen het volle leven met Christus ernstig belem­meren en/of tegenhouden.

Maar na het afsterven van zijn vader trekt hij verder en komt in het beloofde land. Toen waren meteen de vraagtekens weg. God sprak tot hem en hij bouwde de Here een altaar. Abram was binnen. O ja? Niets hoor, God gaf hem, de vader der gelovigen, geen erfdeel daarin, zelfs niet één voet’ (Hand. 07:05).

Nu van die meegenomen Lot heeft hij ook niet veel plezier gehad, maar dat is een verhaal op zich zelf. Lot leefde steeds bewust en later onbewust onder de bescherming van Abraham. Abraham nam het voor hem op en bevrijdde hem toen hij gevankelijk was weggevoerd. Sodom betekende bijna de ondergang van neef Lot. Er was echter iemand die voor hem vocht en bad. Wel zouden de nakomelingen van Abraham in dat land gaan wonen. Zij zouden het in bezit gaan nemen, maar dat zou niet eerder gebeuren dan nadat zij 400 jaren geknecht zouden zijn.

Dan volgt de opsomming van de geschiedenis in Egypte (Hand. 07:09-34) en de rol die Mozes daarin speelde. Het is een grote opsomming van grote daden Gods en als tegenhanger daarvan een steeds weer tegenstribbelend volk van God dat steeds moeilijker werd te regeren. Zij kwamen uiteindelijk naar Gods belofte in het beloofde land, maar waren inmiddels wel gedegradeerd tot een volk dat door wetten geregeerd moest worden. Zij waren een natuurlijk, vleselijk, volk van God geworden dat door wetten met straf en boete in het gareel moest worden. Mozes, een type van de Heilige Geest, Hij was woordvoerder Gods, werd niet geaccepteerd. De eerste keer toen hij zich als zodanig opwierp was helemaal een afgang. Hij moest onderduiken en verdween in de woestijn (40 jaar) totdat hij opnieuw, maar nu door God zelf, gezonden werd.

Dit hele hoofdstuk zit vol met voorbeelden dat Israël zich niet wil laten leiden. Ondanks tekenen en wonderen ging hun hart terug naar Egypte, waar zij getreiterd werden en ondergeschikt waren aan allerlei machten en krachten.

De gehele uittocht uit Egypte is een spiegel van het he­dendaagse Christendom. Zo als Mozes geroepen werd om het natuurlijke volk uit te leiden, zo is Christus geroepen om het geestelijke volk Gods uit te leiden.

In (Hand. 02:36) staat daarvan zo duidelijk dat God Hem tot Here en Christus gemaakt heeft. Hij is de Leidsman voor Gods volk en een andere weg is er niet meer.

Lees nu Handelingen 7 nog eens en schrijf mij eens wat u daarin nog meer gevonden hebt.

1976.03-04 nr. 164

Levend Geloof 1976. 03-04 nr. 164

Wordt vervuld met de Geest

Deze woorden die de apostel Paulus oorspronkelijk richt­te tot de Gemeente te Efeze (Ef. 05:18) is ook voor van­daag nog van grote betekenis. Paulus richt zich hier tot de gelovigen, tot hen die Jezus Christus reeds kennen. Tot hen zegt hij: “Wordt vervuld met de Geest”.

Dit betekent dat een kind van God niet automatisch na zijn bekering en wedergeboorte vervuld is net. de Heilige Geest, zoals sommigen leren. Ieder mens heeft ook na zijn bekering en wedergeboorte een vrije wil. Hij kan de Heer gehoorzaam zijn of ongehoorzaam. Hij kan vleselijk of geestelijk leven. Hij kan in zonden leven of overwinning over de zonden hebben.

Het is de wil van God dat de nieuwe mens tot volle was­dom kont en dat geen voet aan de duivel gegeven wordt (Ef. 04:20-27). Als Paulus schrijft: “Wordt vervuld met de Geest” wil hij als het ware uitdrukken dat het voor de gelovigen absoluut noodzakelijk is om iedere dag opnieuw vol te zijn van de Heilige Geest. Hij behoort zich daar naar uit te strekken, er voor te bidden. . . . . en er voor te danken. Het is niet voldoende tevreden te zijn net een eenmalige ervaring van de doop met de Heilige Geest, hoe belangrijk ook, want een geestelijke ervaring is van geen betekenis als zij geen blijvende doorwerking heeft.

Petrus kon zijn grote rede op de Pinksterdag – met won­derbare gevolgen! – pas uitspreken nadat hij vervuld was met de Heilige Geest. Zoals een auto niet kan rijden zonder benzine of andere brandstof, kan geen enkel kind van God ten volle functioneren als instrument in Gods hand als hij niet vol is van Gods Geest. Als ook wij ons bewust zijn dat wij geroepen zijn dat wij geroepen zijn Jezus in al Zijn volheid te openbaren, is het ook ons verlangen vol te zijn van de Heilige Geest!

 

Heeft u een over gegeven leven? Door Gert Jan Doornink

“En toen zij op weg waren, zeide iemand tot Hem: Ik zal U volgen, waar Gij ook heen gaat’. En Jezus zeide tot hem: De vossen hebben ho­len en de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des mensen heeft geen plaats om het hoofd neer te leggen.

En Hij zeide tot een ander: Volg Mij. Maar deze zeide: Sta mij toe eerst heen te gaan en mijn vader te begraven. Maar Hij zeide tot hem Laat de doden hun doden begraven; maar ga gij heen en verkondig het Koninkrijk Gods. En weer een ander zeide: Ik zal TJ volgen, He- re, maar laat mij eerst afscheid nemen van mijn huisgenoten. Maar Jezus zeide tot hem: Nie­mand, die de hand aan de ploeg slaat en ziet naar hetgeen achter hem ligt, is geschikt voor het Koninkrijk Gods” (Luc. 09:57-62)

Heeft u een overgegeven leven? Als we elkaar deze vraag gaan stellen krijgen we ongetwijfeld verschillende antwoorden. De een zal zeggen” “Ja, natuurlijk, want ik ben een kind van God”. Een ander zal zeggen: “Ik ben weliswaar een kind van God, maar een overgegeven leven. . . . . neen, dat durf ik zo niet te zeggen. . . . . “. Weer een ander zal zeggen: “Een overgegeven leven. . . . . wat is dat eigenlijk. ?”.

Wat is overgave?

Overgave – overgeven – betekent, het woord zegt het reeds: Iets wat je hebt, wat je bezit, geef je aan een an­der. Het is als met bijvoorbeeld een briefje van 100, zolang je het zelf nog bezit kun je er wat voor kopen, maar heb je het aan een ander gegeven, dan kan die ander dat briefje gaan gebruiken. 

Dat geldt uiteraard voor elk voorwerp, maar in het kader van ons onderwerp, gaat het om iets heel anders, iets heel belangrijks. Het gaat om het allerbelangrijkste, namelijk het leven zelf!

Het leven

Of vindt u het leven’ niet het allerbelangrijkste? Het leven is immers het wezenskenmerk van God en van Zijn schep­ping en dus ook van de mens, de kroon van Gods schepping.

Daarom is het zo uitermate belangrijk wat de mens met zijn leven doet. Wat is het diep tragisch dat zo velen – onder invloed van satan – hun leven laten ruïneren. Hun le­ven is een puinhoop, terwijl God er toch zo’n andere bedoe­ling mee heeft.

Hoe worden we via de Bijbel gewaarschuwd on niet zo maar het leven te gebruiken of te misbruiken. “Want wat baat het een mens de gehele wereld te winnen en aan zijn ziel schade te lijden?”(Mark. 08:36).     

Wat doet u met uw leven? Staat het in dienst van God? Of staat het in dienst van satan?

Gods doel met ons leven

Het doel van God met ons leven is dat het in Zijn dienst staat. Pas als wij ons leven hebben overgegeven aan Jezus heeft het zin, inhoud en beantwoordt het aan het doel wat God er mee voor heeft.

En wat die overgave betreft – u begrijpt het al wel – het is niet voldoende eenmaal ons leven aan Jezus te hebben gegeven, neen, er behoort ook een dagelijkse overgave te zijn. ’

Hoe voltrekt zich de overgave?

De eenmalige overgave vond plaats toen wij onze knieën bogen voor Jezus. Toen wij van een zondaar een kind, van God werden. Dat was een glorieuze dag in ons leven!

Maar de dagelijkse overgave vindt iedere dag weer plaats als wij ons leven weer toewijden aan Hem, als wij ons weer bereid verklaren Hem te volgen en in Zijn dienst te staan. De Heer vraagt dus iedere dag weer gehoorzaamheid van ons en de bereidheid eventueel smaadheid en vervolging te on­dergaan. Jezus heeft gezegd: “Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme dagelijks zijn kruis op en volge Mij”(Luc. 09:23).

Waarom hapert er zoveel aan de dagelijkse overgave bij velen? Waarom is er zoveel twijfel, zoveel ongeloof? Waarom zijn er zoveel aanvechtingen en teleurstellingen? Ik geloof omdat velen niet de Bijbelse normen en richtlijnen hanteren ten opzichte van de overgave.

Wat zegt Gods woord over de overgave?

De overgave van God aan Zijn schepping was volkomen, ra­dicaal, voor de volle 100 %. Ondanks satans vernietigende werk, bleef God Zijn schepping liefhebben en zond Hij het Allerliefste wat Hij bezat – Zijn enige Zoon – naar deze we­reld. Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe” (Joh. 03:16).

God spaarde Zijn Zoon niet. Waarom niet? Omdat de mens geschapen was naar het beeld van God. Daarom gaf óók Jezus zich voor de volle 100 ”Hoe zal Hij, die zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft, ons met Hem ook niet alle dingen schenken?”(Rom. 08:32). En (Joh. 10:10) zegt: “Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en over­vloed”.

De overgave van God en Zijn Zoon Jezus Christus was vol­komen, maar nu komt het: zoals God, zoals Jezus, zich volkomen gaf, behoren ook wij ons volkomen te geven – over te geven – aan Hem. Immers wij zijn geroepen om het werk wat Jezus deed voort te zetten. Wij zijn geroepen leesbare brie­ven van Jezus te zijn en Zijn geur te verspreiden.

Bij velen is dit het grote struikelblok. Men redeneert: Ik ben Jezus niet. . . . . . . Onze overgave blijft toch altijd ten dele. . . . . . Je moet oppassen dat je niet perfectionistisch wordt. . . . . enz.

Ik geloof dat wij door zo te redeneren God gaan beledigen. Trouwens dan vraag- ik me af hoe we dan nog liederen kunnen zingen zoals: “Heer, ik geef m’ aan U volkomen, ‘k Leg mijn al hier voor U neer. . . . “.  Of zingen wij zo’n lied

alleen maar met onze mond en niet met ons hart?

Geestelijke groei

De oorzaak dat er geen volkomen overgave bij velen. is, is de ongehoorzaamheid om niet geestelijk verder te groei­en. Velen die reeds lang geestelijk volwassen konden zijn, zijn nog baby’s in het geloof.

In het natuurlijk leven weten we er wel raad mee. Daar kennen de meesten wel de wetten van doortastendheid en doorzettingsvermogen. Iemand die auto loert rijden zet net zo lang door tot hij zijn rijbewijs heeft behaald. . . . .

Maar in het geestelijk leven gaan velen veel nonchalan­ter te werk. Sommigen blijven rustig vasthouden aan bepaal – de zonden of gebondenheden. (Heb. 12:04) zegt: “Gij hebt nog niet ten bloede toe weerstand geboden in uw worsteling te­gen de zonde”.

Volkomen overgave

Gehoorzaamheid is de sleutel tot een overgegeven leven. Er moet bereidheid zijn tot volkomen overgave, steeds weer opnieuw. Let eens op de antwoorden die Jezus geeft aan de drie mensen uit (Luc. 09:57-62).

De eerste die tot Jezus zegt: “Ik zal U volgen, waar Gij ook heen gaat”, krijgt ten antwoord: “De vossen hebben ho­len en de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des men­sen heeft geen plaats om het hoofd neer te leggen”. Een merkwaardig antwoord. Het is alsof Jezus wil zeggen: “Besef goed wat het volgen van Mij betekent. Je zult het niet ge­makkelijk krijgen. Zoals Ik in deze wereld alleen sta en vervolgd wordt, zo zal het ook gaan met de waarachtige vol­gelingen van Mij”.

Als Jezus tot een ander zegt: “Volg Mij”, geeft deze als antwoord: “Sta mij toe eerst heen te gaan en mijn vader te begraven”. Dan komt er opnieuw een merkwaardig antwoord van Jezus: “Laat de doden hun doden begraven; maar ga gij heen en verkondig het Koninkrijk Gods”.

Dan is er nog iemand die bij het volgen van Jezus niet ‘ radicaal is. Hij zegt “Ik zal U volgen, Here, maar laat mij eerst afscheid nemen van mijn huisgenoten”. Tot hem zegt . Jezus: “Niemand, die de hand aan de ploeg slaat en ziet naar hetgeen achter hem ligt, is geschikt voor het Konink­rijk Gods”.

Als één ding duidelijk wordt uit deze geschiedenis dan is het wel dit dat Jezus een volkomen en radicale overgave verlangt’

Er is geen tussenweg. Niemand kan twee heren dienen. Trouwens als we niet overgegeven leven bedriegen we onszelf want Jezus kijkt dwars door alle  maskers heen. In de geschiedenis van de rijke jongeman in (Mark. 10:17-27), zien wij een tragisch voorbeeld van iemand die niet bereid was Jezus volkomen te volgen. Deze jongeman had een voorbeeldig leven maar toen Jezus tot hem zei: “Eén ding ontbreekt u, ga heen verkoop al wat gij hebt en geef het aan de armen, en gij zult een schat hebben in de hemel, en kom hier, volg Mij”, betrok zijn gelaat en ging bedroefd weg omdat hij vele goe­deren bezat.

Waarom het zo belangrijk is ons leven volkomen over te geven aan Jezus

Tot besluit van dit artikel volgen hier een aantal pun­ten waarom het zo belangrijk en noodzakelijk is ons leven volkomen toe te wijden aan Jezus.

1.Omdat wij geroepen zijn een getuige van Jezus te zijn voor alle kinderen Gods geldt: “Gaat heen in de ge­hele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schep­ping (Mark. 16:15 ) Vlak voordat Jezus van deze aarde werd weggenomen zei Hij: “Gij zult mijn getuigen zijn te Jeruza­lem eh in geheel Judéa en Samaria en tot het uiterste der aarde”(Hand. 01:08). Wij kunnen onmogelijk een volwaardig ge­tuige van Jezus zijn als wij niet bereid zijn Hem volkomen te volgen.

2.Omdat wij geroepen zijn het Koninkrijk Gods te verkondigen. Wij mogen niet zo maar een beetje op eigen houtje wat van het evangelie vertellen of een eigen zienswijze of leer uitdragen. Wij zijn geroepen om dezelfde boodschap te. brengen die ook Jezus bracht. De boodschap van het Koninkrijk Gods. De boodschap van Jezus de volkomen Verlosser. De boodschap die bevestigd wordt door tekenen en wonderen,. In Lucas 9 legt Jezus daar ook nadrukkelijk het accent op als Hij zegt tot de één: “Ga heen en verkondig het Koninkrijk Gods en tot de ander zegt om niet achterom te zien anders zou hij “niet geschikt zijn voor het Koninkrijk Gods”.

3.Opdat God Zijn beloften in ons leven kan vervullen. In Marcus 10 zegt Petrus tot Jezus: “Zie, wij hebben alles prijsgegeven en zijn U gevolgd”. Dan zegt Jezus: “Voorwaar, Ik zeg u, er is niemand, die huis of broeders of zuster of moeder of vader of kinderen of akkers heeft prijsgegeven om Mij en om het evangelie, of hij ontvangt honderdvoudig te­rug: nu, in deze tijd, huizen en broeders en zusters en moe­ders en kinderen en akkers, met vervolgingen, en in de toe­komende eeuw het eeuwige leven”(Mark. 10:29-30). Jezus is ge­komen om ons leven en overvloed te brengen om Zijn beloften in ons leven te vervullen. Pas wanneer ons leven volkomen in Zijn dienst staat ervaren wij de werkelijkheid daarvan.

4.Opdat de satan geen vat op ons leven zal krijgen. Sa­tan wil ons doen terugzien op de fouten en tekortkomingen van het verleden. Hij zegt: “Zie je wel, een leven van over­winning is voor jou toch niet weggelegd”. Jezus zegt echter “Niemand, die de hand aan de ploeg slaat. . . . . . en ziet naar hetgeen achter hem ligt. . . . . is geschikt voor het Koninkrijk Gods”(Luc. 09:62).

(Openb. 22:11) zegt: “Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht; wie vuil is, hij worde nog, vuiler; wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd”. Dit betekent dat in deze eindtijd zich een geweldige scheiding der geesten aan het voltrekken is. Deze loopt dwars door al­le kerken en kringen heen. Aan de ene kant hen die hoe lan­ger hoe dieper wegzakken in het moeras der zonde, maar aan de andere kante de waarachtige gelovigen die Jezus volko­men volgen.

Aan welke zijde staat u? (Openb. 03:15-16) zegt: “Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet. Waart gij maar koud of heet. Zo dan, omdat gij lauw zijt en noch heet noch koud, zal Ik u uit mijn mond spuwen”. Laat dit niet van ons gezegd behoeven te worden. Wij kunnen geen tussen­weg bewandelen, maar behoren “heet” te zijn voor de zaak van Koning Jezus. ‘

Paulus zegt: “En Hij, de God des vredes, heilige u ge­heel en al, en geheel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst van onze Here Jezus Christus blijken in allen dele onberispelijk bewaard te zijn. Die u roept, is getrouw; Hij zal het ook doen”(1 Thess. 05:23-24). Van Gods kant is alles in orde. Zijn ook wij volkomen Hem gehoorzaam? Daar komt het in ze eindtijd op aan. ‘

6.Omdat God nooit iets vraagt wat wij niet zouden kunnen vervullen. Als Hij van ons vraagt Hem volkomen te die­nen en te volgen, geeft Hij ons ook de mogelijkheden en de werktuigen ‘, die we moeten hanteren. Voor een kind van God zijn dat o. a. het gebed, de vervulling met do Heilige Geest en het Woord van God. Maken wij er gebruik van, iedere dag opnieuw, zodat de uitwerking “volkomen overgave” is?

7.Opdat wij actief, strijdbaar en volhardend zullen zijn. Alleen door een overgegeven leven zijn wij bestand tegen vervolgingen, beproevingen en verzoekingen. En die zul­len zeker komen. Kinderen Gods, die overgegeven leven zijn er echter niet bang voor, omdat zij hebben geleerd niet toe te geven aan de aanvallen van de vijand. Zij overwinnen, niet in eigen kracht, maar in Zijn kracht, die gezegd heeft: “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde”.

8.Omdat het werkelijk gelukkig maakt. Volkomen overgave schenkt vrede en vreugde. Tweeslachtigheid maakt nooit ge­lukkig. Ongehoorzaamheid, ongeloof, een leven in de zonde is niet naar de wil van God, nog afgezien van de negatieve ge­volgen.

Heeft Jezus de eerste plaats in ons leven?

Het Koninkrijk Gods verkondigen en uitdragen door woord en daad betekent de bereidheid te leven in volkomen overgave. ‘ De Heer toegewijd, Hij de eerste plaats in ons leven. Zegenen en ten zegen zijn.

Bij volkomen overgave is onze blik voortdurend en alleen gericht op Jezus. Hij is ons grote Voorbeeld. In Zijn voet­stappen willen wij treden. Laten wij de Heer vragen of Hij ons daarbij wil helpen.   

 

De Hovenier gedicht door Judit Jacobs

(Jes. 55:08)

Het snoeimes – (Ps. 147:003)

Gij kerfde in mijn stam’, het leven –

Vloeide uit de bast en schil’

Het allerdierbaarst’ moest ik U geven:

Mijn ziel moest “buigen voor Uw wil

 

Waarom moest Gij zo in mij hakken

Was er geen deernis in Uw hart

Het lemmet trof mijn loof en takken

Uw liefde leek mij wreed en hard.

 

De pijn alleen was wel te dragen

Maar waar Ge mij het meest mee sloeg?

