1978.10 nr. 186

Levend Geloof 1978.10 nr. 186

De leer met gezag door Gert Jan Doornink

“Zij stonden versteld over zijn leer, want zijn woord was met gezag….”(Luc.4:32).

Is de leer wel zo belangrijk?

De vraag of de leer wel zo belangrijk is komt in gesprekken tussen kinderen Gods nog al eens naar voren en wordt dan meestal afgedaan met de woorden: “De leer is niet zo belangrijk, het komt aan op het leven”. Het is niet zo verwonderlijk dat velen zo spreken, want hoe­veel kinderen Gods zijn niet verlost uit al­lerlei wettische en menselijke leerstellingen en zijn intens blij dat ze nu kunnen leven in de vrijheid van Christus.

Er bestaat echter gevaar dat wij in ons en­thousiasme iedere leerstelling overboord gooi­en en dat is niet in overeenstemming met Gods Woord. Wij kunnen er namelijk niet omheen: Dikwijls lezen we over de leer die Jezus bracht.

Daarom is de leer wel belangrijk. Maar we zeg­gen er direct achteraan: Als we tenminste in­zien dat de leer van Jezus altijd verbonden is met Zijn leven, met Zijn bediening. Bij Je­zus is het geen dode theorie, maar wat Hij verkondigt, brengt Hij ook in praktijk! Als Jezus in de synagoge te Nazareth voorleest uit het boek Jesaja: “De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen; en Hij heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid, om te verkondigen het aangename jaar des Heren” is Zijn commentaar daarop: “Heden is dit Schriftwoord voor uw oren vervuld” (Luc. 04:18-21). Je­zus wil zeggen: Wat Ik u voorlas, dat ga Ik nu in praktijk brengen.

De Farizeeën en Schriftgeleerden brachten al­leen de theorie. Zij waren daarom ook verbol­gen op Jezus. Zij hadden verwacht dat Jezus een soort aards Koninkrijk zou stichten met een leger, grenzen, enz., waarin zij hun posi­ties konden handhaven. Jezus zei echter: “Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld!”.

In Joh. 05:39-40 staat: “Gij onderzoekt de Schriften, want gij meent daarin eeuwig leven te hebben, en deze zijn het, welke van Mij ge­tuigen, en toch wilt gij niet tot Mij komen om leven te hebben”. Dat was (en is) de fout van velen. Schriftonderzoek en Bijbelstudie zijn belangrijk, maar Jezus moet eerst onze Verlosser en Leidsman zijn.

Als we Jezus hebben aanvaard, krijgen we met Zijn leer te maken en zij wij geroepen deze leer door woord en daad uit te dragen. Dat de­den ook de apostelen, dat deed de eerste christengemeente en dat doet een waarach­tig kind van God!

In de eerste tijd van het Christendom was het een vanzelfsprekende zaak dat theorie en praktijk samen gingen. Toen de apostelen op een gegeven moment werden gevangen genomen en zij voor de Raad van Gamaliël moesten verschijnen was een van de verwijten die zij te horen kregen: “Zie, gij hebt Jeruzalem vervuld met uw leer” (Hand. 05:28). Zij konden echter niet zwijgen om van de grote daden Gods te vertel­len. Petrus zei: “Men moet Gode meer gehoorza­men dan de mensen”(Hand. 05:29). Een kind van God wiens ogen geopend zijn voor de volle waarheid, zal daarvan getuigen, ongeacht de consequenties die daaraan verbonden zijn. Hij brengt de leer van Jezus door woord en daad in praktijk, onder de leiding van de Heilige Geest.

Kenmerken van de leer van Jezus

Wij willen nu een aantal kenmerken van de leer van Jezus onder ogen zien, opdat ieder kind van God er van goed van doordrongen is hoe be­langrijk het is deze leer uit te dragen.

  1. Het is een nieuwe leer. “Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen” (2 Kor. 05:17). De leer van Jezus vindt geen aan­sluiting bij een bepaalde leer. Jezus zelf heeft het duidelijk gesteld door te zeggen dat men nieuwe wijn niet in oude zakken doet. Het tragische van onze tijd is echter dat velen dit wel willen doen. De brokken in verschil­lende gemeenten zijn daarvan vaak een gevolg. Als de basis, het fundament niet goed ligt, of daarop niet verder wordt gebouwd, gaat het mis. Velen letten meer op de kwantiteit van het aantal gelovigen, dan op de kwaliteit. Liever enkele gelovigen met kwaliteit, dan ve­len zonder kwaliteit.
  2. Het is een gezonde leer. Wie deze leer in de weg van gehoorzaamheid beleefd, blijft be­waard voor allerlei dwaalleringen. Het is daar­om ook van het grootste belang dat we geeste­lijk groeien, zodat we niet heen en weer ge­slingerd worden door allerlei wind van leer (Ef. 04:14). Als we het spoor verlaten komen we in allerlei verkeerde toestanden terecht en raken verward in de valstrikken van satan. De apostel Paulus waarschuwt daarvoor op ver­schillende plaatsen. Aan Timoteüs schrijft hij zelfs dat er een tijd komt waarin de men­sen de gezonde leer niet meer verdragen (2 Tim. 04:03).               
  3. Het is een leer met gezag. Dat is wel het meest kenmerkende van de leer van Jezus. De wordt er door ontmaskerd en overwonnen. In Luc. 10:19 zegt Jezus: “Zie, Ik heb u macht’ gegeven om op slangen en schorpioenen te tre­den en tegen de gehele legermacht van de vij­and; en niets zal u enig kwaad doen”. Wij moe­ten ons bewust zijn dat we autoriteit over de vijand bezitten. Velen spannen zich in om in de natuurlijke wereld autoriteit te bezitten, maar Jezus vindt de geestelijke autoriteit veel belangrijker. Jezus geeft ons geestelijke autoriteit, macht en gezag. Ook de vele ver­keerde leringen van onze tijd kunnen wij al­leen weerstaan als wij Goddelijke autoriteit bezitten en die in praktijk brengen. Want als wij falen komt dat doordat wij die autoriteit niet gebruiken.

De meest belangrijke leer

De leer van Jezus is de meest belangrijke leer in deze wereld, juist omdat zij niet van deze wereld is. Jezus heeft eens gezegd: “Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan” (Matt. 24:35).Op het Joodse Loofhuttenfeest leerde Jezus in de tempel, waarop de Joden verbaasd zeiden: “Hoe is deze zo geleerd zonder onderricht te hebben ontvangen?”, waarop Jezus antwoordt: “Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem, die Mij gezonden heeft; indien iemand diens wil doen wil, zal hij van deze leer weten, of zij uit God komt, dan of Ik uit Mijzelf spreek. Wie uit zichzelf spreekt, zoekt zijn eigen eer, maar wie de eer zoekt van zijn zender, die is waar en er is in hem geen onrecht”(Joh. 07:14-18). Door deze leer uit te dragen verheerlij­ken wij dus de levende God!

Bovendien maakt deze leer de mensen werkelijk gelukkig. Wat hebben wij aan allerlei bood­schappen, gedachten en visies, als de mensen er niet werkelijk door bevrijd worden uit de macht van satan, dat wil zeggen het echte ge­luk leren kennen.

Want alleen een mens die vrij is van satans heerschappij is werkelijk gelukkig. In hem woont Jezus Christus, met Zijn volheid.

Daarom laten wij “de leer met gezag” in prak­tijk brengen, door niet te zien op de omstandigheden, niet luisteren naar wat anderen zeg­gen, maar gehoorzaam al die dingen doen, die de Heer van ons vraagt.

Dan ervaren wij dat de kracht van de levende God in en door ons werkt. Dat we geestelijke autoriteit bezitten. Dat we anderen daadwerke­lijk kunnen helpen, door hen te bevrijden uit de macht van satan. Dan wordt Jezus in ons leven en in dat van anderen verheerlijkt.

De “leer met gezag” is geen dode theorie, maar een levende werkelijkheid, want de woorden van Jezus zijn Geest en Leven! (Joh. 06:63).

 

Alleen de waarheid maakt vrij door H. J. Glasbergen

Angst voor de waarheid

Wij waren in Zuid-Duitsland in een mooie R.K. kerk, vol met muurschilderingen, ge­maakt door grote kunste­naars met naam. Eén van de­ze kunststukken was gewijd aan de hemelvaart van Ma­ria. Meer dan levensgroot zie je Maria ten hemel va­ren, omringt door lieve, kleine engeltjes, en bene­den mensen die hun handen naar haar uitstrekken, of haar toejuichen.

Als je de rondleider vraagt waarop en van waaruit deze kunstenaar dit werk heeft gemaakt, gebaseerd op fan­tasie of leer der R.K. kerk dan weten zij geen antwoord te geven, of zij hebben plotseling haast.

Dat deze stelling een uit­spraak van een (verlichte) paus is geweest, die Maria tevens tot mede verlosser heeft benoemd in de zicht­bare wereld, komt niet ter sprake.

Deze Marialogie en de vere­ring van Maria is verbijs­terend, nog meer de gevolgen van deze (heils)leer. Er is geen enkele Bijbelse grond voor deze absurdi­teit, het is alleen bedoeld om het machtsvertoon en de slavernij van de vrome ge­lovigen te bestendigen.

De vrome legenden en leugens zijn zo verward, dat de leiders zelf in een gro­te verwarring naar nieuwe wegen zoeken, om hun greep op de massa te blijven be­houden. De nieuwe paus heeft zichzelf Johannes Paulus genoemd. Zou dit Johannes van het evangelie zijn en Paulus van 2 Kor. 11:16-29? Wij stelden die vraag aan een bisschop, maar wachten na maanden nog op antwoord. Angst voor de waarheid?

De R.K. kerk verleent voor­rang aan Maria en maakt daarmee God tot een leuge­naar. Want Jezus verleent Zijn moeder, broeders en zusters in Mark. 03:31 geen voorrang. Integendeel, Hij zegt: Al wie de wil van God doen, die Mijn Woord horen en doen, die zijn Mijn moeder, broeders en zusters.

Wie bepaalt het geloof?

Niet de dode Bijbel, maar de levende paus bepaalt het geloof, zegt één van de le­raren van het Vaticaans de­partement voor de geloofs­leer. Dit is een religie, een soort godsdienst, maar niet gebaseerd op Gods Woord.

Als de gemeente van Jezus Christus openbaar wordt en de discipelen te Jeruzalem wachten op de uitstorting van de Heilige Geest, wordt Maria voor de laatste keer genoemd in de Bijbel. De gemeente van Jezus Christus is gebouwd uit Gods Geest, daar is niets van de mens bij. Maar de R.K. kerk heeft zich de alleen zaligmakende kerk genoemd. En aan Maria wordt bijna tweeduizend jaar la­ter haar tegenwoordige god­delijkheid toegekend, wat dan ook moet inhouden dat Maria nadien geen kinderen meer heeft gehad.

Wat moeten wij hiermee? Zijn dit medebroeders in Jezus Christus? Een ieder moet deze vraag aan zich­zelf stellen, nog beter is de uitspraken van Jezus zelf lezen en daarbij bid­den dat de Geest der waar­heid (Joh.16:12-15) hen tot de volle waarheid zal leiden. Of zou het angst voor de waarheid zijn, dat miljoenen zich christenen noemende mensen, zich laten verleugenen, zonder zelf tot geloof te komen?

Het compromis

In het juli/augustus-nummer hebben wij gezegd dat de reformatorische kerken zichzelf buitenspel hebben gezet. Dit wordt ons door sommigen kwalijk genomen. Wij hebben bedoeld dat de kerken, de organisaties, zich buitenspel zetten.

Niet de mensen die met deze kerken en menselijke lerin­gen gemeenschap hebben en daaruit leven. De organisa­tie is voor God dood, het lichaam van Christus is een organisme, die maar één leer erkent: de leer van Jezus Christus, die kwam van de Vader. (Joh. 07:14-20).

De mensen uit de kerken van deze tijd zullen zich moe­ten bekeren, zoals wij ons allemaal bekeerd hebben en verzoend zijn met God de Vader. (2 Kor. 05:17-21).

Er is ons geen andere weg gegeven, de levende weg: Jezus Christus. Vele refor­matorische christenen weten dit, maar blijven halsstar­rig aan hun leer van mensen vastzitten.(Heb. 10:19-34).

Wee hen die een compromis met de waarheid sluiten. God zal Zijn volk oordelen, Hij alleen. Wij hebben geen eigen meningen of visies, wij spreken de woorden Gods door de Heilige Geest. Uit Hem leven wij, uit Hem le­ren wij, uit Hem spreken wij. Want uit Hem en door Hem, zijn alle dingen. De waarheid is in ons.

De waarheid is voor een ieder

Wee hen die het geweten hebben, maar niet geloofd hebben. Dat wil zeggen, niet gehoorzaam zijn ge­worden aan het Woord van God. Juist dit Woord zal ons oordelen. De waarheid is er voor een ieder, die de waarheid zoekt.

Wij nemen meermalen een proef met mensen uit re­formatorische kerken. Als wij over de Heer van de kerk, Jezus Christus, spre­ken, gaan allen weg. Het is zoals Jezus zegt: De één heeft een akker gekocht, de ander een vrouw getrouwd, enz. Zij spreken graag over de kerk en de dominee, maar horen liever niet wat Jezus zegt. Daar is de zondag voor in de kerk. Soms vra­gen zij zelfs naar je be­voegdheid om te spreken, vergetende dat Jezus Chris­tus tegen ieder gezegd heeft: Gij zult Mijn getui­gen zijn.

Ook Jezus vroegen zij naar de bevoegdheid om wonderen en tekenen te doen. (Matt. 21:23). Wij zouden bijna hetzelfde antwoord kunnen geven. Vanwaar was de volwassendoop van Johannes, uit de hemel, of zoals de kinderdoop, uit de mensen? Wij zijn gelukkig al zover gekomen, dat er geen predi­kanten meer zijn, die de kinderdoop op Gods Woord verdedigen. Waar de Bijbelse pijlers niet gelegd zijn, kan er ook geen geestelijk huis zijn. Daarom zijn wij na tweeduizend jaar christen­dom, nog steeds bezig de puinhopen op te ruimen en Gods huis te herbouwen.

Wie een huis wil bouwen, zal zich aan de fundamenten van waarheid en gerechtig­heid moeten onderwerpen.

Wanneer deze ontbreken, be­staat er geen groei naar geestelijke volwassenheid, en blijven wij verkromde en verwarde, mis gegroeide kinde­ren.

Heeft u angst voor de waar­heid? Beter nu te knielen voor de waarheid – Jezus Christus -, die u de weg wijst tot gerechtigheid. Hij is het Lam Gods, voor de zonden der wereld ge­slacht. (Openbaring 5). “Wij dan gerechtvaardigd uit geloof, hebben vrede met God, door onze Here Jezus Christus”

(Rom. 05:01). Zalig zijn zij, die het Woord van God horen en doen. Zij zullen kinde­ren Gods genoemd worden.

 

Levend geloof journaal nr. 186 door Gert Jan Doornink

Toenemende belangstelling voor evangelische lectuur

Rotterdam – De belangstel­ling voor evangelische lec­tuur herleeft. Er is een toenemende vraag naar christelijke boeken. Boven­dien komen er steeds meer evangelische boekhandels. Als reden voor deze herop­leving noemt de heer A. C. van Dam van de uitgeverij Kok uit Kampen, tegenover een verslaggever van het “Algemeen Dagblad”, dat de mensen ervaren dat het een vrij kille maatschappij is en dat er meer onder de zon is dan alleen computers en auto’s.

Veel mensen die niet christelijk zijn opgevoed of van hun geloof vervreemd zijn geraakt, vragen weer naar evangelische lectuur en boeken over bijbeluitleg. In de algemene boek­handel vindt je niets of bijna niets op dit gebied.

Hoewel er geen statistie­ken zijn wat de meest ver­kochte evangelische lec­tuur is, behoren hier zeer zeker ook de boeken van de Amerikaanse ‘junkiepastor’ David Wilkerson bij, aldus de heer Van Dam.

Commentaar

Dit nieuws doet weldadig aan, temidden van de vele berichten die dagelijks verschijnen over moreel verval, misdaad, on­reinheid en dergelijke.

Wij geloven dat lectuur een zeer belangrijk onderdeel vormt van het getuigenis van de Gemeente van Chris­tus in deze wereld. leder kind van God behoort daarom ook aan lectuurverspreiding te doen. Waarbij een kind van God, wiens ogen geopend zijn voor het volle evange­lie, vooral ook geroepen is die lectuur te verspreiden, waarin over deze volle waarheid geschreven wordt.

De 7e One way day

Utrecht – “Nederland keer terug tot God”, is het mot­to van de 7e “One Way Day”. Deze massale jeugdmeeting, onder leiding van evangelist Ben Hoekendijk, wordt op 18 november in de Irenehal te Utrecht gehouden.

 

Romeinen 11:23 door Judith

Dit gedicht is tot nu toe het moeilijkste dat ik ge­maakt heb. Niet zozeer wat de vormgeving betreft, maar wel wat de inhoud aangaat. Wat tot uitdrukking komt heeft te maken met niet-verhoorde gebeden. Bestaan die dan? Een ieder ga dat voor zichzelve na en make een eerlijke balans op.

Als je geen onverhoorde gebeden kent, moet je wel een subliem gelovige zijn die zó met Gods wil en wegen be­kend is, dat vergissing uitgesloten is. En wie zou zo­iets durven stellen?’.

Gen werkt Zijn eigen raadsbesluiten uit. Daar ligt het knelpunt.

Je bidt voor iets of iemand en de uitkomst kan héél an­ders zijn dan je verwachtte. Het resultaat is teleur­stellend. Maar…moet je dan niet bidden en liever af­wachten wat de Heer bepaalt teneinde teleurstelling te voorkomen?

Ik denk aan het woord “inspraak”. Ik denk aan de gene­zing van koning Hizkia. Hoewel God had vastgesteld dat hij sterven zou, kreeg hij nog 15 jaren toegevoegd. Maar…Hizkia had gebeden en de Heer had Zich laten verbidden. Dat kan niet altijd want dan zou het wel erg gemakkelijk zijn: je zou de uitkomst vóóraf weten en als je iets van tevoren weet, wandel je niet meer in geloof. Simpel?

Neen, het brengt strijd en twijfel, maar met David mo­gen we bidden: “Here, maak mij Uw wegen bekend, leer mij uw paden”(Ps. 025:004).

De Heer geeft kracht tot dragen, ook in teleurstellin­gen, want het voornaamste is dat we in Hem blijven en met Hem verder gaan.

Eenmaal toch zal alles ontsluierd worden; misschien niet altijd hier op aarde, naar onze tijden en gelegen­heden, maar Boven, waar Hijzelf onze tranen zal afwis­sen.

 

Het knelpunt (gedicht) door Judith

Jes. 55:08, Gods wegen en gedachten.

Uw wegen en gedachten.

Wie kan ze peilen, Heer?

Ziet Gij vanuit de hemel

Nog op Uw kind’ren neer?

 

Hoort Ge uit de gebeden,

Het nood- en angstgeschrei?

Of gaan al onze vragen

Toch aan Uw oor voorbij?

 

Zijt Ge nog steeds almachtig

En met ons lot bekend?

Of zou het kunnen wezen,

Dat u verandert bent?’.

 

Uw wegen en gedachten,

Kent niemand van nabij;

Maar als ik die zou weten,

Waar blijft ’t geloof in mij?!

 

 

De Geest van Christus door H. J. Zweers

Jezus Christus

In 1 Petr. 01:11 wijst Petrus er terloops op dat in de profeten van het Oude Verbond de Geest van Christus werkte.

In 1 Kor. 10:04 zegt Paulus – eveneens terloops – dat Christus de steenrots was waaruit de voorouders in de woestijn dronken.

In deze teksten wordt aan de naam Christus niet de mensennaam Jezus toegevoegd. Toch lezen wij in Heb. 13:08: “Jezus Christus is gisteren en heden de­zelfde” .

Waarom wordt in deze laat­ste tekst de naam Christus voorafgegaan door de naam Jezus? Ik denk dat in het volgende de reden te vinden is.

Ook toen Hij nog geen mens was geworden, was aan Christus in de hemel de zorg voor de aardse schep­ping toevertrouwd. Zijn he­melse geest heeft door zijn menswording zich verenigd met de aardse mensengeest.

Het instrument

Uit Psalm 40 blijkt dat de Christus zich in de hemel bijzonder het lot van de van God vervreemde aardse schepping heeft aangetrok­ken. Uit verschillende teksten van het Nieuwe Testa­ment blijkt dat Hij ook bij de schepping van deze aarde het instrument is geweest (immers als “het Woord”) waardoor God de schepping tot stand heeft gebracht. Deze bijzondere betrokken­heid bij de wereld leidde later tot zijn menswording. Christus’ genegenheid ging, evenals die van zijn hemelse Vader uit tot de wereld, niet maar tot een uitverkoren volk. Israël heeft ge­meend, toen Christus naar de aarde kwam, Hem – als Hij de verwachte Messias zou blijken te zijn – voor zich te moeten claimen. Be­paalde kerkgenootschappen zijn de gedachte toegedaan dat de in die en misschien andere kerkgenootschappen verzamelde gelovigen, ge­acht moeten worden een nieuw, nu bij wege van predestinatie, uitverkoren volk te zijn; en dat Christus alleen maar voor uit­verkoren scharen als mens geleden heeft. Ik acht die gedachte niet in overeen­stemming met de Bijbel; die leert – bijvoorbeeld in Joh. 01:12 en in Joh. 03:16 – dat Christus mens is gewor­den om voor ieder mens de gelegenheid te scheppen een kind van God, en als zodanig bewoner van de door God te vernieuwen wereld (het Koninkrijk Gods) te worden.

Uitverkiezing

De kerkelijke opvatting van het doel van uitverkiezing vraagt evenzeer om herzie­ning. Wanneer God uitver­kiest (lees liever: uit­kiest) is dit niet om de uitgekozenen met uitslui­ting van anderen te bevoor­delen, maar heeft die uit-

(ver)kiezing een functie in het kader van de strijd om wereldvernieuwing.

Uitverkiezing door God blijkt als doel te hebben het vormen van een strijdmacht tegen de legers van satan, om daarmee de wereld uit handen van satan te rukken.

Die strijdmacht moest ge­vormd worden niet uit de schare van Gods engelen maar uit mensen. Engelen hebben in de hemel de strijd tussen God en satan gevoerd, met het resultaat dat de satan de hemel werd uitgeworpen. Zie Openb. 12:07-12. Op de aarde moest de strijd tegen de satan ge­voerd worden door mensen (het schepsel mens). De af­stammelingen van het oor­spronkelijke schepsel mens waren door God daartoe uit­verkoren .

Het schepsel mens

Het is een uiting van lankmoedigheid geweest toen de grote Schepper aan het schepsel mens (de man, bij­gestaan door de vrouw), na de gepleegde ontrouw, toch nog de kans gaf de hem ont­vallen positie te herwin­nen. Voor dat herwinnen zou het schepsel mens er in moeten slagen aan zijn aan­klager de rechtsgrond te ontnemen voor diens eis dat

voor het beheer van de aardse schepping, ieder die tot het geslacht mens behoorde, zou moeten worden afgekeurd, zijnde – ook volgens Gods eigen profeten – alle mensen ontrouw, zo­dat niemand voor die post waardig zou kunnen worden bevonden.

Die strijd moest worden ge­voerd met engelen van sa­tan; dat zijn geesten uit de afgrond. In Ef. 06:12 is sprake van een strijd in de hemelse gewesten; hier­uit blijkt dat de strijd niet benedengronds wordt gevoerd, doch bovenaards. Alleen Jezus heeft ook benedengronds gestreden en Hij heeft de aanvankelijk rechtmatige aanspraken van de dood ontzenuwd. Hij heeft als  vertegenwoordiger (niet van Israël als volk Gods en ook niet van een (predestineer) nieuw uit­verkoren volk Gods, be­staande uit de leden van orthodox gerekende kerken van niet-Israëlisch origi­ne, doch) van de mensenwereld, zijn strijd tot in het rijk der duisternis, dit is tot op het kruis, voortgezet; en, zó daarin volhardend, heeft Hij over de machten der duisternis gezegevierd (Kol. 02:15).

Overwinning

Die strijd behoeven wij dus niet meer te voeren, maar wij moeten Jezus wel volgen overal waar Hij mensen ge­bruikt om de overwinning die Hij op de vijand en aanklager der mensen be­haald heeft, toe te passen in het (tijdelijk) leven der mensen.

Over deze strijd behoef ik hier niet uit te weiden, aangezien dit onderwerp meermalen besproken wordt, ook in “Levend Geloof”. Ik kan volstaan met over deze strijd,(ook wel “de strijd in de hemelse gewesten” ge­noemd) , enige opmerkingen te maken, die ten doel heb­ben daarmee te trachten om bij gelovigen het misver­stand weg te nemen of te voorkomen dat het heil van het Koninkrijk ook verwacht kan worden van het streven naar verbetering van het schepsel mens.

Jezus heeft tegenover Nicodémus, blijkens Johannes 3, niet gezegd dat het volk Gods door godgeleerden (als Nicodémus) op weg van de or­thodoxie tot een goede vorm van vroomheid moest worden geleid, maar wel dat mensen die het Koninkrijk zouden willen binnengaan, een hemelse Geest als motor moes­ten verkrijgen door verwekking van een nieuw levens­beginsel vanuit de hemel.

De charismata

Daarom moet thans worden gewaarschuwd tegen het streven naar charismata door mensen die niet eerst gedoopt zijn in of vervuld zijn met de (charismatische) geest van de als de mens Jezus door God opge­wekte nieuwe, door God goedgekeurde mens Jezus Christus.

In de strijd met de tra­wanten van satan hebben de charismata wel elk een rol te spelen, maar slechts als deel van de verheer­lijkte mens Jezus. Uit Hand. 02:33 valt op te maken dat de Geest die op de Pinksterdag werd uitgestort niet een goddelijke persoon was, doch een geest die door God – die de Vader der geesten is (volgens Heb. 12:09) – aan “deze Je­zus”, dit is aan deze mens, is gegeven, wegens zijn volharden tot op het kruis in het trouw blijven aan zijn God.

Wie meent dat die gebeurte­nis op zich zelf staat, aangezien Jezus’ werk al­leen het tot stand brengen van verzoening was en dit werk volbracht, dus afgelo­pen, was op het kruis, herinnere zich dat in Joh. 07:39 gezegd wordt: “Dit zeide Hij van de Geest, welke de

 

IW DE REDACTIE

De schrijver van dit arti­kel, br. H. J. Zweers, was in 1958 penningmeester van het comité dat de bekende wereldevangelist T. L. Os- born naar ons land uitno­digde. Br. Zweers heeft nadien verschillende ge­loof’sopbouwende boeken ge­schreven., zoals: “Het kruis als brandpunt”, “Os- born en de Bijbel” en “Het volle evangelie?”.

Wij stellen het op prijs als u ons schrijft hoe u dit artikel vindt. (Dat geldt trouwens ook voor de andere artikelen).

Het is heerlijk dat wij in een tijd leven dat God door Zijn Geest de ogen van velen gaat openen voor de vele rijkdommen in Zijn Woord. Opdat wij ons geza­menlijk zullen richten naar de volle openbaring van de heerlijkheid Gods in ons leven!

In Hem gelovenden (tekst Sinaïticus) ontvangen zou­den; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was”.

Wie dit uit het oog ver­liest, moet zich niet ver­wonderen als hij van zijn streven naar charismatische werkingen geen resultaten ziet. Jezus heeft immers gezegd: “Zonder Mij kunt gij niets doen”(Joh. 15:05). De strijd gaat ten slotte  niet tussen enerzijds de satan, anderzijds “de kerk” of “de gemeente” of “de bruidsgemeente”, maar: tus­sen enerzijds de satan en anderzijds het schepsel mens; zie Gen. 03:15-19.

Een verheerlijkte Geest

De mens had zich door zijn stoffelijkheid laten lei­den. Hij wordt daarom door God gezien en behandeld als stof. (Gen. 03:19). Hij moet Geest worden, doch een verheerlijkte Geest, zodanig als de uit het graf opge­wekte mens Jezus verkregen heeft, dit is zodanig dat diens geest zich naar be­lieven kon bedienen van de hem omringende stoffelijk­heid, in plaats van dat hij, zoals te voren, slachtoffer van die stoffelijkheid werd.

Jezus is mens geworden om als mens, in plaats van de eerste Adam Heer van de aardse schepping te worden (Hand. 02:36) .

Als mens was Hij het speci­fieke orgaan van de Vader der schepping geworden, het orgaan waardoor de Vader zijn schepping beheerste en beheerde.

Hij heeft zijn, door de be­zoedelde stoffelijkheid be­smette, lichaam moeten prijsgeven. Hij ontving van God daarvoor in de plaats een “Geestelijk lichaam”.

Om mijn visie nog wat te verduidelijken diene het volgende:

a – God heeft voor de schepping van de dieren de aarde als moederschoot gebruikt. (Gen. 01:24-25) .

b – De mens is niet als dier geschapen, (Gen. 02:07): de aarde leverde de stoffelijkheid; de mens nam aan het leven op aarde eerst deel, toen God iets van Gods persoonlijke geest in de mens had ingeblazen. In wezen was dus de mens half dierlijk, half goddelijk. Die twee-eenheid zou moeten kiezen tussen goed en kwaad.

c – Niet het dier, maar de mens was bestemd om een eenheid met God te vormen.

d – Het hemelse deel van de mens moet regeren over het aardse. Daarop appelleren moraal en wet.

e – Als een mens streeft naar vrije seks, verkiest hij het dierlijke boven het hemelse. (De gevolgen zien wij om ons heen).

f – Uit het hogepriester­lijk gebed blijkt (impliciete) dat voor het verkrijgen van eeuwig leven nodig is het leren kennen van God als enige werkelijke God en het leren kennen van diens Zoon als “Jezus Christus”, dit is als de verheerlijkte mens. Het hier voor “waarachtig” ver­taalde Griekse bijvoeglijk naamwoord “alèthinos” bete­kent niet “waarheidlievend” doch: “werkelijk” of “echt”.

Ervaringsresultaat

Dit “kennen” (vertaling van het Griekse “gignooskoo) moet worden opgevat als een ervaringsresultaat, name­lijk een vrucht van het deel gekregen hebben aan de verborgenheden van de god­heid of, zoals Petrus in 2 Petr. 01:03-04 zegt: het deel gekregen hebben aan de Goddelijke natuur.

Daarvoor moet het geloven in Jezus Christus niet een uiting van het verstand zijn, en ook niet een ge­voel van waardering, maar een zich metterdaad overgeven aan Hem als onze Heer en een zich verbinden aan Hem als aan de Middelaar Gods en der mensen. (1 Tim. 02:05). Diens geest – de Geest van de verheerlijkte mens Jezus Christus, ver­vult ook zijn tussenkomst voor het, reeds in ons tij­delijk bestaan, deel krij­gen aan de verborgen eeuwi­ge krachten van de hemel.

 

De openbaring van Gods heerlijkheid door Jan W. Companjen

“Werpt uw net uit aan de rechterzijde van het schip en gij zult vinden. Zij wierpen het net uit en kon­den het niet meer trekken vanwege de menigte der vis­sen. Simon Petrus ging aan boord en sleepte het net. aan land, vol grote vissen, honderd drie en vijftig; en hoewel er zovele waren, scheurde het net niet” (Joh.21:6 en 11).

Profetisch geladen wonderen

Het evangelie van Johannes is een geweldig evangelie. Het staat vol met geweldige boodschappen, die niet al­leen betrekking hadden op de toekomst van toen, maar ook nu van zeer grote bete­kenis zijn. De daarin be­schreven wonderen zijn al­len profetisch geladen. Ze hebben een veel diepere achtergrond, dan alleen maar te dienen als teken of wonder dat Jezus de Chris­tus was of is.

Zijn we de laatste keer op bezoek geweest op de brui­loft te Kana, nu gaan wij Zijn laatste wonderteken, omschreven in Johannes, na­der bekijken.

Petrus was een op en top visserman. Toen hij geroe­pen werd bevond hij zich bij zijn vader in het schip en blijkens de omschrijving in Lucas 5, ging dat ook gepaard met een wonderbare visvangst. Ook toen gaf Je­zus aan Simon Petrus het bevel te gaan vissen. Ook toen hadden zij niets ge­vangen .

Nu moet men weten dat de nacht bij uitstek geschikt is om vis te vangen. Vangt men ’s nachts niets, dan vangt men overdag zeker niets, was een ongeschreven wet. Vandaar ook de medede­ling van Petrus: Meester, de gehele nacht door hebben wij hard gewerkt en niets gevangen. Maar op Uw woord zal ik naar dieper water gaan en mijn netten uitzet­ten.

Aldus geschiedde. Petrus deed wat Jezus zei. En ook toen geschiedde datgene wat de Heer wilde en waartoe Hij Zijn opdracht aan Pe­trus gaf. Het net zat vol met een menigte van vissen, zodat het net dreigde te scheuren. En zij wenkten hun makkers, opdat zij hun zouden komen helpen alle vis binnen boord te halen en zij vulden beide schepen tot zinken toe.

Naar dieper water

Een geweldig gebeuren, waarin wij ook een geweldi­ge boodschap vinden. Toch is er een zeer groot ver­schil in deze beide wonder­bare visvangsten.

Bij de eerste visvangst ging het om de grote zen­dingsopdracht: “Ga naar dieper water”. Bij de twee­de opdracht moest het net over een andere boeg worden uitgeworpen. Een geweldig verschil, wat zeer duidelijk betrekking heeft op de boodschap. Ten eerste te vergelijken met het zaad in de akker, dat zaad moet ook diepte hebben en ten tweede een andere dan de traditio­nele boodschap. Dat wil zeggen een boodschap die nadrukkelijk afwijkt van het traditionele, dat door de jaren heen gebruikt is, maar niet die vangst heeft opgebracht, die bij deze visvangst boven water moest komen.

Het volgende opmerkelijke verschil is namelijk de buit. Bij de eerste vis­vangst zat het net vol met vissen. Kleine en grote en van verschillende soort. Het net zat barstens vol en men vulde er twee schepen mee. Men was toen zelfs zo goed gezind dat men er ook de makkers bij riep om ook hun schip te vullen. Een werkelijk geweldig gebeuren met veel wijze lessen, al is het alleen al om de eensgezindheid om de buit binnen te halen.

De geheel andere buit

Bij de laatste visvangst gaat het echter om een ge­heel andere buit. Deze buit bestond namelijk enkel en alleen uit grote vissen, 153 stuks. Ook nu dreigde het net te scheuren, maar deze buit wordt niet in de boot genomen, maar wordt rechtstreeks aan land ge­trokken en hoewel er zovele waren, scheurde het net niet.

Nu, geliefden, deze buit heeft een bijzondere bete­kenis, dat zult u ook wel met mij eens zijn. Het zijn diegenen, die gevangen zijn als toespijs voor Jezus zelf. Het zijn de zonen Gods. Het zijn volwassen vissen, waarin de Heer tot volkomenheid gekomen is.

Jezus is het brood des le­vens. Hij bevond zich aan het meer van Tiberias en alles was volbracht. Het was vroeg in de morgen en de discipelen hadden eerlijk erkend dat zij niets, totaal niets, gevangen had­den. Met z’n zevenen waren zij aan het zwoegen ge­weest en toen vroeg Jezus aan hen: Kinderen hebt gij enige toespijs. Maar, hal­leluja, die toespijs kwam er toen zij gingen doen wat Hij hen zegde. Zij gingen luisteren naar Zijn stem en gingen handelen tegen alle overleveringen in.

Toen zij de vissen aan land trokken (er was geen boot meer nodig om de last te dragen, maar wel om de buit te trekken), zagen zij een kolenvuur met vis daarop en brood. En Jezus zei tot hen: Breng van de gevangen vissen. Komt en houdt met Mij de maaltijd. En Jezus nam het brood en gaf het hun en evenzo de vis.

Nieuw geestelijk leven

Het is een geweldige bood schap en wij leven in een geweldige tijd. Het is zo­als in Daniël voorzegt is: “De kennis zal vermeerderd worden”. Is het niet iets geweldigs dat de hemel voor ons open gaat en dat wij zien wat in Openbaring 4 geschreven staat. “Na deze dingen (de omschrijving van de gemeente tijdperken) zag ik, en zie er was een deur geopend in de hemel; en de eerste stem die ik gehoord had, alsof een bazuin met mij sprak, zeide: Klim hierheen op en Ik zal u to­nen, wat na dezen geschie­den moet”.

Dat opnieuw zien van de hoge weg met het hemelse Je­ruzalem is de sleutel om deze dingen te gaan ver­staan. Het is een geopende deur naar een volkomen nieuw Geestelijk leven, waarin wij de eindboodschap volledig zullen leren verstaan. De heerlijkheid des Heren zal zich openbaren en alle vlees zal dit zien. (Jes. 40:05).

Ik ga niet verder over deze boodschap uitweiden. Over­denk deze dingen biddende en stel u innerlijk open voor de dingen die Hij ook voor u gegeven heeft, opdat wij samen met alle heiligen mogen opwassen tot alle volheid Gods.

 

Wat Jezus voor u wil doen!

Blijdschap

“Hoe komt het toch dat jullie zo blij zijn?”, is vraag die nog al eens gesteld wordt aan kinderen Gods. En misschien heeft u zich ook wel eens afgevraagd, waar die blijdschap bij de echte gelovigen vandaan komt. Misschien heeft u ook wel eens gedacht: “Had ik die blijdschap ook maar.’ Was ik ook maar zo gelukkig’.” Wel, wij hebben goed nieuws voor u’. Want Jezus, de Zoon van de levende God, wil ook u die echte blijd­schap geven.

Maar hoe is dat mogelijk, vraagt u zich af. Het ant­woord is heel eenvoudig maar duidelijk: door Jezus Christus te aanvaarden in uw leven. Door te breken met het oude leven, waarvan de Bijbel zegt dat het beheerst wordt door de duivel.

Er ontstaat een totale verandering en vernieuwing van uw leven als u Jezus toelaat in uw hart. Hij wil niets liever dan ook u gelukkig en blij maken, want Hij droeg ook uw zonden aan het kruis van Golgotha.’ U behoeft slechts die ene stap te doen in uw leven.

Het is een grote beslissing als u besluit uw oude leven vaarwel te zeggen en een nieuw leven met Jezus Christus te beginnen. Maar het is een beslissing waar u nooit spijt van zult krijgen’. Want de echte vrede en blijd­schap gaat dan uw leven vervullen en inhoud geven. U ervaart dan zelf dat het geen surrogaat of oppervlak­kigheid is als gelovigen zingen: “O, welk en vreugde, een kind van God te zijn!”

Jezus wil u werkelijk blij maken’. Aanvaardt Hem nu! Gods blijdschap is ook voor u bestemd’.

1978.09 nr 185

Levend geloof 1978. 09 nr. 185

De kracht van het evangelie door Gert Jan Doornink

“Want ik schaam mij het evangelie niet; want het is een kracht Gods tot behoud voor een ie­der die gelooft, eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek. Want gerechtigheid Gods wordt daarin geopenbaard uit geloof tot geloof, ge­lijk geschreven staat: De rechtvaardige zal uit geloof leven”(Rom. 01:16-17).

Het wonder in het leven van Paulus

De apostel Paulus, die deze woorden eens schreef aan de gemeente te Rome, had alle re­den om zich niet te schamen voor het evangelie. Er was immers een groot wonder in zijn leven gebeurd. In Handelingen 9 lezen wij zijn bekeringsgeschiedenis. Hoe hij daar in één moment aangeraakt werd door de kracht van de levende God en hoe hij van een vervolger van de gemeen­te van Jezus Christus een levend getuige wordt. God had hem uitverkoren om een bijzonder in­strument in Zijn hand te zijn, wat uit zijn latere leven ook wel gebleken is.

Dat Paulus radicaal veranderde, wordt nog eens bewezen door het feit dat hij terstond aan de slag gaat en steeds krachtiger optreedt.

(Hand. 09:22-27). Misschien is zijn optreden als kind van God in het begin nog maar aarzelend geweest, maar hij was gehoorzaam. Trouwens la­ter schreef Paulus ook aan de gemeente te Korinthe: “Mijn spreken en mijn prediking kwam ook niet met meeslepende woorden van wijsheid, maar met betoon van geest en kracht, opdat uw geloof niet zou rusten op wijsheid van mensen, maar op kracht van God”(1 Kor. 02:04-05).

Dat was het geheim in het leven van Paulus en dat behoort ook in ons leven het geheim te zijn. Want als wij een kind van God zijn is er ook in ons leven een wonder gebeurd. Misschien zijn wij niet op zo’n spectaculaire wijze als Paulus tot bekering gekomen, misschien zijn wij niet geroepen tot een bijzondere bediening maar elk kind van God is geroepen om een levend getuige van Jezus Christus te zijn!

Wat betekent “evangelie”?

Paulus schrijft dat het evangelie een kracht Gods is. Het is daarom goed dat wij de beteke­nis van het woord ‘evangelie’ onder ogen zien. Het Griekse woord ‘euaggélon’ wat evangelie be­tekent, kan ook vertaald worden door ‘goed nieuws’, of met ‘blijde boodschap’ of ‘vreugde­vol bericht’. Een getuige van Jezus Christus is dus een “blijde boodschapper”, een “verkondiger van het goede nieuws”, waarvan Paulus in Rom. 10:15 zegt: “Hoe liefelijk zijn de voeten, van hen die een goede boodschap brengen”. Het doet ons ook denken aan wat Jesaja profeteerde: “Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion spreekt: Uw God is Koning”(Jes. 52:07).

Wat is dit goede nieuws, deze blijde boodschap? Het is de boodschap dat Jezus in deze wereld kwam om een volkomen verlossing teweeg te bren­gen. “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet ver­loren ga, maar eeuwig leven hebbe”(Joh. 03:16). “Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou”(1 Joh. 03:08). “Hij heeft de overheden en machten ontwa­pend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd”(Kol. 02:15).

Als wij dit goede nieuws, dit evangelie in het geloof aanvaarden is ons getuigenis: “Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zij­ner liefde, in wie wij de verlossing hebben, de vergeving der zonden”. (Kol. 01:13-14).

Wat is volkomen verlossing?

Als we de Bijbel in het Grieks lezen, komen wij daar verschillende malen het woord sozo tegen. Als u dan de Nederlandse Bijbel er naast legt, ontdekken wij al spoedig dat dé vertalers de ene keer het woord ‘sozo’ vertaald hebben met ‘behouden’ en de andere keer met ‘genezing’, ‘genezen’, ‘gezond’ of ‘gezond maken’.

Als de apostel in Rom. 01:16-17 dus spreekt over de “kracht Gods tot behoud”, bedoelt hij dus ook de “volkomen verlossing”.

Trouwens ook in de Nederlandse Bijbel kan men vaak al iets van deze overeenkomst ontdekken. Bijvoorbeeld als in Matt. 14:36 gezegd wordt: “Allen, die Hem aanraakten, werden behouden”, staat in Mark. 06:56 over deze zelfde gebeurte­nis: “Allen, die Hem aanraakten, werden gezond” .

Nadat jarenlang een arm en verschraald evange­lie werd gepredikt, leven wij gelukkig nu in een tijd waarin de boodschap van volkomen verlossing weer gepredikt en beleefd wordt. “Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen”(2 Kor. 05:17).

Wat satan probeert. . . .

De duivel is er steeds op uit ons van die vol­komen verlossing af te houden. Nu zegt Paulus in 2 Kor. 02:11 dat “zijn gedachten ons niet on­bekend zijn”. Hij zal ons bijvoorbeeld aanval­len in onze gedachtewereld door te zeggen: “Die volkomen verlossing, dat was alleen voor vroeger, in de tijd dat Jezus op aarde was en in de eerste tijd na Pinksteren”. Of hij laat ons strijden met medechristenen over allerlei ondergeschikte punten uit de boodschap. Of hij probeert dwalingen binnen te doen sluipen. Ons extreem of fanatiek laten worden is ook één van zijn wapens, om nog maar te zwijgen van een andere “succesformule”, namelijk ons wa­ter in de wijn te laten doen.

Paulus die was op zijn hoede voor de listige en gemene aanvallen van de boze. Het verbaast hem dat sommigen zo vlug het echte evangelie weer loslaten. Wat hij schrijft in Galaten 1 is ook een waarschuwend voorbeeld voor ons om getrouw te blijven aan het volle evangelie! Hij schrijft: “Het verbaast mij, dat gij u zo schielijk van degene, die u door de genade van Christus geroepen heeft, laat afbrengen tot een ander evangelie, en dat is geen evangelie. Maar ook al zouden wij, of een engel uit de he­mel, u een evangelie verkondigen, afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij ver­vloekt! Gelijk wij vroeger reeds gezegd hebben, zeg ik thans nog eens: indien iemand u een evangelie predikt, afwijkend van hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt”(Gal. 01:06-09).

Het evangelie is een kracht Gods!

Paulus zegt met grote nadruk dat het evangelie een kracht Gods is! Het is daarom geen vrij­blijvende boodschap, geen boodschap van mensen, hoe belangrijk ook, die wij, na er kennis van te hebben genomen, weer naast ons neer leggen. Het evangelie is de boodschap van God. Het evangelie is de kracht van God. Ieder die deze boodschap afwijst, die deze kracht afwijst, zegt in feite neen tegen God.

Velen hebben helaas de duisternis liever dan het licht     Hoe dwaas! Stel dat wij op het natuurlijke vlak ook zo zouden handelen, zodat wij bijvoorbeeld niet meer met auto, trein of bus zouden willen reizen, of dat wij bijvoor­beeld voortaan kaarsen opstaken in plaats van elektrisch licht    De mensen zouden ons con­servatief en dom vinden.

Toch is de houding van velen ten opzichte van het evangelie, ten opzichte van de kracht Gods zo. Zij zitten liever bij kaarslicht, dan in het volle licht van Jezus te komen. Waarom? Omdat men niet wil geloven.

Geloof is noodzakelijk

Om de kracht van God te aanvaarden en te bele­ven is geloof nodig. Met grote nadruk wijst Paulus daarop in Rom. 01:16-17, als hij schrijft: “Gerechtigheid Gods wordt daarin geopenbaard uit geloof tot geloof, gelijk geschreven staat: De rechtvaardige zal uit geloof leven”.

Wat is geloof? Heb. 11:01 geeft een duidelijk antwoord. Het is de zekerheid van de dingen, die men hoopt en het bewijs van de dingen, die men niet ziet. Zonder geloof is het onmogelijk God welgevallig te zijn. (Heb. 11:01-06).

Geloof is dus onvoorwaardelijk vertrouwen op God, Zijn Woord en Zijn beloften. Alleen dan beleven we de kracht van God, ook in het dage­lijks geloofsleven, waartoe wij geroepen zijn. “Voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God”, zegt Paulus in Gal. 02:20.

Juist nu in onze dagen de kracht van het evan­gelie op alle mogelijke manieren wordt aange­tast, is het zo noodzakelijk dat wij een dage­lijks volhardend geloof openbaren. Uit geloof, tot geloof!

Dan zal vervolging of verdrukking ons niet de­ren, maar zijn wij standvastige christenen, die zich, evenals Paulus, niet schamen voor het evangelie, omdat het een kracht Gods is! Jezus heeft eens gezegd: “Die Mij zal verloochenen voor de mensen, die zal ook ik verloochenen voor mijn Vader, die in de hemelen is. . . . maar een ieder die Mij zal belijden voor de mensen, hem zal ook Ik belijden voor Mijn Vader, die in de hemelen is”(Matt. 10:32-33).

Willen wij in de wil van God zijn, willen wij een instrument in Gods hand zijn, willen wij dat Jezus’ leven in ons ten volle zichtbaar is? Dan openbaren wij, door woord en daad, de kracht van het evangelie!

 

Levend geloof journaal nr. 185 door Gert Jan Doornink

De genezing van de inwendige mens

Meppel – Tientallen voor­gangers, geestelijke wer­kers en oudsten – al of niet vergezeld van hun vrouwen – waren zaterdag 2 september naar het gebouw van de Pinkstergemeente “Sion” gekomen, om te luis­teren naar Zr. Beerman-De Roos uit Garderen, die sprak over het onderwerp: ”De genezing van de inwendige mens”. Op boeiende wijze wist deze christen- arts dit belangrijke onder­werp uiteen te zetten, ge­staafd door talrijke prak­tijkervaringen.

Visioen

Zr. Beerman vertelde van een visioen dat zij 36 jaar geleden ontvangen heeft van een gesprek dat zij mocht aanhoren tussen God en sa­tan. De Heer sprak toen tot haar: ”Ga helemaal nooit met satan in discussie. Je kan hem aanhoren, maar blijf in mijn openbaring”. Dit is steeds het devies in haar leven gebleven, al heeft zij, ook door aller­lei fouten, veel moeten le­ren .

In Matteus 15 zegt Jezus dat niet wat de mond binnengaat de mens onrein maakt, ‘maar wat de mond uitgaat, wat uit het hart komt. En zolang de mens niet weder­geboren is, komen er uit zijn hart dingen voort, die de mens onrein maken. In het scheppingsverhaal staat niet dat God de mens vervloekt heeft, maar de slang. De onwedergeboren mens staat onder zijn in­vloed. Zo’n mens kan niets goeds voortbrengen, al doet hij nog zo zijn best. In deze oude toestand kun­nen wij ook niets van God ervaren. De waarheid maakt echter de mens vrij.

Zr. Beerman citeerde de woorden van Jezus uit Johannes 6: “Dit is het werk Gods, dat gij gelooft in Hem die Mij gezonden heeft”. Dan wordt ook ons gedachteleven verandert. (Kol. 03:01-04).

Heiliging

Ook wees Zr. Beerman over Gods wil voor Zijn kinde­ren: de heiliging. (1 Thess. 04:03]. Deze moet in de eers­te plaats tot uitdrukking komen in “Jeruzalem”. God wil dat wij te allen tijde de gezindheid van Zijn Zoon in ons hart hebben.

Als er moeilijkheden in het gezin zijn, moeten wij deze volledig in handen van God geven. Wij rennen allemaal om onze problemen zelf op te lossen. Wij vragen ons af: “Wat moet het worden met ons kind?’, ter­wijl de Bijbel zegt: “Weest in geen ding bezorgd” en “Verblijdt u ten allen tij­de”. Onze kinderen zijn ontzettend gevoelig voor ons innerlijk.

Wij moeten als een rank aan de wijnstok blijven. Dan dragen wij Gods vruchten. Als gemeente mogen wij el­kaar vertroosten als de duivel ons probeert uit Je­zus te halen.

Zr. Beerman wees er nog op dat de gemeente doodziek is maar dat God bezig is te genezen en bevestigt met tekenen. Jezus heeft een volkomen overwinning be­haald. Hij is enkel liefde en geeft nooit iemand de schuld.

Wij mogen rusten in Zijn volbrachte werk. God heeft Zijn brief ge­schreven en die levend ge­maakt!

Bevestiging

Eén van de aanwezige voor­gangers, vertelde na de in­leiding, dat hij tijdens de inleiding een visioen had gekregen van een nieuwe muur, die echter niet af was. Door de wind ging de muur zelfs wankelen. Toen toonde de Heer dat er vlak bij het fundament een scheur was. Een duide­lijke bevestiging van de boodschap en een vermaning dat het bij de aanvang goed moet zijn, dat ons “inner­lijk” gezond behoort te zijn.

Br. Van Petegem, die deze bijeenkomst leidde, vertelde nog het een en ander over de leiding van de Hei­lige Geest, die hem en zijn vrouw geholpen hebben, bij het nemen van de beslissing om na meer dan 20 jaar, Zwaagwesteinde te verlaten en voorganger te worden te Amsterdam.

Nieuws in het kort

Gezamenlijk avondmaal in Apeldoorn

Apeldoorn – In Apeldoorn, een plaats met meer dan 130. 000 inwoners, bestaan sinds jaar en dag verschil­lende volle evangelie- en pinkstergroepen, met ieder een eigen identiteit en achtergrond, maar allen bouwend op het geloofsfun­dament van Hebreeën 6. In het verleden hebben ver­schillende groepen wel eens samengewerkt bij een doop- dienst, maar nadien verloor men elkaar weer uit het oog.

Op donderdagavond 14 sep­tember echter, kwamen de voorgangers en oudsten van vijf verschillende gemeen­ten bij elkaar. In een geest van broederlijke liefde wer­den verschillende dingen be­sproken en uitgesproken.

De 25 leidinggevende broe­ders vierden gezamenlijk het avondmaal, terwijl besloten werd tot samenwerking bij straatevangelisatie. Ook werd besloten tot een geza­menlijke samenkomst met Hei­lig Avondmaal voor alle broeders en zusters. Deze bijzondere samenkomst wordt op 15 oktober in de Johanneskerk gehouden.

De vijf gemeenten waarom het hier gaat zijn de “Filadelfia gemeente” (voorg. br. H. Damme)j de “Bethel Pinkster­kerk”; de “Pinksterbeweging” (voorganger br. W. Hooghwinkel); de “Volle Evangelie Zendingsgemeente” (voorganger br. Karel Prijs) en de gemeente “Evangelie in Woord en Daad” (voorganger br. Jan Bruins).

 

Gods gunstbewijzen door Judith

Een kwestie van keuze

“Werpt uw bekommernissen op Hem, want. . . ” Neen, dat staat er niet. Er staat letterlijk: “Werpt al uw be­kommernissen. . . ” enz.

Dat verandert de zaak aanmerkelijk. Natuurlijk heet dat: “gemakkelijk praten, vooral als je er zelf niet bij betrokken bent”. Het is niet eenvoudig een ander te troosten want met “een kluitje in het riet” ben je niet klaar. Op welke wijze te reageren met een gunstig ant­woord dat tevreden stelt?’.

Is het dan een mens die deze woorden heeft gesproken of hebben we te maken met een heilig en almachtig God? Antwoord: met God, de Vader, die beloofd heeft voor Zijn kinderen zorg te dragen.

Wat doet een kind van God dat in nood zit? Als het goed is: in de binnenkamer gaan en de problemen recht­streeks aan de hemel voorleggen, want de telefoonlijn naar Boven staat altijd open.

Het punt waar alles om draait is in hoeverre ikzelf mijn zorgen terugneem als ik van het gebed oprijs. Heb ik ze alle bij het kruis ingeleverd (achtergelaten) en geweigerd er een gedeelte van terug te nemen, of kan ik ze toch niet zonder meer prijsgeven en tors ik vrijwillig een deel van die “bagage” op mijn schouders?

Het is maar waar ik zelf de voorkeur aan geef, maar het is wel het een of het ander. Wat het besluit ook wezen mag: Gods genade en erbarmen zijn er iedere dag; ver­frissend en nieuw, want Zijn trouwe zorgen laten nooit af.

Het is een kwestie van keuze: Wil je Hem op Zijn Woord nemen, opdat Hij je er boven uit kan tillen, of blijf je (misschien toch wel een beetje graag) met je proble­men rondtobben?

 

Klaagl. 03:22-23 en 1 Petr. 05:07

‘k Breng mijn bekommernis tot God,

Hij heeft beloofd voor mij te zorgen;

Zijn goedertierenheid bekroont –

Mijn dag, zoals de dauw de morgen.

 

Misschien zie ‘k in de zorgen-zee, .

Alleen de vele moeilijkheden;

Maar Hij, die wind en wolk regeert,

Schept ongekende moog’ lijkheden

 

Geen last is er voor God te groot,

Hij denkt niet in gewicht of maten;

Maar wel of ik met heel mijn hart

Geheel mijn nood bij ’t kruis wil laten.

 

‘k Werp mijn bekommernis op Hem.

Hij maakt die klein, en elke morgen

Verkwikt mij Zijn barmhartigheid:

Steeds nieuw en- bóven alle zorgen.

 

Het doel van de gemeente door Nico Goverts

Gods plan met de gemeente

Waar wil God met de gemeen­te naar toe? God heeft een doel voor ogen, en Hij wil dat we Zijn gedachten zul­len kennen. In de Efeze- brief spreekt Paulus over het plan van God met de ge­meente, en met name in hoofdstuk 3 komt hij dan tot de kern van de zaak. En dan zien we in vers 21, waar het op uitloopt: Hem zij de heerlijkheid in de gemeente en in Jezus Chris­tus, tot in alle geslach­ten, van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Daar zien we: waar gaat het om? Om de heerlijkheid van God. En waar moet die heer­lijkheid gevonden worden? In de gemeente. En in Jezus Christus, want Jezus en de gemeente kunnen we nooit van elkaar scheiden; zij vormen het Hoofd en het li­chaam. Wat is dus het doel van de gemeente? Dat de heerlijkheid Gods in haar openbaar gaat worden.

Maar dat gebeurt niet automatisch. Paulus zegt in vers 14: Om die reden buig ik mijn knieën voor de Va­der. De apostel is daarmee bezig; hij bidt ervoor. Dit doel beheerst zijn hele le­ven en denken. Daarom schrijft hij er ook zo uit­voerig over, want hij wil dat we daar inzicht in krijgen (zie Ef. 03:04). God wil dat we gaan zien wat onze roeping is.

De inhoud van onze roeping

De Bijbel spreekt veel over onze roeping. Paulus was daar vol van. Hij zegt: Ik jaag naar het doel, om de prijs der roeping Gods. (Filip. 03:14). En daarom is het zo belangrijk, dat we erachter komen wat die roe­ping inhoudt.

Want dat plan van God met de gemeente is geen tijde­lijke zaak. We hebben gele­zen in Ef. 03:21, dat dat doorgaat tot in alle ge­slachten. Dat plan is eeu­wig. Het is Gods eeuwig voornemen (Ef. 03:11). De ge­meente is niet maar een tussenmaatregel, een blad­vulling. De gemeente is ook niet een aflopende zaak, die bijna zijn tijd gehad heeft. Neen, dat plan van God gaat door tot in alle eeuwigheid.

Wat is nu onze roeping? We lezen daarover in 2 Thess. 01:11: Hiertoe bidden wij ook te allen tijde voor u, dat onze God u de roeping waar­dig achte.

Alles draait in ons leven om dit ene punt: God heeft ons geroepen en nu komt het er op aan dat we die roeping waardig zijn. Maar dat kan alleen als we gaan verstaan wat die roeping inhoudt. En dat zien we in vers 10: Wanneer Hij komt, om op die dag verheerlijkt te worden in zijn heiligen en met verbazing aanschouwd te worden in allen die tot ge­loof gekomen zijn.

Waar wordt Jezus verheerlijkt?

Jezus zal verheerlijkt wor­den. Waar? In zijn heili­gen. Hij zal aanschouwd worden. Waar? In allen die tot geloof gekomen zijn. En dan zegt Paulus er nog bij: met verbazing.

De tijd komt, dat de wereld zich zal verbazen over het volk Gods. Zij zullen hun ogen uitkijken op de ge­meente. Zij zullen zich verbazen over Christus in ons. En dat is onze roe­ping, dat is Gods doel met de gemeente.

In het Oude Testament komt dat ook al naar voren.

Viermaal wordt daar gezegd dat God zal verschijnen in lichtglans. In die vier teksten wordt steeds het­zelfde woord gebruikt, en dat woord komt ook in to­taal maar vier keer in het hele Oude Testament voor. Dat is geen toevallige zaak. Deze vier teksten vullen elkaar aan en geven ons met elkaar een schitte­rend beeld van wat God wil doen in de eindtijd.

God verschijnt in lichtglans

De eerste tekst vinden we in Ps. 050:002. Uit Sion, de volkomen schoonheid, ver­schijnt God in lichtglans. Dat is een belofte: God verschijnt. Hij zal gezien worden.

Maar God geeft ons niet al­leen maar een belofte, Hij geeft ons ook de sleutel. Want hoe gaat God verschij­nen? Vanwaar uit? Uit Sion, zegt onze tekst. En dan we­ten we vanuit het Nieuwe Testament dat Sion de plaats is waar de Heer zijn geestelijk huis bouwt (1 Petr. 02:04-06), dus een beeld van de gemeente.

Maar nu moeten we daar nog even op doorgaan. Wat zal Sion dan geworden zijn? De volkomen schoonheid, zegt Psalm 50. En dat komt dan precies overeen met Ef. 05:27, waar we lezen dat Je­zus de gemeente voor zich zal stellen, stralend (daar hebt u die licht­glans) , zonder vlek of rim­pel (dan is de schoonheid volkomen). En dan, als die schoonheid volkomen is, zal God vandaar uit verschij­nen.

We zien: de sleutel tot dit eindtijd-gebeuren ligt in Sion. Opmerkelijk is dan trouwens het slot van deze Psalm, vers 23: Wie lof of­fert, eert Mij en baant de weg, dat Ik hem Gods heil doe zien. Een overbekende tekst,-maar het is goed, hem eens te zien in verband met het begin van de Psalm. Dan ontdekken we dat het veel meer is dan zomaar een aansporing tot lofprijzing. Er zit een veel machtiger perspectief in. Er wordt gesproken over het banen van een weg.

Dat is onze opdracht. Onze roeping. We zijn wegberei­ders. En dan, als die weg gebaand is, wat gebeurt er dan? Dan zien we Gods heil. Wat voor heil? Het heil waar de Psalm mee begint, namelijk het verschijnen van God in lichtglans.

Gelijk worden aan Jezus

De tweede tekst waar dit­zelfde woord voorkomt, is Ps. 080:002: Gij die op de cherubs troont, verschijn in lichtglans. Bijzonder leerzaam is het opschrift van deze Psalm. Meermalen geven de opschriften het onderwerp aan, waar een be­paalde Psalm over gaat. Als we zo’n opschrift verstaan, hebben we de sleutel tot de hele Psalm.

Zo lezen we hier in vers 1: Op de wijze van: De leliën. Wat betekent dat? Wie is de lelie, de lelie der vallei­en? Dat is Jezus. Dus nu weten we: deze Psalm gaat over Jezus. Maar nu nog wat. Er staat: leliën. Dat is meervoud. Wat betekent dat dan? Jezus is de lelie, dan zijn de leliën degenen die aan Hem gelijk geworden zijn.

Dus deze Psalm gaat over het gelijk worden aan Je­zus. En in dat verband volgt vers 2: Verschijn in lichtglans. Let u erop: in Psalm 50 was het. een belof­te, hier is het een gebed. Dat vult elkaar aan. God belooft, maar wij moeten erom bidden, ons erop rich­ten.

En in welk verband staat dit gebed? Het heeft te ma­ken met het herstel van het volk Gods, zie vers 4 en vers 20: O God, herstel ons, doe uw aanschijn lichten. Daaruit zien we: het her­stel van het volk Gods en het verschijnen van God zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Wat bidden we in de eindtijd?

Onze derde tekst is Ps. 094:001: God der wrake, Here, God der wrake, verschijn in lichtglans. Hier is het ook weer een gebed. En wat voor een tijd is het, waar deze psalmist over spreekt? Hij zegt in vers 3 dat de goddelozen juichen. Je zou dus kunnen zeggen: de tijd is niet rijp voor een ver­schijnen van God. Maar juist dan, te midden van alle duisternis, gaat de psalm­ist dit gebed bidden.

Een voorbeeld voor ons, een voorbeeld voor de eindtijd. Hoe bekijken we deze tijd? Pessimistisch? Een aflopen­de zaak? Niet veel meer te verwachten? Maar hopen op het einde? Wat bidden we? Heer, haal ons maar gauw thuis? Of bidden we, net als de psalmist, juist als de duisternis toeneemt: Heer, openbaar uw heerlijk­heid. Heer, verschijn in lichtglans.

Het jaar der vergelding

Dat gebed staat hier in verband met de wraak van God. En ook dat is een belofte voor de eindtijd. Het volk des Heren zal zich wreken op zijn vijanden. De Bijbel noemt dat het jaar der vergelding. God gaat verschijnen om door middel van zijn volk, de eindover­winning te behalen.