Was dat Gij zweeg op al mijn vragen,

Zodat ‘k Uw “wijsheid” niet verdroeg.

 

Gij snoeide in mijn ziel ten leven;

De tijd vergleed en eindelijk, stil

Begrijp ik nu dat veel moest sneven

Voordat een bloem komen wil. . . . .

 

Pinksteren door Jan W. Companjen

“Maar als lk ga, zal Ik Hem naar jullie toe zenden. Bij zijn komst zal Hij de mensen hun onjuiste gedachten over zonde, recht en oor­deel duidelijk maken. Hun zonde is dat zij niet in Mij geloven; recht is dat Ik naar de Vader ga en jullie Mij niet meer zien; het oordeel luidt dat de heerser van deze wereld is veroordeeld” (Joh. 16:08-11; vertaling:”Groot Nieuws voor u”).

Allerlei theorieën

Jarenlang hebben wij elk jaar naar weer opnieuw de uit­storting van de Heilige Geest herdacht. Allerlei theorieën werden daarover opgebouwd. . Veelal hing het er van af hoe­veel men zeil van deze uitstorting had meegemaakt. Men kon nu eenmaal niet getuigen van dingen die men zelf niet be­zit. Men kan er hoogstens over discussiëren, en het er na lang praten over eens worden, dat het vroeger zó en zó geweest moet zijn, maar dat dit dan nu niét meer voorkomt.

Toen moest de gemeente nog gevestigd worden, maar nu is dat een feit geworden en zijn dergelijke abnormaliteiten niet meer nodig. Anders wordt het als mensen er over gaan praten die ook in deze tijd dit machtig gebeuren hebben meegemaakt. Daarom is het dan ook uitgesloten dat iemand die de Geestesdoop niet ontvangen heeft, hierover kan spre­ken zoals dit bedoeld is. Men kan niet doorgeven datgene wat men zelf niet bezit.

Van Jood naar heiden

Toen het Pinksterfeest bij de joden een feit was gewor­den waren de heidenen aan de beurt. Het zal u bekend zijn dat in eerste instantie alleen joodse gelovigen deze Goddelijke gave ontvingen. Corneliüs was de eerste man die bij het ware Israël werd ingelijfd. Hier werd het woord waar van één kudde en één herder met geen aanzien des persoons meer. (Geen verschil meer tussen jood en heiden en/of man of vrouw, zie (Rom. 10:12 en Gal. 03:28).

Opmerkelijk is hier echter dat het visioen dat Petrus en Cornelius kreeg er op gericht was dat zij bij elkaar kwa­men. Cornelius werd duidelijk gemaakt dat hij Petrus noest ontbieden en Petrus kreeg de duidelijke boodschap dat hij gaan moest. Petrus was een echte oude jood die er tot op dat moment van uit ging dat deze zegening alleen voor de joden als volk van God bestemd was. Nu, nadat visioen wist hij wel beter.

Ik geloof dat er nog zeer veel godsdienstige mensen zijn gelijk als Cornelius, die het ook zeer goed bedoelen, ja zelfs de ware God aanbidden, maar hun ontbreekt één ding, namelijk luisteren de boodschap die hun mede-geloofsgenoot Cornelius kreeg, dat zij ook boden zenden naar de Pe­trussen,. die ook nu nog in ons midden zijn, opdat zij ook woorden horen tot hun behoud (zie Hand. 11:14). Misschien is het nog gemakkelijker om zelf tot zo iemand te gaan.

Petrus was een man die uit ervaring sprak. Hij had de Heilige Geest ontvangen en kon dus doorgeven wat hij ont­vangen had. Nu dat gebeurde dan ook prompt. Terwijl hij nog sprak viel de Heilige Geest op allen die hem aanhoorden en op dezelfde manier (zegt Petrus) als in het begin op ons.

Toen herinnerde zich Petrus het gezegde van de Here Je­zus, dat zij die tot geloof in Hem kwamen met de Heilige Geest gedoopt zouden worden (lees Hand. 11:15-18).

Volkomen herstel door de Geest

Hier is de kern van het Goddelijke Evangelie dat onveran­derlijk is. Laat u niet door mensen wijs meloen dat zo iets nu niet meer geschiedt. Hij is dezelfde nu en tot aan de voleinding. Door Zijn Geest zal het geschieden. Niet door kracht of geweld, ook niet door het menselijke verstand, maar door Zijn Geest zal het geschieden.

De tijd is nabij dat de kinderen Gods (de leiders mis­schien wel het laatst) tot het inzicht zullen konen dat Hij. Jezus Christus, het is die alles nieuw maakt. Die mensen herstelt naar geest, ziel en lichaam en die dat nieuwe volk van God tot nieuwe scheppingen maakt. In Heb. 08:10-12 wordt daarover duidelijke taal gesproken. Daar staat. -‘Want dit is het verbond (het nieuwe verbond, het nieuwe testament) waarmede Ik Mij verbinden zal aan het huis Israëls (jood en heiden samen), spreekt de Here Ik zal mijn wetten in hun verstand leggen en Ik zal die in hun harten schrijven, en Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn. En niet langer zullen zij een ieder zijn medeburger, en een ieder zijn broeder leren, zeggende: Ken de Here, want allen zullen zij mij kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen. Want Ik zal genadig zijn over hun ongerechtigheden, en hun zonden zal Ik niet meer gedenken” .

Dan volgt daarop nog het zeer betekenisvolle vers 13 = “Als Hij spreekt van een nieuw verbond, heeft Hij daarmede het eerste voor verouderd verklaard. En wat veroudert en verjaart, is niet ver van verdwijning”.

Geloof in Hem zoals Hij werkelijk is

Keren wij nu nog even terug naar ons tekstwoord uit (Joh. 16:08-11). Wat was de zonde der joden? Wat is de zonde van onze tegenwoordige mens? Dat is- het niet aanvaarden van Je­zus zoals Hij werkelijk is, zoals Zijn boodschap werkelijk bedoeld wordt, namelijk ondergaan, gedoopt worden in Hem. Onze tekst zegt: Omdat zij in Mij niet geloven.

Gelooft u in Hem? Wilt u dan ook gedoopt worden met Zijn Geest, opdat u w onjuiste gedachten over zonde, recht en oordeel duidelijk gemaakt zullen worden. Ik weet het wel, ook het geestelijk leven in Pinksteren is een kokende pot, maar het is als een spijsoffer in de pan gekookt (zie Lev. 02:05 en Lev. 06:21). Het is een bewijs dat er wat gebeurd, vooral bij diegenen die zo erg lastig zijn. Het vuur des Heren brandt en Hij zal al het kwade (en daar is nog al wat’ op te ruimen) met vuur verbranden. Hij doopt niet alleen net de Heilige Geest, maar ook met vuur. Met dat vuur zal de lou­tering plaats vinden opdat blijve wat niet wankel is.

Laten wij derhalve, omdat wij een onwankelbaar Koninkrijk krijgen, dankbaar zijn. Laten wij God dienen zoals Hij het graag heeft, met eerbied en ontzag. (Heb. 12:28). In het oude verbond (het oude testament) was een koning goed en welgevallig voor de Here als hij de afgodenoffers en hoog­ten in het land opruimde en afbrak. Hoeveel hoogten zijn er nu nog niet op ons geestelijk erf?

Wees een Gideon.

Allerlei geestelijke offerplaatsen die met het dienen van Jezus totaal niets te maken hebben, worden gehandhaafd en met hand en tand verdedigd. De leer der vaderen is thans even halsstarrig als in de dagen van Jezus. Zijn doop door onderdompeling bijvoorbeeld, die één van Zijn weinige op­drachten is. (Het betaamt ons (Hij maar ook wij) alle ge­rechtigheid te vervullen en Hij liet zich door Joh. de Do­per dopen. ).

Johannes de Doper, een man speciaal als voorloper voor Hem geroepen, doopte Jezus en terstond klonk uit de hemel een stem. Deze is Mijn Zoon. ‘Toen wisten de geestelijke leiders het beter, maar nu is het nog net zo. Probeer hier niet tegen in te gaan, want toen en nu is het nog steeds de leer der vaderen (hun hoogten, waarop zij hun kerk bouwen en offeren) heilige grond, waar niet aan getornd mag wor­den.

Maar ik wil u bij dit Pinksteren oproepen on een Gideon te worden. Lees Richteren 6 er maar eens op na. Hij klaagde bij de Here dat alles zo naar en vol onderdrukking was. Er waren geen wonderen Gods meer en zij werden: door de Midianieten uitgemergeld. Gideon werd de overwinning beloofd, maar hij moest eerst het afgodenaltaar van zijn vader en de haag die daarbij behoorde, afbreken. De held Gideon deed het in de nacht, maar hij deed het. Hij werd gehoorzaam aan het Woord Gods.

Opwassen tot alle volheid Gods

Ook u zult ontdekken dat als u gehoorzaam bent aan het Woord van onze Heer, dat de overste van deze wereld reeds geoordeeld is. Jezus wil u en mij, ja Hij wil ons allen te- samen laten opwassen tot alle volheid Gods. Wilt u ook Hem gehoorzaam zijn en alle gerechtigheid vervullen. Ook u zult dan opstaan tot een nieuw leven. “Want nu de Heer is opge­staan – Nu vangt het nieuwe leven aan – Een leven door Zijn dood bereid – Een leven tot Zijn heerlijkheid”.

Dat is het leven waarvoor u geschapen bent en wat Hij u geeft door Zijn Geest die in u wil wonen en werken. En die Geest, als die ook uw deel wordt, zal u leiden, ja de weg wijzen naar de volle Waarheid. Dan kunt u geestelijk worden en Hem persoonlijk leren kennen als uw Verlosser en Heer.

Dat is Pinksteren. Dat feest kunt u persoonlijk beleven als u tot de ervaring komt dat Hij u tot een koning en priester heeft gemaakt. Dat Hij in u meer kan en zal doen dan u bidt of beseft. Geprezen zij Zijn Naam.

 

Leven in een andere wereld

Kind van God zijn betekent leven in een andere wereld, ook al zijn wij nog in een lichaam van vlees en bloed op deze wereld vertegenwoordigd, door onze wedergeboorte geplaatst in een andere wereld”: de geestelijke wereld.

De Bijbel zegt: Wij zijn burgers van een rijk in de hemelen. (Filip. 03:20) Door onze natuurlijke geboorte zijn wij ingezetene van Nederland, België, Indonesië, of welk ander land ook, maar door onze bovennatuurlijke geboorte zijn wij overgebracht in het Koninkrijk van Jezus Christus (Kol. 01:13) Daar is onze plaats. Daar leven wij. Vanuit deze nieuwe geestelijke positie strijden wij. Hij heeft       ons een plaats gegeven in de hemelse gewesten (Ef. 02:06). Een waarachtig Christen weet en ervaart daarom ook dat de woorden van Paulus in (2 Kor. 10:03-04) waar zijn als hij schrijft: Want al leven wij in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees, want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken’. Er zijn kinderen Gods die wel weten dat hun plaats is in de hemelse gewesten, maar die menen dat dit theoretisch bedoeld is en niet praktisch te beleven valt wat een vergissing. Wat doen zij zich geestelijk veel te kort. Wat zijn zij ongehoorzaam aan de talrijke richtlijnen en aanwijzingen die Gods woord daarover geeft. Het falen van kinderen Gods doordat zij in de zonden blijven  

leven, vleselijk gezind zijn of gebonden blijven – is het niet gelovig aanvaarden van hun nieuwe positie. Onze plaats is in de hemelse gewesten, en dat niet alleen. . . . . . wij mogen daarin ook leven en van daaruit geestelijk strijden.

Dan ervaren wij de geweldige realiteit, van het Koninkrijk Gods en het nieuwe leven van Christus gaat zich ten volle in en door ons openbaren.            

 

Wandelen in geloof

Een belangrijke aanwijzing over het geloof geeft de apostel Paulus in (2 Kor. 05:07) als hij schrijft: “Wij wandelen in geloof, niet in aanschouwen”.

Paulus kende de realiteit van het echte geloof, van een dagelijks geloofsleven. Aan de Galaten schrijft hij: “Voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven”(Gal. 02:20).

Paulus wist dat het geloof zonder de werken een dood geloof is. Geloof is niet iets wat dood is, waarin geen leven is, maar het vertegenwoordigt: “leven”, “actie”, “beweging”.

Paulus schrijft niet: wij staan stil in geloof, maar wij wandelen! Niet in “aanschouwen”, want dan zou het geen ge­loof zijn. Maar in “vertrouwen”. Vertrouwen dat God achter Zijn Woord en Zijn beloften staat en ze in vervulling doet gaan.

Wandelen in geloof betekent actief zijn in het geloof. Bezig zijn met de dingen van het Koninkrijk Gods.

Daarom is een echte gelovige een actiecentrum van het Koninkrijk Gods. Als onderdeel van de Gemeente van Jezus Christus is hij actief bezig om de mensen waarmee hij in aanraking komt bekend te. maken met Jezus Christus, de vol­komen verlosser. Daarbij toont hij door zijn eigen levens­wijze en houding dat de volheid van Jezus ook in eigen le­ven een levende werkelijkheid is. Dat is wandelen in geloof.

 

Geluk door yoga

Steeds meer mensen worden de laatste tijd aangetrokken tot yoga. Wat is yoga? Het is een combinatie van meditatie en lichamelijke oefening, waarbij de techniek van het adem­halen een belangrijke plaats inneemt. Zij komt in allerlei variaties voor. In Nederland zijn de aanhangers vooral ge­groepeerd rond dr. Rama Polderman. Zijn stichting met verschillende afdelingen telt 3000 mensen die yoga regelmatig beoefenen. Momenteel wordt zelfs door de N. O. S. een radio- cursus gegeven onder leiding van deze 52 jarige arts. Het doel van deze cursus — die vlak voor middernacht wordt ge­geven – omschrijft deze yogaleraar als volgt “Ik wil de mensen leren die onrustige film in hun hoofd die hen wakker houdt uit te schakelen”.

Voorstanders van yoga sloven zich uit om uit te leggen hoe onschuldig het is en dat het niets met één of andere godsdienst te maken heeft. Hoe misleidend! Want wie zich ook maar een ogenblik wil verdiepen in de achtergronden en herkomst van de yoga ontdekt al spoedig dat we hier te doen hebben met’ één van de vele pijlen die de satan op zijn boog heeft on de mensen van het werkelijke geluk in Jezus af te” houden. Zo speelt in het Boeddhisme yoga een belangrijke rol.

Hans van Houten schrijft in het “Algemeen Dagblad” van 22 mei dat de aanhangers het over één ding eens zijn; “Yoga is de sleutel tot geluk en vrede, alsmede tot een gezond en harmonisch leven”. De Bijbel leert echter dat alléén Jezus Christus de sleutel tot werkelijk geluk en vrede is. De ve­len die door persoonlijk geloof in Jezus Christus vrede net God hebben ontvangen ervaren dit iedere dag opnieuw.

De Yogadoelstelling: “geestelijke bevrijding” is naar op eén wijze te realiseren. Geloof in het volbrachte werk van Jezus Christus. Alleen door in Hem te geloven en Hem te volgen wordt de onrust en onvrede weggenomen en komt de mens tot werkelijke bevrijding.

1976.01-02 nr. 163

Levend Geloof 1976.01-02 nr. 163

Paasjubel gedicht door Judith Jacobs

(“Ik ben de Opstanding en het Leven” – Joh.11:25)

Zoekt ge Zijn graf nog bij de doden?

Hij ’s opgestaan, Hij ’s hier niet meer;

Vergeefs zult ge Hem blijven zoeken:

Hij is: de opgestane Heer.

 

Geen macht ter wereld kon Hem breken,

Geen steen was Hem te zwaar of groot;

In ’t lege graf vindt ge slechts doeken

Hij is: verrezen uit de dood.

 

Hij wentelt weg “de steen uws harten”,

De losprijs werd door Hem betaald.

Zijn opstanding mag elk beleven.

Hij is: het Licht dat ons bestraalt.

 

Zoekt ge Zijn graf nog bij de doden?

Hebt ge de boodschap niet verstaan?

In Hem is kracht en eeuwig leven

Hij is: Gods Zoon, Hij ’s opgestaan!

 

Het wonder van Pasen door Gert Jan Doornink

Het wonder van Pasen is de overwinning over de dood door Jezus Christus, de Zoon van God. Ieder jaar, als de waarach­tige Christen Paasfeest viert, herdenkt hij dit grote heilsfeit, vol aanbidding en dankbaarheid. Trouwens niet alleen op Pasen, maar voor de echte Christen is het iedere dag Paasfeest. De levende Christus woont immers in zijn hart!

In deze eindtijd, nu de “God-is-dood” theorieën op grote schaal verkondigd worden door theologen en niet-theologen, is het God Zelf die deze leugen theorieën uit het rijk der duisternis aan de kaak stelt, doordat overal echte gelovigen zijn, die zelf het bewijs in zich hebben dat God niet dood is, maar lééft!

Immers de inwonende Geest van de levende God in elk van Zijn kinderen is “het zegel”, “de garantie” daarvan. Dat be­grijpt do wereld niet. Dat kan niemand vatten die zelf nog “in de dood” leeft.

Zodra iemand echter van een zondaar een kind van God wordt, gaat hij vanuit de dood over in het leven. Hij ver­laat dan het rijk van satan en komt in het Koninkrijk van Jezus Christus. Daarom is het getuigenis van de Gemeente van Jezus Christus: “Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zij­ner liefde, in wie wij de verlossing hebben, de vergeving der zonden”(Kol. 01:13-14).

“Wie in de Zoon van God gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem”(Joh. 03:36)‘

Als het wonder van Pasen niet was gebeurd, zou deze kerninhoud van het evangelie niet verkondigd er ervaren kunnen worden. Maar thans is het werkelijkheid! Het is waar! Jezus leeft…..en zij die in Hem geloven…..met Hem!

Gelooft u reeds in Hem? Gelooft u in het volbrachte werk van Jezus Christus aan het kruis van Golgotha? Gelooft u in de overwinning over de dood, die Hij bewees door op de Paasmorgen het graf te verlaten en Zich als de levende Heer te openbaren?

Ervaar de realiteit van het echte Christendom: Geloof in de Zoon van de levende God! ‘Beleef het wonder van Pasen!

 

Hemelse energie

U hebt waarschijnlijk ook wel die opvallende adverten­tie gezien in de dagbladen: Een aardbol met daarop een vrijwel geheel opgebrande kaars. Het was een advertentie van het ministerie van economische zaken met de oproep minder energie te gaan gebruiken.

“We halen energie uit de aarde alsof het nooit op kan.. …” “We branden onze bodemschatten steeds sneller op….” “De energie die we eenmaal uit de aarde halen, zit er in de eerste miljoenen jaren niet meer in. En wanneer het energieverbruik blijft toenemen zoals de laatste 25 jaar, hebben we over 14 jaar twee keer zoveel nodig. Terwijl de wereldvoorraad alsmaar slinkt…..”

Ja, het doet wel wat ironisch aan, dat het nog maar een paar jaar geleden is, dat de advertenties op wekten om méér energie te gaan gebruiken. Hoewel de wetenschaps­mensen koortsachtig zoeken om nieuw ontdekte energiemiddelen rendabel te maken, zijn zij thans hevig verontrust dat de aardse energiebronnen vlug uitgeput raken.

Er zijn veel mensen die deze verontrusting delen. Waar moet het met deze wereld naar toe? Loopt alles verkeerd af?, zijn de vragen die hen angstig bezig houden.

Gelukkig is de Gemeente van Jezus Christus niet ver­ontrust’ over dit alles. Zij is immers ingegaan tot de ware rust van Christus. De blik van waarachtige kinderen Gods is niet meer omlaag, maar omhoog gericht! Op Jezus Christus, de Zoon van de levende God!

Zij weten dat het veel belangrijker is dat er een andere energie is, een hemelse energie: de kracht Gods ge­openbaard in Jezus Christus, de kracht zoals wij die er­varen door de Heilige Geest. Deze hemelse energie kan nooit opraken! Zij is onuitputtelijk! Omdat de oorsprong er van God Zelf is! “Het evangelie is een kracht Gods voor ieder die gelooft!”       