Dan komen we bij de vierde tekst, een woord van Mozes uit Deut. 33, vers 1-2. En u weet: de psalmisten spra­ken profetisch. En zo ook Mozes, hij was ook een pro­feet. En waar hadden de profeten het over? Petrus geeft ons het antwoord: over de voor u bestemde ge­nade (1 Petr. 01:10). Zij spraken over ons. En dat wisten ze ook. Hun werd ge­openbaard, dat ze niet zichzelf dienden, maar u (vers 12). Zij wisten van de gemeente.

En zo lezen we dan in Deut. 33: Dit is de zegen waarmee Mozes, de man Gods, de Is­raëlieten voor zijn sterven gezegend heeft. En waarin bestaat die zegen? Hij zei- de: De Here is gekomen van Sinaï en over hen opgegaan uit Seir; Hij is in licht­glans verschenen van het gebergte Paran en gekomen uit het midden van heilige tienduizenden.

Hier is het weer een belof­te: het komen, het verschij­nen van de Heer. En hoe heeft Mozes Hem zien komen? Hij is opgegaan: dat duidt op een zonsopgang. God gaat op als de zon. En wat doet de opgaande zon? Die over­wint de duisternis. En waar gebeurt dat? Hij is opge­gaan over hen, dat wil zeg­gen God gaat op over zijn volk. Daar wordt Hij aan­schouwd.

Het tijdperk van de wagens

Nu zien we hier nog meer. Dit vers beschrijft glas­helder het verschil tussen het oude en het nieuwe ver­bond. Waar begint vers 2 mee? De Here is gekomen van Sinaï. En waar is Sinaï een beeld van? Van de wet. Is God nu nog op de Sinaï? Neen, want Christus is het einde der wet. Dus in het oude verbond kwam God van de Sinaï. Maar waar komt God dan in het nieuwe ver­bond? Dat lezen we aan het slot van dit vers. Hij is gekomen uit het midden van heilige tienduizenden. Hij wordt openbaar vanuit zijn volk.

We vinden deze overgang van het oude naar het nieuwe verbond ook zo schitterend beschreven in Psalm 68. De­ze Psalm omvat het hele plan van God: Pasen, hemel­vaart, pinksteren, de ge­meente, de eindtijd, alles wordt erin vermeld.

En dan lezen we in vers 18: Gods wagens zijn tweemaal tienduizend, duizenden bij duizenden. Daar zien we het wagenpark van God. Maar wij moeten niet tevreden zijn met dit alleen maar vast te stellen. We moeten verder vragen. Voor wie zijn die wagens? Welnu, let u eens op dat getal. Dat zijn we al eerder tegenge­komen. In Deut. 33 was ook sprake van tienduizenden. En dat waren de heiligen. Dus voor wie zijn die tienduizenden wagens? Voor de heiligen.

God heeft wagens gereed voor zijn volk. In de eind­tijd zal het volk Gods niet meer lopen maar rijden. En wat betekent dat? Iemand die rijdt, kan in korte tijd veel meer doen dan ie­mand die alles moet lopen. En bovendien: als de gemeente gaat uitrijden, zul­len de machten der hel ver­brijzeld worden onder haar wielen. Dat is het kenmerk van de eindtijd. Het zal zijn het tijdperk van de wagens.

In de geest en de kracht van Elia

Denkt u maar aan Elia. Er was voor hem een tijd, dat hij moest lopen. Hij liep veertig dagen en veertig nachten. Maar het moment brak aan, dat daar een vurige wagen en vurige paar­den kwamen. Zo zal er in de eindtijd een gemeente zijn, die optreedt in de geest en de kracht van Elia. Een volk dat de wagens gaat bestijgen.

En dan gaat vers 18 verder: De Here is van de Sinaï het heiligdom binnengegaan. Waar kwam God vandaan? Van de Sinaï. En waar is Hij nu? Hij is het heiligdom binnengegaan. En het hei­ligdom, de tempel Gods, dat zijt gij, zegt Paulus.

Maar is dat het eindpunt? Neen, het gaat nog verder. Waar loopt het op uit?

Leest u maar eens vers 36: Geducht zijt gij, o God, uit uw heiligdom. In vers 18 zien we: God gaat bin­nen; in vers 36 zien we: God komt tevoorschijn. Van­uit zijn heiligdom wordt Hij openbaar. Vandaaruit is Hij geducht, zodat de vijanden moeten afdeinzen.

Is dit ook uw verwachting? Dit moet ons denken en le­ven gaan beheersen. Dan komt God tot zijn doel met zijn volk.

 

Gods vértróuwen door J. Noë

“Vreest niet, houdt stand, dan zult gij de verlossing des Heren zien, die Hij u heden bereiden zal; want de Egyptenaren, die gij heden gezien hebt, zult gij nim­mermeer zien. De Here zal voor u strijden, en gij zult stil zijn”(Ex. 14:13-14) .

Een machtig wonder

Bovenstaande woorden werden door Mozes gesproken, toen de Israëlieten voor de Rode zee staande, door grote vrees bevangen voor het Egyptische leger, dat hen op de hielen zat, heftig tegen hem te keer gingen. Ze za­gen het niet meer zitten. Maar Mozes was onbevreesd. Hij had God leren kennen, hij wandelde en sprak met Hem en God bevestigde dan ook de woorden die hij gesproken had.

God deed de zee in tweeën splijten, waardoor Israël er door heen kon gaan en liet daarop het water weer terugvloeien, waardoor het gehele Egyptische leger verdronk. Wat een machtig wonder.

De woorden van Mozes doen mij denken aan wat in Jes. 50:10 staat:

“Wie onder u heeft ontzag voor de ENE en wil horen naar de stem van zijn dienaar? als hij zal wandelen in duisternissen, van lichtglans verstoken, weet hij zich veilig bij de naam van de ENE, vindt hij steun bij zijn God. (Naardense vertaling) Wie onder u vreest de Here, wie hoort naar de stem van zijn knecht? Wanneer Hij in diepe duisternis wandelt, van licht beroofd, vertrouwe hij op de naam des Heren en steune op zijn God”.

Hartversterkende woorden

Wat een hartversterkende woorden, ook voor ons in deze moeilijke tijd.

Zoals eerder dikwijls ge­zegd, God is onverbrekelijk met Zijn Woord – gesproken of geschreven – verbonden. Hij maakt het waar, als wij met ons gehele hart op Hem vertrouwen.

In het Nieuwe Testament staat, dat Hij ons alle dingen zal schenken in Christus Jezus (Rom. 08:32) en ons te allen tijde in Christus zal doen zegevieren (2 Kor. 02:14).

Maar dit wordt eerst een realiteit voor en in ons door geloof en volharding.

De Heer laat toe, dat wij in situaties komen, waarbij bij wijze van spreken, het water ons tot de lippen komt. (Zoals bijvoorbeeld bovengenoemd voorbeeld van Israël). Maar juist in deze beproevingen komt het er op aan, dat wij ons vertrouwen op de Heer stellen, als wa­re kinderen Gods ons waar­dig het evangelie gedragen, ons in geen enkel opzicht door de tegenstanders (de machten der duisternis), in welke situatie ook, laten beïnvloeden of beangstigen en volharden in de gezind­heid van Christus (Filippenzen 1, slot).

Volkomen verlossing

Nu moeten we oppassen dat we bij beproevingen niet in een kramptoestand komen, want dan spelen we satan juist in de kaart. We han­teren echter Gods Woord en daar staat duidelijk in dat Jezus al onze zonden en ziekten heeft gedragen aan het kruis op Golgotha en dat door Zijn striemen ons genezing is geworden en dat Hij al de duistere machten verslagen en ontwapend heeft en over hen heeft gezegevierd. Jezus is dus overwinnaar en niet satan met zijn trawanten. Ze zijn verslagen en wij zijn in Christus meer dan overwinnaars.

Ik zal enige Schriftgedeelten aanhalen, waar Jezus het volgende zegt tot Zijn discipelen (dat zijn wij ook): Matt. 10:07-08:

“Gaat en predikt en zegt: Het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. Geneest zieken, wekt doden op, rei­nigt melaatsen, drijft boze geesten uit. Om niet hebt gij het ontvangen, geeft het om niet”. Luc. 10:17-20:

“En de twee en zeventig zijn teruggekeerd met blijdschap en zeiden: Here, ook de boze geesten onder­werpen zich aan ons in uw naam. En Hij zeide tot hen: Ik zag de satan als een bliksem uit de hemel val­len. Zie, Ik heb u macht gegeven om op slangen en schorpioenen te treden en tegen de gehele legermacht van de vijand; en niets zal u enig kwaad doen. Evenwel, verheugt u niet hierover, dat de geesten zich aan u onderwerpen, maar verheugt u, dat uw namen staan opgetekend in de hemelen”.

En dan nog de alom bekende woorden aan het slot van Markus 16, de tekenen die de gelovigen zullen volgen: “In Mijn Naam zullen zij boze geesten uitdrijven, in nieuwe tongen zullen zij spreken, slangen zullen zij opnemen, en zelfs indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade doen; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden”.

Horen en doen

In Luc. 06:47-48 staat: “Wat noemt gij Mij Here, Here, en doet niet wat Ik zeg? Een ieder, die tot Mij komt en Mijn woorden hoort en ze doet, Ik zal u tonen aan wie hij gelijk is. Hij is gelijk aan iemand, die bij het bouwen van een huis diep gegraven en het fundament op de rots gelegd heeft. Toen een watervloed kwam en de stroom tegen dat huis aansloeg, kon hij het niet aan het wankelen brengen, omdat het goed gebouwd was. Doch wie hoort en het niet doet, is gelijk aan iemand, die een huis op de grond bouwt zonder fundament. Toen de stroom daar tegenaan sloeg, stort­te het terstond in en het huis werd één grote bouw­val”.

Al deze woorden van Jezus laten aan duidelijkheid niets te wensen over. Je­zus wist wat ons te wachten staat. We zullen nog voor heel wat verdrukkingen ko­men te staan. Jezus zegt dat duidelijk in Matteüs 24 en 25 in de rede over de laatste dingen.

We moeten daar niet beangst over zijn, integendeel. De teksten, die ik in het be­gin van dit artikel heb aangehaald, zijn daarom ook zo bemoedigend. We moeten zijn de krachtige helden die Zijn Woord volvoert, luisterend naar de klank van Zijn Woord. (Ps. 103:020)

Ik wil nu eindigen met het bekende gedeelte uit Kol. 01:09-14-.

“Daarom houden ook wij se­dert de dag, dat wij dit gehoord hebben, niet op voor u te bidden en te vra­gen, dat gij met de rechte kennis van zijn wil vervuld moogt worden, in alle wijs­heid en geestelijk inzicht, om de Here waardig te wan­delen, Hem in alles te be­hagen, in alle goed werk vrucht te dragen en op te wassen in de rechte kennis van God. Zo wordt gij met alle kracht bekrachtigd! naar de macht zijner heerlijkheid tot alle volhar­ding en          geduld en dankt

gij met blijdschap de Va­der, die u toebereid heeft voor het erfdeel der heidenen in het licht. Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het koninkrijk van de Zoon Zijner liefde, in wie wij de verlossing hebben, de vergeving van zonden”.

God zegene u allen!

 

Wat Jezus voor u wil doen!

Vrede

Door alle eeuwen heen is er bij de mensheid altijd een sterk verlangen naar vrede geweest. Maar dezelfde mensheid moest steeds weer tot de conclusie komen dat werkelijke vrede eerder een ongrijpbaar ideaal, een utopie, was, dan iets wat in het dagelijks leven te realiseren viel.

Weliswaar waren er niet altijd grote oorlogen. Sommige landen zijn zelfs vele eeuwen gevrijwaard voor oorlo­gen, maar haat, agressie, oproer, misdaad, onlusten, etc. zijn er altijd geweest. En we hoeven geen voor­beelden aan te halen hoe het in onze tijd is De oorzaak van dit alles is ongetwijfeld satan, door Jezus de vader der leugen” en “de mensenmoordenaar vanaf het begin” genoemd. Ieder mens, die Jezus niet kent, Leeft onder zijn heerschappij, ook al spant hij zich nog zo in om “goed” te leven. Daarom is het “verbeter de wereld motto dat bij velen leeft, ook tot mislukking gedoemd, als daaraan gewerkt wordt door mensen die Jezus niet kennen.

Wat Jezus u geven wil is echte vrede! Die begint met persoonlijk geloof en overgave aan Hem, die satan (de veroorzaker van de onvrede) overwon aan het kruis van Golgotha. Die vrede is niet bedoeld voor een enkeling, die daarvoor zoals sommigen menen is “uitverkoren” maar voor iedereen die zijn zonden belijdt en een nieuw leven met Jezus begint. “Want de genade Gods is verschenen, heilbrengend voor alle mensen”(Titus 02:11) Jezus heeft gezegd: “Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik hem u”. (Joh. 14:27). Aanvaardt Hem, laat de Vredevorst toe in hart en u kunt het met Paulus zeggen en beleven: gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God, door onze Here Jezus Christus”(Rom. 05:01).

1978.07-08 nr. 184

Levend geloof 1978.07-08 nr. 184

Waarom lofprijzing zo belangrijk is door Gert Jan Doornink

Psalm 8

“O Here, onze Here, hoe heerlijk is uw naam op de ganse aarde, Gij, die uw majesteit toont aan de hemel.

Uit de mond van kinderen en zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest, uw tegenstanders ten spijt, om vijand en wraakgierige te doen verstommen.

Aanschouw ik uw hemel, het werk van uw vingers, de maan en de sterren, die Gij bereid hebt: Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet?

Toch hebt Gij hem bijna goddelijk gemaakt, en hem met heerlijkheid en luister gekroond. Gij doet hem heersen over de werken uwer handen alles hebt Gij onder zijn voeten gelegd: schapen en runderen altegader en ook de dieren des velds, de vogelen des hemels en de vissen der zee, hetgeen de paden der zeeën doorkruist.

O Here, onze Here, hoe heerlijk is uw naam op de ganse aarde”.

Wat is lofprijzing?

In dit artikel willen wij ingaan op de noodzaak en belangrijkheid van de lofprijzing en aanbid­ding voor elk kind van God. De eerste vraag die dan opkomt is ongetwijfeld: “Wat is lofprij­zing?”. Het antwoord hierop is kort en eenvou­dig: God grootmaken en verheerlijken. Meestal doen wij dat met woorden. Lofprijzen is dus niet spreken over geloof. Lofprijzen is ook niet bidden, al kan ons gebed wel overgaan in een lofprijzing.

Als we God verheerlijken, als we Hem loven en prijzen, heeft God daar een behagen in, want Hij woont in de lofprijzing van Zijn volk!

Wij willen nu enkele voorbeelden van lofprij­zing uit de Bijbel aanhalen, want door de gehe­le Bijbel loopt een draad van lofprijzing. De Bijbel zou ondenkbaar zijn zonder lofprijzing.

Voorbeelden van lofprijzing in de Bijbel

Voor de geboorte van Jezus, bij de geboor­te van Johannes de Doper, zien wij hoe in de lofzang van Zacharias, de Heer wordt grootge­maakt. Luc. 01:68: “Geloofd zij de Here, de God van Israël….” Denk ook aan de in dit zelfde hoofdstuk voorkomende lofzang van Maria: “Mijn ziel maakt groot de Here…“(Luc. 01:46).

b – Bij de geboorte van Jezus zien wij hoe de engelen in het veld van Efrata God loven met de woorden: “Ere zij God in de hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens”(Luc. 02:13-14). En als de herders terugkeren na hun be­zoek aan de pasgeboren Jezus lezen we van hen dat ze God loofden en prezen. (Luc. 02:20). De wijzen deden het weer op een andere manier.

Zij boden geschenken aan. (Matt. 02:10-11).
c – Tijdens Jezus’ omwandeling op aarde werd Hij vaak geloofd en geprezen om de tekenen en wonderen die Hij deed. Bijvoorbeeld bij de ge­nezing van de blinde Bartimeüs in Luc. 18:42-43. Als Jezus vraagt: Wat wilt u dat Ik u doen zal? antwoordt hij: Dat ik ziende worde! “En Jezus zei tot hem: Word ziende; uw geloof heeft u behouden. En terstond werd hij ziende en hij volgde Hem, God lovende. En al het volk zag het en gaf Gode lof”.

d – De Farizeeën hadden een hekel aan de lof­prijzing. .. . Dat blijkt wel uit Matt. 21:14-16, als Jezus in de tempel blinden en lammen ge­neest en de kinderen roepen: Hosanna, de zoon van David, nemen zij dat de kinderen kwalijk. Maar Jezus zegt: Hebt u nooit gelezen wat er in Ps. 008:003 staat: “Uit de mond van kleine kinderen en zuigelingen hebt Gij lof bereid”?

e – Ook bij de intocht van Jezus in Jeruzalem in Lucas 19, zien wij iets dergelijks. Als dan bij de Olijfberg de gehele menigte der disci­pelen vol blijdschap en met luide stem God begint te prijzen, zijn er Farizeeën die tot Je­zus zeggen: “Meester” bestraf uw discipelen…” Wat is het antwoord van Jezus? “Indien dezen zwegen zouden de stenen roepen.” (Luc. 19:40).

Vandaag is het nog net zo. In de meeste kerken is de spontane lofprijzing verdwenen…. Pro­beer maar eens halleluja te zeggen, midden on­der de preek. De mensen zullen u vreemd en ver­wonderd aankijken….

Laten we goed bedenken dat de duivel een ont­zettende hekel heeft aan de lofprijzing en al­les zal doen om het te beletten. Wat hem helaas in de meeste kerken gelukt is. Maar…. laten we ook de hand eens in eigen boezem steken. Ook bij vele kinderen Gods ontbreekt de lofprijzing of staat op een laag pitje. Dit alles brengt schade aan het eigen geloofsleven teweeg. Het is daarom noodzakelijk dat we goed onder ogen zien waarom God lofprijzing verlangt.

Waarom verlangt God lofprijzing?

In de eerste plaats omdat wij daarmee God eren. Wij geven als het ware te kennen: U hebt de eerste plaats in mijn leven, U komt daarom toe alle lof, eer, dank en aanbidding! Ps. 050:023 zegt: “Wie lof offert, eert Mij…”

Wij hebben zoveel redenen God te loven en te prijzen. In de Psalm die boven dit artikel af­gedrukt staat, lezen wij dat Hij ons bijna goddelijk heeft gemaakt. Wij zijn onvoorstelbaar rijk geworden in Hem. Paulus zegt: “In Hem woont al de volheid der godheid lichame­lijk: en gij hebt de volheid verkregen in Hem” (Kol. 02:09). Ons wacht bovendien een heerlijke toekomst. Want “wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensen­hart is opgekomen, heeft God bereid voor dege­nen die Hem liefhebben”(1 Kor. 02:09).

God verlangt in de tweede plaats lofprijzing van ons omdat wij daardoor de weg vrijmaken voor de zegen van God. Ps. 050:023 zegt: “Wie lof offert, eert Mij,….en baant de weg, dat Ik hem Gods heil doe zien”. Zoals een sneeuw­ploeg de weg vrijmaakt van sneeuw, zo behoort ook de geestelijke weg vrij te zijn van obsta­kels en hindernissen die de duivel tracht aan te brengen. We weten dat de duivel de overste dezer wereld is. Daarom spreekt Paulus ook in Ef. 06:12 dat wij niet te worstelen hebben te­gen vlees en bloed, maar….tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis en tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. In deze strijd kunnen wij overwinnen, want Jezus heeft de duivel over­wonnen. Maar wij moeten wel gebruik maken van de wapens die Hij ons ter beschikking heeft ge­steld. Eén van deze wapens is de lofprijzing.

De duivel heeft een hekel aan de lofprijzing.

Hij gaat er als het ware voor op de vlucht. Dan wordt de weg vrijgemaakt en kan God ons Zijn heil doen zien. De muren van Jericho vielen toen het volk begon te juichen. (Jozua 6). De gevangenisdeuren werden geopend toen Pau­lus en Silas begonnen te zingen. (Handelingen 16).

Is er misschien iets in uw leven wat niet ver­dwijnen wil? Er kunnen verschillende oorzaken zijn, maar het kan best zijn dat gebrek aan lofprijzing bij u de reden is. Wees er van overtuigd dat de muren van ongeloof, twijfel, angst en vrees verdwijnen, als wij de Heer gaan groot maken en verheerlijken.

Er is nog een derde reden waarom God lofprij­zing van Zijn kinderen verlangt. Dat is dat wij door de lofprijzing daarmee geloof openba­ren. Heb. 11:01 zegt: “Het geloof nu is de ze­kerheid der dingen, die men hoopt, en het be­wijs der dingen, die men niet ziet”. “Zonder geloof is het onmogelijk Hem welgevallig te zijn”(Heb. 11:06).

Nu is het gemakkelijker om de Heer te loven en te prijzen als alles meezit, dan dat alles te­gen zit. Bij dit laatste blijkt echter of we werkelijk geloof bezitten, want ook dan zijn wij geroepen de Heer te loven en te prijzen! Laten wij nooit twijfelen aan het feit dat Hij een Waarmaker van Zijn Woord is. Hij staat ach­ter Zijn beloften. Hij is de Onveranderlijke. “Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid”(Heb. 13:08).

Wat ligt er een geestelijke les voor ons in het rotsvaste geloof van de profeet Habakuk, die bad: “Al zou de vijgenboom niet bloeien, en er geen opbrengst aan de wijnstokken zijn, de vrucht van de olijfboom teleurstellen; al zou­den de akkers geen spijs opleveren, de schapen uit de kooi verdreven zijn en er geen runderen in de stallingen zijn, nochtans zal ik juichen in de Here, jubelen in de God van mijn heil. De Here Here is mijn kracht: Hij maakt mijn voeten als die der hinden, Hij doet mij treden op mijn hoogten”(Hab. 03:17-19).

Vergeet het niet: “Wie lof offert eert Mij en baant de weg, dat Ik Hem Gods heil doe zien”!

Hoe prijzen wij God?

Wij hebben uit de verschillende voorbeelden uit de Bijbel al gezien dat er verschillende vormen van lofprijzing zijn. Toch is het goed dit nog even onder ogen te zien.

In de eerste plaats is daar, wat wij zouden willen noemen, de stille lofprijzing. De wijzen uit het Oosten brachten hulde aan Jezus door middel van geschenken. Toen Maria de voeten van Jezus zalfde (Johannes 12), was dit ook een uiting van aanbidding en lofprijzing. Als wij iets doen voor een ander, als wij een offer brengen in de collecte, zijn dit evengoed uitingen van lofprijzing dan de lofprijzing in luide vorm.

In de tweede plaats is er dus de luide lofprijzing. Bij de verovering van Jericho moest het volk luide juichen. Bij de intocht in Jeru­zalem prees het volk Jezus met luide stem. In Openbaring vinden we verschillende vormen van lofprijzing door engelen en mensen. “Het Lam, dat geslacht is, is waardig te ontvangen de macht en de rijkdom, en de wijsheid en de sterkte, en de eer en de heerlijkheid en de lof. En alle schepsel in de hemel en op de aar­de en onder de aarde en op de zee en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Hem, die op de troon gezeten is, en het Lam zij de lof en de eer en de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheden”(Openb. 05:12-14) .

Ten derde prijzen wij God door te zingen en te dansen. Om met dit laatste te beginnen: Wij bedoelen natuurlijk niet de verschillende vormen van wereldse dans waarmee de duivel verheer­lijkt wordt. Maar soms kan onze blijdschap in Hem zo groot zijn, dat wij zoals de oude psalm dat zegt, kunnen “huppelen van zielenvreugd”. Verschillende psalmen, lofzangen en liederen zijn heerlijke uitingen van aanbidding en ver­heerlijking. Een waarachtig kind van God zal daarom veel zingen en zo ook op deze wijze de Heer grootmaken!

De uitwerking van de lofprijzing

De uitwerking van de lofprijzing is dus:

a – Dat God wordt verheerlijkt.

b – Dat wij gezegend worden (en ten zegen zijn).

c – Dat God ziet dat wij de geloofsweg bewande­len .

Lofprijzing is dus een zeer belangrijk onder­deel bij ons dienen van de Heer, bij ons getui­ge zijn in deze wereld.

Laten wij de Heer veel grootmaken en verheer­lijken. Hij en Hij alleen is het waard om veel geloofd en geprezen te worden. Zeker in deze eindtijd is het uiterst noodzakelijk, als wij zien hoe uiterst geraffineerd satan soms te werk gaat. Wij zullen zowel al* gemeente, als als gelovige individueel, de Heer veel moeten grootmaken en verheerlijken! We kunnen ons ner­gens achter verschuilen om NIET te lofprijzen. Laten we doen wat Psalm 150 zegt!:

“Halleluja. Looft God in zijn heiligdom, looft Hem in zijn machtig uitspansel;

looft Hem om zijn machtige daden, looft Hem naar zijn geweldige grootheid.

Looft Hem met bazuingeschal,

looft Hem met harp en citer,

looft Hem met tamboerijn en reidans,

looft Hem met snarenspel en fluit, looft Hem met klinkende cimbalen, looft Hem met schallende cimbalen.

Alles wat adem heeft, love de Here. Halleluja!”

 

Van de redactie door Gert Jan Doornink

In ons vorig nummer hadden wij niet vermeld dat dit nummer een gecombineerd nummer zou zijn over de maanden juli en augustus. Van­daar dat sommigen dachten: Waar blijft het juli-nummer? In ieder geval verschijnt “Levend Geloof” nu weer normaal iedere maand. Wij zijn bij het verschijnen van dit juli/ augustus-nummer al weer druk bezig met de voorbereidingen van het september-nummer, dat o.a. een belangrijk artikel bevat van evange­list Nico Goverts uit Apeldoorn over het on­derwerp: “Wat is het doel van de gemeente?”. Ondertussen hebben zeer velen gereageerd op ons schrijven van eind-juni. Wij stuurden toen een briefje en acceptgirokaart aan velen die het blad reeds verschillende jaren regel­matig ontvingen, maar waarvan wij niets meer hoorden. Wij ontvingen zeer veel positieve re­acties! Een en ander heeft ons bijzonder be­moedigd .

Met dankbaarheid en toewijding willen wij, on­der leiding van de Heilige Geest, doorgaan via “Levend Geloof” het volle, heerlijke, blijde evangelie uit te dragen. Gods Geest heeft ons destijds de ogen geopend voor de volle waarheid. Wij willen dit niet onder stoelen of banken steken, maar het compromisloos brengen. Anders zouden wij ongehoorzaam zijn aan de grote opdracht die Jezus eens gaf aan Zijn discipelen. Toen Hij sprak: “Gaat heen en pre­dikt het evangelie!”, is het nooit Zijn bedoe­ling geweest, dat wij een ander evangelie zou­den brengen dan Hij deed! Trouwens dit blijkt ook wel uit de gebeurtenissen op Pinksteren en de eerste tijd na Pinksteren, toen de volle waarheid verkondigd werd en bevestigd werd door tekenen en wonderen.

“Levend Geloof” wil dit Bijbelse patroon hand­haven en wij weten dat velen ditzelfde verlan­gen hebben. Laten wij gezamenlijk voorwaarts trekken, door de weg van geloof en gehoorzaam­heid te bewandelen, opdat we met Paulus zullen ervaren dat deze weg steeds verder omhoog voert. Jezus is onze Leidsman! Hem zij alle eer!

 

Welke God dient u? door H. J. Glasbergen

 

“Gij zult u niet neerbuigen voor hun góden noch hen dienen en gij zult niet doen naar hun werken, maar gij zult ze volkomen ver­nielen en hun gewijde ste­nen zult gij geheel ver­brijzelen. Maar gij zult de Here, uw God, dienen; dan zal Hij uw brood en uw wa­ter zegenen en Ik zal ziekte uit uw midden verwijderen. Geen vrouw in uw land zal een misgeboorte hebben of onvruchtbaar zijn. Het getal uwer dagen zal Ik vol maken”(Ex. 23:24-26).

Waarvoor schiep God de mens?

Na nog al veel positieve reacties op ons artikel ‘Schuld en lijden’, willen wij nog enkele zaken ver­duidelijken. Het gaat er in de eerste plaats om dat God de mens schiep om Zijn Naam te verheerlijken.

Door een leer, die alleen slaven baarde, zijn wij af­gezakt naar een niveau, waar God om weent. Dat Zijn barmhartigheid en goedheid zo groot is, Zijn geduld zo onuitputtelijk, hebben wij aan het volmaakte offer van Jezus Christus te danken.

Zijn uitverkoren volk heeft Hem verworpen, maar wat doen wij? En dan bedoel ik in dit artikel de reforma­torische kerken, in het to­taal, waarin zij verscheurd zijn. “Indien Gij naar Mijn inzettingen leeft…”, zegt God tegen het verbondsvolk. “Indien Gij doet wat Ik zeg…”, zegt Jezus. “Want deze zijn Mijn broeders en zusters en moeders, die Mijn Woord horen….en doen!” (Luc. 08:19-21).

De priester Zacharias, de vader van Johannes de Do­per, wist het. Hij diende Hem in heiligheid en ge­rechtigheid, al zijn dagen. God zegt tegen de joden: Gij zult u niet neerbuigen voor hun góden, en niet doen naar hun werken. Maar alle heilige (koeien) ge­wijde stenen vernietigen. Maar gij zult de Here, uw God dienen. Dan zal Hij uw brood zegenen, en al de ziekte uit uw midden weg­doen. Geen vrouw zal nog een misgeboorte hebben of onvruchtbaar zijn. En al het wild gedierte (de le­gers demonen, onreinheid, ziekte, haat, moord, mach­ten) zullen wij overwinnen door Jezus Christus.

Wedergeboorte is nodig

Alleen wedergeboren mensen kunnen Gods geheimenissen doorgronden. En Gods wil en doel met zijn privé eigen­dom, de mens, bevatten.

De reformatorische kerken hebben zichzelf buitenspel gezet. God is Eén, erkennen zij, zoals wij, maar hebben het Lichaam van Christus verscheurd, wat lijdt en zucht en in barensweeën is. Zij hebben de sleutel der kennis weggenomen. En nu weten zij ook zelf de sleu­tel niet meer, want God geeft de ongehoorzamen een geest van verwarring. Door het grote verwarde bos, kunnen zij de (levens)boom niet meer onderscheiden. Met alle rampen van dien, voor de dierbare gelovigen.

God gaf Zichzelf in Zijn Zoon, Jezus Christus, die ons bevrijdde van de zonde- machten. En deze kerken gaan rustig door, hun dier­baren te leren, dat wij ar­me, verloren zondaren zijn en blijven. En zo wordt Gods Naam te schande ge­maakt .

God kan geen behagen hebben in zondaren, lieve mensen, wordt wakker! Zo als de tien maagden. Voor vijf was het al te laat. Ga niet bij mensen te rade, maar kniel bij het kruis van Jezus Christus, wat dichtbij is, in de binnenkamer. En vraag Hem of Hij u de weg wil wijzen naar de waar­heid, want Hij is namelijk de Waarheid.

Tenzij u wedergeboren wordt, kunt u het Konink­rijk Gods niet binnengaan. Leraren, die zelf niet wedergeboren zijn, zijn blinde wegwijzers, waarvan Jezus spreekt in Matt. 23:14-16. Men wordt namelijk niet wedergeboren uit ken­nis van Gods Woord, uit godgeleerdheid, maar uit water en Geest. Uit God geboren: is niet uit de mens. Vlees en Geest kunnen geen gemeenschap hebben. Het Ko­ninkrijk Gods is hier op aarde, bij en in ons.

Gods wijsheid is meer

Eenmaal moet de mens, vroeg of laat, al zijn wijsheid, waardigheid en belangrijk­heid afleggen. Dan staan wij of naakt, of bekleedt met witte klederen (die wij hier al ontvangen) voor Hem. Maar Hij doorgrondt nu, in dit leven, wat in ons is. (Heb. 04:12-13).

Veel mensen zitten in de mist en dwalen rond in de duisternis. Als het niet zo droevig is, zou het eigenlijk om te lachen zijn. Want wie zijn wij zonder God? En wie zijn wij zonder gehoorzaamheid? Gejaagd door de wind, in­nerlijk verdeeld, zonder enige zekerheid, zonder enig getuigenis van onze Heiland, Jezus Christus.

Veel mensen hebben als gó­den de leer van hun kerk en hun voorgangers. Jezus zegt: Die Mij liefheeft, in hen zal IK Mij openba­ren en Mijn Geest geven, die hen tot de volle waarheid zal leiden. (Joh. 16:12-15).