 

De misleiding van astrologie door Gert Jan Doornink

Gevaarlijk terrein

Er is vrijwel geen terrein wat de laatste jaren meer in de belangstelling is komen te staan als dat van de astrologie. Zeer veel mensen zijn zich niet bewust op welk gevaarlijk terrein zij zich bevinden, als zij zich op een af an­dere wijze inlaten met deze materie.

Veelal op heel onschuldige wijze zijn ze er mee in aan­raking gekomen. Zij lezen in een blad de ‘horoscoop en hoe­wel ze na lezing glimlachend zeggen: “Wat een flauwekul”, blijft er toch wat van hangen in hun gedachtewereld. En ook de volgende horoscoop wordt weer gelezen. Geleidelijk aan wordt het een gewoonte en sommigen gaan weer een stapje verder door een persoonlijke horoscoop “te laten trekken” door één of andere astroloog of waarzegger. Het wordt dan als met verslaving aan alcohol, nicotine of drugs. Men kan er niet meer zonder. Belangrijke beslissingen worden alleen nog genomen als ze astrologen hebben geraadpleegd. Hun ad­viezen worden zonder meer opgevolgd.

Wat is astrologie?

Waarom is de astrologie nu zo gevaarlijk en misleidend? Alvorens óp deze vraag in te gaan willen wij eerst enkele dingen verduidelijken. Behalve de astrologie is er ook de astronomie, welke Griekse woorden we zouden kunnen vertalen met sterrenkunde oftewel de leer van de planeten.

De astronomie kent echter alleen een wetenschappelijke benadering, maar de astrologie gaat uit van de veronderstelling dat er verband bestaat tussen de bewegingen van de planeten en de gebeurtenissen op deze wereld, speciaal aangaan­de de mensen.

De levensloop van ieder mens zou vanaf de geboorte als baby tot aan zijn dood onder invloed staan van de loop der sterren. Op grond hiervan kan men een horoscoop laten ma­ken. Als men het geboorte uur en plaats van een bepaald per­soon weet, gaat men de stand van de sterren na op dat mo­ment. Daarbij komen allerlei berekeningen te pas. Dan gaat men de levensloop en het karakter van de betrokken man of vrouw vaststellen.

De grote misleiding

Het gevaarlijke en misleidende schuilt daarin, dat som­migen er zeker iets in zullen terugvinden van hun eigen ka­rakter of ervaring. Zij zullen zeggen: “Het is waar” en ac­cepteren ook het andere wat niet waar is en raken zo ver­bonden met deze duistere macht.

Als men van een willekeurig persoon, die men niet kent, een aantal eigenschappen gaat opschrijven en ze daarna die persoon laat zien, zal deze ongetwijfeld zeggen: “Hoe wist je dat?”, terwijl wij er alleen maar naar geraden hebben. Er zijn altijd wel dingen bij die kloppen. Nu is dit maar een heel simpele opmerking, die de astroloog zal afdoen met de woorden: “Zo eenvoudig is het niet”. Maar dat neemt niet weg, dat hier toch al iets wordt aangestipt wat waar is.

En wat te denken van de verschillende horoscopen die el­kaar tegenspreken? Alleen reeds hieruit blijkt een grote misleiding en zouden velen zich af moeten keren van deze moderne vorm van occultisme.

De drang naar nieuwsgierigheid, die ieder mens in zich heeft, (“Wat heeft de toekomst voor mij weggelegd?”) speelt velen echter parten en drijft hen in de armen van de astro­logen. Velen voelen zich, ondanks vaak grote materiële voorspoed, ongelukkig. Men heeft angst voor de toekomst.

Men zoekt het overal en meent dat de astrologie de oplossing is. In feite is de astrologie een religie, een godsdienst, maar dan door de duivel geïnspireerd.

Nu zijn er velen die niét meer in het bestaan van God en de duivel geloven. Teleurgesteld in het naam-Christendom, hebben zij zich (geheel of gedeeltelijk) afgekeerd van al­les wat met God en Godsdienst te maken heeft. Omdat iéder mens toch religieuze gevoelens in zich heeft, gaat men het zoeken in allerlei vormen van occultisme, o.a. de strologie. Men beseft niet in wat voor duistere wereld men dan terecht komt. Maar zegt u, waarop baseert u dat? Ons antwoord is: Op de Bijbel, op het Woord van God.

De Bijbel geeft antwoord

De Bijbel laat namelijk duidelijk zien, wie de mens is, namelijk van oorsprong geschapen naar het beeld van God. Oorspronkelijk heeft God alles op volmaakte wijze geschapen. De mens was de kroon van Zijn scheppingswerk. Er was geen zonde, ziekte, angst, twijfel of dood. Deze dingen kwamen pas toen de mens in zonde was gevallen. Maar desondanks bleef God de mens – Zijn eigen schepping – liefhebben.

Daarom zond Hij Jezus Christus naar deze wereld om de door de duivel “verbroken verbinding” tussen God en mens te herstellen. Jezus ging aan het kruis van Golgotha. Hij droeg de zonde en schuld van de mensheid die, door eenvou­dig weg dit te geloven, weer vrede met God kon ontvangen.

Dit is het geheim van een werkelijk gelukkig leven: Door persoonlijk te geloven in Jezus Christus ontvangt men vrede met God. Dan heeft men geen astrologische berekeningen meer nodig om de toekomst te weten te komen, maar ervaart men dat het waar is: “Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heren hand….”

Hoe kan een kind van God deze ervaring beleven? Door de vervulling met de Heilige Geest! Terwijl de Bijbel uitdruk­kelijk waarschuwt tegen de astrologie als een misleidende eigenschap van de duivel, toont zij een duidelijk alterna­tief: de Heilige Geest.

De Heilige Geest voorspelt de toekomst

De vervulling met de Heilige Geest is onmisbaar voor elk kind van God, want de Heilige Geest leidt ons in alle waarheid. Jezus noemt in Johannes 16 een aantal eigenschappen van de Heilige Geest. Zo staat er in (Joh. 16:13-14): “Wanneer Hij komt, de Geest de waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zat niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen”.

Als kind van God tasten wij niet meer in het duister. Wij hebben geen behoefte meer aan astrologische voorspellingen omdat de Heilige Geest ons, in de grote en kleine dingen, zeer duidelijk de weg wijst.’

Hoe functioneert de Heilige Geest?

Maar zegt u, hoe gaat dat in zijn werk, hoe functioneert dat? Om te beginnen dit. De Heilige Geest werkt niet volgens een soort drukknop-systeem. Dat zou ons alleen naar gemak­zuchtig en lui maken en het spreekwoord zegt reeds “Ledig­heid is des duivels oorkussen”.

De Heilige Geest werkt door “actieve” en “getrainde” kinderen Gods. Gelovigen die overgave en toewijding kennen, die niet vleselijk gezind zijn, maar de geestelijke weg be­wandelen. Zij kennen een leven van gebed en onderzoeken Gods Woord. Zij zijn één met Gods Woord.

Als wij nu voor een probleem staan, als wij een beslis­sing moeten nemen, zoeken we Gods aangezicht in gebed. Dan ontvangen wij antwoord. Niet altijd direct, als God dat niet noodzakelijk acht, maar zeker in de tijd dat het nodig is.

De Heilige Geest houdt ons op het goede pad, bewaart ons voor dwaalleringen, houdt ons op de hoofdweg: Jezus Christus. Zeer veel kinderen Gods kunnen getuigen hoe de Heilige Geest hen steeds weer leidt in alle waarheid. Zij getuigen ook te­gen anderen over de bevrijdende kracht van het evangelie en de heerlijkheid om vervuld te zijn met de Heilige Geest.

Dat is ook de bedoeling van dit artikel. Wij willen uw ogen openen voor de misleiding van de astrologie en u tevens de weg tonen hoe u daaruit bevrijd kunt worden. Jezus Chris­tus wil ook uw Verlosser en Bevrijder zijn!

Misschien hebt u vragen, schrijf ons gerust, wij willen u ten allen tijde helpen, voorlichten, adviseren en voor u bidden, zodat u bevrijd wordt uit deze duivelse binding en het werkelijke geluk en blijdschap die Jezus Christus u geven wil, leert kennen!

 

Gods tempel door Jan W. Companjen

“Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont?”

(1 Kor. 03:16).

In dit Schriftgedeelte wordt het lichaam van de mens ver­geleken met een tempel. Om dit goed te kunnen verstaan moe­ten wij weten wat een tempel is en vervolgens wat het zeggen wil Gods tempel te zijn.

Gebouw

Een tempel is volgens het gewone spraakgebruik een gewijd gebouw. Het kan dientengevolge natuurlijk aan allerlei, soor­ten geesten toegewijd zijn en het heeft dan ook tot gevolg dat elke godsdienst zijn tempels heeft. Het zijn allemaal gebouwen die bewust of onbewust de kern van het godsdienstige leven bevatten. De tempel, nu ook wel kerk(gebouw) ge­noemd, is dan het huis Gods.

Daar in dat gebouw beleeft men de godsdienstige belevenissen, daar op die plaats staat men voor het aangezicht des Heren. Om naar die plaats te gaan trekt jong en oud het feestkleed aan. Het opgaan naar het huis Gods is iets feestelijks en het is dan ook bij uitstek geschikt voor de zondag. Duizenden mensen beleven dit opgaan zo nadrukkelijk dat het voor hen geen zondag is als zij niet minstens één keer naar de kerk gaan.

Uiterlijk

U zult inmiddels wel gezien hebben, lezers en lezeres­sen, dat bij de benadering van de godsdienst op deze wijze het een puur uiterlijke godsbeleving blijft, die niet ver­der komt dan het gevoelsleven van de mens. De zintuigen van de mens worden gestreeld.

Paulus zegt daarvan dat godsbeleving die niet verder gaat dan het verstand een prediking is van meeslepende woorden van menselijke wijsheid. Het brengt geloof voort dat het kenmerk van zijn oorsprong in zich draagt, namelijk geloof dat door menselijke wijsheid in stand wordt gehou­den. Zo lang dit geloof door menselijke middelen gevoed wordt zal het stand houden. Het is dan ook niet vreemd dat deze gelovigen zeer sterk op hun kerk gericht zijn. Dit laatste is op zichzelf niet verkeerd, maar in het nieuwe verbond, de tijd waarin wij leven, is er meer.

Vervulling

Wij leven in de tijd van de vervulling, waarin schaduwen werkelijkheid worden. Het menselijke verstand is één van zijn edelste en meest aan God verwante vermogens, maar als de mens niet wederom geboren is, heerst de zonde over

dat verstand en dan kan hij niet de wil Gods verstaan. Man­na dat op aarde wordt opgetast verliest spoedig zijn hemels karakter, daarom zal het innerlijk verwerkt moeten worden. Het is daarom dan ook zo noodzakelijk dat wij weten, of gaan weten, wat het zeggen wil dat wij Gods tempel zijn.

Om dit op de juiste wijze te leren verstaan moeten wij terug naar het beeld van de tempel Gods in het oude ver­bond. Die tempel werd door Mozes gebouwd, in al zijn onder­delen, zoals dat hem door God op de berg getoond was. Die tempel was het eeuwige voorbeeld van de geestelijke werke­lijkheid die met de komst van Jezus Christus werkelijkheid werd.

Drie-eenheid

Be mens is een drie-eenheid door geest, ziel en lichaam. Deze zelfde dingen winden wij ook in de tempelbouw terug. De voorhof, dat is het uiterlijke deel van de mens. Dat is het deel waar wij zo dagelijks tegenaan kijken. Maar daar aan de binnenzijde vindt men het innerlijke, het heilige, het afgezonderde van de mens.

Allereerst vindt men daar het heilige, daar mochten de priesters binnenkomen, daar in die eerste binnenste ruimte vindt de eerste godsdienstige ontmoeting plaats. Daar staat het reukofferaltaar, de tafel der toonbroden en de zevenarmige kandelaar (lofoffer-brood en licht). Al deze tekenen hebben nog met de natuurlijke mens te maken, zij kunnen al­len (alle drie) in het zieleleven beleefd worden.

Zeer veel mensen menen dat dit het einde van alle beleving is. Nu was dat in het oude verbond (de oudtestamentische tijd) ook inderdaad zo. Het heilige der heilige, de schuilplaats Gods, was voor de mens afgesloten. Dat de hoge priester daar slechts éénmaal per jaar binnentrad, gebeurde om aan te tonen dat in die ruimte geen plaats voor de mens was.

Maar na het volbrachte werk van Jezus Christus scheurde het voorhangsel tussen het heilige en het heilige der hei­ligen en werd de muur tussen deze twee ruimten weggenomen.

Daar op die plaats wil God nu bij Zijn volk wonen. Daar­toe heeft Hij zich een nieuw volk van God bereid. Dat volk wil Hij gebruiken als stenen tot opbouw van een Geestelijke tempel. Zo is de tempel van het oude verbond een voorbeeld geweest voor ons die weer een woonstede van Gods Geest kun­nen zijn. Deze grote waarheid dat wij Gods tempel zijn, be­vat voor ons een belangrijke les, namelijk dat wij moeten gaan erkennen dat Hij in ons meer kan doen dan wij bidden of beseffen. Dat Zijn Geest ons gehele leven kan doortrekken en vervullen tot aan de voorhof toe. Dat wij langs die weg vervuld kunnen worden tot alle Volheid Gods en dat wij langs die weg van kinderen Gods kunnen opwassen tot zonen Gods.

Dan zullen wij inzicht gaan krijgen en leren verstaan wat het zeggen wil dat Jezus bevrijdt. Dan zoeken wij dit niet op aards niveau, maar in de bevrijding van de geest, waardoor wij weer tot gemeenschap met Hem kunnen komen die ons daarvoor tot Zijn tempel gemaakt heeft.

Gesprek

Ik hoorde deze week een gesprek dat plaats vond tussen twee vrienden die samen op een zelfde adres met vakantie waren. Op de zondagmorgen ging de één wel en de andere na lang treuzelen niet naar een volle, evangelie samenkomst. Beiden willen nog wel eens zo’n samenkomst bezoeken als het eens ‘gelegen’ komt. Na terugkomst uit de samenkomst bracht hij die opgegaan was, verslag uit met de volgende kernachtige zin: “Je hebt niets gemist, het was een gewone samenkomst”. Als je dit hoort, sta je toch wel even te kijken, temeer daar je altijd wilt geloven dat die ander ook gees­telijk altijd het beste zoekt of wil zoeken. Je vraagt je dan in de eerste plaats af: denkt die ander geestelijk, is hij (en zij) zich bewust geweest dat hij een levende steen hoort te zijn?

Is de mens zich bewust dat het daarom momenteel gaat? Je­zus is de hoeksteen van die tempel en wij mogen samen inge­past worden in die nieuwe tempel die Hij thans bouwt en waar van Hij zegt’ “Mijn Huis moet vol worden”. Of ligt het in­derdaad aan de samenkomst en was er ‘niets nieuws onder de zon’? Dit laatste komt natuurlijk voor, maar dat is uitzon­dering of van voorbijgaande aard.

Gehoorzaamheid

Wil men werkelijk vol evangelie brengen dan zal men moueten kiezen voor de weg naar omhoog. Na het ontvangen van het nieuwe hart, (wedergeboorte) volgt er de weg van gehoorzaamheid. Het opwassen van kind naar jongeling en vader in het geloof. (1 Joh. 02:12-15). Dat is de wil van God en daartoe heeft Hij Zijn Zoon gezonden. Hij is de Eerstgeborene onder vele broeders. In (1 Joh. 04:01-06) staat het zo krachtig uitgedrukt “Geliefden (dat bent u) vertrouw niet iedere geest (die in de één of andere tempel of kerk of gebouw vereerd wordt), maar beproef de geesten of zij uit God zijn. Hieraan onderkent gij de Geest Gods, (als scheiding van de valse profeten/woordverkondigers, die in de wereld zijn uitgegaan) dat hij die belijdt dat Jezus in het vlees gekomen is, uit God geboren is”.

Onderkennen

Dit laatste is zeer belangrijk, want dat maakt ons ge­loof in Jezus Christus zo uniek. Hij is in het vlees geko­men. Eerst in Zijn eigen lichaam, geboren uit de maagd Maria, Zijn eigen Ik, nu met Zijn Geest in het onze. Zo­als hij overwon, zullen wij met Hem overwinnen. De Geest is meer dan het vlees.

“Want Hij die in ons is, is meerder dan die in de we­reld is. Zij die uit de wereld zijn, spreken uit de we­reld en de wereld hoort naar hen. Maar Wij zijn uit God, wie God kent, hoort naar ons en wie niet uit God is, hoort naar ons niet. Hieraan onderkennen wij de Geest der waar­heid en de geest der dwaling”.

Het is, geliefde lezer/lezeres op de man af. Wij zijn koningen en priesters, maar daar moeten wij Geestelijk voor zijn. Dat is geen loze kreet, neen, wij zijn in opbouw, de Tempel des Heren wordt toebereid. Dit gebeurt aan de groeve, in de hemelse gewesten. Is die tempel klaar, den komt zij uit de hemel en wordt zichtbaar op deze aarde. Dan zullen de rechtvaardigen stralen als de zon in het Koninkrijk huns Vaders (Matt. 13:43). Wie oren heeft die hore.

De Bijbel is er om van vleselijke mensen Geestelijke mensen te maken. Jezus zei ook dat God de Vader Zijn werk deed door Hem. Zo zullen wij ook ons Geestelijk werk doen en dezelfde werken doen dan Hij. Wat was het belangrijkste in dat werk? Het scheppen van nieuwe mensen, een nieuw volk van God, dat weer gehoorzaam zou zijn aan hun Schepper.

Geloof

Het oude testament staat vol met voorbeelden over deze dingen. Een Koning deed wat goed was in de ogen des Heren als hij alle oude geestenvereringen opruimde. Alle afgoden­toestanden en hoogten moesten worden opgeruimd, dan was het pas goed. Saul kreeg bij de aanvaarding van zijn koningschap een nieuw hart, vervolgens moest hij God gehoorzaam worden. Hij moest van vleselijk mens, Geestelijk mens worden, dat wil zeggen gehoorzaam zijn aan zijn Geestelijke meester en dat was in die tijd Samuël (de profeet, de Mond Gods).

Theologie is gebouwd op menselijk verstand. Het Evangelie van het Koninkrijk Gods is gebouwd op geloof, dat wil zeggen boven bidden en denken.

Overvloed

Het openstaan voor dit Koninkrijk met zijn overvloed aan Geestelijk voedsel wordt van u en mij gevraagd. Hij zal het doen. Die ons roept is getrouw.

Ook nu is het wachten op Gods tijd één van de belangrijk­ste opdrachten. Hij zorgt voor de wasdom en Hij zal het welmaken voor een ieder die lid wil zijn van dit Huis, van die Tempel, waarin u ook nu al een pilaar kunt zijn.

Als de stad Gods straks geheel klaar is, zullen wij daarin zelfs geen menselijke tempel meer aantreffen, want de almachtige God is haar tempel. Dan is het God, de Vader alles in allen. Jezus leeft en wij met Hem, tot eer en heerlijkheid van Hem die alles schiep. Amen.

 

Dit leven en het andere leven door Gert Jan Doornink

Het eeuwige leven

Wanneer de apostel Jacobus schrijft dat de mens een damp is, die voor korte tijd verschijnt en daarna verdwijnt, (Jak. 04:14) bedoelt hij daarmee het leven wat wij als mens in het lichaam van vlees en bloed doorbrengen.

Er is echter een ander leven – het eeuwige leven – waar ieder mens mee te maken heeft, of hij het erkennen wil of niet. Velen menen dat dit “eeuwige leven” begint bij de dood, het moment waarop wij de laatste levensadem uitbla­zen. In feite is ieder mens echter reeds geplaatst in het eeuwige leven, zodra hij of zij geboren is.

De opvatting; “Met de dood is alles uit”, is niet van God afkomstig, maar door de duivel geïnspireerd. De duivel heeft er belang bij dat de mens gelooft dat er geen eeuwig leven ‘bestaat, maar dat het alleen gaat om dit leven. Ve­len, die leven onder zijn heerschappij redeneren: “Omdat wij toch maar zo kort leven, laten we dan ook uit het le­ven halen wat er in zit”…”Geniet van het leven, je leeft maar even”, is hun parool’.