Telkens als de wet wordt gelezen in de kerk, valt er weer een bedekking op de trouwe kerkgangers. En de mensen gaan, zoals altijd, weer onveranderd naar huis.

De bedekking verdwijnt al­leen in Jezus Christus. Want telkens als iemand zich bekeert, wordt de be­dekking weggenomen.

“En wij allen, die met een aangezicht, waarop geen be­dekking meer is, de heer­lijkheid des Heren weer­spiegelen, veranderen naar hetzelfde beeld van heer­lijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die Geest is”(2 Kor. 03:12-18).

Hoogmoedig of ootmoedig?

“Jullie zijn hoogmoedig en fanatiek”, zeggen de men­sen. Integendeel, wij zijn ootmoedig, omdat wij ons bewust zijn, wie wij zijn geweest, toen wij Hem nog niet kenden, volkomen waar­deloos voor Hem. Tegen de duivel zijn wij hoogmoedig, omdat wij ons bewust zijn, dat wij met Hem meer dan overwinnaar zijn over alle machten der hel.   

Als wij zien wat op de Veluwe en elders gebeurd, rondom de poliogevallen, en waaraan Gods Naam wordt verbonden, kunnen wij wenen, om de onschuldige kin­deren, die hier de dupe van worden.

Wij lezen in een bekend dagblad in Brabant over een radeloze angstige moeder van drie jongens, die in de avond naar een ander dorp gaat, om klontjes met het vaccin te halen om haar kinderen te beschermen te­gen polio. Wat zij later aan haar man en dominee opbiecht als een grote zon­de. Als één van haar kin­deren nu polio zou krijgen, is dit een gerechte straf van de Heer, zegt zij. Elke vader of moeder die in de avond het dorp ver­laat is een verdachte. Een man met twee gevallen van polio in zijn familie, één recent en één drie jaar geleden, zegt: Wie de Heer liefheeft, kastijdt Hij. Een moeder van kinderen zegt rustig: De Bijbel zegt dat er niets bij toe­val gebeurd. God wil dat zo. Waarom voorzorg nemen, als je op Hem vertrouwt? Anderen zeggen: Het is ons kind en onze zaak. Wij zien dit alleen in het licht van de Bijbel. Weer anderen zeggen: Om hoeveel gevallen gaat het hele­maal? Een handjevol, 100 op dit moment. De Heer be­proeft niemand boven zijn kracht. Het is een loute­ring, daar moet je sterk in zijn…. Over de kinde­ren die als verlamden door het leven moeten gaan, wordt niet gesproken. Is het vreemd dat de jeugd wegloopt uit de kerken?

Ook de televisie krijgt voor miljoenen kijkers de kans Gods Naam te bespot­ten en te honen. Twee arme stumperds worden voor de tv gehaald, om te laten zien, wat de gevolgen zijn als je “vertrouwt op de Bijbel”. Een verlamd meis­je is (door de leer) zo verkromd, dat zij deze verlamming aanvaardt als uit Gods hand. Een jonge­man verwijt deze verlam­ming aan zijn ouders. Hun leven is aan een rolstoel verbonden. Is dat leven en overvloed?

De blijde boodschap

Wij willen voor deze men­sen bidden: Vader vergeef het hun, zij weten niet wat zij doen en hun kinde­ren aandoen. De blijde boodschap is blijkbaar niet voor hen. Welke God zij dienen weten wij niet, maar niet de God van de Bijbel, die alleen maar goed is, vol van barmhar­tigheid en liefde, vol van genade en geduld. Hij heeft geen behagen in ziekte en verdere plagen die over de wereld gaan. Het evangelie is aan ootmoedigen de vrij­lating verkondigen, aan ge­vangenen opening der gevan­genis, zodat de mens kan leven vrijgekocht door het bloed van Jezus Christus!

Met een ander evangelie ma­ken wij niemand jaloers, integendeel. Psalm 118 zegt “Looft de Here, want Hij is goed, en Zijn goedertieren­heid is tot in eeuwigheid”. God wil een leger van al­leen maar juichers, niet van huilers. De duivel wijkt alleen als het volk van God gaat juichen.

“De zwakke versterkt gij niet, de zieke geneest gij niet, de gewonde verbindt gij niet, maar gij heerst over hen met hardheid” Lees Ez. 34:01-23.

Wij vragen ons af, wat die geestelijke leiders denken, als zij die stumperds zien met polio? De schapen die een prooi zijn geworden van de wilde dieren. Zij zijn verstrooid in wolken van duisternis. Eens zal Hij deze herders ter verant­woording roepen, dan zullen zij zien wie zij gediend hebben.

Onze strijd is een geestelijke strijd

Wij wijzen geen wetenschap af, nog medicijnen. Wij la­ten de mensen volkomen vrij. Maar leren wel dat Jezus nog Dezelfde is, als waar Hand. 10:38 van spreekt. Hij is nog de Heelmeester. Als een kind van God alleen op Hem ver­trouwt, zeggen wij: Prijst God, want Hij is goed. En de wonderen en de tekenen zullen de gelovigen volgen Waar Gods Geest is, daar wordt alleen Zijn Naam verheerlijkt. Wij hebben ook geen enkele behoefte aan theologische uitspraken van wie dan ook. Met wijs­heid kun je God niet be­hagen, alleen in gehoorzaamheid. De geestelijke verontreiniging in Nederland wordt steeds erger, de onreine geesten en de ziektemachten hebben vrij spel.

Wij strijden ook niet te­gen mensen, maar tegen de overheden en machten, te­gen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. (Ef. 06:12).

Het is volbracht! Niemand hoeft nog in het zwart gekleed te gaan, vanwege ’s vijands onderdrukking. Bekeert u, zegt Jezus. Dan gaan de zwarte pakken en streepjesbroeken uit, de lange gewaden weg en komen de “witte klederen” er voor in de plaats.

Van een slaaf worden wij dan een vrije! Hij wil het goede voor Zijn kinderen, Hij geeft geen stenen voor brood. (Matt. 07:07-12; Luc. 11:09-13). Alle zonden en ziekten zijn aan het kruis genageld. Het is een hoon aan God, als wij denken dat wij nog iets aan Zijn offer kunnen toevoegen. Nog meer een schande, als wij God de schuld geven, van wat op de Veluwe en

elders gebeurt.

In Jezus Christus is ons ganse volheid Gods ge­schonken. Wat geen oog heeft gezien, en geen oor heeft gehoord, en in geen mensenhart is opgekomen, heeft God bereid, voor degenen die Hem liefhebben.

Geef daarom uw leven aan Jezus, totaal, uw eigen waardeloze ik, met of zonder titel. Dank God voor Zijn geduld en barmhartigheid. En voor het reinigende bloed van Jezus , Christus. Onderwerp u aan Hem, dat is de voorwaarde. Nader tot God, Hij wacht ook op u! (Jak. 04:06-10).

 

Levend Geloof journaal door Gert Jan Doornink

Veel zegen op Europese Pinksterconferentie

 

Wilkerson campagne (29 t/m 32 juli) en Pinkster Europa Conferentie (P.E.K)

(1 t/m 6 aug.) in de Houtrusthallen te Den Haag. Een verslag van on­ze medewerker Jan Noë. Br. Noë had, evenals Zr. Jacobs (Judith), een werk­zaam aandeel in de organi­satie van deze conferentie.

De campagne met evangelist David Wilkerson en de Pinkster Europa Conferentie (P.E.K) zijn weer ach­ter de rug. Er is heel wat werk verzet om voor en tijdens het feestelijk ge­beuren alles voor elkaar te krijgen, maar we hadden de hele conferentie aan de Heer opgedragen en de Heer heeft ons gebed verhoord. Het is een succes geworden, ook wat de financiën be­treft, hierin heeft de Heer’ wonderbaar voorzien.

Opkomst beneden verwachting

De opkomst is beneden de verwachtingen gebleven. Verschillende Pinkstergemeenten hier te lande heb­ben, om wat voor reden ook, niet meegedaan, maar de Heer heeft Zijn wonderbare zegen op de samenkomsten gelegd. Geprezen is Zijn wonderbare Naam’

Er was een grote bewogen­heid onder de aanwezigen en er was een fijne gemeen­schap onder elkaar. Natuur­lijk waren er ook teleur­stellingen, maar die waren er om overwonnen te worden.

Er waren vele buitenlandse groepen uit diverse landen in Europa, ook van achter het ijzeren gordijn.

Buiten het P.E.K. koor dat heel goed was, waren er verschillende zeer goede buitenlandse koren aanwe­zig, ook muziekgroepen ont­braken niet. Het geluid was echter nog al eens te hard, ook wat spreken betreft, dat was jammer.

Wilkerson is trekpleister

Wilkerson is een trekpleis­ter, hij is reeds enige ma­len in Holland geweest en heeft altijd een krachtig woord, ook dit keer.

Op zijn uitnodiging kwamen ook weer velen, die noden hadden, naar voren. Hij werd perfect vertolkt door br. Hans Koornstra.

Bij de P.E.K. samenkomsten kwamen voornamelijk buiten­landse sprekers aan het woord, die ook meestal vanuit het Engels door br. Koornstra vertolkt werden. Er werd een positieve bood­schap gebracht, waarbij dikwijls tevens de nadruk werd gelegd op de liefde.

Fins evangelist vol van de Geest

Ik wil nu niet al de bij­eenkomsten van de diverse voorgangers vermelden, maar van één wil ik dit wel doen, namelijk van de Finse evangelist Nilio Yle-Vaini- o. Deze broeder is vol van de Heilige Geest en zeer dynamisch. Zijn woorden raakten de mensen aan en op zijn uitnodiging kwamen dan ook velen naar voren voor hun moeilijkheden, voor bevrijding, genezing en doop met de Heilige Geest en de Heer bevestigde Zijn Woord. Ook verzocht hij alle voor­gangers, evangelisten, enz. naar voren te komen voor gemeenschap des Geestes. Dat was wonderbaar.

Bijna bij alle diensten kwamen steeds mensen naar voren voor hun noden, voor bevrijding, genezing en doop met de Heilige Geest en wij zagen wonderbare dingen gebeuren. Bij alle bijeenkomsten werden allen die naar voren gekomen wa­ren, opgevangen door de nazorg en ook in deze ruimten bevestigde de Heer Zijn Woord.

Er waren verschillende workshops, waar diverse on­derwerpen behandeld werden. Er was ook een middagsamenkomst voor voorgangersvrouwen en werksters.

Verder was er een middagsamenkomst voor voorgangers en geestelijke werkers met als onderwerp: “Relatie Pinksterbeweging – Charis­matische beweging”. Hierbij waren ook predikanten aan­wezig en ik zelf was ook van de partij. Het was in­teressant en uit de woorden van de verschillende bui­tenlandse Pinkstervoorgangers, die meestal aan het woord waren, bleek duide­lijk wat hun standpunt was, namelijk trouw aan Gods Woord.

Avondmaal was geweldige belevenis

Een geweldige belevenis was het gemeenschappelijke a- vondmaal. Een inleidend woord sprak br. Van Amerom, de prediking werd gebracht door br. Blankespoor en de bediening werd geleid door br. P. Rothuizen. Het avondmaal werd bediend door alle voorgangers en enkele oudsten. We ervaarden allen de werking van de Heilige Geest en er was een grote bewogenheid.

Tenslotte zij nog vermeld, dat de Houtrusthallen fees­telijk versierd waren met diverse vlaggen en prach­tige bloemen. Verder waren er veel stands, ook uit het buitenland. Elke dag werden er ook in de openlucht evangelisatiesamenkomsten gehouden.

‘Nieuws’ in het kort

“The Lighters’ stoppen

Eén van de bekendste uit de Pinksterbeweging af­komstige gospelgroepen “The Lighters”, heeft na 12j jaar voor velen tot grote zegen te zijn ge­weest, besloten zich op te heffen. De reden is dat de meeste leden gezinnen heb­ben met opgroeiende kinde­ren, waardoor het onmoge­lijk is zo vaak van huis te zijn.

Ontmoetingsdag “nieuwe hoop”

Op zaterdag 30 september van 10 tot 16.30 uur wordt er in het Johannescentrum” Moezeldreef 400 te Utrecht een ontmoetingsdag gehou­den, georganiseerd door de stichting “Nieuwe Hoop”. Elf jaar geleden begonnen br. en zr. Sip en Lenie Pijl met evangelisatiewerk in tehuizen voor geestelijk en lichamelijk gehandicap­ten, bejaardentehuizen, etc.

Het was pionierswerk dat veel strijd met zich mee­bracht, maar ook voor velen tot grote zegen was.

Ondertussen staat dit werk aan een nieuw begin, door­dat in Den Bosch een pand van drie verdiepingen kon worden gekocht, wat het centrum van de arbeid van br. en zr. Pijl wordt. Het adres van dit werk, waar u tevens het gratis con­tactblad en inlichtingen over het werk kunt ontvan­gen is: Stichting “Nieuwe

Hoop”, ’s Hertogenbos.

Avondschool in Meppel

In het gebouw van de Pink­stergemeente “Sion” te Meppel gaat op 25 september een avondbijbelschool van start, welke tot stand is gekomen in samenwerking met de Centrale Pinkster Bijbelschool.

Iedere maandagavond en een keer per maand op za­terdag, wordt les gegeven door o.a. de broeders K. Goedhart, N. Goverts, J. Mulder en H. Bosch. Voor een folder met meer bij­zonderheden en voor verdere inlichtingen kunt u con­tact opnemen met br. H. Bosch, of met de coördinator br. H. Vos.

Genezing van de inwendige mens

Over dit belangrijke onder­werp spreekt mevr. C. L. Beerman-de Roos uit Garderen in het gebouw “Sion” te Meppel, op zaterdag 2 september.

Speciaal voor voorgangers, oudsten en andere geeste­lijke werkers. Inl. br. H. Bosch.

Br. Van Petegem naar Amsterdam

Eén van de bekendste voor­gangers uit de Pinksterbe­weging, br. J. W. van Petegem Gzn. te Zwaagwesteinde, gaat over enkele maanden naar Amsterdam, waar br. Van Petegem voorganger wordt van de Pinksterge­meente Zuidwijk.

Br. Van Petegem is vanaf het ontstaan van de Filadelfiagemeente te Zwaagwesteinde voorganger van deze gemeente geweest. De gemeente is in de loop der jaren uitgegroeid tot één van de grootste pinkster­gemeenten uit het noorden van het land en heeft vele takken van arbeid, (o.a. tentcampagnes), ook in de wijde omgeving van Zwaag­westeinde. Reeds eerder schonken wij in ons blad uitvoerig aandacht aan het twintigjarig bestaan van deze gemeente en het tent- evangelisatiewerk.

De Pinkstergemeente Zuid­wijk, waarvan br. Petegem voorganger wordt, is één van de bekendste pinkster­gemeenten van de hoofdstad. De gemeente, die bijna twee jaar geen vaste voorganger meer had, heeft een eigen kapel aan de Stadionweg.

 

Twintig jaar na Osborn door Gert Jan Doornink

Bij het verschijnen van dit nummer van “Levend Geloof” is het precies twintig jaar geleden dat br. Osborn in Den Haag en Groningen zijn grote campagnes hield, waarbij het thema “Je­zus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in alle eeuwigheid”(Heb. 13:08) centraal stond.

De campagnes werden een soort geestelijke re­volutie voor Nederland. Nog nooit in de ge­schiedenis waren zoveel mensen bijeengeweest op een evangelisatiesamenkomst en dan nog wel in de openlucht. Sommige avonden werd het aan­tal mensen op het Malieveld geschat op 100.000! Ook na 1958 is er nooit een samenkomst meer geweest in Nederland met een dergelijk groot aantal mensen.

Ook de nawerking was onvoorstelbaar! Er ont­stond een “pinksteropwekking”, waardoor vooral in de jaren 1959 en 1960 velen tot geloof in Jezus Christus kwamen. Zeer velen ontdekten de volle waarheid van Gods Woord. Predikanten en voorgangers van de kerken waren genoodzaakt zich te heroriënteren op de Bijbel. Helaas bleven velen van hen vasthouden aan eigen the­ologische inzichten, zonder het alleen met Gods Woord en Geest te durven wagen. Een gevolg was dat vele kinderen Gods buiten de kerken terechtkwamen, vooral toen zij de weg van gehoorzaamheid ook verder gingen bewande­len, beginnende met de doop door onderdompe­ling. Vele pinkster-, volle evangelie- en vrije groepen ontstonden. Een ontwikkeling die doorgaat tot op de dag van vandaag.

Niet iedereen, die in 1958 of later tot in­zicht van de volle waarheid kwam, is volhar­dend verder getrokken. Helaas zijn velen te­ruggevallen. De prijs voor het volgen van Je­zus was voor hen te hoog. Gelukkig zijn er ook velen die wel verder gaan met de Heer. Zij gaan de weg van geloof en het beeld van Jezus wordt in hen meer en meer zichtbaar, omdat ze de geestelijke weg bewandelen.

“Levend Geloof” mag hieraan, door Gods genade, ook meewerken. Begonnen in 1961, dragen wij de volle boodschap in al zijn facetten uit. Het eenvoudige, maar oorspronkelijke en enig echte evangelie, wat Osborn bracht, wat Jezus en de apostelen verkondigden, en wat ook vandaag ve­len, in gehoorzaamheid aan de grote opdracht van Jezus Christus, uitdragen.

Het is ongetwijfeld leiding van de Heer ge­weest, dat we juist één dezer dagen een ont­moeting hadden met br. H. J. Zweers, destijds penningmeester van het Osborn-comité, en dus zeer nauw met de organisaties van de campagnes betrokken. Br. Zweers is reeds 85 jaar, maar nog zeer vitaal. Hij schreef na de Osborncampagne verschillende boeken, o.a. “Osborn en de Bijbel”. Uit ons gesprek bleek al spoedig dat wij “één in de Geest” waren. We zijn erg blij dat we in één van onze volgende nummers een artikel van zijn hand kunnen publiceren, zodat ook onze lezers en lezeressen kennis kunnen maken met de diepe geestelijke inzich­ten die de Heer aan br. Zweers schonk.

 

Bruiloftsgasten door Jan W. Companjen

 

“En op de derde dag was er een bruiloft te Kana in Galiléa en de moeder van Jezus was daar; en ook Je­zus en Zijn discipelen wa­ren ter bruiloft genodigd. En toen er gebrek aan wijn kwam, zeide de moeder van Jezus tot Hem: Zij hebben geen wijn. En Jezus zeide tot haar: Vrouw, wat heb Ik met u van node? Mijn ure is nog niet gekomen. Zijn moe­der zeide tot hen, die bedienden: Wat Hij u ook zegt, doet dat!” (Joh. 02:01-05).

In de bruiloftszaal

Zoals beloofd gaan wij sa­men feestvieren. De dag des Heren is daar en, als het goed is, bevinden alle le­zers en lezeressen van “Le­vend Geloof” zich met onze Heer en Heiland in de bruiloftszaal. Het is nu, heden ten dage, nog net als toen. De moeder van Jezus was daar, zij is het type van de gemeente, de dege­lijke huisvrouw, die weet dat de wijn op is. Zij is het, die een mannelijk we­zen zal baren, de zonen Gods die gaan doen wat Hij zegt.

Nu zullen wij het zeker wel met elkaar eens zijn dat al jarenlang de wijn, het fon­kelende Geestelijke leven, schaars is geworden. Het­geen gebeurde bij de brui­loft in Kana is een heenwijzing naar het laatste gemeentetijdperk.

Een bruiloft in Israël duurde altijd zeven dagen en op de vijfde en zesde dag heeft men zeker al ge­roepen: De wijn raakt op, de wijn raakt op. Toch antwoordde Hij – min of meer bits naar ons gevoel -:”Wat heb ik met jullie te ma­ken? Mijn ure is nog niet gekomen”.

Zijn tijd is de laatste dag, de zevende dag, de Dag des Heren. Die grote feest­dag is nu aanstaande en Hij gaat Zijn heerlijkheid in de Zijnen openbaren.

Dit begin van Zijn tekenen deed Hij in intieme kring.

Er waren om zo te zeggen geen vreemden bij. Ook nu zal dat zo zijn. Zij die daarbij zijn, zullen mensen zijn, die doen wat Hij zegt. Zij zijn bekeerd van dode werken, dat wil zeggen van formalistisch dood werk en van overleveringen die de Gemeente van Christus zover heeft gebracht dat de dood in de pot zit.

Maar er is ook nu weer een overblijfsel waar Hij mee verder gaat. Dat overblijf­sel, die bruiloftsgasten, zullen opnieuw een keerpunt in de wereldgeschiedenis brengen.

Deze omkeer is alleen moge­lijk door te komen tot een volkomen volwaardig Geeste­lijk leven, waarin Hij het te zeggen heeft. Wie is uw man? wie inspireert u? Wie bevrucht uw geest, uw wezen? Is dat Jezus? Of zijn dat allerlei góden en stemmen die om u heen zijn.

Daders van het woord

De bruiloft in Kana is een samenzijn van daders van het Woord. Jezus zegt in Matteüs 12: “Al wie doet de wil Mijns Vaders die in de hemelen is, is Mijn broeder, Mijn zuster en Mijn moeder”.

Deze mensen zijn bijeen en ze voelen wat er gaat ge­beuren. Vanuit de gemeente klinkt de stem: Doet wat Hij u zegt!

De boodschappers die zicht hebben op deze geweldige eindtijd brengen een steeds duidelijker boodschap van herstel. Luister naar die boodschap en luister naar elkaar, als Christenen die door één Geest tot één Li­chaam gedoopt zijn. Dan zullen wij volwassenen in het geloof worden.

De tijd van leunen op een ander is voorbij, wij die­nen op te wassen naar een taak die de Heer ons per­soonlijk geeft. Zalig zijn de voeten van hen die zo’n boodschap brengen. Dat is leven, dat is Goddelijk le­ven, waarin de mens werke­lijk tot zijn bestemming komt.

Een nieuw tijdperk

Nu zijn wij dan ook gena­derd tot de grote dag van het feest. En dan gaat het gebeuren, zoals Jezus zegt. Dat is natuurlijk anders dan wij verwacht hadden. Wij zouden in zo’n geval, als alle wijnzakken leeg zijn, zeggen: Vul die zak­ken, vul die oude en die nieuwe zakken, allemaal vol met water.

Veel mensen denken nog zo. Zij menen dat alle oude kerksystemen (dat zijn oude zakken), volgegoten zullen worden met bruisende eind- tijdwijn. Maar ook nieuwere systemen hebben die zelfde gedachte. Zij zijn de nieu­we zakken, waarvan ze menen dat die wel de eindtijdwijn verdragen kan.

De tijd dat de gemeente in vormen zat opgesloten gaat voorbij. Er komt een nieuw tijdperk met een geheel open gemeentevorm, waarin de leidende broeders elkaar zullen dienen. Het dienen zit niet alleen in de in­terne gemeentevorm, maar ook en nog veel meer in het grote verband.

De zes reinigingsvaten, die hadden gediend tot reini­ging van de geroepenen tot het feest, werden het mid­del dat Jezus daarvoor ver­koos. Men zal vreemd opge­keken hebben. Daar stonden die vaten, min of meer ge­vuld met water dat niet schoon meer was. Het waren reinigingsvaten en zij had­den een doel, namelijk de mens reinigen, en nu zei Jezus: Vult die vaten tot aan de rand. En zij deden het.

De rest van de geschiedenis kent u allen. De gehele in­houd van de vaten, (waarom 6 stuks?), was een grote hoeveelheid bruisende, heerlijke wijn geworden. Het beste was tot het laat­ste bewaard.

Leven en overvloed

Hier zien wij nogmaals een geweldig beeld van het grootste laatste pinkstergebeuren. De vaten zaten vol met levend water en een ieder die dorst had kon drinken.

Dat grote feestgebeuren voert ons op naar het Loofhuttenfeest, waarin de Heerlijkheid Gods ten volle openbaar wordt.

Geliefden, ga er op in en ga openstaan voor datgene wat de Heer u te zeggen heeft. Vooral jongeren zul­len hierin een geweldige toekomst tegemoet gaan. Ga op zoek naar predikers die opbouwen naar dit doel, predikers en voorgangers, profeten en herders, die samen als bedienden op het feest luisteren naar de stem van de Meester. Zij (de voorgangers) gaan het gemakkelijk krijgen. Ze hoeven niet meer te zeulen met oude of nieuwe zakken, waarvan de inhoud in wer­king komt als de zak ge­hanteerd wordt. Neen, men zal open vaten hebben, tot aan de rand gevuld, waaruit men zo maar scheppen kan. Dat is Leven en Overvloed.

Let er eens op hoe in uw gemeente of samenkomst de persoonlijke verantwoorde­lijkheid tot zijn recht kan komen. Dit is namelijk één van de eerste en grootste pijlers, waarop wij tot geestelijke volwassenheid kunnen komen. Het schuilen achter familie of gemeente is voorbij. Het groepsden­ken ea -leven, staat een persoonlijk Geestelijk le­ven, waarin Christus ons persoonlijk een weg en plaats kan wijzen, in de weg. Dat gebonden leven, waarin de verbondsgedachte ook een zeer grote rol heeft gespeeld, heeft ons in Babel gebracht.

Maakt recht de weg des Heren!

Babel ligt in dezelfde landstreek als waaruit Abraham, de vader der gelo­vigen, geroepen werd. Hij moest ook uittrekken uit zijn maagschap en al zijn bindingen.

Alleen zij keren terug naar Jeruzalem, de stad Gods, die zich niet laten binden, maar gaan opstaan en terug keren naar de vader. Denk ook eens aan de geschiedenis van de verloren zoon die terugkeerde van de zwijnen­stal naar de dis van de vader.

Kortom, de boodschap die klinkt uit de mond van de vriend van de bruidegom: “Maakt recht de weg des He­ren”, zal het bindmiddel van de eindgemeente zijn. Hij, Jezus, heeft ons de wil Gods doen kennen en het betaamt ons alle gerech­tigheid te vervullen.

Zoals Jezus opstond op de grote dag van het feest, zo zullen ook de zonen Gods opstaan en het werk van sa­tan vernietigen. Als eers­telingen zal Christus gestalte in hun krijgen. Zij zullen gaan zoals Hij ging.

Strijdende tegen de over­heden en machten in de he­melse gewesten, totdat zij alle machten onder zijn voeten hebben gelegd.

Kom tot vernieuwing en de Geest van Christus zal ook vaardig over u worden en u zult met Hem meer dan o­verwinnaar zijn.

De bruiloft te Kana staat model voor het begin van het optreden en tot vol­heid komen van de Zonen Gods. Zij gaan handelen en wandelen vanuit een geo­pende hemel, van waaruit zij als persoonlijk gezon­denen zullen uittrekken om Zijn Woord te volvoeren.

Jezus nodigt ook u tot dit feest. Zijn tijd is aan­staande. Wij zullen op die weg met Hem meer dan overwinnaars zijn. Amen.

 

 

Tweeërlei’ zaak Psalm 23 door Judith

Wie kent niet die prachtige Psalm waarin David uitju­belt dat hij niets te vrezen heeft omdat hij een Her­der heeft die hem leidt?

Ja, juist in “dat donkere dal” door ’s Heren “stok en staf”.

Ach, hoe geweldig dat mooie lied in oprechtheid te zingen en te beamen zolang het licht is op het pad en geen oneffenheid ons deert.

Maar dan, als de duisternis invalt en we zelf niets zien als we op de tast verder moeten en de obstakels groter worden en zich als het ware ophopen. Dan ligt  de zaak anders: je geloof wordt op een praktische wijze getoetst. Natuurlijk heb je een geloof maar het maakt wel verschil uit op welke trede van de geloofsladder” je je bevindt.

Toch ziet Jezus elk geloof aan! Hij heeft beloofd “het kleine en het zwakke” (de lammeren) te schragen en te dragen. Welk een liefde en mededogen.

Er is echter een keerzijde aan de medaille: Als de Heer ons wil helpen, is er van onze kant zóveel geloof en vertrouwen in Hem dat we waarlijk -uit heel kunnen stellen dat we Hem blindelings durven waar Hij ook heenleidt?

Alles moet van twee kanten komen.

 

Jes. 40:11 (gedicht) door Judith Jakobs

(…en in Zijn arm de lammeren vergaderen”).

Als God de Heer mijn herder is,

Dan hoef ik niets te vrezen;

Hij zal juist in het holst’ der nacht,

Het meest nabij mij wezen.

 

Als God de Heer mijn herder is,

Zal Hij het schaap geleiden;

Zijn stok en staf voeren mijn ziel,

Gewis aan groene weiden.

 

Als God de Heer mijn herder is,

Zal Hij “het zwakke” schragen;

Hij zal de lamm’ren aan Zijn hart,

En in Zijn armen dragen.

 

Als God de Heer mijn herder is,

Welk kwaad kan mij dan deren?!

Tenzij er iets aan mijn geloof –

In Christus zou mankeren.

 

Wat Jezus voor u wil doen nr. 184

Eeuwig leven

Een van de grootste zekerheden van het christelijk geloof is de zekerheid van het eeuwige leven. Geen enkele Godsdienst kan aanbieden wat het Christendom wel kan­ ten leven waaraan nooit meer een einde komt, een leven dat altijd voortduurt: “het eeuwige leven”.

God Zelf, de Schepper van hemel en aarde, is de Oor­sprong en Bron van alle leven. Hij is de levende God. Niemand kan daarom dit leven teniet doen, ook de duivel niet. Toen satan met zijn vernietigende werk in deze wereld kwam wat resulteerde in de dood, gaf God Zelf het Antwoord, door het zenden van Zijn Zoon, Jezus Christus. Jezus overwon satan aan het kruis van Golgotha. Hij triomfeerde over de dood en maakte het mogelijk dat ieder, die in Hem gelooft, ook triomfator is over de dood. Weliswaar zegt Gods Woord dat “het de mensen beschikt is eenmaal te sterven”(Heb. 09:27) maar dit sterven, deze dood, brengt geen werkelijke scheiding, (alleen een verandering), teweeg tussen de ware gelovige en de levende God in wie hij gelooft.

Lees 1 Korinthe 15 er maar op na.

Maar bent u reeds een ware gelovige? Gelooft u in de overwinning. van Jezus Christus over de dood? Gelooft dat u eeuwig leven ontvangt, zodra u Jezus aanvaardt als uw Verlosser en Vernieuwer?

Joh. 03:36 zegt het zeer duidelijk: Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven; doch wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem . De voorwaarde is dus: geloof! Dan ont­vangen we niet later, maar hebben we reeds nu de ze­kerheid van het eeuwige leven’.

Wat een genade! Wat een aanbod.’ Wat een blijdschap, ze­kerheid en rijkdom zult ook u ervaren, als u gelooft in Jezus Christus en zo het eeuwige leven ontvangt!

 

1978.06 nr. 183

Levend Geloof 1978. 06 nr. 183

Persoonlijk geloof door Gert Jan Doornink

Paulus zegt in Gal. 02:20: “Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, dat is niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overge­geven”. Paulus zegt dus: ik leef door het geloof in de Zoon van God.

In dit artikel willen wij de nadruk leggen op dat woordje ’ik’. Geloof is namelijk ten allen tijde persoonlijk. Wij kunnen ons nooit beroe­pen op het geloof van een ander. (Een ander kan ons wel helpen in het geloofsleven. De Bijbel zegt zelfs dat de sterke, de zwakke in het geloof moet ondersteunen).

Toen wij van een zondaar een kind van God wer­den, konden wij niet zeggen: Omdat die en die gelooft, daarom geloof ik ook. Neen, we moesten zelf de beslissing nemen. Corrie ten Boom zei het destijds reeds: God heeft alleen kin­deren, geen kleinkinderen. . . .

Ook voor het dagelijks leven van geloof dat wij als kinderen Gods moeten openbaren geldt dat het gaat om persoonlijk geloof. Wij zijn vaak meer bezig met het geloof van een ander dan van onszelf. En dan nog ’t liefst in negatieve vorm. Wat zien wij veel ongeloof bij de ander, maar hoe is met het ons eigen geloofs­leven gesteld? Paulus zegt in 2 Kor. 13:05: “Stelt uzelf op de proef, of gij wel in het geloof zijt, onderzoekt uzelf. Of zijt gij niet zo zeker van uzelf, dat Jezus Christus in u is? Want anders zijt gij verwerpelijk”.

Waarop richten wij ons geloof?

Als wij spreken over de negatieve dingen of het ongeloof van de ander, richten wij in fei­te ons geloof op het ongeloof van de ander. Gevolg is dat we ons eigen geloofsleven onder­mijnen, we zaaien twijfel in ons hart, en we ontvangen niet wat we hadden willen ontvangen. “In het geloof zijn”, “door het geloof leven”, betekent dus persoonlijk geloof openbaren. Het met Hem durven wagen. Wie op Hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen.

Dus niet zien op het ongeloof van de ander. Wel wordt ons geloof opgebouwd en versterkt als wij letten op het geloof van de ander. Lees de ge­schiedenissen van mannen en vrouwen die door het geloof hebben geleefd. Lees over de geloofshelden in het oude en nieuwe testament. Dat kan ons geloof stimuleren en bevorderen. Maar, we kunnen ons niet beroepen op hun ge­loof. We zullen zelf moeten geloven! En wees er van verzekerd dat, als we de geloofsweg bewan­delen, de Heer een welbehagen in ons heeft! (Heb. 11:06).

God zoekt vandaag mannen en vrouwen, jongens en meisjes, die door het geloof willen leven. Zij proclameren daarmee in een wereld van onge­loof, dat zij hun vertrouwen gesteld hebben in de levende God! Zij kennen geen vrees en hun leven wordt niet beheerst door zorg, nederlaag en depressies. Zij zijn de ware getuigen van Jezus Christus!

Gods gezag.  Jes. 30:15 door Judith

Het zand der zee is niet te tellen, evenmin de haren van ons hoofd. De vergelijking die de Heer treft aan­gaande de “haren die geteld zijn” doet ons stil worden van verbazing. Wie kan en vermag zoiets?’.

De Here gebruikte wel vaker voorbeelden teneinde Zijn macht en majesteit in een – voor ons beperkte verstand – begrijpelijke vorm te gieten.

In de stilte, die rondom Christus’ woorden ontstaat, wordt de aandacht gevestigd op de Persoon die deze uit­spraak doet. Als het goed is moet het hart vervuld ra­ken van ontzag ten aanzien van Gods gezag

Gezag is een middel in Gods hand om ons van iets te doordringen. In dit geval van Zijn almacht en opperste majesteit.

God regeert en heeft alle dingen in Zijn hand; daar komt niemand verder aan te pas. Hij vergist zich niet; fouten zijn uitgesloten.

Dan mag er ook vertrouwen zijn in Zijn beleid; daar heeft Hij dan recht op, nietwaar?

Wie vertrouwt, voelt zich sterk. Die groeit in het ge­loof; die leert overlaten. Wie overlaat (overdraagt) is de last kwijt.

En dat is nu precies de bedoeling!

 

Er zal geen haar … Matt. 10:30 gedicht door Judith

Er zal geen haar, geen enkel haar,

Geschonden worden van uw hoofd;

Dat heeft ons Jezus, keer op keer

Aan ieder kind van Hem beloofd

 

Hij, die dezelfde is en blijft

Weet ook wie aan Hem toebehoort;

Nog eerder valt de hemel neer,

Dan dat God breekt Zijn heilig Woord.

 

Hij kent Zijn eigendommen en

Bewaart ze als een kostbaar pand;

Hij stelt hen veilig en behoedt

Dat iemand rukt ze uit Zijn hand

 

Er zal geen haar, geen enkel haar,

Worden gekrenkt zonder Gods wil

Wie daarop het vertrouwen stelt,

Kan in Hem blijven rusten… stil

 

Gods Geest bewerkt nieuw leven door Jan W. Companjen

“Want ons heeft God het ge­openbaard door de Geest.

Want de Geest doorzoekt al­le dingen, zelfs de diepten Gods”(1 Kor. 02:10).

Visie op de toekomst

Alle feesten hebben wij reeds weer enige tijd ach­ter ons liggen. Ik mag wel aannemen dat de lezers van “Levend Geloof” ook deze feesten zelf innerlijk be­leefd hebben of er zich naar uitstrekken. Dit toch is de bedoeling van alles. God zond Zijn Woord tot ge­nezing en herstel, tot bevrijding en verlossing. Je­zus, Gods Zoon, als vlees­geworden Woord, volbracht alles voor u en mij.

Indien u dan ook niet tot de zekerheid des geloofs kunt komen is het niet daarin gelegen dat Jezus niet voor u geleden en op­gestaan is. Maar dat u Zijn offer, niet kunt of wilt aanvaarden, omdat u daarin geblokkeerd bent.

Het is de duivel, die zeer velen van de volheid des geloofs afhoudt, omdat streek- en leugengeesten heb in de ban houden. Men zingt wel bijvoorbeeld: “Maar ’t vrome volk, in U verheugd, zal huppelen van zielenvreugd”, maar men be­leeft het niet. Dezulken zullen zich moeten laten verlossen, want dit is niet naar Gods wil. Hij wil dat wij allen in de zekerheid zijn en dat wij Hem daar­voor grootmaken en danken.

Dan gaan wij juichen en ju­belen vanuit het hart en langs die weg van lofprij­zing en dank, zal Hij ons Zijn weg doen zien.

Dan zullen wij gaan ver­staan wat ons tekstwoord zegt. Dan krijgen wij visie voor de toekomst. Dan zul­len wij de weg Gods geopen­baard krijgen.

Het is toch wel een gewel­dig iets om te zien hoe ons denken de laatste jaren is hervormd. Wij hebben zicht gekregen op de geweldige dingen die ons leven kunnen rijk maken tot lof en eer van de Naam van Jezus.

Honderden jaren hebben wij in gevangenschap geleefd. Geestelijk zaten wij in Ba- bel. Maar – halleluja – de voorhoeden van het volk Gods zijn uitgetrokken en het hemelse Jeruzalem bin­nengegaan. Dat is de stad God, waarin wij nu reeds mogen wonen. Wij zijn gena­derd tot de stad van de le­vende God en tot tiendui­zenden engelen, en tot een feestelijke en plechtige vergadering van eerstgebo­renen, die ingeschreven zijn in de hemelen, enz. (Zie Heb. 12:22vv).

Nieuwe serie artikelen

Ik wil zo graag aan een nieuwe serie artikelen be­ginnen, het brandt in mij om het u te vertellen, maar er is een groot gevaar aan verbonden, namelijk dat u mij verkeerd gaat verstaan. Ik zou u dan ook willen vragen: Onderzoek eens de artikelen die komen gaan en bewaar het in uw hart, op­dat, als het gaat geschie­den, u daarop aansluiting kunt vinden.

Men zal namelijk de indruk kunnen krijgen dat ik tegen gemeentevorming ben. Niets is minder waar. Ik ben er namelijk ten volle van over­tuigd dat door middel van de gemeente – het lichaam van Christus – de eindoverwin­ning bereikt zal worden. Ik geloof ook dat gezamenlijke opbouw ons naar de volwas­senheid zal voeren. Dat wij door het functioneren van de Geestelijke gaven zullen gaan opwassen tot alle vol­heid Gods. Ik geloof daar met hart en ziel in, omdat wij elkaar nodig hebben, zo­als wij de voet, de hand en de mond, enz. nodig hebben om te kunnen functioneren.

Gods Geest werkt onder ons op een machtige wijze. Hij heeft haast, want Zijn tijd is daar en Hij wil ons toe­rusten. Apostelen, profeten, herders en leraars zijn no­dig om tot deze toerusting te komen. Ze zijn zelfs on­misbaar en indien wij dit afwijzen vervallen wij weer tot het kerkelijk niveau van voorganger, oudsten en le­ken. Een puur natuurlijke zaak, zoals wij die ook in het normale gemeentelijke leven kennen als burgemees­ter , wethouders, gemeente­raadsleden en overige ge­meenteleden.

Dit heeft toch niets te ma­ken met het Koninkrijk Gods, waar geen aanzien des persoons is en wij allen gees­telijken behoren te zijn. Er bestaan daar geen leken maar allen zijn wij Zijn Lichaam en behoren wij Hem toe. Hij die het Hoofd is en als zo­danig alles regeert. Ons Pinksteren is ons heden ten dage gegeven om tot een God­delijk doel te komen, name­lijk een persoonlijk geeste­lijk leven, als levend gemaakte stenen, tot opbouw van Zijn Huis.

Een nieuw tijdperk

Wij zullen ons moeten gaan openstellen voor datgene wat de Heer ons hierin te leren heeft. Wij zijn al in veel dingen hervormd in ons den­ken. Veel heilige huisjes zijn al omver gegaan, maar het grootste huis, waarin de “gelovige” mens zich veilig gewaand heeft, moet nog vallen. Wij zijn gebor­gen in Hem en nergens an­ders in. Het traditionele tijdperk, waarin de mens zich een leider zocht, die voor hem uittrok of voor hem uittrekt, is voorbij.

Dit tijdperk begon bij het joodse volk ten tijde van Samuël, toen de Israëlieten voor het eerst een koning begeerden. Men moet die ge­schiedenis er eens op na­slaan. 1 Sam. 08:07 zegt daar­over bijvoorbeeld: “Toen zij zeiden: Geef ons een koning om ons te richten, mishaagde dat aan Samuël, en hij bad tot de Here. De Here nu zei tot Samuël: Luister naar het volk, in alles wat zij tot u zeggen, want niet u hebben zij ver­worpen, dat Ik geen koning over hen zou zijn”.

Daarna volgt er een hele opsomming wat het tot ge­volg zal hebben, als zij voor zo’n koning zullen kiezen. Het is de moeite waard om dat eens door te lezen.

Tot op de dag van vandaag is dat er ingebakken geble­ven. Maar Gods Woord zegt: “Hij zal zelf uw Leidsman wezen en leren hoe u wande­len moet”. Gods Geest is ons gegeven, opdat wij al­len in het licht zouden zijn. De tijd is daar dat het net wordt uitgeworpen over de andere zijde van het schip. Geheel tegen de traditie in.

Het gemeenteleven zal een volkomen nieuwe periode in— gaan en de vernieuwing die dat brengt zal alle overle­veringen doen verdwijnen, ook het probleem Israël zal daarin ten onder gaan. Het zal namelijk een grote scheiding worden tussen de Gemeente, als het Lichaam van Christus en alles wat door traditie aan elkaar verbonden is. Aan de ene kant één lichaam dat door de Geest van Chris­tus tot één lichaam is ge­doopt. En aan de andere kant een lichaam dat door aller­lei banden, die niet uit God zijn, bij elkaar gehou­den wordt. Het wordt name­lijk wit-zwart, licht of donker. Men behoort Hem, Je­zus, toe of niet. Men heeft Hem aangenomen of niet. Men behoort op grond daarvan Hem toe of niet.

Een machtige tijd

De komende tijd zal een machtige tijd zijn, waarin wij zullen samenkomen als gelovigen met één grote zelfde visie die de wereld overwinnen zal. Het zal mondige christenen opleveren, die als zonen Gods zullen gaan functioneren.

De tijd is aanstaande en het zal mede tot gevolg hebben dat wij profeten en leraars zullen aanvaarden als gaven van Gods troon, omdat wij samen met alle heiligen moe­ten en zullen gaan opwassen tot alle volheid Gods.

Het negatief staan ten op­zichte van een medebroeder omdat er hier of daar (nog) wat aan mankeert, zal voor­bij zijn, omdat men het po­sitieve gaat zien. Men zal het goede en blijde gaan ontdekken, omdat het om veel grotere dingen gaat.

Het Koninkrijk Gods waarin gerechtigheid woont is ko­mende. Wij leven in een tijd waarin wij daaraan mogen meewerken. Hij, onze Heer en Leidsman, zal ons alles ge­ven wat wij daarvoor nodig hebben, door middel van de Heilige Geest, die ons op machtige wijze de toekomst zal openbaren.

Jezus leeft, is meer dan een leus of kreet. Het is de werkelijkheid van ons ge­loof. Hij zal als Hoofd Zijn Lichaam leiden naar het doel waartoe God de we­reld geschapen heeft.

Wij weten het toch? Wij we­ten toch wat het doel van de schepping is? Wij willen dit artikel nog éénmaal af­sluiten met een samenvat­ting van dat doel. Maar daarna slaan wij in volgen­de artikelen de hand aan de ploeg en gaan stap voor stap verder op de weg zoals de Heer die u en mij zal openbaren. Bouwt u ook mee aan die Geestelijke Tempel?

Gods doel met de schepping

God sprak: “Laat ons mensen maken, gelijk Wij. En Hij deed dit. En de mens had omgang met God in de stilte van de avond. En God zag dat het alles goed was, ja zeer goed”.

God is Geest en Hij wilde niet alleen zijn, Hij zocht zich een woning. De zonde­val bracht een vertraging, maar Gods plan stond en staat vast. Hij zal het doel met Zijn schepping be­reiken. Hij staat daar zelf borg voor en Hij heeft daarvoor de mens uitverko­ren. Daarom is de mens meer dan een engel, dat zijn dienende geesten voor de mens die tot goddelijke be­stemming gekomen zijn.

In het oude testament zien wij de schaduw komen van hetgeen komen zal. Men bouwde Hem een tempel, als zijnde Zijn Woning, maar het was een beeld van het­geen komen zou.

God had de mens geschapen als Zijn woning, als Zijn lichaam, als Zijn uitvoeringsorgaan. Adam had die roeping, maar hij koos voor het natuurlijke leven, waarin hij zelf zijn weg zocht, kennende goed en kwaad.

Toch is het plan van God niet veranderd. Hij heeft de mens verkoren om geestelijk te worden, dat wil zeggen een bovennatuurlijk leven te hebben.

In dit licht is Gods Woord te verstaan en is het een zeer duidelijke zaak dat Jezus Christus als eerste mens tot dit nieuwe leven doordrong. Hij is de Eerstgeboren van een nieuw ge­slacht, een nieuwe Adam waarin God kon verder gaan met Zijn grote plan. Dat plan dat er vanaf het begin was. Daarom kon Jezus als vleesgeworden Woord ook zeggen dat Hij er vanaf het begin was.

Het geweldige is dat ook wij, die in Hem geloven, dat nieuwe Rijk Gods binnen gaan. “Ik ben de Deur”, zei Jezus. God heeft de mens nimmer afgeschreven. Hij komt tot Zijn doel en dat doel is dat wij Geestelijke mensen worden, waarmee Hij kan wandelen en waarin Hij zich kan openbaren.

Dat openbaren zal plaats­vinden want zij (de mensen) zullen het zien op die dag als Hij zich verheerlijkt in Zijn heiligen, om met verbazing aanschouwd te worden in allen die tot ge­loof gekomen zijn. Dit zal plaats vinden als bekroning van al Zijn scheppingswerk. De mens zal zich tot dat doel ontplooien en alle minderwaardigheden overwin­nen.

Kom, sta op en kom tot de volle waarheid dat Hij ons roept tot Zijn gelijkvormig­heid. Hij zal het doen tot verheerlijking van God, de Vader van alle dingen, die zag en uitriep dat Zijn ge­hele schepping goed was.

In ons volgende artikel gaan wij feestvieren. Samen gaan wij dan naar de bruiloft te Kana.

 

Bede voor de P. E. K. Gen. 06:14 (gedicht door Judith

“Daar komen de Pinkster-gelovigen aan!”

Die zijde-aan-zijde willen gaan staan;

Ze komen, verenigd in Gods heil’ge naam,

In de Houtrust(se) Hallen deez’ zomer tezaam.

 

Ze noemen hun massabijeenkomst: de PEK,

Dit bleek – achteraf – beslist niet zo gek,

Want Noach – u vindt het in Genesis 6 –

Gebruikte dit smeersel. Voor ons toch een les.

 

Met pek worden gaten en scheuren gedicht,

Kunnen er wond’ren en teek ‘nen verricht;

Op “windkracht” en “stroming” wat minder gelet. . .

De vraag is: hoe worden er zielen gered?!

 

Laat ons dan komen en knielen tezaam,

Opdat in die éne, onmisbare naam

De stem van Gods Geest in het hart wordt verstaan:

Nog velen de “ark des behouds” binnen gaan.

 

Levend Geloof journaal nr. 183 door Gert Jan Doornink

Twintig jaar tent-evangelisatie

Zwaagwesteinde – Herdacht in het najaar de Filadelfiagemeente te Zwaagwesteinde (voorganger br. J. W. van Petegem) haar twintigjarig be­staan, dit jaar is het te­vens voor het twintigste zomerseizoen dat deze ge­meente tentevangelisatie- werk doet.

In de loop der jaren zijn vele tientallen dorpen, vooral in N. O. Friesland, met dit tentevangelisatie- werk bereikt. Vele duizen­den werden bereikt met de boodschap van het volle heil in Jezus Christus en honderden ontvingen, ver­nieuwing, bevrijding en ge­nezing.

Br. Van Petegem, die al die jaren de stuwende kracht achter dit werk is, schrijft in het contactblad van de Filadelfiagemeente te Zwaagwesteinde over dit “jubileum” o. a.: “Wij mogen wel dankbaar zijn, dat de Heer onze ge­meente zo lang reeds roept tot deze opdracht. Het is niet een aardig idee van ons, om de zomertijd actief door te brengen I Hetgeen de Heer sprak: “Gaat neen in de gehele wereld. . . “, dat is het wat ons drijft.

Je kunt op de methoden heel wat studeren. Hoe het moet is altijd al een actuele vraag geweest! Maar over de opdracht van Jezus: “het evangelie uitdragen”, valt niet te discussiëren. Dat moet eenvoudig.

Hoe het moet, is zo ver­schillend te beoordelen en er zijn zo geweldig veel wegen. Altijd is het echter: Gaat heen! Nooit kan een thuisblijvers-christendom voldoen aan de opdracht!

De Tentevangelisatie blijkt ons te zijn opgedragen. De dorpen kunnen er op een in­dringende wijze mee worden bereikt. De tent is een ge­tuigend object! Altijd was er ook blijvende zegen voor iemand! Nooit is het tever­geefs geweest! Veel strijd vanuit de duisternis is ons niet vreemd! Hoe meer de satan tegenwerkte, des te meer heeft de Heer kracht verleend!

Dit jaar beleven wij het twintigste tentseizoen!

Wat een genade van de Heer! Wat een liefde! Het gaat om de wereldmens! De ongelovige! De verlorene! Denk er goed om, dat een ongelovige een verloren mens is! Hem wacht een oordeel! En wij mogen goed nieuws brengen! Het nieuws van eeuwig behoud, dat nu reeds begint”.

Commentaar

Wie enigszins op de hoogte is van het ve­le werk dat er vast zit aan het organiseren van tent- campagnes, kan niet anders dan grote bewondering heb­ben voor de volharding en liefde die, iedere zomer weer, broeders en zusters van de Filadelfiagemeente te Zwaagwesteinde, onder leiding van br. Van Petegem, opbrengen, om deze cam­pagnes te organiseren.

De tent is dit jaar geheel vernieuwd, wat f 5000,- kosten met zich meebracht, maar men heeft het er graag voor over. Want steeds weer blijkt dat deze campagnes. , direct zowel als indirect, grote zegen verspreiden. Ook voor de medewerkende broeders en zusters is het een stimulans om actief be­zig te zijn in dienst van de Meester.

Nieuws in het kort

Groeiende belangstelling voor de Bijbel

In de gehele wereld bestaat momenteel een groeiende be­langstelling voor de Bij­bel. Op de jaarvergadering van het Nederlands Bijbel Genootschap, welke op 3 ju­ni in Utrecht werd gehou­den, werd dit o. a. gesigna­leerd. In Japan is het aan­tal Bijbellezers zelfs tienmaal zo groot dan het aantal christenen. In In­dia, het op één na grootste land van de wereld, met 550 miljoen inwoners en 309 ta­len, werden alleen reeds vorig jaar, 54 miljoen Bij­beluitgaven verspreid. Het Indiase Bijbelgenootschap is trouwens het grootste van de wereld. Het ver­spreidt per jaar meer dan vijfmaal zoveel Bijbeluit­gaven als alle Bijbelge­nootschappen van Europa bij elkaar.

Neon verlicht kruis op Gouwekerk

Gouda – Het hoogste punt van Gouda wordt gevormd door de meer dan 80 meter hoge toren van de Gouwekerk. Sinds enige tijd is de kerk het eigendom van de stichting “Johan Maasbach Wereldzending”. Dezer dagen wordt op de punt van de to­ren een groot neon verlicht kruis aangebracht, zodat reeds op grote afstand dit kruis als een lichtend ge­tuigenis van het christe­lijk geloof zichtbaar zal zijn. Ondertussen is de restauratie van de kerk in volle gang. Met hulp van Monumentenzorg en de gaven van vele gelovigen, hoopt men dit evangeliecentrum aan het einde van het jaar in gebruik te kunnen nemen.

Nieuw Pinksterblad

Nadat vorig jaar fusiebesprekingen tussen het “In­formatiebulletin van de Pinkstergemeenten” en het blad “Gouden Schoven” niet tot overeenstemming hebben geleid, is vorige maand het eerste nummer van een nieuw pinksterblad uitgeko­men. Onder de titel “Woord en Geest” verschijnt dit maandblad als uitgave van de uitgeverij “Gramma bv” te Rotterdam in samenwer­king met de “Broederschap van Pinkstergemeenten in Nederland en België. (De Broederschap van Pinkster­gemeenten omvat ongeveer één/derde deel van het aan­tal pinkstergelovigen in Nederland).

Het eerste nummer op A4 formaat ziet er goed ver­zorgd uit en is in kleuren gedrukt op glanzend papier. Tot de medewerkers van het blad behoren o. a. de broe­ders Van Amerom, Lentink en Frinsel. Terwijl br. J. W. Embregts (45) hoofdredac­teur is. Br. Embregts is leraar aan de Centrale Pinksterbijbelschool te Den Haag en tevens voorganger van de Pinkstergemeenten te Hoogvliet en Spijkenisse.

“Love Afrika”-congres

Het onder auspiciën van evangelist Anne van der Bijl te Malawi gehouden “Love Africa” congres, heeft dit grote werelddeel op ver­schillende wijzen in de schijnwerpers van de Ge­meente van Jezus Christus geplaatst. Het congres was een appèl om geestelijk klaar te zijn als vervol­ging komt, zoals reeds in sommige landen van Afrika het geval is. Al zijn er ook nog landen die volop openstaan voor het evange­lie en rijp zijn voor een opwekking.

Anne van der Bijl zet in zijn juist verschenen boek “Battle for Africa” uiteen hoe volgens hem de kerk in Afrika sterk kan worden. En hoe christenen over de hele wereld kunnen helpen. Jezus Christus is het enige ant­woord op de groeiende pro­blemen van christenvervol­ging en politieke onrust.

Billy Graham bouwt nieuw centrum

Op het terrein van de universiteit te Wheaton,(U. S. A. ) waar Billy Graham des­tijds afstudeerde, is be­gonnen met de bouw van een groot geestelijk centrum. Dit centrum, van ’s werelds meest bekende evangelist die binnenkort 60 jaar wordt, zal o. a. een evangelieschool, een trainings­centrum en bibliotheek omvatten.

Verantwoording

De rubriek “Levend Geloof- journaal” bevat veelzijdi­ge en positieve berichtge­ving uit de volle evange­lie en pinksterwereld. Met daarnaast berichten (soms voorzien van een redactio­neel commentaar), welke wij voor onze lezers en leze­ressen ter informatie van belang achten.

Wij passen geen discrimi­natie toe, tegenover welke persoon, groep of stroming van de pinksterbeweging ook. Maar wij plaatsen geen berichten, waarvan reeds bij voorbaat vast staat dat zij niet-bonafide zijn.

Verder behoeft plaatsing in deze rubriek niet al­tijd te betekenen dat de redactie dezelfde mening er op na houdt. De berich­ten worden door onze eigen nieuwsdienst bijeen vergaard en samengesteld en worden exclusief geplaatst in “Levend Geloof”. Over­name uit deze rubriek is daarom alleen met bronver­melding toegestaan.

Red. “Levend Ge loof”.

 

Heiligheid en Gerechtigheid door H. J. Glasbergen

Wie in God gelooft en in Zijn Zoon Jezus Christus ontvangt vergeving van zon­den en eeuwig leven. Dat is één zaak.

God vraagt echter meer. De wedergeboren mens heeft zijn leven aan Hem (terug) gegeven. Ons geloof behoort God te verheerlijken door de kracht van de Heilige Geest. Dan leven wij in ge­meenschap met Hem en in liefde met elkaar.

Gelovigen die alleen weten dat zij eeuwig leven hebben ontvangen en hun zonden vergeven zijn en niet gees­telijk verder groeien, staan open voor leringen van mensen, een ieder met zijn vi­sie en theologie.

De geestelijke Christenen echter weten dat het de Heilige Geest is, die hen tot de volle waarheid zal leiden. Deze Geest open­baart ons steeds nieuwe dingen, stilstaan kan een­voudig niet. Levend geloof is altijd in beweging, om­dat dit aan de levensrivier verbonden is. Deze rivier is ook vol genezing en bevrijding, voor de mens die God zoekt.

We kunnen niet vrijblijvend “aan geloof doen”, maar moeten een keus maken. Twee wegen gaan kan niet, twee heren dienen ook niet. Je bent zout of je bent zoute­loos.

Jezus te Nazareth

Als Jezus in Zijn oude woonplaats Nazareth komt, (Luc. 04:14) is er een roep voor Hem uitgegaan. Waar Hij kwam leerde Hij in hun synagogen en werd door allen geprezen.

Ook in Nazareth ging Hij naar de synagoge. Hij stond op om voor te lezen. Hij las de belofte van God voor door Jesaja gezegd: “Hij heeft Mij gezonden om aan armen het evangelie te bren­gen, en aan gevangenen loslating te verkondigen, aan blinden het gezicht en ver­brokenen heen te zenden in vrijheid”.

Dit was Gods welbehagen en doel met de mens, ook nu nog. Jezus sloot het boek en sprak: “Heden is dit Schriftwoord in vervulling gegaan”. En allen betuigden hun instemming met Hem en verwonderden zich over de woorden van genade die van Zijn lippen kwamen. Alles ging goed en Hij had de vol­le instemming en aandacht van allen.

Toen werd Jezus persoonlijk. Hij ging hun zelf aanspre­ken. Maar dat hadden zij niet bedoeld, het moest wel vrijblijvend zijn. Jezus zei: “Ik zeg u naar waarheid dat er veel weduwen in Isra­ël waren in de dagen van Elia. Toen er hongersnood kwam, werd Elia niet naar een weduwe van Israël gezon­den, maar naar een heidense vrouw, de weduwe in Sarepta bij Sidon. Er waren veel me­laatsen in die tijd in Isra­ël en geen van hen werd ge­nezen. Wel een heiden, Naaman, de Syriër, die naar de profeet Elisa was gestuurd”.

Toen stonden alle vrome kerkgangers op in hun Gods­huis en werden met toorn vervuld. Hun harten werden, zelfs vervuld met moordplan­nen, die zij ook ten uitvoer wilden brengen. Zo maar in enkele ogenblikken, was de zaak totaal veranderd.

Heeft u dit ook al eens mee­gemaakt, want deze dingen gebeuren ook nu nog. Dit noemt de Bijbel vrome gees­ten, mensen die komen met een schijn van vroomheid.

Kwaliteit of kwantiteit

Zo lang je mee praat met de mensen en compromissen sluit en alles bedekt, is ieder vriendelijk en gewil­lig. Maar zo niet dan wor­den zij zelfs actief onaan­genaam. Nu is het prettiger om in de voorhof te wande­len en door ieder gezien en geëerd te worden. Te zwij­gen en mensen te behagen. Maar Jezus zegt: “Wee hen die het geweten hebben”.

Als er nooit geen kritiek was op de inhoud van “Le­vend Geloof”, dan heeft dit blad geen doel en functie. Dan was ons geloof een dood geloof, waar de wereld vol van is. Geloof heeft geen kracht in zichzelf. Jezus kwam niet tot ergernis, Hij was een ergernis. Het evangelie van Jezus Christus is niet naar de mens. Hij heeft Zijn kruis midden in onze samenleving geplaatst, voor de één een steen des aanstoots, voor de ander een rots der ergernis. (1 Petr. 02:08). Dit is voor hen die het weten, maar toch ongehoorzaam blijven. En dat zijn er niet weinigen.

Maar voor de uitverkorenen is deze rots tot eeuwig heil geworden. Dit is geen hoogmoed, maar een Bijbelse waarheid. Dit is de kwaliteit, waarvan de Heilige Geest getuigt. Dat zijn de gelovigen die bidden: “Abba Vader”; (Rom. 08:01-17). Wij zijn van Christus, omdat wij onszelf hebben weggege­ven aan Hem.

Volle kerken

Waar Jezus kwam, liep de synagoge vol, ook te Jeru­zalem. Duizenden mensen liepen Hem na, erkennende dat Hij van God gekomen was. Hij was vol van Godde­lijke kracht en wijsheid en bracht een leer met gezag. Maar als Hij de voorwaarden” stelt om Hem te volgen, gaan allen weg. Alleen de twaalf discipelen bleven bij Hem.

Als de mensen in de kerken hun leven geven aan Jezus Christus is er geen kerk en geloofsvernieuwing nodig. Hij maakt alle dingen nieuw. Later moet je, je leven toch afstaan, maar dan is het waardeloos ge­worden. God maakt geen or­ganisaties of leerstukken nieuw. Hij wil mensen ver­nieuwen, door wedergeboor­te, om te leven tot Zijn eer.

Wij willen de mensen alleen er op wijzen dat zij een keus moeten maken en moeten kiezen voor de Levende weg: Jezus Christus. Wij be­strijden geen kerken, nog mensen die in de kerken zijn. Wat wij schrijven of getuigen is geen nieuwe leer of kerk, maar de waar­heid.

Het is de leer van onze Heiland, die kwam van de Vader. Hij zegt: “Wat Ik spreek, spreek Ik, zoals God de Vader Mij gezegd heeft”(Joh. 12:20-50). “Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem die Mij gezonden heeft”(Joh. 07:14-20). Hoe­veel kleine mensjes hebben een leer zelf uitgedacht en eigen kerkjes gesticht. Ne­derland is er vol van. Wij worden er moe van, maar hoe zal God daarover denken en oordelen? Ook toen geloof­den vele belangrijke mensen, oversten en anderen in Hem, maar terwille van de Farizeeën kwamen zij er niet voor uit. Om niet uit de synagoge gebannen te worden. Zij waren gesteld op de eer van mensen, meer dan op eer van God.

Er is niets veranderd. God zoekt alleen gehoorzame men­sen, zonder titel of diplo­ma. Geen nieuwe theologie of exegese, maar mensen die durven zeggen: “Hier ben ik Here God, U mag met mij doen wat U wilt”. Die maakt Hij nieuw.

Jezus heeft gezegd: “Volg Mij en laat de doden hun do­den begraven”. God zal ons niet vragen of wij de kerk liefhebben, maar of we Hem liefhebben boven alles. Hij vraagt ook niet naar onze kerkelijke belijdenis maar of we Zijn Naam beleden heb­ben voor de mensen. En of we Zijn evangelie hebben uitgedragen.

Bent u werkelijk een ambas­sadeur van Jezus Christus? Dit is alleen mogelijk als Gods Geest in ons woont. Zijn Geest laat ons groeien tot volwassenheid. Dit zegt Gods Woord en dat woord is bij ons. En dat woord zal ons oordelen. “Wie Mij ver­werpt en Mijn Woorden niet aanneemt, heeft Eén die hem oordeelt”. En ieder kan de waarheid lezen en begrijpen op Zijn voorwaarden. Het is aan kinderen geopenbaard. Wordt een kind van Hem.

Gerechtigheid

Duizenden christenen – en ook theologen – weten dat de kinderdoop een uitvinding van mensen is. Ons voorbeeld Jezus Christus liet zich do­pen in de Jordaan met dit getuigenis: “Laat Mij thans geworden, want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen” (Matt. 03:13-17). Toen kwam de Heilige Geest op Hem en God de Vader ge­tuigde van Zijn Zoon.