De oorsprong van het leven

God is de oorsprong van alle leven. Hij is “Het Leven” zelf. En de mens die geschapen werd naar het beeld van God, had dit oorspronkelijke, echte leven in zich. Zelfs toen satan Gods scheppingswerk verstoorde en de zonde in de wereld bracht, met als gevolg- “de dood”, “het loon dat de zonde geeft is de dood” (Rom. 06:23), bleef God “het leven” liefhebben. Door het zenden van Zijn Zoon, Jezus Christus, werd de dood overwonnen en was het voor de mensen mogelijk door te geloven in het volbrachte werk van Jezus Christus deelgenoot te worden van dit echte, eeuwige leven!

Wij hopen dat u, lezer of lezeres van dit artikel, ge­looft in Jezus Christus en daardoor behoort tot de catego­rie werkelijk gelukkige mensen. Want dan hebt u het andere leven ontdekt.’ Het nieuwe leven in Jezus Christus! Welk een glorie! Welk een blijdschap en zekerheid geeft dat le­ven!

Hoop en zekerheid

Nu zijn er vele gelovigen die menen dat je, zolang je nog in deze wereld bent, nooit kunt zeggen dat je reeds het echte, eeuwige leven hebt ontvangen. Je mag er wel naar toe leven en “hopen” dat je het eens zult ontvangen. Je leest het soms in overlijdensadvertenties: “Heden ging van ons heen…..in de hope des eeuwigen levens…..”

Hoop die echter niet berust op zekerheid, kan zich niet op Gods Woord beroepen en heeft in Gods ogen geen waarde. (Heb. 11:01) zegt: “Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet”. Wie oprecht gelooft in Jezus Christus en in het feit dat Hij onze zonden droeg, hoopt niet meer op eeuwig leven, maar heeft de zekerheid in zich dat hij eeuwig leven heeft ontvangen. “Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem” (Joh. 05:36). Let wel: Er staat niet: “Wie in de Zoon gelooft, ontvangt eens eeuwig leven”, of “mag hopen op eeuwig leven”, maar heeft eeuwig leven.

Leven en sterven

De grote en bekende apostel Paulus had een geweldig ge­tuigenis in zich: “Het leven is mij Christus en het sterven gewin”(Filip. 01:21). Hij is hierin een voorbeeld voor iedere gelovige. Wat zijn er velen die dit getuigenis veranderd hebben in: “Het leven is voor de wereld en het sterven voor Christus”. Weliswaar is zo iemand nog behouden, want “al Wie de naam des Horen aanroept, zal behouden worden”(Hand. 02:21), maar de wil van God is niet dat wij “op het nippertje” behouden worden.

Gods wil is dat het andere leven, het nieuwe, eeuwige leven van Hem reeds geprojecteerd is in “dit leven”. Hoe kunnen wij anders beantwoorden aan de grote opdracht van Jezus een getuige van Hem te zijn? Daarom behoort Zijn leven zichtbaar te zijn in ons leven, zolang wij nog in een li­chaam van vlees en bloed verblijf houden.

Vergankelijk en onvergankelijk

Maar wat gebeurt er dan bij de dood?, vraagt u zich misschien af. Paulus legt ons dat uitvoerig en duidelijk uit in 1 Korinthe 15. Daar wordt gesproken over het grote ver­schil tussen het natuurlijke, vergankelijke lichaam en het geestelijke, onvergankelijke lichaam.

Daar mogen wij ons echter nooit achter verschuilen voor wat betreft ons getuigenis in deze wereld. Er zijn vele, zich Christen noemende mensen, die zeggen: “Zolang je nog in deze wereld bent, kun je niet werkelijk veranderen. Dat gebeurt pas bij de dood. Je bent en blijft een zondaar”.

Deze uitspraken van velen zijn niet van God afkomstig, maar uit het rijk der duisternis. Alleen satan heeft er belang bij dat wij onder zijn heerschappij blijven en daardoor geen getuigen van Jezus zijn. Satan wil niets liever dan dat het andere leven – het nieuwe leven van Christus – niet tot openbaring komt in dit leven.

Laten we hem echter weerstaan en overwinnen in de Naam van Jezus! Hij is de leugenaar en de mensenmoordenaar van de beginne en heeft daarom geen recht het leven van- een kind van God te beheersen.

Het grote geheim

Het grote geheim van een echte Christen is, dat hij het leven van Jezus openbaar maakt. Dat is het evangelie, dat is de waarheid. Een ieder die het anders voor wil stellen, heeft nog niets van de inhoud van de Bijbel begrepen. Dat is geen betweterij of grootspraak, maar heel eenvoudig Bij­bels gefundeerd.

Groeiend geloofsleven

Natuurlijk zijn wij ons ten volle bewust, dat niet elk kind van God reeds ten volle het beeld van Jezus openbaar maakt. Sommigen zullen het zelfs nooit openbaar’ maken, doordat zij vleselijk gezind zijn of gebonden blijven en door in de zonde en wereld te leven, niét in gehoorzaamheid de Heer volgen.

De waarachtige gelovige weet echter dat er groei in zijn geloofsleven behoort te zijn. Zoals wij in het natuurlijke leven groeien van baby tot volwassene, behoren wij ook geestelijk te groeien, zodat wij uiteindelijk “de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Christus”(Ef. 04:13)

Als dit ons werkelijke verlangen is, dan deert het ons niet wat anderen van ons zeggen, maar dan weten wij heel zeker: Wij zijn op de rechte weg, op Zijn weg, wij zijn beelddragers van de levende God, wij hebben het andere le­ven werkelijk ontdekt- En wij dragen dit andere leven reeds in dit leven uit.’

1975.12 nr. 162

Levend Geloof 1975.12 nr. 162

Wat verwacht u van 1976? Door Gert Jan Doornink

Voorspoed en zegen

Hoewel bij het verschijnen van dit nummer al weer enkele weken van het nieuwe jaar voorbij zijn, willen wij toch al­le lezers en lezeressen van “Levend Geloof” veel voorspoed en zegen toewensen voor de rest van 1976.

Uiteraard komen de woorden “voorspoed en zegen” anders over bij kinderen Gods dan bij wereldlingen. De mens die Jezus niet kent leeft onder het motto: “Carpe Diem”, ofte­wel: “Pluk de dag”. “Laat ons eten, drinken en vrolijk zijn want morgen sterven wij….” is het levensmotto van velen. Ook al zeggen zij het vaak niet met zoveel woorden, hun he­le leven en levenswijze is zodanig ingesteld, dat ze het alles van dit korte leven verwachten en met God geen reke­ning houden.

De mens, die Jezus niet kent en zich desondanks gelukkig voordoet, is in feite diep ongelukkig. Velen gaan gebukt on onder zorg en zien de toekomst met angst in het hart tegemoet. Dit blijkt ook wel uit de velen die hun toevlucht zoeken bij de psychiaters en die zich de toekomst laten voorspellen door waarzeggers en horoscopen raadplegen.

Op een zendingsbijeenkomst zei onlangs John Stott, een Engelse geestelijke, dat twee keer zoveel Britten horosco­pen lezen in plaats van de Bijbel en dat Groot Brittannië gevaar loopt een land van “bijgelovige dwazen” te worden. Dat is de Engelse situatie. Maar hoe is het in Nederland en België? Wij worden overspeeld met occulte lectuur en ge­dachten en alleen de waarachtige gelovige wordt hierdoor niet beïnvloed.

De scheiding der geesten

We leven in een tijd waarin (Openb. 22:11) in vervulling gaat: “Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht; wie vuil is, hij worde nog vuiler’,….. wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd”.

Daarom is het zo belangrijk dat wij Jezus kennen en Hem volgen, niet ten dele, maar geheel en al. Dan zullen wij ervaren dat “leven en overvloed” ons deel is.

Onze verwachting voor 1976 hangt dus ten nauwste samen met de gesteldheid van ons hart. Als wij oprecht de Heer dienen, mogen wij ten allen tijde rekenen op Gods nabijheid en leiding. Vel zal ons geloof af en toe op de proef ge­steld worden, maar dat is voor ons eigen bestwil. Onze gees­telijke wortels gaan er alleen maar dieper door de grond in. En zeker in deze eindtijd behoren wij als gelovigen vast gefundeerd te staan. We mogen echter altijd, in iedere omstandigheid en in elke situatie, aanspraak maken op de Goddelij­ke belofte: “Ik ben met u al de dagen, tot aan de voleinding der wereld” (Matt. 28:18).

Behalve beproevingen, zullen er ook verzoekingen komen. De Bijbel zegt dat we leven temidden van een “ontaard en ver­keerd geslacht”. De satan, die weet dat hij nog een korte tijd heeft, zal alles op alles stellen om de echte gelovigen uit te schakelen als getuigen van Jezus Christus. Wij worden omringd door mensen, die beheerst worden door satan.

Paulus waar schuwt daarvoor in (2 Kor. 03:01-05) met de woorden

“Weet wel, dat er in de laatste dagen zware tijden zullen komen: want de mensen zullen zelfzuchtig zijn, geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders ongehoor­zaam, ondankbaar, onheilig, liefdeloos, trouweloos, laste­raars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede, verra­derlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God, die met een schijn, van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben……”

Geen bovenmenselijke verzoeking

Hun denken is bedorven, zegt Paulus, en hun geloof kan de toets niet doorstaan. Met deze mensen krijgen we dagelijks te maken. Zij zullen ons proberen van het evangelie van de volle waarheid af te brengen. Laten we op onze hoede zijn, door standvastig en volhardend de Heer te blijven dienen.

Dan mogen we er zeker van zijn dat het waar is wat Paulus schrijft in (1 Kor. 10:13): “Gij hebt geen bovenmenselijke verzoeking te doorstaan. En God is getrouw, die niet zal gedo­gen, dat gij boven vermogen verzocht wordt, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst’ zorgen, zodat gij er tegen bestand zijt”.

Positieve verwachting

Wij mogen als gelovigen gerust een positieve verwachting van 1976 hebben, zowel wat ons persoonlijk-, gezins-, maat­schappelijk- als gemeentelijk leven betreft, als wij maar wandelen in de voetstappen van Jezus. Daarom is het beslist noodzakelijk veel en biddend Gods Woord te onderzoeken en ons steeds weer uit te strekken naar de volheid van de Hei­lige Geest. Want alleen de Heilige Geest leidt ons in alle waarheid!

De wereld zoekt zijn heil (onheil) bij waarzeggers en door het lezen van horoscopen, die de mens alleen maar op verkeerde- en dwaalwegen brengen, maar de gelovige weet dat de Bijbel zegt, dat de Heilige Geest ons de toekomst voor­spelt.’ (Joh. 16:13).

Bidt om een machtige zalving van de Heilige Geest in 1976, opdat wij veel licht zullen verspreiden in deze donkere wereld.

Ongetwijfeld gaat de Gemeente nog door een zware en don­kere periode heen. Vervolgingen en verdrukkingen zullen toenemen, maar de ware gelovige is daar niet verontrust over, omdat Hij ziet en vertrouwt op Jezus Christus, de gro­te Overwinnaar over dood en hel.

1976 – Wat zal het brengen?

Zal God de genadetijd nog verlengen?

Spoedig is wellicht de tijd voorbij.

En zal Jezus vragen;. “Wat deed gij voor Mij?”

O, laten wij werken, ondanks hoon en spot,

in dienst van de levende God!

Overwinning is beloofd, daarom wees verblijd,

Jezus roept ook u tot de geestelijke strijd!

 

Mededelingen.

Campagnes – In de komende maanden worden in ons land verschillende evangelisatie en geloofsopbouw campagnes gehouden. In de eerste plaats komt Betty Baxter terug. De Amerikaanse evangeliste, die op 14 jarige leeftijd op zo’n wonderbare wijze door de Heer werd genezen. Zij spreekt van 11 tot 23 april op verschillende plaatsen. Nadere mededelingen volgen. Verder spreekt de bekende evangelist Paul Olson in de periode 22 tot 29 februari, ook op verschillende plaatsen, te weten: 22 febr. Gouda en Dordrecht; 24 febr. Utrecht 25 febr. Gouda; 26 febr. Zwolle; 27 febr. Amsterdam; 29 febr. Den Haag. inl. bij “Joh. Maasbach Wereldzending”, Den Haag, tel 070-655929. Tenslotte komt Nicky Cruz, waarover een uitvoe­rig bericht op blz. 22 en 23.

 

Wees getrouw

“Wees getrouw tot de dood en Ik zal u geven de kroon des levens” (Openb. 02:10).

Het is opvallend hoe vaak in de Bijbel over trouw ge­sproken wordt en de gelovigen worden opgewekt om trouw te zijn. Blijkbaar is dit een moeilijk te leren eigen­schap. .

Niet voor niets zegt Paulus: “Trouw vindt men niet bij allen…..”(2 Thess. 03:02). Wij kennen vele voorbeelden van gelovigen die niet trouw zijn gebleven. Al hun principes hebben ze overboord gezet. Soms vrij abrupt, maar in veel gevallen heel geleidelijk.

Eens waren zij levende en machtige getuigen van Hem die hen bevrijdde uit satans macht. Maar de verleidingen van de wereld kregen de overhand; ze namen het met hun geloofsleven niet meer zo precies, ze werden ontrouw….

Nu hebben we allemaal wel eens momenten gekend waarin w als gelovigen gefaald hebben, door ontrouw te zijn. De Bijbel zegt dan ook? “Indien wij ontrouw zijn…..Hij blijft getrouw, want Zichzelf verloochenen kan Hij niet” (2 Tim. 02:12-13). Geheel anders wordt het echter als deze ontrouw chronisch voortduurt. Dan is er sprake van een bewust God de rug toe keren. Immers als we Jezus volgen worden we steeds weer opgewekt in elk opzicht gehoorzaam te zijn. Krijgt ongehoorzaamheid de overhand dan zijn we al spoedig uitgeschakeld in het plan van God met ons leven een levend getuige van Hem te zijn. Dan raken we weer volkomen verstrikt in de vangarmen van satan.

De Bijbel roept ons op om getrouw te zijn en tot het einde te volharden. Wees daarbij vol van de Heilige Geest, waarvan trouw een vrucht is (Gal. 05:22). God zoekt heden naar een volk dat trouw is, laten we daarom elkander opwekken om getrouw te zijn.’

 

Antwoord aan Antwoord! Door Gert Jan Doornink

Gestaltem

Enkele weken geleden verscheen het hoek ”Antwoord’1 met als ondertitels “Gestalten van geloof in de wereld van nu!’ Het is als boek van de maand verschenen, wat betekent dat het gedurende een maand tegen een sterk gereduceerde prijs verkrijgbaar is. Het boek, van 216 pagina’s in groot formaat, is fraai uitgevoerd en voorzien van talrijke foto’s, waarvan verschillende in kleur.

Maar dat is dan ook wel het enige positieve wat wij als Christen van dit boek kunnen zeggen. Wij zien namelijk in de verschijning van dit boek een van de vele pijlen die satan op zijn boog heeft in deze eindtijd, om de mens die vrede met God wil ervaren, te misleiden.

Wat is het geval? In dit boek wordt een vergelijkend overzicht gegeven van de vijf grote wereldgodsdiensten: Hindoeïsme;. Boeddhisme; Jodendom; Christendom en Islam. Als studieboek zou dit nog te aanvaarden zijn, maar het gevaar schuilt hierin dat men in feite alle godsdiensten gelijk schakelt en daardoor grote afbreuk doet aan de ene ware Godsdienst: het Christendom. Zegt de Bijbel niet duidelijk dat de weg tot God alléén gaat via Jezus Christus?

Hoofdsamensteller van het boek is Prof. Dr. J., Sperna Weiland, van oorsprong Hervormd predikant, thans hoogleraar in de “wijsgerige antropologie” aan de universiteit van Rotterdam. Hoewel het merendeel van de andere samenstellers ook van “christelijke origine” is, heeft blijkbaar geen van hen ervaringen als bekering en wedergeboorte meegemaakt. Want een waarachtig kind van God kan geen medewerking ver­lenen aan de samenstelling van een boek als dit, waarin wel uitvoerig aandacht wordt besteed aan bijvoorbeeld het spiritisme, vrijmetselarij, theosofie, Soefibeweging, etc., maar met geen woord wordt gerept over bijvoorbeeld de Pink­sterbeweging.

Communisme

De samenstellers hebben zelfs overwogen om ook aan het communisme een plaats te geven (blz.7), al heeft men hier­van afgezien omdat het communisme geen “godsdienst” maar “wetenschap” wil zijn (blz.8)…..

Verder schrijft men: “Wij hebben het communisme niet op­genomen. De doorslaggevende reden was niet dat het atheïs­tisch is. Dat was het oorspronkelijke boeddhisme ook en veel Boeddhisten zijn het nog en sedert kort zijn er ook atheïstische christenen”……

Dit is een leugen. Atheïstische christenen hebben niet het recht zich “christen” te noemen, evenmin trouwens als ieder ander die niet weet dat hij door persoonlijk geloof in Jezus Christus van een zondaar een kind van God is geworden.

Veel theologen vinden het in onze dagen een soort mis­daad als men het Christendom boven de andere godsdiensten gaat stellen. Maar getuigt het niet van grenzeloze hoog­moed en het beter willen weten dan God, als wij het Christendom op één lijn gaan stellen met de andere godsdiensten?

Wat heeft dan nog gehoorzaamheid aan het grote bevel van Jezus van zin; “Gaat heen in de gehele wereld en predikt het evangelie”?

Ons antwoord aan “Antwoord” is daarom: Welke “gestalten van geloof” er in de wereld ook mogen zijn, er is maar één waarachtig, echt geloof: Het geloof in Jezus Christus, de Zoon van de levende God!

 

Bevrijding

De ouderen onder onze lezers en lezeressen herinneren zich ongetwijfeld nog wel de slotzinnen waarmee de uitzen­dingen van “Radio Oranje” uit het vrije Engeland werden besloten: “Hoe moeilijk de tijd en hoe zwaar ook de scheiding. …. .We zijn weer een dag dichter bij de bevrijding”

Dat was om moed uit te putten. Terwijl alles donker en grauw was, wist men in het door de Duitsers bezette ge­bied dat het waar was: De bevrijding komt en we zijn er weer een dag dichterbij!

En toen kwam de bevrijding. Na de vreselijke hongerwin­ter, werden eindelijk de laatste restanten van het leger van Nazi-Duitsland verslagen. Nederland was vrij! Groot, onvoorstelbaar groot was de vreugde! Wekenlang leefde ons volk in een feestroes, ondanks het feit dat in vele gezin­nen de dood had toegeslagen.

De eerste tijd na de bevrijding was een tijd waarin iedereen dacht dat de in de oorlog uitgedachte idealen ver­wezenlijkt gingen worden. Geen verdeeldheid meer, maar een samen bouwen aan een betere wereld!

Het spreekwoord zegt echter reeds: “De tijd staat niet stil”. Na enige tijd bleek dat er van allerlei idealen toch niet veel terechtkwam. Oude tegenstellingen staken de kop weer op. Weliswaar ging in de loop der jaren de materi­ële welvaart omhoog, maar tegelijkertijd nam ook de onte­vredenheid bij heel veel mensen sterk toe. De drang om toch vooral niet achter te blijven in de “welvaartracé” veroor­zaakte een toename van hartziekten, psychische ziekten, enz.

Waarom was, en is, de mens toch niet gelukkig? Omdat zonder geloof in Jezus het ware geluk niet is te vinden. Bevrijding van politieke druk is heerlijk, maar de werke­lijke bevrijding geeft alleen Jezus.’ Hij maakt vrij van sa­tans macht. “Wanneer dan de Zoon u vrij gemaakt heeft, zult gij werkelijk vrij zijn” (Joh. 08:36).

In feite is ieder mens op zoek naar geluk en vrijheid. Velen komen echter bedrogen uit. In onze dagen zien wij een ontstellende toename van de misdaad, jeugdcriminali­teit en verslaving aan drugs. Het zijn de negatieve bewij­zen van het zoeken naar geluk, waarbij de uitkomst “onge­luk” is.

Een verwaterd naam-christendom houdt zich met allerlei dingen bezig, maar geeft niet de oplossing aan die toch zo voor de hand ligt, omdat de Bijbel het zo duidelijk ver­klaart: Jezus, die om satan te overwinnen en leven en overvloed te brengen!

Gelukkig wordt de boodschap van dit echte, onvervalste evangelie in onze dagen weer verkondigd, zij het veelal buiten de “officiële kanalen” om. Jezus alleen is het antwoord. Hij alleen schenkt de ware bevrijding.

“Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet weer een slavenjuk opleggen”(Gal. 05:01).

“Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk disci­pelen van Mij en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken”(Joh. 08:31-32).

 

Geloofsvertrouwen door Judith Jacobs (gedicht)

(Hebreeën 11 – Psalm 40)

‘k Heb niet zo’n sterk geloof, Heer

Er ’s veel waar ‘k over tob;

Toch wil ik graag een held zijn,

Manmoedig, zoals Job.

 

‘k Heb niet zo’n groot geloof, Heer

In mij brandt haast geen vlam;

Toch wil ‘k U gaarne volgen

Zoals eens Abraham.

 

Een Mozes en Elia,

Die mogen er pas zijn;

Ik voel me naast die “groten”

Zo miserabel klein.

 

Uw Woord heeft me getroost, Heer,

Uw liefde maakt mij blij;

Want juist voor hen die zwak zijn,

Is Uwe kracht nabij.

 

De Bijbel (10) slot

De Bijbel in voorziet in en beantwoordt aan de eeuwige be­hoeften van de mens. De Bijbel spreekt over de zichtbare en de onzichtbare werelden, over hemel en hel, over het rijk van het licht en over het rijk van de duisternis. Over de eeuwige Vader, over Zijn Zoon Jezus Christus en over de Heilige Geest.

Maar ook over de vijand van al die heerlijkheden en rijkdommen, over de duivel die genoemd wordt satan, de aloude slang, de leugenaar en mensenmoordenaar van oor­sprong, “de boze”.

Satan tracht van het begin af tussen God en de mens te treden en het werk van God en ons af te breken.

Maar er staat ook in de Bijbel hoe wij hem kunnen weer­staan en overwinnen in de machtige naam van Jezus. Hij kwam om de werken van de duivel te verbreken.

En er wordt ons ook een krachtige wapenrusting aangebo­den in (Ef. 06:10-20):

Wees krachtig in de Here en in de sterkte Zijner macht. Wij moeten ons opstellen en standhouden, omgord met de waarheid, bekleed met het pantser der gerechtigheid, de voeten geschoeid met het evangelie des vredes.

Daarbij moeten wij bij dit alles het schild des geloofs ter hand nemen, waarmee wij al de brandende pijlen van de boze kunnen doven.

“En neem de helm des heils aan en het zwaard des Geestes, dat is het Woord van God. En bidt daarbij met aanhou­dend bidden en smeken in de Geest”.

Dit alles opdat het geheimenis van het evangelie bekend gemaakt wordt. Halleluja!

 

Mara door Gert Jan Doornink

“Toen liet Mozes de Israëlieten opbreken van de Schelfzee en zij gingen naar de woestijn Sur; drie dagreizen trokken zij door de woes­tijn zonder water te vinden. En zij kwamen in Mara, maar zij konden het water van Mara niet drinken, omdat het bitter was. Daarom noemde men die plaats Mara. Toen morde het volk te­gen Mozes en zeide: Wat moeten wij drinken? En hij riep tot de Here, en de Here wees hem een stuk hout; hij wierp het in het water; toen werd het water zoet. Daar gaf Hij hun inzet­tingen en verordeningen en daar stelde Hij hen op de proef, terwijl Hij zeide: Indien gij aandachtig luistert naar de stem van de Here, uw God, en doet wat recht is in zijn ogen, en uw oor neigt tot zijn geboden en al zijn in­zettingen onderhoudt, zal Ik u geen enkele van de kwalen opleggen, die Ik de Egyptenaren opgelegd heb; want Ik, de Here, ben uw Heel­meester” (Ex. 15:22-26).

Israël

Het volk Israël neemt in de Bijbel een belangrijke en bijzondere plaats in. Afgezien van de plaats die dit volk inneemt in het plan van God met deze wereld, is Israël en zijn geschiedenis, zoals ons die beschreven wordt in het oude testament, tot een groot voorbeeld gesteld voor de Gemeente van Jezus Christus.

Gedurende niet minder dan 430 jaar had Israël in sla­vernij in Egypte geleefd en het is aangrijpend te lezen hoe uiteindelijk de bevrijding – de uittocht – kwam. God zelf was de grote Bevrijder en ging verder voor Zijn volk zorgen. De Here ging voor hen uit, des daags in een wolkkolom om hen te leiden op de weg, en des nachts in een vuurkolom om hun voor te lichten, zodat zij dag en nacht konden voortgaan. Zonder ophouden bleef de wolkkolom des daags en de vuurkolom des nachts aan de spits van het volk” (Ex. 13:21-22).

Woestijn

Israël was verlost uit Egypte maar nu kwam de grote tocht door de woestijn….. Zo zijn ook wij als kinderen Gods verlost uit de macht van satan. Paulus zegt in (Kol. 01:13-14): “Hij heeft ons verlost uit de macht der duis­ternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zij­ner liefde, in wie wij de verlossing hebben, de vergeving der zonden”.

Maar ook wij zijn na onze verlossing en bevrijding be­gonnen aan een woestijnreis. Wij zijn, evenals het volk Israël in de woestijn, geroepen om door het geloof te le­ven. Het volk Israël moest ten allen tijde op de levende God blijven vertrouwen, dan zou God Zijn beloften waar ma­nen. Zo zijn ook wij geroepen om steeds opnieuw te vertrouwen op de levende God en Zijn beloften. Nadat het volk Israël op wonderbare wijze door de Schelf zee was getrokken, kwamen zij terecht in de woestijn Sur, waar een groot probleem ontstond. Er was geen water te vin­den. En iedereen weet dat water één van de eerste levensbe­hoeften van de mens is, zeker in de woestijn.

Oase

Uiteindelijk komen ze na drie dagen bij een oase terecht Maar het water daar is niet te drinken. Het is “mara”, dat wil zeggen “bitter”, het water is totaal ongeschikt voor consumptie.

Dan lezen wij dat het volk ging “morren”, wat het woor­denboek vertaalt met “knorrig klagen”. Morren wordt in het Nederlands taalgebruik vrijwel niet meer gebruikt, maar de bedoeling is duidelijk. Het volk werd opstandig. Het ging zich beklagen bij Mozes, hun leider, met de woorden: “Wat moeten wij drinken?”.

En dan te bedenken dat dit volk nog maar even tevoren op zo’n wonderbare wijze verlost was uit Egypte. Het laatste grote wonder wat ze hadden meegemaakt was de doortocht door de drooggevallen zee, waarvan we na afloop lezen: “Toen zag Israël, welk een machtige daad de Here tegen Egypte gedaan had; en het volk vreesde de Here en zij geloofden in de He­re en in Mozes, zijn knecht”(Ex. 14:31).

Van de ene op de andere dag waren zij “hun geloof kwijt­geraakt”. Maar is dat niet ook dikwijls het geval met veel kinderen Gods. De ene dag zitten ze boven op de bergtop en spreken en zingen van kracht en overwinning. De andere dag

zijn ze nergens meer en liggen ze geestelijk gevloerd voor de vlakte.

Wat is de oorzaak? Ik geloof dat één van de voornaamste oorzaken is de onmondigheid waarin vele kinderen Gods zich bevinden. Paulus spreekt in Efeze 4 over de “eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon van God, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Chris­tus”. Pas als wij dat bereikt hebben, zegt Paulus, “zijn wij niet meer onmondig, op en neer, hoen en weer geslingerd onder invloed van allerlei wind van leer, door het valse spel der mensen, in hun sluwheid, die tot dwaling verleidt, maar dan groeien wij, ons aan de waarheid houdende, in liefde in elk opzicht naar Hem toe, die het hoofd is, Chris­tus” (Ef. 04:14-15).

Groei

Natuurlijk kunnen er nog andere oorzaken zijn, zoals het vasthouden aan bepaalde zonden, vleselijke gezindheid, maar ze hebben toch allen als achtergrond de ongehoorzaam­heid van het geestelijk niet verder willen groeien. In het natuurlijke leven is het een vanzelfsprekende zaak dat de mens opgroeit van baby tot volwassene. Even vanzelfspre­kende behoort dat te zijn in geestelijk opzicht. Anders kan God Zijn doel met ons leven niet bereiken.

Van het volk Israël lezen wij – en dat is een ernstige waarschuwing voor iedere gelovige – dat van de oorspronkelijk generatie die uit Egypte verlost werd, niemand het beloofde land binnenging. Dat was voorbestemd voor een
nieuwe generatie. Het oorspronkelijke volk kwam om in de woestijn tengevolge van ongeloof….. Lees Hebreeën 3.

Dit ongeloof manifesteerde zich steeds weer bij Gods volk in de woestijn. In de geschiedenis die wij in dit artikel be­handelen zien wij nog hoe alles tot een oplossing komt. Er is weliswaar opstandigheid, maar deze heeft nog niet de overhand. Het is een “knorrend klagen”, bij Mozes. Uiteindelijk zoeken ze nog hulp bij God, want Mozes was immers Gods “vértegenwoordiger”. De Bijbel zegt: “Roep Mij aan ten dage der benauwd­heid, Ik zal u redden en gij zult Mij eren”(Ps. 050:015). Dat geldt voor iedere gelovige, voor alle tijden, in alle plaat­sen, ook voor u die het op dit ogenblik leest.

Wat is de eerste reactie van Mozes? Hij geeft niet direct een advies of antwoord, maar het eerste wat hij doet is luid tot God roepen! Dat is het kenmerk van de ware gelovige Hij heeft een “hotline” met de levende God. Hij verwacht het van Hem alleen!

Hout

Evenals Mozes zal iedere waarachtige gelovige ervaren dat God niet alleen een hoorder maar ook een verhoorder van onze gebeden is. In deze geschiedenis zien wij hoe God Mozes een stuk hout aanwijst, wat hij in het water moet werpen waardoor het bittere ondrinkbare water verandert in zoet drinkbaar wa­ter. Welk een wonder! Wie had dat verwacht? O, laten wij het toch steeds aan Hem overlaten hoe Hij de oplossingen geeft. Maar dat Hij de oplossing geeft in iedere situatie, bij elk probleem is zeker, want Hij is een Helper, groot van  kracht!

Wat heeft deze oud Testamentische geschiede; bovendien een wonderbare diepe betekenis voor de Gemeente van Jezus Christus. Is niet het bittere water van Mara een beeld van de zonde van deze wereld? Velen drinken van dit bittere wa­ter, maar ze moeten het met de dood bekopen. De Bijbel zegt: “Het loon dat de zonde geeft is de dood……maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, on­ze Here”(Rom. 06:23).

Deze genade komt ook in dit verhaal tot uitdrukking. Mozes werd immers gewezen op een stuk hout….. En is dat geen wonderbaar beeld van het hout waaraan Jezus Christus het voor ons heeft volbracht? Het is het kruishout van Golgotha waaraan Jezus de zonde van de gehele wereld droeg!

Leven

De mens die het dode, bittere water van deze wereld drinkt heeft uitzicht op de dood, de eeuwige dood, maar de mens die gelooft in het volbrachte werk van Jezus Christus mag drinken van het levende water en heeft deel aan het nieuwe, eeuwige leven. Dat is de heerlijke betekenis van de geschiedenis van Mara.

Maar laten we nog even verder lezen. Het verhaal is name­lijk nog niet uit. Zoals een gelovige nooit mag steunen pp een machtige ervaring. Een gelovige behoort voorwaarts te gaan, want stilstand is achteruitgang. Wij wandelen in ge­loof en niet in aanschouwen!

Wij lezen hoe God, nadat dit wonder zich heeft voltrokken hun geloof op de proef gaat stellen door hen inzettingen en verordeningen te geven. Zullen ze werkelijk van deze ge­schiedenis iets geleerd hebben? Ze zullen aandachtig moeten luisteren naar de stem van God en doen moeten wat recht is in Zijn ogen (Ex. 15:26). Zij zullen, hun oor moeten neigen tot zijn geboden en al zijn inzettingen móeten onderhouden. Dan zal God Zijn beloften in vervulling doen gaan: Geen enkele van de kwalen die God de Egyptenaren oplegde zal dan hun deel zijn, want God, de Here, is hun Heelmeester!

Les

Welk een geweldige les ligt hierin opgesloten als wij be­horen tot de Gemeente van Jezus Christus! .Ook voor ons geldt: Als wij voldoen aan de voorwaarden die God gesteld heeft in Zijn Woord, gaat God Zijn beloften vervullen..

Laten wij nooit over het hoofd zien dat God Zijn beloften altijd verbindt met voorwaarden. Sommige kinderen Gods vra­gen zich soms af: Waarom vervult God Zijn beloften niet in mijn leven? Dikwijls ligt de oorzaak bij henzelf, want God is een Waarmaker van Zijn Woord. Hij kan Zij eigen beloften niet breken. (Jer. 01:12) zegt: “Ik waak over Mijn woord om dat te doen”.

Zij zullen zichzelf af moeten vragen: Ben ik wel gehoor­zaam in alle dingen? Dien ik de Heer wel met een oprecht hart? Bewandel ik wel de geestelijke weg, de weg van geloof? Of leef ik nog in het vlees, in de zonden, ben ik nog gebon­den? Pas als ons leven volkomen Hem toegewijd is, ervaren wij de geweldige realiteit van de levende God, geopenbaard in Jezus Christus! Want God is een goede God. Hij die het bit­tere water van Mara zoet maakte, wil ook ons steeds omringen met Zijn liefde en vullen met Zijn blijdschap en overwin­ning!

 

Nicky Cruz komt naar Nederland

Ex-bendeleider

“Ik zal je maar eerlijk de waarheid, zeggen! Er is geen hoop meer voor jou. Je bent op weg naar de gevange­nis, de elektrische stoel en de hel”, zei de psychiater, toen Nicky Cruz, leider van de beruchte jeugdbende Mau- Mau”, voor de twee en twintigste keer opgepakt was door de New Yorkse politie.

Korte tijd later veranderde zijn leven totaal, toen hij in contact kwam met de “junkie-pastor” David Wilkerson. Tijdens een jeugdmeeting, waar David Wilkerson sprak, werd zijn leven radicaal veranderd door een ervaring met God.

Groningen en Arnhem

Over enkele weken bezoekt Nicky op zijn Europese reis ook Nederland. Hij zal op 6 en 7 februari in de Groningse Martinihal en in Musis Sacrum te Arnhem van zijn ervaring­en vertellen. Er worden elke avond 2500 jongeren verwacht. In Arnhem zullen de concertzaal en de exhibitiehal door middel van een gesloten circuit met elkaar in verbinding staan.

Nicky Cruz heeft in Nederland reeds grote bekendheid gekregen door middel van David Wilkersons boek “Het kruis in de Asfaltjungle” (Nederlandse oplage 90.000 exemplaren), de gelijknamige 2 uur durende speelfilm, en door middel van zijn eigen boek “Ik zal nooit meer huilen” (Nederlandse oplage 28.000 ex.).

Bekend spreker

Nicky Cruz is in de Verenigde Staten een bekend spreker voor de jeugd. Hij heeft een antwoord op de vragen van ve­le jongeren die gaan over drugverslaving, alcoholisme, rassenhaat of seks, omdat hij voor dezelfde problemen gestaan heeft en zich, eruit geworsteld heeft. Zijn komst naar Nederland is ongetwijfeld belangrijk nieuws voor velen in ons land.

Zijn leven

Nicky Cruz is geboren in Porto Rico, als jongste van een gezin van achttien kinderen. Zijn ouders waren de gees­tenbezweerders van het eiland, en zeiden dat hij een kind van de satan was. Angst en haat vulden reeds zijn jonge le­ven.

Op vijftienjarige leeftijd ging Nicky geheel alleen met het vliegtuig naar New York om te gaan wonen bij een oude­re broer. In New York aangekomen bleek al gauw dat hij ook daar voor zijn leven moest knokken, en zich daarom aansloot bij de gevreesde jeugdbende “Mau-Mau”, waar hij later leider van werd.

Een leven van misdaad en vechten, alcohol, drugs en uit­zichtloosheid. Na de radicale omkeer in zijn leven heeft Nicky Cruz een aantal jaren met Dave Wilkerson meegewerkt in “Teen Challenge” (“Evangelische hulp aan jongeren”), en leidt nu zelf een jongenshuis in Fresno, California.

Teen Challenge

Teen Challenge heeft zich ontwikkeld tot een internatio­nale evangelische hulporganisatie voor jeugd met problemen.

In Nederland werkt Teen Challenge, door middel van koffiebars die fungeren als ontmoe­tingscentra voor de jeugd, films, jeugdmeetings, en voor opvang en begeleiding van verslaafden hebben zij een op­vangcentrum in Haarlem.

 

1975.10-11 nr. 161

Levend Geloof 1975.10-11 nr. 161

Boven bidden en denken

God is een goede God! Wie hieraan twijfelt heeft nog nooit kennisgemaakt met de levende God, geopenbaard in Je­zus Christus. Want zodra wij Jezus leren kennen; ervaren wij dat het waar is dat God goed is en dat Hij in elk op­zicht voor Zijn kinderen zorgt.

Hebt u reeds een ontmoeting met Jezus gehad? Is Hij uw Heer en Heiland, zodat u kunt getuigen: “Ik ben een kind van God”? De Bijbel zegt: “Allen, die Hem (Jezus Christus) aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden”(Joh. 01:12). Als u met een berouwvol hart uw zonden belijdt en gelooft dat Jezus Christus ze voor u ge­dragen heeft aan het kruis van Golgotha, wordt u een kind van God en hebt u het ware geluk gevonden! Dan bent u gees­telijk rijk geworden, onvoorstelbaar rijk’

Er staat in Gods Woord dat Jezus is gekomen om leven en overvloed te brengen (Joh. 10:10). En in (Rom. 08:32) schrijft Paulus: “Hoe zal Hij, God, die zelfs zijn eigen Zoon, Je­zus Christus, niet gespaard, maar voor ons allen overgege­ven heeft, ons met Hem ook niet alle dingen schenken?”.Tot de gelovigen in Kolosse schreef Paulus: “In Hem, Christus, woont al de volheid der godheid lichamelijk; en gij hebt de volheid verkregen in Hem”(Kol. 02:09).

Helaas zijn er veel Christenen die geestelijk ver bene­den hun stand leven. Zij durven zich de beloften Gods niet zo maar toe te eigenen. Zij leven in armoede terwijl God rijkdom wil schenken.

Zij menen dat ze hoogmoedig zijn als zij aanspraak maken op Gods beloften die in Jezus Christus alle “ja en amen” zijn. Wat een misverstand! Juist door het niet aanvaarden Juist door het niet aanvaarden En doen wij afbreuk aan het volbrachte verlossingswerk van Jezus Christus. Wie in de grote en in de kleine dingen ten allen tijde op de levende God vertrouwt, zal nooit teleurgesteld worden. Natuurlijk is het soms wel eens noodzakelijk dat ons geloof op de proef gesteld wordt. Soms moeten wij geestelijk gecorrigeerd worden, want het is Gods wil dat wij een geheiligd, toegewijd leven hebben en de geestelijke weg, de weg van geloof, bewandelen. Maar dan ervaren wij ook iedere keer weer, Gods, grote liefde en goedheid. Vaak geeft Hij zelfs meer dan wij verwachten en waarvoor wij bidden, omdat Hij openbaar maakt dat Hij bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij bidden of beseffen (Ef. 03:20).

Boven bidden boven denken

Wil Hij alles, alles aan ons schenken.

 

Van de redactie

Redactie en medewerkers wensen alle lezers en lezeres­sen van “Levend Geloof” rijk gezegende Kerstdagen toe! Het is onze bede dat Christus, die eens in ons hart werd gebo­ren, meer en meer in al Zijn volheid in en door ons leven openbaar wordt. Opdat wij ten volle Hem kunnen dienen, waarvan de profeet Jesaja reeds profeteerde dat Hij is “de Wonderbare Raadsman, de Sterke God, de Eeuwige Vader en de Vredevorst”!

 

Kerstboodschap door Judith Jacobs (gedicht)

(De ster van Bethlehem).

Ik ben het licht der wereld; Wie mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben. (Joh. 08:12).