Indien onze gerechtigheid niet overvloediger is dan die der Schriftgeleerden, zullen wij het Koninkrijk Gods niet binnengaan. (Matt. 05:17-20). God heeft alleen behagen in een volkomen ge­rechtigheid.

Jezus doopte later met Zijn discipelen te Judéa. Johan- nes de Doper doopte te Ae- non, omdat daar veel water was. (Joh. 03:22). Paulus spreekt van een begrafenis van de oude mens. (Romeinen 6). Wie wil dan God tegenspre­ken of Hem weerstaan? In Johannes 3 zegt Jezus dat wij wedergeboren moeten worden uit water en Geest, anders kunnen wij het Ko­ninkrijk Gods niet binnen­gaan.

In de charismatische bewe­ging is nog niet de volle vrijheid om het volle evan­gelie uit te dragen. Het Koninkrijk Gods, wat bij en in ons is, kan daar nog niet functioneren. Wij ver­blijden ons over de charis­matische beweging als zij de volle waarheid van de Heilige Geest gaat leren en zelf doen. Daar zijn geen titels of belangrijke men­sen meer, maar een heilige natie, een uitverkoren en wedergeboren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilige gemeente, om God te verheerlijken, een gemeente zonder vlek of rimpel. Die erkennen maar één leer, die kwam van de Vader, door Je­zus Christus.

God zegt: “Ik zal u Mij tot bruid werven voor eeuwig;

Ik zal u Mij tot bruid wer­ven door gerechtigheid en recht, door goedertieren­heid en ontferming; Ik zal u Mij tot bruid werven door trouw; en gij zult de Here kennen” (Hos. 02:18-19).

Dan zullen wij zaaien in gerechtigheid en oogsten in liefde en zal Hij ons een nieuw land geven. (Hos. 10:12) .

In Christus Jezus is ons dit alles geschonken. Het heilige der heiligen is voor allen geopend, die ge­hoorzaam worden aan Zijn woord. Dan zal de Geest der waarheid de gevangenen be­vrijden en de zonde- en ziektemachten weer wijken van de Gemeente van Jezus Christus.

“Heiligt u dan en wees hei­lig, want Ik ben de Here uw God”.

 

De belangrijkheid van het gebed door J. Noë

“Want tot U richt ik mijn gebed. Here, des morgens hoort Gij mijn stem, des morgens leg ik het U voor, en zie uit” (Ps. 005:003-004).

Gebed draagt ons leven

Broeders en zusters. Deze uit het hart gegrepen woor­den zijn van David. Hij was een man naar Gods hart en een man van gebed. Het ge­bed is zo intens belangrijk, het draagt als het ware ons leven.

Zijnde kinderen Gods, is het in feite, in volkomen overgave Zijn aangezicht zoeken in Christus Jezus en, geleid door de Heilige Geest, een vertrouwelijk ge­sprek met Hem voeren.

Jezus zocht steeds het aan­gezicht van de Vader en was steeds in innig contact met Hem en het is Zijn wil dat wij Hem navolgen.

Er zijn veel teksten in Gods Woord, die handelen over het bidden, en ik zal dus genoodzaakt zijn vele teksten aan te halen.

Ik zal ze als volgt indelen:

– Jezus beloften betref­fende het gebed.

– Het gebed moet gepaard gaan met geloof.

– Volharding in het ge­bed.

– Kracht en versterking in en door het gebed.

– Stil zijn voor God en lofprijzing.

Jezus beloften betreffende het gebed

Matt. 07:07: “Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden”.

Joh. 16:23-24: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, als gij de Vader om iets bidt, zal Hij het u geven in mijn naam. Tot nog toe hebt gij niet om iets gebeden in Mijn Naam; bidt en gij zult ontvangen, opdat uw blijdschap vervuld zij”.

Joh. 15:07-08: (De ware wijn­stok). “Indien gij in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u geworden. Hierin is mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt”.

Zijn dit geen wonderbare woorden van Jezus? En deze beloften worden een reali­teit in ons leven als wij deze in vol vertrouwen en in geloof toe eigenen en dienovereenkomstig hande­len.

Het gebed moet dus gepaard gaan met geloof

Jezus zegt in Mark. 11:24: “Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal u geschieden”.

Jacobus zegt in Jak. 01:06: “Maar hij moet bidden in geloof, in geen enkel opzicht twijfelende, want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt. Want zulk een mens moet niet menen, dat hij iets van de Here zal ontvangen, innerlijk verdeeld als hij is, ongestadig op al zijn wegen” .

Jak. 05:14-15: “Is er iemand bij u ziek? Laat hij dan de oudsten der gemeente tot zich roepen, opdat zij over hem een gebed uitspreken en hem met olie zalven in de Naam des Heren. En het gelovige gebed zal de lijder gezond maken, en de Here zal hem oprichten”.

Deze woorden van Jezus en Jacobus spreken voor zich­zelf. Als wij bidden met ongeloof en twijfel in ons hart, (wat in feite een be­lediging voor de Heer is), zullen wij dus ook geen re­sultaten zien. De Heer kan echter wél in Zijn grote liefde, gezien de omstandig­heden waarin wij verkeren in verband met het geeste­lijk niveau waarop wij staan, Zijn liefdevolle hand ter ondersteuning naar ons uitstrekken. Hij weet wat in ons hart is. Denk maar eens aan Petrus, toen hij op het water liep.

Volharding in het gebed

Dit is zeer belangrijk. Als we niet een direct resultaat zien op ons gebed, moeten we niet verslappen, maar volharden in het gebed, met de zekerheid des geloofs in ons hart, dat God Zijn woord en beloften waar zal maken in Christus Jezus. Jezus, wetende wat in de mens is, waarschuwt daarvoor.

Jezus zegt tegen Zijn disci­pelen in Gethsemané: Waakt en bidt, dat gij niet in verzoeking komt, de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.

In de gelijkenis van de zaaier geeft Hij daar ook een duidelijk voorbeeld van. Laten we de drie laatste voorbeelden eens nemen.

Luc. 08:11-15: “Het zaad is het Woord Gods. Die op de rotsbodem, zijn zij, die het woord, zodra zij het horen, met blijdschap ontvangen; en deze hebben geen wortel, zij geloven voor een tijd en in een tijd van beproeving wor­den zij afvallig. Wat in de dorens viel, dat zijn zij, die het gehoord hebben; en gaandeweg worden zij door zorgen en rijkdom en lusten des levens verstikt en zij brengen het niet tot vrucht. Dat in goede aarde valt, dat zijn zij, die, met en goed en vroom hart het woord gehoord hebbende, dat vasthouden en vrucht dragen in volharding” .

In Luc. 21:19 zegt Jezus: “Door uw volharding zult gij uw leven verkrijgen”.

Deze woorden van Jezus laten aan duidelijkheid niets te wensen over. Hij wijst ons de weg tot een waarlijk vruchtbaar leven, een leven in en met Hem.

Ook Paulus heeft in zijn le­ven ondervonden wat volhar­ding inhoudt. Hij zegt het volgende:

Rom. 12:12: “Weest blijde in de hoop, geduldig in de verdrukking, volhardend in het gebed”.

Kol. 04:02: “Volhardt in het gebed, weest daarbij waak­zaam”.

Heb. 10:36: “Want gij hebt volharding nodig, om de wil van God doende, te verkrijgen hetgeen beloofd is”.

Het komt er dus op aan, dat wij de kracht kunnen op­brengen om te kunnen vol­harden in het gebed en dat kan alleen door de Heilige Geest, wat we nu gaan behandelen.

Kracht en versterking in en door het gebed

Jezus zegt tegen de disci­pelen: Gij zult kracht ont­vangen, wanneer de Heilige Geest over u komt. (Hand. 01:08). Deze goddelijke kracht doorstroomt dan ons hele wezen, waardoor ook ons ge­loof en gebed worden ver­sterkt.

In Rom. 08:24-28 schrijft Paulus: “Maar hoop, die ge­zien wordt, is geen hoop, want hoe zal men hopen op hetgeen men ziet. Indien wij echter hopen op hetgeen wij niet zien, verwachten wij het met volharding. En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. En Hij, die de harten doorzoekt, weet de bedoeling des Geestes, dat Hij namelijk naar de wil van God voor heiligen pleit”.

Nu broeders en zusters, zijn dit geen bemoedigende woorden? Het is Zijn goddelijke kracht die Zich in onze zwakheid openbaart. (2 Kor. 9b). Halleluja!

Stil zijn voor God en lofprijzing

Na beëindiging van ons ge­bed, dienen wij een tijd stil te zijn voor de Heer.

In Ps. 037:007 staat: “Wees stil voor de Heer en ver­beid Hem”

In Ps. 062:002 en Ps. 062:006b: “Waar­lijk, mijn ziel keert zich stil tot God, (a) van Hem is mijn heil, (b) van Hem is mijn verwachting”.

Het is die heerlijke stil­te en grote eerbied voor God de Vader, de Almachtige en Zijn Zoon, Jezus Christus en de Heilige Geest, in afwachting of de Heer ons iets te zeggen heeft in verband met ons gebed. Dit is zeer belang­rijk. Het gebeurt namelijk nog al eens, dat men na het gebed het ‘amen’ uitspreekt en de Heer geen gelegenheid geeft om iets te zeggen. Dit is zeer oneerbiedig.

In Psalm 65:2 staat: “U komt stilheid toe, een lof­zang, o God in Sion”.

Dus buiten stilheid komt de Heer ook lofprijzing en dankzegging toe voor de ve­le zegeningen die wij ont­vangen voor Zijn grote Genade en Liefde. Dit is Hem zeer welbehaaglijk.

In Ps. 050:023 staat: “Wie lof offert, eert Mij en baant de weg, dat Ik hem Gods heil doe zien”.

Gods Woord staat vol van lofprijzing en dankzegging, vooral in de Psalmen, en we dienen dit dan te doen met volheid des harten met het verstand of in de Geest (tongen).

Paulus zegt in 1 Korinthe 14: “Ik zal lofzingen met mijn geest, maar ook lofzingen met mijn verstand”.

Het spreekt vanzelf dat stilheid en lofprijzing niet verbonden behoeven te zijn aan een gebed. Tot zover, broeders en zusters. God ze- gene u allen! In stilheid en vertrouwen zal uw sterkte zijn.

 

Wat Jezus voor u wil doen

Eén van de bekendste en meest geciteerde uitspraken van Jezus, de Zoon van de levende God, is ongetwijfeld die uit Matt. 11:28, waar Hij zegt: “Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven”.

Miljoenen mensen hebben in de loop der eeuwen ervaren, hoe waar deze woorden van Jezus zijn, zoals trouwens alle woorden en uitspraken van Hem, want “de woorden van Jezus zijn geest en leven”(Joh. 6:63).

Ook in deze tijd, nu er nog nooit zoveel mensen zijn vastgelopen en vermoeid, rusteloos en belast zijn.

Velen zien het niet meer zitten. Het leven heeft voor hen geen waarde meer. Dan wordt er naar allerlei middelen gegrepen, om toch maar enig uitzicht te krijgen.

Maar wat men ook probeert – of het nu pepmiddelen, kruidendrankjes, of oosterse religie is – het is alles surrogaat. En de werkelijke rust en vrede blijft uit. Totdat met ontdekt dat er Eén is, die werkelijke rust geven wil. Die Ene is Jezus Christus. Wie Hem aanvaardt en met Hem een nieuw leven begint, ontdekt al spoedig hoe Hij alle dingen nieuw maakt. Hoe vermoeidheid en rusteloosheid verdwijnt. Hoe het leven weer zin en inhoud krijgt.

Hebt u het al geprobeerd met Jezus? Denk niet dat de grote belofte: “Ik zal u rust geven”, niet voor u bestemd is’. Want Jezus sprak: “Komt allen tot Mij”. Al­len, dat wil zeggen: iedereen. Ook u wil Hij deelgenoot maken van de ware vrede en rust, die reeds zovelen in Hem hebben gevonden. Sla dit geweldige “rust-aanbod” niet af, maar kom tot Jezus en ontdek en beleef de waarheid van Zijn Woorden: “Ik zal u rust geven!”

 

1978.05 nr. 182

Levend Geloof 1978.05 nr. 182

De overwonnen vijand door Gert Jan Doornink

Als wij over de ‘overwonnen vijand’ schrijven, weet elk kind van God dat het hierbij gaat over de duivel. Hij is door Jezus Christus overwonnen aan het kruis van Golgotha. “Hij heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk ten toon gesteld en zo over hen geze­gevierd”, schrijft Paulus aan de Gemeente te Colosse (Kol. 02:15). De overwinning van Jezus was een volkomen overwinning.

Maar  is de duivel ook een overwonnen vij­and in ons dagelijks geloofsleven? Wij, die geroepen zijn in de voetstappen van Jezus te treden (1 Petr. 02:21), behoren ook zo te leven als Hij geleefd heeft. Satan, die geen vat op Jezus had, behoort ook geen vat op ons te heb­ben. Alleen Jezus Christus heeft recht op ons!

Heel ons leven als gelovige behoort er op ge­richt te zijn dat ook wij met en in Jezus Christus overwinnaars zijn. Maar, zullen som­migen opmerken, dat is toch een onmogelijke opgave, een utopie die niet te realiseren valt?

Gods doel met ons leven

Satan heeft er belang bij dat wij zo spreken, want alleen reeds daardoor geven wij hem voet en blijven wij voortleven met de gedachte: Je kunt wel eens af en toe overwinning hebben, maar voortdurend en ten allen tijde is dat on­mogelijk.

Nu is het niet zo verwonderlijk dat deze ge­dachte bij velen leeft. Jarenlang is niets an­ders verkondigd, vaak ook omdat men weinig geestelijk inzicht had. Pas in deze eindtijd, nu Gods Geest machtig gaat doorbreken, gaan velen zien wat Gods doel met hun leven is: Het opwassen tot zonen Gods, de openbaring van de volheid van Christus.

Wij zullen als gelovigen elkaar praktisch moe­ten helpen in het realiseren van Gods doel met ons leven. Dit is voor elkaar te bidden, voor elkaar in de bres te staan, positief over elkaar te spreken, elkaar te bemoedigen en op te bouwen in het geloof.

Vooral datgene wat wij belijden en getuigen is daarbij zeer belangrijk. Wat wordt er nog veel tijd verknoeid door te praten over de zwakhe­den, zonden en fouten van anderen. In plaats van dat wij ons positief bezighouden met dat­gene wat Gods Woord zegt over wie wij zijn in Christus en dat wij autoriteit bezitten over de satan.

Als onze ogen geopend zijn voor het geweldige feit dat satan een overwonnen vijand is en Je­zus Christus Overwinnaar, behoort heel ons le­ven daar doelbewust op gericht te zijn. Dan ervaren wij dat wij Jezus’ overwinning meer en meer gaan beleven in het leven van elke dag en staan wij in de wil van God. Bovendien zijn wij dan ook ten volle bruikbaar in dienst van de Meester en zien anderen het beeld van Jezus in ons!

 

Maakt schoon schip! door J. Noë

 

“Alleen verdwenen de hoog­ten niet”(2 Kon. 12:03 en 2 Kon. 14:04).

De afgoderij van Israël

God zegt in Num. 33:51-52 tot de Israëlieten: “Wanneer gij de Jordaan overtrekt naar het land Kanaän, dan zult gij al de bewoners van het land voor uw aangezicht verdrijven en al hun beeldhouwwerk ver­nietigen; ook zult gij al hun gegoten beelden ver­nietigen en al hun hoogten verwoesten”.

Op deze hoogten oftewel heilige plaatsen, werden door de Kanaänieten erediensten en feesten gehou­den voor hun afgoden (o.a. Baäl). Daarbij werden of­feranden gebracht (zelfs kinderoffers). Daarom be­val God deze plaatsen te verwoesten.

De Israëlieten gingen de hoogten gebruiken voor hun erediensten aan God (Jah­we) , zie bijvoorbeeld 1 Sam. 09:13. Gevaar voor mis­bruik werd hiermee echter geschapen en het duurde niet lang of Israël werd afvallig, ging afgoderij plegen. Bandeloosheid en zinnelijkheid kregen bij deze erediensten de over­hand, waardoor Gods toorn ontbrandde.

Herhaaldelijk optreden te­gen deze afgoderij (denk aan Elia, Josaphat, enz.) leidde niet tot een blij­vend resultaat, de hoogten bleven. Koning Josia trad echter radicaal op. Hij verhief de tempel te Jeru­zalem tot de enige rechtmatige plaats voor de aan bidding van Jahwe en ver­nietigde alle hoogten en afgoden (zie 2 Koningen 22). Hiermee voldeed hij dus aan het bevel van God.

Zijn wij gehoorzaam?

Lieve vrienden. Hoe is het met ons gesteld? Zijn wij de Heer in alles gehoorzaam?

Jezus laat ons in de evangeliën duidelijk zien, wat het betekent Hem te volgen. Wij moeten dus alles wat een be­lemmering tot een volkomen overgave aan Hem zou kunnen zijn, loslaten, prijsgeven, en alles doen wat Hij zegt.

Jezus zegt in Matt. 16:24-25:

“Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij. Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen, maar ieder. Die zijn leven verloren heeft om Mijnentwil, die zal het vinden” .

Deze woorden hebben een zeer diepe betekenis en laten ze daarom goed tot ons door­dringen. Ik wil een paar voorbeelden nemen.

1 – We willen Jezus volgen en nemen een beslissing (kan van alles zijn, bijvoorbeeld de waterdoop). Ons gezin, familie of vrienden gaan hier echter fel tegen in en een breuk dreigt. Niettegenstaande Jezus zegt: “Wie vader, moeder, vrouw, kinderen, broers en zusters liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig”, willen we een breuk voorkomen en ko­men op onze beslissing te­rug. Wat zullen de gevolgen er van zijn? We zijn onge­hoorzaam en onze verhouding tot de Heer is verstoord. Eerst als wij doen wat Hij zegt, zal het contact met Hem weer worden hersteld.

Op welk niveau leven wij?

2 – Als een waarachtig christen moeten wij weten, hoe wij ons ten aanzien van de wereld dienen te gedra­gen. De zuigkracht van de wereld, met al haar verlei­dingen, welke in allerlei vorm tot ons komen (de dui­vel is hier een grootmees­ter in), is enorm groot. Hoe is nu ons geestelijk niveau? Staan we als een rots in de branding en sluiten geen compromis met de wereld, of staan we op een niveau dat we denken: “Nu, dat kun je toch wel doen” en “dat is niet zo erg” of “doe je daar nu wel zonde mee?” enz.

Door zo te denken staan we op een niveau, waar de dui­vel ons al te pakken heeft met alle gevaren daaraan verbonden. Hij kent onze zwakheid en zal dat uitbui­ten en we glijden verder af. (Dat gebeurt nog al eens).

In 1 Joh. 02:15-17 staat:

“Hebt de wereld niet lief en hetgeen in de wereld is. Indien iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem. Want al wat in de wereld is: De begeerte des vlezes, de begeerte der ogen en een hovaardig leven, is niet uit de Vader, maar uit de wereld. En de wereld gaat voorbij en haar begeren, maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid”.

Deze woorden laten aan duidelijkheid niets te wensen over, zou ik zo zeggen. De kleinste ge­bondenheid aan de wereld, in welke vorm ook, doet ons van Jezus verwijderen. In dit verband wil ik af­goderij aanhalen.

Geen afgoderij en gebondenheid

Ik bedoel dit. Als we niet oppassen kunnen we zo gauw een afgod van iets maken, hetgeen ons leven gaat be­heersen en de Heer staat dan zeker niet op de eerste plaats. Ik zal eens enige voorbeelden aanhalen: geld (Jezus heeft er al voor ge­waarschuwd) , sport, muziek, hobby’s, enz., en dan voor­al de tv (bioscoop in huis), waarbij dikwijls programma’s worden gegeven, welke God een gruwel zijn en waar een waarlijk christen zeker niet naar dient te kijken.

Denk er aan dat de Heer ziet waar we onze tijd aan besteden. Let op wat er in 1 Johannes 2 staat. Verder dient elke gebondenheid, (werkin­gen van het vlees) in ons te worden verwijderd en moe­ten ons zonodig daarvoor la­ten bedienen.

Lieve vrienden, breek met alles wat niet van de Heer is. Maak schoon schip!

Ik eindig met de volgende Schriftgedeelten. Ef. 05:08-13:

“Want gij waart vroeger duisternis, maar thans zijt gij licht in de Here; wandelt als kinderen des lichts, – want de vrucht des lichts bestaat in lou­ter goedheid en gerechtig­heid en waarheid -, en toetst wat de Here welbehaaglijk is. En neemt geen deel aan de onvruchtbare werken der duisternis, maar ontmaskert ze veeleer, want het is zelfs schandelijk om te noemen, wat heimelijk door hen wordt verricht; maar als dat alles door het licht ontmaskerd wordt, komt het aan dag, want al wat aan de dag komt is licht”. Joh. 08:12:

Jezus zegt: “Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des le­vens hebben”.

God zegene u allen!

 

Waarom wij acupunctuur afwijzen door Gert Jan Doornink

Is iedereen ziek?

Wij leven in een tijd waar­in de duivel steeds meer beslag op de mensen legt. Hij doet dit, geheel over­eenkomstig zijn aard, op vele manieren. Door de gejaagde welvaartsmaat­schappij waarin wij leven, is vrijwel niemand meer ge­zond. Althans zo wordt het voorgesteld. Er gaat vrij­wel geen dag voorbij of we lezen in kranten en tijd­schriften over allerlei ziekte met percentages hoeveel mensen er onder lijden. Als men al deze percentages optellen wordt de 100% dicht benaderd, zelfs als men er dan nog van uitgaat dat sommigen meer dan één ziekte of kwaal hebben…. Het komt bijna abnormaal over als iemand nog durft te zeggen: ”Ik ben zo gezond als een vis.”

Gelukkig staat de Gemeente van Jezus Christus buiten de invloedssfeer van de satan. Tenminste zo be­hoort het te zijn. Helaas zien wij ook bij vele kin­deren Gods, door verschil­lende oorzaken, waarin wij binnen het kader van dit artikel niet willen in­gaan, dat allerlei ziekten zich soms openbaren. De Bijbelse weg, hoe dan te handelen vinden we duide­lijk beschreven in Jakobus 5.

 

Niet iedereen gaat consequent deze weg. Soms wordt de hulp van een dokter in­geroepen en medicijnen ge­bruikt. De Bijbel leert trouwens ook niet dat het gebruik van deze middelen verboden terrein is. Be­langrijk is echter dat wij onze lichamelijke genezing altijd in de eerste plaats van Hem zullen verwachten.

Verboden terrein

Er is echter een terrein wat wel voor elk kind van God “streng verboden” is. Dat zijn de occulte gene­zers, zoals magnetiseurs en dergelijke. Vrijwel elk kind van God is hiervan op de hoogte. Immers door zich onder hun behandeling te stellen, zou men recht­streeks binnen de invloed­sfeer van het rijk der duisternis geraken. De Bij­bel waarschuwt ons hier trouwens uitdrukkelijk te­gen.

Nu zijn er echter talrijke alternatieve geneeswijzen in opkomst die tegen het occultisme aanleunen. Hier­in schuilt voor een kind van God, die zich op dit terrein begeeft, een le­vensgroot gevaar. Terwijl men het misschien in zijn hart niet wil, raakt men. toch onbewust gebonden en komt men via, wat wij zou­den willen noemen, dit semi-occultisme in verkeerd vaarwater terecht.

Tot deze alternatieve ge­neeswijzen, die de laatste jaren steeds meer opgang maken, behoort ook de acupunctuur.

Zelfs binnen de Gemeente van Jezus Christus zijn er die hun toevlucht zoeken tot deze geneeswijze.

Wij hebben reeds enkele gevallen meegemaakt, waar­in kinderen Gods hun toevlucht zochten of probeer­den te zoeken, bij acu­punctuur.

Dit gebeurde dan op aanra­den van (ongelovige) fami­lieleden .

Wat is acupunctuur?

Wat is acupunctuur? Dit uit het Latijns komende woord betekent vrij ver­taald: “het prikken met naalden”. Waarschijnlijk werd het voor het eerst toegepast in China, waar het reeds 25 eeuwen bekend is. Deze geneesmethode wordt voor talrijke ziekten gebruikt, oorspronkelijk , vooral tegen astma, artritus, neuralgie, neurasthe­nie, koliek, jicht en maag­zweren. Bij de toepassing van acupunctuur worden naalden, die van verschil­lend materiaal kunnen zijn zoals steen, ijzer, goud of zilver, op anatomisch daarvoor uitgezóchte plaatsen van het lichaam gestoken, zoals in zenuw- knooppunten en/of in bloed – lymfvaten. De genezende werking zou dan berusten op stimulatie (prikkeling) van verstoorde of verzwakte ze­nuwen, zodat deze hun oor­spronkelijke werking en functie terugkrijgen.

Waarom wij acupunctuur afwijzen

Het spreekt vanzelf dat een kind van God zijn toe­vlucht’ niet behoort te zoeken bij een acupunctu­rist. Vooral als men be­seft – en ook de medische wereld geeft dit grif toe – dat vele zieketen een geestelijke achtergrond ., hebben. Zeker bij de be­handelmethode van de acu­punctuur, waar men genezen­de invloed probeert uit te oefenen door te prikken in de zenuwknooppunten of bloedvaten, zou men moeten beseffen, welk een dwaze weg men bewandelt, door niet alleen het “lichaam” maar ook de “geest” toe te vertrouwen aan iets wat van zo’n twijfelachtige allure is.

Ga liever naar de gewone dokter, als men tenminste weet, dat deze geen occulte of semi-occulte metho­den toepast. Want helaas zijn er ook reeds verschillende doctoren die zich met deze methoden in­laten. Maar het overgrote deel, wijst dit, alleen reeds op wetenschappelijke gronden af.

Maar, nogmaals, het aller­beste voor een kind van God is, als hij de weg van geloof gaat. Verwacht het van de levende Heer die Zijn rug liet doorstriemen voor onze genezing. Die aan het kruis van Golgotha een vol­komen verlossing teweeg­bracht naar geest, ziel en lichaam. Wie op Hem zijn geloof bouwt en vanuit dat geloof leeft, wordt, ook wat de lichamelijke gene­zing betreft, niet teleur­gesteld!

 

Levend geloof journaal door Gert Jan Doornink

“Kolenkit” kerk wordt evangelie centrum

 

De Hervormde Opstandingskerk in Amsterdam-West, bijgenaamd de “kolenkit”, vanwege de vorm van de to­ren, is aangekocht door de Stichting “Evangelisa­tie Hulp in Nood”, onder leiding van de Surinaamse evangelist E. Hongerbron uit Rotterdam.

Cees Koring schrijft in “De Telegraaf” van 24 mei het een en ander over de merkwaardige voorgeschie­denis:

“De Stichting “Evangelisa­tie Hulp in Nood” was al maandenlang gegadigde voor aankoop van de Kolenkit.

Al in september begon het bestuur een landelijke inzamelingsactie om de aan betaling bij elkaar te krijgen. De zich evange­list noemende Amsterdammer Arend Dam doorkruiste de ambitieuze plannen van de Rotterdamse stichting.

Terwijl de onderhandelingen tussen de Evangelisa­tie Hulp in Nood en de Hervormde Gemeente nog in volle gang waren, kondigde Dam in december plotseling aan dat hij de Kolenkit had gekocht. Hij zou zelf op de kansel gaan staan en wilde door middel van een inzamelingsactie de buurt Bos en Lommer activeren geld op tafel te brengen om de vervallen kerk te restaureren.

Pas na enkele weken besefte het kerkbestuur met wie het in zee was gegaan. Dam bleek een fantast en een charlatan, die mooi weer speelde van geld dat op de herstelrekening van de Ko­lenkit was gestort.

Toen hij voelde dat ook de politie belangstelling voor zijn activiteiten kreeg, zag hij vlak voor kerstmis van de aankoop af. Een paar weken later werd de koop- man-evangelist dood in zijn flat gevonden.

De Stichting Evangelisatie Hulp in Nood was snel over haar teleurstelling heen en stortte zich opnieuw in de strijd om de Kolenkit. De Hervormde gemeente, die aanvankelijk zeer sceptisch stond tegenover de Rotter­damse stichting, moest uit­eindelijk zwichten voor het enthousiasme, waarmee zus­ter Hongerbron en haar man zich voor de aankoop van de kerk inzetten.

Hun makelaar zei: Ze hebben er keihard voor geknokt. Maar er is nog veel geld nodig voor het herstel. Bo­vendien heeft het kerkbe­stuur het orgel uit de Kolenkit gehaald. Dat moet natuurlijk terug. Want wat is nu een kerk zonder orgel.

Zuster Hongerbron, de se­cretaresse van de Stich­ting: We mogen dat orgel kopen voor 20.000 gulden. Daarnaast is er nog eens twee ton nodig voor restau­ratie.

Maar Evangelisatie Hulp in Nood is niet van plan te wachten totdat de Kolenkit ‘ weer in volle glorie op het Bos en Lommerplein staat te pronken. Op 1 augustus wor­den de sleutels overgedragen aan de stichting”.

Mogelijkheden en plannen

Tot zover dit verslag. In het blad van Hans Tims: “Agape” lazen we reeds eer­der het werk van evangelist Hongerbron en deze kerk.

Uit dat verslag nog het volgende:

“De kerk zelf biedt accommodatie voor zo’n 450 perso­nen. Daarnaast is er onder de kerk een volledige recreatieruimte met een kof­fiebar, een volledig inge­richt kantoor, een crèche voor peuters, ruimte voor bejaarden en een aangren­zend pand wat dienst kan gaan doen als opvang en begeleidingscentrum voor jon­geren.

De Surinaamse evangelist woont samen met zijn gezin al zo’n 20 jaar in Neder­land. Zij kennen de proble­men van de jonge Surinamers beter dan wie ook. Dit echtpaar met hun jarenlange ervaringen hebben een bij­zondere invloed op Surina­mers en Antillianen door hun geestelijke opvang. Zij hebben reeds vele jongeren opgevangen van de beruchte Kruiskade in Rotterdam, waaronder drugsverslaafden, drugshandelaren, alcoholisten en prostituees. Deze hebben zich na verloop van tijd weer uitstekend aange­past in het maatschappelijk leven.

Al jaren zijn zij tevens werkzaam onder Spaanse zi­geuners in Santander, Noord-Spanje. Ook gedurende hun zendingsreizen naar In­donesië, Curaçao, Aruba en Suriname zijn ze geconfronteerd met de geweldige geestelijke en sociale no­den. Iedere week leiden zij, sa­men met de Surinaamse gos­pelgroep “The Arc Minstrels” gespreksgroepen in het Rot­terdamse Huis van Bewaring. Iedere maand zijn zij te vinden in de Scheveningse gevangenis waar zij het Woord van Bevrijding predi­ken” .

Commentaar

Wie in de afgelopen tijd de berichten over de ver­koop van de zogenaamde Kolenkitkerk heeft gevolgd, zal zich verblijden dat de stichting van br. en zr. Hongerbron thans definitief eigenaar van deze kérk is geworden. Zij waren één van de eerste gegadigden  en had­den oprechte bedoelingen met deze kerk door deze dienstbaar te willen maken voor het Koninkrijk Gods. Toen vorig jaar de Amster­damse zakenman Dam op het toneel verscheen en deze kerk kocht, leken alle plan­nen eensklaps tevergeefs te zijn gemaakt. Ook hij wilde “evangelisatiesamenkomsten” houden in deze kerk. Het bleek echter een charlatanfiguur te zijn, die al spoedig door de mand viel.

Ook hier had echter de dui­vel niet het laatste woord. En de volharding van br. en zr. Hongerbron en anderen werd bekroond met de aan­koop van de kerk.

Deze gebeurtenis doet ons denken aan de woorden van Jezus  in Luc. 18:01-08:

“Zal God Zijn uitverkorenen geen recht verschaffen, die dag en nacht tot Hem roepen en laat Hij hen wachten? Ik zeg u, dat Hij hun spoedig recht zal verschaffen”.