Wie het kerstgebeuren heeft gegrepen,

Wie de blijde boodschap heeft verstaan,

die kan verheugd, en blij van harte,

rondom de kribbe staan.

 

Toen de engelen koren eertijds zongen

van het heil dat het mensdom werd gebracht,

Toen was de Zone Gods geboren

een stralend licht in donkere nacht.

 

Al is de glans van Bethlehems sterre

voor ons reeds lang geleen vergaan

God schonk ons door zijn zoon op aarde

het eeuwige licht in ons bestaan.

 

Wie het kerstgebeuren heeft begrepen

wie het evangelie heeft verstaan,

die kan met het harte, vol aanbidding,

bij Christus kribbe staan.

 

Is het volle evangelie eenzijdig door Gert Jan Doornink

Wat heeft de Gemeente van Jezus Christus een heerlijke boodschap uit te dragen. Het is de boodschap van volkomen verlossing in Jezus Christus. Dezelfde boodschap die Jezus bracht en de apostelen. De boodschap die Jezus aan Zijn discipelen opdroeg te verkondigen met de woorden; “Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping”(Mark. 16:15). De boodschap die bevestigd wordt door tekenen en wonderen.

De boodschap die ook in deze eindtijd van uitermate groot belang is, want Jezus zei:. “Dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn”(Matt. 24:14). Toch worden er van alle kanten bezwaren geuit tegen deze boodschap. Uiteraard in de eerste plaats vanuit de wereld die alles wat met God en Godsdienst te maken heeft haat, en zeker als men zich radicaal opstelt.

Dan komen de bezwaren uit de kerken,, ‘van hen “die met een schijn van godsdienst de kracht verloochend hebben”. Ze­ker er zijn in de verschillende kerken nog oprechte kinde­ren Gods, maar de leiding en de gehele kerkelijke structuur staat afwijzend tegenover het volle evangelie.

Tenslotte komen de bezwaren en de tegenstand helaas uit de evangelische groepen en kringen. Wij schrijven “helaas” want dikwijls zijn dit oprechte kinderen Gods die bewust bekering en wedergeboorte hebben beleefd, maar niet verder groeien in het geloof. Zij verschuilen zich achter hun lei­ders, die zich verzetten tegen verschillende aspecten van het volle evangelie, zoals “de doop met de Heilige Geest”, “de strijd in de hemelse gewesten”, “genezing”, “overwin­ning over de zonde”, “demonenuitdrijving”, om maar enkele dingen te noemen. Uiteraard is dat een droevige zaak, vooral als men blijft weigeren zich te laten overtuigen door Gods Woord en de Heilige Geest.

Voorwaarts

Natuurlijk zijn wij niet zo bekrompen om niet te erkennen dat Gods Geest ook werkt buiten de Volle Evangelie- en Pink­sterbeweging. We weten dat het niet alles goud is wat er blinkt. Gods Geest werkt gelijk Hij wil en Gods almacht is onbeperkt.

Maar een kind van God die door Woord en Geest de ogen geopend zijn voor het volle heil in Christus, behoort ook dit volle heil uit te dragen.

Nergens roept Gods Woord ons op “een stap terug te doen doen1‘, veeleer worden wij opgeroepen, voorwaarts te gaan. Wij zullen op moeten groeien van onmondige Christenen tot volwassenen in het geloof, zeker in deze eindtijd nu de machten van satan zich zo uiterst geraffineerd manifeste­ren. Lees Efeze 4 er maar eens op na.

Het is tragisch en droevig dat vele kinderen Gods dit niet kunnen of willen inzien. In het natuurlijke leven vinden zij het een vanzelfsprekende zaak dat een kind uit­eindelijk opgroeit tot volwassene, maar in geestelijk op­zicht moet men daar bij hen niet mee aankomen.

Wij kennen velen die de naam “volle evangelie” niet meer willen gebruiken, omdat – zo redeneert men – het evangelie reeds “vol” is. Maar heel vaak schuilt er een an­dere gedachte achter. Men durft geen kleur te bekennen omdat men bang is voor exclusief of fanatiek door te gaan.

Petrus

Let eens op Petrus wat hij op de Pinksterdag verkondig­de tot de samengestroomde menigte: “Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen”(Hand. 02:38). Petrus was niet bang, maar was vol van de kracht en de liefde van Jezus en bewogen over hen die nog in de greep van satan waren.

Jezus zelf sprak: “Wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid”(Joh. 16:13). Welnu, dé Heilige Geest is gekomen! We leven na Pinksteren! Wij zijn verantwoordelijk dat het evangelie van het Koninkrijk Gods wordt uitgedragen. Wat anderen doen komt voor hun verantwoordelijkheid. De waarachtige eindtijd-christen kan en mag niet anders dan het volle evangelie ‘be­kendmaken door woord en daad.

Eenzijdig

Op de vraag of het volle evangelie eenzijdig is kunnen wij dus volmondig “ja” zeggen. En meteen er achteraan: “Gelukkig wel”, want ieder ander “evangelie” kan de mens niet werkelijk verlossen uit satans macht.

Het volle evangelie is een boodschap die niet voor twee­ërlei uitleg vatbaar is, omdat de Bijbel er op talrijke plaatsen zeer duidelijk over spreekt.

Waarom zullen wij dan een andere boodschap brengen dan ons is opgedragen? Waarom zullen wij water in de wijn doen? Zeker, er zijn een aantal extreme en fanatieke Christenen die bepaalde teksten op liefdeloze wijze hanteren. Ze zijn er altijd geweest en zullen er ook in de toekomst wel blij­ven. Maar zullen we terwille van hen met het badwater ook het kind weggooien? Ons enigste antwoord kan slechts zijns dat nooit! Wij zouden onze Heer en Heiland verloochenen. En Jezus heeft gezegd: “Al wie Mij zal verloochenen voor de mensen, die zal ook Ik verloochenen voor mijn Vader, die in de hemelen is. Maar een ieder die Mij zal belijden voor de mensen, die zal ook Ik belijden voor mijn Vader, die in de hemelen is” (Matt. 10:32-33).

Weerstand

Wij kunnen en mogen niets anders dan het volle evangelie uitdragen. Hetzelfde evangelie dat Jezus bracht en de Ge­meente na Pinksteren. Dit evangelie zal altijd weerstand op­roepen vanwege zijn exclusiviteit en eenzijdigheid. Maar dat is een goed teken.

Deze wereld wordt, zeker in deze eindtijd, overspoelt met boodschappen. Allerlei partijen, belangengroepen, sekten, religies en occulte leringen, proberen de menselijke geest te beïnvloeden. De massamedia storten een stroom van ge­dachten over ons uit die hun oorsprong vinden in de bron van alle kwaad: satan.

Daartegenover staat de éne, waarachtige boodschap: het volle evangelie. De boodschap van de levende God zelf. De boodschap van het Koninkrijk Gods, vol glans en heerlijkheid omdat zij alle “ingrediënten” bevat waardoor de mens, die gaat geloven in Jezus Christus, bevrijd wordt van zijn angsten, minderwaardigheidscomplexen, ziekten, zonden en zorgen. Daarvoor in de plaats komt het nieuwe leven van Christus dat gekenmerkt wordt door liefde, vrede, overwinning en blijdschap.

Waarheid

De felle tegenstand tegen het volle evangelie, bevestigt juist de waarheid er van. Want de enigste tegenstander van dit evangelie is de duivel, die opereert door middel van mensen die onder zijn invloed staan, dus via allen die nog niet door een persoonlijk geloof in Jezus Christus een kind van God zijn geworden.

Juist hen die zich “eenzijdig” en uitsluitend bezig hou­den met de verkondiging van het volle evangelie, zullen het meest van vervolging en verdrukking te lijden hebben, omdat satan in hen een reëel gevaar ziet. Maar zij zijn er met Paulus zeker van “dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopen­baard zal worden”(Rom. 08:18). Daarom gaan zij, vol vertrouwen op de levende God en met blijdschap in het hart, door met de proclamatie van het Volle Evangelie!

 

Maak uw geloof los van tradities

Een levend, sprankelend geloofsleven, zo de Heer dat van Zijn kinderen verlangt, wordt vaak ‘belemmerd en tegengehou­den door het vasthouden aan tradities. Velen hebben bij het aanvaarden van Jezus Christus de tradities overboord gezet. …. maar bij de door de Heer verder verlangde groei van hun geloofsleven, blijkt het vaak dat bepaalde oude gewoon­ten de kop weer sopsteken. Ook raken sommigen verstrikt in een nieuwe vorm van traditie”, waarvan de duivel een han­dig gebruik maakt om ons geestelijk schaakmat te zetten. Wij hebben de sleur en gewoonte op het oog, waardoor wij wel aan alles meedoen, door bijvoorbeeld regelmatig te of­feren en op de bijeenkomsten te komen, maar in werkelijk­heid toch geen aktieve, vurige getuigen zijn.

Iemand die jarenlang de gemeentesamenkomst of bidstond bezoekt, maar bijvoorbeeld nooit eens een profetie uit­spreekt, zal zich moeten afvragen of hij niet ongehoorzaam is aan 1 Korinthe 14 waar Paulus oproept te profeteren. Van­zelfsprekend moet alles in goede orde geschieden. Paulus geeft in dit opzicht verschillende adviezen en richtlijnen.

velen komen alleen maar op de samenkomst om iets “te ha­len1 , maar niet om “iets te brengen”. Terwijl Paulus toch zegt dat telkens als wij samenkomen ieder iets heeft tot stichting van de gemeente (1 Kor. 14:26). Iemand die nooit iets in brengt’1, heeft ook buiten de samenkomst weinig “uit te dragen”. Velen hebben hun vrijmoedigheid reeds lang prijs gegeven,, waarvoor Paulus waarschuwt (Heb. 10:35).

Toch is het voor hen nog niet te laat! Als dit stukje toevallig voor u bestemd is, breek dan met de macht der lauwheid, sleur en traditie en wordt een levend getuige van Hem die u bevrijdde uit satans macht. De Heer verblijd zich over allen die een fris en dynamisch geloof openbaren’.

 

Hoe vieren wij kerstfeest door Jan W. Companjen

Laten wij derhalve feest vieren, niet met oud zuurdeeg, noch met zuurdeeg van slechtheid en boosheid, maar met het ongezuurde brood van reinheid en waarheid”(1 Kor. 05:08).

Het geheim

Heel de wereld gaat ook dit jaar weer kerstfeest vieren, godsdienstig of niet godsdienstig, iedereen doet mee. En men kan zich afvragen of er veel verschil is in de kerst- feestviering van gelovigen en niet gelovigen. Is men er zich van bewust dat bij de geboorte van dat Kind in Bethlehem de wereld stond op een keerpunt van haar bestaan? Vanaf dat moment kon alles anders gaan.

Dat kleine woordje “kon” is het geheim van alles vanaf dat moment, toen Jezus Christus geboren werd, brak de he­mel, de onzienlijke wereld, open. Engelen daalden neer en verkondigden een Evangelie dat heel het volk blij kon maken, namelijk dat de Redder der wereld geboren was.

En daar zitten we dan ook meteen midden in de roos.

De eerste toespraak betreffende Jezus Christus gaf de be­lofte uit de hemel, rechtstreeks van de troon van God, dat deze Jezus, Redder van de wereld, van u en mij zou zijn en dat Zijn komst grote blijdschap gaf aan een ieder die tot Hem zou gaan. Nu, de herders hebben er geen gras over la­ten groeien, zij hoorden en gingen, zelfs met haast, naar de plaats die hun gezegd was. De herders keerden terug, God lovende en prijzende om alles wat zij hadden gehoord en gezien.

Grote scheidslijn

Vanaf dat moment gaat er een grote scheidslijn komen door heel de Godsdienstige wereld. Aan de ene kant vindt men hen die tot Hem gingen en Hem als koning aanvaardden. Aan de andere kant vindt men hen die toeschouwer blijven en niet ingaan op het Goddelijke aanbod tot herstel van de totale mens.

Zie hier wat ons in Christus geschonken is. Hij is de Gave Gods. De Gever van Levend Water. In Zijn gesprek met de Samaritaanse vrouw zegt Jezus daar zelf van: Indien gij wist van de Gave Gods en wie het is, die tot u zegt: Geeft Mij te drinken, gij zoudt het Hem gevraagd hebben en Hij zou u levend water hebben gegeven.

Jezus Christus is de Kern van het geestelijke leven. Hij is het waar heel de Bijbel over spreekt. In het Oude Testament als ‘belofte en heenwijzing van wat komen zou en in het Nieuwe Testament als een gekomen werkelijkheid, waaraan een ieder deel kan hebben die tot Hem komt.

In Johannes 5 komt ook de overste der Joden, Nicodémus, tot Jezus. Hij is onder de indruk van alles wat Jezus doet en leert. Hij zegt dan ook direct bij de aanvang van het gesprek tot Jezus, dat Hij – Jezus – een rabbi, dat wil zeggen: leraar, is en dat Hij door God gezonden is. Voorts zegt hij nog tot Jezus dat niemand die wonderen kan doen, tenzij men door God gezonden is.

Jezus steekt dan ook direct goed van wal, want Hij on­derkent meteen al dat het natuurlijke, wat in de zienlijke wereld door Hem gedaan wordt, door Nicodémus goed gezien wordt. Maar dit is niet het werkelijke waar het op aan komt. Daarom zegt Jezus dan ook tot Nicodémus: Voorwaar, voorwaar. Ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien.

Geestelijk leven

Dit zelfde zien wij ook terug bij de spijziging van de vijfduizend in Johannes 5. Toen de mensen dit gezien hadden, zei­den zij ook: Deze is waarlijk de profeet die in de wereld komen zou. Toen Jezus dit bemerkte, ja dat zij Hem met geweld wilden meevoeren en Hem koning wilden maken, trok Hij zich terug. Jezus zegt daar later van dat zij Hem zochten omdat zij van het brood gegeten hadden en verzadigd waren. Zij zochten Hem omdat Hij hen eten en gezondheid gaf.

Maar daarom gaat het in wezen niet. Het gaat om wedergeboorte en om veranderde mensen die weer gaan ervaren wat het zeggen wil geestelijk leven te hebben. Niét de angst voor de dood, niet de angst voor de toekomst, niet de angst voor God, maar herstel van de geestelijke band tussen de Schepper en het schepsel mens, is het geweldige van Jezus’ komst op aarde.     ,

“Hij nam de zonde weg en nu is mijn hart verblijd” Kent’ u dat lied? Laat het dan ook eens goed tot ons doordringen wat dat zeggen wil. Nog zeer velen zien het offer van Je­zus Christus voor ons gebracht als een natuurlijke aangelegenheid waardoor een natuurlijk, zondig en door de zonde mismaakt, leven tot een gelukkig einde kan komen. Indien u niet wedergeboren bent kunt u het Koninkrijk Gods niet zien, laat staan binnengaan.

Weinig inzicht

Hoe komt het nu dat er ten aanzien hiervan zo weinig in­zicht is? Dat komt zonder meer door het feit dat het geloof is aangepast aan het menselijke denken en dat het krachte­loos is gemaakt door overleveringen van mensen die het Woord Gods anders verkondigd hebben dan het ons door Jezus zelf geleerd is.

In (Matt. 15:06 v.v.) zegt Jezus zelf naar aanleiding van een wetsovertreding door Zijn discipelen (Matt. 15:02), dat zij het Woord van God van hun kracht beroofd hebben terwille van overleveringen. Tevergeefs eren zij Mij omdat’ zij leringen leren die geboden van mensen zijn.

Hier zitten wij in de kern van de zaak. Zeer veel mensen hunkeren naar vrede en rust. Hunkeren naar datgene wat Jezus beloofd heeft, doch zij ervaren het niet. Hoe komt dit?, vragen zij zich af. Nu dit komt omdat het volle heil van Christus door leringen geblokkeerd wordt.

Jezus vraagt persoonlijk geloof, Hij vraagt persoonlijke overgave. Hij vraagt erkenning van Zijn Koningschap. Hij vraagt niet of wij als kind besprengt, zogenaamd gedoopt, zijn, Hij vraagt niet of wij belijdenis hebben gedaan, neen Hij vraagt van ons persoonlijk antwoord en persoonlijke aflegging van het oude leven in de doop. (Zie Romeinen 6).

Het oude zuurdeeg moet weg

In de eerste de beste toespraak na Pinksteren zegt Petrus tot de Joden die vragen wat zij moeten doen om het eeuwige leven te beërven, dat zij zich moeten bekeren en zich laten dopen op de Naam van Jezus Christus tot vergeving van zon­den. Zij zouden in antwoord op deze daad, de Heilige Geest ontvangen en het Koninkrijk Gods kunnen binnengaan.

Daarom is het Schriftwoord boven dit artikel zo belang­rijk. Laten we gezamenlijk het oude zuurdeeg wegdoen. Weg met alle leerstellingen die ons van een echt Geestelijk leven afhouden. Het. is in deze als in het Oude Testament met de Israëlieten. Het was goed met dit volk van God als zij deden wat goed was in de ogen des Heren. Gehoorzaamheid was beter dan offerande en als het Woord des Heren verworpen werd, werd ook de overtreder verworpen.

Ook nu zijn er allerlei hoogten opgebouwd. Hoogten waarop men een Godsdienstige grond meent te hebben gevonden. De één bouwt zijn geloof en behoud op zijn kerklidmaatschap en de ander op zijn doop door besprenging als kind. Weer anderen geloven op gezag van de kerk, omdat de dominee of de pas­toor het zegt.

Maar Gods Woord zegt- hoe het oude zuurdesem uit uw mid­den weg. Nu weet ik wel dat het vers uit 1 Korinthe 5 dat boven dit artikel staat, slaat op de grove zonden die in de ge­meente van Korinthe gebeurden. Zij pleegden daar hoererij op een verschrikkelijke manier. Maar is de geestelijke hoe­rerij die er op het geestelijk terrein plaats vindt, niet veel afschuwelijker? Men laat het voorkomen dat men is ver­bonden met één man, Jezus Christus, doch men hoereert op een verschrikkelijke manier met allerlei andere mannen.

Een duidelijke les

Het gesprek van Jezus met de Samaritaanse vrouw bij.de put, geeft ons ook daarin een duidelijke les. Jezus zegt daar tot de vrouw: De man die gij nu hebt is uw man niet. Zij had al vijf mannen gehad en diegene waarmee zij op dat moment samenleefde was haar man niet.

De gehele geschiedenis door heeft de mens naar een man gezocht. Een verzorger die hem of haar geestelijk voedsel kon geven. Steeds is het gebleven bij overleveringen van mensen. Steeds is er iets tussen de Redder der wereld en de mens gezet. Steeds is het de duivel gelukt om de rechtstreekse verbinding tussen God en zeer vele goede gelovigen te verhinderen.

Er werd meer waarde gehecht aan het gehoorzamen van vader en moeder dan aan God. Het omver gooien van een afgoden­altaar dat door vrome oudere was opgebouwd c.q. was onder­houden, is nog steeds een zaak waar maar weinigen toe ko­men. Men doet dan de dingen die Jezus vraagt liever stiekem zogenaamd zonder iemand te kwetsen. Is bijvoorbeeld een doop dan nog een getuigenis van een goed geweten?

De ontdekking’

Doe al dit oude zuurdesem uit uw midden weg en verbind u aan één Man, Jezus Christus. Dan zult u werkelijk kerstfeest gaan vieren. Dan zult u tot de ontdekking komen dat het slechts om één ding gaat. Namelijk de Vader aanbidden in geest en waarheid. De Vader zoekt zulke aanbidders: God is Geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in Geest en waarheid.

Ja Jezus wil, dat ieder mens beantwoord aan Gods doel –

De zwakke maakt Hij tot een held, hij/zij die niet leeft uit gevoel –

Besef uw rijkdom dan in Hem en luister niet naar satans stem –

Wij moeten eén zijn, zoals Hij. En daartoe maakte ons Jezus vrij –

Weest enkel licht. Zodat de duisternis steeds zwicht!

Een heel fijn en gelukkig kerstfeest en een zeer gezegend begin en gelukkig komend jaar!

 

Jezus overwon satans macht door Henk Verheul

De nood in ons hart

Wanneer wij er de aandacht op vestigen dat de duivel rond gaat als een briesende leeuw, dan is dat niet om de duivel en zijn trawanten daar mee te eren, maar omdat er een grote nood in ons hart is, daar wij, rondom ons heen, zien hoeveel “christenen” gebonden zijn en zich inlaten met demonische toestanden. Bijvoorbeeld horoscopen, magnetisme en het be­zoeken van gelegenheden waar de duivel gediend wordt.

Mensen met angstcomplexen kom je zowel in volle-evangeliegemeenten als in kerken tegen. En dan niet te vergeten diegenen die gebonden zijn aan nicotine en alcohol, bijvoor­beeld sherry drinken omdat het zo goed is voor de lijn…..

Golf van duivelaanbidding

Een onderzoek wees uit? Satan leeft en maakt het wel. En­kele jaren geleden had de gedachte aan het bestaan van een duivel, samen met de zwavel-en-vuur-prediking, vrijwel afge­daan. In een tijd, dat het opvoedkundig stelsel van ons volk de Bijbel en God vrijwel uit de leslokalen heeft verbannen, heeft parapsychologie zijn weg naar het centrum van het les­rooster teruggevonden.

Ook op academies en universiteiten is de duivel niet onttroond. Kerken, gewijd aan aanbidding van satan, schieten als paddenstoelen uit de grond. De filmwereld is dit op alle mogelijke wijzen gaan gebruiken. Men ervaart het in de mu­ziek, bepaalde rituelen, bekendmakingen om vooruitgang te propaganderen en bovendien de verspreiding van allerlei lec­tuur.

Er gaat over de wereld en ook over ons land, een golf van duivel aanbidding en verering. De Bijbel zegt, dat demonen in staat zijn in mensen te wonen en hen te beheersen.. Over hen wordt gesproken als onrein, gewelddadig en kwaadaardig.

Allen die zonder Christus leven staan bloot aan het be­zeten zijn door demonen. De Bijbel leert dat deze demonen christenen blijven plagen, zelfs nog na hun bekering.

Onze strijd is een geestelijke strijd

“Want wij hebben niet te strijden tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereld- beheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de he­melse gewesten”(Ef. 06:12).

Jezus en Zijn discipelen hebben dikwijls demonen uitge­worpen. Petrus richtte zich tot de jonge mannen toen hij waarschuwde: “Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een briesende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden. Weerstaat hem, vast in het geloof….

(1 Petr. 05:08-09).

Jacobus zegt: “Onderwerpt u dus aan God, maar biedt weer­stand aan de duivel en hij zal van u vlieden”(Jak. 04:07).

De duivel is een listige bedrieger hij is de leugenaar van af de beginne, hij is de grote aap van God.

Satan is overwonnen

Maar ondanks het feit dat hij rond gaat, verkondigen wij, dat het bloed van Jezus hem heeft overwonnen. Er is kracht in het bloed van Golgotha, voor u en voor mij en voor allen die bevrijd willen worden.

Er wordt dus een bepaalde druk uitgeoefend en de verant­woordelijkheid ligt bij jou of bij u om algehele overwinning over de duivel te zoeken in de kracht van Jezus Christus.

De duivel heeft een bovennatuurlijke macht, maar geen almacht. Jezus zei: “Mij is gegeven alle macht, in hemel en op aarde”. De macht van satan is beperkt. Hij kan alleen werken onder toelating van God. Leest de geschiedenis van Job. Paulus noemt dit: “de verborgenheid dar ongerechtigheid”.

Satan voert ons in een geestelijke strijd. Zie Jezus en de bezetene van Gadara in Markus 5. Lange tijd was deze man gepijnigd door demonen, die een onreine geest in hem hadden gebracht. Toen hij door de macht van Christus veranderd was staat er dat hij “bij zijn zinnen was”.

‘Velen zijn geestelijk ontspoord

Satan kan onze geest beïnvloeden. Op het ogenblik zijn meer mensen geestelijk ontspoord dan ooit tevoren. Is dit een duivelse activiteit? Ik zeg u,’ ja.

Ik wil niet zeggen dat iedereen die geestelijk ontspoord is, door de duivel bezeten is. Maar ik geloof wel, dat een deel van satan afkomstig is. Vooral bij hen die hun leven hebben overgegeven aan lusten, drugs, tabak, alcohol, enz.

De duivel valt ook mensen aan op moreel gebied. De beze­tene, die Jezus in de wildernis ontmoette, droeg geen kle­ren. Naakt woonde hij tussen de graven. Vandaag aan de dag zien wij nee als een rage, van naakt gaan, zowel door mannen als vrouwen. Films en tijdschriften, nudistenkampen, naaktstranden en popfestivals leggen steeds de nadruk op naaktheid als een levensuiting. De bezetene van Gadara deed het, omdat de duivel in hem was. Het is dus geen nieuws wat wij zien en horen.

Leven en overvloed bij Jezus

De Bijbel zegt: De mens is de kroon van de schepping. Daarom is Jezus gekomen naar deze aarde. Hij nam het kruis van verzoening en bevrijding op zich en Hij liet Zijn zijde doorsteken, zodat het bloed van verlossing stroomde langs het ruw houten kruis.

Jezus is niet alleen gekomen om te redden, genezen en te dopen met de Heilige Geest, maar om ons te geven leven en overvloed. Als de Bijbel zegt, dat wij in Hem een nieuwe schepping zijn geworden, waarom laten dan zovelen zich weer een slavenjuk opleggen? Het volk van Israël had een geweldige bevrijding meegemaakt. Zij waren verlost uit Egypte. En ondanks dat zij de heerlijkheid van God dag en nacht be­leefden, verlangden zij op een gegeven moment terug naar de vleespotten van Egypte.

Ons lichaam is een tempel van de Gods Geest

Vele christenen – dagelijks worden wij er mee geconfron­teerd -hebben een geweldige verlossing meegemaakt, maar ze zijn terug gegaan naar de poel of naar het doopbassin om wat van het oude leven terug te halen. In plaats van te wandelen in het licht met Jezus elke dag, hebben zij de duivel een vinger gegeven.

Misschien komt u tot de ontdekking dat u uzelf misbruikt. U beschermd niet uw lichaam dat de tempel is van de Heilige Geest wanneer u Christus toebehoort. Mensen die zich overge­ven aan drugs, drukken op de knop van zelfvernietiging’. Hoe­rerij is, volgens Paulus, zondigen tegen uw eigen lichaam. Dit geldt ook voor vraatzucht, dronkenschap, roken en onrei­ne toestanden.

De ketenen zijn verbroken!

De duivel is een voorstander van alles wat direct of ge­leidelijk uw ondergang bewerkt. Dat betekent een geleidelijke zelfmoord. Maar, prijst de Heer, er is een weg. Er is iets wat de duisternis heeft overwonnen. Dat is het bloed, het kostbaar bloed van Jezus. Ook voor u, die dit leest, misschien in grote nood, misschien gebonden in de ketenen van de duivel. Weet dan, dat er een vrijheid te verkrijgen is, want de ketenen zijn verbroken door het kruis van Jezus.

In het laatste boek van de Bijbel staat: “Zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam…..Zij overwonnen hem …..door het Woord van hun getuigenis”(Openb. 12:11).

Hoe ontvangt u overwinning?

U ontvangt geen bévrijding door maar te blijven bidden, maar door te staan op het Woord en te handelen naar Zijn Woord. Dan zal de overwinning uw deel zijn. Want het Woord van God en Zijn beloften zijn ja en amen voor diegenen die Hem liefhebben on Hem willen dienen met geheel hun hart en ziel. In dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft lief gehad. (Rom. 08:57)

U mag ons, ten allen tijde bellen of schrijven wanneer er een nood in uw leven mocht zijn. Niet dat wij het kunnen, maar wij weten: Er was een die gewillig Zijn leven eens gaf, t Was Gods Zoon ‘die hier neer daalde op aard”.

1975.08-09 nr. 160

Levend Geloof 1975.08-09 nr. 160

De Bijbel zegt…

Het is al weer meer dan 20 jaar geleden dat Billy Graham sprak op enkele grote evangelisatiesamenlzomsten in Nederland. In 1954 sprak hij in het Olympisch stadion in Amsterdam en in 1955 in het Feyenoordstadion in Rotterdam. Beide massa-meetings hebben wij destijds meegemaakt. Een paar jaar daarvoor hadden wij Jezus Christus als onze persoonlijke Verlosser leren kennen en uiteraard waren samen­komsten als deze een onvergetelijke ervaring voor ons.

Vanzelfsprekend kunnen wij ons niet alle details meer herinneren. Maar één van de dingen die ons door de jaren heen is bij gebleven is wel de uitspraak van Billy Graham- “The Bible says…..”, De Bijbel zegt… en dan volgde een gedeelte of tekst uit de Bijbel. “The Bible says. ” Steeds weer kwamen deze woorden terug in zijn boodschappen. Hij sprak ze met grote nadruk uit en onder de zalving van de Heilige Geest. De kracht van zijn boodschappen bestond in het feit dat hij zich in alle dingen baseerde op Gods Woord. “Wat zegt de Bijbel?”, was zijn uitgangspunt.

Vele theologen vonden zijn boodschappen simplistisch, te eenzijdig, enz. maar duizenden vonden door zijn prediking de weg tot Christus. Duizenden werden overtuigd, niet in de eerste plaats door wat Billy Graham zei maar wat de Bijbel zei.     

De basis van iedere prediking, van elke boodschap van elk getuigenis behoort Gods Woord te zijn. Als deze basis wordt verlaten is men totaal op de verkeerde weg. Dan ziet men ook geen Bijbelse resultaten. Maar Gods woord gebracht onder de leiding en zalving van de Heilige Geest heeft altijd wonderbare uitwerking! Want de Bijbel zegt wie Jezus is, maar ook wie de mens zonder Jezus is een zondaar in de greep van satan. Maar de Bijbel zegt dat Jezus een volkomen Verlosser is en de zonden van de wereld (dus ook uw zonden) gedragen heeft. Aanvaard Hem in het geloof en word een gelukkig kind van God’!

 

Driemaal G door Gert Jan Doornink

In ons vorig nummer hebben we stil gestaan bij de grote betekenis van drie woorden uit de Bijbel die met een v beginnen, te weten vergeving, verlossing en verzoening. Er zijn ook drie woorden die met een g beginnen en bijzonder waardevol zijn voor ieder die ze wil aanvaarden en bele­ven. Het zijn de woorden Genade, Geloof en Genezing.

Genade is van oorsprong een zuiver Bijbels woord. Wel­iswaar hanteert de wereld het woord thans ook in allerlei vorm en omstandigheden, maar de oorspronkelijke betekenis van genade is in feite “vergeving”. God vergeeft datgene wat de mens fout deed. Andere woorden voor genade zijn “gunst” en “barmhartigheid”.

Eén van de woordenboeken zegt van genade dat het is een “bovennatuurlijke hulp die God de mens verleent om zijn eeuwige bestemming te bereiken”. Zo is het ook. Die “eeuwige bestemming” begint op het moment dat de mens Gods gena­de aanvaardt. God heeft Zijn genade betoond in Zijn zoon Je­zus Christus. Daarom kon Paulus aan Titus schrijven: “De ge­nade Gods is verschenen, heilbrengend voor alle mensen”(Titus 02:11). Zodra de mens van een zondaar een kind van God wordt, zodra hij of zij zijn zonden belijdt en gelooft dat Jezus ze gedragen heeft, wordt hem genade oftewel vergeving verleend.

Genade is altijd gratis. We hoeven er niets voor te beta­len of voor te doen. Jezus deed het alles voor ons. Paulus zegt: “Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf; het is een gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme”(Ef. 02:08-09).

Geloof

Nu zou de verkeerde gedachte kunnen ontstaan, dat wij die genade hebben ontvangen, nu verder op onze lauweren kunnen gaan rusten. Wij worden als ons door God, in Zijn grote liefde, genade is verleend, niet opgenomen in een soort geestelijke w.w., maar juist opgeroepen tot actieve dienst!

De velen die de genade van God nog niet kennen, worden ons op het hart gebonden, om ook die genade te aanvaarden. Achter de boven geciteerde tekst van Paulus uit Efese 2, lezen we meteen: “dat wij in Christus Jezus geschapen zijn om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen”(Ef. 02:08-10).

Hoe is dat mogelijk? Hoe kunnen wij anderen opwekken om voor Jezus te kiezen? Hoe kunnen wij getuigen van Hem? Hoe zijn wij bruikbaar in Zijn dienst? Alleen door het geloof. Wij zijn door het geloof een kind van God geworden… maar behoren ook als kind van God door het geloof te leven.

Paulus schrijft in (Gal. 02:20): “Met Christus ben ik gekrui­sigd, en toch leef ik, dat is, niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu, nog, in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven”.

Leeft u ook door het geloof? Niet ziende en vertrouwende op de natuurlijke, zichtbare dingen, maar op de geestelijke, onzichtbare dingen? Want: “Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet” (Heb. 11:01).

Als wij geen geloofsleven openbaar maken, staan wij niet in de rechte verhouding tot God en openbaren wij niet ten volle Jezus door ons leven, want “zonder geloof is het onmogelijk Hem welgevallig te zijn”(Heb. 11:06).

Genezing

Genezing- is in feite een onderdeel van het verlossings­werk wat Jezus verwierf aan het kruis van Golgotha. Daar bracht Hij een volkomen verlossing teweeg voor geest, ziel, en lichaam. Het is zo jammer dat jarenlang de prediking van velen die het evangelie brachten alleen gericht was op ’ het “behouden worden van de ziel”. In de harten van vele kinderen Gods leeft daarom de verkeerde gedachte dat gene­zing een soort belofte van God is, die de één wel ontvangt en de ander niet.

Hoe geheel anders leert ons Gods Woord. Het is geheel naar de wil van God dat ook ons lichaam gezond is. Zoals Johannes schreef in zijn derde brief (3 Joh. 01:02): “Geliefde, ik bid dat het u in alles wel ga en gij gezond zijt, gelijk het uw’ ziel wel gaat”. Zo wil God ook ons gezond hebben naar geest, ziel en lichaam. Hij wil ons geheel en al heiligen, opdat geheel onze geest, ziel en lichaam bij de komst van onze Here Jezus Christus moge blijken in alle dele onberispelijk bewaard te zijn (1 Thess. 05:23).

Natuurlijk kan God soms ziekte gebruiken om iemand op de rechte weg te brengen, zoals God alles gebruiken kan om Zijn doel te bereiken. Soms kan ons geloof door ziekte op de proef gesteld worden, maar het is nooit Gods wil dat wij ziek blijven. Ziekte is van satan. En Jezus overwon satan aan het kruis van Golgotha! “Door Zijn striemen is ons gene­zing geworden!”. Welk een heerlijke belofte en zekerheid dat God ons genezen wil….. zodat wij met een gezond lichaam de Heer kunnen dienen.

Genade… Geloof… Genezing…

Genade…..geloof…..genezing! Wat goed is God voor ons! Hij wil ons leiden aan Zijn hand, zodat wij van stap tot stap voorwaarts kunnen gaan als burgers van het Koninkrijk der hemelen.

“Neen, de wereld weet het niet,

wat God grote liefde ons biedt…..”

Maar zij die Jezus hebben aanvaard en Hem met een oprecht hart volgen, beleven de realiteit van genade, geloof en ge­nezing!

 

In staat van oorlog door Ds. G. Toornvliet

Ontmoeting

Jaren geleden ontmoette ik iemand die niet kerkelijk was maar positief op mijn radiopreken reageerde: “Hoort u eens, ik geloof wel in God, maar niet in de duivel”. Toen zei ik: “U moet ook niet in de duivel geloven, want dat zou betekenen dat u zich aan hem overgeeft, maar wel kunt u aan het bestaan van de duivel geloven. Trouwens, wanneer u echt God wilt dienen, zult u spoedig genoeg bespeuren dat er demonen zijn.-…”

Onlangs zuchtte diezelfde persoon: “Ik heb het zo on­dervonden, dat als wij een werk voor de Heer opzetten, de demonen proberen de hele zaak te torpederen”.

Iedereen heeft er mee te maken, het minst misschien de mensen die in een traditioneel geloof waar geen gloed en geen kracht inzit, voortsudderen. Wanneer de Duinkerkerkapers in vroeger eeuwen een leeg schip zagen varen, namen ze het risico niet het aan te vallen, maar de zwaargeladen galjoenen daarop werd geloerd.

Demonen

De Bijbel spreekt ons over invasies van demonen. Er is een ongekend leger van duistere machten, die op onzichtba­re wijze op het hele leven beslag trachten te leggen. De demonen zijn geniale geesten, bekwame psychologen? ze weten wegen te vinden naar het centrum van ons levend ze willen mijn en uw hart. Ze zenden uit….

Jonge mensen, die hun vertrouwen in de ouderen verloren hebben en het oude geloof in God en mensen overboord hebben gezet, ploffen in een leegte. Die leegte moet worden opge­vuld. … en velen worden het slachtoffer van soft drugs en hard drugs.

Misdaad

Door lectuur en t.v. worden zwakke figuren geconfronteerd met misdaad. Geen dag gaat voorbij of er heeft een bankover­val plaats; telkens lezen wij van aanrandingen. Van dit al­les kan een infectie uitgaan op zwakke creaturen.

In christelijke kringen staat het sein ook op rood. Er zijn er nog zoveel die wel wat voor het geloof overhebben en wat willen doen, maar bij wie alles cirkelt om hun eigen “ik”….”zien jullie me wel” – en die bij de eerste de beste miskenning als een plumpudding in elkaar zakken. Er zijn er nog zovelen die meer aan de traditie hangen dan aan God, die een sterkere binding met de dominee dan met Christus hebben.’

Occultisme

Dit doet de demonen de feestneuzen opzetten. Vooral le­vens die leeg zijn aan God worden “gekraakt” en doorwoond door de duistere machten. Hoevelen laten zich niet argeloos in de armen van het occultisme voeren? Ze lopen naar waar­zegsters…. en wat niet al.

Het korps van demonen is zo actief…. Ze dringen door in onze scholen, universiteiten, bij politieke bewindslieden, predikanten, jeugd…. Het is een strijd op leven en dood, niet met mensen maar met geestelijke machten, die op geruis­loze, draadloze manier infiltreren.

Wonderen

Kunnen we er iets tegen doen? Ja, maar wil het iets uit­werken dan moeten we radicaal zijn. Het eerste is: uw leven met Christus’ kracht te laten volstromen, u helemaal aan Hem toevertrouwen. Al dat halve gedoe geeft niet alleen “half- zachte “mensen, maar ook een invasie van demonische krachten.

die zich gebonden voelen aan de machten die zich hebben verkocht aan drugs, aan drank, aan occul­tisme, aan seks zonder liefde, kunnen, deze mensen bevrijd worden? Ja, ik heb ze gezien, ik heb ze ontmoet. Ik denk niet alleen aan de wonderen die God in onze radiogemeente heeft gedaan, maar ook aan de avond in de koffiebar te Mid­delburg. Daar zaten ze: een grote groep jongeren, eens ver­slaafd aan dit en aan dat en nu met blijde open gezichten getuigend van de Heer. Zo kan het in elke plaats…. ook in uw plaats.

Ideaal

Velen van de jongeren die zich aan Christus hebben over­gegeven vinden hun orthodoxe ouders tegenover zich. Die ou­ders begrijpen niet dat jonge mensen vol van het ideaal van Christus kunnen zijn, dat ze de Bijbel lezen, er op uitgaan om getuigen te zijn van die Heer!

Daarom zou ik de ouders willen vragen: geef niet af als uw zoon of dochter gekozen heeft voor Christus. Zeg dan niet: je bent “getikt” of “je moet naar de psychiater”, maar vraag-: Heer, geef ook mij dit leven en die kracht.

Tot de jonge mensen die ouders hebben die met Christus willen leven, zeg ik: “wijs hen niet af…. Zeg niet: die “ouwe zeur” of die “ouwe deur”, maar vraag of jij ook zo gelukkig mag worden als zij.

Christus is sterker dan alle demonen. De demonen zijn door Hem overwonnen en juist omdat ze het verloren hebben, komen ze opzetten met zo’n ontstellende kracht. Ze zijn als uitgehongerde leeuwen op zoek naar een prooi….

Harnas

In vroeger tijden gingen de soldaten gepantserd de strijd tegemoet. Jezus Christus biedt ons het harnas aan dat we nodig hebben in de strijd tegen de demonen. Hier is het harnas.