 

Nieuws in het kort door Gert Jan Doornink

Grote zegen op Vierhouten conferentie

Vierhouten – Ook dit- jaar was er grote zegen op de door de stichting “Opwek­king” van 12 tot 16 mei ge­organiseerde Pinksterconferentie. De grote 16 masten- tent was alle dagen overvol, ondanks de vooral vrijdag en maandag bijzonder ongunstige weersomstandigheden.

Een hoogtepunt was ongetwij­feld de boodschap van evangelist Ben Hoekendijk op maandag­morgen over wat Jezus zei over de wijnzakken. (Matt. 09:17). Nieuwe wijn hoort in nieuwe zakken. Spreker waarschuwde er echter voor dat deze nieuwe zakken ook weer oud kunnen worden. We raken dan weer vast in al­lerlei tradities en structuren, terwijl wij ten allen tijde open moeten staan voor nieuwe werkingen van Gods Geest.

Na de boodschap van evangelist Kees Goedhart over de doop met de Heilige Geest, kwa­men velen naar voren en ont­vingen de Geestesdoop. Dok tijdens de bediening van de Engelse prediker Trevor Dearing, 2P maandagmiddag, werden velen aangeraakt door Gods Geest en ontvingen bevrijding, genezing en ver­nieuwing .

In de slotsamenkomst werd tevens een zendingscollecte gehouden, welke niet minder dan ƒ 15.000,- opbracht.

Uitbreiding “Saron” geopend

BEUNINGEN (bij Denekamp) – Onder zeer grote belang­stelling werd op zaterdag 6 mei de uitbreiding van het Evangelie Buitencentrum “Saron”, (directeur Ds. M. de Jong), officieel geopend. Het nieuwe gebouw bevat een kapel met dependances en betekent een belangrijke verbetering van de accommodatie van dit evangeliecentrum.

Lofprijzingssamenkomst in ’t Harde

’t Harde – Op zaterdag 24 juni worden er in het Post­huis, Munnikenweg 58 te ’t Harde, speciale lofprij­zing-, aanbidding- en genezingssamenkomsten gehou­den onder leiding van evangelist Aart Schenk uit Zwolle. Sprekers zijn o.a. de zendelingen Sjoerd Pasterkamp, Hans van der Wal en Gerard Guise. De samenkomsten zijn om 10.00 en 16.00, de toegang is vrij, maar voor de liefdemaaltijd welke om 13.30 uur wordt gehouden dient men zich voor 17 juni op te geven bij evangelist A. Schenk, Geert Grotestraat, Zwolle.

Pinkstergemeente in Brugge

Brugge – Evangelist Lentink uit Vlissingen was de hoofd­spreker op de openingssamenkomst van de Pinksterge­meente te Brugge (België), die op 29 april het gebouw aan de Kruispoort, Buitenkazennevest 2, in gebruik nam. Dit voormalige café is omgebouwd tot samenkomstplaats. Het biedt tevens huisvesting aan de twee broeders met hun gezinnen die deze gemeente zullen leiden. Het zijn de broe­ders J. van Dijck en W. En­gels.

Burning Candles naar Indonesië

Zwolle – De bekende gospel­groep “The Burning Candles” onder leiding van Dolf Vorsterman van Ooyen, gaat de­ze zomer voor een tournee naar Indonesië. De groep betaalt zelf de helft van de kosten, terwijl de ove­rige kosten uit giften en donaties bestreden worden. Verschillende leden van de Burning Candles zijn van Indonesische afkomst. Men wil door dit tournee laten zién dat er nog een ander Nederland bestaat zonder gewelddadige acties, doordat men gaat zingen en getuigen van de liefde van Jezus.

Openluchtsamenkomsten in Deventer

Deventer – De Volle Evange­lie Gemeente “De Bazuin”, (voorganger br. A. Eykenaar) is zaterdagmiddag 20 mei weer begonnen met openluchtsamenkomsten. Deze worden ie­dere zaterdagmiddag van half vier tot half vijf ge­houden of op de Brink (voor de Waag) of voor de Katho­lieke kerk (Achter de Broe­deren). Vooraf wordt om 3 uur een bidstond gehouden in het gebouw van de ge­meente, Binnensingel 7.

Zesde festival of joy

Rotterdam – Voor de zesde keer organiseert de stich­ting “Continental Sound” een zogenaamd “Festival of Yoy”. Om een beter bereik te creëren werd besloten dit jaar het festival niet in het Ahoy sportpaleis te doen plaatsvinden, maar in twee plaatsen in het land, t.w. op 17 juni IN “De Meenthe” te Steenwijk en op 24 juni in het concertgebouw te Nijmegen.

In het programma treden in beide plaatsen o.a. op Pia Olsson en Lars Ake Larsson uit Zweden, de zanger Harry Goverts en de Burning Candles. De sprekers zijn evangelist Kees Goedhart; Dr. Fred Ladenius, Europees directeur van de volle evangeliezakenlieden en zen­deling Mei Tari uit Timor. Het programma duurt van 15.00 tot 21.00 uur. Verde­re informatie, ook over andere deelnemende groepen: Continental Sound, Postbus S1065, Rotterdam, tel.05206 -1545.

Betty Baxter komt weer naar Nederland

Den Haag – Betty Baxter, de Amerikaanse evangeliste, die als 14 jarig meisje op één moment op wonderbare wijze door de Heer werd ge­nezen, komt in juni weer naar Nederland en spreekt op verschillende plaatsen, t.w. Zwolle, Maastricht, Gouda, Den Helder, Amster­dam, Emmen, Hengelo, Lei­den, Den Haag, Leeuwarden, Tiel en Schiedam. Verdere inlichtingen: “Johan Maasbach Wereldzending”, Apeldoornlaan 2, Den Haag.

Campagne met David Wilkerson

In het kader van de “Pinkster Europa Conferentie” (PEK) welke van 1 tot 6 augustus in de Houtrusthallen te Den Haag wordt gehouden, wordt op 29, 30 en 31 juli een grote evangelisatiecam­pagne gehouden met als spre­ker de bekende Amerikaanse evangelist David Wilkerson.

Wilkerson die werkt met een vast evangelisatieteam was zes jaar geleden voor het laatst in Nederland. Dit jaar spreekt hij behalve in Nederland ook in Engeland en Zweden.

David Wilkerson is vooral bekend als leider van het “Teen Challenge werk onder verslaafden.

Inlichtingen over deze cam­pagne bij Teen Challenge Nederland, Den Haag.

 

Schuld en lijden door H. J. Glasbergen

 

“Ter zelfder tijd kwamen enigen tot Hem met het be­richt over de Galileeërs, wier bloed Pilatus met hun offers vermengd had. En Hij antwoordde en zeide tot hen: Meent gij, dat deze Galileeërs groter zondaars waren dan alle andere Galileeërs, omdat zij dit lot hebben onder­gaan? Neen, zeg Ik u, maar als gij u niet bekeert, zult gij allen evenzo om­komen. Of meent gij, dat die achttien, op wie de toren bij Silóam viel en die er door gedood werden, schuldiger waren dan alle andere mensen, die in Je­ruzalem wonen? Neen, zeg Ik u, maar als gij u niet bekeert, zult gij allen evenzo omkomen” (Luc. 13:01-05) .

Als Jezus deze woorden spreekt, is dit niet al­leen tegen Zijn discipelen maar ook tot de scharen die Hem volgen. De vraag is: Waren dit grotere zon­daars? Neen, zegt Hij, maar wanneer gij u niet bekeerd, zult gij allen evenzo omkomen.

Zonde en ziekte horen bij elkaar, de duivel is de uitvinder, de leugenaar. De waarheid (Jezus Chris­tus) en gezondheid horen bij elkaar. Deze waarheid is in Hem openbaar gewor­den. De uitspraken van Jezus wekken daarom altijd verzet op. Hij zegt tegen gelovige joden, die altijd in de synagoge komen, dat zij zich moeten bekeren. Vele naamchristenen denken ook nu, dat die bekering die Jezus predikte, niet voor hun is. Zij zijn immers al lid van een kerk.

David wist van zonde en lij­den, maar dat was een ge­zalfde, zoals wij. Psalm 30: “Wat voor gewin ligt er in mijn bloed, in mijn neder­dalen in de groeve? Kan het stof U loven, kan dat Uw trouw vermelden?” Ps. 107:020: “Hij zond Zijn Woord en genas hen”. Psalm 91: “Wie in de schaduw des Allerhoogsten is gezeten, vernacht in de schaduw des Almachtigen”.

Nu zijn er veel mensen die zich bekeren. Zij geven hun hart aan de Heer. Maar la­ter blijkt dat zij het daarbij ook laten. Bekering is, je leven aan Jezus ge­ven opdat Hij je gebruiken kan in Zijn Koninkrijk. Ge­woon leem zijn, Hij is de Pottenbakker. (Rom. 09:20-25).

Gij zult Mijn getuigen zijn

Jezus zei: “Gij zult Mijn getuigen zijn”. Eerst in eigen huis en familie uiteraard. En tot het einde der aarde. Er zijn echter mensen, waarvan de buren en kennissen niet eens we­ten dat zij bekeerd zijn. Jezus heeft gezegd: “Die Mij zal belijden voor de mensen, die zal Ik belijden voor de heilige engelen van Mijn Vader. Maar wie Mij verloochenen zal, die zal ook Ik verloochenen”. Dit heeft ook met schuld en lijden te maken.

Getuige zijn is niet alleen naar een kerk of samenkomst gaan, maar het kruis dra­gen, de hoon en de spot van de wereld, dikwijls de haat van hen die je lief zijn. –

God legt de mens geen ziek­te op, Hij laat hen ook niet verongelukken. Hij heeft leven en overvloed en geeft het goede aan Zijn kinderen. (Luc. 11:11); Als iemand nog denkt door ziek­te een medekruisdrager te zijn, moet hij zich bekeren van deze dwaling. God heeft onze hulp niet nodig, Hij heeft zich in Jezus Chris­tus een volmaakt offer be­reid. Het is volbracht en in Hem is ons alles ge­schonken. Jezus leert ons dat wie zijn leven geeft aan Hem en gehoorzaam wordt buiten het bereik van de duivel en demonen is. Die in ongehoorzaamheid leeft, ondanks zijn bekering of naar kerk of samenkomst gaan, leeft in het kracht­veld van de boze. (1 Joh. 05:18-20).

Mogen wij zwijgen?

“Na verloop van zeven dagen kwam het woord des Heren tot mij: Mensenkind, u heb Ik tot een wachter over het huis Israëls aangesteld. Wanneer gij een woord uit mijn mond hoort, zult gij hen in Mijn Naam waarschu­wen. Als Ik tot de goddelo­ze zeg: Gij zult zeker sterven – en gij waarschuwt hem niet en spreekt niet om de goddeloze voor zijn goddeloze weg te waarschuwen ten einde hem in het leven te behouden, dan zal die goddeloze in zijn eigen ongerechtigheid sterven, maar van zijn bloed zal Ik u rekenschap vragen. Maar als gij de goddeloze waar­schuwt en hij bekeert zich niet van zijn goddeloosheid en van zijn goddeloze weg, dan zal hij in zijn eigen ongerechtigheid sterven, maar gij hebt uw leven ge­red.

En als een rechtvaardige zich afkeert van zijn ge­rechtigheid en onrecht doet, en Ik een struikelblok voor hem neerleg, dan zal hij sterven; omdat gij hem niet gewaarschuwd hebt, zal hij in zijn zonde sterven, en met de gerechte daden die hij gedaan heeft, zal geen rekening gehouden worden; maar van zijn bloed zal Ik u rekenschap vragen. Maar als gij de rechtvaardige waarschuwt, opdat hij niet zondige, en hij zondigt niet, dan zal hij zeker leven, want hij heeft zich laten waarschuwen; en gij hebt uw leven gered” (Ez. 03:16-21) .

Bekering is een vergeten woord. Veel mensen zeggen dat God je moet bekeren en dat je het niet zelf kunt. In Matt. 04:17 staat echter: “Van toen aan begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeert u, want het Konink­rijk der hemelen is nabij gekomen”. Daar begint het mee. God bekeert niemand. God waarschuwde Kaïn voor hij zijn broeder ging ver­moorden. (Gen. 04:01-10). Hij zei tegen Kaïn: De zonde ligt aan de deur van je hart. Je bent geroepen om over de zonde te heersen, maar niet om de boze te dienen.

Wij kunnen ons ook niet elke avond bekeren, dat is een vrome leugen. Dat pro­beren wij vol te houden tot wij oud en versleten zijn, en dan mag God de rest heb­ben, als hij ons de laatste vijf minuten nog maar geeft.

Kan God zich in ons verheerlijken?

Een zondaar kan niet leven in gemeenschap met God. Zonde maakt scheiding. Het offer van Jezus is geweest om de scheiding weg te doen. (2 Kor. 05:17-21). Dat is niet voor later, maar voor nu. Jezus Christus kocht zich een Gemeente, waarin God de, Vader zich kan verheerlijken, nu in dit leven.

Een mens dit in zonden leeft is een prooi van de duivel. Nog erger is het als je dan belijdt een christen te zijn. Dit is Gods volk: (zegt Petrus) “Een uitverkoren geslacht, een konink­lijk priesterschap, een heilige natie, een volk Gode ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem die u uit de duisternis ge­roepen heeft tot zijn won­derbaar licht” (1 Petr. 02:09).

Laat u als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis, het Vaderhuis met vele woningen. Als u daarbij wilt horen, dan bent u niet meer van u zelf, maar Zijn eigendom, een tempel Gods in de Geest. (1 Kor. 06:19). Dan wilt u niet meer anders dan Zijn Naam verheerlijken. Dan bent u een vrij mens en geen slaaf van de zonde meer. Dan bent u niet ex­treem of fanatiek. Die dat zeggen blijven vol kritiek zelf aan de kant staan.

Waar God woont moet de dui­vel wijken en wij worden een nieuwe schepping, we­dergeboren uit water en Geest. Die beërven, zoals Johannes 3 zegt, het Koninkrijk Gods.

Genezing

Jezus zegt tegen de verlam­de, die bij Hem is gebracht door zijn vrienden: “Mens, uw zonden zijn u vergeven”.

Er komt echter protest van de godgeleerden. Dan zegt Hij: “Sta op en wandel”. (Luc. 05:17-26). “En hij stond op en verheerlijkte God”. Hij geneest de ver­lamde te Bethesda. (Joh. 05:01-17). Als Jezus hem later in de tempel ziet, zegt hij tegen hem: “Gij zijt gezond geworden, zondig niet meer, opdat u niet, iets ergers overkome”.

Velen zijn zwak en ziek en sterven voor hun tijd. Ve­len belijden dat zij zonda­ren blijven tot hun dood toe. Dat is een levensge­vaarlijke belijdenis, vol­gens Jezus. De Galileeërs en de achttien te Siloam waren geen grotere zondaars zegt Hij.

De grootste zonde voor God is je eigen leven te leven. Men noemt zich christen, hoopt op Zijn vergeving en genade, maar alles vrij­blijvend. God heeft echter geen behagen in christenen die ongehoorzaam blijven aan Zijn Woord, dan doen geesten van verwarring hun intrede.

Alleen als de Geest van God in ons woont, bewaart Hij de Zijnen. Dan hebben wij één doel: Zijn Naam be­kend te maken en Hem te verheerlijken. Dan dragen wij goede vruchten en aan de vrucht wenden wij ge­kend.

Wij beschuldigen niet, wij constateren

Er zijn nog miljoenen men­sen in Nederland, ook in de kerken, die nog nooit op het evangelie van Jezus Christus zijn ingegaan. Miljoenen worden uitgegeven om oude, vermolmde kerken in stand te houden. God liet toe dat de tempel te Jeruza­lem verbrand en afgebroken werd. Het stenen gebouw is al lang verleden tijd. God woont niet meer in stenen huizen. De charismatische beweging en anderen zeggen: Blijf in je eigen kerk. Maar welke kerk wordt hier be­doeld? Wij kennen maar 1 kerk. Het lichaam van Christus, waar je alleen in kan komen door wedergeboorte, door geboren te worden uit water en Geest. De natuurlijke mens heeft daar geen deel aan.

Wij kunnen God niet inpas­sen in onze leer, de Heili­ge Geest laat zich niet inpassen in een bepaalde kerk. Wij mogen niets verbergen voor God. (Heb. 04:11-13). Wij zijn genaderd tot de le­vende God en tot een feeste­lijke en plechtige vergade­ring van eerstgeborenen, die ingeschreven zijn in de hemelen en tot God de Rech­ter over allen. Want onze God is een verterend vuur. Lees Heb. 12:14-29. Laten we wakker worden en onszelf onderzoeken.

Ieder heeft een excuus

Die zijn leven zal willen verliezen om Mijnentwil, die zal het behouden, zegt Jezus. Anders komt door on­gehoorzaamheid een geest van verwarring. De hele kerkelijke hiërarchie, met alle titels en lange gewa­den, zal zich zelf prijs moeten geven en zich beke­ren. Alle kerken hebben een deel van de waarheid, maar de volle waarheid en eenheid is alleen in Jezus Christus. Als er geleefd wordt bij uitspraken van concilies en synodes, heb­ben leringen van mensen de overhand, in plaats van de leer van Christus.

Zij leren leringen van men­sen, maar tot Mij komen zij niet, is de klacht van God de Vader.

Wij leven in een andere tijd, is ook een excuus. Maar Gods woord is eeuwig en niet veranderd. Gods Woord zegt dat wij in de laatste tijd leven, de eindtijd. Leerstukken, formulieren, kerkelijke uitspraken, hebben geen enkele waarde. Beter is te knielen bij het kruis van Jezus en te bekennen: Wij hebben er niets van ge­maakt, vergeef ons en mogen wij opnieuw beginnen. Want wat baat het een mens of zijn naam staat in­geschreven in een kerkelijk register en niet in het boek des levens? (Openb. 05:01-14). Het oordeel is al­leen bij Jezus Christus. Hij kocht ons met Zijn bloed. Hij is de Enige die recht heeft op ons.

Eén naam is ons gegeven

God heeft alle mensen lief zowel binnen als buiten de kerken! Het is Zijn wil dat allen tot erkentenis der waarheid komen. Maar de waarheid leer je alleen kennen op Zijn voorwaarde, door de Heilige Geest. Als alles vastgelegd is in vormen en leerstukken kan de Geest der waarheid niet werken. De woorden van Je­zus behoren in het licht te komen.

Schuld en lijden. Elk mens zal persoonlijk verant­woording af moeten leggen. Vreselijk is het om met lege handen voor Hem te staan, zoals de man met het ene talent. Of de rij­ke man, die dacht dat er na de dood nog een moge­lijkheid was om iets te herstellen. Maar toen was het te laat. Of de dwaze meisjes, met lege lampen. Jezus zegt tot hen: Ga weg van Mij, Ik heb u nooit gekend.

Wat zal Hij van mij en u zeggen? “Ik heb u nooit ge­kend” . Of: “Kom binnen in het Huis Mijns Vaders”.

U kunt zelf kiezen! Kiest u voor een levend geloof, vernieuwd door de Heilige Geest? Of blijft u rustig zitten waar u zit en door­slapen? Beslist u zelf of het recht is voor God, meer aan mensen, dan aan God ge­hoorzaam te worden. (Hand. 04:04-20, vrij vertaald).

Jezus heeft u persoonlijk lief en gekend onder miljoe­nen. Hij zegt: “Kom tot Mij”. Er is maar één Weg en één Naam: Jezus Christus en die gekruisigd!

 

 

 

Het bloed van Jezus (gedicht) door Judith

Het merkteken (Ex. 12:21-13 – 1 Joh. 01:7b)

Zij stonden klaar, omgord de lenden,

De reisstaf rustte in de hand;

Zij wachtten op ’t Godd’lijk teken:

Hun einddoel was ’t beloofde land.

 

Zij stonden klaar en aten haastig,

De voeten waren reeds geschoeid;

De doodsengel zou ’t land bezoeken:

Hun leven was ermee gemoeid.

 

Toen in die nacht het oordeel woedde,

Klonk luid gejammer en geschrei;

Slechts daar waar ’t bloed de deurpost kleurde

Trok het Gericht aan hen voorbij.

 

Als Gij straks komt ben ‘k dan reisvaardig –

Door Uw bloed verzegeld en gereed?

Werd door Uw Geest mijn hart geheiligd?

Is dat wel iets wat ‘k zeker weet?

 

Wat Jezus voor u wil doen!

Totale vernieuwing.

Wie een tweede, haalt ze auto gaan kopen, weet dat hij daar niet hetzelfde van kan verwachten. Daarvan een nieuwe auto. Zo een gebruikte auto kan er uiterlijk nog zo mooi uitzien, het beste is er af en allerlei gebreken gaan zich soms al spoedig openbaren.

Velen geloven dat een kind van God ook een soort tweedehands auto is. Er is wel wat veranderd, maar je blijft toch altijd onvolmaakt en zondaar tot de dood.

Wie zo redeneert doet afbreuk aan datgene wat Jezus Christus in het leven van een mens wil doen. Jezus is de Verlosser, dat wil zeggen dat Hij de mens los wil maken uit de zonde, ziekte en andere machten waarmee satan zijn leven ruïneert.

Zodra iemand tot bekering en wedergeboorte komt, wordt hij totaal vernieuwd. Paulus zegt niet voor niets in twee Korinthe 5 vers 17, zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, 3, het nieuwe is gekomen. Dit nieuwe leven moet uiteraard tot groei en volheid komen, maar wie Jezus Christus in zijn leven toelaat en hem In de weg van geloof en gehoorzaamheid gaat volgen, beleefd dat deze totale verandering en vernieuwing doorwerkt. En alle facetten van het leven. Jezus biedt u totale levensvernieuwing aan! De voorwaarde is slechts: Geloof! God geloof in het volbrachte werk op Golgotha, waar hij de duivel overwon. Punten Paulus schreef eens aan de gelovigen te Efeze: Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen: Ef. 04:20. Hij wist dat zij, door het geloof in Jezus Christus, geheel nieuwe mensen waren geworden. Kan de levende heer ook reeds van u zeggen. Dat u geheel anders bent geworden? Dat u totaal nieuw bent? Is dit nog niet het geval, zet dan een punt achter uw oude leven en begin een nieuw leven met en door Jezus Christus! Hij wil het ook u in zijn grote liefde. Schenken!

1978.03 nr. 180

Levend geloof 1978.03 nr. 180

Pasen het feest van de blijdschap door Gert Jan Doornink

Volkomen verlossing

Wie in de Handelingen der apostelen leest over het doen en laten van de eerste Christenge­meenten, komt al spoedig tot de ontdekking dat het leven van deze christenen beheerst werd door de opstandingskracht van Christus. Zij spraken veel over de opstanding van de Zoon van God uit de doden en beleefden deze opstan­dingskracht in hun dagelijks leven, omdat zij er met heel hun hart in geloofden.

Daarom brachten zij geen flauw aftreksel van het evangelie, geen evangelie in een of andere surrogaatvorm, maar brachten zij het werkelij­ke evangelie met grote kracht en volmacht. Zij wisten dat Jezus een volkomen verlossing had teweeggebracht aan het kruis van Golgotha en droegen deze verlossing uit in de kracht en onder de zalving van de Heilige Geest. Zij schaamden zich op geen enkele wijze voor het evangelie, waarvan Paulus schreef aan de Ge­meente te Rome, dat het een kracht Gods tot zaligheid was voor ieder die gelooft.

Jezus leeft!

Ook vandaag mogen de echte christenen weten dat de opstandingskracht van Jezus werkelijk­heid is. Ook wij leven vanuit de zekerheid dat Jezus satan heeft overwonnen. Dat Hij Overwin­naar is en wij met Hem. Evenals de eerste christenen zijn ook wij intens blij en geluk­kig met het feit dat we geen dode God hebben, maar een levende God!

Eén van de onderdelen van het leven van een echte christen is om die reden ook de blijd­schap, waarvan hij op allerlei wijze getuigt. Het is geen oppervlakkige blijdschap, zoals de wereld die kent en die vaak gevolgd wordt door depressies en neerslachtigheid. Het is de ech­te blijdschap, diep verankerd in het hart van ieder kind van God, die hem telkens weer doet uitbreken in gejuich. Jezus leeft en is Over­winnaar en wij met Hem en in Zijn Naam!

Geen uiterlijk vertoon

Daarom kunnen wij in de handen klappen en de hand opsteken bij het zingen van onze loflie­deren, niet als een uiterlijk vertoon zonder inhoud, maar als een zichtbare uiting van de vreugde die Christus in ons hart heeft ge­legd.

Ook als de omstandigheden tegen zijn raakt de echte christen deze blijdschap niet kwijt. Toen Paulus en Silas in de gevangenis zaten, konden ze nochtans zingen in de nacht en het gevolg was dat de gevangenisdeuren zich open­den. Een christen, die bewust leeft vanuit de opstandingskracht van Jezus, weet dat Pasen voorafgegaan is door Goede Vrijdag. Jezus ging de volle weg voor ons. Een lijdensweg vol smarten, maar deze weg resulteerde uiteindelijk in de overwinning op Golgotha. Zo is het ook met de waarachtige gelovige. Bespotting vervolging en beproeving zullen hem niet be­spaard blijven. Maar de blijdschap en de ze­kerheid van het geloof zal er niet door worden aangetast, juist omgekeerd er door worden versterkt.

Grote vreugde

Er is grote vreugde in het hart van iedere ge­lovige, iedere keer als hij denkt aan de overwinning van Jezus over de dood. Daarom is Pa­sen het feest van de blijdschap. Niet alleen op e eerste zondag na volle maan van de len­te, wanneer de christelijke kerk Pasen viert omdat eens een concilie dit zo heeft ingesteld, maar iedere dag. Lucht, water en voed­sel zijn dagelijkse bestanddelen voor ons natuurlijke leven. Zo is de opstandingskracht van Jezus een dagelijkse levensvoorwaarde om geestelijk te functioneren.

Leeft u vanuit de kracht van Jezus’ opstan­ding. Als we Jezus volgen, dan volgen we Hem die gezegd heeft: “Ik ben de opstanding en het en het leven. Maar dit leven vanuit de opstandings­kracht houdt dan wel in dat wij ook gebruik maken van datgene wat Jezus beloofd heeft toen Hij nog lichamelijk op aarde was: de Heilige Geest. Juist de volheid van Gods Geest in ons doet deze opstandingskracht in en door ons heen functioneren.

Dan zijn we onbevreesde getuigen, vol blijd­schap, die – evenals de christenen van de eerste gemeente – aan de wereld bekendmaken dat Jezus leeft en ieder die dat gelooft, met Hem zal leven. Een nieuw leven, waarin geen plaats is voor satan en zijn werken, maar dat beheerst wordt door Gods kracht, liefde, overwinning en blijdschap!

 

De taak van Levend Geloof door Gert Jan Doornink

 

De opdracht van “Levend Ge­loof is de verkondiging van het volle evangelie in al zijn facetten. Wij willen hier nog eens de nadruk op leggen, omdat wij geloven dat de boodschap van het volle evangelie – de bood­schap van het Koninkrijk Gods – de enige boodschap is die in deze eindtijd waarde heeft. Het is dezelf­de boodschap die ook Jezus bracht en door de apostelen na Pinksteren verder werd uitgedragen.

In deze tijd, nu de schei­ding der geesten zich vol­trekt, is het zo belangrijk dat wij aan “de goede kant” staan. Aan de kant van Je­zus die gezegd heeft: “Wie niet vóór Mij is, is tegen Mij”. Maar dit voor-Jezus- zijn houdt dan ook in dat we Hem daadwerkelijk en vol­komen zullen volgen en de geestelijke weg van geloof zullen bewandelen.

“Levend Geloof” wil hieraan meewerken door op positieve wijze uw geloof op te bou­wen, zodat u ten volle bruikbaar bent op de plaats die u in het Lichaam van Christus hebt ontvangen. Het doel van “Levend Geloof” is steeds geweest de gelovi­gen op te wekken de volle weg met Jezus te gaan en niet af te wijken door fana­tiek of extreem te worden, maar ook niet door water in de wijn te doen en te ver­slappen!

“Levend Geloof” verschijnt onafhankelijk van enige kerk, groep, gemeente of beweging. (Al voelen wij ons uiteraard voor 100% ver­want met de Pinkster c.q. Volle Evangeliebeweging). Daarnaast zijn wij een voor­stander van gezonde gemeentevorming, waar gebouwd wordt op het fundament van Hebreeën 6.

We zijn dankbaar dat vele lezers en lezeressen het weten te waarderen dat ons blad zo stabiel is gebleven in het brengen van de volle boodschap, in tegenstelling tot verschillende andere bladen, wat uiteraard voor hun verantwoording is. Het is genade van God en we ge­ven Hem daarvoor alle eer! Wel willen wij vragen om veel voor de “Levend Geloof” arbeid te bidden. Want uiteraard staan wij aan felle aanvallen van de boze bloot, die een ontzet­tende hekel heeft aan ieder die hetzelfde evangelie als Jezus uit wil dragen.

We leven in een tijd waarin niet alleen grote dingen gebeuren, waarover wij ons verblijden, maar helaas ook in een tijd waarin sommigen dit “evangelie der waar­heid” (Ef. 01:13) geheel of gedeeltelijk de rug toeke­ren. Wij willen hiervoor ernstig waarschuwen. Want God vraagt niet van ons dat we stappen terug zullen doen in ons geestelijk le­ven, maar dat we verder zullen groeien, zoals in Ef. 04:10-16 zo duide­lijk beschreven staat!

Wij zijn daarom ook geen voorstanders van het “slaan van bruggen” tussen voor- en tegenstanders van het volle evangelie, waarvoor sommigen zich inspannen. Dit is ten enenmale onmoge­lijk en zou ongehoorzaam­heid betekenen. Wij erken­nen ieder die zich gerei­nigd weet door het bloed van Jezus als onze mede­broeder en zuster. Maar als onze ogen eenmaal geopend zijn voor de volle waarheid zijn wij ook geroepen deze volle waarheid uit te dra­gen en hierin volhardend te zijn!

In de komende tijd zullen wij, onder de leiding van Gods Geest, over vele onder­werpen schrijven in een niet alleen voor “intellectuele” maar ook voor “gewone mensen” begrijpelijke taal. We zijn daarbij niet bang heilige huisjes om ver te blazen en eventuele nieuwe visies kenbaar te maken, die dan getoetst kunnen wor­den aan het Woord van God.

Wij stellen het zeer op prijs als u ons schrijft o- ver de inhoud van ons blad. En ook als u ons helpt het lezersbestand uit te brei­den. ’t Liefst door het op­geven van nieuwe abonnees of geschenkabonnementen. Maar ook door het opgeven van adressen, waar wij het blad op proef naar toe kun­nen zenden, kunt u ons hel­pen. Wij kunnen nog onbelem­merd en in volle vrijheid werken in Gods Wijngaard. Laten we daarom ook via “Le­vend Geloof” ons deel bij­dragen voor de openbaring van het Koninkrijk Gods.

 

Herbouwers van het hemelse Jeruzalem door Jan W. Companjen

 

“Wie met wijzen omgaat wordt wijs, maar wie met dwazen verkeert, wordt slecht” (Spr. 13:20).

Ontwikkeling

Omgang met mensen is een be­langrijk bestanddeel van ons leven. Ieder mens heeft an­dere mensen, of indien dit niet mogelijk is door stoor­nissen en dergelijke, andere levende wezens in zijn omge­ving nodig om tot ontwikke­ling te komen. Uit datgene wat een mens omringt kan men zelfs al veel leren. Grote of wat mindere leiderscapa­citeiten treden al gauw aan het licht. Sommige mannen trekken steeds en alleen maar vrouwen aan en sommige vrouwen alleen maar mannen.

Zeg mij wie uw vrienden zijn en ik zal zeggen wie u bent, is een bekend gezegde-.

Al deze dingen, vooral wat de aantrekkingskracht be­treft, worden allemaal door de één of andere geestes­kracht veroorzaakt. Een goed geestelijk opvoeder zal dan ook steeds zijn of haar volgelingen op hun zelf moe­ten terug gooien. Ze moeten, net als natuurlijke kinderen in een gezin, zelfstandig en volwassen worden.

Nu zullen wij het er allen wel over eens zijn, dat het allerbeste leiderschap, dat er sinds de menselijke ge­schiedenis is geweest, het zuiverst is geopenbaard in Jezus Christus. Tijdens Zijn rondwandeling op aarde toon­de Hij ons in woord en daad, hoe God de Vader zich de wa­re mens gedacht had. Hij trad daar op aan de morgen van een nieuw begin. Als Eerstgeborene van vele broe­ders, bad Hij aan het einde van Zijn aardse verblijf in het Hogepriesterlijke gebed: Ik heb U (Vader) verheer­lijkt op de aarde, door het werk te volbrengen, dat Gij Mij te doen gegeven hebt….

Nu weten zij (Zijn volgelin­gen) dat al wat Gij Mij ge­geven hebt, van U komt, want de woorden die Gij Mij gege­ven hebt, heb Ik hun gegeven en zij hebben ze aangenomen. …. Ik heb hun Uw Woord ge­geven en de wereld heeft hen gehaat, omdat zij niet uit de wereld zijn, gelijk Ik niet uit de wereld ben. Ik bid niet (sprak Jezus), dat Gij hen uit de wereld weg­neemt, maar dat Gij hun be­waart voor de boze. Zij zijn niet uit de wereld, gelijk Ik niet uit de wereld ben. Heilig hen in Uw waarheid. Gelijk Gij Mij gezonden hebt in de wereld, heb ook Ik hen gezonden in de wereld; en Ik heilig Mijzelf voor hen, op­dat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid. En Ik bid niet alleen voor hen, maar ook voor hen die door hun woord in Mij gaan geloven, opdat zij allen één zijn, gelijk Gij Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in ons zijn, opdat de wereld zal geloven dat Gij Mij gezonden hebt.

Leidslieden

Een geweldig woord met een geweldige inhoud voor u en mij. Het is ook daarom, dat Hij ons zoveel te leren geeft, want ook nu leidt Hij ons door Zijn Geest naar een nieuw leven, vol met Godde­lijke inhoud. Die Geest die Hem vervulde en Hem tot Zoon van God deed zijn, maakte Hem ook tot volmaakte Leider die Zijn volk leiden zal tot de volle waarheid. (Zie ook o.a. Matt. 02:06). Die Geest zal ook ons maken tot ware leidslieden Gods. Dat opwas­sen tot dat doel vraagt veel zorgvuldigheid. Het is name­lijk het allerbelangrijkste, uit alles wat naar voren ge­bracht kan worden, nu wij onze eindtijd-boodschappen gaan prediken.

Deze boodschap is het her­stel van de Stad Gods, deze boodschappers zijn de her- bouwers van het hemelse Je­ruzalem. Dat zijn zij die uit ballingschap terugkeren om de tempelbouw ter hand te nemen, met een ieder op zijn plaats en recht voor­uit. De Geest des Heren zal vaardig over hen worden op ongekende wijze. De gouden kandelaar Gods met zijn zeven lampen en zijn zeven keer zeven toevoerbuizen, zullen rechtstreeks uit de twee olijfbomen Gods gevoed worden. (Zie Zach. 04:01-14).

Het geweldige wat bij dit Bijbelgedeelte als kern van alles naar voren komt, is het Woord: “Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden”.

Inzicht

Die twee olijfbomen, die de eindgemeente voeden, zullen dan ook gezocht moeten wor­den in die boodschappers die de eindtijdgemeente in­zicht geven in die twee dingen die volledig herstel mogelijk maken, namelijk de Geest van profetie en de Geest van strijd tot over­winning. De eerste hebben wij nodig om tot het juiste inzicht te komen en de tweede om de strijd tegen de duivel tot een glorieuze overwinning te kunnen bren­gen.

Bij de Tempel herbouw, ver­meld in Hagg. 01:13-14, staat hiervan ook een ge­weldige uiteenzetting. De daar genoemde tempelbouwers Zerubbabel, de zoon van de landvoogd, en Jozua, de zoon van de hogepriester, waren twee gezalfden met een geweldige eindboodschap tot herstel van de mens

Gods. (Zerubbabel was een strijdbare koningszoon, die terugbracht wat reeds lang als verloren werd beschouwd en Jozua (God redt) stond naast Zerubbabel en hij nam de herbouw van de tem­pel ter hand. Let ook op de verhouding Jozua-Jezus. Jo­zua was de veroveraar van het aardse Kanaän, zoals Jezus van het hemelse).

Zerubbabel en Jozua, de twee gezalfden die de eind- boodschap doorgeven en daardoor goede leiders zul­len zijn. Daarom staat er ook in Hagg. 01:14 het volgende: “Ik ben met u, luidt het woord des Heren. En de Here wekte de geest op van Zerubbabel en de geest van Jozua en de geest van al het overblijfsel des volks, zodat zij kwamen en het werk begonnen aan het huis van de Here der heerscharen hun God”.

Inzicht

Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig. Het zal u net als mij niet onbekend zijn, dat al deze dingen, zoals boven om­schreven, reeds volop in beweging zijn. De Geest Gods is vaardig geworden o- ver de tempelbouwers Gods. Zij zullen de bouw aanpak­ken op Goddelijke wijze en door Zijn Geest geleid.

Daarvoor is inzicht en wijsheid nodig en daarvoor zullen wij moeten gaan luisteren wat de Geest tot ons te zeggen heeft. In de samenkomst welke ik laatst bezocht werd er gebeden om vleugelen om te kunnen op­stijgen naar die hoogte, waarop wij zouden kunnen verstaan wat de Heer ons in de hemelse gewesten gegeven heeft. Er sprak een oprecht verlangen uit om met de Heer in de hemelse gewesten te kunnen functioneren.

Nu kan men zeggen dat wij niet ten hemel hoeven te klimmen om dat te bereiken, maar zo’n verlangen is reeds de bron van verhoring van het gebed om tot vol­heid Gods te komen. Opmer­kelijk was echter dat in een volgend gebed werd ge­zegd (geprofeteerd) dat wij er voor moesten zorgen dat wij onze slagpennen niet kwijtraakten, want daardoor waren wij vleugellam gewor­den of waren in gevaar dat te worden.

Deze slagpennen kunnen in­derdaad worden uitgerukt en dan zijn wij vleugellam. Deze pennen zijn de krach­ten Gods, die ons doen op­stijgen en dat hebben we nu meer nodig dan ooit tevo­ren. Zijn Geest geeft ons herders en leraars met er­varing en wijsheid en dat zijn de slagpennen. Stel u daarom op als mensen die ook hierin de weg des Heren willen gaan en eet van deze bomen des levens die in ons midden staan. Die bomen die een geweldige functie heb­ben langs de rivier Gods. Zij zullen gaan uitbotten en uitschieten en hun bla­deren zullen zijn tot gene­zing der volken (Openb. 22:01-02).

Wijsheid

Broeders en zusters, wordt wakker en doorbreek die sa­tanische barrière, die ons leven als een grens omringt en kom in de vrijheid van de kinderen Gods, opdat wij samen zullen gaan opwassen.

Het antwoord ligt in de kring der wijzen en langs die weg zullen wij tot Goddelijke wijsheid komen.

De wijsheid van deze wereld met haar vormen en instel­lingen heeft God tot dwaas­heid gemaakt. Juist door die dwaasheid heeft de we­reld tot op heden God niet leren kennen. (1 Kor. 01:20). Laat ons niet hetzelfde overkomen door in onze eigen wijsheid diezelfde weg te gaan. Wij willen prediken: Christus, de Wijsheid Gods! Een wijsheid die niet be­stemd is voor de beheersers dezer eeuw, wier macht te­niet gaat, maar wat wij spreken, als geheimenis, is de verborgen wijsheid Gods. Deze heeft God voorbeschikt tot onze heerlijkheid en deze gaat thans geopenbaard worden.

Wij zullen daartoe de kana­len moeten openen. Dan zal 1 Kor. 02:10 v.v. waar wor­den. Er staat daar geschre­ven: “Want ons heeft God het geopenbaard door de Geest. Want de Geest doorzoekt, al­le dingen, zelfs de diepten Gods; Wie toch onder de mensen weet, wat in een mens is, dan des mensen ei­gen geest, die in hem is? Zo weet ook niemand, wat in God is, dan de Geest Gods. Wij nu hebben niet de geest der wereld ontvangen, maar de Geest uit God, opdat wij zouden weten, wat ons door God in genade geschonken is. Hiervan spreken wij dan ook met woorden, die niet door menselijke wijsheid, maar door de Geest geleerd zijn, zodat wij het geeste­lijke met het geestelijke vergelijken. Doch een on­geestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te be­oordelen is. Maar de gees­telijke mens beoordeelt al­le dingen, zelf echter wordt hij door niemand be­oordeeld. Want wie kent de zin des Heren, dat hij Hem zou vollichten? Maar wij hebben de zin van Christus”.

Deelgenoten

Zie hier, geliefden, wat onze weg is. Ontwaakt, broeders en zusters, en versterk uzelf en het ove­rige dat dreigt te sterven. Gods Geest werkt en geeft ons een Manna dat overwel­digend krachtig is. Jezus zelf deelt zich aan ons uit. Wij zullen volledige deel­genoten van Zijn Lichaam worden. Dan zullen wij als Zijn Lichaam alles herstel­len wat door de duivel is ontwricht en vernield.

Jezus leeft en dat leven van Hem in ons, zal ook onze levens levend maken door Zijn Geest die in ons woont en dat alles tot ver­heerlijking van Zijn Naam! “Voor u, die Mijn Naam vreest, zal de zon der ge­rechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder haar vleugelen; gij zult uitgaan en springen als kalveren uit de stal (bevrijding). Gij zult de goddelozen vertreden, want tot stof zullen zij zijn onder uw voetzolen op de dag die Ik bereiden zal, zegt de Here der heerscharen” (Mal. 04:02-03). Geprezen is de Naam van Jezus!

 

Levend Geloof journaal nr. 180 door Gert Jan Doornink

‘Agape’-liefdemaaltijd in teken van PEK

 

Voor het derde achtereenvol­gende jaar werd de “Agape”- liefde maaltijd gehouden. De­ze ontmoetingsdag van lei­dinggevende figuren uit de Pinksterbeweging werd deze keer door 1350 broeders en zusters bijgewoond en op 11 februari in het Jaarbeurs­congrescentrum te Utrecht gehouden. Omdat van 29 juli t/m 6 augustus in Den Haag de “Pinkster Europa Conferentie” [PEK] wordt gehou­den, {de grote driejaarlijk­se bijeenkomst van Pinkster­christenen uit heel Europa), werd veel informatie ver­strekt door broeders uit het organiserende comité, dat zo breed mogelijk is samen­gesteld. Hoewel niet alle Pinkstergroepen meedoen, werd reeds nu duidelijk dat er voor deze conferentie grote belangstelling be­staat. Onder andere komen er ook broeders en zusters uit de Oostbloklanden. Zij kunnen echter alleen een uitreisvisum van hun landen krijgen, als het Nederlands comité de reis en verblijfs­kosten voor hen betaald. De totale voorbereidingskosten van deze conferentie zijn geraamd op ƒ 170.000,- Van elke gemeente wordt op vrijwillige basis ƒ 1000,-ge­vraagd. In talrijke plaat­sen, verspreid over het land, worden ter voorberei­ding gebedssamenkomsten ge­houden.

Op de “Agape” bijeenkomst van dit jaar, onder leiding van br. Herman van Amerom, waren de sprekers: br. Hans Koornstra, leider van het “Volle Evangelie Training Centrum” in België en voor­zitter van de “Stichting Volle Evangelie Gemeenten in Nederland”; Dr. Emanuël Minos uit Noorwegen, bekend opwekkinsprediker en bijbel- leraar en br. Jakob Zopfi uit Zwitserland, voorzitter van de grootste Pinkster- groepering in Zwitserland en tevens voorzitter van het Europese PEK comité. Verder verleenden “The Burning Candles” uit Zwolle me­dewerking aan deze dag, evenals de van radio, tv én grammofoonplaat bekende gos­pelzangeres Esther Tims.

Hier volgt een samenvatting uit de diverse toespraken.

Hans Koornstra:

“Nederland is een klein land maar groot in schakeringen. Er is veel eigenwijsheid en verdeeldheid. Dat hoeven wij niet te verdoezelen. Als je geen etiket hebt, wordt je er wel één gegeven….

Toch zijn er veel dingen, waarin we één zijn. We komen veel verder als we elkaar respecteren. We hoeven el­kaar geen zieltjes af te vangen, want er zijn er nog genoeg buiten. De Heer heeft ons losgemaakt en overge­bracht in Zijn Koninkrijk. Daar is onze eenheid. We mogen best verschillend zijn en verschillend denken, als we maar door Gods Geest ge­leid worden. De Hebreeën­brief roept ons op het schild des geloofs ter hand te nemen. Wie op Hem zijn geloof bouwt, zal niet be­schaamd uitkomen.

De strijd die in de Bijbel beschreven wordt is niet te­gen elkaar, maar tegen onze . gezamenlijke vijand. Wij hebben vijanden, maar niet één of andere stroming in de Pinksterbeweging. Onze vij­anden zijn geestelijke vij­anden en wij hebben een gees­telijke strijd.

Laten wij doorgaan om alles wat God heeft in bezit te nemen. De tafel des Heren is overladen vol. Het is be­taald. (Gekocht en betaald!)’

Jacob Zopfi:

“De PEK conferentie wordt een bijzondere conferentie want de reeds vroegtijdig begonnen voorbereidingen lopen voorspoedig en jullie zijn verschrikkelijk geest­driftig, vooral tijdens het zingen. Onze verwachting is dat de Heilige Geest ons zal bewegen en dat mensen gered en genezen worden en velen gedoopt zullen worden in de Heilige Geest. Het is goed dat dit voorbereid wordt.

Prof. Petrus Wagner heeft een boek geschreven onder de titel: “Kijk uit, de Pinkstermensen komen         ” Prof. Wagner noemt daarin vijf punten waarin de Pink­stermensen opvallen:

– Pinkstermensen geloven dat de Heilige Geest een werkelijkheid is en werkt.

– Ieder afzonderlijk kan door God gebruikt worden.

– Zij storten zich op nieuwe visgronden.

– Zij geloven dat demoni­sche krachten gebroken kun­nen worden.

– Ze zijn flexibel, avon­tuurlijk en methodisch.

Van de eerste Christenge­meente werd gezegd: “Zie hoe lief zij elkaar hebben”. Dit is het beslissende. Als de liefde van God in onze harten brandt, dan hebben wij een hunkering naar el­kaar. Als je elkaar lief hebt, neem je geen aanstoot aan elkaar. Daarom is de eerste les die wij telkens weer moeten leren: God wil dat wij elkaar liefhebben. Als we alles hadden, maar de liefde niet, dan zou al­les zonder waarde zijn. En staan wij met al onze pinksterkracht er helemaal naast”.

Enanuel Minos:

‘Wij beleven in Noorwegen een tijd van opwekking die wij in 30/40 jaar niet meer hebben meegemaakt. In de Gemeente van Korinthe was destijds een opwekking. In deze stad van 600.000 hei­denen, waren maar 1900 christenen, maar ze legden een stempel op de hele stad.

Ook onze tijd heeft het evangelie van Jezus Christus nodig, die in alles kan doordringen.

In Korinthe kwam ook een boodschap van reiniging en heiliging: 1 Kor. 05:07: “Doet het oude zuurdeeg weg, opdat gij een vers deeg moogt zijn”. Er is iets wat meer waard is dan een goede prediking. De grootste nood van de prediker is dat hij liever zijn prediking wil redden dan een ziel. 1 Tim. 04:16 zegt: Zie toe op uzelf en op de leer, volhard in deze dingen, want door dit te doen zult gij uzelf als hen die u horen, behouden”.

Paulus had een grote nood in zijn hart. Hij was nede­rig. Hij was vergevingsgezind en lette niet op wat mensen hem aandeden”.

Filmpremière „The Jesus Factor” (door J. Noë)

In het vorig nummer van “Levend Geloof” stond een stukje over deze firn, wel­ke handelt over drugbe­strijding. In het perscen­trum “Nieuwspoort” in Den Haag werd maandag 6 maart een perspremière van deze film gegeven, welke ik, na overleg met br. Doornink, heb bijgewoond.

We werden ontvangen door br. Theo v.d. Sluys, lande­lijk secretaris van “Teen Challenge Nederland”. Ver­der waren ook aanwezig br. B. v.d. Have, orthopedagoog en projectleider van het jongenshuis en br. J. Barendse, projectleider van het meisjeshuis, tevens di­recteur van het Teen Chal­lenge opvangcentrum te Haarlem.

Br. Van der Sluys opende de bijeenkomst met een toe­passelijk woord en vertelde het een en ander over het werk van Teen Challenge, waarna br. Barendse nog een nadere uiteenzetting gaf.

Wat zijn de resultaten?

Uit een onderzoekrapport naar de resultaten van het Teen Challenge training- centre (een opvangcentrum voor heroïneverslaafden en alcoholisten] te Rehrens- burg in U.S.A., bleek onder andere dat van degenen die het gehele programma van het trainingscentrum door­liepen 86% geen verdovende middelen meer gebruikten. Velen gaven hun hart aan de Heer, zetten zich bijvoor­beeld in voor kerkelijk werk en er waren er zelfs bij die predikant werden.

Waar in het centrum op ge­attendeerd wordt, is het geloof in de vernieuwende kracht van Jezus Christus. Dit geloof geeft een ver­slaafde die geestelijke steun, die hij of zij no­dig heeft om te stoppen op de weg naar zelfvernieti­ging. Het geeft zelfver­trouwen voor de toekomst. Hij of zij merkt dat het geloof werkt en dat aan zijn of haar basisbehoef­ten van veiligheid, erken­ning, antwoord op levens­vragen en een levensdoel wordt voldaan. Aldus het rapport.

De film wordt ingeleid door Charles W. Colson, de vroegere rechterhand van president Nixon, die zelf tot bekering is gekomen en in zijn bekende boek “Op­nieuw geboren”, daarover heeft geschreven. De film laat duidelijk zien hoe een en ander op het cen­trum toegaat, de training, het bijbelonderricht, hoe ze tot Jezus kwamen met de daarbij behorende getuige­nissen, enz.

Na de film werd .gelegen­heid gegeven tot. het stel­len van vragen, welke door het reeds genoemd drietal werd beantwoord.

Billy Graham nog steeds actief

In de campagnes van ’s we­relds meest bekende evan­gelist, Billy Graham, worden nog steeds grote mas­sa’s mensen met het evan­gelie bereikt. Reeds eer­der schreven wij over zijn campagne in Hongarije. In november hield Billy Graham een vijfdaagse campagne in Manilla, de hoofdstad van de Filipijnen, waar meer dan 400.000 mensen in totaal het evangelie hoorden, van wie velen een beslissing  voor Jezus namen. Een ander land waar Billy Graham onlangs evangeliseerde was India, waar hij onder andere sprak in Calcutta. In totaal werden er in de acht evangelisatie samenkomsten welke hij in India hield, meer dan 650.000 mensen met het evangelie bereikt.

 

Wat betékent Pasen voor u? door H. J. Glasbergen

 

De grote verzoendag

Pasen is het feest van de Kerk, het Lichaam van Chris­tus, welke Hij kocht met Zijn bloed. Hij ging de lij­densweg voor onze schuld en deed ze weg in de zee van vergetelheid. Maar dan beho­ren we onze zonde te belij­den en na te laten. (Spr. 28:09-13). “Wij dan gerechtvaar­digd uit geloof, hebben vre­de met God, door onze Here Jezus Christus”.

De boodschap van de profeten aan Gods volk, is nog de­zelfde als toen: Bekeert u tot de levende God, geopen­baard in Jezus Christus. Pa­sen is het bloed der verge­ving aan de deurposten, vrijgesproken door God zelf. Het oude zuurdeeg is wegge­daan als waardeloos, om het ongezuurde brood te eten van Zijn tafel, het heilig a­vondmaal. “Gij zijt een vers deeg”, zegt Paulus. Doe geen nieuwe wijn in oude zakken. Uit de oude mens, die nog verbonden is met zijn verle­den, kan geen nieuw geluid komen. Daarom is wederge­boorte geen verbetering van de oude mens, maar een tota­le vernieuwing. “Laat die gezindheid in u zijn, welke ook in Christus was”. Onze oude mens kan het Koninkrijk God niet beërven, nog bin­nengaan .

Gemiste kansen

Hoeveel keer in een mensen­leven is de toegestoken hand van Jezus niet weggeslagen. Wij willen hier ook de mens uit de traditionele kerken in betrekken. Hoeveel ver­ontschuldigingen gebruikt de mens, als hij de stem van Jezus hoort? Bekeert u, zegt Jezus ook in deze Paastijd tegen u. Bekering is niet elke avond vergeving vragen voor de zonden van die dag, maar vergeving van uw zondi­ge leven. De grote zonde is het leven wat u zelf leeft en waarover u zelf beschikt.

Wij kunnen aan Hem geen deel hebben, als wij ons zelf niet weg schenken aan Hem. Durf te zeggen: Here Jezus, hier heeft u mijn leven en al wat ik bezit, het is van U. Dacht u, dat het nog be­langrijk is wat u bent, of voelt u zich zo belangrijk? Of wilt u bekennen tegenover God dat u een zondaar bent en vergeving wilt ontvangen van Hem. Als u uw schuld, roddel, leugen, verdriet, tegenover uw broeder, zus­ter, vriend, vriendin, va­der, moeder, kinderen en verdere familie niet bekent en vergeving vraagt, blijven het onbetaalde rekeningen. God kijkt door deze zondaars belijders heen. Hem kunt u niet bedriegen. Breng alles en u zelf onder het bloed van Jezus Christus en verne­der u voor God en de mens. Dit is de wil van God. Jezus Christus is waarlijk opge­staan voor allen die Hem aannemen.

God haat hoogmoed

Het feest van Pasen is voor elke dag. Hij leeft en wij met Hem. Maar Hij begeert ons met jaloersheid. Hij wil niets van ons missen. Onder­werpt u aan God, maar biedt weerstand aan de duivel. Vernedert u voor God en Hij zal u verhogen. (Jak. 04:01-10).

Pasen is voor velen het feest van de nieuwe pakken en jurken, het feest van de belijdenis van jonge mensen, die zich onderwerpen aan het dogma van een bepaalde kerk. Wij hebben dit zelf ook mee­gemaakt, het was voor ons ook een blijde zaak van nieuwe kleren en veel geluk­wensen. Maar er veranderde niets, alles bleef bij het oude zuurdeeg. Later hebben wij begrepen dat geloven niet begint in een kerk, maar bij het kruis van Jezus Christus, waar Hij voor onze zonden stierf.

Geen kerk of leer, van welke kerk ook, geen sacrament of uitspraak van welk mens ook, kan de mens behouden. Geen kinderdoop, bevestiging of belijdenis, brengt ons dich­ter bij Christus. 1 Joh.5: 10. God heeft getuigd van Zijn Zoon. Wie dit getuige­nis niet aanneemt, maakt God tot een leugenaar. “Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon niet heeft, heeft het leven niet”.

Zij, die Mijn woord doen

God moet nog op veel mensen wachten, die aan hun kerk (het oude zuurdeeg) verbon­den zitten. De charismati­sche beweging, is nog steeds niet zo in beweging, dat zij met Paulus zegt: Ik acht al­les schade, omdat de kennis van Christus Jezus, mijn He­re, alles te boven gaat” (Filipp. 03:05-15). God vraagt kinderen Gods die onberispe­lijk en onbesmet zijn, te­midden van een ontaard en verkeerd geslacht, waaronder zij zullen schijnen als lichtende sterren.

“Blijf in uw kerk”, is het geldige excuus. Wij moeten het evangelie naar de kerk toebrengen, wat zij zelf verworpen hebben. Arme men­sen, alsof God op hun wacht om tot Zijn doel te komen. Elk mens, dat met Gods Geest gedoopt is, moet weten wat Gods wil is met Zijn Kerk, Zijn Gemeente, waarvan Hij het Hoofd is.

Wij kennen mensen die al twintig jaar op deze (kerk)- weg zijn, en er is nog steeds niets veranderd. Het zijn de pootjesbaders uit Ezechiël 47. Jezus heeft ge­zegd: “Hoe dikwijls heb ik u bijeen willen vergaderen, maar u hebt niet gewild.

Blijven wij liever op onze (kerkelijke) troontjes zit­ten, of zullen wij belijden dat Jezus Christus Here is tot eer en glorie van God de Vader? Hij is gehoorzaam geworden tot de dood, en heeft zich, in de gestalte Gods zijnde, vernederd aan het kruis.

Charismatische beweging: Kom over en help ons! Niet wij, maar Hij is belangrijk. Geen kerk of instituut, maar mensen zijn met duizenden in grote nood in uw kerken. Kinderdoop nog dogma is be­langrijk, maar Christus al- teen. Er is maar één funda­ment: Jezus Christus. Wij kunnen ons nooit motiveren in de verdeeldheid en ver­warring die in kerken en kringen is. Christus is één en in Zijn Lichaam is geen verdeeldheid, noch liefde­loosheid. Geen Paulus, Apollos of Céfas, dan maken wij van het kruis van Christus een holle klank.

Wij hebben de leer van Christus, die op geen hoge­school in Nederland, bekend of erkend is. “Gij zijt van Christus, als de Geest van Christus in u woont”. Niet eerder. Dan volgt de volhar­ding in de gezindheid van Christus. De Geest van Christus is de Geest der waarheid, die alleen in vol komen gehoorzaamheid geopen­baard wordt aan de mens, die Hem restloos heeft aangeno­men.

Dan kunt u vol blijdschap Pasen 1978 vieren, met een vervolg in Den Haag, waar van 1 tot 6 augustus de gro­te Europese Pinksterconferentie wordt gehouden. “Op­dat Gods volk één zij, ge­lijk Wij (de Vader en de Zoon) één zijn”, bad Jezus in Johannes 17. Dit is Gods wil. Opdat Nederland zal weten en zien, hoe God ons liefheeft en wij elkander liefhebben. Wij kunnen ons niet verber­gen, God weet wat in ons is. (Heb. 04:12-13).

Bij Hem zijn alle dingen ge­reed. Hij, het Lam God, wacht op ons. Laat u met God verzoenen, door Jezus Chris­tus. En u beleeft Pasen en Pinksteren op één dag!

(2 Kor. 05:18-21).

 

Is crematie geoorloofd? door J. Noë

 

Men heeft mij verzocht iets over dit onderwerp te schrijven, omdat velen het hier moeilijk mee hebben. Mag men zich als christen laten cremeren?

Ceremonie

Broeders en zusters, lijk­verbranding is altijd bij vele heidense volkeren  volksstammen een hele cere­monie geweest, waarbij dikwijls contact gezocht werd met demonische machten en afgoden werden aangeroepen. Lijkverbranding houdt een totale vernietiging (des­tructie) van het lichaam in. In deze twintigste eeuw heeft in het westen lijkver­branding steeds meer ingang gevonden en men voerde daar verschillende redenen voor aan.

Nu gaat het met kinderen Gods er om: “Wat zegt Gods Woord?” Als we in de Bijbel lezen, bemerken wij dat het gebeente van de mens als het ware iets heiligs is. De do­den werden begraven. Het ge­beente van Jacob en Jozef moest naar Kanaän overge­bracht worden.

In 2 Kon. 13:21 staat iets zeer bijzonders over het ge­beente van Elisa. Toen name­lijk de Israëlieten een man wilden begraven en een bende Moabieten hen overvallen wilden, wierpen zij in haast het lichaam in het graf van Elisa. Toen het lichaam in contact kwam met het ge­beente van Elisa, werd het weer levend.

Slechts als iemand zwaar ge­zondigd had en zich niet ge­houden had aan een nadrukke­lijk gebod van God, strafte God hem met de vuurdood.

(Lees maar eens Leviticus 10, Numeri 16 en Jozua 7).

In Ps. 034:021 staat:

“Hij (God) behoedt al zijn beenderen, niet één daarvan wordt gebroken”.

Dit geschiedde ook bij Jezus op Golgotha.

Duidelijk

Maar nu wil ik voor u een tekst aanhalen, waaruit zeer duidelijk blijkt, dat het God een gruwel is als doden worden verbrand, namelijk Am. 02:01-03:

“Zo zegt de Here: Om drie overtredingen van Moab, ja om vier, zal Ik het niet herroepen. Omdat hij het ge­beente van Edoms koning tot kalk verbrand heeft, zal Ik vuur werpen in Moab, zodat het Kerioths burchten ver­teert, en omkomen zal Moab in het slaggewoel, onder krijgsgeschreeuw, bij trom­petgeschal, en Ik zal uit zijn midden de heerser uit­roeien en al zijn vorsten met hem doden, – zo zegt de Here”.

Dit is toch duidelijke taal, zou ik zo zeggen, broeders en zusters. Wij moeten de Heer in alles gehoorzaam zijn. Dus geen crematie!

 

Notities door Gert Jan Doornink

Het bewijs dat God bestaat

Professor Hans Küng is één van de bekendste momenteel levende theologen.  Zijn boek “Christen zijn” geniet wereldbekendheid. Zijn afwijkende opvattingen brach­ten hem in conflict met Rome. (Prof. Kling is R.K. en Zwitser van geboorte). Hij weet de dingen raak te zeggen. Maar ook zijn woorden hebben alleen waarde in de ogen van God, als ze de toets van Gods Woord en Geest kunnen door­staan.

Wat te zeggen van deze uit­spraak, onlangs door hem gedaan op de theologische faculteit van de hogeschool te Tilburg: “Het is niet te bewijzen , evenmin als te bewijzen is dat God niet bestaat”.

Prof Küng stelt in zijn laatste boek “Bestaat God?” onder andere, dat voor veel gelovigen het geloven in God niet meer vanzelfspre­kend is. Voor veel atheïs­ten geldt daarentegen even­eens dat de ontkenning van God niet meer vanzelfsprekend is. Er is niet alleen twijfel aan het geloof, ook twijfel aan de twijfel”.

Zo op het eerste ge­zicht rake en wijze opmer­kingen. Maar zijn ze waar? Uiteraard kan een ongelovi­ge niet bewijzen dat God niet bestaat. Maar een gelovige kan wel bewijzen dat God wel bestaat’ Hoe? Doordat hij gelooft’. Heb. 11:01 zegt: “Het geloof nu is de zekerheid der dingen die men hoopt, en het bewijs der dingen die men niet ziet”.

Velen weten niet meer wat Bijbels geloof inhoudt. De weg van twijfel houdt hen af van het echte geloof. Terwijl juist het eenvoudi­ge geloof in het volbrachte werk van Jezus Christus een totale  levensverandering in hun leven kan bewerken, willen ze daar niets van weten. Toch is geloof de sleutel voor het nieuwe leven dat Christus geven wil. Voor op bezoek.  een kind van God, dat door geloof bekeerd en wedergeboren is, verdwijnt de twijfel. Hij weet dat God bestaat en een dagelijkse realiteit in zijn leven is.

Toen wij in 1958 nog lid van de Hervormde kerk waren en ons, omdat wij een kind van God waren geworden, in een samenkomst hadden laten dopen door onderdompeling, kregen wij de dominee met een paar ouderlingen op bezoek.  Zij hadden een brief van het classicaal bestuur van de Hervormde kerk bij zich,  waarin ons de toegang tot het Avondmaal werd ontzegd, omdat wij ons hadden laten dopen!

Een van de ouderlingen maakte toen de opmerking: “Je zegt nu wel dat je een kind van God bent, maar kun je het ook bewijzen?’ We hadden toen nog weinig kennis van het woord van God, maar Gods Geest kwam ons te hulp, door ons deze Bijbelwoorden in het hart te leggen en uit te spreken; “Zijn Geest getuigt met onze geest dat wij kinderen Gods zijn” (Rom. 08:16).

Voor de wereld is het onbegrijpelijk dat wij zo zeker zijn van het geloof dat in ons is. Voor een wedergeborene is het echter een vanzelfsprekende zaak. Door het geloof is hij een nieuwe schepping geworden en alleen reeds daardoor kan hij bewijzen dat God bestaat! Het is aan wijzen en verstandigen verborgen, maar aan kinderen geopenbaard! Halleluja!