“Tenslotte nog dit: zoek uw kracht. in de Heer, in Zijn sterke macht. Rust u uit met de complete bewapening van God, om daarmee stand te houden tegen de krijgslisten van de duivel. Want onze strijd gaat niet tegen mensen van vlees en bloed, maar tegen de vorsten, de machthebbers en de heersers van de duistere wereld, tegen de geestelijke en bovenaardse machten van het kwaad” (Ef. 06:10-12) uit “Groot nieuws voor u”.

Mag ik dit onderstrepen. Onze vijanden zijn geen mensen, het zijn geweldige machten, geraffineerd en geniaal. Heel vaak hebben ze zich vermomd en komen ze met de Bijbel onder de arm…. Heel vaak dienen ze zich aan als stillers van pij­nen. … maar ze willen uw leven stuk maken. Ze huizen over­al, ze komen met de dominee en de ouderlingen de kerk bin­nen; ze proberen de evangeliedienaren zo te doen spreken dat er van Gods liefde niets doorkomt. Ze bezetten t.v. en radi­ostations.

En ze willen ons laten waarschuwen door Denis de Rougemont die schreef: “De truc van de duivel is je te laten zeg­gen: ginds… bij die mensen… bij dat volk is de duivel, terwijl hij onderwijl op uw schoot kruipt”.

U moet hem niet ver weg zoeken “bij de ander”, bij de an­dere groep of andere radiovereniging, maar hem opsporen’ en op heterdaad betrappen bij uzelf, in eigen kring.

Weerstand

De goede boodschap gaat verder: “Grijp daarom naar al de wapens die God u geeft, om weerstand te kunnen bieden op de dag waarop het kwaad aanvalt. Dan zult u staande kunnen blij­ven en alles tot een goed einde brengen.

Stel u zo op: doe de waarheid om als gordel en doe de ge­rechtigheid aan als borstpantser. Bind onder uw voeten de bereidheid om de vredesboodschap te brengen.

Draag daarbij het schild van het geloof: daarmee kunt u alle brandende pijlen van de duivel doven.

Zet de helm van het heil op en pak het zwaard van de Geest, dat wil zeggen het Woord van God”(Ef. 06:13-17).

Oorlogstijd

Zonder trainen gaat het niet. Wie geen Bijbelstudie doet, laat het zwaard verroesten. Wie liever uitslaapt dan naar de dienst van de levende Heer te gaan is een stuk slapjanus, die de demonen over zich laat lopen. Wie niet blij getuigen wil van Jezus is een soldaat aan het front zonder laarzen op blote voeten. Wie het geloof laat ver­slappen is een soldaat of motorrijder zonder helm.

’t Klinkt alles wat scherp…. maar in oorlogstijd als de gevaren rondom ons zijn, klinken de bevelen kort en scherp: “luchtalarm”…. “zoek dekking”…. “in de schuil­kelder”…. “gereed tot de aanval!”

Wij zitten in een oorlogssituatie. Het gaat om uw ziel …. om de ziel van uw kind…. van de volkeren in Oost en West.

Belofte

We hebben één belofte: weerstaat de duivel en …. hij zal van uw wegvluchten! Want Jezus is Overwinnaar!

Dit mag geen kreet blijven!

Dit moet werkelijkheid worden in uw leven!

Dan bent u zelf het levende bewijs: Jezus is Overwin­naar!

 

Van de redactie:

Dit artikel werd geschreven door de bekende, onafhankelijk werkende, radiopredikant Ds. G. Toornvliet uit Bloemendaal. Het werd met toestemming overgenomen uit zijn contactblad. Hoewel “Levend Geloof” meest originele en exclusief voor het blad geschreven artikelen opneemt, is dit artikel der­mate belangrijk en duidelijk dat wij deze eindtijdboodschap ook graag via “Levend Geloof” door willen geven!

 

Bij de voorpagina

“Voorwaarts christenstrijders!”. Deze beginwoorden van een bekend lied uit de bundel van Joh. de Heer zijn deze maand afgedrukt op de voorpagina van “Levend Geloof”. Het is een oproep om voorwaarts te gaan en gericht tot elk kind van God. Want een waarachtig christen is niet zomaar een christen, maar geroepen om te strijden. “Strijd de goede strijd des geloofs”, zegt Paulus. Dat betekent: niet vleselijk strijden, maar geestelijk! In deze strijd mogen en kunnen wij overwinnaars zijn…omdat Jezus de overwinning heeft behaald en wij in Zijn voetstappen mogen treden.

 

Het bewijs door Judith Jacobs (gedicht)

“Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt en het bewijs der dingen, die men niet ziet” (Heb. 11:01).

Niet altijd kan ’k Uw liefd’ begrijpen,

Het is Uw Wijsheid die ‘k aanvaard;

Door alles heen mag ik geloven:

Het is Uw trouw die mij bewaart.

 

Want als ik zie kan ’k wel geloven….

Maar dat is niet wat Gij mij vraagt;     

Uw wil is: blindelings te volgen,

Gij zijt het die mij leidt en draagt.

 

Ik weet: door zwakheid zal ik falen,

Gij kent het maaksel Uwer hand”;

Maar Heer, ik steun op Uwe armen.

Door Uw genade houd ik stand.

 

Heer, help mij Uwe naam te prijzen,

Al “zie” ‘k Uw liefde niet altijd; 

Geef mij de moed die ’t hart doet juichen –

Ook dan, als ’t hart in stilte schreit.

 

De duivel door Dirk A. Wols

Realiteit

Een niet erg stichtelijk onderwerp om over te spreken of te schrijven. Niettemin een realiteit waaraan we niet voor­bij kunnen gaan.

De duivel is slecht. Hij heeft zijn lust uitsluitend in het kwade. Hij kan niet anders, maar wil beslist ook niet anders. Hij is ijverig. Hij gaat rond als een briesende leeuw, zoekende wie hij zou kunnen verslinden.

Zijn werk is dus: stelen, slachten en verdelgen. Al zijn volgelingen – gevallen engelen en demonen – worden door hem geïnspireerd. Een derde deel van de totale engelenwereld is hem nagevolgd in hun opstand tegen God.

De duivel is machtig. Maar…..niet almachtig! Jezus sprak: “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde”. Jezus regeert, ja óók het kwade. In Zijn regeermacht maakt Hij van de duivel gebruik om Zijn doel te bereiken. Dat wil zeggen: uiteindelijk is satan in de macht van Jezus.

Onderworpen

Er zijn er die de duivel zien als een kwaadaardige zelf­standige macht. In wezen is hij aan Jezus onderworpen. Nog niet zichtbaar, wat aan het feit echter geen afbreuk doet. Hij is onderworpen aan God.

God zet de ongehoorzame mens op gladde plaatsen en laat hem dikwijls een prooi van satan worden. Maar de rechtvaar­digen zijn absoluut veilig voor zijn bruut geweld. Satan kan zonder Gods toestemming geen vinger naar hen uitsteken.

Ook bij Job niet. Satan moest voor alles wat hij Job wilde aandoen, toestemming hebben van God. God moest daartoe de omtuining van Job wegnemen. Van Job lezen wij dat hij oprecht en vroom was, godvrezende en wijkende van het kwaad (Job 01:01). Een prachtig getuigenis. Maar hij was er te zeer van overtuigt dat het zo was. Daarom kreeg Job een les van God op Zijn leerschool. Job werd alles ontnomen door de duivel met goedvinden van God. Nog staat Job te hoog in zijn Jijden. Hij zegt het dan ook (Job 27:06), “Aan mijn gerechtigheid zal ik vasthouden, en zal ze niet laten varen; mijn hart zal die niet versmaden’.

Hij verdedigt zich te fel tegenover zijn vrienden en meent geheel onschuldig te zijn, waardoor hij zulk een lij­den zou kunnen verdiend hebben.

Berouw

Totdat hem de schellen van de ogen vallen. En een nieuwe nederige Job. uit de smeltkroes van het lijden te voorschijn komt als hij spreekt: “Hoor toch, en Ik zal spreken; ik zal U vragen, en onderricht Gij mij. Met het gehoor des oors heb ik U gehoord; maar nu ziet U mijn oog. Daarom verfoei ik mij, en ik heb berouw in stof en as”(Job 42).

U ziet dus, dat de duivel door God gebruikt werd om Job een toontje lager te laten zingen en Hem te ontmoeten, want Hij is bij de leliën der valleien.

Omtuining

En deze functie heeft de duivel nog. Maar als wij ons volstrekt afhankelijk weten van Hem, als we niet hoog van de toren blazen en eigen roem verheffen, dan hebben we niets te vrezen. Dan zal Hij de omtuining rondom ons beves­tigen waardoor geen macht zal kunnen en durven heenbreken.

Die zijn gerechtigheid bouwt door een levend geloof op de Here Jezus Christus, zal geen kwaad te duchten hebben van de vorst der duisternis. En tevens zijn leven heiligt van alle smet des kwaads, hij zal wel smaad en vervolging lijden, maar geen infiltraties van de hel te duchten heb­ben. Want Jezus regeert en heeft alle macht. Halleluja!

 

De Bijbel (9)

De Bijbel is van bovenaardse oorsprong. In dit boek heerst de hemel over de aarde. Daarom kon Paulus zeggen: Bedenkt de dingen die boven zijn. Om er dan op aarde wat mee te doen. En er kan veel, heel veel, mee gedaan worden.

De Bijbel is niet te vergelijken met een ander boek.

Het is het meest waardevolle en betrouwbare boek. Het is een universeel boek. Miljoenen zijn en worden er verkocht. Het is een onuitputtelijke bron van rijkdom, wijsheid, leven en overvloed (Joh. 10:10).

We moeten het aanvaarden als het Woord van God, de Schepper van hemel en aarde met alles “er op en er aan”, de zon, de maan en de sterren.

Hij schiep de mens om medewerker Gods te zijn. Psalm 8 spreekt erover dat Hij de mens bijna Goddelijk heeft gemaakt, Welk een hoge roeping komt er vanuit dat boek – dat Bijbel heet – tot ons.

De Bijbel geeft ons een dieper inzicht in Gods plan. De Bijbel is een “verklarend handboek” over ‘waar vandaan ‘waartoe’, ‘waarheen’.

Gebruik de Bijbel als leidraad voor heden en toekomst. De Bijbel is de grondslag voor wetgevingen in vele lan­den. Waar het komt brengt het licht en opgang, waar het heersen mag.

De nauwkeurigheid van moraal en zedeleer overtreft ie­der ander boek.

De Bijbel is voorwerp van onderzoek. Niet alleen om te lezen, maar om te onderzoeken waar het op aan komt.

Onderzoekt de Schriften, die zijn het die van Mij ge­tuigen, sprak Jezus.

En: Wie zoekt…..die vindt!

 

Nieuw leven door Jan W. Companjen

“Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen” (2 Kor. 05:17).

Het oude zuurdesem

Het valt in gesprekken steeds weer op dat de godsdiens­tige mens godvrezend wil zijn. Ik bedoel hiermee dat hij God vreest in de letterlijke zin van het woord. Het oude zuurdesem dat God een verterend vuur is, voor wie niemand kan bestaan, wordt zo oudtestamentisch gezien en innerlijk ervaren dat men daaruit alleen al kan afleiden, dat het verlossende werk van Jezus Christus in deze mensen niet tot zijn recht is kunnen komen.

Men zal zich kunnen afvragen hoe dat komt. Is dit hun eigen wil of wordt dit veroorzaakt door de één of andere oorzaak die min of meer buiten hun wil ligt? Nu zit in deze vraagstelling natuurlijk het gevaar dat de menselijke waar­digheid en/of de menselijke wil en verantwoordelijkheid wordt ondermijnd. Dit valt inderdaad niet te ontkennen, maar wij zullen juist op dit punt in de nabije toekomst duidelijk antwoord moeten geven. Wij zullen namelijk tot de erkenning moeten komen dat hele horden vrome geesten grote massa’s goedwillende mensen, onvruchtbaar hebben gemaakt voor het Koninkrijk Gods.

Schepping en zondeval

Bij de schepping wordt na elke scheppingsdag gezegd dat God de Schepper alles zag wat Hij geschapen had en dat het goed was. Na de schepping van de mens zei Hij dat het al­les goed, ja zeer goed, was. De mens was goed en naar Gods evenbeeld geschapen.

Toen kwam de zondeval, de mens werd ongehoorzaam en vanaf dat moment was de mens niet meer “rechtvaardig”. Hij voer als het ware niet meer recht door zee en voelde zich arm en naakt. Vanaf dat moment kronkelde hij net als de slang door het leven, overwegende steeds maar weer, wat het beste voor hem is.

Een mooi voorbeeld is daarvan o.a. het leven van Jacob – later Israël -, met wie God ondanks alles toch Zijn ver­bond -aanging. Zoals Jacob kronkelde, kronkelt het volk Is­raël nu nog. Daarbij ziende op éigen kracht en bondgenoten en op eigen inzicht. Alles wat een wonder is ten opzich­te van dit volk is buiten hen om geschied, buiten hun wil om. Ze zijn met de stok naar hun eigen land gedreven. Als Hitler er niet geweest was zou dan de staat Israël in 1948 zijn ontstaan?

Moest dit alles niet geschieden omdat dit volk geen gees­telijk oor heeft? Nu zitten zij daar en de gehele oudtestamentische toestand herleeft, zonder dat men tot erkenning en herkenning van Jezus komt. Zo zit ook heel het volk Israël in de verdediging. Men is door vijanden omringd en dat is nooit de bedoeling geweest. Het volk van God moet vrede en rust hebben en moet een afstraling zijn van het geweldige feit dat het een bovennatuurlijke leider heeft. Ten tijde van Salomo zag men daar een voorbeeld van..

Het geestelijk Israël

Als tegenhanger zien wij in het geestelijk Israël – be­staande uit jood en heiden – dezelfde dingen. Ook daar voelt men zich arm en naakt en onrechtvaardig, De belijdenis dat men een arme zondaar is, wordt algemeen erkend en gewaardeerd. In deze belijdenis zit, zoals u wel begrijpt, de erkenning dat er nog geen vrede tussen God en deze mens be­staat. Men kruipt nog steeds tussen de bosjes weg om God niet te ontmoeten.

Toch spelen juist deze dingen zich af in die kringen waar men zeer godsdienstig is. Men gaat levenslang ter kerke maar tot zekerheid van het geloof komt men niet. Nu, juist voor deze mensen zal de krijgsbazuin geblazen moeten worden. Men zal tot hen moeten zeggen dat het de duivel gelukt is hun buiten het Koninkrijk der hemelen te gouden, door gebruik­making van vrome geesten en leugengeesten, die de leer van Jezus Christus verdraaien, waardoor deze geen uitwerking meer heeft.

Zij zullen gehoorzaam moeten worden en de appel van de boom des levens moeten eten, zoals die ons in Jezus Chris­tus gegeven is. Iedereen wil op zijn eigen wijze zalig worden, maar men komt al spoedig tot de ontdekking dat al­les blijft zoals men was. Jezus echter belooft aan een ie­der die in Hem gelooft op de wijze zoals de schrift zegt, dat hij een nieuwe schepping zal worden. Zie het oude is voorbij gegaan, het nieuwe is gekomen. Dan zal men in overéénstemming met Gods Woord gaan belijden dat men door dit geloof gerechtvaardigd wordt en dat men vrede met God ontvangt. Wij dan gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God, door onze Here Jezus Christus.

Er is maar een evangelie

Vrome geesten en leugenmachten die onze medemensen er onder houden, zullen aan de kaak gesteld moeten worden, dat wil zeggen openbaar gemaakt moeten worden. Wij zullen moe­ten terugkeren naar de leer der vaderen, de apostelen. Paulus zegt daarvan in (Gal. 01:06-10) dat er maar één evangelie is en dat een ieder die een ander evangelie brengt vervloekt is. (Gal. 01:09)- “Gelijk wij vroeger reeds gezegd hebben – zegt Paulus – zeg ik thans nog eens; Indien iemand een evangelie predikt, afwijkend van hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt.

Ook Jezus Zelf zei tegen Zijn discipelen: Leert hun dan onderhouden alles zoals Ik u het geboden (geleerd) heb. Hij was het vleesgeworden Woord en Hij openbaarde ons Gods wil. Daarom zullen wij dan ook in deze eindtijd moeten terugkeren naar het Woord van God en trouw gaan onderhouden alles wat Hij ons geboden heeft. Hij wil van ons geestelijke mensen maken. Mensen die weer horen en verstaan wat de wil des He­ren is. Uitgaande, goeddoende en genezende alles wat de dui­vel verminkt en verziekt heeft.

Naar de overwinning

Lauwe mensen zijn natuurlijke mensen. Zij geloven nergens in of zij moeten het eerst zien. Zij zijn als de tien ver­spieders in het land Kanaän. Zij zien in het beloofde land om zich heen en komen dan huilende tot de bekentenis dat het allemaal wel mooi is maar dat het nooit wat wordt. De mens is maar een sprinkhaan, een nietig wezen die alleen de boel maar kaal kan vreten. Hij is echter in zijn natuurlijk den­ken verblind, omdat hij in de veronderstelling verkeert dat hij het zelf moet doen.

Wij belijden echter, dat Jezus Zelf ons voorgaat. Hij is het Hoofd van Zijn volk. Hij is de Geestelijke Leider die Zijn volk naar de overwinning zal leiden.

Natuurlijke mensen zijn nooit extreem, zij drijven altijd met de stroom mee. Zij doen datgene wat de grote massa ook doet en zij willen geen weg gaan waarop zij door de Heer ge­heiligd zullen worden.

Herstel door Gods Geest

Geloof is geen inspanning, maar is Vertrouwen op Gods almacht. Gods Geest, de Geest van Jezus die Hem heeft op­gewekt, zal ook onze sterfelijke lichamen levend maken. Gods Geest geeft herstel. En als de mens weer gaaf is ge­worden krijgt hij een geestelijk lichaam. Dan zullen wij zijn zoals Hij is.

Het plan Gods is veel zonen tot heerlijkheid brengen. Dat is een leven, waard om te leven. Niet meer opgesloten in systemen en leringen van mensen, maar leven tot lof en eer van Zijn Haam.

Het nieuwe deeg

Hij verlangt naar de lof en dank van onze lippen, omdat Hij ons een nieuw leven heeft geschonken. Daarom, lezers en lezeressen, doet het oude zuurdesem uit uw midden weg en wordt een nieuw deeg. Handel en wandel zoals Hij het ons geleerd heeft en kom tot de daad. Geef antwoord aan Hem.,

Hij die u roept is getrouw, Hij zal het doen, want Hij is een Waarmaken van Zijn Woord.

Indien u vragen hebt, indien u gebed wenst, of indien u gedoopt wil worden, schrijf ons dan. Hij zal ons de weg openen, opdat al de wensen van uw hart vervuld zullen worden.

 

Het allerergste

Daniël, ons zoontje van zes, is de laatste tijd nog al bezig met het begrip “oorlog”.

Laatst op een morgen in de auto zei hij: “Papa, kan er vandaag wel oorlog komen?”.

Ik zei; “Dat zou niet te hopen zijn, oorlog is iets verschrikkelijks. Dat zou het allerergste zijn wat ons zou kunnen overkomen….”

Zijn reactie: “Dat is niet het allerergste…..Het allerergste zou zijn als de Here Jezus dood zou gaan!”.

Ja, daar staan wij nooit meer bij stil. Stel eens een moment voor dat dit zou gebeuren. In één seconde zou heel ons geloof wegvallen. We zouden geen houvast meer hebben…

Gelukkig weten wij dat zo iets niet mogelijk is. Hoe­veel te meer zullen wij Hem dankbaar moeten zijn, dat Hij leeft tot in alle eeuwigheid.’

Jezus ging eens de dood voor ons in…..

Maar Hij bleef niet in de dood.

Hij overwon de dood’

Toen Jezus stierf op Golgotha en het uitriep “Het is volbracht!”, werd satans macht verbroken. Hij werd ont­troond en overwonnen.

Schijnbaar had satan de overwinning behaald, maar in werkelijkheid was het de overwinning van God’

Want Jezus stond na drie dagen op uit de dood en nu leeft Hij tot in alle eeuwigheid….. en wij die in Hem ge­loven met Hem!